MIDDELBURGSE Saturdag, Ao. 17 65. BÉf COURANT. den 5. O&ober. ingemerland. No. 120. AFRICA. Tunis, in Barbaryen, den 10. Augustus. Den 5 dezer wierd alhier lot Bardo aangebragt de Heer Gajetan GiulieUt, Adjudant-Major in het Regiment Ro yaal Champagneten dienfie vanZyn Majt. van Napels en Sicilienmet zyne Vrouw, Dienstknechten twee Sol daten gemelde ongelukkige Heer, komende van Paler- 7no met een Fransch Vaartuig, na Mesfma gedestineert, wierd door een van onze kleine Capers ontmoet en geno men waar van de Schipper van gemeld Vaartuig zeer Recht is behandelt, en hebbende gemelden Heer alle zyne Effec ten door geweld moeten overgeven onder voorwendzel, dat ny en zyn Equipage met geen Paspoorten gemunieert was; pretenderende ben uit die redenen tot Slaven tema ken Waar up de Heer Franfche Conful alhier reüderende dezelve niet aanfionds verzuimde te reclamerenen met krachtige redenen de onbillykheden van dien Zeeroof voor te Reilen verzoekende niet alleen een fchielyke ontfla- ging van gemelden Heer en Equipage, mitsgaders alle de Goederen maar daar-en-boven een exemplare Rraffe aan den Caper. Maar ongeacht zyne Rand vastigheid en hoo- ge woorden wisfeüngen beeft echter den Bey aan zyne Ver zoeken tot nog toe niet voldaan, en fchync voorgeno men ie hebben die zaak Repende te houden, alhoewel men hem de onwettigheid daar van genoegzaam aange- toor.t heeft. (Dusdanig is de happigheid van deze Bar baren, voornamentlyk als zy iets in handen hebben.) Alles bet gene tot beden aan deD Franfchen Conful is ver leent geworden zyn de permisfien, om niet meer als de enkele verftbooning voor gemelden Heer en zyne Vrouw xo\ Porto Farina van zyne Goederen te gaan ontfangen, en waar van nog door twee Notarisfen eenNotegenomen is, geiyk ook van de rest van zyne Juweelen en andere Goederen. Ook is aan den Heer Franfche Conful het ge noegen geweigert, om gemelden in hunne handen gevallen Heer en Vrouw in zyn Huis te herbergen; maar dezelve wierden op de Ordres van den Bey aan het Huis van den Nederiandlchen Conful gezonden, zonder den zei ven eerst daas van ie verwittigen; het gene aan denzelven vreemd •voorkomende bv Conful niet heeft kunnen nalaten aan den jjey v oor te Rellen dat, hy wel met al vermaak genegen was aan deszelfs Bevelen ie gehoorzamen, te meer om dat hem zulks niet alieen de vergenoeging verfcbafte om aan dezen ongelukkigen Heer en deszelfs Vrouw de deugd van Herbergzaamheid te kunnen oeffenen, maar zelfs hem m Raat Relde om Haar Wel-Ed: Geftr. naar zyn vermogen in deze gelegendheid te kunnen verplichten; dog dat den' Bey hem mogt devryheid vergunnen van aan dezelve bekent te makendat hy met weinig genoegen genoodzaakt wierd den Heer Franfche Conful het genoegen van dit voorrecht te benemen, temmeer, als men het aanmerkt als een on gerechte fchending, die zyn Vlag was aaagedaanenby- gevolg,dat deze Heer, Vrouw en Equipage niet als Slaven konden nog moesten aangemerkt worden. Waar op de Bey in Woede en toorn hem antwoorde, dat hy begeerde en ordonneerde, dat zyne Slaven aan zyn Paleys gebragt en van elkander gefcheiden zouden wordenzonder aan gemelden Conful verder gehoor ie willen geven. De Con ful oordeelde deze aan Barbaren eigen zynde oploopend- heid een weinig te laten bedarenen waagde het toen op een nieuws zig by den Bey te laten aandienen geven de aan den zeiven te kennen, dat, zo dan abfoluit de Heer Franfche Conful van dat vermaak moest verfteken wezen, het niet betnmelyk was, dat dezen tot ongeluk vervallen Heer en Vrouw verdere overlast wierd aange daan; en dat hy Conful op den Bey zyne billyke gevoe lens betrouwende hoopte en verzocht Haar WelEd:GeRr. dan aan zyn Huis te mogen behouden, tot de volkomene beflisilng van die zaakwaar op hy Bey eindelyk weder antwoordedat hy dat zoude overwegenHet geen naar allen fchyn by denzelven gedaan is, dewyl t'zederd geen tegenbevel aan gemelden Conful gezonden is. I T A L I E N. Maltha, den 12. Augustus. Ons Eiland, dat vol gens deszelfs legging wel onder Jfrica gerekent word, en «nder het Koningryk Tunis behoordedog t'zederd het Jaar 1530.', wanneer hel zelve door KeizerCarelV. aan onze Ridders ter Leen overgedragen is, met inzicht, om het Eiland Sicilien te beter tegen de listen en aanvallen der aJ1 te thermenzig onder Europa reken tfirekt tot heden toe tot een Voormuur van bet Christenrj ken om ze Ridderen verzuimen geene gelegenheid de roofzucht der Barbaren te beteugelen. Een der Galjoten van onzen Grootmeester kwam gisteren met een Roof-Schip van Tripo li het welk door het Galjoot bemachtigt wasen een Napoli- taanfche Tartaandie dezelve van den Roover herno men had, in onzen Haven binnen. Alhoewel nu deze Prys op haar zeiven gerekent van geen groot belang fchynt, verdienen echter de otnRandigheden weike de neming derzelver verzelt hebbendat 'er melding van gedaan worde. Dezelve zyn als volgt: Onder de Manfchap van den Barbaarfchen Roover bc- vonden zig 28. DolcignotenQDo/cigno of Dulcigno is een BisCchoppeiyk bteedje, leggende iu het Zuider gedeel te des Landl'ciiaps DalmaticnbydeGrensfen van GrrV- kenlanden Albanië», en beeft [een Gasteel en een groote Haven aan de Golf van Vtnetienf)"^^lke onder elkanderen een Eed hadden gedaan om het eerfle Schipdat zy van de Religie (aldus worden onze Schepen genöemt) ont- moeten zouden, aan.te klampen en veeleerder te fne- ven ais zig over te geven. En wezendlyktoen zy zig; van na-by vervolgt zagen en hen de hoop van te kunnen ontvluchten ontval/en wasj,zetteden zy het regtopons Schip aan, en hun Schip zwayendefprongen zy van da n Kampanje in het Galjoot van den Grootmeesteren wel zo or.Ruimig, dat het Maltheesch Volk in fchrilc en vreeze geraakte, en tot agter de groote Mast da wyk nam. Dog de Capitein van het Galjootnet het Op- perhoofd geweest zynde van die gene, welke zig mees- ter maakten van het Schip de Ottomanfcbe Kroon en die ten voorleden Jare langs de Kusten van Sardi- n nien met 3. Galjoten van den Grootmeester 4. Roof- Schepen van Tunis aanvielwaar van hy 3. met den n Degen in de vuist bemagtigde, en het vierde op da vlucht dreef; deze wakkere Officier, ziende de verfla- n genheid van zyn Volk, kwam aan het hoofd van al» le zyne Officieren van achter4toefchietenen drong n onvertzaagt en met veel geweld op deDu/cignoten in, die ftoutmoedig den aanval uithielden meteen dolleon- verfchrokkenheidkomende hun Eed na: wanr zy alle Petersburg, den 3. September. Voorledene Week is de Keizerin, onze Souvereine, wederom na Czarsko-Zelo vertrokken, om aldaar nog, zo als men zegt, veertien dagen van het vermaak der Landlucht te profiteren. 2. WEDEN- Stokholm, den 18. SeptemberDe Bank-Casfiers da Befcheen Cederwarf zyn alhier voorledene Week ge- vankeiyk binnen gebragt, en door den Fiscaal aange- klaagt by het Hofgerichther gene door het Geheime Committe verzocht is geworden het onderzoek dier zaak: zo fpoedig als mogelyk af te doen, en mede de ontrouw van den Bank-Commisfaris Egerfiröm na te fpeuren en te doen openbaar worden. POLEN. Warschau, den 21. September. Men zegt alhier, dat alle de Bisfchoppen van deze Republyk hunne onderhoorige Geestelyke zullen trachten over te halenom alle het overtollig Silverwerk in hunne Kerkentegen betaling vol gens deszelfs waarde, in de Koninglyke Munt alhier over te zendengeiyk dan ook reeds het Silver van den Vorst van Radzivil, gewezen Woywode van bVilda, in de zelve gelevert is. De Heer Jehan Fridrich WeifsSche pen der Stad Tèoornen beruchte Mechanicus, leeft d» IBffiUfM wierden verflagen, of bezweken onder hunne wonden, die hen in menigte toegebragt waren hun Raisdia zig onder de laatfie bevond, had 'er 11. alleen ontfan- gen. De Maltheefen hebben aan hunnen kant 16. Man- nen zo dooden als zwaar gekwetfie bekomen. De- ze uitzinnige waren ook onder malkanderen met Ee- deovereen gekomen, dat,ingeva'ilezy zagen dat zyde overwinning niet konden behalen, zy alsdan den brand in een Vat kruid zouden Reken het gene zy ten dien einde onder de Fokke-Mast van hun Roof-Schip had den geReltdog tot alle geluk zyn zy aiet in Raat ge- weest hun voornemen ter uitvoer te brengen, dewyl zy alle in bet Maltheesch Galjoot waren gefprongen en daar in hun leven verlooren en de Mooren, die den overfcnot van het Scheepsvolk uitmaakten, onkundig van dien toeleg waren."

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1765 | | pagina 1