No. 124»
MIDDELBURGSE
Donderdag,
Ao. 1762.
COURANT.
den 14. Oöober.
V R A N K R Y K-
Bourdeaüx, den 1 O&ohef. Gisteren omtrent een
uur na den middag zyn wy alhier zeer Verfcnrikt en
ontfteld geweest; Een Schip, "liggende over de plaatfe
Bourgogne, geraakte in brandwelke fpoedig overiloeg tot
fes andre Schépen en een nabygelegene Pont waar van
de kabel afbrandendede Schepen de doortogt gaf om afte
dry ven. Gelukkig was hetdat de Vloed dezelve naar bui
ten de Stad voerde, alwaar verfcheidenedoor aan ftuk-
ken te ftooten geblust zyn. Een nieuw Schip in de Ha
ven van omtrent 400 tonheeft het allerlangs gebrand
Het kwam van boven afzakken, en wy zagen 's nagts
dat het naar deRhede dreef, vreezende dat het aldaar grooter
nadeel zoude veroorzaakenmaar gelukkiglyk ftiet het
regt over de Cartbuifers, alwaar het den ganfcben nagt
brande Daar zyn agt Schepen door de Vlamme ver
teerd.
POLEN.
Warschau, den g. September. Men ziet alhier het
volgend antwoord van den Honing van Polen, op den
brief van haare Rusfilche Majefteit, ter begunftiging van
den Hertog van B.ron aan zyne Majefteit gefchreven.
Zeer Hooge en Zeer Magtige Keizerinzeer geliefde
Zuster, Vriendin en Nabuure!
Den Brief van UE. Majefteit, in dato den 3. Augus
tus, is my door den Cancelier van myne Kroon ter hand
getteid geworden. Hoedanig is myne verbaasdheid en
gevoelige a2ndoeninge geweest, wanneer ik daarin ge
zien heb, dat na de allerpiegiigfte en zekerfte verklarin
gen van de Giorieufe Voorgangeren van Uwe Majeiieit
en in weerwil van de Wettige Oispolïtien en heilige fchik-
kiogen, welke dezelve gemaakt hebben, UE. Majefteit ih
twyffe'l trekt myne Regten van Souverainiteiten die van
myne Familie op de Hertogdomftien van Cour land en Se
Üiigaitteri
Het is niet mogelyk, dat men UÈ. Majefteit onder het
waar Gezigtpunr vertoond heeft dé Declaraiien van
Keizerin Elizabethals ook de wettige oorzaken en omftalv
digheden welke my hebben geregtjgd bm over het Leen
van Gourland te disponeren't geen van my en myne
Kroon afhangt, gelyk ik daar over in der daad geciispo
neerd heb. Ik beroep my deswegen op de ontegenzeg
gelyke Motiven, Welke in het Diploma van delnvestitu-
te van mynen Zoon thans Hertog van Couriaud zyn
uitgedrukt, en op de Verklaringe welke myne Minifters
reeds aan den Refldent van UE. Majefteit hebben ter
hand gefteld.
Het oogmerk van UE'. is niet meer om paleu te Hellen
aan deOffeninge van Regt, onafhangelyk van alle magt
welke ik van God ontvangen heb, en welke my zo wd
als myne Kroon toebehoort dan toe te laten dat
men daar over op eigen gezag hertellingen maake:
Het zou zelfs voor haare Billykheid Verligtinge enGrooi
moedigheid aanftotelyk zyn te vermoeden dat hare Maje
fteit de Oorzaak wilde zyn, dat eender OudfteGeallieer
den van hare Kroon den Allergevoeligften Slag ontvange,
welke het mogelyk is voor zyn Vaderlyk hart te ly-
den. Ik verwagt derhalven van de.Regtvaardigheió'van'
Uwe Keizerlyke Majefteit, dat dezelve wel den voorheen
zynde Hertog van Biron zal gelieven te zenden aan my,
en aan de Republicq, als aan de eenigfte Souverainen en
Regters over de Eifcben en Regten welke by voorgeeft
te bezitten. Ik bid haar insgelyksvan in 't geheel te lup-
primeren de onverwagte en moejelyke Maatregelen wel
ke 'er genomen zyn; en gevolgelyk te wege te brengen
dat'er van geene andere middelen, dan die van Vrien-
delyk vergelyk, gebruikgemaakt worde. Dezelve kan.
my op geene gevoeliger wyze verpligten dan over dit
onderwerp de Gevoelens en Refolutien te nemen, welke
ik van hare Regtvaardigheid verwagt. Ik ben van my
nen kant, in het allervast voornemen, om met de aller -
volmaakfte hoogagtinge en de uiterfte aankleving te biy-
ven.
Uwer Keizerlyke Majefteits
Zeer Getrouwe Broeder Vriend en Nabuur-
(Gerekend)
augustus REK.
Warschau, den 3.
September 176a.
By dit antwoord was gevoegd Copie van eene Decla
ratie in banden van den "Groot Cancelier van Polen over
geleverd, door den Heere GrossExtra ordinaris Eavoye
van wylen de Keizerin van RuslandElifabetbin den Jaare
1758. vervat in deze woorden:
In gevolge van het verzoek, my door zyne Excellentie
den Heer Groot Cancelier van de Kroon gedaan van aau
hem in gefchnfre te communiceren de Ordreswaar me
de ik van myn Hof belasi benzo ter begunitiginge van
zyneKoningiyke Hoogheid Prins Karei, als met opzigttoc
den voor dezen zynde Hertog van Biron en deszelfs Kin
deren heb ik de eere aan zyne Excellentie den Grooc
Cancelier te doen weten, dat met betrekkinge tot dezen
laatften, de Intentien van Hare Majefteit onveranderlyk
zyn dat de wezenlyke belangen en redenen van Staat,
haar niet toelaten om tot de nerftellinge van den Heere
Biron of'deszelvs Kinderen in het Hertogdom van Cour-
land te Coufentereu en dat integendeel hare Keizerly
ke Majefteit als eene zaak zowel aangenaam voor haar zel
ve als nuttig voor de ftepublicq, zal aanmerken de ver-
kiezinge van zyne Koningiyke Hoogheid Prins Karei,
welke Cour/anddoor aan het zelve eenen nieuwen
Souverain te geven in zyne Oude forme van Regeringe
zal herftellen. Het is op deze onveranderlyke beweegre
denen, dat ik gemagiigd ben om den Heer Biron en zy
ne Familie af te zeilen en de gewenscnte verkiezing vati
zyne Koningiyke Hoogneid Prins Karei uiet tegen te ftaan
of te rtremmen. Gedaan te IVarjchauden 23. Oftober
1758. Getekend GRObS.
DUITSCHLAN D.
Wenen den 29. September. Van Conftantinopolen
heeft men, dat de Baron van Penkler zyn eerfte Genoor
by den Groorei; Heer gehad heeft.
Zondag gaven hunne Keizerlyke Koningiyke Majefteiten
gehoor van affcheid aan de Gedeputeerden van deBurge-
rie en Boeren van het Graaffchap Tirolwelke ook ter
handkus van hunne Majefteiten wierden toegelaten. Des
uuonric MJoond&n c-j dt Uiaiiicnc Couiiueo B by, Men
verhaalt, dat zy in dit hun laatst gehoor door hunne een
voudigheid het Hof zeer gediverteerd hebben dat men
onder anderen hen had doenverftaau, dat de belastingen
waar over zy klaagden niet alleen waren hefteed en
aangelegd tot den Oorlog, maar ook tot onderhoud van
de talryke KeizerlykFamilie, en dat een der Gedeputeer
de!» daar op heeft voorgefteld, om aan hun eenen der
Prinfen te geven, en dat zy cenzelven, by hen zouden
opvoeden. Dit Voorftei, en de Maniere, waarop het
zelve gedaan wierdeheeft onder allendie 'er tegenwoor
dig waren, een luid gelach verwekt.
De Graaf van Raunits is weder ingeftort: Deszelis
Zóón is gisteren naar Petersburg vertrokken. De Prins
van Tweebruggèn Marfchalk van 't Ryk, is van Man-
beim over Munkb alhier gearriveerd Zyne Hoogheid
begaf zig den 26. naar Sch'ónhrunefi na audiëntie by den
Keizer en Keizerin gehad te hébbeu, heeft hy de eere
gehad van met Hunne Majefteiten het middagmaal te
houden.
Men maakt tegen de Naamdag van den Keizer een Ita-
liaanfche Opera getituleerd Euridke in gereedheid.
DeGrooten van Hongarien arriveren reeds alhierom dat
feest by te wonen, welke in Groot Gala gevierd ftaat tu
worden.
Rkgensburg, den 30. September. Tot op deze uure
beeft men alhier nog geeb berigi ontvangen dai Sc benei d-
niis zig heeft overgegeven. De laatfte Brieven van PP"»,
nen geven te kennen, dat die Plaats den 2 r. in benaauwd-
heid wasen men derhalven zonder uitflel derzelver Over
gave yerwagteten zy de Marfchalk Graaf van Dauti
nog middel zou weten te vindenom dezelve te hulpa
te komen. Deze Ondenieminge. niet te min wordt te We
nen zelfs als zeer gevaarlyk aangemerkt, vermids men
oordeelt dat hei Hot ycrpligt zou worden een zeer nadee-
ligün Vrede te ondertekenen indien bebaiven het Ver
lies van Scbweiduitsook eene Butaille verlooreu werd;
in piaatze dat men door de Armee ie Cnnfervereu-
ten minften kon ftaat maakenom aan de verdere On
dernemingen van Pruisfen palen ie Hellen. Men beklaagt
zig te Wenen, dat zyne Pruisfilche Majefteit reeds in
de tegen woordige Gèfteltenisfe van zaken zeer harde Voor
waarden voorftelde, en voegt'er by, wat het wezen zou
de indien deze Omftandigheden. verergerden. Men zegt,
by voorbeeld dat zyne Majefteit zig niet vergenoegt
met gansch zonder uitzondering, te èrfcfjer,
maar ook de Ltvmit$ en het gansch Distriét van Bohs-
men tasfebea Silelicn ea de Rivier de Elve, indien dit