m a 'Ao. Tf 6 i MIDDELBURGSE yPf COURANT. Saturdagj qb* DUITSLAND. Vertoog van den Heer de Plotbo over de wreedhe den der Rusfen in Berlin. t roe groot en buitenfpoorig de wreedheden ook geweest irl zynwaaraan de landen des Konings van Pruisfen in het voorleden jaar zyn blootgelteld geweestheeft men zich echter lichtelyk kunnen voordellendat zy dit jaar ouk niet vry zouden blyvenmaar dat de vyanden van Zyne Majefteit als om lïryd dezelve zouden trachten te onderdrukkenwant daar dezelve nu reeds gedurende vier Veldtochten hunne oogmerken door gansch ande re middelenals door de macht van wapenenhebben zoeken te bereiken, zonder op de menschlievenheid of de gewoontens van befchaafde volkeren eenig acht te ge ven was het lichtelyk te denken dat_ zy den Oorlog op dezelfde wyze zouden trachten te eindigen. &c. (Vervolgens word hierin voorgefteldhoe het Hof van Weenen, nadatdeBataille van Liegnitz de Rusfen tot het ftaken hunner krygsverrichtingen genoodzaakt had, en de Oostenrykers daardoor verplicht waren geworden zichin de gebergtens van Silelien op te houden, ten einde de laatften uit dezen droevigen toeftand te redden alles in 't werk gefield hadom de eerften te bewegen een inval in het Brandenburgfche te doen, alwaar zoo wel de Rusfen, als de Oostenrykers en Saxifche Ublanen het geheele Bran denburgfche land daar zy doorgetrokken zynvan Ber lin af tot aan de Grenspalen van PolenSilelien en Saxen verwoesten overal aan de inwoondersal het geen zy bad-, den, zoo welBecllen als Granen, Bedden en Meubels, ontnomen en 't geen zy niet konden medenemenbe dorven hebben terwyl Berlin daarenboven door onmatige inkwartiering enplondcringeenerkerk, en van 282 voor name huizen en door andere baldadigheden gefchonden is zyndedoor hun vooral de Koninglyke Lusthuizen Charlot- ïenburg en Sch'onhaufen verdorven door alles, wat in dezelve gevonden werd, te vernielen, en niets als de nutu ren over te latenen op die plaatfen, zoo wel als elders, de Gruwelykfte wreedheden te bedry ven, niet alleen door de Lieden met gloeyende tangen te knypen en dezelve op het vuur te leggenmaar ook door 't fchenden dei- vrouwen het opgraven en pionderen der lykenen an dere gruwelen, zoo dat de wreedheid en onmenfchelyk- heid der vyanden ditmaal al hun vorig bedryf overtroffen heeft. (Verder wordende voornaamftediergruwelykheden,en de namen der Perfonen en plaatzendaar en aan wien dezelve gepleegd zyn, opgeteld,) en men voegt 'er by, dat de bewyzen op geene vermoedens of valfche aan-' brengingen fteunen veel min dat men de feitelykheden ver groot heeft, gelyk zulks degewoonte was van een zeker Hof, dat Europaom een valsch medelyden te verwekken met hare klachten vervulde over de ongelukken, aan hare Staten fchoon door haar eige fchuld, overgekomen, en waarvan zy alleen die febynt te vergeten, die hare Geallieerden haar veroorzaken. "Dit Hof, (Rus befluit men) zou tegenweordig wel gc- legenheid hebben, omdeallerernftigfte overwegingen te maken over de verplichtingendie het aan hare eige troupen en aan die van hare bondgenoten heeftvoor het gedrag, dat Zy gehouden hebben, indien de Ko- ning geneigd was hunne kwade voorbeelden te volgen en aan de onderdanen van Saxen de onheilen te doen gevoelen, die men zoo onrechtvaardig aan de zyn en doet lyden maar de manier van denken zyner Maje- fteit zal Hem altoos beletten om tot zulke uiréfftc thid- delen overtegaanzoo lang eetie volftrekte noodzake- lykheid hem hiertoe niet zal dwingen: te meer verfoeit hy eene zoo ongeoorloofde wyze van oorlogenomdat men niet licht het doelwit, dat men zichvoorlieltop dusdanig eene wyze beryken zal. De laatfte Expeditie der vyanden in het Markbran- denburgfehe geeft van deze waarheid een aanmerkelyk bewys. Het was hun wel gemak'kelyk om met een leger van 80,000 Man in het Brandenburgfche te fluipen en zich van eene opene Refidentieftaddie niet dan d°or een klein getal troupen verdedigd werd meefter te maken; maarzoodra kreeg zyne Majefteit geen kennis van dezen invalof hy vloog tot hulp van zyne ver- drukte onderdanenen nauwlyks verfcheen hy aan de Grenzenof alle de vyandelyke troupen vluchtten met 5, verhaasting en weken gedeeltelyk naar Polenen ge- deeltelyk naar Saxen. Wel is waar, dat men niet kan ont- Rennendat zy niet eerst groote fchade gedaan hebben §r den 3. January. maar dezelve is niet onherftelbaaren kan geen invloed hebben op het gevolg der verdere krygsverrichtingen n integendeel heeft de diverlie die de vyanden des Konings daardoor aan zyne Majefteit hebben willen toebrengenwel verre van hun in Saxen en Silcfien tot voordeel te gedyen, aan Hoogstdenzelven gelegenheid gegevenom het eerfte Landfchap te heroverenen liet tweede te verlosfen. Dus Is het, dat de onderneming van dén Generaal Haddïck op Berlin in het jaar 1757 door de roemryke overwinningen van Rosbach en Lisfa gevolgdis gewor- denen de laatfte Expeditie der Rusfen en Oostenry- kers op die Hoofdftad heeft, niettegenftaande alles wat men van dezelve in 'tlicht geeft niet gediénd, als om zonder reden eenige duizenden onfchuldigen ongeluk- kig te makenen ook ter zeiver tyd geftrektom voor de oogen van geheel Europa de valsheidonrechtvaar- digheid en wreedheid, waardoor de Vyanden van zy- ne Majefteit gedreven wordente ontmaskeren en open- baar te maken. Doch het fchynt, dat het Weener-Hof in deze gelc- genheid de aanllotclyke uitdrukking heeft willen be- waarheden, waarvan een harer Generaals zich bediend heelt, zeggende, dat men aan de Pruisftfchsn niets ah de lucht en de aarde moest overlatenwant daar het haar tot noch toe niet gehikt is om dien Koning en grootmoedigen verdediger der Duitfche Vrybeid t' on- der te brengen, neemt het op nieu haar toevlucht tot de middelen v.an hetwelke de Ferdinands zich in de vorige Eeuw bediend hebben om het geheele ryk onder het juk van hare beerfchappy te brengen, en vcr- nieuwt door het gedrag, dat men thans houdt, het droevig herdenken aan dien langen en wreeden Oor- log, onder welke Duitsland toen ter tyd gedurende 30 jaren zuchte. Dat dies geheel Europa overwegewat hét van zulk een vyand te wachten hebbe, en dat men oordeeleof het Huis van Oostenryk, indien het dat van Branden- burg kon vernederenhare heerszuchtige oogmerken 5, niet verder zou nitftrekkenen trachten tot haar doel- wit te geraken om de andere Staten in hetzelfde on- geluk te fleepenin welke het die van zyne Majefteit heeft willen neerftorten: maar de Voorzienigheid, die reeds zoo dikwerf de ontwerpen van dit Huis ver- ydeld, en noch zoo kortelings deszelfs Hoogmoed door de nederlaag by Torgau vernederd heeft zal in 'tver- volg van den oorlog noch nieuwe palen aan hare on- matige heerszucht weten te zetten en men heeft hoop, dat de Koning door Gods byftand zich met goed gevolg zal verdedigen tegen de zanienzweering, die door de indringingen en kuiperyen van het Weener-Hof tegen hem gemaakt is, en dat alle de pogingen van zyne vyanden niet zullen beletten, dat de laatfte Nakomelingfchap in hem den Verdediger van de Proteftautfche religie en der Duitfche vryheid erkenne. ZWEDEN. Stokholm, den 14. December. Op de vértoögen van de Renden des Ryks die thans vergaderd Zyn, heeft de Koning aan de inwoonders zoo in de fteden als ten plat ten landeverlof gegeven om koorn-brandewyn tot hun eigo gebruik te ftoken, mits dat zy in aezelvegeenkoop- manfehap dryven. Ook ziet men eene ordonnantie van den Koning in dato 22. September laatstleden by dewelke aan alle de onder danen van zyne Majefteit verboden wordom onder de misnoegde Corfen te dienen, of eenige commisfiete ver richten die den koophandel of de zeevaart van de on derdanen der Republyk Genua zou kunnen benadcelen. POLEN. Warschau, den 10. December. De Koningverge zeld van zynen zoon den Hertog van Courlandheeft fe- dert eenige dagen het vermaak van de Jacht in den om trek van Kotiéniec genomen en de twee andere Prinfen Albert en Clementworden kort na nieuwejaar verwacht om den winter hier door te brengen, en zullen in 'c voorjaar weder naar het Keizcrlyke leger keeren om deji Veldtocht by te woonen. De Weichzel is federt eenige dagen met ys bezet, vooral naar den kant van Thorn en Dantzigmaar zy heeft noch niet kunnen vastraken oni dat het telken» Wederom dooit.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1761 | | pagina 1