VOOR VROUW EN KIND
MAAS- EN SCHELDEBODE
ZATERDAG 17 APRIL IP37
DAT DEZE DISCIPEL
NIET ZOU STERVEN
WEEKOVERZICHT
BINNENLAND
VOOR DE VROUW
Kleine opvoedingsmiddelen
VOOR DE JEUGD
BUITENLAND
Dit woord dan ging uit onder de
broederen, dat deze discipel niet
zou sterven. En Jezus had tot hen
niet gezegd, dat hij niet sterven
zou; maar'. Indien ik wil, dat hij
blijve totdat ik kome, wat gaat
het u aan? Joh. 2123
Hoe bedachtzaam dienen wij toch om
te gaan met het Woord des Heeren!
Want hoe licht wordt het door ons mis
duid en dan misvormd.
Ge ziet het aan dit woord van Jezus
tot Petrus, als deze, wijzende op Johan
nes, vraagt: Heere. maar wat zal deze?
Een vraag van liefdevolle bezorgdheid,
omdat Jezus wel tot Petrus maar niet tot
Johannes had gezegd: Volg mij.
Die vraag wijst Jezus intusschen af; hij,
de Heere, zal wel om Johannes denken,
en Petrus heeft dit aan Jezus over te
laten: Indien ik wil, dat hij blijve, totdat
ik kome, wat gaat het u aan? Volg g
mij.
En wat hebben de broederen van dit
woord gemaakt? Dat deze discipel, Jo
hannes niet zou sterven.
Nu lag deze misvatting niet zóó ver
af als ge zoo oppervlakkig zoudt denken.
Want indien Jezus metterdaad de
stellige profetie gedaan had, dat Johan
nes zou blijven tot de wederkomst zijns
Heeren, dan zou dit op hetzelfde zijn
neergekomen als dat hij niet zou sterven.
Voor ons, die zooveel eeuwen later
leven, is het duidelijk, dat dit de bedoe
ling van Jezus' woorden niet geweest kan
zijn. Maar voor de Christengemeente van
de eeuw der apostelen kon dit niet zoo
duidelijk zijn. Jezus had toch geen tijd
van Zijn wederkomst genoemd.
En al was er geen besliste aanwijzing
voor, de mogelijkheid bleef open
staan dat de Heere na niet langen tijd
zou wederkeeren. En de geloovige ver
wachting van dien dag deed de eerste
Christenen uitzien naar een spoedige ver
vulling van de belofte.
Nu had Jezus niet gezegd, dat Johan
nes tot de wederkomst zijns Heeren in
leven zou blijven, en nog minder, dat hij
niet zou sterven.
Maar wel had Jezus, tot Petrus spre
kende, aangeduid met welken dood
deze God verheerlijken zou. De Heere
ha d-dit gedaan in bedekte termen: Toen
gij jonger waart gorddet gij u zeiven en
wandeldet, alwaar gij wildet; maar wan
neer gij oud zult geworden zij:i, zoo zu't
gij uwe handen uitstrekken, en een ander
zal u gorden, en brengen waar gij niet
wilt. Maar toen Petrus eenmaal den mar
teldood gestorven was, toen was de zin
van dit woord voor iedereen duidelijk.
Hoe licht kon men er nu toe komen,
om Jezus' antwoord op Petrus' vraag be
treffende Johannes ook als een voorzeg
ging omtrent dezen apostel op te vatten.
En toen nu al de apostelen gestorven
waren en Johannes alleen overbleef,
scheen de uitkomst deze misvatting te
bevestigen.
Johannes zelf heeft deze misvatting
nog kunnen weerleggen, en hij heeft het
ook gedaan.
Want Jezus had juist het antwoord op
Petrus' vraag afgewezen. Indien ik
wil, dat hij blijve totdat ik kome, wat
gaat het u aan? Dus het tegenoverge
stelde van wat de overlevering ervan
had gemaakt.
Was nu die onjuiste overlevering
blijven voortbestaan, hoe zou dan het
geloof in Jezus' woord geschokt zijn bij
het volgend geslacht, nadat Johannes
gestorven was!
Daarom mocht die misvatting niet ge
duld worden. En de apostel heeft zich
daarom beijverd, om zelf die misvatting
met wortel en tak uit te roeien. Hij doet
het in ditzelfde Evangelie, waarin hij de
Kerk des Heeren verhaalde van de heer
lijkheid van het Woord, dat vleeschge-
worden is.
Voor degenen, die zich aan het ge
schreven woord der apostelen hielden,
was de zaak hiermede beslist.
Buiten dien kring kankerde de dwa
ling voort. En in later tijden heeft zelfs
de fabel ingang gevonden, dat Johannes
ook na zijn dood en begrafenis nog voort
leefde. Volgens sommigen bewoog zich
de aarde boven zijn graf.
Natuurlijk gaf dit aan de spotters
nieuwe stof, om zich tegen de verwach
ting van Jezus' wederkomst er op te ver
heffen, dat de feiten hadden uitgewezen,
hoe zeer daarnaar te vergeefs werd uit
gezien.
Zoo had een schijnbaar klein m's.'-r-
stand de bedenkelijkste gevolgen.
Voor de kerk des Heeren van alle
eeuwen heeft deze vermelding van het
misverstaan van Jezus' woord de betee-
kenis van een waarschuwing, om toch
vóór alles te blijven bij de eenvoudig
heid van het Woord der Schrift. Indien
toch zelfs in den kring der „broederen",
waar de Heere dit woord gesproken had,
een zoo bedenkelijk misverstand kon in
sluipen, dat het alleen door opzettelijke
tegenspraak van Jezus' apostel kon wor
den weggenomen, hoeveel te meer is
ons dan noodig, ons aan het Woord des
Heeren te houden, gelijk het ons is over
gegeven.
En niet minder ligt hierin een waar
schuwing tegen alles wat onder den
naam van „overlevering" aan de Schrift
is toegevoegd. Het heeft soms zulk 'n
misleidend schoonen schijn. En het kan
den inhoud van het geloofsbewustzijn op
zoo bedenkelijke wijze vertroebelen. De
Schrift moet ook voor ons blijven de
eenige regel en het eenig richtsnoer voor
geloof en leven.
Want vergeet niet, dat in ons hart de
neiging is om het Woord des Heeren
neer te halen en in overeenstemming te
brengen met onze eigen gedachten, met
onze zucht om te willen weten dingen,
waarvan de Heere ons de kennis heeft
willen onthouden.
Jezus' woord bedoelde Petrus af te
brengen van den wensch om iets te
willen weten omtrent den mede-discipel,
die ook hem zoo lief was en over wiens
toekomst hij zich bekommerde. Laat dat
maar aan mij over. Petrus; ik beschik
over het lot van al mijn dienstknechten.
Het is alles in mijn macht, van nu af tot
den dag en de ure van mijn wederkomst
toe. Zoo spreekt de Heere.
En in plaats van nu den troost aan te
grijpen, die in dit woord gelegen is, gaat
men het zelfs onder de eerste Christenen
maken tot een voorzegging, die wel de
nieuwsgierigheid schijnt te bevredigen,
maar die voor de zaligheid van geen
beteekenis is.
Helaas, ook onder degenen, die de
Schrift voor het Woord Gods erkennen,
woekert dit kwaad nog altoos voort. En
telkens weer grijpt men in allerlei sectari-
sche kringen naar woorden der Schrift,
om bevrediging te vinden voor de zucht
om vooruit te willen weten, wat naar
s Heeren eigen Woord eerst de uit
komst kan en zal leeren.
De Kerk des Heeren heeft zich daar
van steeds onthouden, en nadruk gelegd
op die dingen, die God ons klaarlijk
heeft geopenbaard, en die ons noodig
waren te weten in dit leven, tot zijn eer,
en onze zaligheid.
En wie zich gewent, om, aldus ge
leerd, het Woord zijns Gods te lezen
met een heilbegeerig hart, ziet zich een
Donderdagavond
Men kan tegenwoordig geen krant meer
in handen nemen of men leest van auto
ongelukken met of zonder doodelijke af
loop. Dat ia zóó gewoon geworden, dat men
niet eens meer ontdaan is als men het
leest, indien men deze berichten tenminste
nog leest. Maar dat iemand smoordronken
achter het stuur gaat zitten en dan op de
niets kwaads vermoedende andere weg
gebruikers inrijdt en een argelooze fietser
doodt, zooals te Iloensbroek het geval was.
dat is toch wel heel erg. Alcohol op de weg
is heel gevaarlijk voor chauffeurs, en in
direct dus ook voor andere weggebruikers.
Het alcoholvraagstuk kwam natuurlijk
cok ter sprake op de vergadering van de
Gercf. Vereeniping voor Drankbestrijding
de vorige weck Zaterdag te Rotterdam ge
houden. Dat deze vereeniging in ledental
achteruit gaat en dat met bijna 7 pet., zal
misschien gelegen hebben aan het feit, dat
om reden van financieelen aard de arbeid
beperkt moest blijven tot inwendige propa
ganda. De actie zal er nu op gericht wor
den, de schade veroorzaakt door het op
heffen van één afdeeling en het terugloopen
van het ledental met 43, weer in te halen,
om zoo krachtiger te kunnen streven naar
wat de voorzitter in zijn openingswoord zei-
de de plicht was der Geref drankbestrijders
te zijn; allen die onder het leed van het al
coholisme gebogen gaan tot Jezus te bren
gen.
Op de vergadering van de Ned. Herv. pre
dikanten is druk gesproken over de plaats
van het Oude Testament in de verkondiging
Sommigen wildon meer letten op de vervul
ling van wat het O.T. voorspelde of afsclia-
duwde. Anderen zagen in het O.T. ook wel
de worsteling van de Godsopenbaring met
hetgeen des menschen is Tegenover de uit
spraak dat het een boek van armoede is
werd door anderen gesteld, dat het wel de
gelijk oen boek van rijkdom is.
De inzichten hierover loopen nogal uiteen.
Den Haag heeft op één dag twee belang
rijke gebeurtenis^n meegemaakt
Donderdag werd Z.K.H. Prins Bernhard
door H.M. de Koningin plechtig geïnstal
leerd als lid va-n de Raad van State (reed3
heeft Z.K.H. deze week de gewone zitting
rijke bron van troost geopend, zonder af
te dwalen op paden, die slechts voeren
tot gebroken bakken, die geen water
houden.
NDAG
bijgewoond) en tegelijk werden de nieuwe
tentoonstellingshallen op Iloutrust geopend
met een schitterende bloemententoonstel
ling, die door minister Gelissen is geopend
en vele duizenden bezoekers trekt heden
morgen werd de 30.000ste reeds verwelkomd
Misschien mag men als derde heugelijke
gebeurtenis op die dag (Donderdag 8 April)
noemen het feit, dat ook de Eerste Kame
de acht wetsontwerpen tot Grondwetswijzi
ging aannam.
De a.r. partij beleefde een dag van groot,-
sche manifestatie van de eenheid en de
kracht der partij, in de Deputatenvergade-
ring te Utrecht, waar geheel a.r. Nederland
in een machtige electorale wapenschouw
bijeenkwam om na het woord van den tijde-
lijken voorzitter van 't Centraal Comité, den
heer J. Schouten,, te luisteren naar he;
ernstige woord van den leider onzer partij
Dr. II. Colijn, die over de politieke toestand
sprak. Bemoedigepd was het toen Z.Exc. op
merkte, dat het dieptepunt van de wereld
crisis ook voor Nederland achter de rug
ligt. Doch al te oplaaiend optimisme werd
dadelijk de domper opgezet door de opmer
king dat de financieele toestand nog alles
behalve gezond is en het vraagstuk van de
werkverruiming nog even nijpend is als het
de laatste jaren was. Dit alles kon, zei onze
leider, onder voorzichtige leiding grooten-
deels tot oplossing worden gebracht, even
zeer als de toestand door roekelooze politiek
voor vele jaren bedorven kan worden. Wanr
dr. Colijn en zijn ambtgonooten door God
gesterkt met bijna bovenmenschelijke
kracht gezwoegd hebben om het volk zoo
goed mogelijk door deze zorgelijke tijd heen
te veren meende hij het Nederlandscho volk
te mogen vragen althans het karakter van
dat gevoerd beleid bij de stembus te steunen
De stakingen zijn tegenwoordig niet van
de lucht.
Te Amsterdam staakten de taxi-chauf
feurs omdat tengevolge der verhoog-ing der
benzineprijzen een regeling getroffen was
flie hen schade bracht. In de wasscherijen
te Gouda wordt gestaakt om het z.g. eollee
tief arbeidscontract. Al heeft de staking een
vrij groote omvang aangenomen, toch gaan
de bedrijven nog door het werk, zij het met
moeite af te maken. Te Amsterdam zijn op
de Scheepswerven, waar zooals men weet
weer groote bedrijvigheid heerscht, de na-
geijongens in staking gegaan. Andere ar-
bcidsgroepen der werven hebben zich hier
bij aangesloten en zoo heeft de staking al
daar een ernstiger karakter aangenomen
dan zich eerst liet aanzien en ondervindt
het bedrijf stagnatie.
Do verhouding tusschen patroons en on
dergeschikten is in andere grootbedrijven
soms ook wel van zeer gemoedelijken aard.
„Sommige ouders vervallen veel te snel tot
goweikkladige middelen; juist de kleine mid
delen slaan een brug naar het hart van het
kind en werken meer uit dan ernstige ver
maningen en 6lagen.
Wanneer eon kind klaarblijkelijk gelogen
heeft, dan zal een blik van verwondering,
droefheid of afkeuring zijn werking uit
oefenen. Wanneer een kind in de overvolle
tram zij-a plaats niet onmiddellijk afstaat
aan tien volwassene, zal eon aanmoedigen ,1e
hoofdbeweging of een schouderophalen van
clen vader meer uitwerken dan vele woor
den.
Een opvoeding, die kracht zoekt in vrees
voor slagen, is een getuigenis van armoed';
dan straft meestal de liefde -niet, maar de
toorn. Vooral ook bij driftige, opvliegende
kinderen, moet men kalm blijven, driftbuien
negeeren of trachten de aandacht af te lci-
dien.
Die klci-n-e middelen zijn des te effectvol
ler, hoe meer die huiselijke omgeving een
geest van orde, vastheid en gewoonte ver
toont".
Tot zoover een Christelijk Schoolblad. Zou
het- wiet goed zijn, voor lichte vergrijpen en
kleine fouten van de kinderen wat meer in
deze richting op te treden? Door de houding
van den opvoeder kan een kleine onaange
naamheid, die men het kimd oplegt, gevoeld
worden als een erge straf
Straf houdt feitelijk tweeërlei in. Er is
ren materieel element en een moreel
element. Het materieele is: de onaange
naamheid zelf, bijv.: niiet buiten mogen spe
len, een kwartier stil moeten zitten, straf
werk moeten maken. Maar in elke straf
moet ook een moreel element zitten. Hier
mee bedoelen we: het diepere letsid, dat we
het kind aandoen, doordat we het ongenoe
gen bezorgen. Dit geeft immers tijdelijk een
©enigszins geschokte verhouding tusschen
ons en het ki-nd. De kinderen moeten juist
dat moreele element altijd goed voelen. Ze
moeien zien, dat hnt ons moeite en verdriet
kost, hen te straffen, en daardoor moeten ze
zelf berouw krijgen over het verkeerde, dat
zo deden.
1-Ioe grooter het moreele element in dte
straf, des te kleiner behoeft het materieele
te zijn. M.a.w.: wie een groote moreele waar
de in de straf weet te leggten, kan met een
overigens uiterlijk lichte straf volstaan.
Want juist het moreele element geeft aan
d-e straf de opvoedende, de „verbeterende"
kracht.
Daarom is straften zoo moeilijk, 't Is niet
een volgen van door hoosheid ingegeven op
wellingen, maar een wél overwegen van wat
onder de gegeven omstandigheden verbete
rend en opvotldend op het ki-nd zal werken.
E-n lichte straffen kunnen dikwijls door do
manier waarop ze gegeven worden, heilzaam
werken.
Bovendien: het is practisch gezien,
gevaarlijk altijd voor kleinigheden dadelijk
groote woorden en strenge straffen te ge
bruiken.
Ten eerste went het kind <er gauw aar.
Ten tweede kin het kind d-e indruk krij
gen, dat vader en moeder er niet veel om
geven, als ze hun kimd verdriet bezorgen.
Zoo kan het kind langzaam vervreemden
van die ouders.
Ten derde dreigt ook het gevaar, dat men
te spoedig „zijn kruit verschiet". Wie hij
kleinigheden al dadelijk met flinke zwar.
straffen voor de dag komt, zit met. de han
den in- het haar, als het kind eens werkelijk
tot ernstig kwaad komt. Men kan dan geen
straf vinden, die past bij dat kwaad. Want
natuurlijk moet er evenredigheid zijn tus-
soh-en de grootte van het kwaad en dc
zw aarte van de straf.
Daarom: straffen vraagt van ons kalm" be
zin.ning, en vindingrijkheid. Met kleine mid
delen is hier veel te bereiken, mits de hou
ding van den opvoeder voor „de rest"
zorgt
Pittige sandwiches voor een „avondje"
Men kan sandwiches het beet klaarmken
van casino-brood va,n. dien vorigen dag; dit
is nog goed van smaak indien we melkbroocl
gebruiken, terwijl we het voordeel hebben,
d-at het gemakkelijker te snijden is dan
versch brood. Om geen leans tie loopen dat
de dun gesneden boterhammetjes bij het
smeren stuk gaan, is het aan te raden eerst
d-e korsten van het brood te snijden, dan de
snijkant va-n het brood met boter of sand-
wichcrême te besme-ren, waarna men een
gesmeerd dun sneetje af kan snijden. We
leggen dan twee van deze sneetjes op elkaar
en snijden ze in rechtihcKikige of driehoekige
stukjes.
Als belegsel vam sandwiches komt vooral
iets hartigs in aanmerking; bijzonder lek
ker zijn de volgen,de sandwichcrêmes. Deze
kunnen we op verschillende wijzen maken:
1. Boter zacht roe-ren, vermengen met ge
raspte oude kaas, zeer fijn gehakte peter
selie en zoo noodig wat peper en zout.
2. Boter zacht roeren, vermengen met zeer
fijn gehakte selderij, wat peper en zout en
geraspte oude kaas.
3. Boter zacht roeren, vermengen met door
een zeef gedrukte ansjovis.
'r. Boter zacht roeren, verm-engen met het
door een zeef ge-drukte gee-1 van hard ge
kookt ei, wat pieper en zout en desgewenscht
wat tomatenpuree.
Voor degen-en, die toc-h we-1 graag iet.s zoets
op den schotel aantreffen kunnen we enkele
sahdwiohes met oranjemarmelade klaarma
ken. Ter afwisseling van het witte brood
maken we sandwiches van bruin brood, be
leggen deze met jonge kaas (die men w-at
pttiger kan maken door er wat mosterd owr
te strijken) en leggen daarop plakjes radijs
of ramenas, 't geheel wordt weer met een
tweede laagje brood afgedekt.
Bij het opstapelen op den schotel, die be
legd is met een servetje of een kanten kleed
je, leggen we de sandwiches soort bij soort
Om liet dien gasten gemakkelijk te maken
en ze niet voor verrassingen te zetten, die
ze misschien niet aangenaam vinden, dient
de gastvrouw wel te weten, waarmee ze be
legd zijn.
Uit: „In en om ons huis".
Nog even de briefjes die ik had beloofd.
Marie ie C. te Sommelsdijk. Nu heb ie
toch wel echt voor een lange brief gezorgd
lioor! 'k Ben best tevreden zoo. Mooi is dat
postpapier! Nog allen wel gefeliciteerd rnet
Piets verjaardag! Ja, die logeerpartij kan
fijn worden. Werk maar hard, wie weet,
mag liet dan wel. Je oplossingen waren
weer best. Nu schrijf je vóór Dinsdag nog
hé? Toe je moet maar zoo denken: hoe
vak er je het doet, hoe gemakkelijker hef
gaat. Ik reken op je hoor! Dag Marie!
Kommy le C. te Sommelsdijk. Jij hebt
me ook een gezellige brief geschreven. Je
album heb je zeker al weer afgehaald! Ia,
ik ben ook heel blij met het prachtige
lenteweer. Nee, ik weet niet precies, waar
je woont. Leuk, dat het potlood goed naar
je zin was. Tot volgende week nu maar
weer, hé? Daaaag.
Theo v. d. Doel te Middelhamis, 'k B9n
blij, dat je het zoo goed naar je z-i-n hebt
gehad in de vacantie. Leven je stekelbaars
jes nog? Op de -boerderij bij je vrindje vind
je 't zeker wel erg fijn hé? 't Lijkt me echt.
prettig, daar samen te spelen en a'les te
bekijken. Nu ben je zeker weer ijverig aan
het leeren. 't Is al bijna Mei hé? 'k Ben be
nieuwd naar je rapport. Dag Theo!
Aat v. d. Doel te Sommelsdijk. Heb jij je
album ook terug? Wat sneu, dat je fietstocht
zoo droevig afliep. Een echte tegenvaller! Je
raadsels waren goed. 't Was zeker we-1 ge
zellig toen Oom en Tante er waren. Ja, ik
houd ook veel van bloemen. Leuk, zoo n
eigen tuintje. Wil je de groeten doen aan
al'emaal? Tot volgende keer hoor!
Daag.
Aan allemaal. Zul jullie niet Vergeten
vóór Dinsdag te schrijven? En proheer nog
eem-s, nieuwe nichtjes en neefjes te winnen
voor ons hoekje. Je weet- wie ons een
trouwe nicht of neef bezorgt, krijgt een
fijne belooning. Doe dus je best.
Alle nieuwelingletjes al bij voorbaat:
Hartelijk welkom!
Met vriendelijke groeten,
TANTE TINE.
Zoo werd ergens in een schoenfabriek door
een arbeider ir, de loop der laatste maanden
ruim 1100 paar schoenen verduisterd. Het
feit kwam uit en voor de rechtbank ver
klaarde de patroon, dat hij een hoeveelheid
\an 1100 paar schoenen niet zoo erg vond.
Hij ha-d meer met de vrouw en kinderen
van de schuldige te doen dan met zichzelf
als benadeelde en wilde de dief daarom ook
niet ontslaan, aangezien vrouw en kinderen
dan de dupe zouden worden.
Te Botterdam heeft de tewaterlating
van Nederlands grootste koopvaardij
srhip ,de Nieuw Amsterdam" onder groote
belangstelling plaats gehad. Duizenden en
duizenden waren samengestroomd in d
stroomende regen, die ophield toen H.M. de
Koningin arriveerde. Wel weigerde de
groote schuit even gevolg te geven aan het
Koninklijk leeken, doch een klein duwtje
van de machtige hydraulische inrichting
deed het schip spoedig statiglijk te water
glijden waar het verder afgebouwd word
om, als alles meeloopt in 1838 proef te
kunnen «toornen, waarschijnlijk zullen dan
ook de vier nieuwe onderzeeërs die besteld
zijn gereed komen. Voor de Spaansche wa
leren zullen ze hopelijk niet noodig zijn
daar hebben onze oorlogsbodems gelukkig
niet veel te doen.
Het Prinselijk paar heeft na een prettige
huwelijksreis nu intrek genomen in zij
nieuwe woonplaats en is met groote
feestelijkheden te Baarn en Soestdijk ver
welkomd
De merkwaardige verkiezingsstrijd, welke
Brussel den vorigen Zondag heeft te aan
schouwen gegeven, is op een zeer bevredi
gende manier afgeloopen, namelijk met
een duidelijke volslagen overwinning vai
den candidaat der huidige politieke orde
minister-president Paul van Zeeland. Het
zal niet zoo heel veel in de parlementaire
geschiedenis voorkomen, dat een eerste
minister als nationaal candidaat de hand
schoen ojmeemt tegen den aanvoerder van
een nieuwe partij, gelijk do Rexbeweging
in België is, teneinde door een soort van
persoonlijk duel uit te maken, aan wien de
meerderheid des lands haar vertrouwen
wenscht te schenken. De lieer Van Zeeland
heeft het avontuur aangedurfd, toen een
door Rex in het Brusselsrhe kamerdistrict
geforceerde tusschentijdsche verkiezing hem
tot verdediging der democratische beginsc
len en vrijheden noopte. De uitslag heeft
hem trouwens glansrijk in hei gelijk ge
steld. Socialisten, liberalen katholieken
zelfs communisten hebben in grooten getale
voor den r.ationalen kampioen gestemd
met de Rexmannen gingen enkel mede de
leden van hPt Vlaamsch Nationale Verbond
Zoo oogstte Van Zeeland zelfs meer stem
men, dan men hem had toegedacht, ver
moedelijk mede door de houding van den
aartsbisschop van Mechelen, kardinaal Van
Boey, die op het alleruiterste moment de
katholieken aanspoorde, niet blanco te
stemmen, dorh zich duidelijk voor den mi
nister-president uit te spreken. Velen
Roomschen zal dit iehvat zwaar zijn ge
vallen, omdat zij in het huidige kabinet do
roode invloed te doorslaggevend vinden en
zij door middel van deze stembus daaraan
xvenschten uiting te geven. Echter, Rome
sprak bij monde van den kardinaal, dus zij
hadden niet anders te doen dan te gehoor
zamen.
Het moet intusschen verheugend worden
genoemd, dat de partij van Degrelle geen
nieuwe aanwas heeft gekregen, al heeft zij
evenmin veel aanhang verloren, nog niet
één procent. België verkeert momenteel in
menig opzicht in een overgangstoestand;
de sanecring van zijn economische leven
vordert, doch tevens bevindt het land zich
op een internationaal kruispunt. Het vormt
als het ware een kern zoowel voor de Lo
carno- als de Oslo-voorbereidingen, en hel
zou te betreuren zijn zoo door inwendige
verontrusting het land zijn internationale
rol niet zou kunnen vervullen. Nu Van
Zcelands prestige versterkt uit den strijd is
te voorschijn gekomen, weet men in dit
land en ook over zijn grenzen,, waaraan
men, wat Brussel betreft, zich te houden
heeft.
De niet-inmenging in de Spaansche aan
gelegenheden, welke zoo lang zij te Londen
het onderwerp van sclioone theoretische
beschouwingen uitmaakte, reeds menig
maal het schouwspel van een algemeene
voor-den-gekhouderij bood, inzooverre ver
schillende dee'nemers aan deze besprekin
gen zich voortdurend achter voorwendsels
en dergelijke verhorgen, heeft momenteel
vrij dreigende aspecten. De volksfrontregee-
ring, die te Valencia zetelt zendt telegram
men naar Londen, die nieuwe klachten
houden over het landen van Italiaansche
troepen in Cadiz. Mochten deze beweringen
door bewijzen kunnen worden gestaafd, dan
zou men voor een internationale crisis
staan, wgjke tragische gevolgen zou kun
nen hebben. Ter andere zijde laat ook Italië
zich niet onbetuigd, al gooit dit land het
voorloopig nog over een anderen boeg cn
komt het niet rechtstreeks naar Londen
met zijn grieven. Het „Giornnle d'Italia"
hetwelk men een officieus regeeringsorgaan
zou kunnen noemen, geeft nieuwe reeksen
van gevallen, waarin Frankrijk en Rusland
naar rood Spanje vliegmachines en ander
oorlogsmateriaal zouden hebben geëxpe
dieerd, terwijl over de Fransch-Spaansche
grens tevens de roode vrijwilligers in groe
ten getale zouden blijven toestroomen. Het
Fransche volksfrontbewind zou vanuit Pa
rijs deze dingen oogluikend toelaten, en
zelfs de grensbeambten wenken geven, niet
al te nauwlettend toe te zien.
Van sommige zijden oppert men de ver
onderstelling dat al deze Italiaansche be
schuldigingen geen anderen grond hebben
dan de wensch van het fascistische bewind
langs dezen weg de wereld voor te berei-
„MAAS"-NYMPHEN
VOORUITZIEN
Laatst troonde ze. me mee naar boven
En loodste m' in een donlc'ren hoek
Die hoek is haar domein: ik bracht dus
Zooveel als een privé-be.zoek!
Daar heeft ze m'iets in 't oor gefluisterd
Een diep geheimpje van 't gemoed
Ik wilde 't eerst niet publiceeren
Maar toch, het is te mooi: dus 't moet!
In dat verscholen zolderhoekje
Bezit m'n kleine nicht een kast
Waarop geen enk'le and're sleutel
Dan die in haar bezit is, past.
Voor mij heeft ze de deur ontsloten
Ik mocht den inhoud gadeslaan
Toen heb ik, naar ik later snapte,
Aanvankelijk iets doms gedaan
Want 'k vroeg: Wat doe je met dien
Lrommel
Waarom dat allemaal bewaardI
Verwijtend keek ze m' aan en zei toen:
Hier heb ik alles opgespaard
Wat ik aan speelgoed heb gekregen
Hier vind je alles bij elkaar
Gerangschikt in de, juiste orde:
Als nummer één: de. rammelaar
Waarmee ik in mijn wiegje speelde
En met die gladde beenen ring
Heb 'k mijn gebit er door gebeten!
Hier dit is een herinnering
Aan 't feest van m' allereersten
[jaardag
Toen heb 'k deez' pop van V gehad
'k Neem haar nog dikwijls in m'n ai men
Want 'k vind haar altijd nog een schat!
Al wat 'k in mijn achtjarig leven
Aan speelgoed heb bijeengegaard
Blijf, als ik 't eenmaal afgedankt heb
Zorgvuldig in de kast bewaard!"
Ik zag een bal, een theeserviesje
Een blokkendoos, een prentenboek
Een schopje en een klein fornuisje
En vormpjes voor een duinzandkoek.
Ik prees haar om de goede zorgen
Die z' aan dat speelgoed had besteed
Maar zag toch 't nut niet van 't
verzaam'len
En vroeg haar dus ivaarom ze 't deed.
Toen heeft ze, kinderlijk vertrouw'lijk.
Haar lippen bij mijn oor gebracht
En het geheim mij toegefluisterd:
„Dat doe ik voor mijn nageslacht!"
(Nadruk verboden)
HAKATE
den op het uitzenden van nieuwe Italiaan
sche vrijwilligerscontingenten naar Spanje.
Franco nl. heeft dringend behoefte aan
meer hulptroepen, daar de strijd hem nog
steeds zwaar valt. Het lijkt naief, dit zon
der meer te aanvaarden. Vermoedelijk ligt
de waarheid in het midden, en ztin zoowel
de voorstanders van de Witten als van de
Rooden min of meer ten opzichte van de
non-interver.tie in gebreke; voor beide jiar-
tijen immers is er alles aan gelegen, het
eigen principe in den burgeroorlog te zieu
zegepralen. Alies, behalve dit ééne: een
nieuwe wereldoorlog. Daarom zal men zieil
wel degelijk ontzien, het onderste uit
de kan te willen hebben.
In Duitschiand is op groote schaal een
vlugschrift verspreid van een beweging,
welke zichzelf als de Duitsche Vrijheids
partij aanduidt. In dit pamflet worden
allen die tegen de Inperking der burger
lijke vrijheden zijn en voo- de onbelemmer
de gedachte, voor het open en eerlijke
woord, nangesnoord zich tot een gemeen
schappelijke actie te vereenigen. om aan 1e
knechting van het Duitsche volk, en aun
de inmenging van Duitsche troepen in den
Spaanschen burgeroorlog, een einde te
helpen maken.
Het baart opzien dat sommige lieden
blijkbaar den moed hebben, om zich door
de verspreiding van zulke geschriften aan
ernstige strafvervolging bloot te geven. Wat
dit zeggen wil in een staat als het Derde
Rijk laat zich licht bevroeden, zoo men
zich slechts te binnen brengt de histories
die over de politieke concentratiekampen
aldaar de ronde doen. Overigens vermei
den wij het feit van deze illegale actie meer
als een symptoom van wat er onder de op
pervlakte in sommige Duitsche kringen
broeit en wroet dan als een bewijs, dat
het met de heerschappij der NSDAP bin
nenkort gedaan zou zijn. Want het is dui
delijk, dat enkele anonieme schrijvers, die
geen vereenigingspunten en geen organisa
tie hebben, niet spoedig erin zullen slagen
een actie van belang tegen de Hitlcmn n-
schcn te ontketenen. Voorshands is dit
regiem nog ongeschokt
De opmarsch der Spaansche nationalisten
op het front van Biscave, waar de haven
stad Bilbao hun einddoel vormt, heeft het.
Britsche gouvernement voor een lastig
parket gebracht De scheepvaart op de
Noord-Spaansche havens is thans bijzonder
gevaarlijk vooral binnen de territoriale
wateren, waar mijnen drijven en witte oor
logsschepen het verkeer onder bun control j
houden. Een aantal Britsche handelssche
pen, die voedsel voor Bilbao wilden aan
voeren, ligt thans, onder dc Fransche kust
te wachten, tot de zeeweg weder vrij zal
zijn. Baldwin heeft echter verklaard, dat zij
zich van de vaart op Bilbao hebben te ont-
houden> omdat de Britsche marine hun in
de Spaansche wateren géén bescherming
zal verleenen Daarover is in hot lagerhuis
zeer veel te doen geweest. De labourleider
Atlee heeft dit een inmenging ten gunste
van Franco genoemd waarmede hij na
tuurlijk volkomen ongelijk had. Eecliter komt
Engelands houding in feite niet hierop
neer, dat men den oorlogstoestand in Spanje
thans erkent zonder echter de oorlogvoeren
den als zoodanig te erkennen?
Ook de juridische zijde van den Spaan
schen strijd wordt steeds meer verward; et-
is schier nergens een redelijke uitweg meer