VOOR VROUW EN KIND
MAAS- EN SCHELDEBODE
ZATERDAG 3 APRIL 1937
VEERTIG DAGEN LANG]
AFSCHEID VAN DEN HEER
HOGEWEG
KERKNIEUWS
VOOR DE VROUW
VOOR DE JEUGD
VOORDE
ZONDAG
Aan welke hij ook, nadat hij ge
leden had, ziehzelven levend ver
toond heeft, met vele gewisse ken-
teekenen, veertig dagen lang, zijnde
van hen gezien, en sprekende van
de dingen, die het koninkrijk Gods
aangaan. Hand. 13.
Jezus is opgestaan om ten hemel te
varen en aan Gods rechterhand te ver
beiden den dag die hem van den Vader
is gesteld om te oordeelen de levenden
en de dooden.
We mogen daarom wel spreken van
vier trappen in den staat zijner verhoo
ging. Mits we ons maar niet laten ver
leiden om dien staat der verhooging in
vier stukken te knippen. Want zoo liggen
de dingen niet in de werkelijkheid.
Het duidelijkst is dit wel bij de hemel
vaart, die tegelijk was een opvaren aan
de rechterhand des Vaders. Waarom de
Artikelen des geloofs dan ook die beide
in één adem noemen.
Maar reeds bij de opstanding wijst
Jezus zelf bij herhaling op zijn aanstaan
de hemelvaart, als hij eerst tot Maria
Magdalena zelf zegt: „Ik ben nog niet
opgevaren tot mijnen Vader en daarna
door haar aan de zijnen laat boodschap
pen: „Ik vaar op tot mijnen Vader en
uwen Vader, en tot mijnen God en uwen
God".
Maar, zoo zoudt ge willen vragen,
waarom is Jezus dan niet veel eerder ten
hemel gevaren? Waartoe moesten hier
dan nog veertig dagen, bijna zes weken,
overheen gaan?'
Ook op die vraag geeft de Schrift u
het antwoord: Jezus heeft zich zeiven
aan zijn apostelen levend vertoond, met
vele gewisse kenteekenen, veertig dagen
lang, hij is van hen gezien en hij heeft
hun .gesproken van de dingen, die het
koninkrijk Gods aangaan.
Zoo heeft Jezus de zijnen geleidelijk
den overgang doen maken van zijn ster
ven en opstanding naar zijn hemelvaart,
den overgang van die buitengewoon ge
lukkige dagen als van bruiloftskinderen,
die den bruidegom bij zich hebben, naar
de bange tijden van strijd en vervolging,
•waarin de bruidegom van hen zou weg
genomen zijn (Matth. 9:15).
Want voor zichzelf had Jezus die
veertig dagen van overgang niet noodig.
Jezus zelf is. na het volbrengen van
zijn werk op aarde, rijp voor den hemel.
Zooals hij betuigd heeft in zijn hooge-
priesterlijk gebed: „Ik heb voleindigd het
werk, dat Gij mij gegeven hebt om te
doen; en nu verheerlijk .mij, Gij Vader,
bij uzelven, met de heerlijkheid, die ik bij
U had, eer de wereld was (Joh. 17:4,
5).
Rijp voor den hemel; niet in den
zin, waarin we dit wel eens zeggen van
degenen wier sterfbed de kennelijke tee
kenen vertoont dat zij in den Heere
sterven. Want vooreerst blijft hun
lichaam hier nog achter. En ten andere
blijft het toch van hen waar, dat zelfs de
allerheiligsten, zoolang ze in dit leven
zijn, dus ook tot op dat laatste oogenblik,
nog maar een klein beginsel der vol
maaktheid hebben.
Bij Jezus is, van zijn opstanding af,
van geen van beide sprake. Hoe zou het
ook bij hem, die reeds lang voor zijn
sterven op den berg gezien was in he-
melsche heerlijkheid, met Mozes en
Elias?
Na Jezus' opstanding is de verande
ring, die er heeft plaats gegrepen, aan
alles te merken. De vernedering is op
geheven, en het is alles majesteit en
hoogheid aan hem.
Tevoren had Jezus onder ons g e-
w o o n d. Hij was i n de wereld gel omen.
Maar nu verlaat hij de wereld, en
gaat henen tot den Vader. Hij behoort
niet meer hier op aarde thuis. Vandaar,
dat hij wel aan de zijnen zich levend ver
toont, maar toch niet meer met hen wan
delt, en zij hem niet meer volgen.
Uit alles blijkt, dat hij niet meer onder
worpen is aan de wetten der natuur, die
ons aardsche bestaan beperken. Hij ver
schijnt plotseling in het midden der
zijnen, en is even snel weg uit hun ge
zicht. Geen gesloten deuren versperren
hem den toegang.
Alles getuigt van ingehouden kracht en
heerlijkheid, maar die ieder oogenblik
zou kunnen uitbreken en de wereld ver
vullen.
Maar juist daarom is dat inhouden
van zijn kracht en heerlijkheid zoo tee-
dere liefde van Jezus jegens zijn jon
geren.
Het zou hen te sterk hebben aange
grepen om binnen een week dat alles te
moeten doormaken: eerst de glorierijke
intocht binnen Jeruzalem; dan dat bange
lijden des doodsj dan weer de opstan
ding des Heeren; en bovendien nog zijn
henenvaren naar den hemel.
Daarom heeft Jezus zich naar hun be
perktheid willen voegen. En dit was ook
noodig, omdat zij het Evangelie straks
zouden hebben uit te dragen in de
wereld. Zij moesten Jezus' getuigen zijn.
Zij moesten verbreiden, wat ze zelf
hadden gehoord en gezien. Maar daar
voor moesten ze dan ook zelf vastgezet
worden in hun overtuiging, en moest alle
latere twijfel aan de waarheid van wat
ze hadden gezien van te voren worden
afgesneden.
Aandachtige lezing van de Evangelie-
verhalen geeft u een kijk op het geeste
lijk proces, dat Jezus' discipelen hierbij
doormaakten. Er is verwondering en
blijdschap; dan weer blijdschap, maar
met ontroering gepaard; een andere maal
kunnen ze het van blijdschap niet geloo-
ven; soms is er in den kring der zijnen
onderscheid: sommigen twijfelen nog,
terwijl de anderen hem aanbidden.
Dit alles moest wel zoo komen. Want
de opstanding van Christus uit de dooden
was een zoo alles te boven gaand won
der, dat ze het wel bij herhaling moesten
zien, om hun eigen oogen te gelooven.
Daarbij stond hun eigen ongeloof en
zondige traagheid van hart hun in den
weg. Maar ook dit heeft Jezus met liefde
vol geduld in hen verdragen, en ten
slotte overwonnen.
Toch heeft Jezus hen in die veertig
dagen nog op een andere wijze willen
toebereiden voor de toekomstige taak,
die hun te wachten stond.
Eens had Jezus hen uitgezonden zon
der buidel en zonder male; en op die reis
had hun niets ontbroken. Maar aan het
eind van die reis keerden ze tot hun
Heere weder. Toen was hij nog op
aarde.
Nu zou dit anders worden. Het zou
zijn naar Jezus' eigen woord: „ik ga
henen tot mijnen Vader, en gij zult mij
niet meer zien" (Joh. 16 10). Zij moeten
nu Jezus' getuigen zijn, zonder dat hijzelf
bij hen is. En daarop moeten zij worden
voorbereid.
Dit nu heeft Jezus gedaan, niet door
het hun te betuigen, maar door het hun
metterdaad te doen ondervinden. Zoo
worden ze geoefend tot het niet zien en
nochtans gelooven, tot het wandelen
door geloof en niet door aanschouwen.
Zoo betoont Jezus zich na zijn opstan
ding dezelfde trouwe Herder zijner
schapen als in de dagen zijns vleesches.
Wat er ook aan hem veranderd is, niet
zijn liefde tot de zijnen. Hierin is hij
dezelfde gebleven.
En al wie Jezus nu daarin mag ken
nen, zal hierin niet alleen voor zijn eigen
ziel genieten, maar dit in praktijk bren
gen tegenover anderen, die aan zijn zorg
zijn toevertrouwd: ouders tegenover hun
kinderen; opzieners van Christus' ge
meente tegenover de kudde, die hun is
toevertrouwd; de sterken tegenover de
zwakken.
Want alle geestelijke ontwikkeling
heeft tijd noodig. Dit te miskennen is
verzet tegen Gods bestel, is gemis aan
geloof, is liefdeloosheid jegens anderen.
De Geest van Christus is ook de geest
der zachtmoedigheid en der lankmoe
digheid.
Donderdag 23 Maart nam de lieer A. A.
II o g e w e g, .lioold der Bij/.. School, afscheid
van school en ouders, wegens vertrek naar
Rotterdam. Er waren naar schatting 200
personen aanwezig, die liet scheidenden
.hoold wilden uitgeleiden. Des morgens had
het afscheid van de schoolkinderen plaats
gehad.
De Voorzitter van liet schoolbestuur de
heer Vogelaar, laat zingen Psalm 68
vers 10 en leest Romeinen 12, waarna de
heer Koole voorgaat in gebed.
Vervolgens spreekt de voorzitter een wel
komstwoord. Spr. constateert met groot ge
noegen dat een zoo groot aantal personen
aanwezig is om van dit afscheid getuige
te zijn. Dit is een avond, waarin het gaat
om één persoon. Spr. heette allen hartelijk
welkom, in liet hijzonder B. en W. van
Stad aan 't Haringvliet, den heer Brandsma
inspecteur Lager Onderwijs, Ds Polhuijs en
den heer Visser, liet nieuw benoemde hoofd
met zijn ecirtgenoote. De groote opkomst,
aldus spr. is reeds een waardcering voor
het werk dat dc .heer Ilogeweg hier heeft
verricht.
Het bestuur heeft gemeend dit vertrek
niet onopgemerkt voorhij te laten gaan. Spr.
gaat vervolgens na een deel van de werk
zaamheden, welke de liepr Hogeweg hier
tijdens deze I2V2 jaar heeft verricht, waar
door hij zich een groote populariteit hoeft
verworven. Wij zijn u daarvoor recht dank
baar en erkentelijk aldus spr. Deze, avond
is belegd om afschuif! te nemen van hem,
die onze volle sympathie heeft. Spr. hoopt
en vertrouwt, dat alles ordelijk zal ver-
loopon.
In hartelijke bewoordingen spreken drie
oud-leerlingen den heer Hogeweg toe er.
danken hem voor liet genoten onderwijs
L. van Sprang biedt een fraaie rustbank
aan, moj. T. Vogelaar een theeservies en
mej. A. van Dicrt een blccmtafcl, terwijl
de laatst" spreekster aan mevr. Hogeweg
een mooie ets aanbiedt.
Hierna neemt de heer Vogelaar .het
woord. Onverwacht is dan de avond ge
komen, aldus spr., dat we voor het laatst
bij elkander zijn. Het is overbodig, gezien
liet groot aantal aanwezigen, de sympathie
van de ouders te betuigen. Bijna 13 jaar
hebt u hier gewerkt om onzen kinderen liet
noodige hij te brengen. Wat 11 in dien tijd
hebt gedaan, dwingt ons aller hewondering
af. Deze avond is een mijlpaal in uw leven.
Toch is de tijd omgevlogen. Niemand heelt
spijt gehad van uw benoeming. Veel is er
veranderd doch alles ten goede. Het leer-
lingenlal is met ongeveer hot dubbele toe
genomen. Naast den zegen de.s Heeren is
dit ook aan uw werk té danken.
Spr. gaat vervolgens na <ie goode ver
standhouding, die er lieersrhto tijdens ver
gaderingen enz. Ook mevr. Hogeweg harte
lijk dank voor alles, waarhij u uw tege
moetkomende houding toonde.
Namens de sehoolverecniging bied ik tl
als stoffelijk blijk van waardeering een
boekenkast aan. Moge u hiervan een nuttig
gebruik maken. Moge God u in uw nieuwe
werkkring en uw gezin zegenen. Het ga
u wel!
Burgemeester Niehorg bracht dank
voor de uitnoodiging. Het is voor 't school
bestuur geen aangename ure. Het bestuur
betreurt het heengaan en ziet noode den
lieer Ilogeweg vertrekken. Ook op ander
terrein heeft de heer Ilogeweg zich ver
dienstelijk gemaakt, waarbij spr. noemt de
arbeid voor de Vereen. S.B.Z. Crisiscomité
Als zoodanig hebt gij veel nuttig werk ver
feilt. Altijd was u bereid door uw sympa
thiek optreden het besle te doen, waarvoor
ik u namens liet gemeentebestuur hartelijk
dank zeg, aldus de burgemeester. Door de
betoonde vriendschap heeft -spr. hem leereu
vvaardeeren en wenscht hom het goede in
z.ijn nieuwe woonplaats. Wees een getrouw
dienstknecht van Hem, Die u gezonden
lieeft. aldus besluit spr.
Inspecteur Brandsma, van Rotterdam,
heelt gaarne een avond vrij willen maken
om bij dit afscheid tegenwoordig te zijn. De
benoeming van den heer Ilogeweg heeft hij
aan zich zelf te danken onulat hij een
hard werker is. Het onderwijs onder zijn
leiding staat op hoog peil. Steeds lieb ik
aldus spr., uw werk niet voldoening gade
geslagen, wat ook van liet overige perso
neel gezegd kan worden. Spr. waardeert de
orde en netheid en de goede verstandhou
ding, welke hier heerschen. Tegenover mij
durfde u steeds uw eigen opinie naar voren
te brengen, aldus spr. U gaat niet van
Stadje naar de stad Rotterdam door mid
del van een kruiwagen, maar door eigen
kracht. Als lid van het Rijksschooltoeziclrt
zegt spr. dank voor alles wat de lieer Hoge
weg in dien tijd heeft gedaan en wcuschte
hem en zijn gezin Gods zegen toe.
Hierna biedt de Voorzitter liet scheiden
den hoofd namens do schoolkinderen een
eiectrische kroon aan.
D.s Poihuys sprak namens de Comm.
tot Wering van Schoolverzuim, als lid van
de B.V.L.. maar ook als goed vriend. Spr.
noemt verschillende zaken, welke de lieer
Hogeweg nevens zijn school/aken hoeft be
hartigd. Alhoewel onze wegen zirh wel
eens gekruist hebben, lieeft dit nimmer in
breuk op onze vriendschap gemaakt. Spr.
denkt aan liet werk voor de BVL, aan de
zangvereeniging. E11 waar spr. ook geko
men in ais vriend, zal dit misschien meer
op prijs worden gesteld dan in hoedanig
beid van voorzitter Schoolverzuim.
Voor uw vriendschap, welke niet opgo
schroefd was. zegde spr. dank. Er lieerscht
hier nu een vroolijke stemming, docli er
is ook weemoed, aldus spr. Scheiden doet
pijn. Wc staan aan den vooravond van
Goeden Vrijdag. Deze spreekt van verzoe
ning en verlossing. Spr. eindigde met oer.
vaart wel; we hopen en bidden, dat liet u
in Rotterdam goed zal gaan. De Heere
sclienke u vrede te allen tijde.
De lieer Wagner sprak als secretaris
van liet Schoolbestuur. liet verblijf van den
heer Hogeweg hier is steeds aangenaam ge
weest. Spr. memoreert verschillende zaken
waarin de heer Ilogeweg een werkzaam
aandeel had. Ilel be.-tuur is hem voor de
stuwende kracht, die van hem uitging,
groote dank verschuldigd. De school zal u
niet spoedig vergeten. Voor uw arbeid bied
ik u hierbij een schemerlamp aan, aldus de
heer Wagner en liesloof met: het ga u wel.
Als voorzitter van de Commissie van Toe
zicht sprak vervolgens de heep G. Kaste-
leijn naar aanleiding van deze woorden:
En wij vlieden daar henen. De commissie
van Toezicht wenscht den lieer Hogeweg
Gods onmisbaren zegen toe. Spr. riohttc
zich ook tot mevr. Ilogeweg, die haar echt
genoot Iromv terzijde stond.
-Dc rij van sprekers werd opgevolgd door
don lieer Koole, die mode namens mej
van den Band spreekt. I11 zeer waardee-
rende bewoordingen neemt de lieer Koole
afscheid van zijn heengaand schoolhoofd
Twaalf-cn-een-half-jaar hebt gij leiding ge
geven, doch wij l1eJ1l.cn daarvan weinig
gemerkt. Ais altijd was u een vriend van
ons. Lief en leed hebben we gedeeld. We
scheiden ais dc beste vrienden. Spr. hoopt,
dat de omgang met liet nieuwe hoofd even
prettig zal wezen. Hoewel het in Rotterdam
geèn paradijs zal zi|n, aidu.s spr., geve God
11 een prettige werkkring. Ook namens mej.
van den Rand dankte spr. hartel'ik voor
de oprechte vriendschap en ongedwongen
manier van samenwerking. Spr. zegde
mevr. Hogeweg dank voor liet vele goede,
dat ze hadden ontvangen. Het ga u allen
wel, wenschtc spr.
Vervolgens spreken nog een oml leerling
Alir. Wagner 011 Jac. van den Boogert als
vriend.
Tenslolte krijgt het scheidende hoofd do
heer Hogeweg liet woord. Deze avond lie-
zorgt mij een van de moeilijkste momenten
in mijn leven. Toch rijst In mij op: Looit
den lioere mijne ziel en vergeet gecne van
zijn weldaden. Ik wist niet dat ik in Stadje
zoo n plaats ingenomen had. Meer dan eens
heb ik gemerkt dat ze mij niet vijandig ge
stemd waren. Wat ik echter vanavond hei)
ontvangen, is voor mij een reden te moeilijk
heen ie gaan. Want hetgeen ik in de jaren
achter ons heb gedaan was onvolmaakt en
vol gebreken. Toch bewijst mij deze avond,
dat er liefde voor mijn werk is. Hartelijk
dank voor alles. Ik ben 't hier niet zat, maar
mijn kinderen behoefden mijn vertrek. De
handen die er bestaan zijn hecht, zeer sterk
zelfs. Heel prettig heb ik hier gewerkt met
kindenen, ouders, bestuur en personeel.
Ik breng dank voor de voorbeeldige mede
werking de,, ouders Spr. richt zich vervol
gens tot ieder die hem hebben toegesproken
en dankt hen allen afzonderlijk voor de
vriendelijke en moedgevende woorden. In
liet bijzonder meester Koole 011 mei. van den
Band. De band die er tussrhen ons bestond
was hecht en de tijd die ik hier met U heb
samen gewerkt, zal ik nooit vergeten. Voel
hebben we met elkaar besproken. Veel heb
ik van V geleerd, ook in geestelijk opzicht-
Ia durf de ouders genist zeggen dat ik ai-
tijd de kinderen heb onderwezen in de zui
vere leer, die uitgedrukt wordt in de d-io
formulieren van eenheid en de leer van on
ze voorvaderen vastgelegd in de synode van
lfilS1G19. Ik hoop met deze leer te sterven.
Vrienden van Stad ook namens mijn
vrouw zeg ik H hartelijk dank voor al het
goede dat we hier mochten ontvangen. Als
laatste wenach wil ik uiten dat de vriend
schap mij betoond deze mijn opvolger ook
deelachtig zal worden. God zegene U en
Uwe kinderen. De voorzitter neemt voor het
laalst na dit ontroerend afscheid van den
heer Hogeweg het woord. Wij zeggen U
dank voor d" tot ons gerirhte woorden. Van
morgen vroeg ik aan de kinderen wie er
blij was dat meester Hogeweg wegging. Nie
mand stak zijn vinger op. Toen vroeg ik wie
er spijt van had. Als een mastbosch gingen
alle vingers omhoog als bewijs van hun
aanhankelijkheid jegens do meester. Mijn
heer en Mevrouw Hogeweg onze deuren
staan altijd voor II open.
Nadat de voorzitter nog verzocht te zin
gen Ps. 122 3 sloot hij deze druk bezochte
vergadering en eindigde de lieer G.
Ka.-teleijn met dankgebed.
NED. HERV. KERK
Beroepen: Te Neerlangbroek, T. IL
Oostenburg te Gouderak Te Genemuidien,
T. v. d. Ilee te Polsbroek.
Beroepen: Te Genemuiden, T. v. d.
Hee te Polsbroek. Te Wezep. H. Ottevan
ger te Kampen. Te Groot-Ammers, E. E.
de Looze te Den Kam. Te Boven-Har-
dinxveld, T. H. Oostenburg te Gouderak.
Beroepen: Te Ossendrecht, J. P.
Scholte te Wehe en Zuurdijk.
Aangenomen: Naar Veldhoven: W. A.
Vrijlandt, cand. te Biervliet.
Aangenomen: Naar Werkendam
(toez.), H. de Lange Wz, te Nes en Wierum.
Bedankt: Voor Eemnes-Buiten, W.
Vroegindewey te Waddinxveen. Voor
Schoondijke (toez.), H. Bax te Andijk.
Bedankt: Voor Nieuwe Tonge, J. G. v.
Iep eren te Leerbroek.
Bedankt: Voor Hoevelaken, I. Kievit te
Baarn.
Bedankt: Voor Kamerik, D. Th. Heek
te Staphorst.
GEREF. KERKEN
Tweetal: Te Leiden, W. H. v. d. Vegt to
Goes en E. T. v. d. Born te Helpman.
Beroepen: Te Beetsterzwaag, cand. A.
Vellema, hulppred. te Grouw.
Beroepen: Te Steen w ij k, B. Hol-
werda te Kantens. Te Uithuizermeeden,
W. Scheele te Hoogersmilde.
Aangenomen: Naar Beilen (Drijber),
cand. H. J. Heersink te Oude Pekela.
Aangenomen: Naar Nij verdal (2e
pred. plaats), O. Bouwman te Zalt-Bommel.
CHR. GEREF. KERK
Bedankt: Voor Amersfoort, J. L. de
Vries te Deventer.
GEREF. GEMEENTEN
Tweetal: Te Rijssen, J. Fraanje te Bar-
neveld en J. Vreugdenhil te Kampen.
B e d a n kt: Voor Boskoop, W. C. Lamain
te Rotterdam-Zuid.
Bedankt: Voor Leiden, H. Ligtenberg
te Lisse. Voor Boskoop, W. C. Lamain te
Rotterdam-Zuid.
HUISHOUDING
Hoe kunnen we hef vleesch bij onze
maaltijden vervangen? (III)
We moetlen beginnen men drukfout, die in
liet vorig nirtiklcll ie bmintengeslopen, te her
stellen. B-ij de geweekte stokvdsch hébben
we gesproken over 'n eiwitgehalte van 26
pet. Ter verdiuiklellijkiinig volgt dan de verge
lijking met vleesoh, nl.: 100 gram (1 ons)
stakviisoh kost slechts 5 cent, cliaai hebben
we dus voor 5 cent 26 (er staat 6!) gram
eiwit. Terwijl vleesch geoniiddielkl minstens
12 oent, per ons kost en we daarvoor hoog
stens 20 gram eiwit luetoben.
En nu oven- melk, kaas en eieren-
Melk. Dat melk voedlziaam en gezond is.
Ja, dat is ons al van kinldislJ Ion of met den
„paplepel" imgogevieii. In onze kinderjaren
zijn we (ail of niet tot ons genoeigen) mei
melk achtervolgd en vam ons eerste besef
af weten we, dat melk hèt voedsel is voor
awakken en hteirstellendien. En nu bezien we
nog eens ons lijstje met die samen.stoiling
der voedingsmiddelen en komen tot de ont
dekking. diat melk slechte 4 pet. eiwit be
vat We vergelijken weer in 'gedachten met
vleesoh (20 pet.) en ander dierlijk voedsel
en zijn waarlijk teleurgesteld.
Toch moet die teleurstelling slechts de
eerste oppervlakkige indruk zijn. Getallen
zonder toelichting zijn zoo weinig zeggend.
En ;nia eeraige verklaring wordt het ons
duidelijk, dat we de waarde va-n melk nie;
genoeg op prijs kunnen stellen. Wanneer we
bedenken, dat die 4 gram eiwit voorkomt
o;p een hoeveelheid melk van 100 gram, het
geen wil zeggen op 1 d.L., dan lijkt de zaak
al heel anders. In de meeste gezinnen wordt
er al gauw per persoon dagelijks L. melk
gebruikt; of zóó gedronken, of in thee, kof
fie, in gi'oientieiiisaus of nagerecht. En dat
beeeekent dius, dat men daarmee 5 maal 4
of 20 gram eiwit van 't beste soort dagelijks
naar binnen krijgt. Een hoeveelheid dus, die
gelijk is t.e stellen met die welke voorkomt
op 1 ons vleesch.
Bi (halve t eiwit, dat we noemden, beval
melk nog plm- 3% pCt. vet, 4i/2 pCt. melk
suiker en nog waardevolle zoutien (o.a.
kalk), die tezamen de melk zoo'n heel bij
zondere plaats in de rij der voedingsmidde
len doen innemen. Bedenken we nu. dat
melk hoogstens plm. 12 cent per liter kost,
dan hebben we zeker „waar voor ons geld",
Sis wc ons geld aan melk uitgeven.
We weten nu dus dat we ons vleeschrant-
Efien, door ongeveer liter lnelk kunnen
vervangen. Maar nu is de kunst melk op
een goede en smakelijke manier in onze
maaltijden te verwerken! De vele recepten,
die in ons blad zijn gegeven, hebben tal van
mogelijkheden doen zien. We willen nog
herinneren aan 't gebruik van melk in soe
pen, stamppotten, vleesch, visch en groen
tesausen. In aardappelgerechten en natuur
lijk bovenal in de toespijzen. Vooral voor de
kindervoeding is het melk-nagerecht van
groot belang. We willen de huisvrouw nog
eens op 't hart drukken, hierbij te streven
naar veel afwisseling. Ook in de eenvoudige
toetjes en papjes is nog de noodige variatie
te brengen, met wat moeite, zorg en vinding
rijkheid!
Nog een enkel woord over karnemelk
Karnemelk heeft nagenoeg geen vet meer.
doch 't eiwitgehalte (loet niet onder voor dat
van zoete melk. Alles wat in deze van de
melk gezegd is, geldt, dus ook de karne
melk. Karnemelk is nog aanmerkelijk gocd-
kooper dan zoete melk en dus wel een heel
goedkoope „eiwitbron".
Ten slotte nog iets over taptemelk. Dit is
de zoete, afgeroomde melk, die nog slechts
een spoortje vet (room) bevat, maar verder
alle voedingsstoffen nog lieeft, die de ge
wone melk bevat. Taptemelk is ongeveer d<'
helft in prijs van zoete melk en uitstekend
Ie gebruiken voor pap, vla, enz. Er wordt
wel eens beweerd, dat men evengoed ge
wone melk voor de helft met water kan ver
dunnen, docli (lit is onjuist, want dan wor
den alle voedingsstoffen op de helft ge
bracht. Taptemelk mist alleen het vet en
dat kunnen we op zooveel andere manieren
gemakkelijk in onze voeding brengen. Maar
't eiwit is altijd de stof, die de meeste zorg
geeft, en dat bevat de taptemelk evengoed.
Kaas. Van kaas is wel het hooge eiwit
gehalte bijzonder opvallend. De volvette
Hollandsche kaas heeft ongeveer 25 pet.
eiwit en de magere, dus goedkoopste soort
(z,g. 20 zelfs 35 pet. Dat kaas dus prach
tig in de eiwitbehoefte kan helpen voorzien,,
behoeft geen betoog. De prijs in aanmerking
genomen, 'hebben "we hier ook weer een
zeer waardevol voedingsmiddel. De volvette
kaas kost. pl.m. 10 cent per ons, de magere
hoogstens 3 cent. En voor die 3 cent hebben
we dan 35 gram eiwit!
We hebben in ons blad reeds zooveel kaas
recepten gegeven, dat, we hier ook niet veel
meer behoeven te zeggen over de kaas in
ons middagmaal. We hopen, dat onze huis
vrouwen ze veelvuldig zullen hebben toe
gepast en nog lelkcns zichzelf èn linar gezin
trakieeren op dc goedkoope en zeec voed
zame maaltijden mei: gebakken kaasplakjes
in plaats van vleesoh, soepen en stamppot
ten, aardappel-, rijst, en macaronigcrechten
met kaas.
Eieren. Deze behooren weer tot do voe
dingsmiddelen, waarvan liet gehalte aan
voedende bestanddeelen ons bij de eerste
beschouwing niet meevalt. Op 100 gram ei
komt voor pi.m. 12 gram eiwit (daarenbo
ven 12 gram vet). Een flink groot ei weegt
slechts 50 gram; dat wil dus zeggen, dat
één ei slechts 6 gram eiwit bevat. Willen
we een visch- of vleeschmaaltij'd door eieren
vervangen, dan moeten we minstens twee
eieren elen, eigenlijk drie, om evenveel ei
wit naar binnen te krijgen. Toch mogen we
dit niet al te theoretisch berekenen. liet
kippeneiwit is zoo'n „volwaardige" eiwit
soort, dat liet lichaam er veel profijt van
lieeft, wanneer we dit tol. ons nemen.
Daarenboven ontleent het ei z'n waarde aan
nog andere zéér belangrijke bestanddeelen
(o.a. vitaminen) en is zóó licht verteerbaar,
dat we liet ook weer niet mogen onder
schatten. In elk geval is het niet te evena
ren als voedsel voor zieken, zwakken, jonge
kinderen en 'herstellenden.
We hebben thans gezien, dat er in het
dierenrijk nogal 'n groote verscheidenheid
van eiwithoudend voedsel voorkomt. Hoe
het met de plantaardige voedingsmiddelen
is gesteld hopen, we een volgend maal te
zien.
Uit: „In en om ons huis"
DE JAGER
P. KEUNING
Daar ging een jager op de jaclit
Hij had een groot geweer,
En pochte: „Hazen vang 'k er aclit,
Patrijzen nog veel meer".
O, booze, booze jagersman,
Wat heb j' er an?
Daar ging een jager op de jacht,
Hij werd zoo moe, zoo loom.
Ga zitten, jagertje, slaap zacht
En droom een blijde droom,
O luie, luie jagersman,
Wat heb j' er an?
Het jagertje sliep kolossaal
De vogels streken neer
En zetten door en door brutaal -
Zich netjes op 't geweer.
Word wakker, luie jagersman,
Word wakker dan!
Eén vogel, op de jagerstasch
Had pret, hot meest van al.
En. schoon niet heel behoorlijk was,
De haasjes hielden bal.
Word wakker, luie jagersman,
Word wakker dan!
Daar ging een jagertje op de jacht
Hij had een groot geweerl
En pochte: „Hazen vang 'k er acht,
Patrijzen nog veel meer".
O, luie, luie jagersman,
Waar zijn ze dan?
EVEN LACHEN
Postbeambte: Deze brief is te zwaar, er
moet nog een vijfcents-postzegel bij.
Vrouw: Maar, meneer, dan wordt ie nog
zwaarder!
VREESELIJK
De familie Benjamins was uitgenoodigd
om met tante Lena naar Artis te gaan. Er
werd gepoetst en gewasschen van belang
om er behoorlijk netjes uit te zien. De han
den en ooren kregen een extra beurt en
Brammetje moest, hoe 'n hekel hij er ook
aan had, zich getroosten, dat Saar hem voor
deze gelegenheid z'n hals waschte, die an
ders overgeslagen werd.
Toen a llen klaar waren, kwam vader thuis
en bracht het treurige nieuws mee, dat tante
kou had gevat en in bed moest blijven, zoo
dat er van de tocht naar Artis niets kon
komen.
Wat een teleurstelling! Vooral Brammetje
had liet er te kwaad onder. Ilij huilde tra
nen met tuiten, niet alleen omdat hij niet
uitging, maar om meer nogDaar zit ik
nu met m'n gewasschen hals", was z'n
droeve klacht!
TAAI
Gast: „Kellner, dat Is wel een heel klein
stukje .biefstuk"
Kellner: „Ja, mijnheer, dat is zoo, maar
heuscli: u zult er lang genoeg aan hebben".
GEMAKKELIJK
Logeergast in een hotel: „Ik wensch mor
gen om 5 uur gewekt te worden".
Huisknecht: „Goed, u hoeft dan maar even
op die knop te drukken".
BEGRIJPELIJK
Het gesprek kwam op schilderijen en één
van de gasten, een heer,, die nu niet bepaald,
veel verstand van kunst had, merkte op:
„Ik herinner me maar één schilderij, waar
door mij de tranen in de oogen gekomen
zijn".
„Een veldslag, denk ik?" raadde een
(dame.
„Neen, mevrouw. Het was een stilleven.
Ik zat er vlak onder, toen liet op mijn hoofd
neerkwam".
DE GESTOORDE SCHOOLTIJD
door P. DE ZEEUW J.GZN.
liet was héél stil in de school.
Zendeling Zeisberger vertelde en do kleine
Roodhuiden-kinderen luisterden aandachtig.
Straks, toen do school begon, had de zen
deling gebeden en aan den Heere gevraagd,
of Hij hen helpen wilde hij hun arbeid, lien
wilde bewaren voor de zonde en ook voor
allerlei leed en ongeval.
Eerbiedig haddpn de kleine Boodhuidjes
de handen gevouwen en met den zendeling
mcegebeden tot den Heere, dien ze nu ken
den en liefhadden.
Na liet geiled vertelde de zendeling uit den
Bijbel. Hij sprak over den ITeere Jezus en
verhaalde, hoe lief de Heiland kinderen had.
De kleinen luisterden met open mond.
Zendeling Zeisberger kon toch zóó mooi
vertollen! Én de kinderen hielden zooveel
van don goeden man. Ze wisten het wel, dat
hij zoo'n groote reis had gemaakt, om aan
de Indianen liet Evangelie te verkondigen.
Ze hadden liet hun ouders wel eens lioo-
ren vertellen hoe Zeisherger pas vierentwin
tig jaar oud was, toen hij voor het eerst
onder de Indianen kwam. Op reis daarheen
had iiij al een ongeluk gehad. Men had hem
als landverrader gegrepen en in de gevange
nis gezet. Na eenige weken opgesloten te
hebben gezeten, kwam zijn onschuld aan
liet licht on werd hij weer op vrije voeten
gesteld.
Toen reisde hij aanstonds naar de Rood
huiden en begon hun het Evangelie te ver
kondigen.
Maar och, dat viel hem bitter tegen.
De meesten wilden niets van zijn God we
ten en verklaarden hem, dat zij liever den
„Grooten Geest" dienden.
Gelukkig waren er enkelen, die wél naar
hem luisterden. Zeisberger bouwde toen een
eenvoudig houten schooltje en verzocht aan
de ouders, hun kinderen daarheen te willen
zeilden.
Dat deden sommigen trouw en do kinde
ren gingen al spoedig heel graag bij den
zendeling op school. Ze hielden heel veel
van hem, want hij was een goed man en hij
kon heel mooi vertellen.
O, als de zendeling vertelde, dan was het
heel stil in de school; men kon dan wel een
speld liooren vallen.
Nu i s het zoo stil in de school, want de
zendeling vertelt.
Plotseling wordt een groot rumoer verno
men. De kinderen schrikken er van ze
zaten ook zoo stil te luisteren, en nu eens
klaps dat leven!
Doch de zendeling stelde hen genist. Het
gebeurde wel vaker, dat er een groot lawaai
werd gehoord, doch na oen poos bedaarde
liet dan gewoonlijk wel weer.
Doch nu werd het rumoer voortdurend
grooter! En men kon duidelijk hooren, dat
het lawaai dichterbij kwam.
Onwillekeurig schikten de kinderen wat
dirfitpr naar elkander toe. De angst stond
on luin gelaat te lezen.
Daar wordt eensklaps geweldig op de deur
gebonsd, in het volgende oogenblik springt
ze open.
Een groote bende gewapende Roodhuiden
staat voor de deur en ze verdringen elkaar
om binnen te komen. De kinderen gillen het
uit van angst; zij verlaten ijlings de lage
bankjes, waarop ze zaten en vluchtten weg
achter de lessenaar \an den zendeling.
Ook de zendeling lieeft een oogenblik. En
geen wonder! De mannen daar voor hem
zien er verschrikkelijk uit. Eén heeft een
lans, een tomahawk en een bijl in de hand;
anderen dreigen met scherpe messen, en een
derde 'heeft zelfs de kop van een buffel op
zijn hoofd gezet om daardoor den zendeling
sell rik aan te jagen. Huilend cn tierend
dringt de bende liet vredige schoollokaal
binnen.
Zendeling Zeisbergcr begrijpt, dat liet op
zijn leven is gemunt
Deze Roodhuiden willen van het Evange
lie niets weten en zij zijn kwaad, omdat
anderen wel naar (le woorden van den zen
deling hebben geluisterd. Daarom willen
ze hem dooden.
Zeisberger heeft nu gelukkig zijn kalmte
weer terug.
In stilte heeft hij een gebed opgezonden
tot den Heere. en hij gelooft vast, dat do
Heere hem wel redden zal en item vrijheid
zal .«chenken om hen toe te spreken.
„Mannen!" zoo zegt hij, „ik weet, dat gij
dappere Roodhuiden zijt!"
Dat linden zij schoone woorden o. ze
worden zoo graag geprezen en een oogenblik
vergeten ze hun hoos plan. om te luisteren
naar wat de zendeling verder zeggen zal.
„Ik weet ook", zegt Zeisberger, „dat gii
reeds vele vijanden hebt verslagen, vijan
den, die veel sterker en machtiger waren
dan gij. Maar omdat gij zulke dappere man
nen zijt, kan ik niet begrijpen, dat gij ine'
zulk een groot aantal en met zooveel scher
pe wapens wilt strijden tegen één man zon
der wapens en tegen enkele weerlooze kin
deren. Vindt ge ook niet. dat dappere man
nen ais gij zijt. dat niét moesten doen?"
De mannen kijken elkaar een. oogenblik
aan. Zulke woorden hadden ze in 't geheel
niet verwacht. Maar de zendeling heeft ge
lijk, groot gelijk ook, denken ze hij zich/ol-
ven. De aanvoerder i.s het geheel met Zeis-
berger eens. „Mannen!" zegt hij, „de zonde-
ling lieeft gelijk. Het is laf van ons, 0111 met
ons allen op hem aan te vallen. We moeten
hem met rust laten. Hij hppft ons eigenlijk
ook in 't geheel geen kwaad gedaan".
De Roodhuiden volgen luin hoofdman en
weldra trekt de heele bende af.
Het is nu wpor heel stil in de school. Dj
kinderen sluipen naar hun plaatsen. Als
allen zitten, dankt de zendeling voor Gods
genadige bewaring. Maar van 't schoolwerk
kwam die dag niet veel meer, dat begrijp jet