l
Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden
DOUWE
mm
-6etak!
IN HOC SIGNO VINCES
op, 3 punten
Uw Zenuwen en gesterkt en Uw
ZATERDAG 3 APRIL 1937
52E JAARGANG N°. 4885
ZWAHENBERG
SCHOOL MET DEN BIJBEL
TE SOMMELSDIJK
1753
in
.os*»
j
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 0.90 bij
vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling 8.50 per Jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
Uitgave N.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h. W. BOEKHOVEN
ZONEN. SOMMELSDIJK - TeL Interc. No. 202 Postbus No. 2.
Alle stukken voor de Redactie bestemd. Advertentiën en verdere
Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 8 uur.
Advertentiën 20 cent. Reclames 40 cent. Boekaankondiging 10 cent per
regeL Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte.
CENTRALE VOOR
WERKLOOZENZORG
De centrale voor werkloozenzorg gevormd
door den raad dor kerken voor practised
christendom, doet doze week wederom een
beroep op liet Nederlandsche volk, om voor
het komende jaar haar arbeid voort te kun
nen zetten.
Een opwekking om die aanvraag te steu
nen moest haast niet noodig zijn. Iedereen
moest daarvan ten volle overtuigd zijn.
Vraagt liet aan de jongens, die in de
werkkampen geweest zijn. Vol lo£ zal hun
oordeel zijn; zij zullen als uit «en mond
vragen die arbeid met Uw gave te steunen.
Zij zullen liet U zeggen dat de arbeid en
het verkeer in het werkkamp hen gesteund
gn gesterkt heelt.
Do zegenrijke vruchten van die arbeid
strekken zich veel verder uit dan tot de
engere kring der jongeren; ook de gezinnen
waartoe zij'behooren, ja de geheelo maat
schappij is daardoor ten zeerste gediend.
Daarom moeten wij, zoo liet maar eenigs-
zins mogelijk is, geven naar vermogen om
deze arbeid voort te kunnen zetten.
Het lot van onze jonge werkloozen is
verre van benijdenswaardig. Veelal zien zij
zonder uitzicht de toekomst in', daarom
moeten wij hen steunen, steunen door uit
zending naar een christelijk werkkamp
mogelijk te maken, Want daar leeren zij
het leven weer zien van een andere zijde,
daar gevoelen zij, dat zij werkelijk nuttig
werkzaam zijn. Dat brengt een andere geest
in hen en voedt hen op tot manneg die
Weer verantwoording willen dragen.
Wij bidden U, steun met Uw gave die
nuttige en zoo noodigo arbeid. U verricht
daarmede een nuttig en noodzakelijk werk.
De liefde van Christus moet ons dringen,
om in deze donkere tijd, waarin het uitzicht
van onze jonge werkloozen zeer somber is,
veel te doen .voor .deze groep .van werk
loozen.
C.D.U.
De C.D.U. heelt weinig kans van slagen
op ons eiland; voor zulke beginselen houdt
ons christenvolk zich gelukkig doof; daar
voor is zij gelukkig nog te degelijk.
Als bij ingeving gevoelt men dat men
met roode leuzen gebracht onder een chris
telijke tint, niets beginnen kan, dat dit in-
druischt tegen de beginselen waaruit onze
bevolking leeft.
Doch de leider der C.D.U. is tevens Voor
zitter van den bond van landpachters, stemt
men nu echter straks den heer v. Houten,
dan moet men zich goed realiseeren dat
men zijn stem uitbrengt op een politieke
partij, n.l. de C.D.U., welke zich steeds tegen
de Regeering stelt en zich steeds beijvert
achter de S.D.A.P. aan te loopen.
De C.D.U. stelt zich tegen de doorwer
king van de christelijke beginselen in Staat
en Maatschappij.
Daarom moeten wij die hond van land-
pachters mot de noodige voorzichtigheid
behandelen, want in de practijlc zal het wel
blijken een verlengstuk van de politieko
propaganda der C.D.U. te zijn.
Men zij dus voorzichtig met zijn liefde te
yerpanden aan den hond van landpachters.
Propaganda-avond B.V.L.
Aid. SommeisdijkMiddelhamis
Door bovengenoemde ajfd. van den B.V.L.
werd een1 aeer goed geslaagde propaganda-
avond gehouden. Spijtig was 'net dat de nieu
we conmmandant overste Gerlach verhin
derd was aanwezig te zijn.
De hem- Dijkers, 'voorzitter van de plaatse
lijke afdeoling, sprak een welkomst woord tot
de talrijke aanwezigen en speciaal tot bur
gemeester Den Honander, voorz. van het
Verbond GoeroeOverflakkee en den heer
Hoogeweg, secr. van 't gewestelijk Verbond;
verder ook de Oranje-Garde, die onder lei
ding van den hecr Van Leeuwen voor de
eerste maal op deze bijeenkomst aanwezig
was. Spr. zot dan nader uiteen het doel
van den B.V.L. als steun voor het wettig
gezag. Mede door de B.V.L. is er een groote
ommekeer gekomen in de geestesgesteld
heid, zoowel innerlijk als naar buiten, ge
tuige het optreden van H.M.'s Hertog Hen
drik en rle lieide onderzeebooten in de
Spaansdie wateren. De Regeering verdient
alle hulde hiervoor. Door de B.V.L. toonen
wij, ons zelf te willen zijn en onze beste
tradition te willen bewaren, wenscben wij
Üe Kaalheid van gezin, Jterk, Yor$tenhuis. eu
Vaderland te bewaren. De B.V.L. is zuiver
nationaal en dient geen kerk oi politiek,
beoogt louter en auleen steun aan het wet
tig gezag.
Na dii openingswoord volgde vertooning
van de verlovhigs- i.<ti liuwelijksfilm. Na de
paurae sprak Burgemees'er den Hollan
der een opwekkend woord itot de aanwe
zigen. Het is spr. steeds een genoegen te
midden der landstormers te zijn; zoowel als
voorz. van de Gcw. commissie der Monden
van de Maas, zoowel als Burgemeester van
heide gemeenten. Spr. is trotsch op do
plaatselijke afdeeling, waar zulk een goede
geest heerscht en ontkent dat deze avondon
moeten. dienen om er de gang in te honden
want dat is niet noodig. Eun verblijdend
tceken is de aanwezigheid der Oranje
Garde, een nieuw geslacht dat bereid is dc
taak der ouderen over te nemen. Het saam
hoorigheidsgevoel wordt door deze avonden
bevorderd, hier ontmoeten elkander de
menschen die één zijn in hun liertde tot
Oranje en het Oranjehuis. Spr. stelt dan de
vraag, waarom de B.V.L. nog noodig is en
herinnert aan de uitingen van medeleven
mot het Vorstelijk Huwelijk, maai- zegt Spr.
niet alles vlagde en was feestelijk gestemd
Groot is het gevaar dat de B.V.L. nog eens
ooit naar twee zijden front zal moeten ma
ken, daarom is de B.V.L. niet te missen
en blijft, het parool ook voor de jongeren:
„Sluit de gelederen!"
De heer Hoogeweg, secr. der Gew
Commissie spreekt dan een opwekkend
woord, waarin gewezen wordt op het vrij
willig aanvaarden van hun taak door de
B.V.L. Niets is er dat hen dwingt, spontaan
geven zij zich voor verdediging van troon
en gezag. Tal van groepen beiivoren zich
met te roepen, dat bij hen vrijheid is, maar
noch bij de N.S.B., toch bij de Fascisten is
de vrijheid in goede handen. De B.V.L. is
preventief en vormt een muur om den
troon der Oranjes en mail mede waken dat
met Gods hulp het Oranjehuis nog lang het
roer van Staat in handen zal houden. Ieder
een die gevoelt voor gezag en vrijheid
sluite zich aan, hoe sterker de B.VJL. hoe
minder gevaar voor revolutie.
Na vertooning van de B.VX.-film, volgt
een sluitingswoord van den voorzitter en
wordt staande het Wilhelmus gezongen
waarmede deze goed geslaagde avond ten
einde was.
S.B.Z. te Ooltgensplaat
Onder leiding van den Voorzitter, burge
meester Donkersloot, heeft S.B.Z. haar
10e jaarvergadering gehouden in „Elthato."
In zijn openingswoord schetste de voorzitter
ae groote betcekenis van deze vereeniging,
die zeer bescheiden is begonnen en nu uit
gegroeid is tot de grootste vereeniging van
het dorp. Dank zij den ondervonden steun
is aan verschillende zieken veel leed be
spaard; al kon operatief ingrijpen niet
altijd redding brengen, toch is veel lijden
verzacht. Door de contributie-verhooging,
die vorig jaar slechts schoorvoetend Is
aanvaard, en door het feit, dat er weinig
zieken behoefden te worden opgenomen zijn
de financiën dit jaar iets gunstiger.
De voorz. hooot dat de vereeniging voor
groote verliezen gespaard mag blijven, her
denkt de overleden patiënten en hoopt dat
de vereeniging lang mag blijven bestaan.
Hierna leest de secretaris, de heer Korte
weg, de notulen, welke onder dank worden
vastgesteld en het jaarverslag. Hieruit
blijkt dat het aantal verpleegde patiënten in
19J4, 46 bedroeg; in 1935 waren er 55 en in
1936 waren er 39. Het ledental liep iets
terug. Er zijn nu 2756 leden. Verder geeft
spr. nog een overzicht van de werkzaam
heden in 1936.
Uit het verslag van den penningmeester,
den heer W. Voogd, blijkt, dat de inkomsten
over 1936 bedroegen f 9225.66, de uitgaven
f 5220.51, dus een saldo van f 4005.15. De
reserve is dus gestegen. De heer A. Klein
verklaart namens de commissie tot nazien
der rekening het verslag voor juist, waarna
onder dank de vaststelling volgt.
De heer Voogd zegt nog dat er 499 ver-
pleegdagen waren. Het gemiddeld aantal
verpleegdagen per patiënt was dus 13. De
totale verpleegkosten waren per patiënt
f 110.70 en per verpleegdag f 8.65. Er zijn
20 mannelijke en 19 vrouwelijke patiënten
opgenomen in de ziekenhuizen als volgt:
te Dirksland 31, te Rotterdam 1, in het
Diaconessenhuis te Haarlem 1, in het Gast
huis te Bergen op Zoom 2, in het Ooglijders
gesticht te Rotterdam 1 en in het St. Fran-
ciscusgasthuis te Rotterdam 4. Daarna volgt
de bestuursverkiezing.
Burgemeester Donkersloot wordt tot voor
zitter herkozen en neemt zijn benoeming
aan op aandrang van de vergadering,
ondanks drukke werkzaamheden. De heer
J. van Ree wordt eveneens herkozen. In de
vacature van den heer N. van den Houten
wordt gekozen de heer J. Baardse.
Tot leden der commissie tot nazien der
rekening over 1937 benoemt de voorzitter
de lieeren C. Hokke Azn., I. van den Bogerd
en P. van Splunder, reserve L. Hokke Czn.
en J. W. van der Linde. Daarna worden
nog vragen gesteld over vervoerkosten die
bevredigend worden beantwoord en volgt
sluiting. De voorzitter dankt de aanwezigen
voor hun goede opkomst en spoort nog aan
om krachtig samen te werken in het belang
der menschheid en eindigt met de wensch
uit te spreken dat Gods zegen op de arbeid
der vereeniging mag rusten*
van Zwanenberg munten
nït door de natuurlijke versche
smaak, die behouden blijft door
de bijzondere wijze van con-
serveeren.
maakt wat smaakt!
Belangrijke Vorstelijke giften
Voor de actie „Jong Holland
snakt naar werk"
Bij de Centrale voor Werkloozen-
zorg, gesticht op Initiatief van den
Raad van Nederlandsche Kerken voor
Practisch Christendom, Stadhouders
laan 43i5t Utrecht, kwam de mede-
deeling in, dat het H. M. de Koningin
behaagd heeft een bedrag beschikbaar
te stellen, uitsluitend als blijk van
belangstelling in den heilzamen ar
beid van deze Stichting en ten bate
der collecte-actie.
Ook H.K.H. Prinses Juliana heeft
de Centrale een gift doen toekomen.
School met den Bijbel
te Ooltgensplaat
Ouderavond
De avond wordt geleid door den heer P.
v. d. Heuvel, waarnemend voorzitter. Na
opening op gebruikelijke wijze wordt gelezen
Joh. 1 en een welkomstwoord gesproken,
waarin spr. den wensch uitspreekt dat door
deze Ouderavond de band tusschen ouders
en school versterkt mag worden.
De heer L. M. Dorsman, houdt een inlei
ding over „Het ontstaan van don Bijbei".
Zeer uitvoerig wordt dit behandeld waarna
eenige vragen gesteld en beantwoord wor
den.
De voorzitter dankt den inleider voor de
behandeling van zijn onderwerp.
Over het onderwerp ,De Opvoeding" refe
reert de heer Oostdijk. Zoowel de lichame
lijke als de geestelijke opvoeding wordt be
handeld en door de aanwezigen met veel
aandacht gevolgd. Ook over dit onderwerp
worden eenige 'vragen gesteld.
Door den heer Klein, hoofd der school,
wordt vervolgens medegedeeld dat het hand
werkonderwijs op een anderen dag te be
zichtigen is en dat de nieuwe leerlingen op
2 April worden ver>/acht.
De voorzitter deelt nog mede dat de heer
P. den Braber Lz. spoedig de vergaderingen
weer hoopt bij te wonen om het voorzitter
schap weer op zich te nemen. Minder gun
stig is het met mej. Maljers, die op medisch
advies haar taak nog niet kan hervatten
en van wie het verblijf in het Sanatorium
weer verlengd is.
Na een woord van dank tot de inleiders
voor hun, gehouden referaten. Iaat de voor
zitter zingen Psalm 89 1 en slluit de hier
Oostdijk met dankgebed.
Kaarten Deputatenvergadering
Het bureau Centraal Comité verzoekt
ons mede te deelen dat de kaarten
voor de Deputatenvergadering in den
loop van deze week aan de daarvoor
hestemde adressen, zullen worden
gezonden.
Tevens wordt de aandacht er op gevestigd,
dat het aantal stemhebbende afgevaardigden
die derhalve recht van toegang hebben, zoo
aanzienlijk is, dat de beschikbare plaats
ruimte in het gebouw vermoedelijk niet zal
toelaten meer dan één kaart voor belang
stellend bezoeker per kiesvereeniging be
schikbaar te stellen.
slaap wordt weer rustig door het gebruik van
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten
Ouderavond
De druk bezochte avond wordt op gebrui
kelijke wijze geopend door den voorz. den
heer Mol, die na het lezen van Joh. 12 20—
43 de aanwezigen verwelkomt en daarna
het woord verleent aan Ds. G. Alers, Ned.
Herv. predikant te Dordrecht.
Ds. Alers herinnert aan de uitspraak van
Mr. C. W. Opzoomer, in het midden der vo
rige eeuw, „bouwt scholen en gij kunt de
gevangenissen sluiten"; waarmede bedoeld
werd scholen te bouwen, die enkel de ken
nis dezer tijdelijke duigen zouden bijbrengen
Wat zou men tooh die jonge kinderen al
bezig houden met dogmatische vragen? Er
waren echter anderen die gevoelden hoe ge
vaarlijk het zou zijn, als alleen de tijdelijke
dingen beslag zouden leggen op onze kinde
ren en die hun kinderen wenschten te on
derwijzen of te doen onderwijzen in de eerste
beginselen der waarheid. Spr. acht het een
voorrecht, een weldaad van den hemel dat
de ouders deze school mogen bezitten.
Spr. wil dit nader bezien aan de hand van
Deuteronomium 4 vers 9: „Alleen wacht u
en bewaar uw ziel wél, dat gij niet vergeet
de dingen die uw oogen gezien hebben en
dat zij niet van uw hart wijken alle de da
gen uws levens en gij zult ze aan uw kinde
ren en kindskinderen bekend maken". In
deze woorden is te ondersoheiden; een roe
ping, een bestrijding en een smeeking.
Een roeping! Alles zucht onder de crisis,
maar met hoeveel zorg ons dat kan vervul
len, zwaarder Is do andere crisis, de gees
telijk-zedelijke crisis, die als een vloedgolf
over het gansche land en volk gaat.
De God-verlatenheid neemt ook in ons
land ontzaglijke afmetingen aan en 't klinkt
„laat ons de banden verscheuren en de
touwen van ons werpen". Welk een weldaad
is het dan, dat tegenover al deze dingen een
dam kan worden opgeworpen door do Chr.
scholen, waarin nog van Gods wegen de kin
deren worden onderwezen. Wat hebben wij
Gode dankbaar te zijn dat er nog personen
gevonden, worden die pal mogen staan voor
deze dingen. Hierbij hebben wij niet alleen
op de school te zien en op hen die lesgeven,
maar ook op de ouders en ook voor zoover
de kinderen onder het beslag van Gods
Woord gebracht worden in vereenigingen
e.d.g. Bewaar toch uw ziel, dat zij deze din
gen niet vergete. Het is nu een tijd van ver
nieling en vernietiging en een geweldige
zuigkracht gaat uit van de dingen der we
reld. Hoeveel staat er thans op het spel te-
gonover het kinderhart, hoeveel gevaren zitn
er, die vooral thans niet te onderschatten
ziin. Tegen infectie met ziekten zal elk ouder
zijn kind trachten te beschermen, maar nog
meer noodig is dat tegen geestelijke infectie.
Niet voldoende zal het echter ziin uw kin
deren naar de Chr. school te sturen, maar
er moet samenwerking zijn tusschen ouders
en opvoeders, tusschen huisgezin en school.
De grondslag moet in het gezin gelegd wor
den en de school bouwt daarop voort, de
ouders moeten het hoofd en het personeel
doen voelen dat er medeleven is met hun
arbeid. Bestrijding van het kwade, dat zich
ook in de kinderharten openbaart, vraagt
samenwerking. De kinderen hebben het noo
dig dat zij met liefde en trouw omringd wor
den en daarvoor kan de band tusschen
school en gezin niet nauw genoeg aange
haald worden. School en gezin hooren bij
een. wel elk op eigen terrein, maar niet van
elkaar gescheiden, dan is er de harmonische
samenwerking tusschen school en gezin in
de opvoeding. Dan zal er ook een mededra-
gen zijn van den strijd die de school ook
heeft te voeren om de kinderziel. De kinde
ren ziin vatbaar voor het kwade, maar ge
lukkig ook nog voor het goede. God is nog
machtig het werk te zegenen, dat in Zijn
Naam gedaan wordt
Spr. schetst don strijd die achter ons ligt.
de strijd om het goed recht der Chr. school,
de strijd van de voormannen als Groen van
Prinsterer, Kuyper en Lohman. Niet dat de
strijd alreede gestreden is, zegt spr. en wijst
op het staatsidée van de N.S.B., waarbij het
gedaan zou zijn met de vrijheid van onze
Chr. scholen en Kerken, dan zou de Staat
bepalen wat onze kinderen zullen leeren.
Zoo ook de S.D.A.P. met haar kronkelwe
gen, waarop ook geleerd wordt de vijand
schap, de klassestrijd. De strijd voor het
Chr. onderwijs is in 1921 bekroond met de
gelijkstelling, maar dit beteekent nog geen
gelijkberechting. Nog steeds worden wij ge
roepen om mede te strijden tot eere en roem
des Heeren.
Als wij onze roeping verstaan zal er ook
gebed en smeeking zijn. Zonder smeeking
tot Hem, van Wien wij in alles afhankelijk
zijn, zullen wij niets vermogen. Ook onze
kinderen en het personeel der school heb
ben wij den Heere voor te dragen. Dit geett
hun steun en bekrachtiging in de zware
taak die hun wacht. Ook hebben onze kin
deren het te weten dat er gestreden is. niet
met blanke wapenen der wereld maar met
het wapen van Gods getuigenis, met het
Woord, dat Hij zelf ons bij zal staan. D»
strijd tegen de school duurt voort, de anti
these blijft, het licht kan niet met de duister
nis samengaan.
Spr. acht het een groot voorrecht te weten
dat de kinderen op deze school onderwijs
ontvangen naar de H. Schrift en hoopt dat
de zegen Gods daarop mag rusten.
Nadat de voorz. aan spr. dank heeft ge
bracht voor zijn, met aandacht beluisterde,
rede, wordt het woord verleend aan den
heer J. H. Koppelaar, die de woorden
van den vorigen spreker onderschrijft nl.
dat deze ouderavond tot dankerkentenis
stemt Lettende o pde landen rondom ons.
moeten wij dankbaar zijn dat het ons nog ge
geven wordt, rondom Gods Woord met onze
kinderen te verkeeren. Helaas wordt in
sommige kringen de zegen, die God ons in
deza scholen schenkt, miskent; zelfs in Clir.
gezinnen, waar men de vraag hoort stellen,
wellte vrucht er uitgaat van dit onderwijs.
Helaas moeten we dikwijls zien. hoe in het
verdere opgroeien van onze jongens en meis
jes er zooveel te loor is gegaan van de Chr.
opvooding. Deze feiten hebben ons tot ern
stig nadenken te stemmen en toch al kwam
er niets van terecht, het blijft onze dure roe
ping, omda het een ordinantie Gods is, in de
vervulling waarvan de ouders alleen vrede
zullen ontvangen. Spr. toont aan, aan de
band van wat ons in Jeremia 35 wordt me
degedeeld, hoe het volk der Rechabieten de
inzettingen van hun aardschen stamvader
getrouw blijven, terwijl het volk van Juda
en de inwoners van Jeruzalem de tucht des
Heeren niet wenschten aan te nemen, waar
voor over het volk van Juda en over Jeru
zalem al het kwaad zal komen, dat do I-Icere
had gesproken, maar Jonadab, den zoon
Rechabs, zal niet worden afgesneden, een
man die voor mijn aangezicht sta alle de
dagen.
Na den dood van Salomo was het rijk van
Israël in tweeën gescheurd. Juda behield
den tempel des Heeren in zijn midden en
verkreeg ook nog wel Godvreezendc Konin
gen, maar het volk leefde in afdwalingen.
God, dc Heere, neemt dan een eigenaardig
voorbeeld om het volk aan te sporen naar
Zijn inzettingen te leven. Rechab, een der
Kenieten, heeft voor zijn nageslacht regelen
vastgesteld hoe zij leven zouden; zij moch
ten geen wijn drinken, in geen huizen wo
nen, maar in tenten en zij mochten geen
akkers koopen, maar moesten herdersvolken
blijven. In den strijd tegen de Chaldeeën
hebben deze volken een schuilplaats gezocht
binnen Jeruzalem en wonen daar in huizen.
Jeremia roept nu deze mannen in des Hee
ren huis, zet hun wijn voor en zeide hun er
van te drinken. De Rechabieten kenden den
boodschapper als een man Gods en zullen
zich afgevraagd hebben wat de boodschap
zou zijn en hooren dan het verzoek wijn te
drinken, wat hun echter verboden was. Het
drinken van wijn is niet ongeoorloofd, im
mers als de Heere Israël zegent, betrekt Hij
in dien zegen ook den wijn.
Tegen het gebruik van wijn is dan ook
eeen bezwaar. De Profeet vroeg hun dan ook
niets wat niet geoorloofd was, maar toch wei
geren zij omdat zij het woord van Jonadab
niet ongehoorzaam wenschen te zijn. Enkel
uit lijfsbehoud zijn zij afgeweken van bet
voorschrift in tenten te wonen, maar verder
wenschen zij niet te gaan.
Dit nu stelt God den Israëlieten ten voor
beeld. Inzettingen van hun aardschen stam
vader gegeven bliiven de Rechabieten trouw,
hoeveel te meer moet dan Israël gehoorzaam
zijn aan dc ordinantiën des Heeren. En dan
volgt de belofte dat het den Rechabieten wél
zal gaan maar over het goddelooze Juda zal
het verderf komen.
Dij is ook een les. Wij hebben het Chr.
onderwijs niet te overschatten, het is geen
bekeeringsinstitunt, maar ook niet te onder
schatten. Het is niet het hoofd, het zijn niet
de onderwijzers, maar het is de H. Geest,
die het Woord nog zegenen kan. Onze dure
roeping is aan alle creaturen het Evangelie
te prediken. Als wij zien op Rusland, waai
de Godloozen-actie op school al gevoerd
wordt, op Duitschland, waar de kinderen
worden opgevoed in de staatsidée. de staat,
die het alles doen zal. wat is het dan hier
nog goed. welk een zegen geeft God ons nog
in de Chr. school. Als de band tusschen ge
zin en school gezien wordt in bet licht van
Gods ordinantiën, kunnen de ouders zich
niet onttrekken aan het Chr. onderwijs. Spr.
wensclit het .bestuur geluk met dezen avond
en hoopt dat het voort mag gaan in den weg
Gods en toe blijven zien dat alles blijft gaan
in de ordinantiën Gods. Ook het personeel
der school wenscht spr. toe dat zij niet al
leen voor zich zelf maar ook voor de kinde
ren hun heil zoeken in God, de bron van alle
kracht.
Na een pauze spreekt Ds. W. F. Lama n.
predikant der Chr. Geref. Kerk van Middel-
harnis. een slotwoord.
Spr. herinnert aan het Sovjet-wapen, met
de Sovjet-leuze „heel de wereld bekeerd tot
de heilstaat van de sovjet". Deze dingen
dringen tot bezinning en wij hebben ze
nuchter te zien. Van uit. Leningrad gaat er
een geweldige stuwkracht over de gansche
wereld.
Hoe staat daar tegenover het Christendom,
in den kleinen cirkel van het huisgezin, in
de verhouding vader tot kind. Spr. beziet dit.
nader naar aanleiding van 1 Sam. 2 30b:
„Want die mij eeren, zal Ik eeren, maar die
Mij versmaden, zullen licht geacht worden"
Deze woorden, die door den man Gods, tot
Eli gesproken worden, betreffen ook de op
voeding.
Eli, een kind des Heeren, iemand die God
vreesde, een Hoogepriester in het Heilig
dom des Heeren, moet deze die boodschap
ontvangen? Ja. en hieruit blijkt dat. al is
Eli een man, wedergeboren van den Heere,
hij toch stond onder de geestelijke censuur,
waardoor God Zijn kind in het duister laat
gaan, ter oorzake van zijn zonen LLfni en
iT'fCi¥iiri®Tr€2i
Pinehas, waarvan het vaderhart de rijkste
verwachtingen koesterde, maar die in Gods
Wourd worden gekwalificeerd als „kinderen
Belials". levend naar het goeddunken van
liet eigen hart.
En Eli, inplaats van met heiligen toorn
vervuld te zijn, verteerd door de Heiligheid
des Heeren, in plaats van zijn kinderen on
der handen te nemen, staat er lutloos tegen
over. Hier vindt men de lacune, dat Eli zijn
kinderen meer eerde dan den Heere
Zebaolli. Daarom moest Eli onder de cen
suur; dubbel was zijn verantwoordelijkheid
door zijn ambtelijke waardigheid.
Is liet niet noodig deze dingen onder de
oogen te zien. op onze ouderavonden. Do
onderwijzers op de school, de dominee in do
cateciiisatielokaal, de ouder in liet gezin, zij
allen weten hoe de infectie van de tijdstroo-
nnen meegebracht wordt door onze kinde
ren. Hoe moet daartegenover zijn do hou
ding van den Christenouder?
Als er ooit een tijd geweest is om de lijn
strak te houden, is het de tijd van heden.
Hiertoe is niet noodig de ijzeren vuist van
een Mussolini of een Stalin, maar een vol
komen belangstellend hart, met de vraag:
„Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal?" Hier
baten geen verontschuldigingen
Waar heel de lucht niet is doortrokken
van de sfeer van den H. Geest, daar is do
sfeer van den Anti-ChrisL Niet voldoende
is alleen intel'.ectueele opvoeding, uw kind
is uiet alleen bestemd voor den tijd, maar
ook voor de eeuwigheid.
God moet het middelpunt van ons leven
zijn, moet staan in- het centrum van ons
hart, in de opvoeding der kinderen. Als do
verhouding tusschen God en eigen leven zoo
is, zal ook het kind er wel bij varen. Veel
vragen zim er in het kinderleven voor do
ouders en het beste antwoord, het beste
middel in de paedagogie is, wijsheid van
God te begeeren. Als dat de practijlc van het
leven wordt, zal er meerder gebed riizen,
Noodig zijn biddende ouders, opvoeders
en onderwijzers.
Heilige eisch is het: „die Mij eeren, zal Ik
eeren", maar let ook op de tegenstelling:
die Mij versmaden, zullen licht geacht wor
den. Dit is bewaarheid in het einde van da
zonen, maar ook in het sterven van Eli zelf.
Eli blijft zitten op zijn stoel, als hij het
-overlijden van zijn zonen hoort, maar als
hij verneemt, dat de Ark Gods vermist is
en zich in handen van den vijand bevindt,
als de eere Gods is aangerand, dan grijpt
hem dit zéé aan, dat hij achterover valt en
den nek breekt. Spr. vertelt uit eigen erva
ring van een 11-jarig kind. dat getroffen
door de geschiedenis van Manasse. gebukt
ging onder eigen zonde en schuld tegenover
een Heilig God.
Spr. eindigt met op te wekken om tegen
het wassende ongeloof, kracht te zoeken in
liet gebed. Dan zal ook de arbeid der on
derwijzers niet vergeefsch zijn.
Nadat door den Voorzitter dank gebracht
was aan de sprekers van dezen avond,
wordt door Ds, Laman met dankzegging de
bijeenkomst gesloten.