l Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden DOUWE mm -6etak! IN HOC SIGNO VINCES op, 3 punten Uw Zenuwen en gesterkt en Uw ZATERDAG 3 APRIL 1937 52E JAARGANG N°. 4885 ZWAHENBERG SCHOOL MET DEN BIJBEL TE SOMMELSDIJK 1753 in .os*» j Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 0.90 bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling 8.50 per Jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. Uitgave N.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h. W. BOEKHOVEN ZONEN. SOMMELSDIJK - TeL Interc. No. 202 Postbus No. 2. Alle stukken voor de Redactie bestemd. Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 8 uur. Advertentiën 20 cent. Reclames 40 cent. Boekaankondiging 10 cent per regeL Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte. CENTRALE VOOR WERKLOOZENZORG De centrale voor werkloozenzorg gevormd door den raad dor kerken voor practised christendom, doet doze week wederom een beroep op liet Nederlandsche volk, om voor het komende jaar haar arbeid voort te kun nen zetten. Een opwekking om die aanvraag te steu nen moest haast niet noodig zijn. Iedereen moest daarvan ten volle overtuigd zijn. Vraagt liet aan de jongens, die in de werkkampen geweest zijn. Vol lo£ zal hun oordeel zijn; zij zullen als uit «en mond vragen die arbeid met Uw gave te steunen. Zij zullen liet U zeggen dat de arbeid en het verkeer in het werkkamp hen gesteund gn gesterkt heelt. Do zegenrijke vruchten van die arbeid strekken zich veel verder uit dan tot de engere kring der jongeren; ook de gezinnen waartoe zij'behooren, ja de geheelo maat schappij is daardoor ten zeerste gediend. Daarom moeten wij, zoo liet maar eenigs- zins mogelijk is, geven naar vermogen om deze arbeid voort te kunnen zetten. Het lot van onze jonge werkloozen is verre van benijdenswaardig. Veelal zien zij zonder uitzicht de toekomst in', daarom moeten wij hen steunen, steunen door uit zending naar een christelijk werkkamp mogelijk te maken, Want daar leeren zij het leven weer zien van een andere zijde, daar gevoelen zij, dat zij werkelijk nuttig werkzaam zijn. Dat brengt een andere geest in hen en voedt hen op tot manneg die Weer verantwoording willen dragen. Wij bidden U, steun met Uw gave die nuttige en zoo noodigo arbeid. U verricht daarmede een nuttig en noodzakelijk werk. De liefde van Christus moet ons dringen, om in deze donkere tijd, waarin het uitzicht van onze jonge werkloozen zeer somber is, veel te doen .voor .deze groep .van werk loozen. C.D.U. De C.D.U. heelt weinig kans van slagen op ons eiland; voor zulke beginselen houdt ons christenvolk zich gelukkig doof; daar voor is zij gelukkig nog te degelijk. Als bij ingeving gevoelt men dat men met roode leuzen gebracht onder een chris telijke tint, niets beginnen kan, dat dit in- druischt tegen de beginselen waaruit onze bevolking leeft. Doch de leider der C.D.U. is tevens Voor zitter van den bond van landpachters, stemt men nu echter straks den heer v. Houten, dan moet men zich goed realiseeren dat men zijn stem uitbrengt op een politieke partij, n.l. de C.D.U., welke zich steeds tegen de Regeering stelt en zich steeds beijvert achter de S.D.A.P. aan te loopen. De C.D.U. stelt zich tegen de doorwer king van de christelijke beginselen in Staat en Maatschappij. Daarom moeten wij die hond van land- pachters mot de noodige voorzichtigheid behandelen, want in de practijlc zal het wel blijken een verlengstuk van de politieko propaganda der C.D.U. te zijn. Men zij dus voorzichtig met zijn liefde te yerpanden aan den hond van landpachters. Propaganda-avond B.V.L. Aid. SommeisdijkMiddelhamis Door bovengenoemde ajfd. van den B.V.L. werd een1 aeer goed geslaagde propaganda- avond gehouden. Spijtig was 'net dat de nieu we conmmandant overste Gerlach verhin derd was aanwezig te zijn. De hem- Dijkers, 'voorzitter van de plaatse lijke afdeoling, sprak een welkomst woord tot de talrijke aanwezigen en speciaal tot bur gemeester Den Honander, voorz. van het Verbond GoeroeOverflakkee en den heer Hoogeweg, secr. van 't gewestelijk Verbond; verder ook de Oranje-Garde, die onder lei ding van den hecr Van Leeuwen voor de eerste maal op deze bijeenkomst aanwezig was. Spr. zot dan nader uiteen het doel van den B.V.L. als steun voor het wettig gezag. Mede door de B.V.L. is er een groote ommekeer gekomen in de geestesgesteld heid, zoowel innerlijk als naar buiten, ge tuige het optreden van H.M.'s Hertog Hen drik en rle lieide onderzeebooten in de Spaansdie wateren. De Regeering verdient alle hulde hiervoor. Door de B.V.L. toonen wij, ons zelf te willen zijn en onze beste tradition te willen bewaren, wenscben wij Üe Kaalheid van gezin, Jterk, Yor$tenhuis. eu Vaderland te bewaren. De B.V.L. is zuiver nationaal en dient geen kerk oi politiek, beoogt louter en auleen steun aan het wet tig gezag. Na dii openingswoord volgde vertooning van de verlovhigs- i.<ti liuwelijksfilm. Na de paurae sprak Burgemees'er den Hollan der een opwekkend woord itot de aanwe zigen. Het is spr. steeds een genoegen te midden der landstormers te zijn; zoowel als voorz. van de Gcw. commissie der Monden van de Maas, zoowel als Burgemeester van heide gemeenten. Spr. is trotsch op do plaatselijke afdeeling, waar zulk een goede geest heerscht en ontkent dat deze avondon moeten. dienen om er de gang in te honden want dat is niet noodig. Eun verblijdend tceken is de aanwezigheid der Oranje Garde, een nieuw geslacht dat bereid is dc taak der ouderen over te nemen. Het saam hoorigheidsgevoel wordt door deze avonden bevorderd, hier ontmoeten elkander de menschen die één zijn in hun liertde tot Oranje en het Oranjehuis. Spr. stelt dan de vraag, waarom de B.V.L. nog noodig is en herinnert aan de uitingen van medeleven mot het Vorstelijk Huwelijk, maai- zegt Spr. niet alles vlagde en was feestelijk gestemd Groot is het gevaar dat de B.V.L. nog eens ooit naar twee zijden front zal moeten ma ken, daarom is de B.V.L. niet te missen en blijft, het parool ook voor de jongeren: „Sluit de gelederen!" De heer Hoogeweg, secr. der Gew Commissie spreekt dan een opwekkend woord, waarin gewezen wordt op het vrij willig aanvaarden van hun taak door de B.V.L. Niets is er dat hen dwingt, spontaan geven zij zich voor verdediging van troon en gezag. Tal van groepen beiivoren zich met te roepen, dat bij hen vrijheid is, maar noch bij de N.S.B., toch bij de Fascisten is de vrijheid in goede handen. De B.V.L. is preventief en vormt een muur om den troon der Oranjes en mail mede waken dat met Gods hulp het Oranjehuis nog lang het roer van Staat in handen zal houden. Ieder een die gevoelt voor gezag en vrijheid sluite zich aan, hoe sterker de B.VJL. hoe minder gevaar voor revolutie. Na vertooning van de B.VX.-film, volgt een sluitingswoord van den voorzitter en wordt staande het Wilhelmus gezongen waarmede deze goed geslaagde avond ten einde was. S.B.Z. te Ooltgensplaat Onder leiding van den Voorzitter, burge meester Donkersloot, heeft S.B.Z. haar 10e jaarvergadering gehouden in „Elthato." In zijn openingswoord schetste de voorzitter ae groote betcekenis van deze vereeniging, die zeer bescheiden is begonnen en nu uit gegroeid is tot de grootste vereeniging van het dorp. Dank zij den ondervonden steun is aan verschillende zieken veel leed be spaard; al kon operatief ingrijpen niet altijd redding brengen, toch is veel lijden verzacht. Door de contributie-verhooging, die vorig jaar slechts schoorvoetend Is aanvaard, en door het feit, dat er weinig zieken behoefden te worden opgenomen zijn de financiën dit jaar iets gunstiger. De voorz. hooot dat de vereeniging voor groote verliezen gespaard mag blijven, her denkt de overleden patiënten en hoopt dat de vereeniging lang mag blijven bestaan. Hierna leest de secretaris, de heer Korte weg, de notulen, welke onder dank worden vastgesteld en het jaarverslag. Hieruit blijkt dat het aantal verpleegde patiënten in 19J4, 46 bedroeg; in 1935 waren er 55 en in 1936 waren er 39. Het ledental liep iets terug. Er zijn nu 2756 leden. Verder geeft spr. nog een overzicht van de werkzaam heden in 1936. Uit het verslag van den penningmeester, den heer W. Voogd, blijkt, dat de inkomsten over 1936 bedroegen f 9225.66, de uitgaven f 5220.51, dus een saldo van f 4005.15. De reserve is dus gestegen. De heer A. Klein verklaart namens de commissie tot nazien der rekening het verslag voor juist, waarna onder dank de vaststelling volgt. De heer Voogd zegt nog dat er 499 ver- pleegdagen waren. Het gemiddeld aantal verpleegdagen per patiënt was dus 13. De totale verpleegkosten waren per patiënt f 110.70 en per verpleegdag f 8.65. Er zijn 20 mannelijke en 19 vrouwelijke patiënten opgenomen in de ziekenhuizen als volgt: te Dirksland 31, te Rotterdam 1, in het Diaconessenhuis te Haarlem 1, in het Gast huis te Bergen op Zoom 2, in het Ooglijders gesticht te Rotterdam 1 en in het St. Fran- ciscusgasthuis te Rotterdam 4. Daarna volgt de bestuursverkiezing. Burgemeester Donkersloot wordt tot voor zitter herkozen en neemt zijn benoeming aan op aandrang van de vergadering, ondanks drukke werkzaamheden. De heer J. van Ree wordt eveneens herkozen. In de vacature van den heer N. van den Houten wordt gekozen de heer J. Baardse. Tot leden der commissie tot nazien der rekening over 1937 benoemt de voorzitter de lieeren C. Hokke Azn., I. van den Bogerd en P. van Splunder, reserve L. Hokke Czn. en J. W. van der Linde. Daarna worden nog vragen gesteld over vervoerkosten die bevredigend worden beantwoord en volgt sluiting. De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun goede opkomst en spoort nog aan om krachtig samen te werken in het belang der menschheid en eindigt met de wensch uit te spreken dat Gods zegen op de arbeid der vereeniging mag rusten* van Zwanenberg munten nït door de natuurlijke versche smaak, die behouden blijft door de bijzondere wijze van con- serveeren. maakt wat smaakt! Belangrijke Vorstelijke giften Voor de actie „Jong Holland snakt naar werk" Bij de Centrale voor Werkloozen- zorg, gesticht op Initiatief van den Raad van Nederlandsche Kerken voor Practisch Christendom, Stadhouders laan 43i5t Utrecht, kwam de mede- deeling in, dat het H. M. de Koningin behaagd heeft een bedrag beschikbaar te stellen, uitsluitend als blijk van belangstelling in den heilzamen ar beid van deze Stichting en ten bate der collecte-actie. Ook H.K.H. Prinses Juliana heeft de Centrale een gift doen toekomen. School met den Bijbel te Ooltgensplaat Ouderavond De avond wordt geleid door den heer P. v. d. Heuvel, waarnemend voorzitter. Na opening op gebruikelijke wijze wordt gelezen Joh. 1 en een welkomstwoord gesproken, waarin spr. den wensch uitspreekt dat door deze Ouderavond de band tusschen ouders en school versterkt mag worden. De heer L. M. Dorsman, houdt een inlei ding over „Het ontstaan van don Bijbei". Zeer uitvoerig wordt dit behandeld waarna eenige vragen gesteld en beantwoord wor den. De voorzitter dankt den inleider voor de behandeling van zijn onderwerp. Over het onderwerp ,De Opvoeding" refe reert de heer Oostdijk. Zoowel de lichame lijke als de geestelijke opvoeding wordt be handeld en door de aanwezigen met veel aandacht gevolgd. Ook over dit onderwerp worden eenige 'vragen gesteld. Door den heer Klein, hoofd der school, wordt vervolgens medegedeeld dat het hand werkonderwijs op een anderen dag te be zichtigen is en dat de nieuwe leerlingen op 2 April worden ver>/acht. De voorzitter deelt nog mede dat de heer P. den Braber Lz. spoedig de vergaderingen weer hoopt bij te wonen om het voorzitter schap weer op zich te nemen. Minder gun stig is het met mej. Maljers, die op medisch advies haar taak nog niet kan hervatten en van wie het verblijf in het Sanatorium weer verlengd is. Na een woord van dank tot de inleiders voor hun, gehouden referaten. Iaat de voor zitter zingen Psalm 89 1 en slluit de hier Oostdijk met dankgebed. Kaarten Deputatenvergadering Het bureau Centraal Comité verzoekt ons mede te deelen dat de kaarten voor de Deputatenvergadering in den loop van deze week aan de daarvoor hestemde adressen, zullen worden gezonden. Tevens wordt de aandacht er op gevestigd, dat het aantal stemhebbende afgevaardigden die derhalve recht van toegang hebben, zoo aanzienlijk is, dat de beschikbare plaats ruimte in het gebouw vermoedelijk niet zal toelaten meer dan één kaart voor belang stellend bezoeker per kiesvereeniging be schikbaar te stellen. slaap wordt weer rustig door het gebruik van Mijnhardt's Zenuwtabletten Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten Ouderavond De druk bezochte avond wordt op gebrui kelijke wijze geopend door den voorz. den heer Mol, die na het lezen van Joh. 12 20— 43 de aanwezigen verwelkomt en daarna het woord verleent aan Ds. G. Alers, Ned. Herv. predikant te Dordrecht. Ds. Alers herinnert aan de uitspraak van Mr. C. W. Opzoomer, in het midden der vo rige eeuw, „bouwt scholen en gij kunt de gevangenissen sluiten"; waarmede bedoeld werd scholen te bouwen, die enkel de ken nis dezer tijdelijke duigen zouden bijbrengen Wat zou men tooh die jonge kinderen al bezig houden met dogmatische vragen? Er waren echter anderen die gevoelden hoe ge vaarlijk het zou zijn, als alleen de tijdelijke dingen beslag zouden leggen op onze kinde ren en die hun kinderen wenschten te on derwijzen of te doen onderwijzen in de eerste beginselen der waarheid. Spr. acht het een voorrecht, een weldaad van den hemel dat de ouders deze school mogen bezitten. Spr. wil dit nader bezien aan de hand van Deuteronomium 4 vers 9: „Alleen wacht u en bewaar uw ziel wél, dat gij niet vergeet de dingen die uw oogen gezien hebben en dat zij niet van uw hart wijken alle de da gen uws levens en gij zult ze aan uw kinde ren en kindskinderen bekend maken". In deze woorden is te ondersoheiden; een roe ping, een bestrijding en een smeeking. Een roeping! Alles zucht onder de crisis, maar met hoeveel zorg ons dat kan vervul len, zwaarder Is do andere crisis, de gees telijk-zedelijke crisis, die als een vloedgolf over het gansche land en volk gaat. De God-verlatenheid neemt ook in ons land ontzaglijke afmetingen aan en 't klinkt „laat ons de banden verscheuren en de touwen van ons werpen". Welk een weldaad is het dan, dat tegenover al deze dingen een dam kan worden opgeworpen door do Chr. scholen, waarin nog van Gods wegen de kin deren worden onderwezen. Wat hebben wij Gode dankbaar te zijn dat er nog personen gevonden, worden die pal mogen staan voor deze dingen. Hierbij hebben wij niet alleen op de school te zien en op hen die lesgeven, maar ook op de ouders en ook voor zoover de kinderen onder het beslag van Gods Woord gebracht worden in vereenigingen e.d.g. Bewaar toch uw ziel, dat zij deze din gen niet vergete. Het is nu een tijd van ver nieling en vernietiging en een geweldige zuigkracht gaat uit van de dingen der we reld. Hoeveel staat er thans op het spel te- gonover het kinderhart, hoeveel gevaren zitn er, die vooral thans niet te onderschatten ziin. Tegen infectie met ziekten zal elk ouder zijn kind trachten te beschermen, maar nog meer noodig is dat tegen geestelijke infectie. Niet voldoende zal het echter ziin uw kin deren naar de Chr. school te sturen, maar er moet samenwerking zijn tusschen ouders en opvoeders, tusschen huisgezin en school. De grondslag moet in het gezin gelegd wor den en de school bouwt daarop voort, de ouders moeten het hoofd en het personeel doen voelen dat er medeleven is met hun arbeid. Bestrijding van het kwade, dat zich ook in de kinderharten openbaart, vraagt samenwerking. De kinderen hebben het noo dig dat zij met liefde en trouw omringd wor den en daarvoor kan de band tusschen school en gezin niet nauw genoeg aange haald worden. School en gezin hooren bij een. wel elk op eigen terrein, maar niet van elkaar gescheiden, dan is er de harmonische samenwerking tusschen school en gezin in de opvoeding. Dan zal er ook een mededra- gen zijn van den strijd die de school ook heeft te voeren om de kinderziel. De kinde ren ziin vatbaar voor het kwade, maar ge lukkig ook nog voor het goede. God is nog machtig het werk te zegenen, dat in Zijn Naam gedaan wordt Spr. schetst don strijd die achter ons ligt. de strijd om het goed recht der Chr. school, de strijd van de voormannen als Groen van Prinsterer, Kuyper en Lohman. Niet dat de strijd alreede gestreden is, zegt spr. en wijst op het staatsidée van de N.S.B., waarbij het gedaan zou zijn met de vrijheid van onze Chr. scholen en Kerken, dan zou de Staat bepalen wat onze kinderen zullen leeren. Zoo ook de S.D.A.P. met haar kronkelwe gen, waarop ook geleerd wordt de vijand schap, de klassestrijd. De strijd voor het Chr. onderwijs is in 1921 bekroond met de gelijkstelling, maar dit beteekent nog geen gelijkberechting. Nog steeds worden wij ge roepen om mede te strijden tot eere en roem des Heeren. Als wij onze roeping verstaan zal er ook gebed en smeeking zijn. Zonder smeeking tot Hem, van Wien wij in alles afhankelijk zijn, zullen wij niets vermogen. Ook onze kinderen en het personeel der school heb ben wij den Heere voor te dragen. Dit geett hun steun en bekrachtiging in de zware taak die hun wacht. Ook hebben onze kin deren het te weten dat er gestreden is. niet met blanke wapenen der wereld maar met het wapen van Gods getuigenis, met het Woord, dat Hij zelf ons bij zal staan. D» strijd tegen de school duurt voort, de anti these blijft, het licht kan niet met de duister nis samengaan. Spr. acht het een groot voorrecht te weten dat de kinderen op deze school onderwijs ontvangen naar de H. Schrift en hoopt dat de zegen Gods daarop mag rusten. Nadat de voorz. aan spr. dank heeft ge bracht voor zijn, met aandacht beluisterde, rede, wordt het woord verleend aan den heer J. H. Koppelaar, die de woorden van den vorigen spreker onderschrijft nl. dat deze ouderavond tot dankerkentenis stemt Lettende o pde landen rondom ons. moeten wij dankbaar zijn dat het ons nog ge geven wordt, rondom Gods Woord met onze kinderen te verkeeren. Helaas wordt in sommige kringen de zegen, die God ons in deza scholen schenkt, miskent; zelfs in Clir. gezinnen, waar men de vraag hoort stellen, wellte vrucht er uitgaat van dit onderwijs. Helaas moeten we dikwijls zien. hoe in het verdere opgroeien van onze jongens en meis jes er zooveel te loor is gegaan van de Chr. opvooding. Deze feiten hebben ons tot ern stig nadenken te stemmen en toch al kwam er niets van terecht, het blijft onze dure roe ping, omda het een ordinantie Gods is, in de vervulling waarvan de ouders alleen vrede zullen ontvangen. Spr. toont aan, aan de band van wat ons in Jeremia 35 wordt me degedeeld, hoe het volk der Rechabieten de inzettingen van hun aardschen stamvader getrouw blijven, terwijl het volk van Juda en de inwoners van Jeruzalem de tucht des Heeren niet wenschten aan te nemen, waar voor over het volk van Juda en over Jeru zalem al het kwaad zal komen, dat do I-Icere had gesproken, maar Jonadab, den zoon Rechabs, zal niet worden afgesneden, een man die voor mijn aangezicht sta alle de dagen. Na den dood van Salomo was het rijk van Israël in tweeën gescheurd. Juda behield den tempel des Heeren in zijn midden en verkreeg ook nog wel Godvreezendc Konin gen, maar het volk leefde in afdwalingen. God, dc Heere, neemt dan een eigenaardig voorbeeld om het volk aan te sporen naar Zijn inzettingen te leven. Rechab, een der Kenieten, heeft voor zijn nageslacht regelen vastgesteld hoe zij leven zouden; zij moch ten geen wijn drinken, in geen huizen wo nen, maar in tenten en zij mochten geen akkers koopen, maar moesten herdersvolken blijven. In den strijd tegen de Chaldeeën hebben deze volken een schuilplaats gezocht binnen Jeruzalem en wonen daar in huizen. Jeremia roept nu deze mannen in des Hee ren huis, zet hun wijn voor en zeide hun er van te drinken. De Rechabieten kenden den boodschapper als een man Gods en zullen zich afgevraagd hebben wat de boodschap zou zijn en hooren dan het verzoek wijn te drinken, wat hun echter verboden was. Het drinken van wijn is niet ongeoorloofd, im mers als de Heere Israël zegent, betrekt Hij in dien zegen ook den wijn. Tegen het gebruik van wijn is dan ook eeen bezwaar. De Profeet vroeg hun dan ook niets wat niet geoorloofd was, maar toch wei geren zij omdat zij het woord van Jonadab niet ongehoorzaam wenschen te zijn. Enkel uit lijfsbehoud zijn zij afgeweken van bet voorschrift in tenten te wonen, maar verder wenschen zij niet te gaan. Dit nu stelt God den Israëlieten ten voor beeld. Inzettingen van hun aardschen stam vader gegeven bliiven de Rechabieten trouw, hoeveel te meer moet dan Israël gehoorzaam zijn aan dc ordinantiën des Heeren. En dan volgt de belofte dat het den Rechabieten wél zal gaan maar over het goddelooze Juda zal het verderf komen. Dij is ook een les. Wij hebben het Chr. onderwijs niet te overschatten, het is geen bekeeringsinstitunt, maar ook niet te onder schatten. Het is niet het hoofd, het zijn niet de onderwijzers, maar het is de H. Geest, die het Woord nog zegenen kan. Onze dure roeping is aan alle creaturen het Evangelie te prediken. Als wij zien op Rusland, waai de Godloozen-actie op school al gevoerd wordt, op Duitschland, waar de kinderen worden opgevoed in de staatsidée. de staat, die het alles doen zal. wat is het dan hier nog goed. welk een zegen geeft God ons nog in de Chr. school. Als de band tusschen ge zin en school gezien wordt in bet licht van Gods ordinantiën, kunnen de ouders zich niet onttrekken aan het Chr. onderwijs. Spr. wensclit het .bestuur geluk met dezen avond en hoopt dat het voort mag gaan in den weg Gods en toe blijven zien dat alles blijft gaan in de ordinantiën Gods. Ook het personeel der school wenscht spr. toe dat zij niet al leen voor zich zelf maar ook voor de kinde ren hun heil zoeken in God, de bron van alle kracht. Na een pauze spreekt Ds. W. F. Lama n. predikant der Chr. Geref. Kerk van Middel- harnis. een slotwoord. Spr. herinnert aan het Sovjet-wapen, met de Sovjet-leuze „heel de wereld bekeerd tot de heilstaat van de sovjet". Deze dingen dringen tot bezinning en wij hebben ze nuchter te zien. Van uit. Leningrad gaat er een geweldige stuwkracht over de gansche wereld. Hoe staat daar tegenover het Christendom, in den kleinen cirkel van het huisgezin, in de verhouding vader tot kind. Spr. beziet dit. nader naar aanleiding van 1 Sam. 2 30b: „Want die mij eeren, zal Ik eeren, maar die Mij versmaden, zullen licht geacht worden" Deze woorden, die door den man Gods, tot Eli gesproken worden, betreffen ook de op voeding. Eli, een kind des Heeren, iemand die God vreesde, een Hoogepriester in het Heilig dom des Heeren, moet deze die boodschap ontvangen? Ja. en hieruit blijkt dat. al is Eli een man, wedergeboren van den Heere, hij toch stond onder de geestelijke censuur, waardoor God Zijn kind in het duister laat gaan, ter oorzake van zijn zonen LLfni en iT'fCi¥iiri®Tr€2i Pinehas, waarvan het vaderhart de rijkste verwachtingen koesterde, maar die in Gods Wourd worden gekwalificeerd als „kinderen Belials". levend naar het goeddunken van liet eigen hart. En Eli, inplaats van met heiligen toorn vervuld te zijn, verteerd door de Heiligheid des Heeren, in plaats van zijn kinderen on der handen te nemen, staat er lutloos tegen over. Hier vindt men de lacune, dat Eli zijn kinderen meer eerde dan den Heere Zebaolli. Daarom moest Eli onder de cen suur; dubbel was zijn verantwoordelijkheid door zijn ambtelijke waardigheid. Is liet niet noodig deze dingen onder de oogen te zien. op onze ouderavonden. Do onderwijzers op de school, de dominee in do cateciiisatielokaal, de ouder in liet gezin, zij allen weten hoe de infectie van de tijdstroo- nnen meegebracht wordt door onze kinde ren. Hoe moet daartegenover zijn do hou ding van den Christenouder? Als er ooit een tijd geweest is om de lijn strak te houden, is het de tijd van heden. Hiertoe is niet noodig de ijzeren vuist van een Mussolini of een Stalin, maar een vol komen belangstellend hart, met de vraag: „Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal?" Hier baten geen verontschuldigingen Waar heel de lucht niet is doortrokken van de sfeer van den H. Geest, daar is do sfeer van den Anti-ChrisL Niet voldoende is alleen intel'.ectueele opvoeding, uw kind is uiet alleen bestemd voor den tijd, maar ook voor de eeuwigheid. God moet het middelpunt van ons leven zijn, moet staan in- het centrum van ons hart, in de opvoeding der kinderen. Als do verhouding tusschen God en eigen leven zoo is, zal ook het kind er wel bij varen. Veel vragen zim er in het kinderleven voor do ouders en het beste antwoord, het beste middel in de paedagogie is, wijsheid van God te begeeren. Als dat de practijlc van het leven wordt, zal er meerder gebed riizen, Noodig zijn biddende ouders, opvoeders en onderwijzers. Heilige eisch is het: „die Mij eeren, zal Ik eeren", maar let ook op de tegenstelling: die Mij versmaden, zullen licht geacht wor den. Dit is bewaarheid in het einde van da zonen, maar ook in het sterven van Eli zelf. Eli blijft zitten op zijn stoel, als hij het -overlijden van zijn zonen hoort, maar als hij verneemt, dat de Ark Gods vermist is en zich in handen van den vijand bevindt, als de eere Gods is aangerand, dan grijpt hem dit zéé aan, dat hij achterover valt en den nek breekt. Spr. vertelt uit eigen erva ring van een 11-jarig kind. dat getroffen door de geschiedenis van Manasse. gebukt ging onder eigen zonde en schuld tegenover een Heilig God. Spr. eindigt met op te wekken om tegen het wassende ongeloof, kracht te zoeken in liet gebed. Dan zal ook de arbeid der on derwijzers niet vergeefsch zijn. Nadat door den Voorzitter dank gebracht was aan de sprekers van dezen avond, wordt door Ds, Laman met dankzegging de bijeenkomst gesloten.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1937 | | pagina 1