CENTRALEN CONVENT A.R. PARTIJ ELIZE MAAS EN SCHELDEBODE WOENSDAG 20 JANUAR11937 Dr. Colijn en Mr. de Wilde spreken de vergadering toe „Ik blijf vóór alle dingen anti revolutionair" y zegt Dr. Colijn MIDDAGVERGADERING V oorsf el-Verkiezingsmanifest Donderdag werd te Utrecht het Centralen Convent der Anti-Rev. Partij gehouden. Dit Centralen Convent, dat. zooals be kend kan zijn, alleen adviseerende bevoegd heid heeft, is een vergadering van de af gevaardigden van de provinciale comité's, de Kamer- en Statencentrales van de A.R. Partij met het Centraal Comité, dat deze vergadering consulteert voor het vaststellen van de voorstellen aan de Deputatonverga- dering welke, ais vergadering van de af gevaardigden der kiesvercenigingen, uit eindelijk de beslissingen over de zaken der Partij neemt. Voor dit Centralen Convent bestond een groote belangstelling. Do groote standzaal van het Jaarsbeursgebouw was geheel ge vuld. Ook de prominente figuren der A.R. Partij behoorden tot de aanwezigen. Dr H. C o 1 ij n en mr J. A. d e W i I d e waren ter vergadering en hadden, op uit- noodiging van den tijdelijk-voorzitter van 't Centraal Comité, den heer J. Schouten, de plaatsen aan zijn rechterhand ingenomen. Verder werden opgemerkt 't Eerste Kamer lid, jhr mr H. A. M. van A s c h van Wij ck; de Tweede Kamerleden J. J. C. van D ij k, generaal I.. F. Duymaer v.Twist, A. Z ij 1 s t r a C. S m e e nk. mr T. A. van D ij ke n. C tir. v. d Heuvel, 11. Ame- link, P. W i e 1 i n g a, mr. G. v. B are n, mr. P. A. Schwartz. Na de opening van de vergadering met samenzang van Psalm 17 :3, voorlezing van Lucas 12:35—48 (de gelijkenis van den waakzamen dienstknecht) en gebed, sprak de voorzitter de heer J- Schouten, een woord van welkom, in het bijzonder tot de heide ministers, van wie hij vooral dr Colijn toesprak. Rede J. Schouten Het is voor ons een voorrecht, aldus spr., dat bij de leiding van 's lands zaken een zeer belangrijke taak is gegeven aan Dr Colijn en mr de Wikte en het is oen reden tot groote verheugenis, dat beiden in het midden dezer vergadering willen zijn. Met betrekking tot Dr Colijn merkte spr. onmid dellijk op. dat het niet zeker was, dat deze de geheeie vergadering zou kunnen bij wonen daar zijn oudste zoon dezelfde dag per vliegtuig in het vaderland zou arrivee- ren en deze vergadering zeker niet het groot aantal conflicten, waarvoor Dr Colijn regel matig staat, zou willen vermeerderen, door te wenschen, dat dfc spanning tusschen zijn vaderhart en leidershart ten gunste van het laatste zou worden beslist (applaus). Spr. wilde een woord van geluk wensen spreken tot Dr Colijn voor de hooge zeldzame onderscheiding, welke deze ontving in zijn benoeming in het Grootkruis van de Orde van den Nedcr- landschen Leeuw. Spr. weet, dat Dr Colijn van zijn vele onderscheidingen tot dusver bijzonder waardeerde de Militaire Willemsorde en de eeresabel, die hij ontving voor zijn gewichtige diensten den lande als mili tair bewezen hij gelooft echter te mogen zeggen, dat daar nu een eereteeken is bij gekomen, dat zeker door Dr Co'ijn op\ dezelfde hoogte zal worden geschat, om dat gebleken is, dat niet alleen een groot deel van ons volk, doch zeer in het bij zonder ook H.M. de Koningin er blijk van gegeven heeft op hoe hooge prijs Zij de arbeid van Dr Colijn stelt en welke groote waarde Zij hecht aan de arbeid van Dr Colijn als leider van de regeeringspolitiek der laatste jaren. Wij hebben ons allen daarover verheugd en in ons hart was hot zoo, of wij zelf een stukje van het lint kregen (gelach). Plichts getrouwe dienst voor het vaderland, ge hoorzaamheid, volle overgave in dienst der Kroon, dat is het wat Dr Colijn ons altijd, maar zeer in bijzonder in de laatste jaren heeft geleerd. God geve, dat wij dit voor beeld verstaan en bereid zijn om naar dit voorbeeld te leven. Wij danken Dr Colijn, maar dat heeft zoo weinig betoekenis, als dit niet de vrucht is van dank aan Hem, Die Dr Colijn gegeven heeft, wat noodig was voor zijn arbeid. Het geloof, dat God naarmate Hij ons meer toe betrouwt, meer van ons zal vragen, was de sterkte en de kracht van Dr Colijn Wij danken God, en wij bidden, dat Hij ons allen, de beide Ministers in het bijzon der, geve wat noodig is, om getrouw aan Hem, aan onze Koningin, aan het vader land, al datgene te doen, wat noodig is voor heil van volk en land. Verschillende partijen, aldus richtte spr. zich nog nader tot de vergadering, zijn jaloersch op ons dat Dr Colijn een dor onrzen is, zelfs zoo, dat er zijn, die poger. hem los te maken van onze partij. Hij wenscht dat niet. Hij wil slechts dienaar des vaderlands zijn op grond van het A R. beginsel. Als men hem maakt tot een natio nale figuur, zegt hij: ik hen beschikbaar, maar op de grondslag van het A.R. beginsel. Spr. waarschuwt om voorzichtig te zijn, zelf geen moeite te maken en in de propa ganda geen vleesch tot onzen arm to stel len. Vergeet niet, dat ook op de huidige dag in het leven Satan rondgaat als een brieschende leeuw zoekende wien hij zou kunnen verslinden. Wij mogen in dn pro paganda geen oogenblik de nationale figuur Colijn losmaken van de Calvinistische, de A.R. figuur Colijn (applaus). Candidaatstelling Hierna werd een aanvang gemaakt met de afhandeling der huishoudelijke agenda. Aan de orde was allereerst het voorstel: Candidaatstelling 1937. Do hoeren Hoekstra (Don Haag), Heemskerk (Middelburg), Lu bb erts (Winschoten), De Kwaad steniet (Rot terdam), 01 denhuis (Bierum), War me Is (IloogeveenJ. v. Tuin (Dokkum) en Z u i d e ma (Goes) namen aan de discussie deel. Na beantwoording door den Voorzit ter ging de vergadering unaniem accoord mot het voorstel-Candidaatstelling. Ook het desbetreffende reglement werd zonder be sproking vastgesteld. Dr. Colijn spreekt Aan hot einde der morgenvergadering richtte Dr Colijn een kort woord tot de vergadering. Hij verklaardo daarbij niet te zullen spreken over iets, dat met de agenda voor deze vergadering verhand hield, om dat hij dan buiten zijn competentie zou gaan. Spr. moest echter wel enkele woorden zeg/ren aan den tijdelijken voorzitter van hot C. C. In de eerste plaats om dezen te danken voorde vriendelijke woorden,welke hij tot spr. richtte en die spreker zeer bij zonder op prijs gesteld heeft. Toon spr. bijna vier jaar geleden het voorzitterschap van het C. C. moest neer leggen, omdat hij tot Minister der Kroon geroepen werd en Minister do Wilde, de tweede voorzitter van het C C., in de zelfde omstandigheden verkeerde, is de leiding van de Partij in het land en van het C C. in hot bijzonder overgegaan op den heer Schouten. Er is niemand geweest, die eraan twijfelde of deze de aangewezen man was. Bleef tenslotte de vraag hoe het oordeel zou zijn, wanneer de heer Schouten gedurende vier jaar de leiding had gehad. Nu gelooft spr., al heeft hij het niet zoo van nabij kunnen volgen als velen der aanwezigen, dat hij dit kan zeggen, dat do Partij er gelukkig mee is ge weest, dat zij voor de leiding èn van het C. C. èn van do Partij in het land èn van de fractie in de Kamer, den heer Schouten heeft gehad. Het is een groot voorrecht voor een poli tieke partij als er altijd menschen gereed 1 staan om de leiding over to nomen als zij Een overzicht van de Jaarbeurs-zaal tijd ens de vergadering van het Centralen C onvent. die de leiding hobben, die moeten overgeven. Het menschclijk loven is broos; ook de sterkste kan vallen. En dan te beschikken over mannen, die als vanzelf aangewezen zijn en in staat blijken om de leiding over te nemen, dat is een voorrecht, waarvoor we God moeten danken. En dan nog iets. Het is wel gebleken, dat een groot voor deel is, dat de leiding der Partij in het land voortkomt uit de vertegenwoordiging in de Kamer. Het is noodig, bij de samen stelling der candidatenlijst ook daarop het oog te houden. Een enkel woord wilde spr. Zeggen met hot oog op de komende verkiezingen. Wij weten allen, dat in 1933 een zeker aantal menschen in den lande gestemd hob ben op den A.R. lijstaanvoerder om zeer bijzondere redenen, welke wellicht verband hielden met de voorvallen, die kort tevoren bij de marine in Indië plaatsgehad hadden. Zij stemden op spr. in de verwachting, een verwachting die zeker al dadelijk be schaamd moest worden, dat spr. zou zijn een man, die bulderend het land zou door gaan en elke vijf minuten met do vuist op tafel zou slaan (gelach). Dat was het beeld van den „sterken man"^ dat zij zich ge vormd hadden. Aan de avond van do verkiezingen heeft spr. in Amsterdam dit gezegd: Erkennende dat het noodig is, dat het regceringsgezag zioh krachtig doet voelen, b 1 ij f ik voor allo .dingen Anti-Revolutionair Niet alleen voor eigen innerlijke diepste levensovertuiging, maar ook omgezet op het terrein van de staatkundige practijk. Dat brengt mee. dat de rechte verhouding ge vonden moet worden tusschen gezag en vrijheid. Het is een A.R. beginsel, dat het volk gelegenheid moet hebben en houden om voor zijn rechten bij do Overheid op te komen. In dien zin heeft spr. daarbij vooral ook gesteund door den Minister van Binnen landsche Zaken, getracht het gezag hoog te houden, zonder tekort te doen aan het recht van het volk. Te roemen past spr. niet. Maar dit mag hij toch wel zeggen, dat, als we om ons heen zien en letten op andere landen, het woord juist is, dat een Engelsch journalist onlangs neerschreef, nadat hij een maan denlang bezoek had gebracht aan alle landen van Europa, dat Nederland een paradijs is van rust en orde, en dat ondanks de vele moeilijkheden en zorgen, waaronder ook ons volk en onze Regeering gebukt gaan. We zijn voor vier jaar de verkiezingen in gegaan met het door verschillende bladen zoo genoemde vierhoeksprogram.Met betrekking tot die vier punten, waarvoor de A.R Partij hij haar politieke gedragingen zoowel in de Regeoring als in de Kamer de verantwoordelijkheid aanvaardt, is niet alles even goed gegaan als wij wol gehoopt hadden. Met name ten opzichte van de zorg voor de financiën die een onmisbare grond slag zijn voor een behoorlijk staalkundig beleid, zijn wij er niet ten volle in geslaagd te bereiken, wat voorgesteld was. Gelukkig heeft de A.R. Partij in 1933 geen beloften gedaan. Wij hebben niet gezegd: we zullen dit of dat bereiken. Wel. dat we ons best zouden doen om te bereiken wat voorgesteld was. Intusschen zijn de moeilijkheden sinds 't optreden van het kabinet met den dag grooter geworden wat hoofdzakelijk een gevolg was van de waanzinnige economi- sohe politiek, welke de landen der wereld voerden. Wanneer we terugzien over de afgeloopcn periode, dan moeten we dit zeg gen, dat de A.R. Partij in het land, indien ooit, dan toch zeer zelden, een positie heeft ingenomen, waarbij haar politiek zoo alge meens waardeering in 's lands belang ge vonden heeft als op dit oogenblik. De A.R. fractie in de Kamer heeft gestaan als een rotsblok en heeft daardoor in het geheeie land en op het geheeie volk een in vloed gekregen^ die niet in cijfers te waar- deeren is, maar waardoor de zedelijke kracht van het A.R. beginsel veel dieper is doorgedrongen dan uit de stemmencijfers is op te maken. Voor de verkiezingsactie, waaraan spr. zelf eerst zal kunnen deelnemen, als bij candidaat Is, wil spr. deze raad geven, dat we voop do volgende verkiezing hot stand punt moeten blijven Innemen, waarvan zoo veel zedelijke kracht is uitgegaan, namelijk, stesS C, m 1- - lil IfiÉS Aan de bestuurstafel van 't Centralen Convent. V.t.n.r. de heeren Mr. A. de Wilde: Dr. H. Colijn: J. Schouten; R. A. den Ouden; L. F. Duymaer van Twist; Mr. H. Bijlcvcld. dat we met beide voeten blijven staan op den bodem der werkelijkheid. Spr. zou wel willen waarschuwen: om niet met wenschen naar voren te komen, waarvan niet met volkomen zekerheid ge zegd kan worden, dat ze voor inwilliging in aanmerking komen. Wie ook aan het bewind zal komen, koml voor de noodzakelijkheid tc staan eeuerzijds om de achterstand in de geldmiddelen in te halen, en anderzijds om do positie van het land sterker te maken temidden van de internationale economische onzeker heden. Als wij met beloften zouden komen, die direct als onvervulbaar moeten worden teruggenomen, dan doet dat afbreuk aan onzo zedelijke invloed op ons volk, ook al komt die niet in de stcmbuscijfers tot uit drukking. De beteckenis van een partij wordt niet door die cijfers bepaald maar wel door de zedelijke kracht welke van haar politiek uitgaat. Met dit punt wilde spr. besluiten, name lijk, dat wij ons voor alle dingen moeten aandienen op de grondslag van het A. R. beginselprogram, een Program waar iedero verstandige' Nederlander zich achter kan scharen als het gaat om de omzetting daar van in de practijk. Daarom ook gaat hef verkiezingsmanifest uit van die zedelijke kracht en invloed van onze Partij. Spr. bad do A. R. Partij toe, dat God haar die zedelijke kracht geve, opdat zij als één man, door dien geest bezield, dit voorjaar de verkiezingsactie mag ingaan. In de middagvergadering kwam aan de orde punt 3 der agenda, liet voorstel Ver kiezingsmanifest 1937. De heer Triezenberg (Prov. Comité, Groningen) verdedigde een voorstel-Gron'n- gen inzake de Invaliditeits- en Ouderdoms wet. Aa.n de zeer zakelijke discussie werd deelgenomen door de heeren G e rr it s (Cen trale Aalten); Biining (Prov. Comité Drenthe); War me ls (Centrale Hooge veen)Ds. Kamper (Meerkerk)Heems kerk (Middelburg); Boeremans (Haar lem); Koulemans (Amsterdam); Prof. Rutgers (Amsterdam): Hoekstra (den Haag); Groenewold (Groningen); Zwarts (Groningen) en Do Kwaadste- niet (Rotterdam). Do Voorzitter beantwoordde de spre kers, waarna do heer Triezenberg het voorstel-Groningen introk. Onder applaus werd aangenomen het voor- stel van den Voorzitter om C.C. en Deputa- tenvergadering te adviseeren het manifest ongewijzigd te aanvaarden Rede Mr. J. A. de Wilde Het woord was hierna aan Mr. J. A. do Wilde. Hij dankte voor de vriendelijke woorden tot hem gesproken. Deze verkiezingsstrijd aldus spr., zal een ander karakter dragen dan vroeger. Dit legt verplchtingen op. Wij moeten to allen tijde bereid zijn mede te doen aan constructieve politiek. De ervaring van Dr. Colijn en spr. is geweest, dat zij nooit last hebben gehad van verkiezings manifesten. Do A. R. Partij zet geen onver vulbare wenschen op haar program. Er zijn symtomen in ons volksleven dio aanwijzen, dat de eerbied en achting voor enze beginselen is gestegen. Men voelt, dat, willen wij ons parlemeniaire stelsel behou den, rust en orde noodig zijn en onze begin selen bieden de waarborg daartoe. Spr. wees voorls op de frontverandering van b.v. d<j S.D.A.P. Hier speelt niet alleen tactiek een rol, de oogen zijn opengegaan voor het ver keerde standpunt, dat men vroeger innam. De komende parlementaire periode belooft zeer belangrijk te worden. De internartonala toestand blijft in hooge mate precair, daar om is het weerbaar maken van ons volk e°n primordiale ei-rh die aan do overheid ge steld kan worden. Ook de economische toestand is in hoogo mate moeilijk. De regeering kan, in verband met het autarkische streven in het buiteu- land, do toestand niet radicaal verbeteren. De sociale toestand is eveneens zeer moei lijk. liet gevaar van een blijvend groot aan tal wrrkloozen bedreigt ons, mede door <19 gewijzigde techniek. Dan is er do drang naar nieuwe vor men in het staatsleven. Van groote be- teekends is het, dat wij, A.R., daarbij een rol spelen. Meermalen is gezegd, dat de A. R. fractie de best samengestelde is van heel het parlement (applaus). De leden der club toonen zich onder de superieure leiding van den heer Schou ten, mannen van karakter. Voor een gemengd volk als het Neder- landsche is er geen beter slelsel dan het parlementaire. Daardoor kan de vrijheid worden bewaard. Onze beginselen laten ons niet in den steek, noch in de opposi tie noch in de regeering des lands. Spr. zal gaarne, zoodra hij candidaa.-. is, deel nemen aan de verkiezingsactie en het zal hem cen voorrecht zijn te strijden voor de A.R. beginselen, die zulk een ontzaglijken invloed hebben uitgeoefend op de ontwikkeling van ons volk in de laatste eeuw. De Voorzitter dankte Mr. de Wilde voor diens woorden en deelde mee, dat op het verkiezingsmanifest een korte toelicn- ting zal worden gegeven. De btvde A. R. mi nisters zijn bereid, na de officieele candi daatstelling, voor de partij te gaan spreken. Dr. Colijn stelde zich beschikbaar voor 89 spreekbeurten: deze zulltn door het C. C.in overleg mei Dr. Colijn worden geregeld; a.- leen de Kamercentralen mogen hiervoor aanvragen doen. Spr. wokto tenslotte op om allo krachten in te spannen. Heel do goorgan:-eerde A.R. Partij betoone die waakzaamheid en werk zaamheid, welke wij hebben te betrachten in getrouwheid aan God en de login- Ion wel ke wij in onze banier schrijven. Zij in ons allen die warmte en overgegevenheid in 's lands zaken, dat we door handel en wan del in woord en geschrift ons volk pogen te winnen voor een staatkunde op den grond slag der geopenbaarde waarheid Gods. Spr. wekte op om niet te rusten voor het propagandablad Nederland Waak zaam, dat nu reeds een oplaag van c.a. een millioen heeft, elke veertien dagen iu nog grooter oplaag te verspreiden, zoodat het in elk huis komt. Hij legde daarbij ook de nadruk op do noodzakelijkheid van het huis bezoek. God geeft op Zijn tijd en Zijn »ijza zegen op ons werk. Nadat do heer Duymaer van Twist was voorgegaan in dankgebed, sloot do voor zitter de vergadering. Feuilleton 86) Mevrouw Prins had hem gaarne naar de oorzaak van zijn onrust gevraagd, maar zij zweeg, vooral om de tegenwoordigheid der kinderen, en behield zooveel mogelijk haar kalimte. Er lag in haar houding iets, dat op onderwerping geleek. Nu zijn er menschen, die zich altijd lang zaam onderwerpen, meenende, dat zij aan het „noodlot", zooals zij het noemen, toch niet kunnen ontkomen. Zelfs is het moge lijk, dat zij er toe komen, te gelooven, dat hun het lijden door een hoogere macht wordt opgelegd, en het derhalve nuttelooze moeite zou zijn, daaraan weerstand te bie den. 't Is zoo, in vele opzichten is een zich lijdzaam onderwerpen aan smarten en be proevingen te prijzen; maar niemand, die de gevoelens deelt van mevrouw Prins, kan or toch niet gelukkig bij zijn, omdat hij het geloof mist, hetwelk hem doet opzien lot God met de bede om verlossing van dat lijden. Voor zulke menschen is dat lij den een dubbel kruis. Mevrouw Prins wist meer dan haar man fermoedde. Zij wist, dat hij de hulp van Mevrouw Oker had ingeroepen om hem uit peldeiijken nood te redden, en dat hij -nog steeds voortging met al ziin crediet aan haar te verpanden. .Een maand geleden stond zij gereed om bit te gaan, en nauwelijks had zii de stoep betreden toen er twee mannen kwamen, van trie zij den een herkende als een in de nabijheid wonend deurwaarder. Deze trad op haar toe en vroeg haar, of de heer Prins thuis was. Zij verwees hem naar het kantoor; maar de deurwaarder gaf haar met zekere ironie te kennen, dat mijnheer daar niet te vinden was, en vertoonde haar een geprotesteerden wissel van een aanzienlijk bedrag. Zij kon niet anders doen dan hem andermaal naar het kantoor te verwijzen, deed hem een paar vragen over de herkomst van den wissel en ging heen. Een half uur later kwam zij terug en trof haar man aan, wien zij meedeelde, wat er op de stoep was voorgevallen. Ilij verbleekte. Hij had weer roekeloos gespeculeerd en verloren. Om zich te redden had hij den wissel afgegeven, in de hoop, dat mevrouw Oker, aan wie hij geschreven had, hem het geld vóór den vervaldag zou zenden, maar het geld was niet gekomen. „Stel je gerust, Jeanne", zei hij, moeite doende zich goed te houden. „Die wissel zal wel spoedig betaald worden". Nu, dat gebeurde ook. 's Avonds kwam er weer een brief privé ten huize van den heer Hulsting, en den volgenden dag werd de wissel voldaan. Zij vond gelegenheid, hem hierover te spreken, en bad hem, zich niet meer in schulden te steken. „Ik voorzie, Evert", zei zij, „dat, wan neer je voortgaat met speculeeren en je aan roekolooze ondernemingen te wagen, het ellendig met ons zal afloopen" „Wat bedoel je mot dat ellendig?" vroeg hij op norsohen toon. „Dat je ons in opspraak brengt en schan de op ons hoofd laadt. Wanneer een man niet voorspoedig is in zijn beroep of in zijn zaak en hij daardoor verliezen lijdt, dan kan dit hét medelijden van anderen opwekken; maar wanneer hij met geld, dat hem niet toekomt, of dat hij op bedel achtige wijze hoeft verkregen, zijn spel drijft en het verdobbelt, dan laadt die man schande op zijn hoofd en op dat van zijn vrouw en kinderen". De heer Prins verbeet zich van innerlijke woede. Hij moest stilzwijgend erkennen, dat zij gelijk had, maar wilde haar het laatste woord niet laten. „Met geld, dat mij niet toekomt?" riep hij uit. „Zeker. Het geld is van mevrouw Oker- Waarvoor zij je dat geld zendt, is mij nog niet duidelijk. Maar zuiver is de zaak niet. Zij moet in verbinding staan met afspraken, waarbij Walton en Mr. Berger betrokken zijn, afspraken die ik nog niet ken, maar die naar bet mij toeschijnt den toets der eerlijkheid, mannelijkheid en rechtschapenheid niet kunnen doorstaan". „Wat gebruik je weer groote woorden!" riep hij uit, daar hij anders niets wist to zeggen. „Neen, Evert, het züjn geen groote woor den. 't Is de waarheid, en zoo lang je mij onkundig laat van je gedrag, en van je ver houding tot die genoemde personen, heb ik reden om te denken, wat ik wil". „Dat kan ik je niet beletten0', „Neen, maar Zij hield eensklaps op. Zij drtrfde het niet zeggen, wat haar op do tong lag. „Maarvroeg hij tartend. Zij hegon te beven en hield de haftd voor de oogen. „O Evert", hei-nam zij snikkend, „ik vind in een huwelijk, dat gelukkig moest zijn door eensgezindheid in handel en wandel, niets treuriger, dan dat de een den ander wegens lichtzinnigheid, of hoe dan ook, verachten moet. Zulk een 'huwelijk is geen huwelijk meer. 't Is een breuk, waarbij huis en hart verloren gaan". Ilier werd het gesprek gestoord cn de heer Prins ontsnapte. Personen van zijn karakter, licht bewogen ais zij zijn, hebben de ooren nog niet gesloten voor de waar heid, maar zij zijn zoo verstrikt in de net ten van den demon die hen beheerscht, dat zij machteloos worden en in den stroom, die hen wegsleept, omkomen. Mevrouw Prins zat dan nu met ihaar kinderen bij de theetafel, terwijl haar man zich schijnbaar met de courant bezighield. Zij wist wel hater, dat hij niet las. Zijn onrust verried hem. Het angstzweet druppelde hem langs de wangen. Mevrouw Oker zou hera nog .eenmaal redden. Zij had hem veertien dagen be den tijd verzocht. De laatste dag was aan gebroken, en zoo heden het geld niet kwam zou hij een verloren man zijn en de voor spelling zijner vrouw uitkomen, dat hij over zijn eigen hoofd en dat van vrouw en kinderen onuitwischbare schande had ge bracht. Toen hij pas haar brief had ontvangen, was hij vol goedo hoop. Zij schreef wel kort, maar toch vertrouwelijk, en verzocht hem onder andere Walton zijn congé te geven, daar het nu niet meer noodig was hem verder te pousseeren. Maar toen er tien dagen verliepen zonder dat hem de gewenschte hulp gewerd, begon zijn hoop te wankelen. De schuldeischers werden dreigender en met veel moeite ver kreeg hij uitstel tot heden. Heden dus moest het geld er zijn, en zoo nietwaarheen zou lüj zich dan wenden? Hij wist geen raad meer. Geen enkele vriend wilde hem helpen, en het scheen, dat de goede genius, op welke hij steeds vertrouwd had, van hem geweken was. Maar zulk een hersenschimmig wezen heeft ook wel iets beters te doen dan zich in te laten met een onverbeterlijk speler en een man van kwade praktijken! In zijn angst wist hij niet, wat hij doen moest. Daar werd weer gescheld. Hij sprong op, ging in de gang, luister de ja, daar was een brief gekomen Hij hoorde den brenger zeggen tot de dienstbode: „Compliment van den notaris en hier is een brief voor mijnheer Prins". Dat was geen goed voortceken. Waarom had mevrouw Oker den brief niet rechtstreeks aan hem gezonden? Waar om niet door tusschenkomst van den heer Hulsling, en waarom door den notaris? O, hij begreep 't al. De hoop begon weer op te flikkeren. Mevrouw Oker had immers geschreven, dat zij haar financiën wilde regelen, en gewis neen, het kon niet an ders had zij nu den notaris opgedragen hem het verlangde geld te doen geworden Er kwam een lach op zijn vuurrood ge laat. De fletse blik dor oogen verdween. O, hij zou gered worden, en dandan zou hij triomfoeren over zijn vrouw en aan alle schuldeischers den mond stoppen. Dit alles werd overlegd met de snelheid der gedachten, die oen zonnestelsel door vliegen. Een enkele oogopslag was voldoen de om li 'n te overtuigen, dat zijn vrouw al zijn bewegingen bespiedde. Maar dat hinderde hem thans niet. Hij zou haar spoedig lachend aanzien en wel een uit vlucht vinden op haar bedenkingen. Hij opende den brief en las na een korte inleiding de volgende woorden: „Na rijp beraad ben ik tot het besluit gekomen, aan uw verzoek niet te voldoen en voorts alle connectiën en correspondentiën met u af te breken". De brief gleed hem uit do handen. Als een zinnelooze slaarde hij een paar secon den voor zich uit, slaakte tocu een kreet en viel van zijn stoel op den grond. Mevrouw Prins was opgesprongen en schoot met de beide kinderen haar man te hulp. Zij hielpen hem op een stool, maar hij gaf geen ander levensteeken dan een krampachtig trekken der gelaatsspieren. Hij was door een beroerte getroffen, en voordat er nog geneeskundige hulp kon ver schijnen, stonden zijn vrouw, kinderen en dienstboden voor een lijk. Elizo had de tijding ontvangen, dat haar man terug zou keeren. Spoedig zou zij hem weer bij zich hebben. Maar hoe, dat wist zij niet. Docli zij had nu een Troost gevonden, dio haar in staat stelde het zwaarste te dra gen. Kij was bereid haar Heiland ook te mid den van alle beproevingen te volgen. „Ik zoek mijn kracht bij U, mijn Hei land, zei zij, „en al dreigt mij ook de duiternis, op U ziende, zal mijn weg klaar heid worden". Zij hegon thans te begrijpen, waarom' Frans niet geschreven had. Hij was krank, zóó krank zeifs, dat hij de terugreis niet alleen kon ondernemen, maar geleide noo dig had. Doch hij zou spoedig komen, en dan wilde zij hem verplegen met al de liefde, die zij nog voor hem gevoelde. Hij was wel zeer diep gezonken, maar toch niet zoo diep, dat haar armen hem niet zouden kunnen hei-eiken en weer opheffen. Zij trachtte alles ie vergeten, wat hij misdaan had. (Wordt vervolgd)'

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1937 | | pagina 3