Prinselijk Paar in de Poolsche Karpathen
MAAS- EN SCHELDEBODE
WOENSDAG 13 JANUARI 1937
Hoe Prinses Juliana en Prins Bernhard
uit het Paleis „ontsnapten"
ledereen om de tuin geleid!
Wittebroodsweken ïn een lieflijktoeristenoord
DE TOTSTANDKOMING VAN
HET PRINSELIJK JACHT
STROP DER TRIBUNE-
EXPLOITANTEN
ELIZE
Wij kunnen thans mededeelen, dat H. K. H, Prinses Juliana en Z. K. H.
Prins Bernhard Vrijdag j.l., eerst laat in den middag, Den Haag hebben ver*
laten en zich per auto naar Brussel hebben begeven.
Wekenlang heeft Oranjelievend Nederland zich afgevraagd, waar toch
wel het Bruidspaar de wittebroodsweken zou gaan doorbrengen. Het bleef
een geheimtotdat Prinses Juliana en Prins Bernhard goed en wel op de
plaats van bestemming waren aangekomen.
Op meesterlijke wijze hebben zij én de bruilofsgasten én de journalisten om
den tuin geleid. Krantenberichten vertelden dat het jonge Paar naar Tirol
zou gaan, dat het in Innsbrück was gearriveerd en door een groote menigte
toegejuicht, dat het de eerste huwelijksdagen in Engeland doorbracht...
Niets van dit alles. Donderdagmiddag zijn zij in den namiddag in een auto
gestapt, en nagewuifd door de gasten, die aanzaten aan het dejeuner „ver
trokken". Een echt vertrek was het echter niet, want geen minuut later
stond de auto al weer in de koninklijk e garage. Tot Vrijdagmiddag bleef
het Prinselijk Paar in het koninklijk Paleis en eerst toen werd de huwelijks
reis aanvaard. Per auto ging het eerst naar Brussel op de reis daarheen
zijn zij door vrijwel niemand herkend, iedereen waande hen immers al ver
weg in het buitenland? en daar zijn ze in den trein gestapt en door
gereisd naar Polen,
Zaterdagavond laat is het jonge Paar in Krynica aangekomen en heeft
zijn intrek genomen in „Patria", het b ekende hotel van den beroemden Pool-
schen zanger Jan Kiepura.
In een onderhoud, dat Prins Bernhard heeft verleend aan een verslag
gever van de „Express Poranny" verklaarde hij de keuze op Krynica te
hebben laten vallen, omdat hij deze plaats' prefereert wegens haar rust en
omdat hij de schoonheid der omgeving had hooren roemen.
„Wij zijn verrukt over ons verblijf in Krynica en Polen", verklaarde Prins
Bernhard, „het is de eerste maal dat Prinses Juliana op Poolsch gebied
vertoeft",
Volgens bet ,,N. v. 3. D." wisten slechts
H. M. de Koningin en driie ingewijden van
de reis Om de .vlucht" mogelijk te maken,
werd het publiek op alle mogelijke wijzen
op een 'dwaalspoor gebracht. Daarom be
sloot men reeds eenige weken geleden open
lijk een aantal kamers voor het Prinselijk
Paar te T gis te huren. In de hoop, dat dit
zou uitlokken. Dit geschiedde dan ook.
Prompt verscheen in enkele bladen het be
richt, dat het Bruidspaar te Igls enkele
Weken zou verblijven.
In de tweede plaats stuurde men op don
dag van het huwelijk een aantal koffers
naar het Hollandscbe Spoor met er aan be
vestigd labels voor do Mij. Zeeland. Subiet
verspreid-de zich door Den Haag het ge
rucht: de PrinseS en de Prins gaan naar
F.ngeiand. En ook dit bericht vond zijn weg
naar een deel van de persI
Doch in werkelijkheid gebeurde op don
huwelijksdag het volgende: Tegen half vijf
reed aan de achterzijde van het Paleis een
hofauto voor. Juliana en Bernhard zullen
vertrekken. Het afscheid heeft op de meest
hartelijke wijze plaats. Het Jaatste wat de
juichende gasten zien, zijn twee lachende
gezichten achter de autoruit.
Door de donkere tuin zagen de gasten
het roode achterlicht verdwijnen. Zij
verkeerden in de stellige waan,, dat
het Koninklijk Echtpaar was vertrokken.
Vlak bij do stallen gekomen, zwenkte
d-e wagen echter eensklaps de groote
koninklijke garage binnen. De deuren
werden dichtgeschoven en het licht in do
garage ging uit,
Als de gasten, goed en wel wieg zijn cn
dé( rust in-de tuinen van het paleis is weer
gekeerd, stappen in den donkeren avond
twee gedaanten uit 3e garage, Prinses
Juliana en Prins Bernhard. Zij nemen intrek
in het paleis, waar zij den volgenden mid
dag tot vijf uur blijven,
Hef hotel „Patria" in het Poolsche plaats je Krynica. waar het jonge vorstelijk
echtpaar de wittebroodsweken, hoopt door te brengen.
Vrijdagmiddag 5 uur rijdt wederom een
auto voor. De Prins en Prinses stappen in.
De huwelijksreis begint. In den Haag: nie
mand die hen herkent. In Botterdam: even
min. Op de pont te Dordrecht wordt het
echter gevaarlijk. Zij staan er temidden
van andere wagens. Niemand herkent hen,
behalve één der pontwachtors. Doch dezo
begreep enzweeg. Hulde!
In snelle vaart ging het naar Brussel.
Door niemand herkend. In de Belgische
hoofdstad gaat het niet anders. Alleen de
perronchef herkende het Paar. Doch ook
dezezwijgt. Samen koopen Prinses Ju
liana en Prins Bernhard nog eenige tijd
schriften aan een kiosk, vol met foto's van
Hun Huwelijk. En dan gaat het met de
Boekarest-Express verder, naar de Poolsche
Karpathen.
De romantische huwelijksvlucht is schitte
rend geslaagd.
Naar Krynica
Een medewerker die in Krynica bekend
is en daar onlangs nog heeft vertoefd,
schrijft ons het volgende:
Urenlang duurt de tteinreis van 3e
Duitsch-Poolsche grens naar Krynica, het
miniatuur-stadje, ergens verweg in de
Beskiden, het voorgebergte van de Kar
pathen.
Wij zitten in den expressetrein Berlijn
Boekarest en op den stillen winterscher,
middag, al spoedig gevolgd door den lan
gen avond, is het alsof de sneltrein zich
moeizaam voortsleept door de eindelooze
vlakten van Zuid-Polen, waar slechts hier
en daar een stadje of dorp de eentonigheid
voor een oogenblik verbreekt en daardoor
do verlatenheid dor streek nog scherper
accentueert. Langs Polens oudste stad. Kra
kow, de stad der honderd kerken, voert de
trein ons naar Tarnow, eveneens een groote
stad. doch met een stationnetje, dat ons
aan het een of ander gehucht in een uit
hoek van ons eigen land doet denken.
Aan de Noordzijde van de route is alles
een egale, grauwe vlakte, zonder nuancee
ring, zonder natuurschoon. De Zuidzijde is
inmiddels interessanter geworden. Daar tee
kenen zich in do verte de bergen van de
Hohe Tatra af. Zelfs in den donkeren avond
kan men de witte sneeuwhellingen en
sneeuwtoppen onderscheiden.
De grens itisschen
Westen en Oosten
In Tarnow moeten wij overstappen, den
internationalen trein, waar tenminste nog
opschriften waren, wolke wij lezen konden,
waar de conducteur ons nog kon verstaan
en wij ons nog eenigszins verbonden ge
voelden met West-Europa verlaten, en in
een echt Poolschen trein stappen, welke ons
in ruim vier uren naar Krynica zou bron
gen. Hier houdt het verband met West-
Europa op. Hier voelt men de grens tus-
schen het Westen en het Oosten genaderd
te zijn. Aan tallooze kleinigheden kan men
constateeren, dat het hier een wondere
wereld is, een gastvrije en vriendelijke
wereld weliswaar,, maar toch een geheel
andere.
Geleidelijk wordt het landschap meer
bergachtig. De sneeuw ligt meters hoog
over het land en een ijzige temperatuur
maakt, dat de bewoner van een land met
zachte winters zich ietwat onbehaaglijk ge
voelt.
De Polen in den trein dragen allen dikke
bontjasson. Men reist in dit land niet zon
der pels. Deze is hier geen weeldeartikel.
Iedereen heeft er een. Lange bontjassou,
met hooge bonte mutsen. Dat is d e kleeder
dracht.
Langzamerhand zijn we gekomen in -ie
onmiddellijke nabijheid van de Tsjecho-Slo-
waaksche grens. Op één punt zelfs is de
spoorbaan slechts enkele meters van de
staatsgrens verwijderd. Dan buigt de lijn
weer om en verder gaat het Polen in.
Eindelijk reeds na het middernachte
lijk uur stopt de trein in Krynica; de Pool
sche „kurplaats" zeer bekend in het land
zelf doch volkomen onhekend in het bui
tenland.
Krynica, het Poolsche Vichy
Krynica is het Poolsche Vichy. Als win
tersportplaats heeft het niet die beteekenis,
welke bijvoorbeeld Zakopane heef. Daar is
een meer Alpinisch landschap. In Krynica
is de natuur niet zoo grootsch, doch wel
li-ofelijk. Zoowel in den zomer als in den
winter vertoeven talrijke Poolsche families
hier. Het ligt op ruim 500 meter hoogte, in
een dal, afgesloten naar het Noorden, Oos
ten en Westen. Naar het Zuiden is het open.
zoodat de zoele Zuidenwinden ongehinderd
kunnen binnenkomen.
Beschut tegen koude bergwinden door met
loofbosschcn bedekte hoogten, heeft Krynica
een zeer mild en zonnig klimaat.
Een bijzonder ozon-rijke lucht en een
groot aantal geneeskrachtige bronnen,
maken, dat Krynica een zeer gezocht oord
is voor personen, die rust behoeven na een
inspannenden tijd of die voor een kwaal ge
nezing zoeken.
Zooals West-Europa naar Vichy, naar Spa
naar Bad Neuheim, naar Pyrmont trekt, zoo
trekt Polen en de naaste omgeving naar
Krynica.
Als men in Krynica aankomt kan men
geen taxi nemen naar zijn hotel. Is het in
den zomer dan kan mon de rit per fiacre
maken, doch in den winter is het eenige
vervoermiddel: de slede. Alles gaat per
slede. Twee, soms zelfs vier paarden trek
ken u met een flink vaartje door de be
sneeuwde bevroren straten van het stadje,
de koetsier, natuurlijk in een voor onze be
grippen kostbare pels gehuld, stopt u onder
een warme vacht en... voort gaat het.
Er zijn enkele goede hotels en een groot
aantal pensions waar men good en niet te
duur kan verblijven,
Krynica en Jan Kiepura
De beroemde Poolsche zanger Jan Kiepura
is de man, die Krynica in den laatsten tijd
vermaard heeft gemaakt.
Jan Kiepura's ouders woonden in Kry
nica en voerden er een bescheiden hotelle
tje. I-Iun zoon werd een zanger van wereld
reputatie en verdiende een reusachtig ver
mogen. Wat moest hij mot zijn geld doen?
Een zaïnger kan niet altijd blijven zingen,
eens komt het moment dat hij zal consta
teeren, zijn roem overleefd te hebben en dat
zijn naam niet meer die magische kracht
heeft, van weleer.
Jan Kiepura heeft dit begrepen en ge
zocht naar een object, waarin hij zijn ver
mogen kon beleggen. Hij werd hotelier en
maandenlang sprak de wereld over de zon
derlinge combinatie zanger-hotelier.
Jan Kiepura, de hotelier
Jan Kiepura, de hotelier, dat wil zoggen:
hij bouwde in Krynica een lux-o-hotel, be
taalde alles contanct, zoodat hij geen zorg
behoefde te hebben over rentebetaling en
aflossing en liet het beheer verder aan zijn
vader over. Totdat voor hem do tijd komt,
om zich aan de dagelijksche leiding van
hot bedrijf te moeten geven.
In hotel „Patria"
Tegen een'berghelling, op behoorlijken af
stand van den wog, vrij van stof met
heerlijke, afdalende terrassen ligt hotel
.Patria" het eigendom van Jan Kiepura.
Van de frontzijde heeft men een heerlijk
uitzicht over de bosschen, do achterzijde
geeft een blik op het berglandschap.
Inderdaad .Patria" is het laatste woord
van de meest verfijnde, luxueuze en mo
derne hotel-architectuur en -techniek.
Zij doen den bezoeker zich afvragen, of
men in een Sprookjespaleis is aangekomen.
Men vergeet de ruige vlakten van Polen,
men vergeet de betrekkelijk armoedige om
standigheden, waarin men in Polen leeft,
men vergeet do bescheiden eischen welke
men bier aan hotels en pensions moet stel
len, men vergeet de arme Galicische bevol
king, evenals het armelijke stationnetje van
Krynica.
Krynica als sportplaafs
Die traditie van Krynica Is eigenlijk ijs-
hockeysport. De groote wereldkampioen
schappen werden hier gehouden, doch in
den laatsten tijd zijn deze overgenomen
door Zakopane. Toch is de roem. van Kry
nica in de kringen van do wintersport nog
steeds gebaseerd op de ijshockey.
Thans echter is de ijshockeysport In Kry
nica hoofdzakelijk traditioneel. Zakopane
dat zooveel meer biedt aan wintersport-
mogelijkheden, tengevolge van het sterkere
alpinische karakter, heeft ook uitstekende
ijshockeybanen. Wel is het terrein in de
omgeving van Krynica door de lange,
flauwe hellingen uiterst geschikt voor slede-
tochten en skiloopen. Dat wordt daar dan
ook zeer druk beoefend,
„Gravin en graaf van Sferrenberg"
In dit milieu eenerzijds van modern ge
noegen en verfijning van smaak, anderzijds
van den typischen Poolschen eenvoud, zul
len onze Prinses en onze Prins hun witte
broodsweken doorbrengen. Zij zullen er ge
legenheid te over hebben zich te wijden
aan den wintersport en tegelijkertijd ge
nieten van de schoonheid van het land
schap.
Prinses Juliana en Prins Bernhard heb
ben in .Patria" hun intrek genomen onder
den naam Gravin en Graaf van Sferrenberg.
Vele moeilijkheden te overwinnen
Eerst wordt een proefmodel gemaakt
Nu de officieele aanbieding van het
nationaal huwelijksgeschenk heeft
plaats gevonden en op symbolische wijze
aan ons prinselijk paar het motor
jacht en de verbetering van het paleis
te Soestdijk zijn aangeboden, rijst alom
de vraag: hoe komen de plannen voor
dit jacht tot stand? Aanstonds zal ook
gevraagd worden: hoe zal het worden
gebouwd, hoe zal het worden ingericht?
Het spreekt vanzelf, dat in deze met do
wenschen van H.K.H. Prinses Juliana en
van Z.K.H. Prins Bernhard behoort rekening
te worden gehouden. Teneinde het lormu-
leercn dezer wenschen gemakkelijker te
maken, werd Z.K.H. voorgelicht door eenige
leden van een inmiddels in het leven geroe
pen technische commissie en bezocht de
Prins enkele jachten en jachtwerven. Deze
commissie, bestaande uit experts op het ge
bied van scheepsbouw en jachtbouw, is be
last men den bouw van het prinselijk jacht.
Een motorjacht, geen zeiljacht
De Prinses en de Prins wenschen een
motorjacht geen zeiljacht aan boord
waarvan ze met eenige gasten kunnen ver
blijven en waarmode zij weekendtochlen en
langere tochten kunnen maken, waar zij
van zon, water en buitenlucht Kunnen ge
nieten en waarmede zij zich kunnen bewe
gen langs vele schilderachtige plekken, die
one land aan de waterzijde zoo tairijk bied*..
Een zeer gelukkige omstandigheid is, dat
ons Prinselijk Paar niet de begeerte hcett
de Noordzee te gaan bevaren. Voor een ge
bruik zoowel in Nederland als buitengaats
behoeft het schip dus niet te worden inge
richt. Was die eiscli wel ontstaan, dan wa3
een tweeslachtig schip ontstaan, een schip,
dat eigenlijk ongeschikt zou zijn voor beide
doeleinden. Immers tot heden is men nog
nooit geslaagd een schip te construeeren dai
goed en betrouwbaar bleek in zee en tegelijk
met een geringen diepgang, het rneerendeet
der binnenwateren kon bevaren, waarvan
er vele slechts een geringen diepgang toe
laten.
Er blijven echter voor de technische com
missie genoeg moeilijkheden ter overweging.
Een schip met weinig diepgang vindt
een meer uitgebreid vaarterrein,
maar daar staat tegenover, dat zulk een
schip niet de benoodigde ruimte en het
gewenschte comfort kan bieden. De ver
langde ruimte bepaalt de minimum-
maten van het schip, terwijl de afmetin
gen van sluizen fen bruggen, alsmede de
diepte der vaarwegen de maximum
afmetingen voorschrijven,
In dit labyrinth van eischen en beperkin
gen moest de technische commissie een weg
zoeken en een compromis tot s'and brengm,
waarbij in zooveel mogelijk opzichten even
wicht wordt gebracht. Dat tenslotte hier en
daar beperkingen blijven beslaan is duide
lijk. Een gevolg is b.v. dat dit schip enkele
wateren niet zal kunnen bevaren, die een
andere ingevolge andere verlangens ge
bouwd schip wel zou kunnen bezoeken. Maar
ernstig is dit bezwaar niet, want het jaclr
zal een flinke motorboot meevoeren, die het
Prinselijk Paar op die punten zrI kunnen
brengen, waar het groote schip niet kan ko
men. Aldus zal geen hoekje in ons mooi en
schilderachtig waterland voor het Prinselijk
Paar verborgen behoeven te blijven
Een proefmodel
De heer H. W. de Voogt bracht het re
sultaat aller overwegingen in teekening. Zoo
ontstaat in goede samenwerking en met
veel onderling overleg een harmonisch ge
heel. Wanneer de thans in bewerking zijnde
plannen gereed zullen zijn, wordt van het
ontwerp een model gemaakt, dat beproefd
zal worden te Wageningen in het scheeps
bouwkundig proefstation. Enkele wijzigin
gen in het onderwaterschip kunnen dan met
het oog op de snelheid van het schip het
gedrag in ondiep water enz. noodzakelijk
blijken. Eerst dan zullen de malen van het
schip bepaald zijn en zal met den bouw een
aanvang kunnen worden gemaakt.
Laffe inbraak
Donderdagavond hebben twee jongeman
nen te Twijzelerheide zich via het
raam in het achterhuis toegang verschaft tot
de woning van de weduwe Dijkstra. Na de
oude vrouw te hebben gebonden braken de
onverlaten de kast open en namen een -beurs
met het ouderdomspensioen der weduwe
weg. Het touw waarmede zij was gebonden
hebben de twee weer meegenomen. Vrijdag
ochtend negen uur kwam oen kennis van da
oude vrouw tot de ontdekking wat er gebeurd
was. Zij riep de hulp van den dokter in,
daar de vrouw aan het hóófd en den hals
was gewond. Van de daders ontbreekt elk
spoor.
ONGEVEER TWEE TON
VERLIES
Handel Mij. de Ruyter heeft
surseance van betaling
aangevraagd
De exploitanten van de officieele tri
bunes, die ruim 40.000 zitplaatsen had
den, staan voor een grooten financieelen
strop. Met ingegrip van hun pachtsom
aan de Gemeente, groot f 82.000, hebben
hun totale kosten de twee ton overschre
den, terwijl aan plaatskaartenverkoop,
tengevolge van allerlei oorzaken, slechts
een bedrag van ruim tien duizend gul
den werd ontvangen.
De combinatie-de Ruiter zit dientenge
volge voor een tekort van circa twea
maal honderd duizend gulden.
Wel wordt nog gepoogd te tribunes naar
Londen te verkoopen, maar deze transactie
is tot heden toe niet tot stand gekomen. En
ook al slaagt zij, dan zal het tekort er niet
heel veel door verminderen.
Als belangrijke oorzaak voor deze debacle
worden aangenomen de zeer rigoureuse po
litiemaatregelen, welke aanvankelijk zijn
uitgevaardigd. Toen de politie-auitoriteitea
water in den wijn gingen doen, was het
kwaad niet meer te herstellen. De verlaging
der prijzen kon de menschen die ook den
15den September van heit vorig jaar nog niet
vergeten waren in de laatste dagen, toen
het weer ook minder gunstig werd, niet
meer lokken. Deze prijzen waren inderdaad
aanvankelijk aan den hoogen kant, gevolg
ook van den zeer opgedreven inschrijvings
prijs, 3ie op al te optimistische inzichten
berustte.
Ook hebben heel velen er de voorkeur aan
gcgeien om bij de radio de huwelijks-plech
tigheid te volgen.
Do stroom naar Den Haag was dan ook
heel wat minder groot dan geschat was. De
politie rekende o. i. zeer overdreven
steeds mot een half millioen. Het zijn r
gezien de vervoercijfers van de spoorwegen
misschien nog geen 150.000 geweest.
Onder den indruk van de autoritaire maat
regelen hebben honderdduizenden onmid
dellijk besloten: wij nemen geen risico's en
blijven thuis. En dit voornemen hebben ze
niet meer losgelaten, afgeschrikt ook als ze
werden door verhalen omtrent prijzen van
zitplaatsen binnen- en buitenshuis.
Hoe dit alles intusschen zij, de strop
is er.
De Handelmaatschappij C. de Ruiter te
Amsterdam heeft inmiddels surséance van.
betaling aangevraagd. Ook wil zij trachten,
van de gemeente Den Haag een deel der
inschrijvingssom gerestitueerd te krijgen.
Dat zal wel niet zoo gemakkelijk gaan,
omdat de f 82.000 reeds zijn aangewend voor
liefdadige doeleinden en een normale in
schrijving heeft plaats gehad.
Ook de exploitanten van de Oranje-trLbuna
vóór de A lexanderkazerne zitten voor een
groot verlies.
Ook hier heeft de plaatskaartenverkoop
slechts een gering percentage opgebracht
van den kostprijs, welke circa f 90.000 heeft
bedragen.
Maar het verlies, groot ongeveer
f 60.000, wordt in dit geval door drie on
dernemingen gedragen, Nationaal Grond
bezit, Padox en 't Gildenhuis.
Deze combinatie heeft haar tribune reels
als oud hout verkocht.
In een der bladen schijnt gesproken te
zijn van een bestorming der tribunes. Dit be
richt is pure fantasie. Te voren was reeds
overeengekomen, dat de tribunes gratis zou
den mogen worden bezet, indien zij onvol
doende mochten zijn bezet.
Toen zulks het geval bleek, is te 12 uur
het publiek toegelaten. Geheim was dit voor
nemen ook niet. Want reeds ©en of twee
dagen voor den 7den Januari was 't naar
ons gebleken is aan velen bekend.
De H.T.M. in de feestdagen
In totaal ruim vier millioen reizigers
vervoerd
De H.T.M. heeft gedurende de feestweken
4.233 558 reizigers vervoerd, waarvan alleen
in d-e laatste week 1.899 173. Op den grooten
dag zelf zijn rond 351000 reizigers vervoerd
met een opbrengst van t 32.886.
Van 19 tot en met 31 December werd rond
f 55.000 meer ontvangen dan in de overeen
komende periode van het vorige jaar. Van 1
tot en met 7 Januari werd ongeveer 84.000
meer ontvanger., tezamen dus rond f 139.000
meer-ontvangsten.
Een groot succes zijn de rondritten door do
versierde en verlichte stad geweest Het
maximale aantal rondritreizigers heeft 5430
op één dag bedragen, in totaal zijn 46.870
reizigers over den ca. 20 Km. langen rond
rit vervoerd.
Feuilleton
84)'
Haar eerste gedachte was nu ook: „Waar
is Frans? Ik zal hem opzoeken, ik zal hem
al de heerlijke dingen schrijven, die ik
thans geniet en wanneer hij zijn hart opent
en de hand uitstrekt om dezelfde gave der
genade te ontvangen, dan, ja dan eerst
zal ik onuitsprekelijk gelukkig zijn".
En terstond zette zij zich neer en schreef
Aan Frans
HOOFDSTUK XI
De wraak eener vrouw
Mevrouw Oker zat in haar huiskamer.
Haar blik was even koel gebleven zelfs
killer geworden. Haar gelaat was verma
gerd en had iets hoekigs gekregen. Haar
schoonheid, die zoo menig man had bekoord
Was beginnen te verdwijnen en had plaats
gemaakt voor een uitdrukking van wrevel
en ontevredenheid. Geen wonder! Harts
tochten laten hun indruk na en werpen een
Schaduw over geheel ons wezen.
Ge wandelt in uw tuin en verblijdt u over
een roos, die op het punt staat, zich prach
tig te ontwikkelen. Morgen ziet gij haar
weer, en nu treft het u, hoe de boomblade
ren plotseling een andere kleur hebben
laangenomen, verschrompeld zijn en er ver
flenst uitzien. Ge vermoedt en terecht
«at er een worm aan den wortel of in den
Stengel knaagt en het levensbeginsel heeft
aangetast, zoodat de bloeiende roos al haar
schoonheid heeft verloren.
In het hart van mevrouw Oker knaagde
ook een worm, een worm dien zijzelve op
gewekt en gekoesterd had. De haat, dien
zij tegen Elize had opgevat, was de drijver
geworden tot wraakzucht, en naarmate deze
zich ontwikkelde, had zij ook de kenteeke-
nen nagelaten en diepe groeven en booze
trekken op het gelaat voortgebracht.
De dienstbode bracht twee brieven.
„Uit Spanje en uit de hoofdstad!" zei zij,
de adressen beschouwende. „De een is ze
ker van Mr. Berger; de andere van dien
Iastigen mijnheer Prins. Nu, ik wil eerst
eens zien, wat Mr. Berger -mij te berichten
heeft, 't Werd ook werkelijk tijd, dat hij
mij iets deed hooren! Waarschijnlijk zal hij
mij ntededeclen, hoe het met Walton ge
steld is en of hij zijn doel heeft bereikt".
Zij opende den brief. De eerste regels ging
zij vluchtig door en sloeg een lange rij van
cijfers en berekeningen over, totdat zij aan
hot gewenschte punt kwam.
Daar las zij het volgende: Door 8en
heer Prins privé zult u bericht ontvangen
hebben, dat Walton, op raad van den beer
Pénard, hier is gekomen, 't Spreekt van
zelf dat ik hem onmiddellijk volgde, en hoe
wel hij mij evenals vroeger te Parijs
aanvankelijk wantrouwde, gelukte het mij
langzamerhand vergeef mij dit woord
mij bij hem in te smokkelen^ en kreeg ik
hem spoodig weer geheel onder mijn leiding
't Kostte mij echter veel, want het scheen,
dat hij willens was geworden een ander en
beter leven, zooals hij het noemde, te be
ginnen. Blijkbaar had hij na-ar den raad
van den heer Pénard geluisterd, die mijn
plannen, waar hij kon, tegenwerkte, Maak
te de heer Pénard het mij te lastig, dan
droop ik af, wachtende op betere gelegen
heid. Ook de brieven, die Walton van zijn
vrouw ontving, hinderden mij zeer in mijn
begonnen werk, en om daraan een einde te
maken, zorgde ik, dat hij dergelijke brieven
niet meer in handen kreeg en zijn vrouw
er ook geen van hem ontving. Maar dit
was mij nog niet voldoende; ik moest be
proeven hem van zijn arbeid af te trekken,
door zijn geest in verwarring te brengen.
Ik had meer dan eens gemerkt, vooral te
Parijn dat hij slecht bestand was tegen
overvloedigen lof en hij alsdan geheel van
streek raakte. Hierop bouwde ik mijn proef
neming, waardoor ik hoopte hem de rest
te kunnen geven. Door middel van de pers
liet ik zijn lof dien hij werkelijk ook
verdiende rondbazuinen enhij had
den slag beet, liet het werk varen, zocht
gezelschappen op, in één woord: binnen
weinige weken was het bij hem weer het
vroolijke leven als te Parijs. Dit matte hem
echter zoo at dat hij een paar dagen gele
den door een ziekte overvallen en aan de
rechterzijde geheel verlamd werd. Nu ligt
hij in het ziekenhuis, en de geneesheeren
verklaren, dat hij onherstelbaar zal zijn. De
vraag is nu: wat moet ik verder doen? Ik
stel ix voor, mij spoedig antwoord te geven
tegelijk met een wissel, voor het geval dat
ik hem naar huis zal moeten expedieeren,
wat het best geschieden kan met behulp
van een paar Duitsche werklieden uit de
Rijnprovincie die ik hier heb aangetroffen,
en die gaarne weer naar hun woonplaats
willen terugkperen".
Toen mevrouw Oker aan hot einde was ge
komen, strekte zij die hand, waarmee zij den
brief vasthield, op de .tafel uit en zei met
een grijnslach van leedvermaak: „Ziezoo!
Zoover zijn we reeds^ Maar 't is mij nog niet
genoeg. Het slottafereel moet nog komen.
Zijm vrouw moet haar man terugheb
ben; die twee beihooren immers samen. En
als hij dan tot haar is teruggekeerd, als een
machtelooze de woning wordt binnengedra
gen; als zij de sporen der uitspatting op zijn
gelaat en in heel zijn wezen zal waarnemen
dan zal zij hem verachtelijk van zich
stooten en in wanhoop haar keus berouwen".
Die gedachte vond mevrouw Oker uitne
mend.
„Ja", zei ze tot zichzelve, „dan eerst zal
ik voldaan zijn, als zij, die mij getrotseerd
heeft, diep vernederd zal zijn. Dat is mijn
wraak! En die zal zoet wezen, vooral wan
neer ik haar nog eens zal weerzien als een
beklagenswaardig voorwerp, als een vrouw,
die geen andere heugenis heeft dan van de
ellende harer echtverbintenisLaat mij
nu zorgen, dat Mr. Berger een wissel ont
vangt, opdat hij Walton naar huis zal kun
nen expedieeren".
Toen zij hiermede gereed was, wierp zij
een blik op een anderen brief, die nog onge
opend op tafel lag.
Zij maakte het couvert los en feenïge re
gels gelezen hebbende, fluisterde zij bij zich
zelve: „Die mijnheer Prins is lastig, en las
tige menschen moeten op hun nummer ge
zet worden. Citroenen, die' men gebruikt
heeft, werpt men weg. Die man kwelt mij ge
durig om geld, en hij heeft voor dat kar
weitje met Walton reeds zooveel gekregen.
Notaris Verstout, aan wipn ik schreef, be
richtte mij, dat het zeer wrak met hem
staat, fen gevolge van gewaagde onderne
mingen en speculatiën. Maar het spreekt
vanzelf, dat ik mijn geld niet in een bo-
demloozen put wil werpen. Hij heeft zijn
diensten verricht en ik heb hem dus niet
meer noodig, terwijl ik zeker ben, dat hij
onze overeenkomst wel verzwijgen zal".
Na nog eens nagedacht te hebben was zij
beslist. „Neen, mijnheer Prins, lastige men
schen van uw soort wijst men de deur
Nog eens dacht zij na of zij zóó wel „goed"
handelde. „Maar", overlegde zij zich zelve,
„ik zal voorzichtig zijn en hem niet ter
stond de hoop ontnemen. Ik zal hem schrij
ven, dat hij een paar weken moet wachten,
daar ik bezig ben mijn financiën in orde
te brengen. Op die wijs stoot ik hem niet
dadelijk voor het hoofd en hij kan blijven
hopen. Misschien gebeurt er dan in dien tijd
iets, waardoor hij mijn hulp niet meer noo
dig heeft. In elk geval, ik zal hem opdragen
Walton zijn congé te geven en het bericht
hiervan aan diens vrouw te doen geworden".
HOOFDSTUK XII
Het uifelnde van een speler
Ongeveer veertien dagen later zat, kort na
het middagmaal, mevrouw Hulsting in haar
kamer, en genoot zooals zij het noemde
een stil half-uurtje. Haar man was uit
en zou vooreerst niet terugkomen. Hij scheen
het zeer druk te hebben, zoowel voor par
ticuliere zaken als voor de firma.
Mevrouw Hulsting liet hem stil zijn gang
gaan: zij wist, dat hij voorzichtig was en
zorgde, dat niemand hem op de vingers kon
tikken. Zelden of nooit, sprak zij met hem
over de zaken van het kantoor en hoewel
hij haar onlangs had toegefluisterd, dat het
met den heer Prins niet te best stond, be
kommerde zij er zich niet om.
„Mijn man", zei zij bij zichzelve „weef
best wat hij doet en past op de dubbeltjes.
Hij za] er niet bij te kort komen".
Zij kon echter niet in den dut geraken.
Haar gedachten dwaalden naar nicht Krim
pen en zij moest glimlachen. Geen wonder
ook! Zij had dien ochtend een briefje van
haar ontvangen met de mededeeling, dat zij
morgen het genoegen hoopte te smaken,
haar aanstaande te komen presenteeren.
Inderdaad, mevrouw Hulsting kon den
glimlach niet terughouden.
„Zij heeft dan toch eindelijk een man ge
vonden!" fluisterde zij bij zichzelve.
Nu, zij heeft er wel haar best voor ge
daan. O, dte natuur die natuur'. Wie kan
haar weerstaan? Enfin, het zal mij verblij
den, als zij gelukkig wordt en tot rust komt.
Zij was den laatsten tijd zoo gejaagd, dat
haar mooie krullen en gedurig door in de
war geraakten. Voor één ding ben ik ech
ter een weinig bang: dat zij nog eens erg
orthodox en een dweepster met het Reveil
wordt. Maar verwonderen zou het mij ni-t
Men hoort tegenwoordig, zoo redeneerde
zij, ongeloofelijke dingen. Die godsdienstige
beweging houdt aan en velen van mijn be
kenden, die den eersten avond naar een hal
en den anderen avond naar den schouxv-
burg gingen, zitten nu geestelijke liederen ta
zingen. Het schijnt een godsdienstige ziekte
te worden, die Iedereen besmet. De lui aan
de fabriek, zooals Pot en zijn vrouw. Zemel
de bakker en anderen loopen om het hardst
naar de bidstonden. Ik hoop er voor bewaard
te blijven. Ik houd mij aan mijn goeden
dominee.
(Wordt vervolgd}