Prinselijk Paar in de Poolsche Karpathen MAAS- EN SCHELDEBODE WOENSDAG 13 JANUARI 1937 Hoe Prinses Juliana en Prins Bernhard uit het Paleis „ontsnapten" ledereen om de tuin geleid! Wittebroodsweken ïn een lieflijktoeristenoord DE TOTSTANDKOMING VAN HET PRINSELIJK JACHT STROP DER TRIBUNE- EXPLOITANTEN ELIZE Wij kunnen thans mededeelen, dat H. K. H, Prinses Juliana en Z. K. H. Prins Bernhard Vrijdag j.l., eerst laat in den middag, Den Haag hebben ver* laten en zich per auto naar Brussel hebben begeven. Wekenlang heeft Oranjelievend Nederland zich afgevraagd, waar toch wel het Bruidspaar de wittebroodsweken zou gaan doorbrengen. Het bleef een geheimtotdat Prinses Juliana en Prins Bernhard goed en wel op de plaats van bestemming waren aangekomen. Op meesterlijke wijze hebben zij én de bruilofsgasten én de journalisten om den tuin geleid. Krantenberichten vertelden dat het jonge Paar naar Tirol zou gaan, dat het in Innsbrück was gearriveerd en door een groote menigte toegejuicht, dat het de eerste huwelijksdagen in Engeland doorbracht... Niets van dit alles. Donderdagmiddag zijn zij in den namiddag in een auto gestapt, en nagewuifd door de gasten, die aanzaten aan het dejeuner „ver trokken". Een echt vertrek was het echter niet, want geen minuut later stond de auto al weer in de koninklijk e garage. Tot Vrijdagmiddag bleef het Prinselijk Paar in het koninklijk Paleis en eerst toen werd de huwelijks reis aanvaard. Per auto ging het eerst naar Brussel op de reis daarheen zijn zij door vrijwel niemand herkend, iedereen waande hen immers al ver weg in het buitenland? en daar zijn ze in den trein gestapt en door gereisd naar Polen, Zaterdagavond laat is het jonge Paar in Krynica aangekomen en heeft zijn intrek genomen in „Patria", het b ekende hotel van den beroemden Pool- schen zanger Jan Kiepura. In een onderhoud, dat Prins Bernhard heeft verleend aan een verslag gever van de „Express Poranny" verklaarde hij de keuze op Krynica te hebben laten vallen, omdat hij deze plaats' prefereert wegens haar rust en omdat hij de schoonheid der omgeving had hooren roemen. „Wij zijn verrukt over ons verblijf in Krynica en Polen", verklaarde Prins Bernhard, „het is de eerste maal dat Prinses Juliana op Poolsch gebied vertoeft", Volgens bet ,,N. v. 3. D." wisten slechts H. M. de Koningin en driie ingewijden van de reis Om de .vlucht" mogelijk te maken, werd het publiek op alle mogelijke wijzen op een 'dwaalspoor gebracht. Daarom be sloot men reeds eenige weken geleden open lijk een aantal kamers voor het Prinselijk Paar te T gis te huren. In de hoop, dat dit zou uitlokken. Dit geschiedde dan ook. Prompt verscheen in enkele bladen het be richt, dat het Bruidspaar te Igls enkele Weken zou verblijven. In de tweede plaats stuurde men op don dag van het huwelijk een aantal koffers naar het Hollandscbe Spoor met er aan be vestigd labels voor do Mij. Zeeland. Subiet verspreid-de zich door Den Haag het ge rucht: de PrinseS en de Prins gaan naar F.ngeiand. En ook dit bericht vond zijn weg naar een deel van de persI Doch in werkelijkheid gebeurde op don huwelijksdag het volgende: Tegen half vijf reed aan de achterzijde van het Paleis een hofauto voor. Juliana en Bernhard zullen vertrekken. Het afscheid heeft op de meest hartelijke wijze plaats. Het Jaatste wat de juichende gasten zien, zijn twee lachende gezichten achter de autoruit. Door de donkere tuin zagen de gasten het roode achterlicht verdwijnen. Zij verkeerden in de stellige waan,, dat het Koninklijk Echtpaar was vertrokken. Vlak bij do stallen gekomen, zwenkte d-e wagen echter eensklaps de groote koninklijke garage binnen. De deuren werden dichtgeschoven en het licht in do garage ging uit, Als de gasten, goed en wel wieg zijn cn dé( rust in-de tuinen van het paleis is weer gekeerd, stappen in den donkeren avond twee gedaanten uit 3e garage, Prinses Juliana en Prins Bernhard. Zij nemen intrek in het paleis, waar zij den volgenden mid dag tot vijf uur blijven, Hef hotel „Patria" in het Poolsche plaats je Krynica. waar het jonge vorstelijk echtpaar de wittebroodsweken, hoopt door te brengen. Vrijdagmiddag 5 uur rijdt wederom een auto voor. De Prins en Prinses stappen in. De huwelijksreis begint. In den Haag: nie mand die hen herkent. In Botterdam: even min. Op de pont te Dordrecht wordt het echter gevaarlijk. Zij staan er temidden van andere wagens. Niemand herkent hen, behalve één der pontwachtors. Doch dezo begreep enzweeg. Hulde! In snelle vaart ging het naar Brussel. Door niemand herkend. In de Belgische hoofdstad gaat het niet anders. Alleen de perronchef herkende het Paar. Doch ook dezezwijgt. Samen koopen Prinses Ju liana en Prins Bernhard nog eenige tijd schriften aan een kiosk, vol met foto's van Hun Huwelijk. En dan gaat het met de Boekarest-Express verder, naar de Poolsche Karpathen. De romantische huwelijksvlucht is schitte rend geslaagd. Naar Krynica Een medewerker die in Krynica bekend is en daar onlangs nog heeft vertoefd, schrijft ons het volgende: Urenlang duurt de tteinreis van 3e Duitsch-Poolsche grens naar Krynica, het miniatuur-stadje, ergens verweg in de Beskiden, het voorgebergte van de Kar pathen. Wij zitten in den expressetrein Berlijn Boekarest en op den stillen winterscher, middag, al spoedig gevolgd door den lan gen avond, is het alsof de sneltrein zich moeizaam voortsleept door de eindelooze vlakten van Zuid-Polen, waar slechts hier en daar een stadje of dorp de eentonigheid voor een oogenblik verbreekt en daardoor do verlatenheid dor streek nog scherper accentueert. Langs Polens oudste stad. Kra kow, de stad der honderd kerken, voert de trein ons naar Tarnow, eveneens een groote stad. doch met een stationnetje, dat ons aan het een of ander gehucht in een uit hoek van ons eigen land doet denken. Aan de Noordzijde van de route is alles een egale, grauwe vlakte, zonder nuancee ring, zonder natuurschoon. De Zuidzijde is inmiddels interessanter geworden. Daar tee kenen zich in do verte de bergen van de Hohe Tatra af. Zelfs in den donkeren avond kan men de witte sneeuwhellingen en sneeuwtoppen onderscheiden. De grens itisschen Westen en Oosten In Tarnow moeten wij overstappen, den internationalen trein, waar tenminste nog opschriften waren, wolke wij lezen konden, waar de conducteur ons nog kon verstaan en wij ons nog eenigszins verbonden ge voelden met West-Europa verlaten, en in een echt Poolschen trein stappen, welke ons in ruim vier uren naar Krynica zou bron gen. Hier houdt het verband met West- Europa op. Hier voelt men de grens tus- schen het Westen en het Oosten genaderd te zijn. Aan tallooze kleinigheden kan men constateeren, dat het hier een wondere wereld is, een gastvrije en vriendelijke wereld weliswaar,, maar toch een geheel andere. Geleidelijk wordt het landschap meer bergachtig. De sneeuw ligt meters hoog over het land en een ijzige temperatuur maakt, dat de bewoner van een land met zachte winters zich ietwat onbehaaglijk ge voelt. De Polen in den trein dragen allen dikke bontjasson. Men reist in dit land niet zon der pels. Deze is hier geen weeldeartikel. Iedereen heeft er een. Lange bontjassou, met hooge bonte mutsen. Dat is d e kleeder dracht. Langzamerhand zijn we gekomen in -ie onmiddellijke nabijheid van de Tsjecho-Slo- waaksche grens. Op één punt zelfs is de spoorbaan slechts enkele meters van de staatsgrens verwijderd. Dan buigt de lijn weer om en verder gaat het Polen in. Eindelijk reeds na het middernachte lijk uur stopt de trein in Krynica; de Pool sche „kurplaats" zeer bekend in het land zelf doch volkomen onhekend in het bui tenland. Krynica, het Poolsche Vichy Krynica is het Poolsche Vichy. Als win tersportplaats heeft het niet die beteekenis, welke bijvoorbeeld Zakopane heef. Daar is een meer Alpinisch landschap. In Krynica is de natuur niet zoo grootsch, doch wel li-ofelijk. Zoowel in den zomer als in den winter vertoeven talrijke Poolsche families hier. Het ligt op ruim 500 meter hoogte, in een dal, afgesloten naar het Noorden, Oos ten en Westen. Naar het Zuiden is het open. zoodat de zoele Zuidenwinden ongehinderd kunnen binnenkomen. Beschut tegen koude bergwinden door met loofbosschcn bedekte hoogten, heeft Krynica een zeer mild en zonnig klimaat. Een bijzonder ozon-rijke lucht en een groot aantal geneeskrachtige bronnen, maken, dat Krynica een zeer gezocht oord is voor personen, die rust behoeven na een inspannenden tijd of die voor een kwaal ge nezing zoeken. Zooals West-Europa naar Vichy, naar Spa naar Bad Neuheim, naar Pyrmont trekt, zoo trekt Polen en de naaste omgeving naar Krynica. Als men in Krynica aankomt kan men geen taxi nemen naar zijn hotel. Is het in den zomer dan kan mon de rit per fiacre maken, doch in den winter is het eenige vervoermiddel: de slede. Alles gaat per slede. Twee, soms zelfs vier paarden trek ken u met een flink vaartje door de be sneeuwde bevroren straten van het stadje, de koetsier, natuurlijk in een voor onze be grippen kostbare pels gehuld, stopt u onder een warme vacht en... voort gaat het. Er zijn enkele goede hotels en een groot aantal pensions waar men good en niet te duur kan verblijven, Krynica en Jan Kiepura De beroemde Poolsche zanger Jan Kiepura is de man, die Krynica in den laatsten tijd vermaard heeft gemaakt. Jan Kiepura's ouders woonden in Kry nica en voerden er een bescheiden hotelle tje. I-Iun zoon werd een zanger van wereld reputatie en verdiende een reusachtig ver mogen. Wat moest hij mot zijn geld doen? Een zaïnger kan niet altijd blijven zingen, eens komt het moment dat hij zal consta teeren, zijn roem overleefd te hebben en dat zijn naam niet meer die magische kracht heeft, van weleer. Jan Kiepura heeft dit begrepen en ge zocht naar een object, waarin hij zijn ver mogen kon beleggen. Hij werd hotelier en maandenlang sprak de wereld over de zon derlinge combinatie zanger-hotelier. Jan Kiepura, de hotelier Jan Kiepura, de hotelier, dat wil zoggen: hij bouwde in Krynica een lux-o-hotel, be taalde alles contanct, zoodat hij geen zorg behoefde te hebben over rentebetaling en aflossing en liet het beheer verder aan zijn vader over. Totdat voor hem do tijd komt, om zich aan de dagelijksche leiding van hot bedrijf te moeten geven. In hotel „Patria" Tegen een'berghelling, op behoorlijken af stand van den wog, vrij van stof met heerlijke, afdalende terrassen ligt hotel .Patria" het eigendom van Jan Kiepura. Van de frontzijde heeft men een heerlijk uitzicht over de bosschen, do achterzijde geeft een blik op het berglandschap. Inderdaad .Patria" is het laatste woord van de meest verfijnde, luxueuze en mo derne hotel-architectuur en -techniek. Zij doen den bezoeker zich afvragen, of men in een Sprookjespaleis is aangekomen. Men vergeet de ruige vlakten van Polen, men vergeet de betrekkelijk armoedige om standigheden, waarin men in Polen leeft, men vergeet do bescheiden eischen welke men bier aan hotels en pensions moet stel len, men vergeet de arme Galicische bevol king, evenals het armelijke stationnetje van Krynica. Krynica als sportplaafs Die traditie van Krynica Is eigenlijk ijs- hockeysport. De groote wereldkampioen schappen werden hier gehouden, doch in den laatsten tijd zijn deze overgenomen door Zakopane. Toch is de roem. van Kry nica in de kringen van do wintersport nog steeds gebaseerd op de ijshockey. Thans echter is de ijshockeysport In Kry nica hoofdzakelijk traditioneel. Zakopane dat zooveel meer biedt aan wintersport- mogelijkheden, tengevolge van het sterkere alpinische karakter, heeft ook uitstekende ijshockeybanen. Wel is het terrein in de omgeving van Krynica door de lange, flauwe hellingen uiterst geschikt voor slede- tochten en skiloopen. Dat wordt daar dan ook zeer druk beoefend, „Gravin en graaf van Sferrenberg" In dit milieu eenerzijds van modern ge noegen en verfijning van smaak, anderzijds van den typischen Poolschen eenvoud, zul len onze Prinses en onze Prins hun witte broodsweken doorbrengen. Zij zullen er ge legenheid te over hebben zich te wijden aan den wintersport en tegelijkertijd ge nieten van de schoonheid van het land schap. Prinses Juliana en Prins Bernhard heb ben in .Patria" hun intrek genomen onder den naam Gravin en Graaf van Sferrenberg. Vele moeilijkheden te overwinnen Eerst wordt een proefmodel gemaakt Nu de officieele aanbieding van het nationaal huwelijksgeschenk heeft plaats gevonden en op symbolische wijze aan ons prinselijk paar het motor jacht en de verbetering van het paleis te Soestdijk zijn aangeboden, rijst alom de vraag: hoe komen de plannen voor dit jacht tot stand? Aanstonds zal ook gevraagd worden: hoe zal het worden gebouwd, hoe zal het worden ingericht? Het spreekt vanzelf, dat in deze met do wenschen van H.K.H. Prinses Juliana en van Z.K.H. Prins Bernhard behoort rekening te worden gehouden. Teneinde het lormu- leercn dezer wenschen gemakkelijker te maken, werd Z.K.H. voorgelicht door eenige leden van een inmiddels in het leven geroe pen technische commissie en bezocht de Prins enkele jachten en jachtwerven. Deze commissie, bestaande uit experts op het ge bied van scheepsbouw en jachtbouw, is be last men den bouw van het prinselijk jacht. Een motorjacht, geen zeiljacht De Prinses en de Prins wenschen een motorjacht geen zeiljacht aan boord waarvan ze met eenige gasten kunnen ver blijven en waarmode zij weekendtochlen en langere tochten kunnen maken, waar zij van zon, water en buitenlucht Kunnen ge nieten en waarmede zij zich kunnen bewe gen langs vele schilderachtige plekken, die one land aan de waterzijde zoo tairijk bied*.. Een zeer gelukkige omstandigheid is, dat ons Prinselijk Paar niet de begeerte hcett de Noordzee te gaan bevaren. Voor een ge bruik zoowel in Nederland als buitengaats behoeft het schip dus niet te worden inge richt. Was die eiscli wel ontstaan, dan wa3 een tweeslachtig schip ontstaan, een schip, dat eigenlijk ongeschikt zou zijn voor beide doeleinden. Immers tot heden is men nog nooit geslaagd een schip te construeeren dai goed en betrouwbaar bleek in zee en tegelijk met een geringen diepgang, het rneerendeet der binnenwateren kon bevaren, waarvan er vele slechts een geringen diepgang toe laten. Er blijven echter voor de technische com missie genoeg moeilijkheden ter overweging. Een schip met weinig diepgang vindt een meer uitgebreid vaarterrein, maar daar staat tegenover, dat zulk een schip niet de benoodigde ruimte en het gewenschte comfort kan bieden. De ver langde ruimte bepaalt de minimum- maten van het schip, terwijl de afmetin gen van sluizen fen bruggen, alsmede de diepte der vaarwegen de maximum afmetingen voorschrijven, In dit labyrinth van eischen en beperkin gen moest de technische commissie een weg zoeken en een compromis tot s'and brengm, waarbij in zooveel mogelijk opzichten even wicht wordt gebracht. Dat tenslotte hier en daar beperkingen blijven beslaan is duide lijk. Een gevolg is b.v. dat dit schip enkele wateren niet zal kunnen bevaren, die een andere ingevolge andere verlangens ge bouwd schip wel zou kunnen bezoeken. Maar ernstig is dit bezwaar niet, want het jaclr zal een flinke motorboot meevoeren, die het Prinselijk Paar op die punten zrI kunnen brengen, waar het groote schip niet kan ko men. Aldus zal geen hoekje in ons mooi en schilderachtig waterland voor het Prinselijk Paar verborgen behoeven te blijven Een proefmodel De heer H. W. de Voogt bracht het re sultaat aller overwegingen in teekening. Zoo ontstaat in goede samenwerking en met veel onderling overleg een harmonisch ge heel. Wanneer de thans in bewerking zijnde plannen gereed zullen zijn, wordt van het ontwerp een model gemaakt, dat beproefd zal worden te Wageningen in het scheeps bouwkundig proefstation. Enkele wijzigin gen in het onderwaterschip kunnen dan met het oog op de snelheid van het schip het gedrag in ondiep water enz. noodzakelijk blijken. Eerst dan zullen de malen van het schip bepaald zijn en zal met den bouw een aanvang kunnen worden gemaakt. Laffe inbraak Donderdagavond hebben twee jongeman nen te Twijzelerheide zich via het raam in het achterhuis toegang verschaft tot de woning van de weduwe Dijkstra. Na de oude vrouw te hebben gebonden braken de onverlaten de kast open en namen een -beurs met het ouderdomspensioen der weduwe weg. Het touw waarmede zij was gebonden hebben de twee weer meegenomen. Vrijdag ochtend negen uur kwam oen kennis van da oude vrouw tot de ontdekking wat er gebeurd was. Zij riep de hulp van den dokter in, daar de vrouw aan het hóófd en den hals was gewond. Van de daders ontbreekt elk spoor. ONGEVEER TWEE TON VERLIES Handel Mij. de Ruyter heeft surseance van betaling aangevraagd De exploitanten van de officieele tri bunes, die ruim 40.000 zitplaatsen had den, staan voor een grooten financieelen strop. Met ingegrip van hun pachtsom aan de Gemeente, groot f 82.000, hebben hun totale kosten de twee ton overschre den, terwijl aan plaatskaartenverkoop, tengevolge van allerlei oorzaken, slechts een bedrag van ruim tien duizend gul den werd ontvangen. De combinatie-de Ruiter zit dientenge volge voor een tekort van circa twea maal honderd duizend gulden. Wel wordt nog gepoogd te tribunes naar Londen te verkoopen, maar deze transactie is tot heden toe niet tot stand gekomen. En ook al slaagt zij, dan zal het tekort er niet heel veel door verminderen. Als belangrijke oorzaak voor deze debacle worden aangenomen de zeer rigoureuse po litiemaatregelen, welke aanvankelijk zijn uitgevaardigd. Toen de politie-auitoriteitea water in den wijn gingen doen, was het kwaad niet meer te herstellen. De verlaging der prijzen kon de menschen die ook den 15den September van heit vorig jaar nog niet vergeten waren in de laatste dagen, toen het weer ook minder gunstig werd, niet meer lokken. Deze prijzen waren inderdaad aanvankelijk aan den hoogen kant, gevolg ook van den zeer opgedreven inschrijvings prijs, 3ie op al te optimistische inzichten berustte. Ook hebben heel velen er de voorkeur aan gcgeien om bij de radio de huwelijks-plech tigheid te volgen. Do stroom naar Den Haag was dan ook heel wat minder groot dan geschat was. De politie rekende o. i. zeer overdreven steeds mot een half millioen. Het zijn r gezien de vervoercijfers van de spoorwegen misschien nog geen 150.000 geweest. Onder den indruk van de autoritaire maat regelen hebben honderdduizenden onmid dellijk besloten: wij nemen geen risico's en blijven thuis. En dit voornemen hebben ze niet meer losgelaten, afgeschrikt ook als ze werden door verhalen omtrent prijzen van zitplaatsen binnen- en buitenshuis. Hoe dit alles intusschen zij, de strop is er. De Handelmaatschappij C. de Ruiter te Amsterdam heeft inmiddels surséance van. betaling aangevraagd. Ook wil zij trachten, van de gemeente Den Haag een deel der inschrijvingssom gerestitueerd te krijgen. Dat zal wel niet zoo gemakkelijk gaan, omdat de f 82.000 reeds zijn aangewend voor liefdadige doeleinden en een normale in schrijving heeft plaats gehad. Ook de exploitanten van de Oranje-trLbuna vóór de A lexanderkazerne zitten voor een groot verlies. Ook hier heeft de plaatskaartenverkoop slechts een gering percentage opgebracht van den kostprijs, welke circa f 90.000 heeft bedragen. Maar het verlies, groot ongeveer f 60.000, wordt in dit geval door drie on dernemingen gedragen, Nationaal Grond bezit, Padox en 't Gildenhuis. Deze combinatie heeft haar tribune reels als oud hout verkocht. In een der bladen schijnt gesproken te zijn van een bestorming der tribunes. Dit be richt is pure fantasie. Te voren was reeds overeengekomen, dat de tribunes gratis zou den mogen worden bezet, indien zij onvol doende mochten zijn bezet. Toen zulks het geval bleek, is te 12 uur het publiek toegelaten. Geheim was dit voor nemen ook niet. Want reeds ©en of twee dagen voor den 7den Januari was 't naar ons gebleken is aan velen bekend. De H.T.M. in de feestdagen In totaal ruim vier millioen reizigers vervoerd De H.T.M. heeft gedurende de feestweken 4.233 558 reizigers vervoerd, waarvan alleen in d-e laatste week 1.899 173. Op den grooten dag zelf zijn rond 351000 reizigers vervoerd met een opbrengst van t 32.886. Van 19 tot en met 31 December werd rond f 55.000 meer ontvangen dan in de overeen komende periode van het vorige jaar. Van 1 tot en met 7 Januari werd ongeveer 84.000 meer ontvanger., tezamen dus rond f 139.000 meer-ontvangsten. Een groot succes zijn de rondritten door do versierde en verlichte stad geweest Het maximale aantal rondritreizigers heeft 5430 op één dag bedragen, in totaal zijn 46.870 reizigers over den ca. 20 Km. langen rond rit vervoerd. Feuilleton 84)' Haar eerste gedachte was nu ook: „Waar is Frans? Ik zal hem opzoeken, ik zal hem al de heerlijke dingen schrijven, die ik thans geniet en wanneer hij zijn hart opent en de hand uitstrekt om dezelfde gave der genade te ontvangen, dan, ja dan eerst zal ik onuitsprekelijk gelukkig zijn". En terstond zette zij zich neer en schreef Aan Frans HOOFDSTUK XI De wraak eener vrouw Mevrouw Oker zat in haar huiskamer. Haar blik was even koel gebleven zelfs killer geworden. Haar gelaat was verma gerd en had iets hoekigs gekregen. Haar schoonheid, die zoo menig man had bekoord Was beginnen te verdwijnen en had plaats gemaakt voor een uitdrukking van wrevel en ontevredenheid. Geen wonder! Harts tochten laten hun indruk na en werpen een Schaduw over geheel ons wezen. Ge wandelt in uw tuin en verblijdt u over een roos, die op het punt staat, zich prach tig te ontwikkelen. Morgen ziet gij haar weer, en nu treft het u, hoe de boomblade ren plotseling een andere kleur hebben laangenomen, verschrompeld zijn en er ver flenst uitzien. Ge vermoedt en terecht «at er een worm aan den wortel of in den Stengel knaagt en het levensbeginsel heeft aangetast, zoodat de bloeiende roos al haar schoonheid heeft verloren. In het hart van mevrouw Oker knaagde ook een worm, een worm dien zijzelve op gewekt en gekoesterd had. De haat, dien zij tegen Elize had opgevat, was de drijver geworden tot wraakzucht, en naarmate deze zich ontwikkelde, had zij ook de kenteeke- nen nagelaten en diepe groeven en booze trekken op het gelaat voortgebracht. De dienstbode bracht twee brieven. „Uit Spanje en uit de hoofdstad!" zei zij, de adressen beschouwende. „De een is ze ker van Mr. Berger; de andere van dien Iastigen mijnheer Prins. Nu, ik wil eerst eens zien, wat Mr. Berger -mij te berichten heeft, 't Werd ook werkelijk tijd, dat hij mij iets deed hooren! Waarschijnlijk zal hij mij ntededeclen, hoe het met Walton ge steld is en of hij zijn doel heeft bereikt". Zij opende den brief. De eerste regels ging zij vluchtig door en sloeg een lange rij van cijfers en berekeningen over, totdat zij aan hot gewenschte punt kwam. Daar las zij het volgende: Door 8en heer Prins privé zult u bericht ontvangen hebben, dat Walton, op raad van den beer Pénard, hier is gekomen, 't Spreekt van zelf dat ik hem onmiddellijk volgde, en hoe wel hij mij evenals vroeger te Parijs aanvankelijk wantrouwde, gelukte het mij langzamerhand vergeef mij dit woord mij bij hem in te smokkelen^ en kreeg ik hem spoodig weer geheel onder mijn leiding 't Kostte mij echter veel, want het scheen, dat hij willens was geworden een ander en beter leven, zooals hij het noemde, te be ginnen. Blijkbaar had hij na-ar den raad van den heer Pénard geluisterd, die mijn plannen, waar hij kon, tegenwerkte, Maak te de heer Pénard het mij te lastig, dan droop ik af, wachtende op betere gelegen heid. Ook de brieven, die Walton van zijn vrouw ontving, hinderden mij zeer in mijn begonnen werk, en om daraan een einde te maken, zorgde ik, dat hij dergelijke brieven niet meer in handen kreeg en zijn vrouw er ook geen van hem ontving. Maar dit was mij nog niet voldoende; ik moest be proeven hem van zijn arbeid af te trekken, door zijn geest in verwarring te brengen. Ik had meer dan eens gemerkt, vooral te Parijn dat hij slecht bestand was tegen overvloedigen lof en hij alsdan geheel van streek raakte. Hierop bouwde ik mijn proef neming, waardoor ik hoopte hem de rest te kunnen geven. Door middel van de pers liet ik zijn lof dien hij werkelijk ook verdiende rondbazuinen enhij had den slag beet, liet het werk varen, zocht gezelschappen op, in één woord: binnen weinige weken was het bij hem weer het vroolijke leven als te Parijs. Dit matte hem echter zoo at dat hij een paar dagen gele den door een ziekte overvallen en aan de rechterzijde geheel verlamd werd. Nu ligt hij in het ziekenhuis, en de geneesheeren verklaren, dat hij onherstelbaar zal zijn. De vraag is nu: wat moet ik verder doen? Ik stel ix voor, mij spoedig antwoord te geven tegelijk met een wissel, voor het geval dat ik hem naar huis zal moeten expedieeren, wat het best geschieden kan met behulp van een paar Duitsche werklieden uit de Rijnprovincie die ik hier heb aangetroffen, en die gaarne weer naar hun woonplaats willen terugkperen". Toen mevrouw Oker aan hot einde was ge komen, strekte zij die hand, waarmee zij den brief vasthield, op de .tafel uit en zei met een grijnslach van leedvermaak: „Ziezoo! Zoover zijn we reeds^ Maar 't is mij nog niet genoeg. Het slottafereel moet nog komen. Zijm vrouw moet haar man terugheb ben; die twee beihooren immers samen. En als hij dan tot haar is teruggekeerd, als een machtelooze de woning wordt binnengedra gen; als zij de sporen der uitspatting op zijn gelaat en in heel zijn wezen zal waarnemen dan zal zij hem verachtelijk van zich stooten en in wanhoop haar keus berouwen". Die gedachte vond mevrouw Oker uitne mend. „Ja", zei ze tot zichzelve, „dan eerst zal ik voldaan zijn, als zij, die mij getrotseerd heeft, diep vernederd zal zijn. Dat is mijn wraak! En die zal zoet wezen, vooral wan neer ik haar nog eens zal weerzien als een beklagenswaardig voorwerp, als een vrouw, die geen andere heugenis heeft dan van de ellende harer echtverbintenisLaat mij nu zorgen, dat Mr. Berger een wissel ont vangt, opdat hij Walton naar huis zal kun nen expedieeren". Toen zij hiermede gereed was, wierp zij een blik op een anderen brief, die nog onge opend op tafel lag. Zij maakte het couvert los en feenïge re gels gelezen hebbende, fluisterde zij bij zich zelve: „Die mijnheer Prins is lastig, en las tige menschen moeten op hun nummer ge zet worden. Citroenen, die' men gebruikt heeft, werpt men weg. Die man kwelt mij ge durig om geld, en hij heeft voor dat kar weitje met Walton reeds zooveel gekregen. Notaris Verstout, aan wipn ik schreef, be richtte mij, dat het zeer wrak met hem staat, fen gevolge van gewaagde onderne mingen en speculatiën. Maar het spreekt vanzelf, dat ik mijn geld niet in een bo- demloozen put wil werpen. Hij heeft zijn diensten verricht en ik heb hem dus niet meer noodig, terwijl ik zeker ben, dat hij onze overeenkomst wel verzwijgen zal". Na nog eens nagedacht te hebben was zij beslist. „Neen, mijnheer Prins, lastige men schen van uw soort wijst men de deur Nog eens dacht zij na of zij zóó wel „goed" handelde. „Maar", overlegde zij zich zelve, „ik zal voorzichtig zijn en hem niet ter stond de hoop ontnemen. Ik zal hem schrij ven, dat hij een paar weken moet wachten, daar ik bezig ben mijn financiën in orde te brengen. Op die wijs stoot ik hem niet dadelijk voor het hoofd en hij kan blijven hopen. Misschien gebeurt er dan in dien tijd iets, waardoor hij mijn hulp niet meer noo dig heeft. In elk geval, ik zal hem opdragen Walton zijn congé te geven en het bericht hiervan aan diens vrouw te doen geworden". HOOFDSTUK XII Het uifelnde van een speler Ongeveer veertien dagen later zat, kort na het middagmaal, mevrouw Hulsting in haar kamer, en genoot zooals zij het noemde een stil half-uurtje. Haar man was uit en zou vooreerst niet terugkomen. Hij scheen het zeer druk te hebben, zoowel voor par ticuliere zaken als voor de firma. Mevrouw Hulsting liet hem stil zijn gang gaan: zij wist, dat hij voorzichtig was en zorgde, dat niemand hem op de vingers kon tikken. Zelden of nooit, sprak zij met hem over de zaken van het kantoor en hoewel hij haar onlangs had toegefluisterd, dat het met den heer Prins niet te best stond, be kommerde zij er zich niet om. „Mijn man", zei zij bij zichzelve „weef best wat hij doet en past op de dubbeltjes. Hij za] er niet bij te kort komen". Zij kon echter niet in den dut geraken. Haar gedachten dwaalden naar nicht Krim pen en zij moest glimlachen. Geen wonder ook! Zij had dien ochtend een briefje van haar ontvangen met de mededeeling, dat zij morgen het genoegen hoopte te smaken, haar aanstaande te komen presenteeren. Inderdaad, mevrouw Hulsting kon den glimlach niet terughouden. „Zij heeft dan toch eindelijk een man ge vonden!" fluisterde zij bij zichzelve. Nu, zij heeft er wel haar best voor ge daan. O, dte natuur die natuur'. Wie kan haar weerstaan? Enfin, het zal mij verblij den, als zij gelukkig wordt en tot rust komt. Zij was den laatsten tijd zoo gejaagd, dat haar mooie krullen en gedurig door in de war geraakten. Voor één ding ben ik ech ter een weinig bang: dat zij nog eens erg orthodox en een dweepster met het Reveil wordt. Maar verwonderen zou het mij ni-t Men hoort tegenwoordig, zoo redeneerde zij, ongeloofelijke dingen. Die godsdienstige beweging houdt aan en velen van mijn be kenden, die den eersten avond naar een hal en den anderen avond naar den schouxv- burg gingen, zitten nu geestelijke liederen ta zingen. Het schijnt een godsdienstige ziekte te worden, die Iedereen besmet. De lui aan de fabriek, zooals Pot en zijn vrouw. Zemel de bakker en anderen loopen om het hardst naar de bidstonden. Ik hoop er voor bewaard te blijven. Ik houd mij aan mijn goeden dominee. (Wordt vervolgd}

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1937 | | pagina 3