Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe FTlanden IN HOC SIGNO VINCES WOENSDAG 6 'JANUARI 1937 W JAARGANG N°. '4361 PRINS BERNHARD PRINS DER NEDERLANDEN TENTOONSTELLING J.V. ©p <GL®. ,,J3manuël"l" te Stad a. h. Haringvliet DR COLIJN DUCHT GEEN WERELDOORLOG Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 0.90 bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. Uitgave N.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h. W. BOEKHOVEN ZONEN, SOMMELSDIJK Tel. Interc. No. 202 Postbus No. 2. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 8 uur. Advertentiën 20 cent. Reclames 40 cent, Boekaankondiging 10 cent per regeL Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen I.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte. AANPASSEN De Sociaal-Democratische Arbeiderspartij beleeft geen erg genoeglijke dagen. Nu stemmen wij toe dat het altijd niet vooi den wind behoeft te gaan. Doch de toestand zooals die zich daar voltrekt is toch we! wonderlijk. Men heeft geageerd tegen Colijn omdat die de aanpassingspolitiek volgde. Men heeft de Regeering de heftigste verwijten naar het hoofd geslingerd. Maar, zouden wij willen vragen, wat doet de Sociaal- Democratie in deze dagen anders dan aan passen. De groote en schitterende leuzen waar mede men vroeger ten strijde trok, waar zijn die gebleven? Door den drang der omstandigheden moest de Sociaal-Democratie wel de positie wijzigen. Maar daardoor werd het toch dui delijk voor de geheele wereld dat al die leuzen en z.g. beginselen van vroeger slechts bombast waren. Want nu de werkelijkheid van het leven met zijn bittere tragiek aan komt stormen moet zij wel van positie veranderen; daar mede is duidelijk aangetoond, dat de begin selen slechts in de verbeelding gefantaseerd waren, dat de bodem der werkelijkheid ten eenenmale ontbrak, want juist in moeilijke en zorgvolle tijden is het beginsel het eenige dat wij hebben, om ons aan vast te klam pen. Juist in moeilijke tijden heeft het Anti- rev. -beginsel leiding kunnen geven; in zware tijden geboren past het voornamelijk wat de fundamenteele stukken aangaat en de toepassing daarvan volkomen op dezen tijd. Het moet voor de oudere generatie der Sociaal-democratie wel een droeve en wee moedige gedachte zijn, dat de beginselen waarvoor zij vroeger gestreden hebben met al hun macht, nu plaats moeten maken voor de aanpassingspolitiek welke de partij nu voert. Over die omkeer verheugen wij ons, maar het is een verheugen met beven, want men moet het ons niet euvel duiden,, vertrouwen doen wij die politiek geenszins. Wij hebben zoo'n vaag vermoeden dat de Sociaal-democratie bang, doodsbang is voor het Fascisme. En innerlijk volkomen over tuigd zijnde dat men daar geen afdoende verweer tegen kan bieden, maakt men nu de zwaai, bang zijnde dat men anders de vat op de massa zal verspelen. Het is een concurrentiestrijd tusschen twee revolutio naire richtingen waarbij men tegen elkan der opbiedt en waarbij men beiden tracht elkander vliegen af te vangen. Maar wat bij de Sociaal-democratie ver andert, doel en grondstelling der partij blijven ongewijzigd. Daarom is ook in den gewijzigden vorm, het beginsel der S.D.A.P. voor ons onaan nemelijk. Zoolang men staat op den bodem van den klassenstrijd, zoolang Marx als de geestelijke vader aangebeden wordt, zoo lang men niet ophoudt te provoceeren„ is de S.D.A.P. een gevaar voor ons land. Zij is van buitenlandsch fabrikaat, draagt een Internationaal karakter en verdraagt zich nooit met de zuiver Nederlandsche ge dachte, in onze Vaderlandsche bodem ge dijen zulke planten niet. Volgens de woor den van Groen moeten wij bereid zijn de giftige vruchten van dien boom te vernie tigen, ja tot de uitroeiing van stam en wor tel van die boom moeten wij bereid zijn, omdat zij een geducht gevaar yoor onze samenleving opleveren. Daarom is de Sociaal-democratie, ook na aanpassing voor een christen volkomen ver werpelijk, want zij voert ons af van God en Zijn Woord en bouwt het geheele stelsel op Uit de rede. Zoolang volgens het woord van pro fessor Diepenhorst, de oude Marxistische Adam niet volkomen verloochend of afge storven is, kunnen wij nooit samengaan met hen en blijven wij hen een bedreiging .vinden van de beste Christelijke tradities onzer samenleving. Naar wij vernemen, kan zeer binnen kort een Koninklijk Besluit worden te gemoet gezien, waarbij aan Z.D.H. Prins Bernhard de titel van Prins der Nederlanden zal worden verleend. Konijnenfokvereen. „S.K.V" Sommelsdijk In Hotel Spee te Sommelsdijk Vrijdag 1 en Zaterdag 2 Januari hiel.i bovengenoemde Vereeniging haar 6e club- tenloonstclling De opening vond plaats Niemvaarsmiddag door den Ecre-Voorzitter Ir. M. B Smits, Landbouwleoraar alhier. Na een welkomstwoord van don Voorzitter, den heer J. .1. Bienefelt, die zich in de eer ste plaats richtte tot den Ecre-Voorzitter en de leden van het Eere Comité, van wie aanwezig wa« de beer H. van Es, sprak Ir. Smits het openingswoord, waarin hij ge waagde van hetere perspectieven voor de konijnenfokkerij dan vorig jaar. Vorig jaar waren de prijzen van vleesch zowel als van veilen ongunstig. Spr. had toen echter ge adviseerd in elk geval door te gaan met de sportfokkerij omdat dit een hechte basis vormJe voor de nutfokkerij. Dit jaar was de tpestnnd beter en al geldt de sportfokkerij niet in de eerste plaats geldelijk voordeel, toch is een behoorlijke prijs een aansporing om ijverig voort te gaan. Spr. hoopte dat deze gelukkige om standigheid mag blijven in de toekomst, die beslist gunstig zou zijn als do prijs der ko nijnen evenredig zou blijven met de vleesch prijzen. Spr. eindigde met de wensch dat de ten toonstelling mocht slagen en dat de Veree- niging mocht groeien en zich uitbreiden ,.als de konijnen.', De Voorzitter deelde mede dat de Wissel- beker, die door „Nut en Sport" geschonken was voor het mooiste dier der tentoonstel ling voor de 2de maal gewonnen was door W. de Wit te Sommelsdijk, en daardoor definitief diens eigendom geworden was. De indruk van de Jury was, dat die Vlaam- sche Reuzen (haaskleur) veel vooruitge gaan waren en in Sommelsdijk nog niet zoo goed geweest waren. Do Witte VI. R. waren minder, evenals de hangooren, terwijl de blauwe reuzen weer vooruitgegaan waren. De kleine ras sen waren heel goed en stonden op hoog peil. Gezien het groot aantal prijswinnaars volstaan wij met enkel de lsto prijzen van elke groep te noemen. Vlaamsche Reuzen (haaskleur) Ram, oud, A. C. Koppenaal te Stad aan 't H; Voedster, oud, M II Braber, Stad; Ram, jong, A. C. Koppenaal, Stad; Voedster, jong, idem. Vlaamsche Reuzen (wit). Voedster, oud, L. Joppe, Sommelsdijk; Ram, jong, St. Vis ser, Dirksland; voedster, jong L. Nelisse, Nieuwe Tonge. Vlaamsche Reuzen (blauw) voedster, jong A. C. Koppenaal, Stad. VI. R. (geel) J. de Jong, Nieuwe Tonge, voedster, jong. Fransche Hangooren (wit): 3 inzendin gen: J, Volvverk, Sommelsdijk, voedster, Jong. Lotharingers (blauw) 1 inzending: geen eerste prijs Lotharingers (zwart) 2 inzendingen: geen eerste prijs. Weeners (wit), 7 inzendingen; L. v. Nim- wegen, Sommelsdijk, voedster oud; T. Hu- weling, Nieuwe Tonge, voedster, jong. Weeners (blauw) 8 inzendingen: P. Slin ger, ram jong; J. Drooger, ram, oud en voedster, jong. Beiden te Nieuwe Tonge. Belgian Hare: 4 inzendingen, alle van W. de Wit te Sommelsdijk die allen de 1ste prijs behaalden, waarvan 2 met praedicaat „zeer goed". Alaska, 5 inzendingen: L. Joppe, Som melsdijk, ram, oud, z.g. en voedster, jong, z.g.; St Visser, Dirksland, ram, jong, g. Zilvervos (zwart) 1 inzending: A. Geurand Sommelsdijk. voedster, jong, g. Papillon (mad.), 1 inzending, A. Zoon, Dirksland, ram, oud. Papilion (zwart) 1 Inzending, dezelfde, voedster, jong. Papillon (blauw) 1 Inzending, dezelfde, voedster, jong. Groot Chinchilla, 2 inzendingen, geen prijs Hollander (zwart), 3 inzendingen, geen eerste prijs. Hollander (blauw), G. Breur, Nieuwe Tonge, voedster, jong. Blac an Tan: 14 inzendingen: J. C. Bolle, Sommelsdijk, ram, oud, z.g.; voedster, oud, g.; ram, jong, z.g.; voedster, jong z.g. Russen, 2 inz.: A. Geurand, Sommelsdijk, ram, jong, en voedster, jong. Bleu an Tan, 3 inzendingen, alle van J. J. Bienefelt, Sommelsdijk, voedster, oud, ep ram, jong. Castor, rex: 2 inzendingen, H. v. 3. Meide, Sommelsdijk, ram, jong. Zwart, rex: 2 inzendingen, beide van A. Loon, Dirksland, ram en, voedster, jong. Jeugdklasse: Vlaamsche Reuzen (haaskleur), Jac. Visser, Dirksland. Vlaamsche Reuzen (blauw) J. Droogers, Nieuwe Tonge, voedster. Lotharinger, L. Joppe, Sommelsdijk, ram. Weeners (blauw), J. Drooger, Nieuwe Tonge. voedster. Zilvervos (zwart): A. Geurand, Sommels dijk, ram. Alaska, L. Joppe, ram. Bleu an Tan, J. J. Bienefelt, met ram en voedster. Castor Rex, A, Kaptein, voedstr. De laatste 4 winnaars allen uit Sommels dijk. lil de afd, Pluimvee verwierf C. Verbiest een le prijs met Ario, jonge Leghorns (wit) II. v. d. Meide le pr met jonge hen, Barne velders, trio jong, J. Vermaas, Middelbands. Eenden (reekleurig), paar jong, W. de Wit. Eenden (reekleurig), trio oud, H. Bakker Dirksland. Goud Sebrecht (kriel), trio jong, W. de Wit; Patrijs leghorn (kriel), A. Zoe telief, Middelharnis, trio oud, en hen jong Zwart Java (kriel) Mej. Q. v. d. Sluis, trio en hen oud. Koekeroe, Indische lachduif, J. Troost, trio jong. Voorzoover geen plaatsnaam genoemd, wo nende te Sommelsdijk. Tn totaal waren ingezonden 109 nummers konijnen en 11 nummers „Pluimvee". Direct na de opening was er al flink belangstel ling. De opstelling en verzorging liet niet te ivenschen over en maakte een goeden indruk. Ned. Herv. (Geref.) M.V. „Ora et Labora" Jaarvergadering Door de Ned. Herv. Meisjesvereen. „Ora et Labora", werd Donderdagavond in het koor der Ned. Herv. Kerk te Middelharnis haar 18o jaarvergadering gehouden. De vergadering stond onder leiding van den Eerw. heer G. de Pater van Haastrecht, die deze opende met het te laten zingen van Ps. 103 1, las Lucas 10 2542 en ging voor in gebed. Hierna sprak hij een korte openingsrede uit, waarin hij zijn vrugde te kennen gaf om op dezen avond hier te mogen zijn met de M.V. Ora et Labora en het hem goed d<ed zoo 'n groote belangstelling te zien. Een riike roeping ligt voor ons in het voorgelezen Schriftgedeelte opgesloten, waar bij spr. breeder stilstaat. Barmhartigheid bewijzen, dit is het werk der vereeniging. Barmhartigheid bewijzen is de arbeid der meisjes in het vervaardigen der kleedingstukken voor de armen. Ouders, gij kunt daarin medewerken tot dien arbeid en wel door uw gebed voor de vereeniging; door uw kinderen te zenden naar die vereeniging en uw gaven te geven aan die vereeniging. Doch ook alle jonge menschen moeten medewerken, want de Heiland geeft het gebod: ga heen en doe gij desgelijks. Dan leest de secretaresse haar jaarver slag, waaruit wordt vernomen, dat de ver eeniging 24 leden telt en als bijzonderheid kan worden gemeld, dat deze vereen, een lid heeft- niet van 18 jaar doch van 81 jaar. Uit het jaarverslag der penningmees- teresse blijkt dat de ontvangsten waren: f 294.09 en de uitgaven f 292.54, een batig saldo van f 1.45. Ook heeft de vereeniging een huishoud- kas, welke ontvangsten bedroegen f 117.53, de uitgaven f 117.11, alzoo een batig saldo van 42 cent. Door mej. B. Vijfhuize wordt nu een Bijbelsch onderwerp geleverd: ,Jn Gods oordeel." De in], geeft hierin een beschouwing over de verwoesting van Sodom en Gomorra en de genadelijke uitredding door den Heere aan Lot en de zijnen bewezen; en teekent ons in deze geschiedenis een beeld, voor ons ter leering, van de uitkomst die God verlaten en die Hem dienen. Nu verkrijgt mej. A. v. Groningen het woord om een inleiding te leveren over de Vad. Gesch.: „Zijn edel bloed gewSiagd." Hierin wordt; op duidelijke wijze de ge schiedenis van Oranje geteekend en hoe deze als een edele martelaar voor zijn volk onder des moordenaars handen stierf. Dan levert mej. C. Wittekoek een Bij belsch onderwerp, over de jongeling van Naïn. Nu levert Mej. J. v. Groningen een ge dicht over: „Een Atheïst." Dan pauze, welke door 't zingen van Ps. 138 1 wordt beëindigd. De secretaresse doet mededeeling dat er van een 12-tal ver- ecnigingen een schriftelijke felicitatie was ingekomen. Door mej. J. Jordaan wordt een inl. voor gelezen over „De rijke jongeling", waarin ze prachtige tegenstellingen doet naar voren komen. Mejv S. van Delft levert hierna een Kerk geschiedenis onderwerp over Nunia- die in de 4e eeuw in 't land Iberië leefde en daar als slavin een trouw getuige van den Heiland was. Nu leest mej. S. Peeman een inleiding over Bijb. Gesch.Mozes en Aaron voor Farao. Hierna draagt Mej. K. Vijfhuize op leer zame wijze een gedicht voor, over Simsons lied. Door de presidente, mej. Taaie, wordt dan tot allen, die dezen avond hebben doen slagen een woord van dank toegebracht en bovenal aan God, die ons lot bestuurt en bidt dan om den zegen des Heeren over dezen arbeid. De Eerw. heer de Pater wil dan nog een slotwoord spreken. Spr. zeide voorgelezen te hebben Lucas 10 2542. Dit heeft liij met opzet gedaan, want er wordt ook een andere geschiedenis verhaald in deze verzen n.l. die van Maria en Martha. Daarover wil spr. een kort slotwoord spreken. Hij staat voornamelijk stil bij liet woord; Eén ding is noodig. Door den Heiland wordt op dit eene ding dat noodig is gewezen en daarom leden der vereeniging: cén ding is noodig. Eén ding is noodig voor het leven en sterven; één ding is noodig in uw per soonlijk leven en in uw vereenigingsarbeid. Dit ééno ding dat noodig is, vinden we aan de voeten van Jezus en zullen het nooit kunnen verliezen. En als we dit dan leeren kennen, kunnen we onzen arbeid volbren gen. Daarom ouders, zoekt dit ééne ding voor uw kinderen. Door spr. wordt dit breeder uiteengezet en wekt allen op om als lid toe te treden. Met het zingen van Ps. 105 24, wordt deze goed geslaagde avond geëindigd. De heer de Pater sloot met dankzegging. Door de leden werden onder leiding van den heer G. Zoon erschiiiende zangnummers ten gehoore gebracht, Vierde aJarvergadcring De Voorzitter, vr. T. Arensman, opent de vergadering met liet laten zingen van Ps. 19 het le en het 6e vers. Hij leest daarop Spreuken 3 vers 126, én gaat voor in ge bed. Hierna heet hij alle aanwezigen harte lijk welkom; iiij wijst er op dat nu de Eere voorzitter Ds de Graaff weg is, de voorzitter het openingswoord moet spreken, en daar hij zich niet in staat gevoelt het te doen als een Dominee, maakt hij het kort en geeft spoedig het woord aan den Secretaris, vr van Sprang, die het jaarverslag voorleest. Hij beschrijft de verioopen werkzaamheden in 1936. Hij heeft liet ook over liet ledental, dat grooter kon zijn en noemt eenige na men van leden, die er afgegaan zijn. Toch is het beter een kleine kern te hebben dan een grootore die slecht is. Ook worden de kasmiddelen genoemd; de secretaris dankt nog de begunstigers, en hoopt volgend jaar weer zóó'n verslag te kunnen geven. De Voorzitter geeft gelegenheid voor op- of aanmerkingen, maar er is niemand, die Iets heeft. Dan is het woord aan den eersten inleider voor dezen avond, vr. H van Biert. Hij leest eerst een gedeolte van Mattheus 26 en begint dan aan zijn Gew Gesch. onder werp: „Gethsémané". Dit behandelt het lijden van Jezus vanaf de Paaschzaal tot de komst van Judas. De Chr. Zangvereeniging „Soli Deo Glo ria", o.l.v. den heer Hogeweg zingt ,.,'t Is Middernacht", en „Vreugde in God". De beide heel mooi gezongen liederen werden stil aangehoord. De Voorzitter dankt ook de „Zang" en haar leider. Dan houdt vr. Wagner een voordracht over: „Een Kerst feest onder het Schrikbewind in Frankrijk" van M. H. Hoekstra Jr. Ook deze wordt stil aangehoord. Het laatste punt voor de pauze is het zingen van het eerste vera van de Lofzang van Zacharias. Na de pauze laat de Voorzitter staande twee coupletten van het Bondslied der Geref. J.V. zingen, waarna gelegenheid tot felicitaties e.d. wordt gegeven. Dit wordt gedaan door de Herv. J.V. „Obadja" alhier, en door de Geref. J.V. van Sommelsdijk en den Bommel, de Meisjesver. „Lydia" en dn Knapenvergadering „Timotheus". Ook wa ren een tweetal schriftelijke felicitaties in gekomen. vr. L. van Sprang leest dan een luimige voordracht over een soldaat, die fietsen moest ieeren. Bij velen wekte dit zoo nu en dan een uitbundig gelach. Dan is weer het woord aan een inleider, vr. L. Wesdijk, die een Maatsch. Onderwerp behandelt. Hij spreekt over Beroepskeus Hij wijst op het Bureau voor Beroeps keuze en vertelt hoe het gaat als een vader daar komt met zijn kind. Het is een leerzame inleiding. De dames der M.V. krijgen weer gelegenheid om iets te presenteeren. Daaronder wordt een Ge zang uit de Geref. bundel gezongen. Hierna geeft de Voorzitter gelegenheid om ook over dit onderwerp van gedachten te wisselen. Eenige aanwezigen maken hiervan gebruik. Tenslotte wordt vr. Wesdijk nogmaals en met hem de andere sprekers bedankt. Dan draagt vr. P. Meeberg een stukje voor over een Kerstfeest in Rusland. Ook dit wordt stil aangehoord. Tenslotte geeft de Voorzit ter het woord aan den heer Hogeweg, die een opwekkend slotwoord spreekt Hij feli citeert de Vereeniging nog namens den Kerkeraad, en spreekt dan over het prac- tische nut der J.V. Wat daar gedaan wordt, zegt hij, is niet klein. Die arbeid is van groot gewicht. Groote mannen komen juist van de J.V. Spreker noemt Schouten. Er zijn drieërlei soort van vormen die bij jongens kunnen voorkomen. 1. Zij, die na de schooltijd onmiddellijk al wat hen geleerd is de rug toekeeren. 2. Zij, die daar bij blijven, en er Ook bij teven. 3. Maar ook zij die er schijnbaar onverschillig tegenover staan, maar er toch niet van los kunnen komen. Juist nu voor die laatsten is het zoo'n geluk op de J.V. te kunnen zijn. Tegen vader over die dingen spreken is moeilijk. Voor moeder is men te groot maar op de J.V. spreken we van gelijke tot gelijke, van jongeling tot jongeling. Dat is het groote voorrecht van hen, die een J.V. met hart en ziel bezoeken. Spr. hoopt dat ook deze vereeniging moge bloeien, en ook groéien; het kan best! De Voorzitter dankt den Heer Hogeweg en laat in aansluiting daarop het vijfde vers van Ps 119 zingen. Daarna gaat de heer Hogeweg voor in dankgebed. Het was een avond, die juist heeft ge toond hoe de J.V. is. (In verband met plaatsruimte eenigszins bekort. Red.) Propaganda-avond Blindenbond te Nieuvve-Tonge Kort Verslag. Ondanks het ongunstige weer was het Weeshuis geheel gevuld. Ieder wilde zich persoonlijk eens op de hoogte stellen met hef leven en de werkzaamheden der Blin den. Te half zeven ure werd de vergadering geopend door Dr. P. J. ae Man, die gaarne \oldeed aan het verzoek der vereen. Ned. Blindenbond, om een openingswoord ie spreken, voor het sympaithioke doel, dat zijn belangstelling heeft. Ook de gemeente heeft haar belangstelling voor de blinden getoond door in zoo'n groote getale te zijn opgekomen. Spr. brengt een woord van dank aap het Uitvoerend Comité en allen die zich belast hebben met de verkoop der programma's. Spreker zet hierna in korte trekken uit een het doel der N.B.B. niet om het mede lijden op te wekken, maar veeleer deze blinden uit hun beslaan tot onafhankelijke menschen te makem. I-Iet is hun niet te doen om het beklag, maar om ons op de hoogte te brengen, wat door deze blinden wordt verricht. Vervolgens word't het woord gevoerd door den heer Joh. van den Berg, Bonds- propagandist der vereeniging (zelf blind zijnde) die eenige verzen en stukjes decla meerde tot genoegen der vergadering, waarna een film wordt vertoond van Ame- rika's Westkust en de geleidehond der blinden. Dan krijgen wij te zien de film waar het eigenlijk om gaat „De blinde kinderen". Hoe zij van jongs af aan geleerd worden zich zelf te helpen en hoe zij op de hoogte worden gebracht mot het onderwijs in Braille-schrift. Ook de ontspanning wordt in itose niet vergeten. Men ziet deze kinde ren spelen alsof zij het gezicht hadden. Werkelijk het was een mooie film. Dan volgt de arbeid der jongeren, het vlechten der manden, het matten maken, ja zelfs een rijwielmaker, kortom allerlei arbeid wordt door deze blinden verricht. Is het wonder dat wij ons afvragen, zet ten deze blinden, die het gezicht missen, ons niet beschaamd, wanneer men ziet hiet werk dat dejor deze menschen wordt ge daan? Met zeer groole belangstelling werd deze film gevolgd. Nadat de heer van den Berg Dr. de Man had dank gezegd voor diens welwillende medewerking en het gesproken woord, sloot Dr. de Man deze bijeenkomst. Uitvoering tseunregeling Bij beschikking van Zijne Excellentie den Minister van Sociale Zaken, dato 7 Decem ber 1936 is voor aftrek van eigen en pacht land en voor deelbouw de navolgende rege ling voor alle gemeenten op de Zuid-Hollandsche Eilanden vastgesteld Op den steun van werklooze arbeiders, die in de steunregeling zijn opgenomen en die voor eigen rekening ter verbouwing van landbouwproducten een stukje grond bewerken, wordt bij de vaststelling van het steunbedrag een uniforme wekelijksche af trek toegepast volgens de hieronderstaande schaal: Aantal roeden Oppervl. in H.A. Wekelijk sche aftrek op den steun 150 t.m 300: 0.21 t.m 0.40: f0.50 301 450: 0.41 0.60: - 0.74 451 600: 0.61 0.80: -1.— 601 750: 0.81 1.—: -1.50 751 900: 1.01 1.20: -2.— 901 1050: 1.21 1.40: -2.50 1051 1200: 1.41 160: -3.— 1201 1350: 1.61 1.80: -3.50 1351 1500: 1.81 2.—: -4.— 1501 1800: 2.01 2.40: -5.— meer dan 1800, meer dan 2.41: geen steun- utkeering. Indien bedoelde werklooze arbeiders tuin bouwproducten verbouwen voor eigen ge bruik. kunnen eveneens de bedragen van bovengenoemde schaal worden afgetrokken. Worden door de steuntrekkende arbei ders evenwel tuinbouwproducten voor den handel gekweekt, dan zullen, afhankelijk van den aard der producten, hoogere be dragen op den steun in mindering moeten worden gebracht. Echter dient hij, die voor eigen rekening 750 roeden (is 1 H.A.) of meer grond voor tuinbouw bewerkt, niet voor steun in aan merking komen. In geval van deelbouw waarbij als vergoe ding voor verrichten arbeid door steuntrek kende arbeiders een gedeelte (bijvoorbeeld éénderde of éénvierde) van de opbrengst «ter producten wordt genoten, behoort ook met deze verdiensten rekening te worden gehouden en dienen deze voor tweederde op den steun in mindering te worden ge bracht, evenals zulks geschiedt bij andere uit arbeid verkregen inkomsten. In sommige gevallen zal zelfs een wacht- Opleving in Nederland staat los van de depreciatie Voorzichtig financieel beleid blijft eerste vereischte In een onderhoud hetwelk de corres pondent van de „Agence Economique et Financiere" met Dr. Colijn gehad heeft, werd door den minister-president gelegenheid gegeven kennis te nemen van zijn zienswijze omtrent eenige be langrijke problemen, die bij de jaars wisseling de aandacht trekken. Ten aanzien van den internationalen politieken toestand kwam de minister tot de slotsom dat het hem alles bij el kaar genomen voorkomt dat men voors hands voor het uitbreken van een Europeeschen- of wereld-oorlog niet be ducht behoeft te zijn. In verband met het probleem der Duit- sche koloniale verlangens merkte Dr. Coiijn op dat Duitschland streeft naar koloniaal bezit omdat het dan een deel zijner grond stoffen in eigen valuta betrekken kan en zich daarvoor geen vreemde deviezen hoeft te verschaffen. Men begrijpt echter, zoo ging hij voort, dat ook dat probleem niet zou bestaan in dien de monetaire en handelspolitieke ver houdingen gezond waren zooals dit het ge val was voor den wereldoorlog. Zoodoende komt men ook bij dit pro bleem weer terug tot de stelling dat de groote wrijvingsvlakken in de wereld slechts zullen verdwijnen bij een gezond monetair stelsel gepaard aan een gezonde handelsbeweging. Het onderwerp monetdiro moeilijkheden leidde vanzelf tot een be schouwing in vogelvlucht van wat er zich te dien aanzien en tevens in economiscti opzicht momenteel in Duitschland voordoet. Er zij slechts vermeld, dat minister Coiijn ais zijn overtuiging uitsprak, dat de zorgen der voormannen in het Reich thans wel heel groot moeten zijn en dat er da nook heel groot moeten zijn en dat er dan ook zen om zonder gevaarlijke experimenten de economische en finantieele moeilijkhe den, die men thans doormaakt te over winnen. Wat in het algemeen de internatio nale monetaire situatie aangaat gaf Dr. Coiijn te verstaan, dat deze tengevolge van verschillende lactoren nog geens zins een stabiel karakter vertoont. Een oplossing van de monetaire problemen is tenslotte alleen op deugdelijke wijze te bereiken als eindelijk bet gezond verstand in de wereld zal gaan zege vieren, en men zal overgaan tot herstel van een vrijer ruilverkeer. De minister moest echter tevens constateeren, dat be laas de wereld hietvooi nog niet rijp schijnt te zijn. Met betrekking op den economisch-finan- cieelen toestand in Nederland merkte Dr. Coiijn op, dat de moeite, die het kost om de gulden niet te doen stijgen, nog eons duidelijk bewijst, dat o p z i c h zelf be schouwd hier fe lande depreciatie niet noo dig was, doch men moest daartoe onder de bekende omstandigheden wel overgaan, aangezien men nu eenmaal niet in ziju eentje bridge kan spelen. Ontegenzeggelijk valt er ook in Ne derland een opleving waar te nemen, echter geheel en al los van de depre ciatie, want ook daarvoor kon men dit verschijnsel reeds constateeren, wat o.a. mede uit de werkloosheidscijfers bleek. Die opleving is natuurlijk verblijdend, maar zij mag toch geen aanleiding ge ven om nu maar opeens te meenen dat "wij er zijn. Zoo dient men er zich ook rekenschap van te geven, dat zij ten deeie samen hangt met een zich elders voordoende credietinflatie. Voorzichtig finantieel beleid, aldus de conclusie van den minister-president, blijft dus vereischt. tijd behooren te worden opgelegd. Bovengenoemde regeling treedt in wer king met ingang van de week 27 December 1936 tot en met 2 Januari 1937.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1937 | | pagina 1