Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe FTlanden
IN HOC SIGNO VINCES
WOENSDAG 6 'JANUARI 1937
W JAARGANG N°. '4361
PRINS BERNHARD
PRINS DER NEDERLANDEN
TENTOONSTELLING
J.V. ©p <GL®. ,,J3manuël"l"
te Stad a. h. Haringvliet
DR COLIJN DUCHT GEEN
WERELDOORLOG
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 0.90 bij
vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
Uitgave N.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h. W. BOEKHOVEN
ZONEN, SOMMELSDIJK Tel. Interc. No. 202 Postbus No. 2.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere
Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 8 uur.
Advertentiën 20 cent. Reclames 40 cent, Boekaankondiging 10 cent per
regeL Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen I.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte.
AANPASSEN
De Sociaal-Democratische Arbeiderspartij
beleeft geen erg genoeglijke dagen. Nu
stemmen wij toe dat het altijd niet vooi
den wind behoeft te gaan. Doch de toestand
zooals die zich daar voltrekt is toch we!
wonderlijk.
Men heeft geageerd tegen Colijn omdat
die de aanpassingspolitiek volgde. Men
heeft de Regeering de heftigste verwijten
naar het hoofd geslingerd. Maar, zouden
wij willen vragen, wat doet de Sociaal-
Democratie in deze dagen anders dan aan
passen.
De groote en schitterende leuzen waar
mede men vroeger ten strijde trok, waar
zijn die gebleven?
Door den drang der omstandigheden
moest de Sociaal-Democratie wel de positie
wijzigen. Maar daardoor werd het toch dui
delijk voor de geheele wereld dat al die
leuzen en z.g. beginselen van vroeger
slechts bombast waren.
Want nu de werkelijkheid van het leven
met zijn bittere tragiek aan komt stormen
moet zij wel van positie veranderen; daar
mede is duidelijk aangetoond, dat de begin
selen slechts in de verbeelding gefantaseerd
waren, dat de bodem der werkelijkheid ten
eenenmale ontbrak, want juist in moeilijke
en zorgvolle tijden is het beginsel het eenige
dat wij hebben, om ons aan vast te klam
pen.
Juist in moeilijke tijden heeft het Anti-
rev. -beginsel leiding kunnen geven; in
zware tijden geboren past het voornamelijk
wat de fundamenteele stukken aangaat en
de toepassing daarvan volkomen op dezen
tijd.
Het moet voor de oudere generatie der
Sociaal-democratie wel een droeve en wee
moedige gedachte zijn, dat de beginselen
waarvoor zij vroeger gestreden hebben met
al hun macht, nu plaats moeten maken
voor de aanpassingspolitiek welke de partij
nu voert.
Over die omkeer verheugen wij ons, maar
het is een verheugen met beven, want men
moet het ons niet euvel duiden,, vertrouwen
doen wij die politiek geenszins.
Wij hebben zoo'n vaag vermoeden dat de
Sociaal-democratie bang, doodsbang is voor
het Fascisme. En innerlijk volkomen over
tuigd zijnde dat men daar geen afdoende
verweer tegen kan bieden, maakt men nu
de zwaai, bang zijnde dat men anders de
vat op de massa zal verspelen. Het is een
concurrentiestrijd tusschen twee revolutio
naire richtingen waarbij men tegen elkan
der opbiedt en waarbij men beiden tracht
elkander vliegen af te vangen.
Maar wat bij de Sociaal-democratie ver
andert, doel en grondstelling der partij
blijven ongewijzigd.
Daarom is ook in den gewijzigden vorm,
het beginsel der S.D.A.P. voor ons onaan
nemelijk. Zoolang men staat op den bodem
van den klassenstrijd, zoolang Marx als de
geestelijke vader aangebeden wordt, zoo
lang men niet ophoudt te provoceeren„ is
de S.D.A.P. een gevaar voor ons land.
Zij is van buitenlandsch fabrikaat, draagt
een Internationaal karakter en verdraagt
zich nooit met de zuiver Nederlandsche ge
dachte, in onze Vaderlandsche bodem ge
dijen zulke planten niet. Volgens de woor
den van Groen moeten wij bereid zijn de
giftige vruchten van dien boom te vernie
tigen, ja tot de uitroeiing van stam en wor
tel van die boom moeten wij bereid zijn,
omdat zij een geducht gevaar yoor onze
samenleving opleveren.
Daarom is de Sociaal-democratie, ook na
aanpassing voor een christen volkomen ver
werpelijk, want zij voert ons af van God en
Zijn Woord en bouwt het geheele stelsel op
Uit de rede.
Zoolang volgens het woord van pro
fessor Diepenhorst, de oude Marxistische
Adam niet volkomen verloochend of afge
storven is, kunnen wij nooit samengaan
met hen en blijven wij hen een bedreiging
.vinden van de beste Christelijke tradities
onzer samenleving.
Naar wij vernemen, kan zeer binnen
kort een Koninklijk Besluit worden te
gemoet gezien, waarbij aan Z.D.H.
Prins Bernhard de titel van Prins der
Nederlanden zal worden verleend.
Konijnenfokvereen. „S.K.V"
Sommelsdijk
In Hotel Spee te Sommelsdijk
Vrijdag 1 en Zaterdag 2 Januari hiel.i
bovengenoemde Vereeniging haar 6e club-
tenloonstclling De opening vond plaats
Niemvaarsmiddag door den Ecre-Voorzitter
Ir. M. B Smits, Landbouwleoraar alhier.
Na een welkomstwoord van don Voorzitter,
den heer J. .1. Bienefelt, die zich in de eer
ste plaats richtte tot den Ecre-Voorzitter
en de leden van het Eere Comité, van wie
aanwezig wa« de beer H. van Es, sprak Ir.
Smits het openingswoord, waarin hij ge
waagde van hetere perspectieven voor de
konijnenfokkerij dan vorig jaar. Vorig jaar
waren de prijzen van vleesch zowel als van
veilen ongunstig. Spr. had toen echter ge
adviseerd in elk geval door te gaan met de
sportfokkerij omdat dit een hechte basis
vormJe voor de nutfokkerij.
Dit jaar was de tpestnnd beter en al geldt
de sportfokkerij niet in de eerste plaats
geldelijk voordeel, toch is een behoorlijke
prijs een aansporing om ijverig voort te
gaan. Spr. hoopte dat deze gelukkige om
standigheid mag blijven in de toekomst, die
beslist gunstig zou zijn als do prijs der ko
nijnen evenredig zou blijven met de vleesch
prijzen.
Spr. eindigde met de wensch dat de ten
toonstelling mocht slagen en dat de Veree-
niging mocht groeien en zich uitbreiden
,.als de konijnen.',
De Voorzitter deelde mede dat de Wissel-
beker, die door „Nut en Sport" geschonken
was voor het mooiste dier der tentoonstel
ling voor de 2de maal gewonnen was door
W. de Wit te Sommelsdijk, en daardoor
definitief diens eigendom geworden was.
De indruk van de Jury was, dat die Vlaam-
sche Reuzen (haaskleur) veel vooruitge
gaan waren en in Sommelsdijk nog niet
zoo goed geweest waren.
Do Witte VI. R. waren minder, evenals
de hangooren, terwijl de blauwe reuzen
weer vooruitgegaan waren. De kleine ras
sen waren heel goed en stonden op hoog
peil. Gezien het groot aantal prijswinnaars
volstaan wij met enkel de lsto prijzen van
elke groep te noemen.
Vlaamsche Reuzen (haaskleur) Ram, oud,
A. C. Koppenaal te Stad aan 't H; Voedster,
oud, M II Braber, Stad; Ram, jong, A. C.
Koppenaal, Stad; Voedster, jong, idem.
Vlaamsche Reuzen (wit). Voedster, oud,
L. Joppe, Sommelsdijk; Ram, jong, St. Vis
ser, Dirksland; voedster, jong L. Nelisse,
Nieuwe Tonge.
Vlaamsche Reuzen (blauw) voedster, jong
A. C. Koppenaal, Stad.
VI. R. (geel) J. de Jong, Nieuwe Tonge,
voedster, jong.
Fransche Hangooren (wit): 3 inzendin
gen: J, Volvverk, Sommelsdijk, voedster,
Jong.
Lotharingers (blauw) 1 inzending: geen
eerste prijs
Lotharingers (zwart) 2 inzendingen: geen
eerste prijs.
Weeners (wit), 7 inzendingen; L. v. Nim-
wegen, Sommelsdijk, voedster oud; T. Hu-
weling, Nieuwe Tonge, voedster, jong.
Weeners (blauw) 8 inzendingen: P. Slin
ger, ram jong; J. Drooger, ram, oud en
voedster, jong. Beiden te Nieuwe Tonge.
Belgian Hare: 4 inzendingen, alle van W.
de Wit te Sommelsdijk die allen de 1ste
prijs behaalden, waarvan 2 met praedicaat
„zeer goed".
Alaska, 5 inzendingen: L. Joppe, Som
melsdijk, ram, oud, z.g. en voedster, jong,
z.g.; St Visser, Dirksland, ram, jong, g.
Zilvervos (zwart) 1 inzending: A. Geurand
Sommelsdijk. voedster, jong, g.
Papillon (mad.), 1 inzending, A. Zoon,
Dirksland, ram, oud.
Papilion (zwart) 1 Inzending, dezelfde,
voedster, jong.
Papillon (blauw) 1 Inzending, dezelfde,
voedster, jong.
Groot Chinchilla, 2 inzendingen, geen prijs
Hollander (zwart), 3 inzendingen, geen
eerste prijs.
Hollander (blauw), G. Breur, Nieuwe
Tonge, voedster, jong.
Blac an Tan: 14 inzendingen: J. C. Bolle,
Sommelsdijk, ram, oud, z.g.; voedster, oud,
g.; ram, jong, z.g.; voedster, jong z.g.
Russen, 2 inz.: A. Geurand, Sommelsdijk,
ram, jong, en voedster, jong.
Bleu an Tan, 3 inzendingen, alle van J. J.
Bienefelt, Sommelsdijk, voedster, oud, ep
ram, jong.
Castor, rex: 2 inzendingen, H. v. 3. Meide,
Sommelsdijk, ram, jong.
Zwart, rex: 2 inzendingen, beide van A.
Loon, Dirksland, ram en, voedster, jong.
Jeugdklasse:
Vlaamsche Reuzen (haaskleur), Jac. Visser,
Dirksland.
Vlaamsche Reuzen (blauw) J. Droogers,
Nieuwe Tonge, voedster.
Lotharinger, L. Joppe, Sommelsdijk, ram.
Weeners (blauw), J. Drooger, Nieuwe
Tonge. voedster.
Zilvervos (zwart): A. Geurand, Sommels
dijk, ram.
Alaska, L. Joppe, ram.
Bleu an Tan, J. J. Bienefelt, met ram en
voedster.
Castor Rex, A, Kaptein, voedstr.
De laatste 4 winnaars allen uit Sommels
dijk.
lil de afd, Pluimvee verwierf C. Verbiest
een le prijs met Ario, jonge Leghorns (wit)
II. v. d. Meide le pr met jonge hen, Barne
velders, trio jong, J. Vermaas, Middelbands.
Eenden (reekleurig), paar jong, W. de Wit.
Eenden (reekleurig), trio oud, H. Bakker
Dirksland. Goud Sebrecht (kriel), trio jong,
W. de Wit; Patrijs leghorn (kriel), A. Zoe
telief, Middelharnis, trio oud, en hen jong
Zwart Java (kriel) Mej. Q. v. d. Sluis, trio
en hen oud. Koekeroe, Indische lachduif, J.
Troost, trio jong.
Voorzoover geen plaatsnaam genoemd, wo
nende te Sommelsdijk.
Tn totaal waren ingezonden 109 nummers
konijnen en 11 nummers „Pluimvee". Direct
na de opening was er al flink belangstel
ling. De opstelling en verzorging liet niet
te ivenschen over en maakte een goeden
indruk.
Ned. Herv. (Geref.) M.V.
„Ora et Labora"
Jaarvergadering
Door de Ned. Herv. Meisjesvereen. „Ora
et Labora", werd Donderdagavond in het
koor der Ned. Herv. Kerk te Middelharnis
haar 18o jaarvergadering gehouden.
De vergadering stond onder leiding van
den Eerw. heer G. de Pater van Haastrecht,
die deze opende met het te laten zingen
van Ps. 103 1, las Lucas 10 2542 en
ging voor in gebed.
Hierna sprak hij een korte openingsrede
uit, waarin hij zijn vrugde te kennen gaf
om op dezen avond hier te mogen zijn met
de M.V. Ora et Labora en het hem goed
d<ed zoo 'n groote belangstelling te zien.
Een riike roeping ligt voor ons in het
voorgelezen Schriftgedeelte opgesloten, waar
bij spr. breeder stilstaat.
Barmhartigheid bewijzen, dit is het werk
der vereeniging. Barmhartigheid bewijzen
is de arbeid der meisjes in het vervaardigen
der kleedingstukken voor de armen.
Ouders, gij kunt daarin medewerken tot
dien arbeid en wel door uw gebed voor de
vereeniging; door uw kinderen te zenden
naar die vereeniging en uw gaven te geven
aan die vereeniging. Doch ook alle jonge
menschen moeten medewerken, want de
Heiland geeft het gebod: ga heen en doe
gij desgelijks.
Dan leest de secretaresse haar jaarver
slag, waaruit wordt vernomen, dat de ver
eeniging 24 leden telt en als bijzonderheid
kan worden gemeld, dat deze vereen, een
lid heeft- niet van 18 jaar doch van 81 jaar.
Uit het jaarverslag der penningmees-
teresse blijkt dat de ontvangsten waren:
f 294.09 en de uitgaven f 292.54, een batig
saldo van f 1.45.
Ook heeft de vereeniging een huishoud-
kas, welke ontvangsten bedroegen f 117.53,
de uitgaven f 117.11, alzoo een batig saldo
van 42 cent.
Door mej. B. Vijfhuize wordt nu een
Bijbelsch onderwerp geleverd: ,Jn Gods
oordeel."
De in], geeft hierin een beschouwing over
de verwoesting van Sodom en Gomorra en
de genadelijke uitredding door den Heere
aan Lot en de zijnen bewezen; en teekent
ons in deze geschiedenis een beeld, voor
ons ter leering, van de uitkomst die God
verlaten en die Hem dienen.
Nu verkrijgt mej. A. v. Groningen het
woord om een inleiding te leveren over de
Vad. Gesch.: „Zijn edel bloed gewSiagd."
Hierin wordt; op duidelijke wijze de ge
schiedenis van Oranje geteekend en hoe
deze als een edele martelaar voor zijn volk
onder des moordenaars handen stierf.
Dan levert mej. C. Wittekoek een Bij
belsch onderwerp, over de jongeling van
Naïn.
Nu levert Mej. J. v. Groningen een ge
dicht over: „Een Atheïst."
Dan pauze, welke door 't zingen van
Ps. 138 1 wordt beëindigd. De secretaresse
doet mededeeling dat er van een 12-tal ver-
ecnigingen een schriftelijke felicitatie was
ingekomen.
Door mej. J. Jordaan wordt een inl. voor
gelezen over „De rijke jongeling", waarin
ze prachtige tegenstellingen doet naar
voren komen.
Mejv S. van Delft levert hierna een Kerk
geschiedenis onderwerp over Nunia- die in
de 4e eeuw in 't land Iberië leefde en daar
als slavin een trouw getuige van den
Heiland was.
Nu leest mej. S. Peeman een inleiding
over Bijb. Gesch.Mozes en Aaron voor
Farao.
Hierna draagt Mej. K. Vijfhuize op leer
zame wijze een gedicht voor, over Simsons
lied.
Door de presidente, mej. Taaie, wordt
dan tot allen, die dezen avond hebben doen
slagen een woord van dank toegebracht en
bovenal aan God, die ons lot bestuurt en
bidt dan om den zegen des Heeren over
dezen arbeid.
De Eerw. heer de Pater wil dan nog een
slotwoord spreken. Spr. zeide voorgelezen
te hebben Lucas 10 2542. Dit heeft liij
met opzet gedaan, want er wordt ook een
andere geschiedenis verhaald in deze verzen
n.l. die van Maria en Martha. Daarover wil
spr. een kort slotwoord spreken.
Hij staat voornamelijk stil bij liet woord;
Eén ding is noodig. Door den Heiland wordt
op dit eene ding dat noodig is gewezen en
daarom leden der vereeniging: cén ding is
noodig. Eén ding is noodig voor het leven
en sterven; één ding is noodig in uw per
soonlijk leven en in uw vereenigingsarbeid.
Dit ééno ding dat noodig is, vinden we aan
de voeten van Jezus en zullen het nooit
kunnen verliezen. En als we dit dan leeren
kennen, kunnen we onzen arbeid volbren
gen. Daarom ouders, zoekt dit ééne ding
voor uw kinderen. Door spr. wordt dit
breeder uiteengezet en wekt allen op om
als lid toe te treden.
Met het zingen van Ps. 105 24, wordt
deze goed geslaagde avond geëindigd. De
heer de Pater sloot met dankzegging. Door
de leden werden onder leiding van den
heer G. Zoon erschiiiende zangnummers
ten gehoore gebracht,
Vierde aJarvergadcring
De Voorzitter, vr. T. Arensman, opent de
vergadering met liet laten zingen van Ps.
19 het le en het 6e vers. Hij leest daarop
Spreuken 3 vers 126, én gaat voor in ge
bed. Hierna heet hij alle aanwezigen harte
lijk welkom; iiij wijst er op dat nu de Eere
voorzitter Ds de Graaff weg is, de voorzitter
het openingswoord moet spreken, en daar
hij zich niet in staat gevoelt het te doen als
een Dominee, maakt hij het kort en geeft
spoedig het woord aan den Secretaris, vr
van Sprang, die het jaarverslag voorleest.
Hij beschrijft de verioopen werkzaamheden
in 1936. Hij heeft liet ook over liet ledental,
dat grooter kon zijn en noemt eenige na
men van leden, die er afgegaan zijn. Toch
is het beter een kleine kern te hebben dan
een grootore die slecht is. Ook worden de
kasmiddelen genoemd; de secretaris dankt
nog de begunstigers, en hoopt volgend jaar
weer zóó'n verslag te kunnen geven. De
Voorzitter geeft gelegenheid voor op- of
aanmerkingen, maar er is niemand, die Iets
heeft. Dan is het woord aan den eersten
inleider voor dezen avond, vr. H van Biert.
Hij leest eerst een gedeolte van Mattheus 26
en begint dan aan zijn Gew Gesch. onder
werp: „Gethsémané". Dit behandelt het
lijden van Jezus vanaf de Paaschzaal tot de
komst van Judas.
De Chr. Zangvereeniging „Soli Deo Glo
ria", o.l.v. den heer Hogeweg zingt ,.,'t Is
Middernacht", en „Vreugde in God". De
beide heel mooi gezongen liederen werden
stil aangehoord. De Voorzitter dankt ook
de „Zang" en haar leider. Dan houdt vr.
Wagner een voordracht over: „Een Kerst
feest onder het Schrikbewind in Frankrijk"
van M. H. Hoekstra Jr. Ook deze wordt stil
aangehoord. Het laatste punt voor de pauze
is het zingen van het eerste vera van de
Lofzang van Zacharias.
Na de pauze laat de Voorzitter staande
twee coupletten van het Bondslied der
Geref. J.V. zingen, waarna gelegenheid tot
felicitaties e.d. wordt gegeven. Dit wordt
gedaan door de Herv. J.V. „Obadja" alhier,
en door de Geref. J.V. van Sommelsdijk en
den Bommel, de Meisjesver. „Lydia" en dn
Knapenvergadering „Timotheus". Ook wa
ren een tweetal schriftelijke felicitaties in
gekomen. vr. L. van Sprang leest dan een
luimige voordracht over een soldaat, die
fietsen moest ieeren. Bij velen wekte dit
zoo nu en dan een uitbundig gelach.
Dan is weer het woord aan een inleider,
vr. L. Wesdijk, die een Maatsch. Onderwerp
behandelt. Hij spreekt over Beroepskeus
Hij wijst op het Bureau voor Beroeps
keuze en vertelt hoe het gaat als een vader
daar komt met zijn kind.
Het is een leerzame inleiding. De dames
der M.V. krijgen weer gelegenheid om iets
te presenteeren. Daaronder wordt een Ge
zang uit de Geref. bundel gezongen. Hierna
geeft de Voorzitter gelegenheid om ook over
dit onderwerp van gedachten te wisselen.
Eenige aanwezigen maken hiervan gebruik.
Tenslotte wordt vr. Wesdijk nogmaals en
met hem de andere sprekers bedankt. Dan
draagt vr. P. Meeberg een stukje voor over
een Kerstfeest in Rusland. Ook dit wordt
stil aangehoord. Tenslotte geeft de Voorzit
ter het woord aan den heer Hogeweg, die
een opwekkend slotwoord spreekt Hij feli
citeert de Vereeniging nog namens den
Kerkeraad, en spreekt dan over het prac-
tische nut der J.V. Wat daar gedaan wordt,
zegt hij, is niet klein.
Die arbeid is van groot gewicht. Groote
mannen komen juist van de J.V. Spreker
noemt Schouten. Er zijn drieërlei soort van
vormen die bij jongens kunnen voorkomen.
1. Zij, die na de schooltijd onmiddellijk al
wat hen geleerd is de rug toekeeren. 2. Zij,
die daar bij blijven, en er Ook bij teven. 3.
Maar ook zij die er schijnbaar onverschillig
tegenover staan, maar er toch niet van los
kunnen komen. Juist nu voor die laatsten
is het zoo'n geluk op de J.V. te kunnen zijn.
Tegen vader over die dingen spreken is
moeilijk. Voor moeder is men te groot
maar op de J.V. spreken we van gelijke tot
gelijke, van jongeling tot jongeling. Dat is
het groote voorrecht van hen, die een J.V.
met hart en ziel bezoeken. Spr. hoopt dat
ook deze vereeniging moge bloeien, en ook
groéien; het kan best!
De Voorzitter dankt den Heer Hogeweg
en laat in aansluiting daarop het vijfde
vers van Ps 119 zingen. Daarna gaat de
heer Hogeweg voor in dankgebed.
Het was een avond, die juist heeft ge
toond hoe de J.V. is.
(In verband met plaatsruimte eenigszins
bekort. Red.)
Propaganda-avond Blindenbond
te Nieuvve-Tonge
Kort Verslag.
Ondanks het ongunstige weer was het
Weeshuis geheel gevuld. Ieder wilde zich
persoonlijk eens op de hoogte stellen met
hef leven en de werkzaamheden der Blin
den.
Te half zeven ure werd de vergadering
geopend door Dr. P. J. ae Man, die gaarne
\oldeed aan het verzoek der vereen. Ned.
Blindenbond, om een openingswoord ie
spreken, voor het sympaithioke doel, dat
zijn belangstelling heeft. Ook de gemeente
heeft haar belangstelling voor de blinden
getoond door in zoo'n groote getale te zijn
opgekomen. Spr. brengt een woord van
dank aap het Uitvoerend Comité en allen
die zich belast hebben met de verkoop der
programma's.
Spreker zet hierna in korte trekken uit
een het doel der N.B.B. niet om het mede
lijden op te wekken, maar veeleer deze
blinden uit hun beslaan tot onafhankelijke
menschen te makem. I-Iet is hun niet te
doen om het beklag, maar om ons op de
hoogte te brengen, wat door deze blinden
wordt verricht.
Vervolgens word't het woord gevoerd
door den heer Joh. van den Berg, Bonds-
propagandist der vereeniging (zelf blind
zijnde) die eenige verzen en stukjes decla
meerde tot genoegen der vergadering,
waarna een film wordt vertoond van Ame-
rika's Westkust en de geleidehond der
blinden.
Dan krijgen wij te zien de film waar het
eigenlijk om gaat „De blinde kinderen".
Hoe zij van jongs af aan geleerd worden
zich zelf te helpen en hoe zij op de hoogte
worden gebracht mot het onderwijs in
Braille-schrift. Ook de ontspanning wordt
in itose niet vergeten. Men ziet deze kinde
ren spelen alsof zij het gezicht hadden.
Werkelijk het was een mooie film.
Dan volgt de arbeid der jongeren, het
vlechten der manden, het matten maken,
ja zelfs een rijwielmaker, kortom allerlei
arbeid wordt door deze blinden verricht.
Is het wonder dat wij ons afvragen, zet
ten deze blinden, die het gezicht missen,
ons niet beschaamd, wanneer men ziet hiet
werk dat dejor deze menschen wordt ge
daan?
Met zeer groole belangstelling werd
deze film gevolgd.
Nadat de heer van den Berg Dr. de Man
had dank gezegd voor diens welwillende
medewerking en het gesproken woord,
sloot Dr. de Man deze bijeenkomst.
Uitvoering tseunregeling
Bij beschikking van Zijne Excellentie den
Minister van Sociale Zaken, dato 7 Decem
ber 1936 is voor aftrek van eigen en pacht
land en voor deelbouw de navolgende rege
ling voor alle gemeenten op de
Zuid-Hollandsche Eilanden vastgesteld
Op den steun van werklooze arbeiders,
die in de steunregeling zijn opgenomen en
die voor eigen rekening ter verbouwing
van landbouwproducten een stukje grond
bewerken, wordt bij de vaststelling van het
steunbedrag een uniforme wekelijksche af
trek toegepast volgens de hieronderstaande
schaal:
Aantal roeden Oppervl. in H.A. Wekelijk
sche aftrek op den steun
150 t.m 300: 0.21 t.m 0.40: f0.50
301 450: 0.41 0.60: - 0.74
451 600: 0.61 0.80: -1.—
601 750: 0.81 1.—: -1.50
751 900: 1.01 1.20: -2.—
901 1050: 1.21 1.40: -2.50
1051 1200: 1.41 160: -3.—
1201 1350: 1.61 1.80: -3.50
1351 1500: 1.81 2.—: -4.—
1501 1800: 2.01 2.40: -5.—
meer dan 1800, meer dan 2.41: geen steun-
utkeering.
Indien bedoelde werklooze arbeiders tuin
bouwproducten verbouwen voor eigen ge
bruik. kunnen eveneens de bedragen van
bovengenoemde schaal worden afgetrokken.
Worden door de steuntrekkende arbei
ders evenwel tuinbouwproducten voor den
handel gekweekt, dan zullen, afhankelijk
van den aard der producten, hoogere be
dragen op den steun in mindering moeten
worden gebracht.
Echter dient hij, die voor eigen rekening
750 roeden (is 1 H.A.) of meer grond voor
tuinbouw bewerkt, niet voor steun in aan
merking komen.
In geval van deelbouw waarbij als vergoe
ding voor verrichten arbeid door steuntrek
kende arbeiders een gedeelte (bijvoorbeeld
éénderde of éénvierde) van de opbrengst
«ter producten wordt genoten, behoort ook
met deze verdiensten rekening te worden
gehouden en dienen deze voor tweederde
op den steun in mindering te worden ge
bracht, evenals zulks geschiedt bij andere
uit arbeid verkregen inkomsten.
In sommige gevallen zal zelfs een wacht-
Opleving in Nederland staat
los van de depreciatie
Voorzichtig financieel beleid
blijft eerste vereischte
In een onderhoud hetwelk de corres
pondent van de „Agence Economique
et Financiere" met Dr. Colijn gehad
heeft, werd door den minister-president
gelegenheid gegeven kennis te nemen
van zijn zienswijze omtrent eenige be
langrijke problemen, die bij de jaars
wisseling de aandacht trekken.
Ten aanzien van den internationalen
politieken toestand kwam de minister
tot de slotsom dat het hem alles bij el
kaar genomen voorkomt dat men voors
hands voor het uitbreken van een
Europeeschen- of wereld-oorlog niet be
ducht behoeft te zijn.
In verband met het probleem der Duit-
sche koloniale verlangens merkte Dr. Coiijn
op dat Duitschland streeft naar koloniaal
bezit omdat het dan een deel zijner grond
stoffen in eigen valuta betrekken kan en
zich daarvoor geen vreemde deviezen hoeft
te verschaffen.
Men begrijpt echter, zoo ging hij voort,
dat ook dat probleem niet zou bestaan in
dien de monetaire en handelspolitieke ver
houdingen gezond waren zooals dit het ge
val was voor den wereldoorlog.
Zoodoende komt men ook bij dit pro
bleem weer terug tot de stelling dat de
groote wrijvingsvlakken in de wereld
slechts zullen verdwijnen bij een gezond
monetair stelsel gepaard aan een gezonde
handelsbeweging. Het onderwerp monetdiro
moeilijkheden leidde vanzelf tot een be
schouwing in vogelvlucht van wat er zich
te dien aanzien en tevens in economiscti
opzicht momenteel in Duitschland voordoet.
Er zij slechts vermeld, dat minister Coiijn
ais zijn overtuiging uitsprak, dat de zorgen
der voormannen in het Reich thans wel
heel groot moeten zijn en dat er da nook
heel groot moeten zijn en dat er dan ook
zen om zonder gevaarlijke experimenten
de economische en finantieele moeilijkhe
den, die men thans doormaakt te over
winnen.
Wat in het algemeen de internatio
nale monetaire situatie aangaat gaf Dr.
Coiijn te verstaan, dat deze tengevolge
van verschillende lactoren nog geens
zins een stabiel karakter vertoont. Een
oplossing van de monetaire problemen
is tenslotte alleen op deugdelijke wijze
te bereiken als eindelijk bet gezond
verstand in de wereld zal gaan zege
vieren, en men zal overgaan tot herstel
van een vrijer ruilverkeer.
De minister moest echter
tevens constateeren, dat be
laas de wereld hietvooi nog
niet rijp schijnt te zijn.
Met betrekking op den economisch-finan-
cieelen toestand in Nederland merkte Dr.
Coiijn op, dat de moeite, die het kost om
de gulden niet te doen stijgen, nog eons
duidelijk bewijst, dat o p z i c h zelf be
schouwd hier fe lande depreciatie niet noo
dig was, doch men moest daartoe onder de
bekende omstandigheden wel overgaan,
aangezien men nu eenmaal niet in ziju
eentje bridge kan spelen.
Ontegenzeggelijk valt er ook in Ne
derland een opleving waar te nemen,
echter geheel en al los van de depre
ciatie, want ook daarvoor kon men dit
verschijnsel reeds constateeren, wat o.a.
mede uit de werkloosheidscijfers bleek.
Die opleving is natuurlijk verblijdend,
maar zij mag toch geen aanleiding ge
ven om nu maar opeens te meenen dat
"wij er zijn.
Zoo dient men er zich ook rekenschap
van te geven, dat zij ten deeie samen
hangt met een zich elders voordoende
credietinflatie.
Voorzichtig finantieel beleid, aldus de
conclusie van den minister-president,
blijft dus vereischt.
tijd behooren te worden opgelegd.
Bovengenoemde regeling treedt in wer
king met ingang van de week 27 December
1936 tot en met 2 Januari 1937.