VOOR VROUW EN KIND
:hten
maas- en scheldebode
niet te koop
36
B.V.L.
ZATERDAG 13 JUNI 1936
KERK EN SCHOOL
Prof. Dr. P. Stegenga Az.
VOOR DE VROUW
VOOR DE JEUGD
cliuttcrs gingen do
akli.ee:
2e pr. v. a. Welle,
Lemkes, Den Bom-
nan, Stad a. 't II.,
we Tonge; 13e pr.
pr. W. Hoogmoed,
ling. Melissant, 21o
otige; 22e pr. P. da
festhoevc, Ouddorp;
ad a. 't H.
r. Nagtegaal, Mclis-
'lissant, 5e pr. M.
Bo pr. II. Tanis,
Sommelsdijk; Ho
|ijk; I2e pr, Snelle-
pr. W. VroeginJe-
pr. L. W. van der
r. L. Wiegel, Meus-
Dirksland; 24e pr.
2Ue pr. J. van
pr. Mulders, Sta-1
pr. J. Buijs, Acht-
n, Ouddorp; 18e pr.
nel: 19e pr. J. Mui.'
gvliel; 23e pr. S.
duiders, Dirkslandj
orp; 4e pr. A. C. v,
i'. L. Vermaat, Ooit-
Kempen, Ooltgens-
Den Bommel; 11.3
Den Bommel; 12a
13e pr. L. W. Mijn-
C. Jongejan, Dirks-*
itad aan 't Haring-
aaf, Dirksland; 20o
I; 21e pr. M. Mul-
vliet.
behaalde le prijs
!e pr. Zuidland met
w Helvoet met 231
aan 't Haringvliet
.elschild, vorig jaar
sdijk ging nu over
E MIDDELHARNIS
Juni
uien 2224, spina-
100 kilo; sla 0.75—
70, idem II 1.50
perziken 5.50, al-
n 7.7010.60, radijs
alles per 100 bos;
ilauwe druiven 48,
l Juni
ilo 2.602.70, idem,
Jem 50 kilo 2.20—
2.40.
G e. Aangevoerd in
8 paarden, 4 veulens
vette runderen, 2IS
kalveren, 106 gras
lammeren, 125 zuïg-
bokken of geiten,
oeien tot 56 c., 2e kw
vette ossen tot 50 c.
S42 e., stieren tot
kw 3641 ea.r vette
55 c. 3e kw 3540 e.
:hapen 303841 c.,
nicht, slachtkalverea
!n 31—35—41 c
ee; Schapen
1519, zuiglam-
ilachtkalveren 4—
9—12—15. slacht-
rkpaarden 110160
3, stieren 110200
60—200, melkkoeien
100—120—13
en 658095, gras
ken en gelten 2.o0
en ossen worter, ta
de vette koeien ble-
sen iets lager. Een
ct en een os tot 53 ct
handel lui, iets la-
markt, handel slecht
te handhaven. Een
0 cent.
ider aangevoerd, üan
r.
markt, handel tame
rlge week.
acht en fokkalveren
id. nauwelijks prüs-
mer ter markt, han-
c'ittpaarden iets min
d.
olkokeien als vorige
an de vor. week wa-
serd, weinig handel,
nindeer ter markt,
prijzen.
markt, handel stil,
■eranderd, voor het
igevoerd handel vlug
Juni. Vee. Prüzen:
)0; melkkoeien f120
70; drachtige iar-
f 1520; biggen f8
eieren 2—3 ct p st
lijke behandeling,
t, want zij was te
den.
n in haar ooren te
dreven laag over
handen op haar
tond zij daar, ril
de deur van den
Iken viel de regen
uden de hemc-
in zonde en zelf-
m. Zij keek op uit
n juten baal over
or den regen, aan
wachten.
toch voort! Blijf
goed om een long-
akker dan het erf
haarnte en diepe
i, die wordt weg-
'gesnauwd aan de
vil hij je niet hel-
in die stem, die
t het hart der he
geven!" zeide zij
iVordt vervolgd)
VOORDE
ZONDAG
Want wij dragen niet, gelijk velen,
het woord Gods te koop, maar als
uit oprechtheid, maar als uit God,
in de tegenwoordigheid Gods spre
ken wij het in Christus.
2 Corinthe 2 17.
Met iets te koop loopen is in onze taal
een figuurlijke uitdrukking voor: het aan
iedereen vertellen.
Bedoelt Paulus het zoo, als hij schrijft,
dat hij het Woord Gods niet te koop
draagt? Is het Woord Gods dan iets, dat
men niet aan iedereen vertellen moet?
Kunnen zich op dit woord van Paulus
beroepen degenen, die het Woord Gods
liefst zagen opsluiten binnen de kerk
muren of de wanden van huiskamer en
bidcel?
Wat we van het optreden van Paulus
weten, wijst wel op iets anders. Zeker,
ook hij wist zijn tijd van spreken en
zwijgen. Ook hij wist te spreken op zijn
pas. Maar het Woord Gods achteruit
houden onder het voorwendsel, dat men
er niet mee te koop moet loopen; daar
wist deze apostel niets van.
Hij zegt trouwens iets anders. Niet dat
hij met 't Woord Gods niet te koop
loopt. Maar: dat hij het niet te koop
draagt. En dit is niet in figuurlijken,
maar ook in eigenlijken zin te verstaan:
dat hij het Evangelie verkondigt, zonder
daarvoor eenig voordeel te bedingen.
Het is immers zijn roem, juist tegen
over die rijke Corinthiërs, niet dat hij
hun het Evangelie verkondigd heeft,
want dat moest hij doen krachtens zijn
ambt; maar dat hij het hun om niet
verkondigd heeft. En tot dit laatste was
hij niet verplicht: hij had als Christus'
apostel het recht om zijn levensonderhoud
van de gemeente te eischen. zooals hij in
1 Cor. 9 en elders onomwonden uit
spreekt.
Dat hij dit recht niet liet gelden, had
zijn bepaalde reden: de Corinthiërs, die
zoo gaarne op uiterlijkheden letten, zou
den hierin toch een vergelijking kunnen
maken tusschen de valsche apostelen en
Paulus, die ten zijnen gunste moest uit
vallen.
Hij stelde het Evangelie van Christus
voor die rijke Corinthiërs gratis beschik
baar! Hij, die zelE niets bezat, en in zijn
levensonderhoud met eigen handen moest
voorzien!
Volgt hieruit dan, dat een prediker van
üict Evangelie, die aanneemt wat hem tot
Zijn behoorlijk levensonderhoud wordt
gegeven, het Woord Gods wèl te koop
draagt?
Natuurlijk niet. Paulus zelf heeft van
He Philippische gemeente in dank aan
vaard, wat ze hem in Rome, en reeds
vroeger in Thessalonica gezonden heb
ben. en hij prijst het in hen, dat zij gedaan
hebben, wat geen andere gemeente ge
daan had: hem iets mede te deelen tot
rekening van uitgaaf en ontvangst (Phil.
4: 15, 16).
Maar hier greep juist het omgekeerde
plaats: niet hij, die het Evangelie ver
kondigde, bedong een zeker loon, maar
degenen, aan wie het verkondigd werd,
boden 't hem aan, en deelden hem mede
tot vervulling van zijn nooddruft.
Hier was dus geen te koop bieden,
noch handeldrijven met het Evangelie.
Toch is hiermede de beteekenis van
het niet te koop dragen van het Woord
Gods nog niet uitgeput. Er zit meer in.
Want wie iets te koop biedt, doet dit
om er wat mee te verdienen, om er meer
voor te ontvangen dan hij ervoor heeft
gegeven, en aldus winst te maken.
Maar dit mag nu juist niet met het
Woord van God. Dat is geen handels
artikel, dat met winst wordt omgezet. En
toch zag Paulus er in zijn dagen zoove-
len, die het wel deden. Die om het
Woord Gods nooit iets hadden geleden,
die zich nimmer ook maar de minste op
offering ervoor hadden getroost, wien
het geen moeite of inspanning had be
zorgd. En die nu dat Woord misbruikten
ten eigen bate. Niet alleen om er stof
felijk voordeel mee te bejagen, maar ook
om er zich eer en invloed door te verze
keren voor hun persoon.
En dat nu de Corinthiërs deze men-
schen toejuichen, en hem den rug toe-
keeren, die hun het Evangelie gepredikt
had om hen voor Christus te gewinnen,
dat kon deze trouwe dienstknecht van
Christus niet hebben, dat bedroefde hem
diep.
Was dit dan gekrenkte eerzucht? Hoe
zoudt ge hem miskennen door zoo iets te
denken! Neen, wat hem griefde was dat
die Corinthische gemeente er zelf de
dupe van werd.
Die bedriegelijke arbeiders knechtten
die gemeente, in plaats van ze op te
leiden tot de vrijheid in Christus. Zc aten
die gemeente op, ze plunderden haar,
want in die gemeente zat geld. veel geld.
Ze lieten zich door haar bewierooken in
hun zelfverheffing. Ze traden beleedi-
gend tegen haar op. En men vond het
alles goed (2 Cor. 11 20)
En dit kon Jezus' apostel niet verdra
gen. Moest dat nu worden van die ge
meente, over wie hij eens geijverd had
met een heiligen ijver Gods, om haar
voor Christus toe te bereiden (2 Cor.
11 2)
Moest aldus de mensch onder hen
groot worden tot haar eigen schade, in
plaats dat Christus onder hen heerlijk
wierd tot hun zaligheid?
Maar er was nog meer. Want iets te
koop dragen, dat was in het maatschap
pelijk leven van die dagen niet het werk
van menschen, die flink en eerlijk handel
drijven, zooals de Corinthische kooplie
den dat verstonden. Neen, iets te koor
dragen, dat was het obscure bedrijf van
die kleine kramers, zooals men ze in het
Oosten nog wel vindt, die tweede- en
derdehandsche waar uitventten alsof het
van het allerbeste was. Ze wisten dat
minderwaardige goedje dan op te poet
sen, zoodat het wonderwat leek en het
onnoozele publiek erin vloog, om straks
te bemerken, dat ze zich prullen in de
handen hadden laten stoppen.
Dit beeld was natuurlijk voor handels-
menscherr als de Corinthiërs bijzonder
pakkend.
Welnu, schrijft Paulus hun, zoo Iaat
gij u beetnemen door die velen, die hun
optreden een verleideiijken schijn geven,
maar die u niet het Woord Cods in zijn
eenvoud verkondigen, als een reuke des
doods ten doode in degenen, die verloren
gaan en een reuke des levens ten leven
in degenen, die zalig worden. Iedereen
kon hun woord aanhooren, zonder dat
het de ongeloovigen ergerde, maar ook
zonder dat de geloovigen sterkte.
Zoo droegen die „velen" het Woord
Gods te koop. Ze vervalschten den in
houd wel niet. Maar ze namen de kracht
ervan weg. En de Corinthiërs hadden
er geen erg in. Ze vergaapten zich aan
den schijn en op het gehalte letten zij
niet. Dat deden diezelfde Corinthiërs. die
in hun zaken zich niet zoo gemakkelijk
zouden laten beetnemen.
En hiertegen teekent de Apostel zijn
protest aan. Het Woord Gods mag niet
dienstbaar gemaakt worden aar. zulke
persoonlijke belangen, ook nie* om eigen
meeningen ingang te geven, of eigen in
vloed en macht en eer te dienen. Daar
lijdt Gods Woord schade onder, daar
lijdt Gods zaak nadeel door, daar wordt
Gods volk door misleid.
En daarom moet het hanteeren van het
Woord Gods in de woelingen van het
leven in oprechtheid geschieden.
Als uit God. In de heilige tegenwoordig
heid Gods. In Christus, om hem te ver
heerlijken als den eenigen Zaligmaker, in
wien niet alleen voor het toekomende alle
heil is, maar van wien ook alle waarach
tig heil afdaalt voor dit leven.
Het Evangelie is niet te koop. Het is
uit genade, om niet. En zoo is het die
wondere macht, die de wereld behoudt.
NED. HERV. KERK
Drietal: Te Rotterdam (vac. Dr. J. R.
Callenbach), M. J. C. Visser te Leeuwarden,
M. N. W. Smit te Kerkrade en M. Groenen-
berg te Vlaardingen.
Beroepen: Te Ridderkerk, Th. G. Volle-
bregt te Hoornaar. Te Doornspijk, D. Th.
Keek te Staphorst. Te Doeveren. P. I.
Hage, em. pred. te Maartensdijk. Te Wijn
gaarden, cand. J. W. v. d. Linden te Utrecht.
Te Lettelbert-Emmatil, cand. W. Wilman
te Eng wierum.
Aangenomen: Naar Rauwerd-Sij-
brandaburen, G. W. B. A. Thoden van Vel-
zen, cand. te Oegstgeest. Naar Langerak
bez. de Lek, cand. J. Stok te Delft.
Slok te Delft. Voor Voorthuizen, J. Lek-
kerkerker te Oldebroek.
GEREF. KERKEN
Beroepen: Te Winsnm (Fr.), cand. J.
Jan sens te Groningen Te Utrecht (als 2e
miss. pred. voor het Zcndingsveld van Gel
derland en Utrecht), Dr. J. van der Linden
tc Tzum (Fr.).
CHR. GEREF. KERK
Tweetal: (Hernieuwd, doordat Ds. Hem-
stra juist het beroep naar Haarlem-N. had
aangenomen.): K. Bokhorst te Murmerwoude
en L. H. Beekamp te Mcppel.
EV LUTH. KERK
Bedank t: Voor Delft, C. F. Nolle te
Middelburg.
AFSOHEID. BEVESTIGING EN INTREDE
In een meer dan volle kerk lieeft ds. J. A.
It a a m s afscheid genomen van de Ned.
Herv. Gemeente te K1 o e t i n g e. Aan de
preek gingen vooraf de toespraken tot de ker
kelijke colleges enz., welke werden beantwoord
door ouderling Maartense namens de gemeen
te, waarin hij Ds. Raams hartelijk dank bracht
voor het vele en mooie werk, vooral ook onder
de jeugd in die bijna tien jaren verricht
De consulent dis. v. d. Heil sprak namens de
Kerkvoogdij en de Ring, dr. Schmidt namens
het Classicaal Bestuur, waarin ds. Raams vele
jaren als assessor zitting had. Burgemeetster
Zandée sprak een hartelijk woord van dank
voor het uitnemende werk ook in 't belang van
de burgerlijke gemeente.
Nu hield ds. Raams na een woord van dank
zijn afscheidspreek; de tekst was Hebr. 13 8.
De gemeente zong haar scheidenden leeraar
staande Psalm 121 4 toe. Ka afloop van den
dienst kwamen zeer velen Ds. en Mevr. Raams
de hand geven en velen, zoowel uit als van
buiten gaven blijk van hun ontroering.
DE MODERNE PELGRIM
Arabië is bezig snel te modemiseeren, doch
dat gaat niet zonder ernstige schokken. Oude
tradities vallen; zoo heeft men in het heilig
dom te Mekka efectrische verlichting aange
bracht en de mannen die in opeenvolging van
eeuwen bij het onderhoud der tallooze olte-
lampen werkzaam waren zijn werkloos gewor
den. Automobielen transporteeren de pelgrims
van en naar Mekka en Medina; de duizenden
kameelen en hun begeleiders zijn niet meer
noodig; het gouvernement van de Hedjaz
heeft 300 autobussen in exploitatie gebracht
en koning Ibn Saoud zelve bezit er 150. An
derzijds is de toevloed van pelgrims zeer ver
minderd hetgeen vele duizenden werkloos
maakt. Medina, dat vóór den oorlog Sü.000 in
woners had, telt er thans slechts 8000.
Ia de vacature wijlen Prof. Loosjes is
benoemd tot hoogleeraar aan liet Ev.
Lutlierscli Seminarium te Amster-
d a m Dr. P. Stegenga Az., predikant bij
de Ev. Luth. Gemeente aldaar.
Mede op de voordracht stonden Dr. P.
Boeiidenuaker te Hilversum Dr. J. E. B.
Blase, predikant
bij de Ind. Kerk
met verlof. Dr.
Stegenga werd 4
Aug. 1882 te Kou-
duin geboren, stti
deerde aan de
Utrectitsclie Uni
versiteit en werd
in 1908 candidaat
in de Ned. Herv.
Kerk Hij is bijna
51 jaar oud en se
dert 1908 predi
kant. Hij diende
de Ned. Herv. Ge
meenten van Gar-
deren cn Zwartsluis en werd in 1915 na coll.
doctum predikant bij de Ev. Luth. Kerk te
Deventer Sedert 18 Nov. 1917 is hij te Am
sterdam.
De nieuwe hoogleeraar heeft in woord en
geschrift op verschillend gebied naam ge
maakt, inzonderheid op dat der Inwendige
Zending.
Hij is mede-oprichter van het Tehuis voor
Militairen te Millingen. Verder is hij voorzit
ter der Witteveen Vereen, te Ermelo, lid van
liet Hoofdbestuur der afdeeling Nederland
van de -Evangelische Alliantie, en is secun
dus-lid der Ev. Lnth. Synode. Behalve zijn
dissertatie over „Twijfel als psychologisch
verschijnsel in het regilieuse leven,., versche
nen van zijn hand nog pl.ni. 40 grootere en
kleinere geschriften, o.m. „De levensvragen
en liet licht Gods", „Persoonlijk geloofsle
ven", Oude landen en steden" (reisbeschrij
ving) cn vele apologetische brochures.
THEOLOGISCHE SCHOOLDAG
17 EN 18 JUNI TE KAMPEN
De Theologische-School-dag te Kampen zal
gelijk we reeds kort gemeld hebben, op Don
derdag 18 Juni worden gehouden. Des
avonds ie voren zal te 7 uur in de Burgwal-
kerk een bidstond worden gehouden, waarin
hoopt vóór (e gaan Ds. F. C. Meijster van
Rotterdam. Na afloop zullen de bezoekers
van bui'en worden ontvangen in de Aula der
Theologische School.
De vergaderingen van den 18cn zullen in
do Burgwalkerk worden gehouden, onder Ie;
ding van prof. dr S. Greydanus.
De morgenvergailering zal aanvangen te
kwart voor tien precies en omslreeks 12 uur
eindigen. Het openingswaard zal worden ge
sproken door den rector prof. or K. Schilder.
Daarna zal Ds C. B. Bavinck (Amersfoort)
een rede houden over het onderwerp: „Be
slaat er een Schriftuurlijke en Gereformeer
de prediking van kenmerken der genade?"
De middagvergadering zal aanvangen te
Iwee uur. Hier hopen op te treden Ds H.
Veldkamp van Speek (ondnnvei-p: Möttlin-
gen) en Ds A. S Timmer, van Bedum (on
derwerp: „Leven uit het geloof alleen").
Met de Spoorwegen is een overeenkomst
gesloten, waardoor men resp. 33 en 40
reductie krijgt op één- en twcedaagsche
retours.
EEN VADER SPREEKT
In een open brief aan de Mohammedanen,
waarin Gandhi betreurt, dat zij zijn zoon
Hiralal als geloofsgenoot verwelkomd heb
ben, schrijft hij: „Iedereen weet, dat mijn
zoon Hiralal aan den drank is Hij staat ook
in de schuld bij eenige Pathans, van wien hij
tegen hoogen interest geld geleend heeft. Hij
heeft do meest toegewijde vrouw gehad, die
hem rltiid vergeven heeft. Hij heeft drie
grootf kinderen, die hij lang geleden heeft
opgehouden te onderhouden. Onlangs schreef
hij aan de pers een brief, waarin hij zich
over de Hindoes beklaagde en dreigde tot het
Christendom of den Islam te zullen over
gaan. De brief toonde duidelijk aan, dat hij
het hoogste bod afwachtte. Hij is nog op een
goed leventje gesteld. Zijn afval is geen ver
lies voor het Hindoeïsme en zijn toelating
tot den Islam is een bron van zwakheid voor
dien godsdienst."
,MAAS"-N Y MP HEN
SECUUR
We maakten dezer dagen
Een tochtje door Flakkce
M'n buzen gingen toeren
En ik moest met tien mee,
't Is teel eens een verzetje
Zob'n reis naar Battenoord
Je komt eens iets te weten
Waar j'anders niet van hoort
Of wel het kan gebeuren
Dat je dan eens wat ziet
Waardoor je aan wat stof komt
Voor 't Vrijdagavondlied.
Ik zag wat: bij een hofstee
Daar lag een lapje gras
Dat een klein geitenweitje
Of een groot bleekveld was.
Een geit ontbrak waarschijnlijk
En waschweek was het niet
Waarom men Bles, de klepper,
Daar rustig grazen liet.
U zegt: das niks bijzonders
Ik stem het daad'lijk toe
Doch, 't gaat niet om het grazen.
Maar om de wijze: hoe!
Bles wus verplicht te blijven
Daar, waar de baas het ivou
Was daarom vastgebonden
Met, aan het halstertouw,
Een heele zware ketting
Waaraan j' een zeeboot meert.
De boer wou 't niet beleven
Dut Bles 'm was gesmeerd
Aan 't and're kettingeinde
En daar komt het op aan
Zag 'k midden in het bleekveld
Ecu nietig paaltje staan
Als Bles trouw respecteerde
De grens van zijn domein
Zal d'oorzaak eer zijn leeftijd
Dan paal plus ketting zijn.
(Nadruk verboden) HAKATE
Correspondentie:
C. B. Inderdaad! Ondanks de verwer
ping van het wetsontwerp ben ik tocli
van mijn „vaste lasten" bevrijd. Dank
U zeer! H.K.T.
TROOSTNUMMER VAN „PNIëL"
Voor luttele centen ter verspreiding i4
thans verkrijgbaar een speciaal „Troostnum-
mer" \an Pniél, waarin dr. Gunning op de
hem eigene, dus pakkende wijze \oor rouw-
(Irageiiden en ernstige kranken woorden
van troost en versterking heeft. Adres Pie-
terskerk-Koorsteeg, Leiden.
CR. NAT. ZENDINGSFEEST
Op liet Chr. Nationaal Zendingsfeest, dat
Woensdag 1 Juli op Raaphorst onder Wasse
naar wordt gehouden zuilen verschillende per
sonen, die pas van de Zendingsvelden terug
keerden, bet woord voeren. Zoo o.m. de heeren
H. M. Bielke, praerses van de Zending der
Broeder-gemeente in Suriname, K. A. Bot, zen
deling te Tobelo op Halmahera, F. Eigenbrod,
zendeling te Balige, Bataklanden op Sumatra,
ds. J. Hofker, predikant der Indische Kerk te
Bandoeng, P. Middelkoop, hulpprediker te Ka-
pan op Timor, W. F. Schroder, zendeling op
I'oelau Tello ten Westen van Sumatra. Verder
worden voorgesteld de uitgaande zendelingen
L. H. Put, J. F. Storm en W. B. de Weerd.
Bruin en niet verbrand.
Bij zonnebaden, zwemmen, sport, fiets-,
wandel en watertochten wordt zonnebrand
voorkomen met AMILDA-zonnebruincrênie.
Bronst en bruint tevens Uw huid prachtig.
Flacon 90 ct. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct,
KONSEKWENT
Onder dit opschrift schrijft G. Meima een
artikel in liet reeds meer genoemde blad
„Onze Kinderen", 't geen we bier overnemen
De schrijver zegt liet volgende:
„Kon s ek w e n t"
„Dat is een puntje, waarover men kan le
zen in alle handelingen voor de opvoeding
in school on huis: de onderwijzer moet kon-
sckwent zijn, do ouders mogen geen oogen
blik de eisch der konsekwentie uit het oog
yerliezen.
Om aan het kind goede levensgewoonten
eigen te maken, moet een eenmaal gestelde
regel ltonsekwent worden gehandhaafd. Wie
liet kind kent, weet, dat het herhaaldelijk
zal probeercii, aan de klem van een strakke
eisch te ontkomen. „Zóó" laat naar ben.
„Nog één bladzij lezen. „Zóó" vroeg op
staan „Och, Moeder, ik kan nog best klaar
komen, laat mij nog maar vijf minuten lig
gen!" Mee naar de kerk. „Mag ik niet eens
één keertje thuis blijven? Bij die domino
vind ik er niet voel aan!"
We voelen wel, hoe gevaarlijk het is,
wanneer hier oven van de eischen wordt af
gelaten. Dan heet het con volgende keer da
delijk: „Toen mocht het ook wel!"
Want laten we dat vooral niet vergeten,
het kind zelf drijft ons in de konsekwentie
in zijn voordeel.
Ilee] sterk komt dat uit, wanneer wij" in
de behandeling van onze kinderen niet al
tijd gelijk zouden optreden. Wat de een
mag, moeten we ook een ander toestaan.
Daar zullen ze ons wel aan herinneren.
Wie kinderen van verschillende leeftijd
beeft op te voeden, weet wel, dat liet vaak
ecu grief van de ouderen is, dat zij veel min
der vrijheid hebben genoten, dann u aan de
jongere leden van het gezin wordt toege
staan.
Van onze gewijzigde inzichten op sommi
ge punten willen zo niet weten, ze drijven
ons de weg der konsekwentie op.
„Die kleinen mogen nu veel meer dan wij
Vroeger". Dat heeft menig ouder al pijnlijke
uren bezorgd en hem tot de erkenning ge
bracht, dat hij misschien do teugels vroeg°r
ook wel wat al te strak heeft gehouden. Hot
hikt mij het 'best, dit ook maar eerlijk met
de ouderen te bespreken. Ieder opvoeder zou
zic.h dikwijls hij heel zijn werk gedurig
moeten afvragen: waarom wil ik dat zont
waarom verbied ik dit of dat? Hoe meer
willekeur we in ons opvoedingswerk aan de
dag leggen, hoe vaker wc natuurlijk van on
ze eischen moeten laten vallen en hoe meer
we de indruk van onrechtvaardigheid ves
tigen.
Dat geldt vooral in de school. Daar kan
met verschillende omstandigheden nog min
der rekening worden gehouden. Daar groeit
iedere inkonsckwentie snel aan en zet ons
in de oogen van anderen in liet licht van
onrechtvaardigheid.
Toch moeten we hier even letton op do
schaduwkant van de konsekwentie. Niet zel
den geraken we over do grens der billijkhe
den, wanneer we door alles heen meenen
konsekwent tc moeten zijn. Ik knoop dit
even vast aan het saamleven in de school.
Daar komen er twee te laat. De een heeft
ruimschoots de tijd gehad, maar is onder
weg blijven hangen en komt zoo door eigen
schuld te laat.
De ander heeft tot het laatste oogenblik
moeder nog even moeten helpen de om
standigheden van het gezin zijn daar waar
lijk naar; de onderwijzer weet dit en
kwam daardoor te laat, precies gblijk m"t
don treuzelaar. Nu mag de onderwijzer, uit
misplaatste zucht naar konsekwentie, deze
twee kinderen niet met dezelfde straf ne-
handelen. Hij kan dat in de klas best ver
dedigen. Hij laat dat dan ook even aan de
kinderen lioorcn. Als twee hetzelfde doen, is
dat nog niet hetzelfde.
En dan moot er in als ons opvoedings
werk ook do weg van genade voor recht n >g
open blijven. Ligthart prijst zijn moeder,
omdat zij zoo heerlijk inkonsekwent -on
zijn. Inderdaad: moeders zijn hot vaak.
Maar liet kind voelt wel, of moeder van
haar eisch afwijkt uit liefde: „Toe dan maar
je wilt het héél graag hé?" of dat ze hel
doet uit zwakheid, nadat de jongen lang ge
zeurd heeft.
Geoorloofde inkonsokwenfie gnat van den
opvoeders uit, 't valt de kinderen eens mee.
Daar wint men ook wel ecus do harten
door".
VAN HIER EN DAAR
Kinderlectuur Hierover schrijft een
Duitscli maandblad o.m. het volgende: „Ou
derdom, geslacht, individualiteit bepalen de
voorliefde voor de lectuur.
Do kleinsten zoeken natuurlijk prenten
boeken, die beantwoorden aan hun zin
voor aanschou w i n g. De 7- on 8-jarigen
geven daarbij de voorkeur aan humoristi
sche teekeningen en bonto kleuren.
Jongens en meisjes worden in het eerst
gelijkelijk geboeid door sprookjes; ongeveer
25 procent der lezers gevoelt daar minder
voor, meestal uit zin voor de werkelijkheid.
Bij het opgroeien gaat de voorkeur bij
jongens cn meisjes in verschillende richting.
De laatsten genieten tot op 12- cn 13-jarige
leeftijd nog \an sprookjes, al beginnen ze
zicli er meer objectief en critisch tcgenovct
te plaatsen. De jongens daarentegen komen
met 10 of 11 jaar in de avonturen-leeffijd, en
zoeken heUlengoschiedonissen, zee- en land-
avonturen, Indianenverhalen, maar ook ver
halen uit de wereldoorlog cn uit de vlieger
geschiedenissen. Daarna komt de lust na ar
lectuur ter uitbreiding dor algemcene ken
nis. mecslal op technisch gebied.
Natuurlijk zijn er afwijkingen van de re
gel: meisjes die verzot zijn op Indianen-ro
mans b.v.
Het onderscheid is dikwijls zoo veelvuldig
als het leven zelf.
MOEILIJKE PROBLEMEN!
Een ander buitenlandsch blad deelt het
volgende gebeuren mee.
De kleine Anna, 5 jaar oud, had erg veel
last van zenuwen. Het geneeskundig onder
zoek bracht geen licht, en ook de moedci
kon de zaak niet verklaren.
Anna zelf durfde niet vrijmoedig antwoor
den oj) de vraag, wat er aan scheelde. Toen
nam de onderwijzer haar alléén, buiten me
deweten der moeder.
„Jij bent een flink meisje, Anna!"
„O, neon, Mijnheer".
„Ja zeker Anna, jij bont een flink meisje"!
„Tocli niet". En niet moeite kwam de ver
klaring: „Ik laat bij het eten altijd mijn
mes en vork vallen. Zij vallen op de vloer.
Moeder zegt, ik heb geen goede manieren.
Maar ik kan het niet helpen!"
Anna was bang om te eten; geen eetlust;
zenuwen!
Er werd nu met de moeder afgesproken,
dat Anna een kleinere vork hebben zou, Be
ze beter kon regeeren. En wat een gr luk.
dat de oorzaak van haar inferioriteitsgevoel
was ontdekt!
NIET TE VROEG NAAR SCHOOL!
Een Duitsch schoolblad schrijft: „Vele
ouders zouden hun kinderen maar vroeg
op school willen hebben: het is dan thuis
wat rustiger, de kinderen zijn goed bezorgd,
ze zijn de school vroeger dóór, en kunnen
dus vroeg op studie, en al dergelijke over
wogingen meer.
Toch is dit zeer af tc raden.
liet begin van de schoolperiode beteekent
voor hot kind een geweldig keerpunt in zijn
leven. Het regelmatig tijdig opslaan, de an
dere bezigheden, met nauwkeurige regeling
van hun vroeger zoo vrije leventje, liet lan
ge stilzitten, de vele nieuwe indrukken en
aandoeningen, hebben grooier invloed dan
mon oppervlakkig donken zou.
Kinderen, die daaraan te vroeg worden
blootgesteld, ondervindon op de oen of an
dere wijze lichamelijke of geestelijke schade
ook ai openbaart die zich niet aanstonds.
Ook de beroepskwestie kan daarbij, met
't oog op de economische omstandigheden,
worden uitgeschakeld. Er s zóó spoedig
toch geen werk voor liet kind.
Menig volwassene zal toestemmen, dat hi)
naar alle waarschijnlijkheid even ver zou
zijn geweest als hij een jaar later op school
gekomen was".
De schrijver van dit voorg ando is epn
modieus uit de Harz, die door ervaring in
jarenlange Waarnemingen in zijn prartijk
voorstander is geworden van het later naar
scliool-gaan.
„Door kinderen wil God ons Zijn diepe
wegen loeren".
Da Costa
„Wanneer gij geen kind wordt, gaat ge
nooit binnen, waar Gods kinderen zijn. De
deur is veel te klein voor u
Angelus Silesius
„Wij willen altijd forccercn. vervroegen.
I-Iij, die Zijn tijd kent, Iaat groeien".
P. Oosterice
„Waar God ons geplaatst heeft, moeten
we weten te bloeien".
Adèle Kamrn
Beste Nichtjes en Neefjes,
Gelukkig kreeg ik weer verscheidene le-
vensteekenen deze week. En nogal wat goe
de oplossingen ook. Dat viel me erg mee.
want eigenlijk had ik wel wat medelijden
met jullie vanwege dat eene lasiige raadsel.
Dubbel fijn dus, dat jullie je er zoo flink aij
gehouden hebt.
Alleen wil ik één ding vragen: mochten
er nichtjes oi neefjes zijn, die om één of
andere reden niet moer mee kunnen of wil
len doen: willen ze dat dan even schrijven?
Een paar keer verzuimen om een inzending
te sturen is natuurlijk heelemaal niet erg.
maar ik krijg op het oogenblik den indruk,
dat er meer achter zit dan enkel: „zoo maar
eens vergeten". En 'k vind het. niet leuk.
wanneer jullie, om 't zoo maar eens uit te
drukken, plotseling „mot do Noorderzon ver
trekken". Dat kan tocli wel anders, hè?
Dus wie inderdaad van plan is al hoop
ik ook vurig van niet ons kringetje te
verlaten, die doelt dit wel zoo spoedig mo-
gelijk oven mee, hè? Anders weet ik niet,
waaraan ik mij ie houden heb.
De oplossing van ons raadsel is: Itema-
i a (2 Kron. 2S :0).
De andere zes namen luiden ais volgt:
R c in a 1 i a
2 Kronieken 2S G
S e f a t j a
Samaria
M a n a s s e
A t h a I i a
E 1 j a k i m
M i c ii a j a
2 Kronieken 21 2
2 Kronieken IS 2
2 Kronieken 33 I
2 Kronieken 22 2
2 Kronieken 36 4
2 Kronieken 13 2
Ja, 't was een heele „kluif". Jullie hebt er
eclit goed je best op gedaan, lioor!
Na lang wikken en wegen heb Ik de prijs
toegekend aan Corn. II. te Nieuwe-T., die
ulies goed had.
Een troostprijs aan Aat. v. d. D., die
slechts een kleine schrijffout had. Een eer
volle vermelding voor Bram P., die ook
alles goed had, maar gezien z'n mooie prijs
voor de teekenwedstrijd nu nog eens even
wachten moet, en voor A r i e W. le Stad
die ook enkel eon schrijffout maakte.
De winnaressen kunnen elk hun prijsje af
halen bij de firma Boekhoven te Sommels
dijk, waar ze klaar liggen.
Nu een paar makkelijke vragen. Doe nu
eens allemaal mee. Iedereen kan deze raad
sels well
1 Hoeveel liters wijn kan een leeg vat be
vallen?
2 Leiden begint met een L. en eindigd met
een e. Hoe kan dat?
3 Verborgen bloemen:
a) Het paard hinnikte: lii-hi-hi; do ezel
begon i-a, i-a.
b) Wat vreemd: bij ons in bet kippenhok
boor je altijd veel gekakel; eieren ech
ter vinden bijna nooit.
c) Lilli, schuif jij eens even de tafel wat
opzij.
4 In de volgende zinnon is een spreek
woord verborgen. In elke zin moet je één
woord zoeken, 't Geheel beteekent: nergens
op aarde is liet volmaakt; niemand is vol
komen gelukkig.
a 's Zomers ga ik elke dag zwemmen,
b We gingen gisteren pas om tien uur
naar huis.
c Heeft tante ja de nieuwe klok al laten
zien?
d Nee, Oom heeft me wel zijn mooie nieu
we plantenkas getoond,
e Raadsels worden vaak met kruisjes en
stippels gemaakt.
Méér zullen we maar niet geven. Anders
heb je er weer zoo veel werk aan. en '1; be
grijp wel, dat jullie daar toch geen zin in
bobt, 's zomers.
Kan ik me trouwens ook best voorstellen
Zorg maar, dat je nu zooveel mogelijk bui
ten geniet. Dan kun je, er van de winter
weer beter tegen, 'k Hoop, dat jullie niet
teveel nineifp zult hebben met dit stelletje.
Veel succes hoor!
Nu nog do briefjes!'
Corn. R. te Nieuwe-Tonge. Ja, jammer dat
ik dat briefje niet op tijd kreeg. Maar nu
had ik dubbel nieuws. Dus dat trof. Leuk,
dat liet je goed bevalt. Fijn, dat je die be
lofte schreef. Je ziet zelf maar hoor. Je weet
wel, wat mij betreft, geldt nog altijd de re
gel: „hoe meer hoe liever". Je oplossingen
waren goed. Nu. Cor. gr. aan allen thuis.
Veel plezier hoor, Daaag!
Bram P. te Numansdorp. Wat heerlijk,
iiè, die roeipartij! Je schrok zeker wei, toen
je liet zag van dat konijntje. Nou, zwemmen
is heerlijk en gezond ook. Doe dus maar
goed ie best. Je werk was fijn, floor, biaio.
Dag Bram.
Aat v. d. D. te S'dijk. Je verjaardag staat
genoteerd hoor. evenals die van Corn. R. en
Hans W.; jullie zijn alle drie in September
jarig, is dat niet grappig? t Kan me begrij
pen, dat je 't gezellig vindt, zoo allemaal
dicht bij elkaar te wonen, 'k Wist niet. dat
je al zoo flink mee kon helpen! Wal prettia,
dal je nu zelf een fiets hebt. Dan kun je nog
eens fijn er op uitgaan hé? Nu, mijn groeten
aan alien thuis, ook aan je vriendin, van
wie ik nog geen briefje ontving, en tot de
volgende keer.
Daag!
Henk M. te S'dijk. Je zult wel gelachen
hebben, dat ik je al feliciteerde. Je begreep
zeker al, dat ik met je broertje in de war
was. Nu doe ik liet ditmaal nog maar eens.
'k Heli gezien, dat Arie Wagner en jij ook
al gelijk jarig zijn. Dus dan zijn er bij jul
lie op school twee op één dag. 't Beste hoor!
Dag, Henk.
Arie W. te Stad. Ook jij van harte gefeli-
■iteerd hoor, met 23 Juni. 'k Hoop. dat net
een gezellige dag zal zijn en dat je een goed
jaar wacht. Je bent nu weer gauw aan do
beurt voor de prijs. Jammer van die ver
schrijving. Bij A t h al i a zette jii 2 K ron.
23 en dat moest zijn 2 Kron. 22. Anders
was het goed. Groeten aan allemaal. Dag!
Jaap W. te Stad. Heeft het nu weer ge
noeg geregend? Ja, 't zal voor moeder zelf
ook wel vreemd en lastig zijn. Je oplossing
was niet af, hè? Nu, tot over veertien dagen
boor! Dag, Jaapl
Jan W. te Stad. Als de prijs niet komt.
moet Arie hem maar afhalen. .Tammer, dat
Bram weer weg is. Doe maar goed je best
op de inleiding. Veel succes hoor. Daag!
Hans W. te Stad. Fijn, dat je meedoet.
Wat een mooie brief. Doe maar goed ie best
dan krijg je ook eens een prijsje. Dag, Hans
Groeten aan Adri.
En nu, jongens en meisjes, allen nog een'
hartelijke groet van jullie j
TANTE TINE j