VOOR VROUW EN KIND :hten maas- en scheldebode niet te koop 36 B.V.L. ZATERDAG 13 JUNI 1936 KERK EN SCHOOL Prof. Dr. P. Stegenga Az. VOOR DE VROUW VOOR DE JEUGD cliuttcrs gingen do akli.ee: 2e pr. v. a. Welle, Lemkes, Den Bom- nan, Stad a. 't II., we Tonge; 13e pr. pr. W. Hoogmoed, ling. Melissant, 21o otige; 22e pr. P. da festhoevc, Ouddorp; ad a. 't H. r. Nagtegaal, Mclis- 'lissant, 5e pr. M. Bo pr. II. Tanis, Sommelsdijk; Ho |ijk; I2e pr, Snelle- pr. W. VroeginJe- pr. L. W. van der r. L. Wiegel, Meus- Dirksland; 24e pr. 2Ue pr. J. van pr. Mulders, Sta-1 pr. J. Buijs, Acht- n, Ouddorp; 18e pr. nel: 19e pr. J. Mui.' gvliel; 23e pr. S. duiders, Dirkslandj orp; 4e pr. A. C. v, i'. L. Vermaat, Ooit- Kempen, Ooltgens- Den Bommel; 11.3 Den Bommel; 12a 13e pr. L. W. Mijn- C. Jongejan, Dirks-* itad aan 't Haring- aaf, Dirksland; 20o I; 21e pr. M. Mul- vliet. behaalde le prijs !e pr. Zuidland met w Helvoet met 231 aan 't Haringvliet .elschild, vorig jaar sdijk ging nu over E MIDDELHARNIS Juni uien 2224, spina- 100 kilo; sla 0.75— 70, idem II 1.50 perziken 5.50, al- n 7.7010.60, radijs alles per 100 bos; ilauwe druiven 48, l Juni ilo 2.602.70, idem, Jem 50 kilo 2.20— 2.40. G e. Aangevoerd in 8 paarden, 4 veulens vette runderen, 2IS kalveren, 106 gras lammeren, 125 zuïg- bokken of geiten, oeien tot 56 c., 2e kw vette ossen tot 50 c. S42 e., stieren tot kw 3641 ea.r vette 55 c. 3e kw 3540 e. :hapen 303841 c., nicht, slachtkalverea !n 31—35—41 c ee; Schapen 1519, zuiglam- ilachtkalveren 4— 9—12—15. slacht- rkpaarden 110160 3, stieren 110200 60—200, melkkoeien 100—120—13 en 658095, gras ken en gelten 2.o0 en ossen worter, ta de vette koeien ble- sen iets lager. Een ct en een os tot 53 ct handel lui, iets la- markt, handel slecht te handhaven. Een 0 cent. ider aangevoerd, üan r. markt, handel tame rlge week. acht en fokkalveren id. nauwelijks prüs- mer ter markt, han- c'ittpaarden iets min d. olkokeien als vorige an de vor. week wa- serd, weinig handel, nindeer ter markt, prijzen. markt, handel stil, ■eranderd, voor het igevoerd handel vlug Juni. Vee. Prüzen: )0; melkkoeien f120 70; drachtige iar- f 1520; biggen f8 eieren 2—3 ct p st lijke behandeling, t, want zij was te den. n in haar ooren te dreven laag over handen op haar tond zij daar, ril de deur van den Iken viel de regen uden de hemc- in zonde en zelf- m. Zij keek op uit n juten baal over or den regen, aan wachten. toch voort! Blijf goed om een long- akker dan het erf haarnte en diepe i, die wordt weg- 'gesnauwd aan de vil hij je niet hel- in die stem, die t het hart der he geven!" zeide zij iVordt vervolgd) VOORDE ZONDAG Want wij dragen niet, gelijk velen, het woord Gods te koop, maar als uit oprechtheid, maar als uit God, in de tegenwoordigheid Gods spre ken wij het in Christus. 2 Corinthe 2 17. Met iets te koop loopen is in onze taal een figuurlijke uitdrukking voor: het aan iedereen vertellen. Bedoelt Paulus het zoo, als hij schrijft, dat hij het Woord Gods niet te koop draagt? Is het Woord Gods dan iets, dat men niet aan iedereen vertellen moet? Kunnen zich op dit woord van Paulus beroepen degenen, die het Woord Gods liefst zagen opsluiten binnen de kerk muren of de wanden van huiskamer en bidcel? Wat we van het optreden van Paulus weten, wijst wel op iets anders. Zeker, ook hij wist zijn tijd van spreken en zwijgen. Ook hij wist te spreken op zijn pas. Maar het Woord Gods achteruit houden onder het voorwendsel, dat men er niet mee te koop moet loopen; daar wist deze apostel niets van. Hij zegt trouwens iets anders. Niet dat hij met 't Woord Gods niet te koop loopt. Maar: dat hij het niet te koop draagt. En dit is niet in figuurlijken, maar ook in eigenlijken zin te verstaan: dat hij het Evangelie verkondigt, zonder daarvoor eenig voordeel te bedingen. Het is immers zijn roem, juist tegen over die rijke Corinthiërs, niet dat hij hun het Evangelie verkondigd heeft, want dat moest hij doen krachtens zijn ambt; maar dat hij het hun om niet verkondigd heeft. En tot dit laatste was hij niet verplicht: hij had als Christus' apostel het recht om zijn levensonderhoud van de gemeente te eischen. zooals hij in 1 Cor. 9 en elders onomwonden uit spreekt. Dat hij dit recht niet liet gelden, had zijn bepaalde reden: de Corinthiërs, die zoo gaarne op uiterlijkheden letten, zou den hierin toch een vergelijking kunnen maken tusschen de valsche apostelen en Paulus, die ten zijnen gunste moest uit vallen. Hij stelde het Evangelie van Christus voor die rijke Corinthiërs gratis beschik baar! Hij, die zelE niets bezat, en in zijn levensonderhoud met eigen handen moest voorzien! Volgt hieruit dan, dat een prediker van üict Evangelie, die aanneemt wat hem tot Zijn behoorlijk levensonderhoud wordt gegeven, het Woord Gods wèl te koop draagt? Natuurlijk niet. Paulus zelf heeft van He Philippische gemeente in dank aan vaard, wat ze hem in Rome, en reeds vroeger in Thessalonica gezonden heb ben. en hij prijst het in hen, dat zij gedaan hebben, wat geen andere gemeente ge daan had: hem iets mede te deelen tot rekening van uitgaaf en ontvangst (Phil. 4: 15, 16). Maar hier greep juist het omgekeerde plaats: niet hij, die het Evangelie ver kondigde, bedong een zeker loon, maar degenen, aan wie het verkondigd werd, boden 't hem aan, en deelden hem mede tot vervulling van zijn nooddruft. Hier was dus geen te koop bieden, noch handeldrijven met het Evangelie. Toch is hiermede de beteekenis van het niet te koop dragen van het Woord Gods nog niet uitgeput. Er zit meer in. Want wie iets te koop biedt, doet dit om er wat mee te verdienen, om er meer voor te ontvangen dan hij ervoor heeft gegeven, en aldus winst te maken. Maar dit mag nu juist niet met het Woord van God. Dat is geen handels artikel, dat met winst wordt omgezet. En toch zag Paulus er in zijn dagen zoove- len, die het wel deden. Die om het Woord Gods nooit iets hadden geleden, die zich nimmer ook maar de minste op offering ervoor hadden getroost, wien het geen moeite of inspanning had be zorgd. En die nu dat Woord misbruikten ten eigen bate. Niet alleen om er stof felijk voordeel mee te bejagen, maar ook om er zich eer en invloed door te verze keren voor hun persoon. En dat nu de Corinthiërs deze men- schen toejuichen, en hem den rug toe- keeren, die hun het Evangelie gepredikt had om hen voor Christus te gewinnen, dat kon deze trouwe dienstknecht van Christus niet hebben, dat bedroefde hem diep. Was dit dan gekrenkte eerzucht? Hoe zoudt ge hem miskennen door zoo iets te denken! Neen, wat hem griefde was dat die Corinthische gemeente er zelf de dupe van werd. Die bedriegelijke arbeiders knechtten die gemeente, in plaats van ze op te leiden tot de vrijheid in Christus. Zc aten die gemeente op, ze plunderden haar, want in die gemeente zat geld. veel geld. Ze lieten zich door haar bewierooken in hun zelfverheffing. Ze traden beleedi- gend tegen haar op. En men vond het alles goed (2 Cor. 11 20) En dit kon Jezus' apostel niet verdra gen. Moest dat nu worden van die ge meente, over wie hij eens geijverd had met een heiligen ijver Gods, om haar voor Christus toe te bereiden (2 Cor. 11 2) Moest aldus de mensch onder hen groot worden tot haar eigen schade, in plaats dat Christus onder hen heerlijk wierd tot hun zaligheid? Maar er was nog meer. Want iets te koop dragen, dat was in het maatschap pelijk leven van die dagen niet het werk van menschen, die flink en eerlijk handel drijven, zooals de Corinthische kooplie den dat verstonden. Neen, iets te koor dragen, dat was het obscure bedrijf van die kleine kramers, zooals men ze in het Oosten nog wel vindt, die tweede- en derdehandsche waar uitventten alsof het van het allerbeste was. Ze wisten dat minderwaardige goedje dan op te poet sen, zoodat het wonderwat leek en het onnoozele publiek erin vloog, om straks te bemerken, dat ze zich prullen in de handen hadden laten stoppen. Dit beeld was natuurlijk voor handels- menscherr als de Corinthiërs bijzonder pakkend. Welnu, schrijft Paulus hun, zoo Iaat gij u beetnemen door die velen, die hun optreden een verleideiijken schijn geven, maar die u niet het Woord Cods in zijn eenvoud verkondigen, als een reuke des doods ten doode in degenen, die verloren gaan en een reuke des levens ten leven in degenen, die zalig worden. Iedereen kon hun woord aanhooren, zonder dat het de ongeloovigen ergerde, maar ook zonder dat de geloovigen sterkte. Zoo droegen die „velen" het Woord Gods te koop. Ze vervalschten den in houd wel niet. Maar ze namen de kracht ervan weg. En de Corinthiërs hadden er geen erg in. Ze vergaapten zich aan den schijn en op het gehalte letten zij niet. Dat deden diezelfde Corinthiërs. die in hun zaken zich niet zoo gemakkelijk zouden laten beetnemen. En hiertegen teekent de Apostel zijn protest aan. Het Woord Gods mag niet dienstbaar gemaakt worden aar. zulke persoonlijke belangen, ook nie* om eigen meeningen ingang te geven, of eigen in vloed en macht en eer te dienen. Daar lijdt Gods Woord schade onder, daar lijdt Gods zaak nadeel door, daar wordt Gods volk door misleid. En daarom moet het hanteeren van het Woord Gods in de woelingen van het leven in oprechtheid geschieden. Als uit God. In de heilige tegenwoordig heid Gods. In Christus, om hem te ver heerlijken als den eenigen Zaligmaker, in wien niet alleen voor het toekomende alle heil is, maar van wien ook alle waarach tig heil afdaalt voor dit leven. Het Evangelie is niet te koop. Het is uit genade, om niet. En zoo is het die wondere macht, die de wereld behoudt. NED. HERV. KERK Drietal: Te Rotterdam (vac. Dr. J. R. Callenbach), M. J. C. Visser te Leeuwarden, M. N. W. Smit te Kerkrade en M. Groenen- berg te Vlaardingen. Beroepen: Te Ridderkerk, Th. G. Volle- bregt te Hoornaar. Te Doornspijk, D. Th. Keek te Staphorst. Te Doeveren. P. I. Hage, em. pred. te Maartensdijk. Te Wijn gaarden, cand. J. W. v. d. Linden te Utrecht. Te Lettelbert-Emmatil, cand. W. Wilman te Eng wierum. Aangenomen: Naar Rauwerd-Sij- brandaburen, G. W. B. A. Thoden van Vel- zen, cand. te Oegstgeest. Naar Langerak bez. de Lek, cand. J. Stok te Delft. Slok te Delft. Voor Voorthuizen, J. Lek- kerkerker te Oldebroek. GEREF. KERKEN Beroepen: Te Winsnm (Fr.), cand. J. Jan sens te Groningen Te Utrecht (als 2e miss. pred. voor het Zcndingsveld van Gel derland en Utrecht), Dr. J. van der Linden tc Tzum (Fr.). CHR. GEREF. KERK Tweetal: (Hernieuwd, doordat Ds. Hem- stra juist het beroep naar Haarlem-N. had aangenomen.): K. Bokhorst te Murmerwoude en L. H. Beekamp te Mcppel. EV LUTH. KERK Bedank t: Voor Delft, C. F. Nolle te Middelburg. AFSOHEID. BEVESTIGING EN INTREDE In een meer dan volle kerk lieeft ds. J. A. It a a m s afscheid genomen van de Ned. Herv. Gemeente te K1 o e t i n g e. Aan de preek gingen vooraf de toespraken tot de ker kelijke colleges enz., welke werden beantwoord door ouderling Maartense namens de gemeen te, waarin hij Ds. Raams hartelijk dank bracht voor het vele en mooie werk, vooral ook onder de jeugd in die bijna tien jaren verricht De consulent dis. v. d. Heil sprak namens de Kerkvoogdij en de Ring, dr. Schmidt namens het Classicaal Bestuur, waarin ds. Raams vele jaren als assessor zitting had. Burgemeetster Zandée sprak een hartelijk woord van dank voor het uitnemende werk ook in 't belang van de burgerlijke gemeente. Nu hield ds. Raams na een woord van dank zijn afscheidspreek; de tekst was Hebr. 13 8. De gemeente zong haar scheidenden leeraar staande Psalm 121 4 toe. Ka afloop van den dienst kwamen zeer velen Ds. en Mevr. Raams de hand geven en velen, zoowel uit als van buiten gaven blijk van hun ontroering. DE MODERNE PELGRIM Arabië is bezig snel te modemiseeren, doch dat gaat niet zonder ernstige schokken. Oude tradities vallen; zoo heeft men in het heilig dom te Mekka efectrische verlichting aange bracht en de mannen die in opeenvolging van eeuwen bij het onderhoud der tallooze olte- lampen werkzaam waren zijn werkloos gewor den. Automobielen transporteeren de pelgrims van en naar Mekka en Medina; de duizenden kameelen en hun begeleiders zijn niet meer noodig; het gouvernement van de Hedjaz heeft 300 autobussen in exploitatie gebracht en koning Ibn Saoud zelve bezit er 150. An derzijds is de toevloed van pelgrims zeer ver minderd hetgeen vele duizenden werkloos maakt. Medina, dat vóór den oorlog Sü.000 in woners had, telt er thans slechts 8000. Ia de vacature wijlen Prof. Loosjes is benoemd tot hoogleeraar aan liet Ev. Lutlierscli Seminarium te Amster- d a m Dr. P. Stegenga Az., predikant bij de Ev. Luth. Gemeente aldaar. Mede op de voordracht stonden Dr. P. Boeiidenuaker te Hilversum Dr. J. E. B. Blase, predikant bij de Ind. Kerk met verlof. Dr. Stegenga werd 4 Aug. 1882 te Kou- duin geboren, stti deerde aan de Utrectitsclie Uni versiteit en werd in 1908 candidaat in de Ned. Herv. Kerk Hij is bijna 51 jaar oud en se dert 1908 predi kant. Hij diende de Ned. Herv. Ge meenten van Gar- deren cn Zwartsluis en werd in 1915 na coll. doctum predikant bij de Ev. Luth. Kerk te Deventer Sedert 18 Nov. 1917 is hij te Am sterdam. De nieuwe hoogleeraar heeft in woord en geschrift op verschillend gebied naam ge maakt, inzonderheid op dat der Inwendige Zending. Hij is mede-oprichter van het Tehuis voor Militairen te Millingen. Verder is hij voorzit ter der Witteveen Vereen, te Ermelo, lid van liet Hoofdbestuur der afdeeling Nederland van de -Evangelische Alliantie, en is secun dus-lid der Ev. Lnth. Synode. Behalve zijn dissertatie over „Twijfel als psychologisch verschijnsel in het regilieuse leven,., versche nen van zijn hand nog pl.ni. 40 grootere en kleinere geschriften, o.m. „De levensvragen en liet licht Gods", „Persoonlijk geloofsle ven", Oude landen en steden" (reisbeschrij ving) cn vele apologetische brochures. THEOLOGISCHE SCHOOLDAG 17 EN 18 JUNI TE KAMPEN De Theologische-School-dag te Kampen zal gelijk we reeds kort gemeld hebben, op Don derdag 18 Juni worden gehouden. Des avonds ie voren zal te 7 uur in de Burgwal- kerk een bidstond worden gehouden, waarin hoopt vóór (e gaan Ds. F. C. Meijster van Rotterdam. Na afloop zullen de bezoekers van bui'en worden ontvangen in de Aula der Theologische School. De vergaderingen van den 18cn zullen in do Burgwalkerk worden gehouden, onder Ie; ding van prof. dr S. Greydanus. De morgenvergailering zal aanvangen te kwart voor tien precies en omslreeks 12 uur eindigen. Het openingswaard zal worden ge sproken door den rector prof. or K. Schilder. Daarna zal Ds C. B. Bavinck (Amersfoort) een rede houden over het onderwerp: „Be slaat er een Schriftuurlijke en Gereformeer de prediking van kenmerken der genade?" De middagvergadering zal aanvangen te Iwee uur. Hier hopen op te treden Ds H. Veldkamp van Speek (ondnnvei-p: Möttlin- gen) en Ds A. S Timmer, van Bedum (on derwerp: „Leven uit het geloof alleen"). Met de Spoorwegen is een overeenkomst gesloten, waardoor men resp. 33 en 40 reductie krijgt op één- en twcedaagsche retours. EEN VADER SPREEKT In een open brief aan de Mohammedanen, waarin Gandhi betreurt, dat zij zijn zoon Hiralal als geloofsgenoot verwelkomd heb ben, schrijft hij: „Iedereen weet, dat mijn zoon Hiralal aan den drank is Hij staat ook in de schuld bij eenige Pathans, van wien hij tegen hoogen interest geld geleend heeft. Hij heeft do meest toegewijde vrouw gehad, die hem rltiid vergeven heeft. Hij heeft drie grootf kinderen, die hij lang geleden heeft opgehouden te onderhouden. Onlangs schreef hij aan de pers een brief, waarin hij zich over de Hindoes beklaagde en dreigde tot het Christendom of den Islam te zullen over gaan. De brief toonde duidelijk aan, dat hij het hoogste bod afwachtte. Hij is nog op een goed leventje gesteld. Zijn afval is geen ver lies voor het Hindoeïsme en zijn toelating tot den Islam is een bron van zwakheid voor dien godsdienst." ,MAAS"-N Y MP HEN SECUUR We maakten dezer dagen Een tochtje door Flakkce M'n buzen gingen toeren En ik moest met tien mee, 't Is teel eens een verzetje Zob'n reis naar Battenoord Je komt eens iets te weten Waar j'anders niet van hoort Of wel het kan gebeuren Dat je dan eens wat ziet Waardoor je aan wat stof komt Voor 't Vrijdagavondlied. Ik zag wat: bij een hofstee Daar lag een lapje gras Dat een klein geitenweitje Of een groot bleekveld was. Een geit ontbrak waarschijnlijk En waschweek was het niet Waarom men Bles, de klepper, Daar rustig grazen liet. U zegt: das niks bijzonders Ik stem het daad'lijk toe Doch, 't gaat niet om het grazen. Maar om de wijze: hoe! Bles wus verplicht te blijven Daar, waar de baas het ivou Was daarom vastgebonden Met, aan het halstertouw, Een heele zware ketting Waaraan j' een zeeboot meert. De boer wou 't niet beleven Dut Bles 'm was gesmeerd Aan 't and're kettingeinde En daar komt het op aan Zag 'k midden in het bleekveld Ecu nietig paaltje staan Als Bles trouw respecteerde De grens van zijn domein Zal d'oorzaak eer zijn leeftijd Dan paal plus ketting zijn. (Nadruk verboden) HAKATE Correspondentie: C. B. Inderdaad! Ondanks de verwer ping van het wetsontwerp ben ik tocli van mijn „vaste lasten" bevrijd. Dank U zeer! H.K.T. TROOSTNUMMER VAN „PNIëL" Voor luttele centen ter verspreiding i4 thans verkrijgbaar een speciaal „Troostnum- mer" \an Pniél, waarin dr. Gunning op de hem eigene, dus pakkende wijze \oor rouw- (Irageiiden en ernstige kranken woorden van troost en versterking heeft. Adres Pie- terskerk-Koorsteeg, Leiden. CR. NAT. ZENDINGSFEEST Op liet Chr. Nationaal Zendingsfeest, dat Woensdag 1 Juli op Raaphorst onder Wasse naar wordt gehouden zuilen verschillende per sonen, die pas van de Zendingsvelden terug keerden, bet woord voeren. Zoo o.m. de heeren H. M. Bielke, praerses van de Zending der Broeder-gemeente in Suriname, K. A. Bot, zen deling te Tobelo op Halmahera, F. Eigenbrod, zendeling te Balige, Bataklanden op Sumatra, ds. J. Hofker, predikant der Indische Kerk te Bandoeng, P. Middelkoop, hulpprediker te Ka- pan op Timor, W. F. Schroder, zendeling op I'oelau Tello ten Westen van Sumatra. Verder worden voorgesteld de uitgaande zendelingen L. H. Put, J. F. Storm en W. B. de Weerd. Bruin en niet verbrand. Bij zonnebaden, zwemmen, sport, fiets-, wandel en watertochten wordt zonnebrand voorkomen met AMILDA-zonnebruincrênie. Bronst en bruint tevens Uw huid prachtig. Flacon 90 ct. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct, KONSEKWENT Onder dit opschrift schrijft G. Meima een artikel in liet reeds meer genoemde blad „Onze Kinderen", 't geen we bier overnemen De schrijver zegt liet volgende: „Kon s ek w e n t" „Dat is een puntje, waarover men kan le zen in alle handelingen voor de opvoeding in school on huis: de onderwijzer moet kon- sckwent zijn, do ouders mogen geen oogen blik de eisch der konsekwentie uit het oog yerliezen. Om aan het kind goede levensgewoonten eigen te maken, moet een eenmaal gestelde regel ltonsekwent worden gehandhaafd. Wie liet kind kent, weet, dat het herhaaldelijk zal probeercii, aan de klem van een strakke eisch te ontkomen. „Zóó" laat naar ben. „Nog één bladzij lezen. „Zóó" vroeg op staan „Och, Moeder, ik kan nog best klaar komen, laat mij nog maar vijf minuten lig gen!" Mee naar de kerk. „Mag ik niet eens één keertje thuis blijven? Bij die domino vind ik er niet voel aan!" We voelen wel, hoe gevaarlijk het is, wanneer hier oven van de eischen wordt af gelaten. Dan heet het con volgende keer da delijk: „Toen mocht het ook wel!" Want laten we dat vooral niet vergeten, het kind zelf drijft ons in de konsekwentie in zijn voordeel. Ilee] sterk komt dat uit, wanneer wij" in de behandeling van onze kinderen niet al tijd gelijk zouden optreden. Wat de een mag, moeten we ook een ander toestaan. Daar zullen ze ons wel aan herinneren. Wie kinderen van verschillende leeftijd beeft op te voeden, weet wel, dat liet vaak ecu grief van de ouderen is, dat zij veel min der vrijheid hebben genoten, dann u aan de jongere leden van het gezin wordt toege staan. Van onze gewijzigde inzichten op sommi ge punten willen zo niet weten, ze drijven ons de weg der konsekwentie op. „Die kleinen mogen nu veel meer dan wij Vroeger". Dat heeft menig ouder al pijnlijke uren bezorgd en hem tot de erkenning ge bracht, dat hij misschien do teugels vroeg°r ook wel wat al te strak heeft gehouden. Hot hikt mij het 'best, dit ook maar eerlijk met de ouderen te bespreken. Ieder opvoeder zou zic.h dikwijls hij heel zijn werk gedurig moeten afvragen: waarom wil ik dat zont waarom verbied ik dit of dat? Hoe meer willekeur we in ons opvoedingswerk aan de dag leggen, hoe vaker wc natuurlijk van on ze eischen moeten laten vallen en hoe meer we de indruk van onrechtvaardigheid ves tigen. Dat geldt vooral in de school. Daar kan met verschillende omstandigheden nog min der rekening worden gehouden. Daar groeit iedere inkonsckwentie snel aan en zet ons in de oogen van anderen in liet licht van onrechtvaardigheid. Toch moeten we hier even letton op do schaduwkant van de konsekwentie. Niet zel den geraken we over do grens der billijkhe den, wanneer we door alles heen meenen konsekwent tc moeten zijn. Ik knoop dit even vast aan het saamleven in de school. Daar komen er twee te laat. De een heeft ruimschoots de tijd gehad, maar is onder weg blijven hangen en komt zoo door eigen schuld te laat. De ander heeft tot het laatste oogenblik moeder nog even moeten helpen de om standigheden van het gezin zijn daar waar lijk naar; de onderwijzer weet dit en kwam daardoor te laat, precies gblijk m"t don treuzelaar. Nu mag de onderwijzer, uit misplaatste zucht naar konsekwentie, deze twee kinderen niet met dezelfde straf ne- handelen. Hij kan dat in de klas best ver dedigen. Hij laat dat dan ook even aan de kinderen lioorcn. Als twee hetzelfde doen, is dat nog niet hetzelfde. En dan moot er in als ons opvoedings werk ook do weg van genade voor recht n >g open blijven. Ligthart prijst zijn moeder, omdat zij zoo heerlijk inkonsekwent -on zijn. Inderdaad: moeders zijn hot vaak. Maar liet kind voelt wel, of moeder van haar eisch afwijkt uit liefde: „Toe dan maar je wilt het héél graag hé?" of dat ze hel doet uit zwakheid, nadat de jongen lang ge zeurd heeft. Geoorloofde inkonsokwenfie gnat van den opvoeders uit, 't valt de kinderen eens mee. Daar wint men ook wel ecus do harten door". VAN HIER EN DAAR Kinderlectuur Hierover schrijft een Duitscli maandblad o.m. het volgende: „Ou derdom, geslacht, individualiteit bepalen de voorliefde voor de lectuur. Do kleinsten zoeken natuurlijk prenten boeken, die beantwoorden aan hun zin voor aanschou w i n g. De 7- on 8-jarigen geven daarbij de voorkeur aan humoristi sche teekeningen en bonto kleuren. Jongens en meisjes worden in het eerst gelijkelijk geboeid door sprookjes; ongeveer 25 procent der lezers gevoelt daar minder voor, meestal uit zin voor de werkelijkheid. Bij het opgroeien gaat de voorkeur bij jongens cn meisjes in verschillende richting. De laatsten genieten tot op 12- cn 13-jarige leeftijd nog \an sprookjes, al beginnen ze zicli er meer objectief en critisch tcgenovct te plaatsen. De jongens daarentegen komen met 10 of 11 jaar in de avonturen-leeffijd, en zoeken heUlengoschiedonissen, zee- en land- avonturen, Indianenverhalen, maar ook ver halen uit de wereldoorlog cn uit de vlieger geschiedenissen. Daarna komt de lust na ar lectuur ter uitbreiding dor algemcene ken nis. mecslal op technisch gebied. Natuurlijk zijn er afwijkingen van de re gel: meisjes die verzot zijn op Indianen-ro mans b.v. Het onderscheid is dikwijls zoo veelvuldig als het leven zelf. MOEILIJKE PROBLEMEN! Een ander buitenlandsch blad deelt het volgende gebeuren mee. De kleine Anna, 5 jaar oud, had erg veel last van zenuwen. Het geneeskundig onder zoek bracht geen licht, en ook de moedci kon de zaak niet verklaren. Anna zelf durfde niet vrijmoedig antwoor den oj) de vraag, wat er aan scheelde. Toen nam de onderwijzer haar alléén, buiten me deweten der moeder. „Jij bent een flink meisje, Anna!" „O, neon, Mijnheer". „Ja zeker Anna, jij bont een flink meisje"! „Tocli niet". En niet moeite kwam de ver klaring: „Ik laat bij het eten altijd mijn mes en vork vallen. Zij vallen op de vloer. Moeder zegt, ik heb geen goede manieren. Maar ik kan het niet helpen!" Anna was bang om te eten; geen eetlust; zenuwen! Er werd nu met de moeder afgesproken, dat Anna een kleinere vork hebben zou, Be ze beter kon regeeren. En wat een gr luk. dat de oorzaak van haar inferioriteitsgevoel was ontdekt! NIET TE VROEG NAAR SCHOOL! Een Duitsch schoolblad schrijft: „Vele ouders zouden hun kinderen maar vroeg op school willen hebben: het is dan thuis wat rustiger, de kinderen zijn goed bezorgd, ze zijn de school vroeger dóór, en kunnen dus vroeg op studie, en al dergelijke over wogingen meer. Toch is dit zeer af tc raden. liet begin van de schoolperiode beteekent voor hot kind een geweldig keerpunt in zijn leven. Het regelmatig tijdig opslaan, de an dere bezigheden, met nauwkeurige regeling van hun vroeger zoo vrije leventje, liet lan ge stilzitten, de vele nieuwe indrukken en aandoeningen, hebben grooier invloed dan mon oppervlakkig donken zou. Kinderen, die daaraan te vroeg worden blootgesteld, ondervindon op de oen of an dere wijze lichamelijke of geestelijke schade ook ai openbaart die zich niet aanstonds. Ook de beroepskwestie kan daarbij, met 't oog op de economische omstandigheden, worden uitgeschakeld. Er s zóó spoedig toch geen werk voor liet kind. Menig volwassene zal toestemmen, dat hi) naar alle waarschijnlijkheid even ver zou zijn geweest als hij een jaar later op school gekomen was". De schrijver van dit voorg ando is epn modieus uit de Harz, die door ervaring in jarenlange Waarnemingen in zijn prartijk voorstander is geworden van het later naar scliool-gaan. „Door kinderen wil God ons Zijn diepe wegen loeren". Da Costa „Wanneer gij geen kind wordt, gaat ge nooit binnen, waar Gods kinderen zijn. De deur is veel te klein voor u Angelus Silesius „Wij willen altijd forccercn. vervroegen. I-Iij, die Zijn tijd kent, Iaat groeien". P. Oosterice „Waar God ons geplaatst heeft, moeten we weten te bloeien". Adèle Kamrn Beste Nichtjes en Neefjes, Gelukkig kreeg ik weer verscheidene le- vensteekenen deze week. En nogal wat goe de oplossingen ook. Dat viel me erg mee. want eigenlijk had ik wel wat medelijden met jullie vanwege dat eene lasiige raadsel. Dubbel fijn dus, dat jullie je er zoo flink aij gehouden hebt. Alleen wil ik één ding vragen: mochten er nichtjes oi neefjes zijn, die om één of andere reden niet moer mee kunnen of wil len doen: willen ze dat dan even schrijven? Een paar keer verzuimen om een inzending te sturen is natuurlijk heelemaal niet erg. maar ik krijg op het oogenblik den indruk, dat er meer achter zit dan enkel: „zoo maar eens vergeten". En 'k vind het. niet leuk. wanneer jullie, om 't zoo maar eens uit te drukken, plotseling „mot do Noorderzon ver trekken". Dat kan tocli wel anders, hè? Dus wie inderdaad van plan is al hoop ik ook vurig van niet ons kringetje te verlaten, die doelt dit wel zoo spoedig mo- gelijk oven mee, hè? Anders weet ik niet, waaraan ik mij ie houden heb. De oplossing van ons raadsel is: Itema- i a (2 Kron. 2S :0). De andere zes namen luiden ais volgt: R c in a 1 i a 2 Kronieken 2S G S e f a t j a Samaria M a n a s s e A t h a I i a E 1 j a k i m M i c ii a j a 2 Kronieken 21 2 2 Kronieken IS 2 2 Kronieken 33 I 2 Kronieken 22 2 2 Kronieken 36 4 2 Kronieken 13 2 Ja, 't was een heele „kluif". Jullie hebt er eclit goed je best op gedaan, lioor! Na lang wikken en wegen heb Ik de prijs toegekend aan Corn. II. te Nieuwe-T., die ulies goed had. Een troostprijs aan Aat. v. d. D., die slechts een kleine schrijffout had. Een eer volle vermelding voor Bram P., die ook alles goed had, maar gezien z'n mooie prijs voor de teekenwedstrijd nu nog eens even wachten moet, en voor A r i e W. le Stad die ook enkel eon schrijffout maakte. De winnaressen kunnen elk hun prijsje af halen bij de firma Boekhoven te Sommels dijk, waar ze klaar liggen. Nu een paar makkelijke vragen. Doe nu eens allemaal mee. Iedereen kan deze raad sels well 1 Hoeveel liters wijn kan een leeg vat be vallen? 2 Leiden begint met een L. en eindigd met een e. Hoe kan dat? 3 Verborgen bloemen: a) Het paard hinnikte: lii-hi-hi; do ezel begon i-a, i-a. b) Wat vreemd: bij ons in bet kippenhok boor je altijd veel gekakel; eieren ech ter vinden bijna nooit. c) Lilli, schuif jij eens even de tafel wat opzij. 4 In de volgende zinnon is een spreek woord verborgen. In elke zin moet je één woord zoeken, 't Geheel beteekent: nergens op aarde is liet volmaakt; niemand is vol komen gelukkig. a 's Zomers ga ik elke dag zwemmen, b We gingen gisteren pas om tien uur naar huis. c Heeft tante ja de nieuwe klok al laten zien? d Nee, Oom heeft me wel zijn mooie nieu we plantenkas getoond, e Raadsels worden vaak met kruisjes en stippels gemaakt. Méér zullen we maar niet geven. Anders heb je er weer zoo veel werk aan. en '1; be grijp wel, dat jullie daar toch geen zin in bobt, 's zomers. Kan ik me trouwens ook best voorstellen Zorg maar, dat je nu zooveel mogelijk bui ten geniet. Dan kun je, er van de winter weer beter tegen, 'k Hoop, dat jullie niet teveel nineifp zult hebben met dit stelletje. Veel succes hoor! Nu nog do briefjes!' Corn. R. te Nieuwe-Tonge. Ja, jammer dat ik dat briefje niet op tijd kreeg. Maar nu had ik dubbel nieuws. Dus dat trof. Leuk, dat liet je goed bevalt. Fijn, dat je die be lofte schreef. Je ziet zelf maar hoor. Je weet wel, wat mij betreft, geldt nog altijd de re gel: „hoe meer hoe liever". Je oplossingen waren goed. Nu. Cor. gr. aan allen thuis. Veel plezier hoor, Daaag! Bram P. te Numansdorp. Wat heerlijk, iiè, die roeipartij! Je schrok zeker wei, toen je liet zag van dat konijntje. Nou, zwemmen is heerlijk en gezond ook. Doe dus maar goed ie best. Je werk was fijn, floor, biaio. Dag Bram. Aat v. d. D. te S'dijk. Je verjaardag staat genoteerd hoor. evenals die van Corn. R. en Hans W.; jullie zijn alle drie in September jarig, is dat niet grappig? t Kan me begrij pen, dat je 't gezellig vindt, zoo allemaal dicht bij elkaar te wonen, 'k Wist niet. dat je al zoo flink mee kon helpen! Wal prettia, dal je nu zelf een fiets hebt. Dan kun je nog eens fijn er op uitgaan hé? Nu, mijn groeten aan alien thuis, ook aan je vriendin, van wie ik nog geen briefje ontving, en tot de volgende keer. Daag! Henk M. te S'dijk. Je zult wel gelachen hebben, dat ik je al feliciteerde. Je begreep zeker al, dat ik met je broertje in de war was. Nu doe ik liet ditmaal nog maar eens. 'k Heli gezien, dat Arie Wagner en jij ook al gelijk jarig zijn. Dus dan zijn er bij jul lie op school twee op één dag. 't Beste hoor! Dag, Henk. Arie W. te Stad. Ook jij van harte gefeli- ■iteerd hoor, met 23 Juni. 'k Hoop. dat net een gezellige dag zal zijn en dat je een goed jaar wacht. Je bent nu weer gauw aan do beurt voor de prijs. Jammer van die ver schrijving. Bij A t h al i a zette jii 2 K ron. 23 en dat moest zijn 2 Kron. 22. Anders was het goed. Groeten aan allemaal. Dag! Jaap W. te Stad. Heeft het nu weer ge noeg geregend? Ja, 't zal voor moeder zelf ook wel vreemd en lastig zijn. Je oplossing was niet af, hè? Nu, tot over veertien dagen boor! Dag, Jaapl Jan W. te Stad. Als de prijs niet komt. moet Arie hem maar afhalen. .Tammer, dat Bram weer weg is. Doe maar goed je best op de inleiding. Veel succes hoor. Daag! Hans W. te Stad. Fijn, dat je meedoet. Wat een mooie brief. Doe maar goed ie best dan krijg je ook eens een prijsje. Dag, Hans Groeten aan Adri. En nu, jongens en meisjes, allen nog een' hartelijke groet van jullie j TANTE TINE j

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1936 | | pagina 3