Iel
iïs
VOOR VROUW EN KIND
PRIL
936
MAAS- EN SCHELDEBODE
2ATERDAG 21 MAART 1936
IT NOG
}N MET
lm zoudt
J niet tot
|ukkigen
óren
ITEN
Ik
Inte
MAAR DIT IS UWE URE
KERK EN SCHOOL
Jhr. Dr. J. LOUDON
VOOR DE VROUW
VOOR DE JEUGD
ren
amen.
chap
ui?
en grapje
md
de vrouw" n
eraad.
en
hap zit:
voorraad
■Hen
zal?
geval?
eering
je dat soms
„haar"?
nkomst
tv:
oonmadkt,
uio
roomen,
wang?
schillen
■en gang!
plengd
ivil niet!
ti me denkt?"
ond
aar" straat
effen
gaat.
twen.
beiden
3 toch!
HAKATE.
m
Joh an, z. v,
en Cornelia
Barend, z v.
Philibert en
na v. d. Weel,
d. Doel.
I.Vam. 2 u. Ds
|oll. Em.-Pred.
Jouw
iinrts de heer
IJsse]
an Asch, van
It
li IV Kleyne
|vius
l>s terk°rk
s av ps
tV Zeilstra
l)s Hoenders
Beit, v. Dieren
lis Ds I nitial]
Timaal
Iman. Bijbel-
f.pesrt lenst
Leesdienst
lenst
ll/2 tl. en fi u.
VOORDE
ZONDAG
Als ik dagelijks met u was in den
Tempel, zoo hebt gij de handen
naar mü niet uitgestoken; maar
dit is uwe ure, en de macht der
duisternis. Lucas 22 53.
In Jezus' lijden keert alles om.
Hij die boven allen was. wordt door
allen vertreden. De heilige en rechtvaar
dige wordt gedood en de goddelooze en
ongerechtige lieden triomfeeren. De ge
veinsden winnen het spel. en de eenige
waarachtige is aan hen overgegeven. Het
licht gaat onder en de duisternis heerscht.
Denk u de feiten toch in, zooals ze
zich hebben toegedragen. Het is zoo ge
makkelijk gezegd, dat Jezus voor onze
zonden heeft geleden en heeft moeten
lijden. Maar laat dit woord toch niet
overstemmen de spraak die van de his
torie zelf tot u uitgaat, en voor het lij-
denstooneel geen gordijnen schuiven.
Ge moet er inkomen, hoe verbijsterend
deze gebeurtenissen zijn. Het moet uw
verwondering gaande maken voor het
minst. Want zonder verwondering
is er geen geloof in het zaligmakend
wonder van Christus' lijden.
Jezus zelf heeft het in zijn lijden keer
op keer uitgesproken. En het is juist die
omkeering van alles, die zijn lijden uit
maakt.
Als een booswicht ter dood wordt ge
bracht, dan is dat wel ontzettend; maar
het besef, dat hier recht wordt gedaan,
doet erin berusten; er is harmonie tus-
schen misdrijf en straf; en die harmonie
bevredigt. Maar hier geschiedt aan den
volmaakt rechtvaardige het grootste on
recht. En dit is dan nog maar de ethische
zijde van de zaak, zoover ze raakt de
verhouding tusschen de menschen en den
mensch Jezus.
Nog veel banger wordt het raadsel,
als ge let op wat daarachter ligt, op he
religieuse, dat de verhouding raakt tus
schen God en mensch; hij de heilige Gods
van God verlaten en door Gods toorn
overstelpt.
En dat alles heeft ook Jezus' discipelen
verbijsterd. Daar hebben ze niet door
heen kunnen komen. Daar hebben ze zich
tegen aangekant zoolang ze konden. Tot
Petrus zijn zwaard neemt en er op inhakt.
Zelfs de vijanden veranderen hun
houding. Het sterkst komt dit uit in de
manier waarop het Sanhedrin, na over
Jezus het „des doods schuldig" te hebben
uitgesproken, zichzelf verlaagt en ver
geet en te buiten gaat. Zoo doen geen
mannen van positie en eer en ontwikke
ling.
Maar het begint al bij de gevangen
neming in den hof van Getbsemané. En
Jezus, die met volkomen gewilligheid het
bange lijden des doods tegemoet gaat,
zegt het hun onomwonden; Zijt gij uit
gegaan met zwaarden en stokken, als
tegen eenen moordenaar? Als ik dage
lijks met u was in den Tempel, zoo hebt
gij de'handen tegen mij niet uitgestoken;
maar dit is uw ure, en de macht der
duisfernis.
En hoewel Jezus dit getuigenis tot hun
conscience laat uitgaan, hoewel hij nog
in daze ooqenblikken zijn marht en liefde
hun heeft getoond in de heel'ng van Mal-
chus' wond, toch is er niets meer. wat
hen weït' oudt. Het maakt niet den nva
sten indruk.
Dit is uw uur, en de macht der duister
nis.
In dit woord van Jezus wordt de om
keering zoo scherp aangegeven. Dit is
uw uur, dat is de ure. waarover gij be
schikt, waarin gij kunt wat gij wilt. waar
in niemand u tegenkomt. Dit is uw uur,
de ure. die bij u past, die geschikt is
voor de uitvoering van uw plannen.
En toch geeft Jezus te kennen, dat ze
in dit onverhinderd botvieren van hun
willekeur onder een andere macht staan:
de macht der duisternis. De duisternis
dient hun snood werk. Maar zijzelver
dienen, zonder het te beseffen, den vorst
der duisternis. Ze weten niet meer, wat
ze doen. Alle licht is voor hen gedoofd;
ze worden voortgedreven in hun boos
heid.
Zoo is Jezus de eenige, die het alles
doorziet, voor wien geen duisternis is.
De eenige, die weet wat hijzelf doet, die
weet ook wat zij doen.
Deze klare bewustheid, waarmede
Jezus de situatie teekent, maakt zijn lijden
zoo zwaar. Er is niets voor hem verbor
gen. Elke prikkel van het bange lijden
moet hij gevoelen.
Zeker, er ligt ook een verwijt in dit
woord. Als ik dagelijks met u was in den
Tempel, zoo hebt gij de handen tegen
mij niet uitgestoken. Dus niet ijver voor
Gods eer en de heilighefd van zijn Huis
bezielt hen. Zelfs niet een misplaatste
ijver. In het licht des daags, in den
Tempel des Heeren. hebben ze voor
Jezüs moeten zwichten, hebben ze niets
tegen hem kunnen vinden.
Wat zij nu doen, is werk der duister
nis. De duisternis is hun uur. Want zij
haten het licht. Zooals ieder, die kwaad
doet. het licht haat en tot het licht niet
komt, opdat zijn werken niet bestraft
worden (Joh. 3 20). Hier, in dezen don
keren nachtelijken hof, zijn ze in hun
element.
Maar Jezus weet het, dat hun consciën
tie zich tegen dit getuigenis verhardt, dat
ze door blinde haat en hartstocht is ge
pantserd.
En dit is juist het hopelooze. Zelfs
hiervan is voor hem in dit uur geen uit
komst meer te verwachten. En zijn recht
vaardig verwijt, dat op hun gepantserde
en verharde consciëntie afstuit, valt op
zijn eigen ziel terug, en boort als met een
priem zijn teergevoelig hart.
Hen treft zijn woord niet, maar hem
zelf treft het des te dieper. In den Tem
pel, in het Huis zijns Vaders, daar was
het zijn uur. daar was zijn woord met
macht, daar kon niemand hem aanraken.
Maar nu zijn de rollen verwisseld. Nu
is het het uur zijner vijanden. Hier is de
macht der duisternis. Hier heerscht de
vorst der duisternis. Tot hier in Gethse-
man heeft hij zijn machtsgebied weten uit
te strekken. Hier is het voorportaal der
helle, waarin Jezus moet afdalen in zijrt
gansche lijden, totdat hij er zoo diep in
doorgedrongen is. dat hij zich geheel van
God verlaten gevoelt.
En dit bange raadsel komt alleen tot
oplossing, zoo ge het beziet in het licht
van het Evangelie, dat Jezus hier kwam
in uw plaats.
Anders blijft het lijdensverhaal u stui
ten. Het is zonder dat licht een dwaas
heid of een ergernis. Een ergernis, om
dat alle rechtvaardigheid hier weg is, bi)
de menschen: en, schijnbaar, zelfs bij
God, die dit alles gedoogt. Zoo moest
het toch niet kunnen gebeuren! Dat
moest toch voorkomen worden!
Maar ook een dwaasheid, omdat elke
poging faalt, om de menschen tot betere
gedachten te brengen. Een dwaasheid,
omdat de tragedie van den rechtvaar
dige, die aan de onrechtvaardigen ten
offer valt, tot niets leiden kan.
En toch, hier is de kracht Gods en de
wijsheid Gods.
Want voor het bange raadsel van uw
zondeschuld en Gods rechtvaardigheid,
van den almachtigen eeuwigen toorn
Gods en uw zwakheid en eindigheid, is
geen oplossing te vinden bij menschelijke
en aardsche wijsheid of macht.
De zonde heeft het alles omgekeerd.
En het kan niet weer recht komen te
staan, of het moet nog eens omgekeerd
word'ert.
Daarom ondergaat Jezus dit alles, op
dat hij het van u zou afwentelen. En
achter dit uur der duisternis licht straks
de morgen van den dag van Jezus.
NED. HERV. KERK
Beroepen: Te Stavenisse. G. Lans Jr.,
rund. t.e Huizen (N.-H.). Te Hoogeveen,
VV. Rijnsburgcr te Oud-Boijerland.
B e d a rik t: Voor Kampen (Vrijz. Herv.),
J. Eikema te Schagen.
GEREF. KERKEN
Beroepen: Te Boxum, cand. J.Thomas
van Leiden, thans hulppred. te Utreclit.
CHR. GEREF. KERK
Tweetal: Te Bunschoten D. Henstra Ie
Dokkum en S. v. d. Molen te Rotterdam
Centrum.
HERST. EV. LUTH. KERK
Beroepen; Te Harlingen, prop. C. Ch.
g. Vissol' te Rotterdam.
GEREF. GEM.
Bedankt: Voor Borssele, H. Ligtenberg
te Lisse.
AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE
Zondag 15 Maart had de bevestiging plaats
van cand. I. S c h i p p e r uit Oud-Beijer-
land in de Ned. Herv. Gemeente te Koeken
gen, dooi Ds. J. E. Klomp van Oud-Beijer-
land. De bevestiger had tot tekst Jer. 21 8.
De gemeente -zong haar nieuwe leeraar toe
uit Ps. 134 3. Aan de handoplegging namen
deel Ds. Klomp, de voorm. ccnsulent Ds.
Vroegindeweij van Zegveld en Ds. W. Biee-
haar Jr. van Benthuizen. Des middags ver
bond de jonge leeraar zich aan de gemeente
met een prediking over Jesaja 53 4a. Na
de prediking en de gebruikelijke toespraken
werd tot hem het woord gericht door Ds.
Vroegindeweij namens de Kerkeraad en den
consulent, Ds. den Duyn van Vinkeveen na
mens de ring, Ds. Bieshaar Jr. als vriend en
cand. van Hembergen namens het Geref.
Theol. Stud. Gezelschap „Voetius" te Utrecht.
Toegezongen werd Ps. 109 9 (gewijzigd).
Was des morgens de belangstelling groot, des
middags was de schare nog grooter.
Zondag 15 Maart j.l. had in de Ned.
Herv. Kerk te Zuidzande (Z.) de beves
tiging plaats van cand. A. Th. Stegenga.
De bevestigingspreek werd gehouden dooi
den vader van den jongen predikant Ds. P.
Stegenga Azn., Ev. Luth. pred. te Amster
dam. De tekst van deze prediking was 2 Tim.
21. De otficieele bevestigingsacte werd
daarna voltrokken door den consulent Ds. D.
Faber van 'Oostburg. Aan dc handoplegging
'werd behalve door beidé genoemde predi
kanten ook deelgenomen door Ds. W. van der
Ven van Retranchement.
's Middags hield de jonge predikant zijn
intreepreek waarbij hij als tekst had gekozen
Openb. 1 17b: Vrees niet. Ik ben de eerste
de laatste. Nadat hij na de preek zelf de ge
bruikelijke toespraken had gehouden, werd
hij nog toegesproken door Ds. F. A. Visser
van Cadzand als praetor van den ring en door
Ds. G. van Dis van Zaamslag die sprak als
oud-predikant van Zuidzande en ook namens
de classis. Voor beide diensten bestond zeer
groote belangstelling. In de middagdienst
waren ook zeer vele predikanten uit de om
trek aanwezig.
Ds. J. G. KNOTNERUS
Door Class, bestuur geschorst
Het classicaal bestuur Zutphen van de
Ned. Herv. Kerk heeft Ds. J. G. Knotnerus,
predikant te Varsseveld, in zijn bedie
ning geschorst, met behoud van salaris. Met
hem zijn geschorst de leden van den kerke
raad, de heeren H. H. Bruggink, W. J. Boom
kamp en W. Fijnhorst. Een en ander staat
in verband met quaesties, welke zijn voort
gevloeid uit de jongste oudejaaravondpreek
van Ds. Knotnerus. Zijn wij wel ingelicht,
dan heeft hij geweigerd, gevolg te geven aan
een berisping van het classicaal bestuur. Ds.
Knotnerus behoorde tot de oprichters van de
„Orde van getrouwe getuigen van den ko
menden Christus" en neemt thans een lei
dende plaats in in die van „De Blinkende
Morgenster".
KERKELIJKE OVERGANG
TE NUNSPEET
Men deelt ons van Chr. Geref. zijde mede,
dat de classis Apeldoorn Dinsdag 17 dezer
in spoedvergadering bijeen kwam, teneinde
Ds. J. T ij m e s te Nunspeet, die met de
meerderheid van zijn kerkeraad het verband
met de Geref. Kerken verbrak en toelating
tot de Chr. Geref. Kerk verzocht, in dit ver
band te examineeren.
GEWEIGERD VERZOEK
Namens de Ver. van Vrijz. Hervormden te
Middelburg was aan den Kerkeraad der Ned.
Herv. Kerk gevraagd, om aan Ds. A. Land
stra. voorganger der Vereeniging, de gelegen
beid te willen verschaffen, om. na onderzoek
door den Kerkeraad. eenige zijner catechi
santen te bevestigen tot lidmaten der Ned.
Herv. Kerk in één der kerkgebouwen der
gemeente.
De Kerkeraad heeft op dit verzoek afwij
zend beschikt en medegedeeld, dat hij geen
termen aanwezig acht op het eenmaal geno
men besluit terug te komen.
SYNODE CHR. GEREF. KERK
N.-AMERIKA
De Synode der Chr. Geref. Kerken in N.
Amerika. waai- Ds. H. Janssen, Iegerpredi-
kant in a. d„ de Chr. Geref. Kerk ten onzent
zal vertegenwoordigen, wordt 10 Juni a.s.
geopend en gehouden in Calvin College te
Grand Rapids. Tevens wordt het 60-jarig
bestaan der Theol. School te Grand-Rapids
herdacht.
Uit Rusland
Wederom priesters gefusilleerd
in de Sovjet-Unie
Christelijke begrafenissen verboden
De geloofsvervolgingen en terechtstellingen
van geestelijken en kerkdienaren worden in
de Sovjet-Unie hardnekkig voortgezet.
Volgens de in Charbin verschijnende
„Nasch Putj" (Nr. 37) werden kort geleden
weer de volgende 10 priesters verbannen ol
doodgeschoten:
De geestelijke van het dorp Nylga, Sinowij
Affanassjow werd naar de Salowki-eilanden
verbannen en stierf kort daarop. De priester
van het dorp Semjenowka, Timofej en de
priester van het dorp Pokrowka, Wikul Bo-
rissow werden eerst naar onbekende oorden
velbannen, daarna echter naar Chabarovvsl:
gebracht en daar gefusilleerd. Den geestelijke
Fjedor Minakow uit het distrikt Chabarowsk
mochten de boeren onder bedreiging met
hooge straffen geen levensmiddelen brengen
en hjj moest verhongeren. De priester Fjedor
Ssndkow-is spoorloos verdwenen. De priester
van het distrikt Serebrjansk Matwej Surshi-
,kow werd levenslang naar Solowki verban
nen. De priester Konstantin ïwanow bevindt
zich in een concentratiekamp. De priester
uit Kisseljewka, Karp Wassiljew werd ge
vangen genomen; wat er verder met hem is
gebeurd js niet bekend.
De kerkdienaar Grigorij Ssadkow werd
wegens aan zijn vader verleende hulp, die
priester was, doodgeschoten. De kerkdienaar
M. Nowgorodzew uit Blagoweschtschenk
bracht twee jaren in de gevangenis door ei
werd krankzinnig, daarna liet men hem vrij
en bekommerde zich niet verder om zijn lot.
Naar hetzelfde blad bericht, is in Siberië
de christelijke begrafenis en het houden van
missen voor de gestorvenen verboden. Ker-»
keUike begrafenissen worden door de -Sov-
jetoverbeid met vrijheidsstraffen bestraft.
In het blad „Molot" (Gebied Azow-Zwarta
zee) van den 27. 2. 36 treffen wij de volgen
de beschrijving van de toestanden in Sovjet-
scholen aan: De school te Shukowsk wordt
reeds sedert geruimen tijd niet meer ver
warmd. Er heerscht groot gebrek aan leer
middelen. De internaten zijn zoodanig ver
waarloosd, dat zij niet meer bewoond kun
nen worden. De leerlingen der omliggende
dorpen moeten 57 K.M. loopen, en velen
hebben het leeren reeds opgegeven.
Een man, die het vaderland diende
Reeds werd met een enkel woord ge-
mcJd, dat jhr dr J. Loudon, thans ge
zant te Parijs en in de mobilisatiejaren
minister van Buitcnlandsche Zaken,
heden zijn zeventigste verjaardag viert.
Jhr Loudon behoort tot de groote
mannen, dc knappe figuren, de sympa
thieke en ondanks alle aangeboren
aristocratie eenvoudige menschen, die
in hun rijk en welbesteed leven het
vaderland g e d i en d hebben in do
ware zin des woords, zonder nevenbe
doelingen, zonder eigen eer te zoeken,
met groote energie en rijke geestesgaven.
Jhr Loudon is een staatsman van
groote allure, die in de oorlogsjaren, toen
het depurtement van Buitenlandscho
Zaken het moeilijkste departement was,
waar groote voorzichtigheid zich moest
paren aan durf, initiatief en paraatheid,
de zwaarste taak op voortreffelijke en
lofwaardige wijze heeft vervuld: ons
land tot heil!
Jhr dr John Loudon werd 18 Maart 1866
te Den Haag gelioren. Hij bezocht het gym
nasium in zijn geboorteplaats en studeerde
aan de Leidsche universiteit rechtsweten
schappen, om in 1890 aan deze hoogeschooi
te promovoeren tot doctor in de Staatswe
tenschappen, op een proefschrift getiteld:
„Do drie regelen van liet tractaat van Was
hington". In 189-1 werd hij gezantschaps
attaché te Londen. In 1896 werd hij tweede
secretaris te Rome, om in 1900 aldaar eerste
secretaris te worden. Datzelfde jaar volgde
zijn henocmjng tot chef van (iet kabinet
van den minister van Buitcnlandsche Zaken
Een jaar later werd hij zaakgelastigde te
Peking, om in 1903 als gezaiitschapsraad
naar Londen te gaan. In 1904 ging hij in ge
lijke betrekking naar Parijs. In 190G trad
dr Loudon op als gezant te Tokio, welke
standplaats hij in 1908 met Washington ver
wisselde.
In 1913 trad de, heer Loudon op als minis
ter van Buitenlandschc Zaken in het kabtj
net Cort v. d. Linden, waarvan hij een zavr
bekwaam en sierlijk lid is geweest, die In
bange dagen van de wereldoorlog Nederland
met voorzichtigheid en vaste hand leidde.
In 1918 als minister afgetreden, trad hij in
1919 oa als II M. gezant te Parijs, welke
functie hij nog bekleedt.
Vanaf de aanvang is jhr I.oudon eerste
gedelegeerde van Nederland bij de Assem
blee van de Volkenbond. Ook is hij voor
zitter geweest van de Transitconferentie in
1921 te Barcelona. Voorts is hij voorzitter
der voorbereid!, ïgsont wapen ingscommissie
te Genève; lid der Bry an -commissie tus
schen de Ver. Staten en Denemarken; voor
zitter der conciliatie-commissies tusschen
Polen en Zwitserland, Duitschtand en Polen,
Denemarken en Finland en tusschen Noor
wegen en Polen.
Het is waarlijk geen wonder, dat zich een
comité gevormd heeft om dezen voortreflë-
lijkon diplomaat en staatsman ter gelegen
heid van zijn verjaardag te huldigen. Zijn
groote verdiensten geven hem recht op de
dank van Vorstin en Volk.
|iliensi
INTE
VAN DE RUST DER ZIELEN
JAN LUYKEX
Al ruischen al de wouden
Al bruist het wilde meer,
Al beeft het al van donder,
Al straalt de bliksem neer:
Mijn hert blijft zonder vreezen
In zijn wezen.
Het kan ons niet verschrikken
Al wat van buiten woelt;
Wanneer men maar van binnen
De schoonste ruste voelt:
Die schoonste rust van binnen
Kan 't verwinnen.
Als Jezus zich in 't herte
Te ruste heeft gezet;
Laat eens een onweer komen
Dat deze rast belet:
Al 't kwaad versmelt in vreezen
Voor zijn wezen.
O. menschen, woudt gij loeren
Waarin Uw heil bestaat:
't Is hierin, dat gij weelde
En aardsche rijkdom haat.
En dat gij tracht te winnen
Rust van binnen.
vrluii
Schoon is het goud, het schoonste dei'
metalen,
Schoon 't alebast en 't luchtige kristal;
Schoon is het licht, wanneer de zon gaat
dalen.
bchoon t elpenbeen en 't rozenrood koral;
Schoon is de Mei met bloemen zonder tal,
Schoon is do zeeg' met haar bekranste
zweerden;
Maar die de kroon moet dragen bovenal
Schoon Is de Vreé, de schoonste op der
eorden!
kort gebed
Het. goede wilt ons, Heer, toemeten,
't Zij dat wij 't bidden, of vergeten.
Het kwade geeft ons nimmermeer
Al baden wij hot nog zoo zeer.
JACOB REVIUS
Wie 't van de wereld verwacht, leeft in
de scha uv van morgen; wie op God bouwt,
Brandeit in eeuwigheids Jicht!
DE KABOUTERMANNETJES
Heb je ooit van de tijd der Kabouters
gehoord?
Dat was toen eon levontjen één in zijn
soort!
Bijvoorbeeld: een knecht had aan 't werken
oen mier
En deed niets dan luieren of nam zijn
plezier:
Dan kropen des nachts
Zoo heel onverwachts
De dwergjes als mieren
Door gaten en kieron,
Krioelden
En woelden
En hipten en draafden
En zwoegden en slaafden:
En 's morgen, reeds vóór het gekraai van
den liaan
Vond ieder zijn werk door Kabouters gedaan.
Een schoenmakersknecht stak zijn els in
het spek,
En dacht: wie op Maandag nog werkt, is
eer gek!
Kaboutertjes kwamen en namen de oen,
En keken wat lapwerk er viel aan U .oen:
Zij maakten oen draad
En spanden de naad
En pikten en prikten
En stikten en flikten,
En tikten
En likten,1)
En wreven en wasten,2)
En poetsten en pasten
Era voordat de baas uit zijn bed was gestapt,
Was alles aan schoenen en laarzen gelapt.
De timmermansknecht 6choftte zes uur
per dag.
En kroop in de krullen als niemand het zag
Des nachts zag het volkje de winkel in
't rond,
Of 't iets te karweien, te knutselen vond:
't Nam hamer en bijl,
En beitel en vijl.
En daar aan het kloppen,.
Aan 't dragon,
En zagen,
En schaven en spalken,2)
Van planken en balken:
En kwam de baas kijken, hoe t' stond met
de zaak,
Dan vond hij de spullen perfect in de haak
Het ging bij den slager precies evenzoo:
Want lag nog zijn knecht als een luilak
op stroo.
Dan kwamen de kereltjes, vlug op een <jraf
En slachtten het varken, en'hieuwen het af,
Verdeelden het net4)
In reuzel en vet
En haakten de hammen
En zijden aan krammen,
En hutsten
En klutsten,
En slopten met vulsel
Het vliezige hulsel:
En ziet! als de haas van zijn legerstee kroop,
Daar hingen reeds metworst en bloedworst.
te koop.
Den bakker óók trokken zij flink uit de nood:
Zij wamden het koren en bakten hot brood;
En draaide de knecht zich nog om op zijn zij,
Dan was het al druk in de broodbakkerij
Zij haalden dcrog
En vulden de trog,
En kneedden en wroetten
Mot handen en voeten,
En smakten
En kwakten
Het baksel en schoven
Het wip! in de oven:
En als de, baas uit de bedstede schoot.
Lag reeds op de toonbank liet versch-
bakkem brood.
De wijnkoopersknecht liet zijn werk or op
staan,
En't kwam hem zoo nauw op een glaasje
niet aan;
En kreeg hij een roes weg, en sloeg hij or
neer.
Dan waren de mannetjes druk in de weer:
Zij tapten het nat
En zwavelden 't vat,5)
En droven de sponnen5)
En rolden de tonnon,
Zij hurkten
En kurkten
De fleschen, en lakten
En plakten en pakten:
Zoodra weer de dag door hot keldergat
scheen,
Zag nuchtere Klaas alles klaar om zich heen.
Een kleermaker had het eens vreeselijk drok,
Want morgen moest klaar zijn een vest,
broek en rok.
Zijn knecht was aan 't zwieren, de pet op
een haar;
Maar 's nachts kwam het volkje met pers
plank en schaar:
Het kruiste de been
Begon zoo meteen
Te snijden, te schikken,
To naaien, te stikken,
Te lasschen,
Te passen,
Te persen, te boorden
Met linten en koorden:
„Och, vrouw!" riep de baas uit zijn bed
„dat valt mee!
Hot pak ligt al klaar, in nieuwmodische
snee".
Des kleermakers vrouw, ©en nieuwsgierige
Ti-ij n.
Zei stil hij zicjizelve: wat mag dat toch zij11
Zij strooide grauwe erwten en hield toen
de wacht
Daar kwamen do snijdertjes koesjes on
zacht
Maar acht.! wat oen kruis!
Vol bommen het huis
Zij stieten hun schenen
En kneusden de beenon
Al stom'Iond
En sohom'lend.
En tolden era rolden
En jolden en scholden.
Do vrouw, één twee drie, stookt het nacht-
kaarsjen aan
En pst!al het volkje is opeens naai
de maan
Hoe jammer, wij zijn de kabouters nu kwijt-
Ze kwamen zoo netjes van pas in doez' tijd!
(Uit: B. VAN MEURS:
Germania's Dichtbloemen)
4) Likken polijsten, nl. de schoen
van onder, met. likbcen of likhout.
2) Gewast worden der randen van de
zolen en de hak: met was behandeld, dan
gelikt.
a) S pa 1 ken splijten.
4) N' e t,: hot, vlies, waarbinnen de inge
wanden zich bevinden.
5) Voor de wijn in 't vat gaat wordt daar
in, b.v. met een spaan, zwavel gebrand; dit
hoeft op de wijn een gunstige invloed.
Spinnen: de spon of bom do
stop) in hot spon- of bomgat drijven.
WIJSHEID VAN JACOB CATS
Het oor dat wijst den eze! aan,
Het geschril ge,kraai den ijdelen haan,
Het water kont men aan de grond
De menschen aan hun eigen mond.
Besto Nichtjes en Neefjes,
Volgeras afspraak zou ik beginnen met de
briefjes, waarvoor verleden keer geen plaats
meer was. Bovendien zal ik het stukje taal
werk van wedstrijd C nog even zonder fou
ten in do nieuwe spelling plaatsen, dan kun
nen jullie precies zien. welke fouten er in
stonden, en vv a a r ze te vinden waren.
Dat dus eerst maar; daarna do briefjes.
„GASTVRIJHEID"
Ongeveer vijf eeuwen geleden, toon een
groot gedeelte van Spanje nog in handen
van de Moren was, doodde eon Spanjaard
in een tweegevecht een jongen Moor.
In zijn angst vluchtte bij het eerste het
beste huis binnen en vroeg er een schuil-,
plaats Toevallig was het. de woning van een
Moor. Deze nam een perzik, at do ene helft
er van op en gaf de andere aan den Span
jaard met de woorden: „Noem en eet; ge zijt
nu mijn gast. Hij verstopte hem daarop in
het tuinhuis, waarvan hij het sleuteltje üi
zijn zak stale.
Weldra vernam liij, dat do gedode zijn
eigen zoon was, maar hij liet de vervolgers
niols merken. Tegen de avond ging hij naar
het tuinhuis.
„Ongelukkige", sprak hij, „de.gene, dien
gij gedood hebt, is mijn zoon. Ga nu onmid
dellijk heen en tracht van de nacht gebruik
te maken, om te ontsnappen. Heden verbiedt
de plicht der gasurijheid mij, me te wreken.
Maar morgen zullen de rechtvaardigheid en
de vaderliefde haai' rochten hernemen.
N.R. Di de tweede plaats wil ik even
een fout goed maken, die voorkwam in raad
sel II van de vorige week.
Bij de bovenste rij kruisjes staat jam
mer genoog „Wat we niet ieder nieuw
jaar krijgen."
Dit moet zijn: „Wat we met ieder nieuw
jaar krijgen", d.vv.z. aan 't begin van e 1 k
nieuw jaar. Velen van jullie hebben
naar ik vrees hiermee al zitten tobben; ik
hoop, dat hot jullie nu duidelijk wordt.
In de derde plaats dan nu de briefjes.
Jaap W. te Stad aan 't Haringvliet. Al
weer een beetje beter, Jaap'? Ik hoop het
hoor! Was je blij met de verrassing? 't Is
een mooi boekje, hé? Nu, van harte het
beste met je, en de groote.n aan kleine Ariri.
Als die maar niet ziek wordt! Daag, Jaap!
Jan W. te Stad aan 't Haringvliet Geluk
kig, dat jij goed weer boter was. Nog steeds
gezond? Ben jij ook al op de Knaponverga-
dering? Kranig, zeg! 'k Vond je schrijven
heus wel netjes; je liobt ho.t nog nooit eerder
zo keurig gedaan! Hoe is het afgelopen mei
het zwijn en de ezel? Moeilijk lijkt met dat!
Maar erg leuk! Nou, je schrijft maar eens
gauw weer. Het beste hoor! Daaag! Je opstel
was al aardig goed!
Arie W. te Stad aan 't Haringvliet. Ja, wat
vliegt de tijd, hè? Naar welke, klas van dc
UX.O. hoop je nu over te gaan? Bram zal al
wel weer verlangen! Bij ons begint de clivia
ook te bloeien, verder hebben we verschil
len cactussen met, knoppen. Dat belooft dus
ook al wat! Fijn, hè? Ja, Arie, in deze tijd
van 't jaar krijg je als vanzelf een extra hoe
veelheid nieuwe moed. hè? Al is het nog
vaak koud, toch merk je de naderende
lente. Ik voor mij houd óók van de zomer,
maar 't spijt me toch altijd, als 't voorjaar
voorbij is. Nou, ik houd gauw op. Anders,
wordt jij weer extra verwend! Groeten aan
allemaal hoor. Dag, Arie!
Ida J. te Stellendam. Wat fijn, die film! Je
schrok zeker wel, dat er niet bij stond in de
krant, dat jij ook hot, prijsje toegezonden
kreeg. Dat had ik vergeten. Maar 't is toch
zeker al aangekomen. Houd je van dat soort
boekjes? 'k Hoop het. Groeten aan allen,
hoor! Daag'!
Trijntje V. te Middelharnig. De teleurstel
ling, die do uitslag van onze wedstrijd je
bracht, was toch niet al te groot? "k Hoop,
dat je tot troost Marietje's hoek mag lozen'
Toch was je werk wel góed, hoor! 'k Vind het
erg fijn, dat je altijd zo netjes schrijft!
'k Kan me wel begrijpen, dat je nu geen tijd
had voor een erg lange brief. Niks erg voor
een keertje! Volgende, keer weer meer, hè"
Gaat 't goed met je kleine zuster? Hoe heet
ze? Nu. m'n hart. groeten aan jullie allen
Dèag!
Louisjs M. te Fijnaart. Jouw stukje zonder
fouten was heel goed. Wat jammer, dat ja
geen zinnen gemaakt had met die opgegeven
woorden. Dat hoorde toch ook hij opgave C?
Kon je dat niet, of heb je niet begrepen, dat
het er bij hoorde? Schrijf dat eens! Gezellig
dat je er toch nog zoo'n aardig briefje bijge
daan had. Nu, tot de volgende koer boor.
Dag, Louisje!
Henk M. te Sommelsdijk. Nou. als jij naai
de L.L.O. gaal, zul je niet veel weken meer
op de gewone scnool doorbrengen! Fijn, zeg?
k Hoop, dat het je goed bevallen zal. 'k Kan
me begrijpen, dat je 't nu wel eens druk
hebt! Eniin, dat is een goede voorbereiding.
Want voor de C.L.O. zul je toch ook elke
avond huiswerk moeten maken, hè? Doe
maai' goed je best! Dag, hoor!
Corn. R. te Nieuwe Tonge. Welbedankt
voor je brief. Je werk was goed, hoor! Gaat
alles naar wens in Nieuwe Tonge? Doe allen
mijn groeten maar thuis. Daaag! Tot vol
gende week!
Janny v, D. te Beverwijk. Jc prijsje ont
vangen? Goed, dat je me het gewijzigd adres
had vermeldt! 't. Kwam uitstekend ie pas. Ge
zollig, zoovee! nieuws, 'k Hoop dat ik niet
al te lang zal hoeven te wachten op de vol
gende brief. De verhuisdrukte nu achter de
rug? Gelukkig maar! Wat jammer, die te
genspoed in de dagen van vorst! Echt sneu,
he? Vind je het Zondagsschool-werk nog
steeds prettig? Fijn hoor! Nu, de hart. gr en-
tot schrijvensü! Dag!
Harietje V. te Middelharnis, Blij met de
uitslag van de wedstrijd? Dót zal welt Nou
je had het écht verdiend, hoor! 't Was mooi
werk. Je houdt zeker veel van opstellen
maken, t Raadsel met de teksten was ook
uitstekend! Houd zoo maar vol! Afgesproken
Dan maar weer tot de volgende maal. Dag,
hoor! Groeten aan allen thuis!
Bram P. te Numansdorp. Zoo Bram, nu ben
Ji.1 eens de laatste. Jouw werk was ook aar
dig goed, hoor! Maar ditmaal moest jij uit
vallen, want er waren anderen met nó1*
mooiere opstellen! Prettig hè, dat nu de
prijzen zo gauw komen! Jammer, dat je bij
t raadsel geen teksten had genoemd! Dat
heb ik toch gezegd? Nu, Bram, ik hoop weer
gauw een brief te krijgen. Tot zoolang: het
beste voor jullie allemaal! Dag
Met deze laatste wensch neem ik meteen
weer van jullie allen afscheid tot de volgen
de week. Daóóógg. a
TANTE TINE
I
I