Iel iïs VOOR VROUW EN KIND PRIL 936 MAAS- EN SCHELDEBODE 2ATERDAG 21 MAART 1936 IT NOG }N MET lm zoudt J niet tot |ukkigen óren ITEN Ik Inte MAAR DIT IS UWE URE KERK EN SCHOOL Jhr. Dr. J. LOUDON VOOR DE VROUW VOOR DE JEUGD ren amen. chap ui? en grapje md de vrouw" n eraad. en hap zit: voorraad ■Hen zal? geval? eering je dat soms „haar"? nkomst tv: oonmadkt, uio roomen, wang? schillen ■en gang! plengd ivil niet! ti me denkt?" ond aar" straat effen gaat. twen. beiden 3 toch! HAKATE. m Joh an, z. v, en Cornelia Barend, z v. Philibert en na v. d. Weel, d. Doel. I.Vam. 2 u. Ds |oll. Em.-Pred. Jouw iinrts de heer IJsse] an Asch, van It li IV Kleyne |vius l>s terk°rk s av ps tV Zeilstra l)s Hoenders Beit, v. Dieren lis Ds I nitial] Timaal Iman. Bijbel- f.pesrt lenst Leesdienst lenst ll/2 tl. en fi u. VOORDE ZONDAG Als ik dagelijks met u was in den Tempel, zoo hebt gij de handen naar mü niet uitgestoken; maar dit is uwe ure, en de macht der duisternis. Lucas 22 53. In Jezus' lijden keert alles om. Hij die boven allen was. wordt door allen vertreden. De heilige en rechtvaar dige wordt gedood en de goddelooze en ongerechtige lieden triomfeeren. De ge veinsden winnen het spel. en de eenige waarachtige is aan hen overgegeven. Het licht gaat onder en de duisternis heerscht. Denk u de feiten toch in, zooals ze zich hebben toegedragen. Het is zoo ge makkelijk gezegd, dat Jezus voor onze zonden heeft geleden en heeft moeten lijden. Maar laat dit woord toch niet overstemmen de spraak die van de his torie zelf tot u uitgaat, en voor het lij- denstooneel geen gordijnen schuiven. Ge moet er inkomen, hoe verbijsterend deze gebeurtenissen zijn. Het moet uw verwondering gaande maken voor het minst. Want zonder verwondering is er geen geloof in het zaligmakend wonder van Christus' lijden. Jezus zelf heeft het in zijn lijden keer op keer uitgesproken. En het is juist die omkeering van alles, die zijn lijden uit maakt. Als een booswicht ter dood wordt ge bracht, dan is dat wel ontzettend; maar het besef, dat hier recht wordt gedaan, doet erin berusten; er is harmonie tus- schen misdrijf en straf; en die harmonie bevredigt. Maar hier geschiedt aan den volmaakt rechtvaardige het grootste on recht. En dit is dan nog maar de ethische zijde van de zaak, zoover ze raakt de verhouding tusschen de menschen en den mensch Jezus. Nog veel banger wordt het raadsel, als ge let op wat daarachter ligt, op he religieuse, dat de verhouding raakt tus schen God en mensch; hij de heilige Gods van God verlaten en door Gods toorn overstelpt. En dat alles heeft ook Jezus' discipelen verbijsterd. Daar hebben ze niet door heen kunnen komen. Daar hebben ze zich tegen aangekant zoolang ze konden. Tot Petrus zijn zwaard neemt en er op inhakt. Zelfs de vijanden veranderen hun houding. Het sterkst komt dit uit in de manier waarop het Sanhedrin, na over Jezus het „des doods schuldig" te hebben uitgesproken, zichzelf verlaagt en ver geet en te buiten gaat. Zoo doen geen mannen van positie en eer en ontwikke ling. Maar het begint al bij de gevangen neming in den hof van Getbsemané. En Jezus, die met volkomen gewilligheid het bange lijden des doods tegemoet gaat, zegt het hun onomwonden; Zijt gij uit gegaan met zwaarden en stokken, als tegen eenen moordenaar? Als ik dage lijks met u was in den Tempel, zoo hebt gij de'handen tegen mij niet uitgestoken; maar dit is uw ure, en de macht der duisfernis. En hoewel Jezus dit getuigenis tot hun conscience laat uitgaan, hoewel hij nog in daze ooqenblikken zijn marht en liefde hun heeft getoond in de heel'ng van Mal- chus' wond, toch is er niets meer. wat hen weït' oudt. Het maakt niet den nva sten indruk. Dit is uw uur, en de macht der duister nis. In dit woord van Jezus wordt de om keering zoo scherp aangegeven. Dit is uw uur, dat is de ure. waarover gij be schikt, waarin gij kunt wat gij wilt. waar in niemand u tegenkomt. Dit is uw uur, de ure. die bij u past, die geschikt is voor de uitvoering van uw plannen. En toch geeft Jezus te kennen, dat ze in dit onverhinderd botvieren van hun willekeur onder een andere macht staan: de macht der duisternis. De duisternis dient hun snood werk. Maar zijzelver dienen, zonder het te beseffen, den vorst der duisternis. Ze weten niet meer, wat ze doen. Alle licht is voor hen gedoofd; ze worden voortgedreven in hun boos heid. Zoo is Jezus de eenige, die het alles doorziet, voor wien geen duisternis is. De eenige, die weet wat hijzelf doet, die weet ook wat zij doen. Deze klare bewustheid, waarmede Jezus de situatie teekent, maakt zijn lijden zoo zwaar. Er is niets voor hem verbor gen. Elke prikkel van het bange lijden moet hij gevoelen. Zeker, er ligt ook een verwijt in dit woord. Als ik dagelijks met u was in den Tempel, zoo hebt gij de handen tegen mij niet uitgestoken. Dus niet ijver voor Gods eer en de heilighefd van zijn Huis bezielt hen. Zelfs niet een misplaatste ijver. In het licht des daags, in den Tempel des Heeren. hebben ze voor Jezüs moeten zwichten, hebben ze niets tegen hem kunnen vinden. Wat zij nu doen, is werk der duister nis. De duisternis is hun uur. Want zij haten het licht. Zooals ieder, die kwaad doet. het licht haat en tot het licht niet komt, opdat zijn werken niet bestraft worden (Joh. 3 20). Hier, in dezen don keren nachtelijken hof, zijn ze in hun element. Maar Jezus weet het, dat hun consciën tie zich tegen dit getuigenis verhardt, dat ze door blinde haat en hartstocht is ge pantserd. En dit is juist het hopelooze. Zelfs hiervan is voor hem in dit uur geen uit komst meer te verwachten. En zijn recht vaardig verwijt, dat op hun gepantserde en verharde consciëntie afstuit, valt op zijn eigen ziel terug, en boort als met een priem zijn teergevoelig hart. Hen treft zijn woord niet, maar hem zelf treft het des te dieper. In den Tem pel, in het Huis zijns Vaders, daar was het zijn uur. daar was zijn woord met macht, daar kon niemand hem aanraken. Maar nu zijn de rollen verwisseld. Nu is het het uur zijner vijanden. Hier is de macht der duisternis. Hier heerscht de vorst der duisternis. Tot hier in Gethse- man heeft hij zijn machtsgebied weten uit te strekken. Hier is het voorportaal der helle, waarin Jezus moet afdalen in zijrt gansche lijden, totdat hij er zoo diep in doorgedrongen is. dat hij zich geheel van God verlaten gevoelt. En dit bange raadsel komt alleen tot oplossing, zoo ge het beziet in het licht van het Evangelie, dat Jezus hier kwam in uw plaats. Anders blijft het lijdensverhaal u stui ten. Het is zonder dat licht een dwaas heid of een ergernis. Een ergernis, om dat alle rechtvaardigheid hier weg is, bi) de menschen: en, schijnbaar, zelfs bij God, die dit alles gedoogt. Zoo moest het toch niet kunnen gebeuren! Dat moest toch voorkomen worden! Maar ook een dwaasheid, omdat elke poging faalt, om de menschen tot betere gedachten te brengen. Een dwaasheid, omdat de tragedie van den rechtvaar dige, die aan de onrechtvaardigen ten offer valt, tot niets leiden kan. En toch, hier is de kracht Gods en de wijsheid Gods. Want voor het bange raadsel van uw zondeschuld en Gods rechtvaardigheid, van den almachtigen eeuwigen toorn Gods en uw zwakheid en eindigheid, is geen oplossing te vinden bij menschelijke en aardsche wijsheid of macht. De zonde heeft het alles omgekeerd. En het kan niet weer recht komen te staan, of het moet nog eens omgekeerd word'ert. Daarom ondergaat Jezus dit alles, op dat hij het van u zou afwentelen. En achter dit uur der duisternis licht straks de morgen van den dag van Jezus. NED. HERV. KERK Beroepen: Te Stavenisse. G. Lans Jr., rund. t.e Huizen (N.-H.). Te Hoogeveen, VV. Rijnsburgcr te Oud-Boijerland. B e d a rik t: Voor Kampen (Vrijz. Herv.), J. Eikema te Schagen. GEREF. KERKEN Beroepen: Te Boxum, cand. J.Thomas van Leiden, thans hulppred. te Utreclit. CHR. GEREF. KERK Tweetal: Te Bunschoten D. Henstra Ie Dokkum en S. v. d. Molen te Rotterdam Centrum. HERST. EV. LUTH. KERK Beroepen; Te Harlingen, prop. C. Ch. g. Vissol' te Rotterdam. GEREF. GEM. Bedankt: Voor Borssele, H. Ligtenberg te Lisse. AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE Zondag 15 Maart had de bevestiging plaats van cand. I. S c h i p p e r uit Oud-Beijer- land in de Ned. Herv. Gemeente te Koeken gen, dooi Ds. J. E. Klomp van Oud-Beijer- land. De bevestiger had tot tekst Jer. 21 8. De gemeente -zong haar nieuwe leeraar toe uit Ps. 134 3. Aan de handoplegging namen deel Ds. Klomp, de voorm. ccnsulent Ds. Vroegindeweij van Zegveld en Ds. W. Biee- haar Jr. van Benthuizen. Des middags ver bond de jonge leeraar zich aan de gemeente met een prediking over Jesaja 53 4a. Na de prediking en de gebruikelijke toespraken werd tot hem het woord gericht door Ds. Vroegindeweij namens de Kerkeraad en den consulent, Ds. den Duyn van Vinkeveen na mens de ring, Ds. Bieshaar Jr. als vriend en cand. van Hembergen namens het Geref. Theol. Stud. Gezelschap „Voetius" te Utrecht. Toegezongen werd Ps. 109 9 (gewijzigd). Was des morgens de belangstelling groot, des middags was de schare nog grooter. Zondag 15 Maart j.l. had in de Ned. Herv. Kerk te Zuidzande (Z.) de beves tiging plaats van cand. A. Th. Stegenga. De bevestigingspreek werd gehouden dooi den vader van den jongen predikant Ds. P. Stegenga Azn., Ev. Luth. pred. te Amster dam. De tekst van deze prediking was 2 Tim. 21. De otficieele bevestigingsacte werd daarna voltrokken door den consulent Ds. D. Faber van 'Oostburg. Aan dc handoplegging 'werd behalve door beidé genoemde predi kanten ook deelgenomen door Ds. W. van der Ven van Retranchement. 's Middags hield de jonge predikant zijn intreepreek waarbij hij als tekst had gekozen Openb. 1 17b: Vrees niet. Ik ben de eerste de laatste. Nadat hij na de preek zelf de ge bruikelijke toespraken had gehouden, werd hij nog toegesproken door Ds. F. A. Visser van Cadzand als praetor van den ring en door Ds. G. van Dis van Zaamslag die sprak als oud-predikant van Zuidzande en ook namens de classis. Voor beide diensten bestond zeer groote belangstelling. In de middagdienst waren ook zeer vele predikanten uit de om trek aanwezig. Ds. J. G. KNOTNERUS Door Class, bestuur geschorst Het classicaal bestuur Zutphen van de Ned. Herv. Kerk heeft Ds. J. G. Knotnerus, predikant te Varsseveld, in zijn bedie ning geschorst, met behoud van salaris. Met hem zijn geschorst de leden van den kerke raad, de heeren H. H. Bruggink, W. J. Boom kamp en W. Fijnhorst. Een en ander staat in verband met quaesties, welke zijn voort gevloeid uit de jongste oudejaaravondpreek van Ds. Knotnerus. Zijn wij wel ingelicht, dan heeft hij geweigerd, gevolg te geven aan een berisping van het classicaal bestuur. Ds. Knotnerus behoorde tot de oprichters van de „Orde van getrouwe getuigen van den ko menden Christus" en neemt thans een lei dende plaats in in die van „De Blinkende Morgenster". KERKELIJKE OVERGANG TE NUNSPEET Men deelt ons van Chr. Geref. zijde mede, dat de classis Apeldoorn Dinsdag 17 dezer in spoedvergadering bijeen kwam, teneinde Ds. J. T ij m e s te Nunspeet, die met de meerderheid van zijn kerkeraad het verband met de Geref. Kerken verbrak en toelating tot de Chr. Geref. Kerk verzocht, in dit ver band te examineeren. GEWEIGERD VERZOEK Namens de Ver. van Vrijz. Hervormden te Middelburg was aan den Kerkeraad der Ned. Herv. Kerk gevraagd, om aan Ds. A. Land stra. voorganger der Vereeniging, de gelegen beid te willen verschaffen, om. na onderzoek door den Kerkeraad. eenige zijner catechi santen te bevestigen tot lidmaten der Ned. Herv. Kerk in één der kerkgebouwen der gemeente. De Kerkeraad heeft op dit verzoek afwij zend beschikt en medegedeeld, dat hij geen termen aanwezig acht op het eenmaal geno men besluit terug te komen. SYNODE CHR. GEREF. KERK N.-AMERIKA De Synode der Chr. Geref. Kerken in N. Amerika. waai- Ds. H. Janssen, Iegerpredi- kant in a. d„ de Chr. Geref. Kerk ten onzent zal vertegenwoordigen, wordt 10 Juni a.s. geopend en gehouden in Calvin College te Grand Rapids. Tevens wordt het 60-jarig bestaan der Theol. School te Grand-Rapids herdacht. Uit Rusland Wederom priesters gefusilleerd in de Sovjet-Unie Christelijke begrafenissen verboden De geloofsvervolgingen en terechtstellingen van geestelijken en kerkdienaren worden in de Sovjet-Unie hardnekkig voortgezet. Volgens de in Charbin verschijnende „Nasch Putj" (Nr. 37) werden kort geleden weer de volgende 10 priesters verbannen ol doodgeschoten: De geestelijke van het dorp Nylga, Sinowij Affanassjow werd naar de Salowki-eilanden verbannen en stierf kort daarop. De priester van het dorp Semjenowka, Timofej en de priester van het dorp Pokrowka, Wikul Bo- rissow werden eerst naar onbekende oorden velbannen, daarna echter naar Chabarovvsl: gebracht en daar gefusilleerd. Den geestelijke Fjedor Minakow uit het distrikt Chabarowsk mochten de boeren onder bedreiging met hooge straffen geen levensmiddelen brengen en hjj moest verhongeren. De priester Fjedor Ssndkow-is spoorloos verdwenen. De priester van het distrikt Serebrjansk Matwej Surshi- ,kow werd levenslang naar Solowki verban nen. De priester Konstantin ïwanow bevindt zich in een concentratiekamp. De priester uit Kisseljewka, Karp Wassiljew werd ge vangen genomen; wat er verder met hem is gebeurd js niet bekend. De kerkdienaar Grigorij Ssadkow werd wegens aan zijn vader verleende hulp, die priester was, doodgeschoten. De kerkdienaar M. Nowgorodzew uit Blagoweschtschenk bracht twee jaren in de gevangenis door ei werd krankzinnig, daarna liet men hem vrij en bekommerde zich niet verder om zijn lot. Naar hetzelfde blad bericht, is in Siberië de christelijke begrafenis en het houden van missen voor de gestorvenen verboden. Ker-» keUike begrafenissen worden door de -Sov- jetoverbeid met vrijheidsstraffen bestraft. In het blad „Molot" (Gebied Azow-Zwarta zee) van den 27. 2. 36 treffen wij de volgen de beschrijving van de toestanden in Sovjet- scholen aan: De school te Shukowsk wordt reeds sedert geruimen tijd niet meer ver warmd. Er heerscht groot gebrek aan leer middelen. De internaten zijn zoodanig ver waarloosd, dat zij niet meer bewoond kun nen worden. De leerlingen der omliggende dorpen moeten 57 K.M. loopen, en velen hebben het leeren reeds opgegeven. Een man, die het vaderland diende Reeds werd met een enkel woord ge- mcJd, dat jhr dr J. Loudon, thans ge zant te Parijs en in de mobilisatiejaren minister van Buitcnlandsche Zaken, heden zijn zeventigste verjaardag viert. Jhr Loudon behoort tot de groote mannen, dc knappe figuren, de sympa thieke en ondanks alle aangeboren aristocratie eenvoudige menschen, die in hun rijk en welbesteed leven het vaderland g e d i en d hebben in do ware zin des woords, zonder nevenbe doelingen, zonder eigen eer te zoeken, met groote energie en rijke geestesgaven. Jhr Loudon is een staatsman van groote allure, die in de oorlogsjaren, toen het depurtement van Buitenlandscho Zaken het moeilijkste departement was, waar groote voorzichtigheid zich moest paren aan durf, initiatief en paraatheid, de zwaarste taak op voortreffelijke en lofwaardige wijze heeft vervuld: ons land tot heil! Jhr dr John Loudon werd 18 Maart 1866 te Den Haag gelioren. Hij bezocht het gym nasium in zijn geboorteplaats en studeerde aan de Leidsche universiteit rechtsweten schappen, om in 1890 aan deze hoogeschooi te promovoeren tot doctor in de Staatswe tenschappen, op een proefschrift getiteld: „Do drie regelen van liet tractaat van Was hington". In 189-1 werd hij gezantschaps attaché te Londen. In 1896 werd hij tweede secretaris te Rome, om in 1900 aldaar eerste secretaris te worden. Datzelfde jaar volgde zijn henocmjng tot chef van (iet kabinet van den minister van Buitcnlandsche Zaken Een jaar later werd hij zaakgelastigde te Peking, om in 1903 als gezaiitschapsraad naar Londen te gaan. In 1904 ging hij in ge lijke betrekking naar Parijs. In 190G trad dr Loudon op als gezant te Tokio, welke standplaats hij in 1908 met Washington ver wisselde. In 1913 trad de, heer Loudon op als minis ter van Buitenlandschc Zaken in het kabtj net Cort v. d. Linden, waarvan hij een zavr bekwaam en sierlijk lid is geweest, die In bange dagen van de wereldoorlog Nederland met voorzichtigheid en vaste hand leidde. In 1918 als minister afgetreden, trad hij in 1919 oa als II M. gezant te Parijs, welke functie hij nog bekleedt. Vanaf de aanvang is jhr I.oudon eerste gedelegeerde van Nederland bij de Assem blee van de Volkenbond. Ook is hij voor zitter geweest van de Transitconferentie in 1921 te Barcelona. Voorts is hij voorzitter der voorbereid!, ïgsont wapen ingscommissie te Genève; lid der Bry an -commissie tus schen de Ver. Staten en Denemarken; voor zitter der conciliatie-commissies tusschen Polen en Zwitserland, Duitschtand en Polen, Denemarken en Finland en tusschen Noor wegen en Polen. Het is waarlijk geen wonder, dat zich een comité gevormd heeft om dezen voortreflë- lijkon diplomaat en staatsman ter gelegen heid van zijn verjaardag te huldigen. Zijn groote verdiensten geven hem recht op de dank van Vorstin en Volk. |iliensi INTE VAN DE RUST DER ZIELEN JAN LUYKEX Al ruischen al de wouden Al bruist het wilde meer, Al beeft het al van donder, Al straalt de bliksem neer: Mijn hert blijft zonder vreezen In zijn wezen. Het kan ons niet verschrikken Al wat van buiten woelt; Wanneer men maar van binnen De schoonste ruste voelt: Die schoonste rust van binnen Kan 't verwinnen. Als Jezus zich in 't herte Te ruste heeft gezet; Laat eens een onweer komen Dat deze rast belet: Al 't kwaad versmelt in vreezen Voor zijn wezen. O. menschen, woudt gij loeren Waarin Uw heil bestaat: 't Is hierin, dat gij weelde En aardsche rijkdom haat. En dat gij tracht te winnen Rust van binnen. vrluii Schoon is het goud, het schoonste dei' metalen, Schoon 't alebast en 't luchtige kristal; Schoon is het licht, wanneer de zon gaat dalen. bchoon t elpenbeen en 't rozenrood koral; Schoon is de Mei met bloemen zonder tal, Schoon is do zeeg' met haar bekranste zweerden; Maar die de kroon moet dragen bovenal Schoon Is de Vreé, de schoonste op der eorden! kort gebed Het. goede wilt ons, Heer, toemeten, 't Zij dat wij 't bidden, of vergeten. Het kwade geeft ons nimmermeer Al baden wij hot nog zoo zeer. JACOB REVIUS Wie 't van de wereld verwacht, leeft in de scha uv van morgen; wie op God bouwt, Brandeit in eeuwigheids Jicht! DE KABOUTERMANNETJES Heb je ooit van de tijd der Kabouters gehoord? Dat was toen eon levontjen één in zijn soort! Bijvoorbeeld: een knecht had aan 't werken oen mier En deed niets dan luieren of nam zijn plezier: Dan kropen des nachts Zoo heel onverwachts De dwergjes als mieren Door gaten en kieron, Krioelden En woelden En hipten en draafden En zwoegden en slaafden: En 's morgen, reeds vóór het gekraai van den liaan Vond ieder zijn werk door Kabouters gedaan. Een schoenmakersknecht stak zijn els in het spek, En dacht: wie op Maandag nog werkt, is eer gek! Kaboutertjes kwamen en namen de oen, En keken wat lapwerk er viel aan U .oen: Zij maakten oen draad En spanden de naad En pikten en prikten En stikten en flikten, En tikten En likten,1) En wreven en wasten,2) En poetsten en pasten Era voordat de baas uit zijn bed was gestapt, Was alles aan schoenen en laarzen gelapt. De timmermansknecht 6choftte zes uur per dag. En kroop in de krullen als niemand het zag Des nachts zag het volkje de winkel in 't rond, Of 't iets te karweien, te knutselen vond: 't Nam hamer en bijl, En beitel en vijl. En daar aan het kloppen,. Aan 't dragon, En zagen, En schaven en spalken,2) Van planken en balken: En kwam de baas kijken, hoe t' stond met de zaak, Dan vond hij de spullen perfect in de haak Het ging bij den slager precies evenzoo: Want lag nog zijn knecht als een luilak op stroo. Dan kwamen de kereltjes, vlug op een <jraf En slachtten het varken, en'hieuwen het af, Verdeelden het net4) In reuzel en vet En haakten de hammen En zijden aan krammen, En hutsten En klutsten, En slopten met vulsel Het vliezige hulsel: En ziet! als de haas van zijn legerstee kroop, Daar hingen reeds metworst en bloedworst. te koop. Den bakker óók trokken zij flink uit de nood: Zij wamden het koren en bakten hot brood; En draaide de knecht zich nog om op zijn zij, Dan was het al druk in de broodbakkerij Zij haalden dcrog En vulden de trog, En kneedden en wroetten Mot handen en voeten, En smakten En kwakten Het baksel en schoven Het wip! in de oven: En als de, baas uit de bedstede schoot. Lag reeds op de toonbank liet versch- bakkem brood. De wijnkoopersknecht liet zijn werk or op staan, En't kwam hem zoo nauw op een glaasje niet aan; En kreeg hij een roes weg, en sloeg hij or neer. Dan waren de mannetjes druk in de weer: Zij tapten het nat En zwavelden 't vat,5) En droven de sponnen5) En rolden de tonnon, Zij hurkten En kurkten De fleschen, en lakten En plakten en pakten: Zoodra weer de dag door hot keldergat scheen, Zag nuchtere Klaas alles klaar om zich heen. Een kleermaker had het eens vreeselijk drok, Want morgen moest klaar zijn een vest, broek en rok. Zijn knecht was aan 't zwieren, de pet op een haar; Maar 's nachts kwam het volkje met pers plank en schaar: Het kruiste de been Begon zoo meteen Te snijden, te schikken, To naaien, te stikken, Te lasschen, Te passen, Te persen, te boorden Met linten en koorden: „Och, vrouw!" riep de baas uit zijn bed „dat valt mee! Hot pak ligt al klaar, in nieuwmodische snee". Des kleermakers vrouw, ©en nieuwsgierige Ti-ij n. Zei stil hij zicjizelve: wat mag dat toch zij11 Zij strooide grauwe erwten en hield toen de wacht Daar kwamen do snijdertjes koesjes on zacht Maar acht.! wat oen kruis! Vol bommen het huis Zij stieten hun schenen En kneusden de beenon Al stom'Iond En sohom'lend. En tolden era rolden En jolden en scholden. Do vrouw, één twee drie, stookt het nacht- kaarsjen aan En pst!al het volkje is opeens naai de maan Hoe jammer, wij zijn de kabouters nu kwijt- Ze kwamen zoo netjes van pas in doez' tijd! (Uit: B. VAN MEURS: Germania's Dichtbloemen) 4) Likken polijsten, nl. de schoen van onder, met. likbcen of likhout. 2) Gewast worden der randen van de zolen en de hak: met was behandeld, dan gelikt. a) S pa 1 ken splijten. 4) N' e t,: hot, vlies, waarbinnen de inge wanden zich bevinden. 5) Voor de wijn in 't vat gaat wordt daar in, b.v. met een spaan, zwavel gebrand; dit hoeft op de wijn een gunstige invloed. Spinnen: de spon of bom do stop) in hot spon- of bomgat drijven. WIJSHEID VAN JACOB CATS Het oor dat wijst den eze! aan, Het geschril ge,kraai den ijdelen haan, Het water kont men aan de grond De menschen aan hun eigen mond. Besto Nichtjes en Neefjes, Volgeras afspraak zou ik beginnen met de briefjes, waarvoor verleden keer geen plaats meer was. Bovendien zal ik het stukje taal werk van wedstrijd C nog even zonder fou ten in do nieuwe spelling plaatsen, dan kun nen jullie precies zien. welke fouten er in stonden, en vv a a r ze te vinden waren. Dat dus eerst maar; daarna do briefjes. „GASTVRIJHEID" Ongeveer vijf eeuwen geleden, toon een groot gedeelte van Spanje nog in handen van de Moren was, doodde eon Spanjaard in een tweegevecht een jongen Moor. In zijn angst vluchtte bij het eerste het beste huis binnen en vroeg er een schuil-, plaats Toevallig was het. de woning van een Moor. Deze nam een perzik, at do ene helft er van op en gaf de andere aan den Span jaard met de woorden: „Noem en eet; ge zijt nu mijn gast. Hij verstopte hem daarop in het tuinhuis, waarvan hij het sleuteltje üi zijn zak stale. Weldra vernam liij, dat do gedode zijn eigen zoon was, maar hij liet de vervolgers niols merken. Tegen de avond ging hij naar het tuinhuis. „Ongelukkige", sprak hij, „de.gene, dien gij gedood hebt, is mijn zoon. Ga nu onmid dellijk heen en tracht van de nacht gebruik te maken, om te ontsnappen. Heden verbiedt de plicht der gasurijheid mij, me te wreken. Maar morgen zullen de rechtvaardigheid en de vaderliefde haai' rochten hernemen. N.R. Di de tweede plaats wil ik even een fout goed maken, die voorkwam in raad sel II van de vorige week. Bij de bovenste rij kruisjes staat jam mer genoog „Wat we niet ieder nieuw jaar krijgen." Dit moet zijn: „Wat we met ieder nieuw jaar krijgen", d.vv.z. aan 't begin van e 1 k nieuw jaar. Velen van jullie hebben naar ik vrees hiermee al zitten tobben; ik hoop, dat hot jullie nu duidelijk wordt. In de derde plaats dan nu de briefjes. Jaap W. te Stad aan 't Haringvliet. Al weer een beetje beter, Jaap'? Ik hoop het hoor! Was je blij met de verrassing? 't Is een mooi boekje, hé? Nu, van harte het beste met je, en de groote.n aan kleine Ariri. Als die maar niet ziek wordt! Daag, Jaap! Jan W. te Stad aan 't Haringvliet Geluk kig, dat jij goed weer boter was. Nog steeds gezond? Ben jij ook al op de Knaponverga- dering? Kranig, zeg! 'k Vond je schrijven heus wel netjes; je liobt ho.t nog nooit eerder zo keurig gedaan! Hoe is het afgelopen mei het zwijn en de ezel? Moeilijk lijkt met dat! Maar erg leuk! Nou, je schrijft maar eens gauw weer. Het beste hoor! Daaag! Je opstel was al aardig goed! Arie W. te Stad aan 't Haringvliet. Ja, wat vliegt de tijd, hè? Naar welke, klas van dc UX.O. hoop je nu over te gaan? Bram zal al wel weer verlangen! Bij ons begint de clivia ook te bloeien, verder hebben we verschil len cactussen met, knoppen. Dat belooft dus ook al wat! Fijn, hè? Ja, Arie, in deze tijd van 't jaar krijg je als vanzelf een extra hoe veelheid nieuwe moed. hè? Al is het nog vaak koud, toch merk je de naderende lente. Ik voor mij houd óók van de zomer, maar 't spijt me toch altijd, als 't voorjaar voorbij is. Nou, ik houd gauw op. Anders, wordt jij weer extra verwend! Groeten aan allemaal hoor. Dag, Arie! Ida J. te Stellendam. Wat fijn, die film! Je schrok zeker wel, dat er niet bij stond in de krant, dat jij ook hot, prijsje toegezonden kreeg. Dat had ik vergeten. Maar 't is toch zeker al aangekomen. Houd je van dat soort boekjes? 'k Hoop het. Groeten aan allen, hoor! Daag'! Trijntje V. te Middelharnig. De teleurstel ling, die do uitslag van onze wedstrijd je bracht, was toch niet al te groot? "k Hoop, dat je tot troost Marietje's hoek mag lozen' Toch was je werk wel góed, hoor! 'k Vind het erg fijn, dat je altijd zo netjes schrijft! 'k Kan me wel begrijpen, dat je nu geen tijd had voor een erg lange brief. Niks erg voor een keertje! Volgende, keer weer meer, hè" Gaat 't goed met je kleine zuster? Hoe heet ze? Nu. m'n hart. groeten aan jullie allen Dèag! Louisjs M. te Fijnaart. Jouw stukje zonder fouten was heel goed. Wat jammer, dat ja geen zinnen gemaakt had met die opgegeven woorden. Dat hoorde toch ook hij opgave C? Kon je dat niet, of heb je niet begrepen, dat het er bij hoorde? Schrijf dat eens! Gezellig dat je er toch nog zoo'n aardig briefje bijge daan had. Nu, tot de volgende koer boor. Dag, Louisje! Henk M. te Sommelsdijk. Nou. als jij naai de L.L.O. gaal, zul je niet veel weken meer op de gewone scnool doorbrengen! Fijn, zeg? k Hoop, dat het je goed bevallen zal. 'k Kan me begrijpen, dat je 't nu wel eens druk hebt! Eniin, dat is een goede voorbereiding. Want voor de C.L.O. zul je toch ook elke avond huiswerk moeten maken, hè? Doe maai' goed je best! Dag, hoor! Corn. R. te Nieuwe Tonge. Welbedankt voor je brief. Je werk was goed, hoor! Gaat alles naar wens in Nieuwe Tonge? Doe allen mijn groeten maar thuis. Daaag! Tot vol gende week! Janny v, D. te Beverwijk. Jc prijsje ont vangen? Goed, dat je me het gewijzigd adres had vermeldt! 't. Kwam uitstekend ie pas. Ge zollig, zoovee! nieuws, 'k Hoop dat ik niet al te lang zal hoeven te wachten op de vol gende brief. De verhuisdrukte nu achter de rug? Gelukkig maar! Wat jammer, die te genspoed in de dagen van vorst! Echt sneu, he? Vind je het Zondagsschool-werk nog steeds prettig? Fijn hoor! Nu, de hart. gr en- tot schrijvensü! Dag! Harietje V. te Middelharnis, Blij met de uitslag van de wedstrijd? Dót zal welt Nou je had het écht verdiend, hoor! 't Was mooi werk. Je houdt zeker veel van opstellen maken, t Raadsel met de teksten was ook uitstekend! Houd zoo maar vol! Afgesproken Dan maar weer tot de volgende maal. Dag, hoor! Groeten aan allen thuis! Bram P. te Numansdorp. Zoo Bram, nu ben Ji.1 eens de laatste. Jouw werk was ook aar dig goed, hoor! Maar ditmaal moest jij uit vallen, want er waren anderen met nó1* mooiere opstellen! Prettig hè, dat nu de prijzen zo gauw komen! Jammer, dat je bij t raadsel geen teksten had genoemd! Dat heb ik toch gezegd? Nu, Bram, ik hoop weer gauw een brief te krijgen. Tot zoolang: het beste voor jullie allemaal! Dag Met deze laatste wensch neem ik meteen weer van jullie allen afscheid tot de volgen de week. Daóóógg. a TANTE TINE I I

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1936 | | pagina 3