IHMIV, VOOR VROUW EN KIND A.-R. PARTIJDAG IN ZEELAND 336 URTEN MAAS- EN SCHELDEBODE ZATERDAG 18 APRIL 1936 NA ACHT DAGEN DE UNIE EEN SCHOOL MET DEN BIJBEL euwlandsche zand- ken 2.60—2.80. 5 MIDDELIIARNIS i e n: Spinazie 13.20 Der 100 kg. Sla 1.70 10.40 per 100 st. in 3-6.50. Tulpen Dter 7274 per 100 ist. 5-60 kg 2.302.45; idem 48 kg 1.902; ganzeneieren 7.50 s. Ling op Donderdag. en: Sla 1.10—3.70; 100 stuks; Spinazie -14.50 per 100 kg. 5013 per 100 bos. S MIDDELHARNIS April 23.40, bloemkool us; spinazie f 5.70 per 100 kilo; prei tulpen f 9.6010, 134 per kist, boter i April o f 2.302.40, idem Lem 48 kilo f 1.80— 3 kilo f 2.35—2.40, ,95, ganzeneieren V c e. Aangevoerd a79 .paarden, 107') runderen, 315 vetto 1 veren, 95 graskaJ- imeren, 509 varkens koeien tot 52 c» 2o 8 c, vette ossen tot tw 3337 c, stieren e k\v 3236 c. vttto t ;5 c, 3o k\v 5055 icht) 313233 c, nneren '93340 c, 530 c, slaclitpaai- ag-er vee: Schapen 101518, kucht, nucht. fokkalvereu 75105160, werk- itten 1 6595120, ilfkoeien f 100155 -1601 l'C, vaarzen 8095, gr.'iskalve- en ossen was iets en hoogere prijzen, ot 55 en een os tot met tamelijke han- ljjk ruimer aange- n de prijzen van le ets stijver. Een pri- .•t. g ter markt, ma zen. cht- en fokkalveren n eveneens hoogere markt, stille handel, n ie s duurder; ove- kkoejen ruimer, re- rorigo week. imer ter markt, hau aangevoerd en nog n mot kalmen han- dan vorige wee'.c slechten handel, la- n iets lager dan APRIL is de marlefc -steeds oopwaar wordt ge- het binnenland en steeg" op 74 frank, der markt zah.djt gezaaid worden dan KERK 3 u. Ds Lang-liout ui der Wal. 6 u. de heer Overvveel n 's avonds Ds idinxveen u. L>» Kleyne i Hovius e u. Lu Verkerk RK u. Ds Schaafsma vonds Ds /.mistra 3 u. Ds Reendera zeedienst KKKK n. Leesdietisl ENTE s lienst 1 K u Let-sd tenst vonds Leesdienst cewlieiie-t MKKNTE t): 'jy2 ii. en 6 o, Leesdiensi ÏMKËNTE a k vanavond naar itgaansavond, en ruimenhof dan cn vooruit, in de >nd vlak bij den ideren; zijn han- ,voegde van span om in eens uit voelde aan 'ijn ant het zal hem ksemstraal ging lis juist geschikt as Rekking van 5rpen en hem te leen een hrok in 1 hij keek schuw i misdadiger die uren en dirhi en t erf af. Zijn len hoer, en hij i'gakker waar verzoeking ging ie boer; .,ga |e den dijk. te ree-enen; het den Polder nnf- 1 voort, om snoe zirh in de don voor heiP' uit- Vordt vervolgd) VOORDE1 n» ZONDAG En na acht dagen waren zijne tiscipelen wederom binnen, en 'liomas met hen; en Jezus kwam, Is de deuren gesloten waren, en tond in het midden, cn zcide: Vrede zij ulieden. Johannes 20 26. Toen Jezus aan den avond van den dag zijner opstanding voor het eerst in den kring van zijn discipelen zichzelven levend vertoonde, miste er een uit hen Thomas, gezegd Didymus. Didymus beteekent, evenals Thomas: tweeling. Maar het kan ook beteekenen twijfelaar. En in zooverre lag in deze Grieksche vertaling van zijn Hebreeuw schen naam een zinspeling op zijn aard en karakter. Hij was een van die menschen, die niet zoo spoedig tot een besluit kunnen komen, en die zich niet zoo licht door anderen laten overtuigen. Dat komt ook uit aan de geschiede nis, die Johannes van hem verhaalt." Aan Johannes danken we bovendien nog een tweetal uitlatingen van dezen apostel des Heeren, die ons anders al leen bij name bekend zou zijn. En in die beide uitlatingen laat hij zich van dezelfde zijde kennen. D'e eerste maal was, toen Jezus naar Bethanië ging om Lazarus op te wek ken uit de dooden, en tot zijn discipelen zeide: Ik ben blijde om uwentwille, dat ik daar niet geweest ben, opdat gij ge- looven moogt. En wat zegt Thomas dan tot zijn mede-discipelenLaat ons ook gaan, opdat wij met hem sterven. Zij hebben Jezus afgeraden om weer naar Judea te gaan, omdat de Joden hem onlangs hebben zoeken te dooden. Maar Jezus laat zich niet weerhouden. En nu zegt Thomas: Laat ons maar geen moeite doen. En de tweede maal was het in de Paaschzaal, nadat Jezus gezegd had: In liet huis mijns Vaders zijn vele wonin gen; en: Ik ga heen om u plaats te be reiden; en daarna; Waar ik henenga weet gij, en den weg weet gij. Dan valt Thomas inHeere, wij weten niet waar gij henengaat, en hoe kunnen wij den weg weten? Zoo is het ook op den dag der op standing, waarvan de blijmare al vroeg zich verbreidde onder de discipelen. Eerst de boodschap der engelen, die door de vrouwen werd overgebracht. Later van Maria Magdalena, die den Heere gezien heeft. Eindelijk, dat de Heere waarlijk is opgestaan, en ook van Simon gezien is. Maar Thomas zal zich niets laten wijsmaken. Hij wil het zelf zien. En hij houdt zich afzonderlijk. Terwijl al de anderen bijeen zijn, om de wel ontroe rende, maar toch ook verblijdende ge ruchten te bespreken, blijft hij op zich zelf. Toch stooten de discipelen hem niet af. Na dien Zondagavond zoeken ze hem op, en zeggen het hem: Wij heb ben den Heere gezien. Nog geeft hij zich niet gewonnen. Hij wordt nog stugger in zijn ongeloovig- heid: hij wil eerst in Jezus' handen zien het teeken der nagelen, en zijn vinger erin steken, en zijn hand steken in Jezus' zijde. Dan, maar ook niet eer der zal hij g-elooven Zoo konden ze met hun allcsn hem niet overtuigen. Er was met dezen broeder niets te beginnen. Er was nog maar Eén, die er wat aan doen kon, die er alles aan doen kon. En die Eene, dat was Jezus zelf. En Jezus heeft het gedaan. Hij laat Thomas niet aan zijn lot over. Acht dagen later zijn de discipelen weer binnen. Het is weer Zondagavond. Waarschijnlijk hadden ze nu Jeruzalem verlaten. De dagen van het feest der ongehevelde brooden waren voorbij. Wat zouden ze dan in Jeruzalem blijven doen, waar ze gedurig voor de Joden hadden te vreezen? Bovendien was het hun gezegd, dat ze naar Galilea moes ten, waar ze Jezus zouden zien. En nu is Thomas met hen. Hij had niet met de gemeenschap der broederen gebroken. En niet onmogelijk, dat er in zijn binnenste een heimelijk verlangen was, of hij den Heere mocht zien, zoo als de anderen zeiden, hem gezien te hebben. Op dien tweeden Zondagavond kwam Jezus, als de deuren gesloten waren, -en stond in het midden. Zonder dat iemand hem opendeed. Zonder dat iemand weet, hoe hij is binnengekomen. Maar hij, wien de poorten van dood en graf niet hebben kunnen binnensluiten, wordt ook {loop geen deuren buiten gesloten. En na de begroeting; vrede zij ulie den, evenals de eerste maal, opent hij ook de gesloten en gegrendelde deur van Thomas' hart: Breng uwelf Vinger hier, en zie mijne handen, en breng uwe hand, en steek ze in mijne zijde, en wees niet langer ongeloovig, maar geloovig. En nu is het uit met Thomas' onge- loovigheid. Hij durft niet eens te doen, wat hij op zoo hoogen toon aan zijn medediscipelen had verzekerd. Er is maar één woord in zijn ziel en op zijn lippen: Mijn Heere en mijn God! liet geloof springt weer op als een veer, die neergedrukt was, maar nu ontlast wordt. En nu Jezus de aschlaag van ongeloof en twijfel heeft weggebla zen, slaat de vlam van zijn geloof weer helder uit. Zoo is de eerste dag der week ander maal tot een dag des Heeren; een dag- der overwinning van Jezus Christus gestempeld. En keer op keer wordt die eerste dag- der week in het Nieuwe Testament vermeld als een dag der bijeenkomst van de gemeente des Heeren. Totdat de laatste bijzondere openbaring gegeven wordt aan den laatstovergeblevene van de Apostelen, op liet eiland Patmos, weer op den dag des Heeren, op den dag der gedachtenis van Jezus' op standing. Christus' Kerk heeft ook na de eeuw der Apostelen dezen dag in stand ge houden. En de levende Christus zelf heeft aan de onderhouding en de heili ging van dezen dag kennelijk zijn zegen willen verbinden. Nog- keert die dag week op week terug. En de kracht van Christus' op standing wordt nooit zoo openbaar als daar, waar zijn gemeente op zijnen dag, den dag des Heeren, bijeenverga- derd is rondom Gods Woord. Nog altijd opent hij gesloten harten voor het Evangelie der opstanding en des levens. Nog- steeds gaat hij voort, met banden van ongeloof en twijfel zucht te verbreken, en het geloof in de zijnen te werken en vrij te maken. Wel wordt Jezus niet meer gezien Maar ook dit heeft hij voorzegd, toen hij tot Thomas sprak: Omdat gij ge zien hebt, Thomas, zoo hebt gy ge loofd; zalig zijn zij, die niet zullen ge zien hebben, en nochtans zullev ge loofd hebben. Neen, het geloof in den levenden Christus berust niet op menschel ijke overleveringen," maar op het getuigenis Gods. En de levende Christus zelf doet zich daarbij gelden. Totdat eens de groote dag des Hee ren komt. Dan wordt het geloof weer verwisseld in aanschouwen. Dan zal het weer zijn de volkomen zaligheid en blijdschap voor allen, die hem verwacht hebben tot zaligheid. Veel rijker dan het op dien achtsten dag na de opstan ding voor Thomas geweest is. GEREF. KERKEN Beroepen: Te Tiel, J. Wiepkema te Duisburg-Ruhrort. Beroepen: Te Emmer-Compas cuum (Dr.) cand. R. Douma, hulpprediker te Har denberg. NED. HERV. KERK Beroepen: Te Arum, J. A. Cadée te Zweeloo. Beroepen: Te Kootwijk, N. C. Bakker te Maartensdijk. Aangenomen: Naar Wjjnjeterp en Duurswoude (toez.) cand, E. Dijkhuis, hulp prediker te Harlingen. Bedankt: Voor Groot-Ammers, P. J. Steenbeek te Oudewater. Voor Enschedé (toez.) J. Eikema te Schagen. Bedankt: Voor Middelharnis, J. Cuperus te 'sGrevelduin Capelle (N.B.). CHR. GEREF. KERK Bedankt: Voor Bunschoten, S, van der Molen te Rotterdam. GEREF. GEMEENTEN Bedankt: Voor s-Gravenpolder, H. Lig- tenberg te Lisse. BAPTISTE KERK Aangenomen: Naar Apeldoorn, cand, A. A. Hardenberg te Groningen. HERST. EVANG. LUTH. KERK Aangenomen: Naar Harlingen prop. C. Cli. G. Visser te Rotterdam. Op de Dinsdag in K. cn W. to Utrecht ge houden vergadering vnn do vereen. „Unie een School met den Bijbel" weril rapport uitgebracht over de Unie propaganda actie door dr. D. Langendijk. Op dit rapport volg de nog een aangename discussie waarhij verschil lende aanwezigen op- cn aanmer kingen maakten. Zoo kwam o.m. ter sprake het Unie blaadje en de Unie-collecte. Naar voren werd gebracht dat aan liet oude prin cipe vastgehouden moet worden! In elke plaats moet do Unie collecte worden gehou den ook al levert dat niet voel op soms. Het gaat om dit belangrijke feit, de kinderen brengen tot gehoorzaamheid aan Gods Woord. Dc band tusschen school cn ouders moet steeds strak worden aangehouden. Een der aanwezigen sprak den vvunsch uit dat het bestuur geen goedkeurende houding zal aannemen t.o.v. de Bijbel op de Open bare school brengen. De actie moet sterk gevoerd worden voor de Unie. Bestuursverkiezing Bij de daarna gehouden bestuursverkie zing werden in do vacatures J. Rijpstra en J. Bos, gekozen do heeren dr. G. Kalsbeek to Zetten cn And. Jonklioff tc Groningen. Unie collecte Medegedeeld werd. dat de Unie-rollecte in 1935 opgebracht heeft f 77 201,42 d.i. f5.399.N2 lage dan in 1931. Van do S9S comité's heb ben 650 de Unie collecte gehouden (6 min der dan vorig jaar). De bij iragon aan do aigomeene Unie-kas De heer J. J. C. van Dijk spreekt over nationale en internationale gevaren Openingsrede van den heer J. A. Dominions Onder voorzitterschap van den heer J. A. Dominic us werd Woensdag .te Goes een goed-bezoclito A.R. Partijdag voor Zeeland gehouden. De Voorzitter wees in zijn openingsrede op de Goddelijke ironie, die er is in het ver haal van Babels torenbouw. De Almachtige God kwam cn verstoorde dat werk, dat voor die menschen groot, maar voor Hem nietig was. Ook nu nog wil men torens bouwen en plannen togen het Godsplan in beramen, of men rekent niet met Zijn geopenbaarden wil hetgeen spr. nader aantoonde in ver hand met den inter nationalen toestand. Wat de A.R. partij betreft, deze heeft con gevoelig verlies geleden door 't over- 'iidenvanden bemin -Ion Idenburg. 'n Bid der voor zijn volk is ons in hom ontvallen Moeilijk was de situatie voor onze regeering. Een kabinets crisis ontstond. Gelukkig keerde bet oude kabinet, zij liet dan onder anderen naam en met eenige omwisseling van functies, terug. Door het openvallen van de plaats vati dr Rutgers op de zgn. Zceuwscbe lijst voor do Tweede Kamer moest op die lijst een op schuiving plaats hebben en werd de vorige voorzitter van het Zeeuwsclie I'rov. Comité tot Kamerlid benoemd verklaard. Het doet ons leed, dat in de A.R. partij weer een scheuring ontstond door het uit treden van prof. Visscher. liet is titans prae- J. A. Dominims bedroegen in 1935 wanneer men de iaat ont vangen bijdragen lot op lieden ook meetelt f 7179 58, d.i. f 624,97 lager dan in 1931. In 1935 werden totaal 248.920 exemplaren van liet Unie blaad je verspreid. Het totaal aantal locale comité's bedraagt thans S9S. Kas voor scholen Op 31 December 1935 was in de kas door 10 locale comité's belegd'een totaal-bedrag j aan stortirtgen en renten van 1 2.981,72 s Aan belegtgingen en effecten op de Rijks postspaarbank was op dien datum aanwezig f 1 929.8s Er is dus een saldo ten faveure van de kas van f 1.918,16. In 1931 hebben geen te rugbetalingen aan Loc. Comm. plaats ge-j had. Omtrent '!e schoolfondsen, die door de rechthebbend" Locale Comité's, zelf onder control" van liet Unicbestuur, worden be lie Td. kan w u-den medegedeeld, dat de gel den in deze fondsen (in totaal 11), voorzoo- ver kon worden nagegaan, goed zijn belegd. Van het gi.f-erehmlddacr gehouden refe raat alsmede de opening gaven wij gisteren reeds uitvoerig verslag. NEDERLANDSCHE HOOGLEERAREN DOCTOR HONORIS CAUSA Prof. Dr. II. B. Kruyt, hoogleeraar 'i Utrecht, en Prof. Ir. G. van Mourik B r o c k m a n, en Prof. Dr. F. E. C. S c h e f- fers. beiden hoogleeraar te Delft, zijn be noemd tot doctor liounris catisa van de Rijksuniversiteit te Gent, waar bijna alle colleges in de Xederlandsche taal worden gehouden. Ook is een Franschman als zoo- danig benoemd. matuur over do gevolgen daarvan een oor deel uit te spreken. Bij do Statenverkiezing is het in Zeelanti vrijwel gelukt te houden, wat we hadden. Spr. dankt allen voor do aan den dag ge legde prestaties. Vrijwel, niet geheel, want door oen afschuwelijk misverstand, ging :1e zetel van Schouvven-Duiveland voor de A II. verloren. Verzuimd was n.l. de 11j-1 te Zie- rikzee met do andere le verbinden en on danks hard werken is hot niet gelukt een oigen zetel te bemachtigen. Met zeven leden keerde de A It. fractie in do Staten terug. De heer G. v. d. Putte werd vervan gen door den lieer Laernoes. Do lieer Voge laar verving den lieer v. d. Putto in Gedcp, Staten. Veel is er, dat tot activiteit prikkelt. Zoo ook de actie der N.S.B. en S.D.A.P. Tot, zijn genoegen mag spr. echter onder do jonge ren in Arja en Prop. club groote activiteit waarnemen. Laten wij allen doen, wat onze hand vindt om te doen. Laten wij trouw zijn en blijven. En laai het ons sterken, to welen, dat God regeert. Laten wij medewer ken om onze beginselen va-ter te doen wor telen, opdat wij staande blijven ook als do storm opsteekt. Jaarverslag Vervolgens bracht de secretaris, de heer P. G. Laernoes zijn jaarverslag uit. Hierin gaf hij een overzicht van do vorig jaar gehouden Staten verkiezingen. In de toekomst, aldus de secretaris, zul len wc met verschillende acties rekening hebben te houden en zullen we ons moeten beraden op welke wijze de propaganda in de toekomst zal moeten worden gevoerd. Tu nog veel meer gezinnen moeten A.R. bladen komen. Het zal in 1937 bij de Kamerverkie zing een warme strijd worden. Ons parle- monaire stelsel wil men trachten weg to nemen. Laten wij pal staan voor onze rech ten en vrijheden. In liet belang van land en volk en vor stenhuis zullen we trachten ons volk nog meer te overtuigen, dat alleen do beginselen die naar Gods Woord zijn, heilzaam zijn. Nadat dit verslag, evenals dat van den penningmeester was goedgekeurd en was gepauzeerd, sprak in de openbare middag verga-lering do heer J. J. C, van D ij k, lid van de Tweede Kamer, over: Nationale en internationale gevaren. Zoo/lis gemeld is Dr 'A. van Schelven, lui van dc A'cd. Foode Kruisambulance in A be.-- sinic. Woensdag in ons land teruggekc 0)i het perron le Arnhem werd hij'verwel komd door den heer B. IV. de Canter Hinhs), bestuurslid van het Kcd. Foode Kruis. VOOR DE VROUW „ONZE KINDEREN" Onder deze titel verschijnt elke maand een ouderblad, gewijd aan dc Christelijke Opvoeding van onze Jeugd in huis en school. Het is een uitgave van de Veremi- ging van Chr. Onderwijzers in Nederland cn Overzeeschc ge vesten. Tal van bekende medewerkers schrijven beurtelings in dit blad, vv.o. bijv.: A. J. Drewes, zoo welbekend door de Radio- ouderuurtjes; G. Meima. eveneens hekend opvoedkundige, cn W. G. van dc Hulst, de kinder-kenner bij uitnemendheid. Verder is een bekwame leiding verzekerd door mede werking van mannen als Dr. S. O. Los, A. Janse, Dr. J. van der Spek c.a. Hoofdredacteur is dc heer J. Hoirma. Pas geleden verschoon dit blad in. een nieuw omslag, en verder ook in geheel ver anderd uiterlijk, terwijl de inhoud hierbij volkomien gelijk bleef, d.w.z. belangwek kend, actueel, duidelijk cu bolijn-d als al tijd. Van harte kunnen we dit maandschrift aanbevelen aan allen, die zich belast weten niet de taak van opvoeden. De abonnementsprijs bedraagt slechts f 1.50 per jaar; ongetwijfeld een gering be drag in vergelijking met andere tijdschrif ten op flit gebied. De uitgevera is: M. Stcnvort en Zoon, Dieppe 1. Over allerlei moeilijkheden wordt regel matig gehandeld; vele belangen van onze kinderen worden warm bepleit. Telkens vinden we er iets nieuws in nu eens meer theoretisch, dan weer meer practisch. Ten bewijze van het voorgaande geven we hier een artikel door, genomen uit een reeks van artikelen, over: Erfelijkheid. Het. komt voor in het nummer van 20 re-br. 1.1. en is geschreven door den heer A. de Jong Ezn., lid van de Redactie. Erfelijkheid Erfelijkheid Ja, maar ook: „een bestemming". Zoo licht kan uit allerlei gegevens omtrent de erfelijkheid dc gevolgtrekking gemaakt worden: „Mijn vader en moeder hadden die en die eigenschappen. Ik ben dus krachtens de erfelijkheidsleer wel niet een product van de omstandigheden, maar toch een slachtoffer van die kwade eigenschappen, w, indien mijn ouders hoogstaande kwali- ■eiten bezaten, ben ik, wat ik ben uitslui tend door de geboorte mijner ouders". Zoo'n reden sering heeft iets van fatalis tic, van het noodlot. Zoodat we maar moe- wil berusten in wat we zijn. Wc kunnen er imimers toch niets aan do-en! Zijn mijn ouders nu eenmaal niet- inte-llectueele, niet begaafde menschen geweest, welnu, wat vraagt men dan van mij in schooi, in do maatsohappij, mij op te heffen tot inspan ning, boven het niveau? De ijver, de energie, die ik betoon-, haat niet. Ik ben nu eenmaal zoo! Is c-r wel één uitdrukking, die men meer hoort bij onze kinderen (en bij ons volwas senicnü Red.), wanneer men tot volharding aanspoort of men maan; tot bestrijding van de zonde, dan deze: „Daar kan ik toch niets aan doen? Ik ben nu eenmaal zoo!" We willen hier opmerken, dat wij Chris tenen zijn; dat wij rekenen met hot Woord Gods, dat sp-reekt van wedergeboorte, dat spreekt van Hem., Die alle dingen nieuw kan maken, ook in 't liart. van den mcnsch; Die ons leert: „Wie zijn weg wel aanstelt, zal ik mijn heil doen zien." We rekenen met Hem, Die spreekt: „Indien iemand wijsheid ontbreekt, dat hij ze van Mij begeere!" Nu heeft God ieder mensch zijn eigen be stemming gegeven. De Prins van Oranje, geboren uit de edele Juliana van Stolberg, was door God geroe pen tot de strijd voor de gewetensvrijheid met geheel het doorluchte Oranjehuis. God sierde hem met de eigenschappen, diie hij daarvoor noodig had. Calvijn was de groote donker, die de re formatorische gedachte had te prediken voor het geestelijke leven. God gaf hem een inzicht in de Heilige Schrift als weinigen, opdat hij tot uitgebreide zegen gesteld werd. Maar ook: God gaf aan eenvoudigen van geest en eenvoudigen van verstand hun plaats om tot een zegen te zijn in hun mi lieu. Ook dat milieu staat onder Zijn oog. Ik sprak eens een vader en moeder, die van God ontvangen hadden een hulpbehoe vend kind. Het was idioot; het leefde alleen maar om te leven, te eten en te drinken. Geen verstand, geen wil. Het kind bleef in leven, werd grooter, moest behandeld worden als een kleine, terwijl het reeds een leeftijd van tien jaar had bereikt. We spraken daarover wel eens en vroe gen ons af: „Wat taak heeft zulk een stum- perd op deze aarde van God tot volbrenging gekregen?" Ook de vader en moeder dachten daar dikwijls over. Ze zagen niet, hoe dit kind een centrum vormde van betooning van liefde iu bet huisgezin. De kinderen omringd-en den ar men jongen met buitengewone hartelijk heid. Ze dienden elkander. Ze leidden een leven van opoffering. Op twaalf-jarige leeftijd werd do jongen door God uit zijji lijden weggenomen. En toen we later spraken over het heen gaan, sprongen dc tranen in de oogen der ouders cn vertelden zo met geestdrift tot welk een zegen dit kind was gesteld in hun huis. N u zagen ze het; God opende hun oogen or voor, iioe Hij hun dit kind had gegeven om tc zijn tot ontplooiing van dc barmhar tigheid cn toewijding. Itut huisgezin was daardoor geworden tot oen milieu van teedere liefde, die men je gens elkander bewees uit innerlijke aan drang. Erfelijkheid ja, maar ook wedergeboor te. Erfelijkheid ja, maar ook de invloed van en op het milieu staat onder Gods lei ding. Ook het zwakke, ook het nict-iotcllec- tucelo, ook het niet-begaafde kind heeft van Gods wege een roeping tc vervullen op deze aarde tot Gods eer. Het wrecde, Spartaansohe streven, om de zwakken uit te roeien, wordt veroordeeld door het heerlijk Evangelie van Jezus Chris tus, die het oog richtte tijdens Zijn omwan deling, op het zwakke en het verachte, dat God heeft uitverkoren. De Heilige Schrift is vol van cle hooge taak, die menig eenvoudige en arme van geest heeft verkregen in het Koninkrijk- Gods. De geschiedenis bevestigt dit. Is hot wonder, dat de Christen zich tol roeping heeft gesteld om, in navolging van zijn Heiland, juist die stumperde met liefde te omringen? Armen, kreupelen, blinden, ze vonden bij dien Heiland oen ontfermend hart. Ze mogen ook bij ons. Christenen, in tee- derheid worden verzorgd en opgevoed. Met innerlijke ontferming was Hij bewo gen, als Hij de misdeclden tot Zich zag ko men. Hier geldt het woord, dat de Heiland na de voetwassching sprak: „Verstaat gij, wat ik gedaan heb? Ik heb liet- u tot een exem pel gegeven!" In hetzelfde nummer vindipn we: Moeder Laat al do herinneringen aan de liefde, die gij van haar ondervond, zooveel gij ze voor u terugroepen kuut, u een vorm zijn der teedere lief-de Gods, welke u van het eerste begin uws levens af on lorving en droeg. De moederliefde is dc innig-ste vertolking der Goddelijke barmhartigheid. Maar het oorspronkelijke blijft, al wordt ook de vertolking tijdelijk uitgewischt uit uw oog. Uit eon brief van Prof. Gunning aan één, die haar moeder verloor. Tenslotte treft aan 't eind het fijne ge dichtje; Kindeke klein Kindeke klein, kindeke mijn, Jij met je krulletjes zijig en fijn, Jij met ,io wangetjes, rozig en zacht, Met ja klein mondje, dat minnelijk lacht, O. wat het heerlijk is, moeder te zijn. Kindeke klein, kindeke mijn, God gaf je lichaampje, broos nog cn klein, God gaf je zieltje als schat mij ten pand, Dat ik je leido naar 't Ilemelsche land. Kindeke klein, kindeke mijn, O,'wat het ernstig is, moeder te zijn. Kindeke klein, kindeke mijn. Was er de wereld maar zuiver en rein, Niet zoo vol zonde cn ach, niet zoo voi kwaad, Kon ik je veü'gen voor alles, wat schaadt! Kindeke klein, kindeke mijn, O. wat het angstig is, moeder te zijn Kindeke fijn, kindeke klein, Heiland, U breng ik dit kindeke mijn. Draag het ten leven, draag bet ten dood. Neem het mij klein of bewaar het mij groot. Kindeke klein, kindeke mijn, Veilig is 't, dicht bij den Heiland te zijn. (Van een Moeder. Uit: Problemen in de Opvoeding door J. C. Wirtz C.zn) VOOR DE JEUGD De Engelenwacht Zendeling Van Asselt vertelt Op een morgen zat ik op de voorgalerij i van ons huis, toen een heiden, na mij ge groet te hebben, bij mij ging hurken. Een ogenblik staarde hij mij aan. Daarna vroeg hij: „Waar licht gij do wachters, die des nachts uw huis bewaken?" „Ik heb geen wachters, en weet van geen wachters", zei ik. „Houd u maar niet dom". „Neen, ik houd mij niet dom. Wat wilt ge met die wachters?" „Ja, dat is liet juist. Dat kom ik u ook vragen". Ik begreep er niets van en vroeg daarom nogmaals: „Wat is dat met die wachters? Verklaar je toch nader!" Hij zag mij verbaasd aan, en zei: „Hebt gij dan geen wachters aangesteld?" „Neen", zei ik. „Hebt go ze dan ook niet gezien?" „Neen", antwoordde ik andermaal. „Mag ik uw huis eens doorzoeken?" vroeg hij. „O, waarom niet ga je gang!" Ik bleef rustig op de warande zitten, ter wijl hij ons huis doorzocht. Eerst doorzocht hij onze woonkamer en daarna onze logeer kamer, maar in geen van beide waren .Wachters te vinden. Nu ging hij naar onze slaapkamer. Juist kwam mijn vrouw dc achterkamer binnen "n vroeg venvonderd: „Ilë, man, wat beteekent dat Waarom gaat die man in onze slaapkamer?" ..Laat hem stil zijn gang gaan. Hij zul geen kwaad doen" Nieuwsgierig liep mijn vrouw naar do slaapkamer en zag, hoe onze past onze ledikanten doorzocht cn de gordijnen weg schoof. waarachter onze klceren hingen. Ook daar waren geen wachters aanwezig. Thans was liet mijn beun van vragen. Zoodra hij dan ook, gevolgd door mijn vrouw, op de galerij terugkwam, vroeg ik hem: „Gij hebt mij naar wachters gevraagd, en oil's huis doorzocht. Verklaar u nu nader!" Toen vertelde hij zeer openhartig 't vol gende: „Bij uw komst in onze vallei, te Aek Sa roella, waren wij u zeer vijandig gezind. Meermalen zijn wjj 's nachts naar uw wo ning gegaan om u te vermoorden. Maar tel kous als wij uw hut naderden, zagen wij een dubbele rij wachters er om heen ge schaard, zoodat wij onverrichter zake terug keerden. Wij vertelden onze ervaringen o.a. aan een oeloehalnng, doch deze lachte ons uit en zei: „Gij zijt oude vrouwen. Ik vrees niets en niemand. Den volgenden nacht zal ik voorop gaan". „Goed", was ons ant woord: „wij honden u aan uw woord!" Bij heldere maneschijn liepen wij naar uw luit, de held voorop, mot een sabel in de vuist, en onderweg ons vertellende van zijn heldendaden. In de nabijheid uwer woning bleven wij staan, maar onze leids man ging eenige schreden verder, ons toe roepende: „Vooruit! als gij mannen zijt!" Maar eensklaps keerde hij zich om en riep ons toe: „Jullie hebt gelijk gehad. Er staal een dubbele rij wachters, hand aan hand rondom do hut. Ilun aangezichten blinken. Het is onmogelijk, dat huis te bereiken". Met ons keerde hij terug. „Mijnheer, hebt gij die wachters niet aan gesteld?" vroeg hij nogmaals. „Neen", antwoordde ik. „Hebt gij ze ook niet gezien?" „Neen", herhaalde ik. „Hoe is dat mogelijk?" vroeg hij verwon derd. „Heb ik niet van den aanvang af gezegd dat ik geen gezant bon van den Koning van Holland, maar van den God des hemels en der aarde, om ulieden den weg des ie- veils te wijzen?" vroeg ik, mijn Bijbel ha lende. „Ja", zei liij, „dat is zoo!" „Welnu", vervolgde ik, „d i e God heeft Zijn gezanten, Zijn Engelen gezonden om ons te beschermen, opdat gij ons niet zourit vermoorden in uw lieidensche onwetend heid. „Maar hebt gij ze dan niet gezien?" vroeg Mj. ten hoogste verbaasd. „Neen", herhaalde ik nog eens. „Maar hoe is dat dan mogelii,k?" Nu toonde ik hem mijn Bijbel, en zei; „Zie 11ier, vriend, dit Bock is liet Woord van onzen God en .in dit boek belooft Ilij. on* te zullen beschermen. Wij hebben God eenvoudig te geloovcn op Z ij n Woord en behoeven niet te zien, Gij kent dit Woord niet. Daarom heeft God u laten zien, wat voor ons niet noodig was". Als uit een droom ontwakende, slaakte hij een diepe zucht, streek met de rechter hand over zijn hart cn zeide: „Ach sou- goni do i ha pc", d.w.z.: „Och, is liet er zóó moe gesteld?" „Ja", zei ik, „zóó is liet en niet anders". Heeft dit gesprek dien man nader tot God gebracht? Ik moet liet helaas betwijfelen. Hij bleef, die bij was: vriendelijk jegens ons, cn onverschillig ten opzichte van Gods Woord. Ook nu nog is het Woord waar uit de gelijkenis van den rijken man en den armen Lazarus: „Zij hebben Mozes en dc Profeten, cn indien zij die niet geloovcn. zij zouden zich niet laten gezeggen, ook ai ware liet, dat iemand uit dc dooden op stond". Uit: „Achttien jaren onder de Bataks" Komt over en helpt ons Men roept van Groenlands bergen, Men roept van 't Indisch strand, Van Afrika's woestijnen En geel geblakerd zand, Van stroomen, ver gelegen, Van velden, wijd en zijd. Om bijstand ter bevrijding Uit doodsche donkerheid. Is. DA COSTA. Zendingslicd Zegen, Heer, de vredeboden, Ver van vriend en vaderland. Die de blinde hoid'nen nooden Tot aan 't allerverste strand, Tot den Heiland zich te keeren. Die aan 't kruishout voor hen stie.. Geef iuin, trouwe Heer der Heeren, 't Heil, dat min Uw dood verwierf. Doe Gij de afgodsbeelden vallen Waar hun bijgeloof voor buigt; Doe het blij triomflied schallen, Dat van Uw gena getuigt. Breek do helsche zon-debooion, Maak van 's duivels macht hen vrij; Doe hun hart van liefde gloeien Onder Uwe heerschappij. W. v. OOSTERWIJK BRUYN Bede I.aat ow zegen nederdalen Op dei- vredeboden werk, Laat Uw heillicht hen bestralen, Make Uw kracht hen trouw en sterk, O. Gij kent hun s'-na „u smarto, Al hun zorgen, ai hu i nood. Schraag hun handen, troost hun harte, •Maak hen trouw tot in don dood. .W, y, OOSTEHWIJIv-CKUVii

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1936 | | pagina 7