IHMIV,
VOOR VROUW EN KIND
A.-R. PARTIJDAG IN ZEELAND
336
URTEN
MAAS- EN SCHELDEBODE
ZATERDAG 18 APRIL 1936
NA ACHT DAGEN
DE UNIE EEN SCHOOL
MET DEN BIJBEL
euwlandsche zand-
ken 2.60—2.80.
5 MIDDELIIARNIS
i e n: Spinazie 13.20
Der 100 kg. Sla 1.70
10.40 per 100 st.
in 3-6.50. Tulpen
Dter 7274 per 100
ist.
5-60 kg 2.302.45;
idem 48 kg 1.902;
ganzeneieren 7.50
s.
Ling op Donderdag.
en: Sla 1.10—3.70;
100 stuks; Spinazie
-14.50 per 100 kg.
5013 per 100 bos.
S MIDDELHARNIS
April
23.40, bloemkool
us; spinazie f 5.70
per 100 kilo; prei
tulpen f 9.6010,
134 per kist, boter
i April
o f 2.302.40, idem
Lem 48 kilo f 1.80—
3 kilo f 2.35—2.40,
,95, ganzeneieren
V c e. Aangevoerd
a79 .paarden, 107')
runderen, 315 vetto
1 veren, 95 graskaJ-
imeren, 509 varkens
koeien tot 52 c» 2o
8 c, vette ossen tot
tw 3337 c, stieren
e k\v 3236 c. vttto
t ;5 c, 3o k\v 5055
icht) 313233 c,
nneren '93340 c,
530 c, slaclitpaai-
ag-er vee: Schapen
101518, kucht,
nucht. fokkalvereu
75105160, werk-
itten 1 6595120,
ilfkoeien f 100155
-1601 l'C, vaarzen
8095, gr.'iskalve-
en ossen was iets
en hoogere prijzen,
ot 55 en een os tot
met tamelijke han-
ljjk ruimer aange-
n de prijzen van le
ets stijver. Een pri-
.•t.
g ter markt, ma
zen.
cht- en fokkalveren
n eveneens hoogere
markt, stille handel,
n ie s duurder; ove-
kkoejen ruimer, re-
rorigo week.
imer ter markt, hau
aangevoerd en nog
n mot kalmen han-
dan vorige wee'.c
slechten handel, la-
n iets lager dan
APRIL
is de marlefc -steeds
oopwaar wordt ge-
het binnenland en
steeg" op 74 frank,
der markt zah.djt
gezaaid worden dan
KERK
3 u. Ds Lang-liout
ui der Wal. 6 u.
de heer Overvveel
n 's avonds Ds
idinxveen
u. L>» Kleyne
i Hovius
e u. Lu Verkerk
RK
u. Ds Schaafsma
vonds Ds /.mistra
3 u. Ds Reendera
zeedienst
KKKK
n. Leesdietisl
ENTE
s lienst
1 K u Let-sd tenst
vonds Leesdienst
cewlieiie-t
MKKNTE
t): 'jy2 ii. en 6 o,
Leesdiensi
ÏMKËNTE
a
k vanavond naar
itgaansavond, en
ruimenhof dan
cn vooruit, in de
>nd vlak bij den
ideren; zijn han-
,voegde van span
om in eens uit
voelde aan 'ijn
ant het zal hem
ksemstraal ging
lis juist geschikt
as Rekking van
5rpen en hem te
leen een hrok in
1 hij keek schuw
i misdadiger die
uren en dirhi en
t erf af. Zijn
len hoer, en hij
i'gakker waar
verzoeking ging
ie boer; .,ga |e
den dijk.
te ree-enen; het
den Polder nnf-
1 voort, om snoe
zirh in de don
voor heiP' uit-
Vordt vervolgd)
VOORDE1
n»
ZONDAG
En na acht dagen waren zijne
tiscipelen wederom binnen, en
'liomas met hen; en Jezus kwam,
Is de deuren gesloten waren, en
tond in het midden, cn zcide:
Vrede zij ulieden.
Johannes 20 26.
Toen Jezus aan den avond van den
dag zijner opstanding voor het eerst in
den kring van zijn discipelen zichzelven
levend vertoonde, miste er een uit hen
Thomas, gezegd Didymus.
Didymus beteekent, evenals Thomas:
tweeling. Maar het kan ook beteekenen
twijfelaar. En in zooverre lag in deze
Grieksche vertaling van zijn Hebreeuw
schen naam een zinspeling op zijn aard
en karakter.
Hij was een van die menschen, die
niet zoo spoedig tot een besluit kunnen
komen, en die zich niet zoo licht door
anderen laten overtuigen.
Dat komt ook uit aan de geschiede
nis, die Johannes van hem verhaalt."
Aan Johannes danken we bovendien
nog een tweetal uitlatingen van dezen
apostel des Heeren, die ons anders al
leen bij name bekend zou zijn. En in
die beide uitlatingen laat hij zich van
dezelfde zijde kennen.
D'e eerste maal was, toen Jezus naar
Bethanië ging om Lazarus op te wek
ken uit de dooden, en tot zijn discipelen
zeide: Ik ben blijde om uwentwille, dat
ik daar niet geweest ben, opdat gij ge-
looven moogt. En wat zegt Thomas dan
tot zijn mede-discipelenLaat ons ook
gaan, opdat wij met hem sterven. Zij
hebben Jezus afgeraden om weer naar
Judea te gaan, omdat de Joden hem
onlangs hebben zoeken te dooden. Maar
Jezus laat zich niet weerhouden. En nu
zegt Thomas: Laat ons maar geen
moeite doen.
En de tweede maal was het in de
Paaschzaal, nadat Jezus gezegd had: In
liet huis mijns Vaders zijn vele wonin
gen; en: Ik ga heen om u plaats te be
reiden; en daarna; Waar ik henenga
weet gij, en den weg weet gij. Dan valt
Thomas inHeere, wij weten niet waar
gij henengaat, en hoe kunnen wij den
weg weten?
Zoo is het ook op den dag der op
standing, waarvan de blijmare al vroeg
zich verbreidde onder de discipelen.
Eerst de boodschap der engelen, die
door de vrouwen werd overgebracht.
Later van Maria Magdalena, die den
Heere gezien heeft. Eindelijk, dat de
Heere waarlijk is opgestaan, en ook
van Simon gezien is.
Maar Thomas zal zich niets laten
wijsmaken. Hij wil het zelf zien. En hij
houdt zich afzonderlijk. Terwijl al de
anderen bijeen zijn, om de wel ontroe
rende, maar toch ook verblijdende ge
ruchten te bespreken, blijft hij op zich
zelf.
Toch stooten de discipelen hem niet
af. Na dien Zondagavond zoeken ze
hem op, en zeggen het hem: Wij heb
ben den Heere gezien.
Nog geeft hij zich niet gewonnen. Hij
wordt nog stugger in zijn ongeloovig-
heid: hij wil eerst in Jezus' handen
zien het teeken der nagelen, en zijn
vinger erin steken, en zijn hand steken
in Jezus' zijde. Dan, maar ook niet eer
der zal hij g-elooven
Zoo konden ze met hun allcsn hem
niet overtuigen. Er was met dezen
broeder niets te beginnen. Er was nog
maar Eén, die er wat aan doen kon,
die er alles aan doen kon. En die Eene,
dat was Jezus zelf.
En Jezus heeft het gedaan. Hij laat
Thomas niet aan zijn lot over.
Acht dagen later zijn de discipelen
weer binnen. Het is weer Zondagavond.
Waarschijnlijk hadden ze nu Jeruzalem
verlaten. De dagen van het feest der
ongehevelde brooden waren voorbij.
Wat zouden ze dan in Jeruzalem blijven
doen, waar ze gedurig voor de Joden
hadden te vreezen? Bovendien was het
hun gezegd, dat ze naar Galilea moes
ten, waar ze Jezus zouden zien.
En nu is Thomas met hen. Hij had
niet met de gemeenschap der broederen
gebroken. En niet onmogelijk, dat er in
zijn binnenste een heimelijk verlangen
was, of hij den Heere mocht zien, zoo
als de anderen zeiden, hem gezien te
hebben.
Op dien tweeden Zondagavond kwam
Jezus, als de deuren gesloten waren,
-en stond in het midden. Zonder dat
iemand hem opendeed. Zonder dat
iemand weet, hoe hij is binnengekomen.
Maar hij, wien de poorten van dood en
graf niet hebben kunnen binnensluiten,
wordt ook {loop geen deuren buiten
gesloten.
En na de begroeting; vrede zij ulie
den, evenals de eerste maal, opent hij
ook de gesloten en gegrendelde deur
van Thomas' hart: Breng uwelf Vinger
hier, en zie mijne handen, en breng
uwe hand, en steek ze in mijne zijde,
en wees niet langer ongeloovig, maar
geloovig.
En nu is het uit met Thomas' onge-
loovigheid. Hij durft niet eens te doen,
wat hij op zoo hoogen toon aan zijn
medediscipelen had verzekerd. Er is
maar één woord in zijn ziel en op zijn
lippen: Mijn Heere en mijn God!
liet geloof springt weer op als een
veer, die neergedrukt was, maar nu
ontlast wordt. En nu Jezus de aschlaag
van ongeloof en twijfel heeft weggebla
zen, slaat de vlam van zijn geloof weer
helder uit.
Zoo is de eerste dag der week ander
maal tot een dag des Heeren; een dag-
der overwinning van Jezus Christus
gestempeld.
En keer op keer wordt die eerste dag-
der week in het Nieuwe Testament
vermeld als een dag der bijeenkomst
van de gemeente des Heeren. Totdat de
laatste bijzondere openbaring gegeven
wordt aan den laatstovergeblevene van
de Apostelen, op liet eiland Patmos,
weer op den dag des Heeren, op den
dag der gedachtenis van Jezus' op
standing.
Christus' Kerk heeft ook na de eeuw
der Apostelen dezen dag in stand ge
houden. En de levende Christus zelf
heeft aan de onderhouding en de heili
ging van dezen dag kennelijk zijn zegen
willen verbinden.
Nog- keert die dag week op week
terug. En de kracht van Christus' op
standing wordt nooit zoo openbaar als
daar, waar zijn gemeente op zijnen
dag, den dag des Heeren, bijeenverga-
derd is rondom Gods Woord.
Nog altijd opent hij gesloten harten
voor het Evangelie der opstanding en
des levens. Nog- steeds gaat hij voort,
met banden van ongeloof en twijfel
zucht te verbreken, en het geloof in de
zijnen te werken en vrij te maken.
Wel wordt Jezus niet meer gezien
Maar ook dit heeft hij voorzegd, toen
hij tot Thomas sprak: Omdat gij ge
zien hebt, Thomas, zoo hebt gy ge
loofd; zalig zijn zij, die niet zullen ge
zien hebben, en nochtans zullev ge
loofd hebben.
Neen, het geloof in den levenden
Christus berust niet op menschel ijke
overleveringen," maar op het getuigenis
Gods. En de levende Christus zelf doet
zich daarbij gelden.
Totdat eens de groote dag des Hee
ren komt. Dan wordt het geloof weer
verwisseld in aanschouwen. Dan zal
het weer zijn de volkomen zaligheid en
blijdschap voor allen, die hem verwacht
hebben tot zaligheid. Veel rijker dan
het op dien achtsten dag na de opstan
ding voor Thomas geweest is.
GEREF. KERKEN
Beroepen: Te Tiel, J. Wiepkema te
Duisburg-Ruhrort.
Beroepen: Te Emmer-Compas cuum
(Dr.) cand. R. Douma, hulpprediker te Har
denberg.
NED. HERV. KERK
Beroepen: Te Arum, J. A. Cadée te
Zweeloo.
Beroepen: Te Kootwijk, N. C. Bakker
te Maartensdijk.
Aangenomen: Naar Wjjnjeterp en
Duurswoude (toez.) cand, E. Dijkhuis, hulp
prediker te Harlingen.
Bedankt: Voor Groot-Ammers, P. J.
Steenbeek te Oudewater. Voor Enschedé
(toez.) J. Eikema te Schagen.
Bedankt: Voor Middelharnis, J. Cuperus
te 'sGrevelduin Capelle (N.B.).
CHR. GEREF. KERK
Bedankt: Voor Bunschoten, S, van der
Molen te Rotterdam.
GEREF. GEMEENTEN
Bedankt: Voor s-Gravenpolder, H. Lig-
tenberg te Lisse.
BAPTISTE KERK
Aangenomen: Naar Apeldoorn, cand,
A. A. Hardenberg te Groningen.
HERST. EVANG. LUTH. KERK
Aangenomen: Naar Harlingen prop. C.
Cli. G. Visser te Rotterdam.
Op de Dinsdag in K. cn W. to Utrecht ge
houden vergadering vnn do vereen. „Unie
een School met den Bijbel" weril rapport
uitgebracht over de Unie propaganda actie
door dr. D. Langendijk. Op dit rapport volg
de nog een aangename discussie waarhij
verschil lende aanwezigen op- cn aanmer
kingen maakten. Zoo kwam o.m. ter sprake
het Unie blaadje en de Unie-collecte. Naar
voren werd gebracht dat aan liet oude prin
cipe vastgehouden moet worden! In elke
plaats moet do Unie collecte worden gehou
den ook al levert dat niet voel op soms. Het
gaat om dit belangrijke feit, de kinderen
brengen tot gehoorzaamheid aan Gods
Woord. Dc band tusschen school cn ouders
moet steeds strak worden aangehouden.
Een der aanwezigen sprak den vvunsch uit
dat het bestuur geen goedkeurende houding
zal aannemen t.o.v. de Bijbel op de Open
bare school brengen. De actie moet sterk
gevoerd worden voor de Unie.
Bestuursverkiezing
Bij de daarna gehouden bestuursverkie
zing werden in do vacatures J. Rijpstra en
J. Bos, gekozen do heeren dr. G. Kalsbeek
to Zetten cn And. Jonklioff tc Groningen.
Unie collecte
Medegedeeld werd. dat de Unie-rollecte in
1935 opgebracht heeft f 77 201,42 d.i. f5.399.N2
lage dan in 1931. Van do S9S comité's heb
ben 650 de Unie collecte gehouden (6 min
der dan vorig jaar).
De bij iragon aan do aigomeene Unie-kas
De heer J. J. C. van Dijk spreekt
over nationale en internationale
gevaren
Openingsrede van den heer
J. A. Dominions
Onder voorzitterschap van den heer
J. A. Dominic us werd Woensdag .te
Goes een goed-bezoclito A.R. Partijdag
voor Zeeland gehouden.
De Voorzitter wees in zijn openingsrede
op de Goddelijke ironie, die er is in het ver
haal van Babels torenbouw. De Almachtige
God kwam cn verstoorde dat werk, dat
voor die menschen groot, maar voor Hem
nietig was. Ook nu nog wil men torens
bouwen en plannen
togen het Godsplan
in beramen, of men
rekent niet met Zijn
geopenbaarden wil
hetgeen spr. nader
aantoonde in ver
hand met den inter
nationalen toestand.
Wat de A.R. partij
betreft, deze heeft
con gevoelig verlies
geleden door 't over-
'iidenvanden bemin
-Ion Idenburg. 'n Bid
der voor zijn volk is
ons in hom ontvallen
Moeilijk was de
situatie voor onze regeering. Een kabinets
crisis ontstond. Gelukkig keerde bet oude
kabinet, zij liet dan onder anderen naam en
met eenige omwisseling van functies, terug.
Door het openvallen van de plaats vati
dr Rutgers op de zgn. Zceuwscbe lijst voor
do Tweede Kamer moest op die lijst een op
schuiving plaats hebben en werd de vorige
voorzitter van het Zeeuwsclie I'rov. Comité
tot Kamerlid benoemd verklaard.
Het doet ons leed, dat in de A.R. partij
weer een scheuring ontstond door het uit
treden van prof. Visscher. liet is titans prae-
J. A. Dominims
bedroegen in 1935 wanneer men de iaat ont
vangen bijdragen lot op lieden ook meetelt
f 7179 58, d.i. f 624,97 lager dan in 1931.
In 1935 werden totaal 248.920 exemplaren
van liet Unie blaad je verspreid.
Het totaal aantal locale comité's bedraagt
thans S9S.
Kas voor scholen
Op 31 December 1935 was in de kas door
10 locale comité's belegd'een totaal-bedrag j
aan stortirtgen en renten van 1 2.981,72 s
Aan belegtgingen en effecten op de Rijks
postspaarbank was op dien datum aanwezig
f 1 929.8s
Er is dus een saldo ten faveure van de
kas van f 1.918,16. In 1931 hebben geen te
rugbetalingen aan Loc. Comm. plaats ge-j
had.
Omtrent '!e schoolfondsen, die door de
rechthebbend" Locale Comité's, zelf onder
control" van liet Unicbestuur, worden be
lie Td. kan w u-den medegedeeld, dat de gel
den in deze fondsen (in totaal 11), voorzoo-
ver kon worden nagegaan, goed zijn belegd.
Van het gi.f-erehmlddacr gehouden refe
raat alsmede de opening gaven wij gisteren
reeds uitvoerig verslag.
NEDERLANDSCHE HOOGLEERAREN
DOCTOR HONORIS CAUSA
Prof. Dr. II. B. Kruyt, hoogleeraar 'i
Utrecht, en Prof. Ir. G. van Mourik
B r o c k m a n, en Prof. Dr. F. E. C. S c h e f-
fers. beiden hoogleeraar te Delft, zijn be
noemd tot doctor liounris catisa van de
Rijksuniversiteit te Gent, waar bijna alle
colleges in de Xederlandsche taal worden
gehouden. Ook is een Franschman als zoo-
danig benoemd.
matuur over do gevolgen daarvan een oor
deel uit te spreken.
Bij do Statenverkiezing is het in Zeelanti
vrijwel gelukt te houden, wat we hadden.
Spr. dankt allen voor do aan den dag ge
legde prestaties. Vrijwel, niet geheel, want
door oen afschuwelijk misverstand, ging :1e
zetel van Schouvven-Duiveland voor de A II.
verloren. Verzuimd was n.l. de 11j-1 te Zie-
rikzee met do andere le verbinden en on
danks hard werken is hot niet gelukt een
oigen zetel te bemachtigen. Met zeven
leden keerde de A It. fractie in do Staten
terug. De heer G. v. d. Putte werd vervan
gen door den lieer Laernoes. Do lieer Voge
laar verving den lieer v. d. Putto in Gedcp,
Staten.
Veel is er, dat tot activiteit prikkelt. Zoo
ook de actie der N.S.B. en S.D.A.P. Tot, zijn
genoegen mag spr. echter onder do jonge
ren in Arja en Prop. club groote activiteit
waarnemen. Laten wij allen doen, wat onze
hand vindt om te doen. Laten wij trouw
zijn en blijven. En laai het ons sterken, to
welen, dat God regeert. Laten wij medewer
ken om onze beginselen va-ter te doen wor
telen, opdat wij staande blijven ook als do
storm opsteekt.
Jaarverslag
Vervolgens bracht de secretaris, de heer
P. G. Laernoes zijn jaarverslag uit.
Hierin gaf hij een overzicht van do vorig
jaar gehouden Staten verkiezingen.
In de toekomst, aldus de secretaris, zul
len wc met verschillende acties rekening
hebben te houden en zullen we ons moeten
beraden op welke wijze de propaganda in
de toekomst zal moeten worden gevoerd. Tu
nog veel meer gezinnen moeten A.R. bladen
komen. Het zal in 1937 bij de Kamerverkie
zing een warme strijd worden. Ons parle-
monaire stelsel wil men trachten weg to
nemen. Laten wij pal staan voor onze rech
ten en vrijheden.
In liet belang van land en volk en vor
stenhuis zullen we trachten ons volk nog
meer te overtuigen, dat alleen do beginselen
die naar Gods Woord zijn, heilzaam zijn.
Nadat dit verslag, evenals dat van den
penningmeester was goedgekeurd en was
gepauzeerd, sprak in de openbare middag
verga-lering do heer J. J. C, van D ij k, lid
van de Tweede Kamer, over: Nationale en
internationale gevaren.
Zoo/lis gemeld is Dr 'A. van Schelven, lui
van dc A'cd. Foode Kruisambulance in A be.--
sinic. Woensdag in ons land teruggekc
0)i het perron le Arnhem werd hij'verwel
komd door den heer B. IV. de Canter Hinhs),
bestuurslid van het Kcd. Foode Kruis.
VOOR DE VROUW
„ONZE KINDEREN"
Onder deze titel verschijnt elke maand
een ouderblad, gewijd aan dc Christelijke
Opvoeding van onze Jeugd in huis en
school. Het is een uitgave van de Veremi-
ging van Chr. Onderwijzers in Nederland
cn Overzeeschc ge vesten.
Tal van bekende medewerkers schrijven
beurtelings in dit blad, vv.o. bijv.: A. J.
Drewes, zoo welbekend door de Radio-
ouderuurtjes; G. Meima. eveneens hekend
opvoedkundige, cn W. G. van dc Hulst, de
kinder-kenner bij uitnemendheid. Verder is
een bekwame leiding verzekerd door mede
werking van mannen als Dr. S. O. Los, A.
Janse, Dr. J. van der Spek c.a.
Hoofdredacteur is dc heer J. Hoirma.
Pas geleden verschoon dit blad in. een
nieuw omslag, en verder ook in geheel ver
anderd uiterlijk, terwijl de inhoud hierbij
volkomien gelijk bleef, d.w.z. belangwek
kend, actueel, duidelijk cu bolijn-d als al
tijd.
Van harte kunnen we dit maandschrift
aanbevelen aan allen, die zich belast weten
niet de taak van opvoeden.
De abonnementsprijs bedraagt slechts
f 1.50 per jaar; ongetwijfeld een gering be
drag in vergelijking met andere tijdschrif
ten op flit gebied.
De uitgevera is: M. Stcnvort en Zoon,
Dieppe 1.
Over allerlei moeilijkheden wordt regel
matig gehandeld; vele belangen van onze
kinderen worden warm bepleit. Telkens
vinden we er iets nieuws in nu eens meer
theoretisch, dan weer meer practisch.
Ten bewijze van het voorgaande geven we
hier een artikel door, genomen uit een reeks
van artikelen, over: Erfelijkheid.
Het. komt voor in het nummer van 20
re-br. 1.1. en is geschreven door den heer A.
de Jong Ezn., lid van de Redactie.
Erfelijkheid
Erfelijkheid
Ja, maar ook: „een bestemming".
Zoo licht kan uit allerlei gegevens omtrent
de erfelijkheid dc gevolgtrekking gemaakt
worden: „Mijn vader en moeder hadden die
en die eigenschappen. Ik ben dus krachtens
de erfelijkheidsleer wel niet een product
van de omstandigheden, maar toch een
slachtoffer van die kwade eigenschappen,
w, indien mijn ouders hoogstaande kwali-
■eiten bezaten, ben ik, wat ik ben uitslui
tend door de geboorte mijner ouders".
Zoo'n reden sering heeft iets van fatalis
tic, van het noodlot. Zoodat we maar moe-
wil berusten in wat we zijn. Wc kunnen er
imimers toch niets aan do-en! Zijn mijn
ouders nu eenmaal niet- inte-llectueele, niet
begaafde menschen geweest, welnu, wat
vraagt men dan van mij in schooi, in do
maatsohappij, mij op te heffen tot inspan
ning, boven het niveau?
De ijver, de energie, die ik betoon-, haat
niet. Ik ben nu eenmaal zoo!
Is c-r wel één uitdrukking, die men meer
hoort bij onze kinderen (en bij ons volwas
senicnü Red.), wanneer men tot volharding
aanspoort of men maan; tot bestrijding van
de zonde, dan deze: „Daar kan ik toch niets
aan doen? Ik ben nu eenmaal zoo!"
We willen hier opmerken, dat wij Chris
tenen zijn; dat wij rekenen met hot Woord
Gods, dat sp-reekt van wedergeboorte, dat
spreekt van Hem., Die alle dingen nieuw
kan maken, ook in 't liart. van den mcnsch;
Die ons leert: „Wie zijn weg wel aanstelt,
zal ik mijn heil doen zien." We rekenen met
Hem, Die spreekt: „Indien iemand wijsheid
ontbreekt, dat hij ze van Mij begeere!"
Nu heeft God ieder mensch zijn eigen be
stemming gegeven.
De Prins van Oranje, geboren uit de edele
Juliana van Stolberg, was door God geroe
pen tot de strijd voor de gewetensvrijheid
met geheel het doorluchte Oranjehuis. God
sierde hem met de eigenschappen, diie hij
daarvoor noodig had.
Calvijn was de groote donker, die de re
formatorische gedachte had te prediken
voor het geestelijke leven. God gaf hem een
inzicht in de Heilige Schrift als weinigen,
opdat hij tot uitgebreide zegen gesteld werd.
Maar ook: God gaf aan eenvoudigen van
geest en eenvoudigen van verstand hun
plaats om tot een zegen te zijn in hun mi
lieu.
Ook dat milieu staat onder Zijn oog.
Ik sprak eens een vader en moeder, die
van God ontvangen hadden een hulpbehoe
vend kind. Het was idioot; het leefde alleen
maar om te leven, te eten en te drinken.
Geen verstand, geen wil.
Het kind bleef in leven, werd grooter,
moest behandeld worden als een kleine,
terwijl het reeds een leeftijd van tien jaar
had bereikt.
We spraken daarover wel eens en vroe
gen ons af: „Wat taak heeft zulk een stum-
perd op deze aarde van God tot volbrenging
gekregen?"
Ook de vader en moeder dachten daar
dikwijls over.
Ze zagen niet, hoe dit kind een centrum
vormde van betooning van liefde iu bet
huisgezin. De kinderen omringd-en den ar
men jongen met buitengewone hartelijk
heid. Ze dienden elkander. Ze leidden een
leven van opoffering.
Op twaalf-jarige leeftijd werd do jongen
door God uit zijji lijden weggenomen.
En toen we later spraken over het heen
gaan, sprongen dc tranen in de oogen der
ouders cn vertelden zo met geestdrift tot
welk een zegen dit kind was gesteld in hun
huis.
N u zagen ze het; God opende hun oogen
or voor, iioe Hij hun dit kind had gegeven
om tc zijn tot ontplooiing van dc barmhar
tigheid cn toewijding.
Itut huisgezin was daardoor geworden tot
oen milieu van teedere liefde, die men je
gens elkander bewees uit innerlijke aan
drang.
Erfelijkheid ja, maar ook wedergeboor
te. Erfelijkheid ja, maar ook de invloed
van en op het milieu staat onder Gods lei
ding. Ook het zwakke, ook het nict-iotcllec-
tucelo, ook het niet-begaafde kind heeft
van Gods wege een roeping tc vervullen
op deze aarde tot Gods eer.
Het wrecde, Spartaansohe streven, om
de zwakken uit te roeien, wordt veroordeeld
door het heerlijk Evangelie van Jezus Chris
tus, die het oog richtte tijdens Zijn omwan
deling, op het zwakke en het verachte, dat
God heeft uitverkoren.
De Heilige Schrift is vol van cle hooge
taak, die menig eenvoudige en arme van
geest heeft verkregen in het Koninkrijk-
Gods.
De geschiedenis bevestigt dit.
Is hot wonder, dat de Christen zich tol
roeping heeft gesteld om, in navolging van
zijn Heiland, juist die stumperde met liefde
te omringen?
Armen, kreupelen, blinden, ze vonden bij
dien Heiland oen ontfermend hart.
Ze mogen ook bij ons. Christenen, in tee-
derheid worden verzorgd en opgevoed.
Met innerlijke ontferming was Hij bewo
gen, als Hij de misdeclden tot Zich zag ko
men.
Hier geldt het woord, dat de Heiland na
de voetwassching sprak: „Verstaat gij, wat
ik gedaan heb? Ik heb liet- u tot een exem
pel gegeven!"
In hetzelfde nummer vindipn we:
Moeder
Laat al do herinneringen aan de liefde,
die gij van haar ondervond, zooveel gij ze
voor u terugroepen kuut, u een vorm zijn
der teedere lief-de Gods, welke u van het
eerste begin uws levens af on lorving en
droeg.
De moederliefde is dc innig-ste vertolking
der Goddelijke barmhartigheid.
Maar het oorspronkelijke blijft, al wordt
ook de vertolking tijdelijk uitgewischt uit
uw oog.
Uit eon brief van Prof. Gunning
aan één, die haar moeder verloor.
Tenslotte treft aan 't eind het fijne ge
dichtje;
Kindeke klein
Kindeke klein, kindeke mijn,
Jij met je krulletjes zijig en fijn,
Jij met ,io wangetjes, rozig en zacht,
Met ja klein mondje, dat minnelijk lacht,
O. wat het heerlijk is, moeder te zijn.
Kindeke klein, kindeke mijn,
God gaf je lichaampje, broos nog cn klein,
God gaf je zieltje als schat mij ten pand,
Dat ik je leido naar 't Ilemelsche land.
Kindeke klein, kindeke mijn,
O,'wat het ernstig is, moeder te zijn.
Kindeke klein, kindeke mijn.
Was er de wereld maar zuiver en rein,
Niet zoo vol zonde cn ach, niet zoo voi
kwaad,
Kon ik je veü'gen voor alles, wat schaadt!
Kindeke klein, kindeke mijn,
O. wat het angstig is, moeder te zijn
Kindeke fijn, kindeke klein,
Heiland, U breng ik dit kindeke mijn.
Draag het ten leven, draag bet ten dood.
Neem het mij klein of bewaar het mij groot.
Kindeke klein, kindeke mijn,
Veilig is 't, dicht bij den Heiland te zijn.
(Van een Moeder. Uit: Problemen in
de Opvoeding door J. C. Wirtz C.zn)
VOOR DE JEUGD
De Engelenwacht
Zendeling Van Asselt vertelt
Op een morgen zat ik op de voorgalerij
i van ons huis, toen een heiden, na mij ge
groet te hebben, bij mij ging hurken. Een
ogenblik staarde hij mij aan. Daarna vroeg
hij: „Waar licht gij do wachters, die des
nachts uw huis bewaken?"
„Ik heb geen wachters, en weet van geen
wachters", zei ik.
„Houd u maar niet dom".
„Neen, ik houd mij niet dom. Wat wilt
ge met die wachters?"
„Ja, dat is liet juist. Dat kom ik u ook
vragen".
Ik begreep er niets van en vroeg daarom
nogmaals: „Wat is dat met die wachters?
Verklaar je toch nader!"
Hij zag mij verbaasd aan, en zei: „Hebt
gij dan geen wachters aangesteld?"
„Neen", zei ik.
„Hebt go ze dan ook niet gezien?"
„Neen", antwoordde ik andermaal.
„Mag ik uw huis eens doorzoeken?"
vroeg hij.
„O, waarom niet ga je gang!"
Ik bleef rustig op de warande zitten, ter
wijl hij ons huis doorzocht. Eerst doorzocht
hij onze woonkamer en daarna onze logeer
kamer, maar in geen van beide waren
.Wachters te vinden.
Nu ging hij naar onze slaapkamer.
Juist kwam mijn vrouw dc achterkamer
binnen "n vroeg venvonderd: „Ilë, man,
wat beteekent dat Waarom gaat die man
in onze slaapkamer?"
..Laat hem stil zijn gang gaan. Hij zul
geen kwaad doen"
Nieuwsgierig liep mijn vrouw naar do
slaapkamer en zag, hoe onze past onze
ledikanten doorzocht cn de gordijnen weg
schoof. waarachter onze klceren hingen.
Ook daar waren geen wachters aanwezig.
Thans was liet mijn beun van vragen.
Zoodra hij dan ook, gevolgd door mijn
vrouw, op de galerij terugkwam, vroeg ik
hem: „Gij hebt mij naar wachters gevraagd,
en oil's huis doorzocht. Verklaar u nu
nader!"
Toen vertelde hij zeer openhartig 't vol
gende:
„Bij uw komst in onze vallei, te Aek Sa
roella, waren wij u zeer vijandig gezind.
Meermalen zijn wjj 's nachts naar uw wo
ning gegaan om u te vermoorden. Maar tel
kous als wij uw hut naderden, zagen wij
een dubbele rij wachters er om heen ge
schaard, zoodat wij onverrichter zake terug
keerden.
Wij vertelden onze ervaringen o.a. aan
een oeloehalnng, doch deze lachte ons uit
en zei: „Gij zijt oude vrouwen. Ik vrees
niets en niemand. Den volgenden nacht zal
ik voorop gaan". „Goed", was ons ant
woord: „wij honden u aan uw woord!"
Bij heldere maneschijn liepen wij naar
uw luit, de held voorop, mot een sabel in
de vuist, en onderweg ons vertellende van
zijn heldendaden. In de nabijheid uwer
woning bleven wij staan, maar onze leids
man ging eenige schreden verder, ons toe
roepende: „Vooruit! als gij mannen zijt!"
Maar eensklaps keerde hij zich om en riep
ons toe: „Jullie hebt gelijk gehad. Er staal
een dubbele rij wachters, hand aan hand
rondom do hut. Ilun aangezichten blinken.
Het is onmogelijk, dat huis te bereiken".
Met ons keerde hij terug.
„Mijnheer, hebt gij die wachters niet aan
gesteld?" vroeg hij nogmaals.
„Neen", antwoordde ik.
„Hebt gij ze ook niet gezien?"
„Neen", herhaalde ik.
„Hoe is dat mogelijk?" vroeg hij verwon
derd.
„Heb ik niet van den aanvang af gezegd
dat ik geen gezant bon van den Koning van
Holland, maar van den God des hemels
en der aarde, om ulieden den weg des ie-
veils te wijzen?" vroeg ik, mijn Bijbel ha
lende.
„Ja", zei liij, „dat is zoo!"
„Welnu", vervolgde ik, „d i e God heeft
Zijn gezanten, Zijn Engelen gezonden om
ons te beschermen, opdat gij ons niet zourit
vermoorden in uw lieidensche onwetend
heid.
„Maar hebt gij ze dan niet gezien?" vroeg
Mj. ten hoogste verbaasd.
„Neen", herhaalde ik nog eens.
„Maar hoe is dat dan mogelii,k?"
Nu toonde ik hem mijn Bijbel, en zei;
„Zie 11ier, vriend, dit Bock is liet Woord
van onzen God en .in dit boek belooft Ilij.
on* te zullen beschermen. Wij hebben God
eenvoudig te geloovcn op Z ij n Woord en
behoeven niet te zien, Gij kent dit Woord
niet. Daarom heeft God u laten zien, wat
voor ons niet noodig was".
Als uit een droom ontwakende, slaakte
hij een diepe zucht, streek met de rechter
hand over zijn hart cn zeide: „Ach sou-
goni do i ha pc", d.w.z.: „Och, is liet er
zóó moe gesteld?"
„Ja", zei ik, „zóó is liet en niet anders".
Heeft dit gesprek dien man nader tot God
gebracht? Ik moet liet helaas betwijfelen.
Hij bleef, die bij was: vriendelijk jegens
ons, cn onverschillig ten opzichte van Gods
Woord. Ook nu nog is het Woord waar uit
de gelijkenis van den rijken man en den
armen Lazarus: „Zij hebben Mozes en dc
Profeten, cn indien zij die niet geloovcn. zij
zouden zich niet laten gezeggen, ook ai
ware liet, dat iemand uit dc dooden op
stond".
Uit: „Achttien jaren onder de Bataks"
Komt over en helpt ons
Men roept van Groenlands bergen,
Men roept van 't Indisch strand,
Van Afrika's woestijnen
En geel geblakerd zand,
Van stroomen, ver gelegen,
Van velden, wijd en zijd.
Om bijstand ter bevrijding
Uit doodsche donkerheid.
Is. DA COSTA.
Zendingslicd
Zegen, Heer, de vredeboden,
Ver van vriend en vaderland.
Die de blinde hoid'nen nooden
Tot aan 't allerverste strand,
Tot den Heiland zich te keeren.
Die aan 't kruishout voor hen stie..
Geef iuin, trouwe Heer der Heeren,
't Heil, dat min Uw dood verwierf.
Doe Gij de afgodsbeelden vallen
Waar hun bijgeloof voor buigt;
Doe het blij triomflied schallen,
Dat van Uw gena getuigt.
Breek do helsche zon-debooion,
Maak van 's duivels macht hen vrij;
Doe hun hart van liefde gloeien
Onder Uwe heerschappij.
W. v. OOSTERWIJK BRUYN
Bede
I.aat ow zegen nederdalen
Op dei- vredeboden werk,
Laat Uw heillicht hen bestralen,
Make Uw kracht hen trouw en sterk,
O. Gij kent hun s'-na „u smarto,
Al hun zorgen, ai hu i nood.
Schraag hun handen, troost hun harte,
•Maak hen trouw tot in don dood.
.W, y, OOSTEHWIJIv-CKUVii