VOOR VROUW EN KIND
SMART
936
EN
MAAS- EN SCHELDEBODE
ZATERDAG 15 FEBRUARI 1936
KERK EN SCHOOL
DE LANDBOUWCRISIS
POLITIEK VAN
MINISTER DECKERS
GROOT AAN TAL PLANNEN
IN STUDIE GENOMEN
VOOR DE VROUW
De Moeder
VOOR DE JEUGD
tra en
dg
ii
I.
ware
et
ils je
t.
rs
an
ter
drukte
zijn
ijn.
sop
pels
■üd
waar
goot
ehoorde.
thuis kwam
ar
imen
r.
|t«s
noen
I el
|rd
tiaar
HAKATE
Isdorp
|imte in uw
mijn dank.
Ikee, stol ik
paken, die in
vooruitgang
|nd is, beslaat
eerverbinding
sdorp; en ik
Ir en dat dez i
[mining werd
pn dringende
itkkee—Hoek-
leving, voor*
I'. er de sinds
Tl mg van hier
Ie men van
1 de toren van
zijn, bijna op
Ihoe laat het
paar Ams'er-
naburigo en
rbe tering en
I zijnde, en dc
Vking nemen-
dat Ijet ver
volle bevro-
Jiter wel niin-
|ied ben ik
ar me, dunkt
terieus wordt
pvensvatbaar-
lats en toe-
Tien we maar
voor verbete-
Irnaamste is
|st, die in de
lit, onder alle
jiedegemaakt,
dat de boot
anvvezig was
|uur van Nu-
open lekke
veel passa
gen, niemand
de directe,
l'hade, welke
kan bren-
[icr gebleven,
en wil in
bit", mode in
jijkheid van
adviseeren,
betrouwbare
liet publiek,
de gedachte
1 Anno 18
|nke tevens,
gaan en wat
K FLAKKEE
Jbruari 1936.
|ruari d.a.v.,
in hotel
H.A. 71 A.
viand in den
I in 2 koopen
pme van W.
LEOPOLD
VAN IS-
1171 R.P.M.)
Poltgensplaat
|h.
ISPELEN.
en V-ijdag
ldes namia-
|t Logement
|is en grond
at, kadaster
I c A. Eivn-
kvaarden 1
DEN BERG.
1936 des
pag te Mid-
stsmbo-k-
|t). Landb.-
Breeder
|verkooping
ver'oake
bs te Som*
TERMANS.
VOORDE
ZONDAG
....en die wetenschap ver
meerdert, vermeerdert smart-
Pred. 118b.
Ziehier een algemeene waarheid, die
door den Heiligen Geest hier naar voren
■wordt gebracht.
Ge moet hier niet denken aan hooge
dingen. We spreken hier niet over de
wetenschap Dit is met andere woorden
geen tekst alleen voor wetenschappelijke
menschen. al is dit woord even goed
voor professoren als voor heele onge
leerde menschen.
Die kennis vermeerdert, vermeerdert
smart
Veel weten is niet altijd vreugde-ver
meerdering.
Het Woord zegt het juist andersom.
En het Woord weet het.
Want als Salomo spreekt, dan spreekt
hij door den Geest Gods. Dan is de
eerste Auteur der Schriften de Geest des
Heeren. En, door de ervaring geleerd,
nadat hij 't alles doorzocht had. nadat hij
heel 't veld van kennis doorkropen had,
door de ervaring geleerd, is de slotsom,
de eindconclusie van al dat worstelen
est van al dat kennen: Die kennis ver
meerdert, vermeerdert smart.
Zou dat wel niet allereerst gelden
voor ons booze menschenhart?
Zelfkennis dat is toch geen geringe
kennis.
Daar zijn vele menschen, die 't schijnen
te missen, want zoo ze er iets van wisten,
dan zouden ze toch zeker zich anders
gedragen.
Zelfkennis dat is geen kleine zaak.
Het is de Geest Gods, die ons aan
ons zelf ontdekt.
En die oog voor z'n hart krijgt, die de
Innerlijke motieven zijns levens begint te
verstaan, die in zich zelf inziet, wel die
valt zich zelf zeker meermalen, zoo niet
al de malen tegen.
Gods kind heeft daar smart van.
Het doet hem leed.
Hij belijdt de zonden zijns levens voor
God.
En gelukkig, dat ook dit woord in
zijn algemeenheid niet waar is die dan
kennis heeft van den Heere Jezus
Christus, die dan door 't geloof zijn Za
ligmaker weet, wel die heeft troost in
zijn smart. Die verheugt zich. als hij be
merkt, dat Eén nooit tegenvalt en die
Eéne is Jezus Christus.
En weer. weer die de kennis vermeer
dert. vermeerdert ook de smart.
Hoe ouder we worden, hoe meer we
in ons zelf diepte van zonden ontdekken.
Dieper zelfkennis veroorzaakt diepere
smart.
Salomo wist dat wel.
Deze man kende zich zelf.
En hoe meer hij leerde kennen de ver
borgenheden van zijn hart, de dwaas
heden van z'n verstand, de zonden van
zijn lippen, de genieting zijner oogen, de
wulpschheid van zijn ooren, hoe meer
zijn smart voor God toenam.
En weer weer daartegenover, hoe
meer we door 't geloof Jezus Christus
leeren kennen, hoe meer we in die ver
meerderende smart vertroost worden.
Anders zou 't heel bang worden, naar
mate ons leven vordert en het einde
nadert.
Maar nu, Jezus Christus troost ons!
Hij is de Heiland onzer zielen!
Hij redt ons leven!
En die dat weet door 't geloof, die
heeft troost in zijn smart.
Geldt, om niet meer te noemen deze
waarheid ook niet voor de aanblik van
dezen tijd?
We denken er vanzelf over na.
We beproeven ook eenige draad te
vinden in de verwarrende chaos. We
trachten eenige lijn te zien in 't gewirwar
der gebeurtenissen.
En wanneer we dan de gebeurtenissen
leeren kennen en het woeden der volke
ren zien en de toonhoogte hooren, waar
op de gedachte der menschen over de
dingen is afgestemd, wel dan valt dat
niet mee.
Dan wordt er sterk gemopperd.
Dan wordt de vuist gebald tegen God.
Dan zijn de velen 't vermoeiende leven
zat.
Dan is de lastering niet gering.
Dan woelt en gist het in de duisternis
der vervloeking tegen God.
En die. wetende deze dingen, daarvan
kennis neemt niet in dien zin. dat hij ze
leest zonder meer. maar die met de his
torie te doen krijot, dien 't aangaat en
die er mee over zijn Bijbel gebogen gaat,
die gevoelt daarvan de smart.
De smart onzer zonden met geheel 't
menschelijk geslacht.
En die er meer van te weten krijgt en
er dieper van te hooren krijgt, wel die
vermeerdert zijn smart.
We beleven moeilijke dagen.
We beleven donkere dagen, dagen
waarin de menschen ver zijn van God
en zich verstrooien door de levenspret.
Dagen, waarin het menschdom danst
naar den afgrond.
En die dit weet als Gods kind, die
heeft daarover smart.
Smart over de lastering tegen zijn he-
melschen Vader.
Smart over de duizenden, die den weg
afsnellen naar beneden.
Smart over z'n eigen zonden!
En weer. weer. die nu ook deze kennis
heeft, dat God dit al regeert, dié heeft
vertroosting in z'n smart.
Daarom dit roepen we elkander
toe. dat deze wetenschap vertroosting is.
Daar is smart.
Daar is gelukkig ook vertroosting.
Dit weet ik, dat God met mij is.
Die wetenschap vermeerdert, die ver
meerdert smart.
En die geloft, die vermeerdert in zijn
smart de vertrosting.
NED. HERV. KERK
Beroepen: Te Weert (toez.), J. J. van
Zorge eand. en hulppred. te Emmer Erfschei-
derveen.
Aangenomen: Naar Maastricht, D.
van Peursem te Uitgeest Nuar Benschop,
F. Bouw te Melissant
Bedankt: Voor Kootwijk, J. H. Koster
te Montfoort. - Voor Middeibarnis, H. A de
Geus te De Bilt (U-).
GEREF. KERKEN
Tweetal: Te Haarlem (4e pred. plaats),
E. Nawijn te Bergum en C. Veenhof te Hark
stede.
GEREF. GEM.
Aangenomen: Naar Moercapelle, M.
Hofman te Krabbendjjke. (Er is nu in Zeeland
nog één Geref. Gem. met eon predikant, nJ.
Middelburg).
DB 709ste TAAL
Het Britsch en Buitenlanrlsch Bijbelge
nootschap beeft hel getal talen, waarin 'le
Bijbel thans door zijn initiatief vertaald is,
op 700 gebracht. De ..700ste" is de zoojuist
in het licht gekomen vertaling van hot
Lucasovangelio in het Anganiwai; vprtaal
ster is mej. Clara V aterston. Het Angaui
wai is een der talen van de Solomon
eilanden, waar mej. VVnterston gedurende
18 jaren alleen als zendelinge werkte en
inmiddels deelen der Heilige Schrift in
onderscheiden dialecten overzette.
Toen het Britsch en Bnitenlandsch hijbei
genootschap in 1801 zijn loophaan begon,
was do Bijbel in 72 talen vertaald. Het
duurde 20 jaar voor de eerste 100 talen
waren bereikt, 47 jaren voor do tweede 100
vol waren; de derde 100 waren er in 2'
jaren, de vierde 100 in 14 jaar. En daarna
ging het steeds sneller; in elf jaar (I906—
I017) waren er öO0. wederom in elf jaar
(1017—1928) 600 en thans in minder dan
iaar 700, Gemiddeld verscheen in de laat
ste 7i/2 jaar iedere 4 weken een nieuwe
Bijbelvertaling.
WAT ééN VROUW VERMAG
In de Vlaamsche Torenwachter schrijft
iemand die de school te Ronse heeft bezocht.
Er zijn daar 15 leerlingen, gerangschikt in
zes groepen. De leeftijd der kinderen va
rieert van vier tot dertien jaar.
De kinderen weten, wat zelfstandig wer
ken is. Vyf klassen zijn aan het rekenen,
terwijl de juffrouw met één klas leest, en
ondértusschen" de zwakken helpt.
Achterlijke kinderen zitten er te midden
der normale. Hier zijn haast onoverkomen-
lyjke moeilijkheden, en toch werkt de onder
wijzeres hier nu al vijf jaar met succes Dat
bewees wel het dictee in de tweede klas.
haast zonder fouten
Dat werk is in vijf uren per dag niet te
doen; een groot deel van den avond moet er
aan opgeofferd worden. Bovendien hoort
een oude, 70-jarige vrouw de juffrouw thuis
nog zoo graag uit den Bijbel voorlezen; de
ouders moeten bezocht, en des Zondags Is
de juffrouw organiste en houdt Zondags
school.
Dat is het werk van een Christelijke on
derwijzeres in Vlaanderen, zegt de bezoek
ster. En zij ontvangt de helft van het sala
ris, dat ze in Holland zou krijgen.
„EEN ENKEL WOORD"
IN DE KERK
Een afscheid of een intrede zonder toe
spraak zou menigen kerkganger verleiden,
de beteekenis van den gaanden of komenden
ieeraar in twijfel te trekken. Er zullen zwaar
dere stukken dan deze volzin opgesteld moe
ten worden, om de toespraak in de kerk te
rug te dringen naar de plaats waar zij be
hoort, te weten: overal, behalve in de sa
menkomst der gemeente.
Toch is er wel wat aan te doen en het ver
dient aandacht, dat „De Waarheids
vriend'' door de vragenbus gelegenheid
kreeg en goed benutte om te zeggen,
dat en waarom het geen aanbeveling ver
dient, dat bij de intrede van een candidnat
tal van sprekers het woord voeren. Het ant
woord is overigens duidelijk genoeg: „W ij
vinden dat ver schikkelijk. Wan
neer in Gods huis de bediening des Woords
is en de dienst der gebeden en een jeugdig
predikant als dienaar van Christus zich aan
zijn gemeente mag verbinden, na des mor
gens in het ambt te zijn ingeleid en beves
tigd, moet men de samenkomst in Gods huis
niet gaan maken tot een vergadering of sa
menkomst, waarin zoowat ieder der aanwe
zigen gelegenheid moet krijgen om het
woord te voeren, om iets te zeggen wat hij
op z'n hart heeft.
Het is Gods huis, waar we samen
komen, en daar moet leder z'n mond
houden, behalve die 4aar a*s gezant
van Jezus Christus in het ambt staat.
We moeten er voor terugschrikken,
om in Gods huis te gaan staan rede
neeren over alles en nog wat!
Het ambt is hier alléén geldend en niemand
en niets anders. Het Woord Gods, in z'n
heerlijke bediening, met zegen en vloek, is
aan de orde waarbij de mensch zwijgen
moet.
„Of dan niet namens vrienden uit de ge
boorteplaats, namens stodenten uit de Aca
demiestad, namens werkers aan een Zon
dagsschool, namens de Jeugdbeweging enz
enz., gesproken mag worden? Neen! En nog
eens neen! In Gods huis moeten we voe
len, dat zulks bij de bediening des Woords
niet past, waar immers de Heere Zijn dienst
knecht roept om, staande in het ambt, te
spreken in Zijn Naam. De samenkomst van
des Heeren gemeente in Zijn huis is niet
voor allerlei particuliere en persoonlijke
dingen.
't Is geen „onder onsje", 't Is geen
vergadering voor jan en alleman. Ej
daarom, hoe eer die slechte gewoonte
verdwijnt, dat vele „sprekers" „het
woord voeren", hoe beter dat het i*.
Het mag vooral onder Gereformeerden
niet worden geduld, niet worden be-._
stendigd. Het Woord en het Woord al
léén moeten we hebben".
STIJGENDE ZORGEN
Het Zendingsbureau te Oegstgeest (postre
kening na 6074) vraagt ons plaats voor het
volgende.
Wat gevreesd werd is werkelijkheid ge
worden. De inkomsten der Samenwerkende
Zendingscorporaties gedurende de maand
lanuari bedroegen slechts f 23.000.
Als men bedenkt, dat het jaar 1935 sloot
met een geraamd tekort van f 73.000 en dat
voor de maand Januari ruim f 50.000 te wei
nig werd ontvangen, dan begrijpt men hoe
de financieele zorgen weer stijgen. Het wordt
weer de vraag, hoe het voor Indië benoodig-
de geld op tijd kan worden uitgezonden.
Richtprijzen worden
geleidelijk verlaagd
In de Memorie van Antwoord op het
voorloopig verslag van de Tweede Ka
mer over de begrooting van het Land
bouwcrisisfonds deelt de Minister vin
Landbouw mede, dat van een minder
solide financieel helleer bij deze begroo
ting geen sprake is. Er is slechts een
poging gediian om de begrooting wat
meer conservatief op te zetten dan bij
den aanvang geschiedde, om daardoor
een aantal millioenen in te halen, het
geen echter vooralsnog niet is gelukt
wegens financieele tegenvallers.
De Minister deelt mede, dat volgens rt»
ramingen in 1936 nog ongeveer f 4.000.000
voor den oogst 1933 zal moeten worden be
taald.
Het wil den Minister voorkomen, dat nirt
mag worden geschroomd een geleidelijke
verlaging van de richtprijzen te bevorderen
wanneer zulks, zonder den landbouw in zijn
geheel in gevaar te brengen, mogelijk is.
De afzet van onze lan.i- en tuinbouwpro
ducten naar gebieden, waarheen nog wei
nig wordt uitgevoerd, wordt met alle be
schikbare middelen bevorderd.
Het streven van den Minister blijft er op
gericht liet kleine boerenbedrijf hulp te bie
den. De vraag of een systeem van garantie
of we) een systeem, waarbij een zekere <)e-
gressie ten gunste van het kleine bedrijf
wordt toegepast, afdoende verbetering kan
brengen, is in studie.
Sinds eenigen tijd wordt overlegd of h»t
mogelijk Is de gelden, welke thans worden
besteed aan werkverschaffing, in dn toe
komst voor het 'eigen bedrijf der klein»
hoeren aan te wenden. De Minister hoopt
dat dit overleg tot gunstige resultaten za.
lelden.
Dat het, verstrekken van consenten
aan particulieren voor den invoer van
meel een te grooten omvang heeft aan
genomen, is den Minister inderdaad
gebleken. Hij kan echter mededeelen,
dat maatregelen worden getroffen, deze
verstrekking zooveel mogelijk te beper
ken.
Dat de hoschhouw als vorm van bodem-
exploilntlp evenzeer aanspraak maakt op de
volte aandacht der regeering. wordt door uen
Minister gaamn erkend. Hij kan dan ook
mededeelen, dat de mogelijkheid van steun
aan den bosehbouw een punt van overwe
ging uit maakt.
De bescherming van de roggeprijzcu
De financieele positie van het Landbouw-
Crisisfonds maakt hel niet mogelijk een
richtprijs te. gnrandeere.n, die een minimum
basis van f 7A0 voor de rogge- en gerstprij-
zen geeft,.
Ten aanzien van de denaturatie van rogge
kan nog het volgende worden medegedeeld
Van 1 Oetober 1933 tot 1 Septeml>er 193,
werd 373.277.592 kg. binnenlandsche rogge
gedenatureerd; van 1 September 1934 tot
1 September 1935 422.052.201 kg. en van 1
Sept.. 1935 tlm 13 Jan. 1936: 259.755.391 kg.
Vooralsnog bestaat niet de bedoeling
de richtprijs voor peulvruchten te ver
lagen.
Voor de kleine anrdappelverliouwers wordt
wordt 1936 een ruimere regeling van vrij
stelling van teeltheffing beoogd. De Minis
ter aeiit daarom geen aanleiding aanwezig
voor deze groep tot restitutie van geheven
gelden over te gaan.
De Minister zal voldoen aan het verzoek
de vlascultuur uit te breiden.
Uitbreiding van de suikerfabrieage hierte
lande is niet mogelijk. Spoedig hoopt de
Minister een beslissing te nemen inzake
maatregelen welke er toe zullen leiden, dat
de in Nederland te importeeren suiker zoo
veel mogelijk van Ned.-Ind. oorsprong zal
zijn.
De richtprijs van tarwe
De Minister is van meening, dat, de prijs
van do tarwe, hezien in het geheel van "le
prijzen der landbouwproducten, voor dc ver
bouwers het meest voordeelig mag worden
genoemd. In dit verband heeft hij (hui ook
gemeend, den richtprijs van de tarwe nut
één gulden te mogen verlagen.
De op zich zelf verantwoorde verlaging
van den richtprijs der tarwe leverde do
middelen, noodig tot het geven van hutp
aan kleine hoeren en noodlijdende tuinders.
Daar deze hulp volstrekt noodig vvus. kon
de verlaging van dien richtprijs niet leiden
tot verlaging van den prijs der Yita-tarvve.
De Minister heet, ir, studie genomen eb'
vraag of een gedeelte van hut gevormde
surplus aardappelmeel m het veevoeder
kan worden verwerkt.
Er is geen aanleiding de veehouders vrij
te stellen van de betaling van oormerken
en schetsen. De steun aan de schapenhou
derij heeft de voortdurende aandacht van
den Minister.
De Minister heeft besloten om veel meer
dan in het verleden is geschied, in de toe
komst de spekprijzon, door de Ned. Veehou
derijcentrale te betalen, 'e doen aansluitc i
hij de mogelijkheid van afzet.
Met de belangen van de spekexporteur»
zal in de toekomst zooveel mogelijk rekening
worden gehouden.
Over de vraag hoe in de toekomst de
baconexport zal plaats vinden, wordt nog
beraadslaagd. Getracht wordt het huidige
stelsel te vereenvoudigen en minder kost
baar te maken.
Aan een nieuwe afslachting van vee
zijn ernstige bezwaren verbonden. Deze
wegen voor den Minister zóó zwaar, dat
hij afslachting slechts als uiterste red
middel zou kunnen aanvaarden.
Al is het onaangenaam, dat boter geëxpor
teerd wordt voor lagere prijzen dan waar
voor margarine verkrijgbaar is, uit een na
tionaal oogpunt bekeken is het economisch
voordeeligor boter te exporteeren en [1
plaats daarv an margarine te pvoduceeren.
Een diepgaand onderzoek naar de kos
ten van voortbrenging der verschil lende
gewassen van den tuinbouw is nogmaals
ter hand genomen.
De nood der N'oord-Hollandschc tuinders
tengevolge van misoogst heeft de volle aan
dacht van den Minister. Hij zal trachten de
zen nood zooveel mogelijk te lenigen.
Moeilijk kan worden beoordeeld ol en zoo
ja iu hoeverre de export terugslag onder
vindt van cultuumitbreiding in het buiten
land. Met het crediet verleenen aan do
boomkweekery wordt voortgegaan.
Wat de bloemisterij betreft, is de moge
lijkheid van gmotere steunverleeni;ig mo
menteel in studie.
Met ernst wordt er bij voortduring naar
gestreefd de kosten van algemeen beheer
van de Visseherijcentrale tot het strikt no<>-
diae te beperken.
Maatregelen zijn getroffen in het belang
van de trawlvisscherij, om te geraken tot
beperking van het productie-apparaat.
De Commissie voor de Zoctwatervissrherif
in de Visseherijcentrale heeft enkele steun
maatregelen ontworpen, die op hun practi-
scho uitvoerbaarheid weiden onderzocht.
De Minister hoeft ruimschoots gelegen
heid gehad den opzet der teeltregling in de
Pluimveehouderij en haar uitvoerbaarheid
onder de oogen te zien.
Bepaalde overwegingen bobben den mi
nister er toe geleid het percentage br-- 1-
eieren. dat door de kuikenbroeders oxtra ia
hun broedmachines mag worden ingelegd,
wanneer zij eieren van fok- en vermeerd*»-
ringshedrijven betrekken, voor 1936 te ver-
hoogen.
Met de bestaande regeling wordt de ver
hooging der productiekosten tengevolge van
de beffingen volledig vergoed.
Geerten Gossaert.
Hij sprak, en zeide,
In 't zaêl zich wendend:
Vaarwel, o moeder,
Nooit keer ik wéér
En door de lanen
Zag zij hem gaan en
Sprak geen vervloeking, doch weende zeer.
Sprak geen vervloeking,
Doch, bijna blijde,
Beval den maegden
Laat immermeer
De zetels staan en
De lampen aan en
De poort geopend, do slotbrug neêr.
Maar toen, na jaren,
Melaatsch, een zwerver
Ter poorte klaagde:
Uw zoon keert weer
Zag zij hem aan en
Vond geene tranen
Voor zoovee! vreugde geen tranen meer.
LEVENSWIJSHEID
Het Is niet goed, al te vrij te zijn. Hel *s
niet goed, alles te hebben, wat men van
noode heeft.
PASCAL.
We moeten welen, dat arbeid, bezigheid,
bet verrichten van een bepaald nuttig werk
één van de vaste voorwaarden is tot levens
geluk.
TRINE.
We moeten onze plicht doen, Zooals we
hem hegrijpen, ons niet bekommerende om
de meening van anderen, hetzij die winst
geeft of verlies, tijdelijke blaam of lof.
TRINE.
Beste Nichtjes en Neefjes!
Allemaal hartelijk dank voor jullie vele
en gezellige brieven, 'k Heb er echt
van genoten. Wat lijn, dat jullie nu nooit
meer overslaan. En zoo eensgezind alle
maal volhouden, dit is juist zoo leuk, zie
je! 't Is net, alsof jullie zoo'n soort van
geheime, afspraak hebt gemaakt, als b.v.:
„denk er om, er mug niemand ontbreken!
Wie niet trouw volhoudt, telt niet moe in
„ons hoekje!"
'k Ben erg benieuwd, of dat zoo blijven
zal.
'k Heb er vco! moed op!
Ook vind ik het eng prettig, dat jullie
me zoo van alle kanten van raadsels voor
ziet. Dat is hierom zoo gec-llig, dat ik
dan precies kan zien, waarvan jullie hou
den. Jammer is het natuurlijk wel, dat je
nooit een prijs kunt krijgen, wanneer je
oiigen raadsels geplaatst zijn. Maar daarom
vind ik het juist des te aardiiger, dat jullie
toch raadsels stuurt. Wamt dat is voor mij
het bewijs, dat jullie natuurlijk! wel
graag een prijs hebt, maar toch niet al
'één om do belooning meedoet aan «ons
hoekje". En je moest eens kunnen weten,
hoe prettig ik dat vind
Ditmaal waren do oplossingen beter.
Weinigen hadden alles goed, dat is waar.
Maar nummer één was een beetje lastig, on
de oplossing, dae de meesten daarvoor ge
geven hebben, vind ik, hoewel niet precies
juist, toch we' goed
Dus ais je voor oplossing 1 iets anders
had, heb ik diat niet zoo heel erg gevonden.
'k Zal eerst de oplossingen maar eens
precies plaatsen:
1. Do hoornblazer staat vóór zijn hoorn.
2. De echo spreekt alle talen, want hij
weerkaatst al, vat gesproken wordt.
3. Een goed-beslagen paard behoeft na
tuurlijk geen één spijker, want het is
al goed-béslagen!
4. Omdat er meer witte zijn.
5. Het woordje „en".
Zien jullie wel, dat je 't meeste goed
geraden had?
Velen hadden voor oplossing 1 gezet: op
zijn beenen.
Dat is wel waar. Maar de vraag was niet:
„Waaróp" staat de hoornblazer, doch'
„wéér" staat hij.
Dus 't antwoord was niet heelemaa! goed
Tooit heb ik dat. niet zwaar gerekend. Van
daar, diat er veel eervolle vermeldingen ge
noteerd staan, en wel voor:
Corn. R. te Nieuwe Tnnge: lam. W-gner
te Stad aan 't Haringvliet; Bram P. te
Numansdorp; Looisje M. te Fijnaart, en
Marietje V. te Middelharnis; dat zijn dus
allemaal nichtjes en neefjes, die alles goed
hadden, alleen: in plaats van no 1:
„op zijn boenen." Wie méér dingen amders
hadden, worden ditmeal niet vermeld.
Toch was dat ook goed werk, hoor!
Veel fouten had niemand.
Het beste werk en aardigste briefje (zoo
keurig netjes!!!) was dit keer van Trijntje
V. te Middelharnis; 'k heb haar dan ook
voor de prijs genoteerd Voortaan zal ik
jullie er bij vertellen, wat de prijs winnaar
of -winnares ontvangt. Trijntje krijgt „I! i
n e k e's P r ij s" door C. Th. Jongejan
de Groot, 'k Hoop, dat ze het net zoo
mooi zal vinden, als ik.
Verder heb ik een kleine verrassing voor
Jan W. te Stad aa.n 't Haringvliet, die ook
altijd zoo trouw meedoet en aardig schrijft,
en die ook goede oplossingen had. Maar.,
dat is maar een kleinigheidje, hoor! Tóch
wel een verrassing, denk ik!
Nu, beste meisjes en jongens, 'k hoop dat
jullie ook ditmaal weer met moed aan 't
werk zult gaan. En dat ik weer (een) prijs-
je(s) zal kunnen uitdeelen. Houd je maar
flink, hoor! Inzending tot uiterlijk Dinsdag
morgen 25 Februari. Allen weer present,
als 't zoo ver is? Vooruit dain maar!
I. Een ,J", een B, een c, een t,
Twee u's en dan drie I's,
En daarbij komt nog driemaal s;
Nu weet ge het precies!
Wetien jullie 't ook zeg? Zoek maar eens!
't Is ingezonden door Ida J. Jullie houdt
aJlemaal veal (an hetgeen bedoeld is, dat
weet ik zeker. Fn jij, Ida?
II. Hoeveel boterhammen kan men van
een heel brood snijden? (Ingezonden
door L. Bosland!)
III. Waarin komen een geweer en een
naaister overeen? (Ingez. Ida J.)
IV. Wat is de overeenkomst tusschen een
bitter drankje en een sterke
vesting?
V Éénmaal n en éénmaal d;
Éénmaal r en tweemaal e;
Éénmaal z en tweemaal c;
Welk water spelt men zoo???
(No. 4 en 5 ingezonden door Heftk M.
te S'dijk).
Nou, wat zeg jullie van dit stelletje?
Ziet het er niet gezellig uit? 'k Hoop, dat
jullie er s-oer! ever na zult denken: begin
er niet te laat aan. en schrijf me maar
weer leuk wat nieuws.
Nogmaals: aan de inzenders fsters) der
raadsels hartelijk dank: 'k houd me
aanbevolen voor aen nieuw stelletje.
En nu ga ik op oen draf aan de briefjes
beginnen.
O, nee, nog even over Ijs en vorst. Dit
maal is de kou toch eens voort blijven du
ren, hè'? 'k Denk, dat jullie nu toch alle
maal wel een middag op 't ijs geweest bent.
Verte) je 't me eens?
Nu, in afwachting, hoor!
Hier zijn de briefjes:
Henk M. te S'dijk. Had je 't zoo druk,
dat je brief nog niet af was gekomen? Nou
je hebt er nog fijn voor gezorgd, hoor! Leuk
dat je me raadsels stuurde- Brengt dat
aardige broertje nog altijd je briefjes weg?
Doe hem de groeten dan maar eens. Jouw
oplossing van no. 1, nl.: „op zijn voeten"
w-.s ook wel tamelijk goed. hoor. Nummer 2
- as niet zoo goed. hè? Maar denk er om:
de aanhouder wint.! Schrijft je potlood nog
goed? Wil je aan allen thuis m'n hartelijk
groeten doen? Hoe gaat het met 't kleine
zusje? Nou, Honk, 'k geloof, dat ik je zóó
veel gevraagd heb, dat je de volgende keer
"en heele brief te schrijven zult hebben
Doe je bost maar. Dauagl
Ida J. te Stellendam. Wat fijn zeg, dat
je naar die film-avond mocht. Ja, we mo-
g-.1 wel écht dankbaar zijn voor een paar
gofde oogen! Wat denken we daar weinig
aan, hè? Je prijsje was al verzonden, eer
ik je briefje ontving, 'k Hoop echter, dat
je er tevreden mee zult zijn.
't Is heusch een mooi boekje. Wat jij
r.oemde, zal ik onthouden, maar 'k weet
niet, of ik dat te pakken kan krijgen. Zou
ja dan is het misschien wel iets voor een
volgende Keer alsje tenminste woei
oen prijsje verdient. Gezellig, die sokjes.
Gaat, 't weer beter met de zieke? De groe
ten aan allemaal. Dag, Idal
Jen W. te Stad aan 't Haringvliet. Wat
je me schreef, maakte me een beetje aan
't schrikken. Maar je hebt gelijk hoor! 'k
Heb 'f eens nagezien, 'k Vind het aardig
van je. dat je 't piet erg vindt, 't Gebeurt
natuurlijk ook niet met opzet; dat begrijp
je wel. 't Iiomt vanzelf wel eens zoo uit.
ik Iet er niet altijd precies op. Maar 'k kan
me heo.l goed indenken, dat jij 't een beet
je jammer vond. En verdiend neb jo 't niet;
daar heb je gelijk 11. Welgefeïiciteerd met
ie troostprijs, 'k Hoop, dat hij in do smaak
valt Tot een volgende koer nu maar, hè?
Dag hoor!
Marietje V. te MTiarnls. Wat vind ik hef
gezellig, dait je zoo trouw rmedoet. Och
wat jammer, dat Moeder nog niet beter is
Zul je Moeder vooral beterschap wenschen
vat- mij? Of ik trieven schrijven ook lastig
vind? Vroeger, toen 'k net zoo oud was als
jij (of „jong" moet ik eigenlijk schrijven!)
wèl! Maar zooals ik al eerder zei: dat went
al gauw. En als je zoon rij schrijvende
neven en nichten hebt, als ik tegenwoordig,
gaat het vanzelf. Dan hoef je enkel maar
antwoord te geven! Viel het rapport nog af
mee? Jouw raadsels waren ook bijna goed,
hoor! Houd maar vol! Groeten aan allemaal
Dag, Mariel
Louisje M. te Fijnaart. Neen, glad is 't
hier de laatste tijd niet geweest. Maar dat is
op verschillende plaatsen ook niet altijd ge
lijk, hè? Je vond het zeker wel fijn, dat er
een logé was? Ja hoor, hier in Middelharnis
Sommelsdijk gaat alles ook nog good. Je
werk was best, hoor! En wat had je mooi
geschreven] Doe m'n hartelijke groeien aan
Moeder en je zusjes en ook do beste wen
schen voor jou, hoor! Daaaagl
Corn. R. le Nienwe Tonge. Wie had dat
briefje van jou toch geschreven? 't Was
heel anders dan gewoonlijk, grappenmaak-
ster! Toch fijn, dat je er ondanks de drukte,
nog om gedacht heht. Zoo blijft de regel er
fijn in! Wel, wat een verandering zal dat
worden voor die broer van je. Wèl ver weg
hè? Maar hij is natuurlijk blij, dat begrijp
ik! En je ouders ook! Maar jullie zult er
eerst wel even aan moeten wennen. We zul
len maar hopen, dat alles goed gaat. Help
maar flink in de drukte, hoor! Heb je fijn
gereden? Nou, Cor tot over veertien dagen,
naar ik hoop. Groeten aan allen, hoor! Weet
j ij geen nieuwe nichtjes of neefjes? Probeer
eens. Dèg!
Bram P. te Numansdorp. Leuk, dat je de
troostprijs mooi vond. Toch was hij de vo
rige maal ook wel verzonden, hoor! Zeker
zoek geraakt. Jammer, maar: niets aan te
doen! Heb je nog schaatsen kunnen rijden?
Wanneer is de uitvoering? Al voorbij, mis
schien? Goed gegaan? Nou, 'k had wel
graag geluisterd. Want 'k houd veel van
zingen. Maar Numansdorp is nu eenmaal
met naast de deur, hè? Nee, de duiven heb
ben een goede bescherming tegen de kou
Gelukkig maar! Nou, dag Bram! Tot schrü-
vens!
Lena B. te Ouddorp. Wat scheelt er aan?
Je broefje is toch niet zoek geraakt? Anders
de volgende keer maar weer! Of kon je de
raadsels soms niet? Dan zal 't nu wel beter
'ukken. Daaag!
Chiela C, te S'dijk. Waar blijf je togen-
woordig mat je keurige briefjes? 'k Zie ze
nooit moer. Je laat ons toch niet in de
steek?
Janny v. D. te Beverwijk. Ben jij ook al
aan 't schaatsenrijden? Dat zal wel. Nu
komt je ijstrui goed te pas. Gaat alles goed
hij jullie? 'k Wonsch je veel succes hij je
schoolwerk. Dag!
Jaap W. te Stad aan f Haringvliet. Wat
een mooie teekeningen! Ik kan wel merken,
dat jij van teekenen houdt. Ga maar zóó
door; misschien krijg je dan over een poosje
ook eens een belooiung, net als Jan. Leuk,
dat Adri zoo lief i.s. Je liedoelde zeker, of ik
ditmaal al jullie eigen raadsels in de krant
zette, hè? Nou, je Ziet zeker al wel, dat dat
gebeurd is. Nu, dag Jaap. 'k Moet gauw
verder gaan. Dag!
Arte W. te Stad aan 't Haringvliet. Wil
jij me eens een plezier doen? Ga dan Maan
dag naar t Bureau d. .Maas (ingang win
kel!); daar ligt Jans prijsje klaar. Verzen
den wordt noode loos duur, we kunnen dat
geld beter besleden voor prijsjes, wat zeg
jij? Je wilt het immers wel e\cn doen, hè?
Ja, die verjaardag zal voor Bram wel een
beetje vreemd geweest zijn. Maar: als hij
net zoo dapper is als jullie, zal hij ook door
deze zure appel met een vrooüjk gezicht
heengebeten hebben! Wat leuk, zeg, die ge-
schiedenis van de dam-wedslrijd. Je Moeder
kan het perfect, geloof ik! Ja, Arie, wat
lente en zomer betreft, zijn we 't geloof ik
roerend eens! 'k Hoop, dat ik de naam van
je vriend goed gespeld heb; anders moet je
hem de volgende keer duidelijker voor
me opschrijven, hoor! M'n hartelijke groeten
aan allemaal!
Trijntje V. te Middelharnis, Ziezoo, dat is
met recht ditmaal: „lést, bést!!!" 'k Hoop,
dat je 't boekje mooi zult vinden, 't Leek
me heel leuk voor jou Wat grappig, dat ge
heimpje. t Zijn zeker hééle kleintjes!
f raad ik dat mis? Nou, dat schrijf je me
misschien nog wel eens. Heb jij ook een
rapport gehad? Je raadsel zal ik één van
de volgende malen plaatsen.
Nu, ook aan jou schrijf ik, na vele hart.
êftv. ook aan Tante: tot de volgende koerU
Rn datzelfde kan ik toeroepen aan alle
lezers en lezeresjes! Ontvang allemaal dc
groeten en beste wenschen voor allen
vnn jullie TANTE TINE
U.S.: Aan Jacob Abramse:
N B Arie Wagner verzoekt me, hter zijn
ABRAMSEL °r 'e brengen aai1 JACOB