VOOR VROUW EN KIND
PUROL
Op elke wond
MAAS- EN SCHELDEBODE
ZATERDAG 1 FEBRUARI 1936
LEVENSWANDEL
KERK EN SCHOOL
MENNO SIMONS
ndfiasta
60 CT. 1
ID
Abraham
-n Lena, d.
idrikje van.
der Sluijs,
iieviet, 25 j.
n: Lena d.
van Osten-
us van Dam
z. v. Jacob
en Adriana
t en bTeeltje
en d. van
Corne-
nnetje van
Ruilof van
unites z. v.
:m. Din-
>ara Kievit.
rail 1933
do brigade
rveer 50-ja-
tste, bijge-,
i den reeds
arrestaties
comber 1933
éhouder en
p uit Her
avond \ail
e markt te
fiets naar
■ghemschon
overvallen
n zich een
.nkbiljetten
ak had tot
ggcvonden,
,d men niet
tor een der
die in net
vertoeven,
tot nu toe
nield
werking ge-
gelegd is
dzeekanaal
an Amster-
d van Bui-
is en Kalis,
s uit het
dezen nièu
it zich een
alijk tenge-
ipoten zand
dat het
en in den
leter werd
lassa's van
anaal gele-
a door het
iweg in do
joldei'. Op
tvcmd circa
elfs 20 a 25
er een hal-
richtingen
ele verkeer
akking zoo
man en
met zand-
rkeer over
oo spoedig
den Rijks-
atse. Men
tenval van
late tot het
inzake do
langs den
dam naar
plaats ge
ien de toe
ft kunnen
ers van de
oorgewerkt
geheel ge-
de drukke
voortgang
werzien is
et.
rgen:
om kwart
Ierland op
n overweg
hting Hen.
as gezeten
>tig uit En-
rder de 28-
eft besteed
>lg dat de
nen vloog,
kreeg
it voertuig
auto terug
sen poging
peed sloeg
er niet od
aatse: im-
ek van de
deze weg
fde lichten
het onge-
aarna den
n nog net
aarna het
ng in het.
De Jonee-
imen later
Ismede de
leid.
n vast te
evvijs had.
i overweg
1
4 1
-4
VOORDE
ZONDAG
Indien wij door den Geest leven,
laat ons ook door den Geest
wandelen. Gal. 5 25.
In het kerkelijk leven hebben we 't nog
al eens over den levenswandel. De klem
toon valt bij ons niet alleen op de zui
verheid in de leer, maar ook op den
onberispelijken levenswandel.
Dit is geheel Schriftuurlijk.
Daarvan spreekt Paulus aan de ge
meenten in Galatië en hij legt er sterken
nadruk op. dat zoo we door den Geest
leven, we ook door den Geest zullen
•wandelen.
Wat beteekent dit, dat we leven door
den Geest? Dat ziet op ons levensbegin
sel, dat geestelijk is. Dat door den Geest
Gods wedergeboren is.
De Geest staat hier krachtens het ver
band tegenover het vleesch. En het
vleesch is het zondeleven, het zondeleven
in zinnelijken stoffelijken en in geeste
lijken zin. Het zondeleven in hoererij, in
het grof zinnelijke, in het zichtbaar vlee-
schelijke en het zondeleven in twist,
tweedracht en afgoderij, in de koestering
van het geestelijk ik.
Welnu, de Geest Gods heeft dat zon
deleven in ons gebroken. De Geest Gods
heeft de wereld in ons overwonnen. En
al verheft zich de zonde altijd nog weer
in ons, we zijn geen slaven der zonde
meer, we worden door haar macht niet
meer overheerscht. maar hebben het
vleesch gekruisigd met de bewegingen en
begeerlijkheden.
En zoo leven we door den Geest,
geestelijk.
Zoo is ons levensbeginsel veranderd,
omgezet, vernieuwd, herboren. Welnu,
als dat zoo is, laat ons ook door den
Geest wandelen. Hier is een woord ge
bruikt in de oorspronkelijke taal, dat lijn
beteekent. Er moet dus één lijn in ons
leven zijn. Ons innerlijk leven en de
openbaring naar buiten, ons doen en
laten moet in één lijn loopen. Er moet
stijl in ons leven zitten, de stijl des
Geestes. Ons belijden en ons leven, onze
levensopenbaring moet één zijn.
De beste controleur van ons .lev.en.Sr
beginsel is onze levenswandel.
Ik bedoel daarmee nog niet, of we in
de uiterlijke godsdienstige dingen onbe
rispelijk zijn. Of we getrouw naar de
kerk gaan en in den Bijbel lezen aan de
huistafel en niet op plaatsen komen,
waar de wereld haar levensdoel zoekt.
Maar ik bedoel daarmee veel meer dit,
of we in de levenspractijk, in de omgang
en verhouding tot onze naasten, in ons
zakenleven en in den winkel, in ons op
treden onder de menschen, of we daar
werkelijk door den Geest wandelen.
Dat is de groote moeilijkheid en de
groote strijd in het leven der oprecht
geloovigen. Ze beantwoorden er nooit
volkomen aan. Ze komen daar sterk
tekort. Ze hebben daar groote schuld.
En hierin laten ze zich gaarne door de
Schrift en door den Geest vermanen:
zoo ge dan door den Geest leeft, wan
delt ook nu door den Geest.
Dit is wel een woord voor dezen tijd.
Waarom?
Wel, niet omdat het geen woord voor
alle tijden is, maar hierom, omdat meer
dan ooit het optreden van Christus' kerk
in de wereld een sterk en groot getui
genis aan en tegenover de wereld moet
zijn.
Deze tijd vordert een nauw leven.
Zoo ooit, dan roept God ons nu in
deze dagen van teruggang, zoo niet van
ondergang ons in heel ons optreden naar
buiten te openbaren als geloovigen. als
menschen van het beginsel, als geeste
lijken, als volgelingen des Heeren.
Hoe zwakker de wereld wordt in haar
kunnen en hoe sterker de wereld wordt
in haar woorden, hoe meer God Zijn
kerk op aarde roept door een sterk le
vensgetuigenis, door een onverzettelijk
ja of neen, door een levensuiting in over
eenstemming met het leven uit God, dat
ze in gich draagt, de kracht van het
woord Gods te toonen.
Daarom allereerst zullen we Gods
Woord alzoo tot ons laten spreken.
Die ooren heeft om te hooren, die
hoort.
Die hoort, wat de Geest tot de kerk
in het heden zegt.
Er is ook nog een andere reden, waar
om een woord als dit nu, in deze dagen
met zoo sterke stem spreekt.
En die is deze, dat in het algemeen
genomen, hier zoo heel veel ontbreekt.
In plaats van te leven uit eigen begin
sel en zich gevangen te geven aan Gods
Woord is bij zoovelen (laten we ons
zelf vooral niet uitzonderen) hier een
meegaan met de wereld.
De groote „men" heeft te sterk woord
onder ons.
We doen of laten teveel om „de
menschen".
De goden van den tijd schrijven ons
teveel het levensrecept voor.
Dat worde ons tot schuld.
Dat berouwe ons.
Daarin kome onze verootmoediging uit
en alzoo mogen we het tot ons zelf eerst
en daarna tot anderen zeggen »n de
kracht des Geestes: Indien wij door den
Geest leven, zoo laat ons ook door den
Geest wandelen.
Is dit genoeg?
Neen.
Paulus eindigt z'n brief aan de kerken
aldus: de genade van onzen Heere Jezus
zij met uwen geest.
Daar, we zullen om deze genade bid
den, ja smeeken.
Bidden, dat we mogen wandelen door
den Geest.
Gelooven, dat we kunnen wandelen
door den Geest.
Is dit genoeg?
Ja.
Want Hij heeft tot mij gezegd: Mijne
genade is u genoeg.
GEREF. KERKEN
Bedankt: Voor Heeg (als miss. pred. Ie
Keboemen), Dr. J. v. d. Linden te Tzum.
NED. HERV. KERK
Beroepen: Te Aalburg en Heesbeen, E.
Schimmel te Ameide en Tienhoven. Te
Barneveld, L. Biok te Brandwijk.
Aangenomen: Naar Baambrugge, P.
Six Dijkstra te Tuil en 't Waal.
GEREF. GEM.
Beroepen: Te Opheusden, H. Ligten-
berg te Lisse.
Tweetal: Te Rijssen, 'J. Fraanje te Bar
neveld en R. Kok te Veenendaal.
EV. LUTH. KERK
Drietal: Te Maastricht, F. J. B. van der
Chijs, prop. te Schiedam, Mr. D. G. Hoevers
te Amsterdam en C. H. Brandt te Haarlem.
Beroepen: Te Maastricht: F. J-. B. van
der Chijs, prop. te Schiedam.
HERST. EVANG. LUTH. KERK
Beroepen: Te Den Helder, W. J. F. Mei-
ners, prop. te Amsterdam.
DOOPSGEZ. GEM.
Zestal: Te Drachten en Ureterp, S. A. M
Daalder te Veendam, W. F. Golterman te Mak-
kum, H. W. Meihuizen te Hippolytushoef, P. J.
Smidts te Den Helder, J. E. Tuininga te West-
Terschelling en F. van der Wissel te Kampen.
Prof. Dr. H. H. KUYPER
Prof. Dr. H. H. Kuyper te Bloemendaal,
oudste zoon van wijlen Dr. A. Kuyper en
nestor van de hoogleeraren aan de Vrije
Universiteit, herdenkt Zaterdag 1 Febr. den
dag waarop hij voor 45 jaar het predikambt
aanvaardde in de Geref. Kerken.
Dr. K. J. BROUWER
Hoewel de Zendingsdirector Dr. Brouwer,
die met zijn familie bij Arnhem een zwaar
auto-ongeluk had, nog eenige weken in het
ziekenhuis zal moeten blijven ter genezing
van de beenfractuur, verloopt z»Jn herstel
toch gunstig. Een zijner dorhters heeft reeds
het ziekenhuis verlaten; de andere dochter
en de dienstbode zijn bijna genezen.
CONGRES VOOR
CALVINISTISCHE THEOLOGIE
Xederlandsche sprekers
Kaar wij vernemen komt ter eere van het
jubileum der invoering van de kerkhervor
niing te Genève, dat aldaar van 1214 Juni
gevierd wordt, direct daaraan verbonden van
1518 Jum in dezelfde stad een congres voor
Calvinistische theologie bijeen. Eere-voorzitter
van het congres--! nmité ie Ds. F.ugène Choisy
te Genève. Gehandeld zal worden over de leer
der voorbeschikking en der uitverkiezing.
Op de lijst der sprekers vinden we o.a.
Peter Barth te Bern, Jean Cadier-Frank-
l'Vjk, Prof. Dr. Lecerf en Maury van Parijs,
Prof. Dr. Eduard Thurneysen, van Bazel,
R. Grob van Zurich en uit Nederland: Dr.
H. Colyn, minister-president, Prof. Mr.
V. H. Rutgers van de Vrije Universiteit
te Amsterdam en Dr. G. Oorthuys, Red.
Hervormd predikant te Amsterdam.
Het congres heeft als basis aangenomen: de
gezamenlijke Gereformeerde belijdenisgeschrif
ten, te weten de Westminster confessie, de 39
artikelen van de Anglicaansche kerk, de belij
denis van La Roebelle, de Nederlandsche ge
loofsbelydenis, den Heidelbergschen Catechis
mus, den Geneefschen Catechismus. „Wij wen
schen", zegt het congresoomité (de predikan
ten Courvoisier, Dominicé en De Saussure)
..allen hijeen te brengen die deze basis accep
teeren''. Secretaris van het congres is ds. Fre
deric Dominicé, rue Diday 12 te Genève.
Verliet 30 Januari 1536
de Roomsche Kerk
De Doopsgezinde Gemeenten in ons land,
en vooral ook die in N.-Amerika, waar er
ruim duizend zijn, herdenken in deze dagen
het feit, dat vier eeuwen geleden Menno
Simons zijn ambt als pastoor van Witmar-
sum neerlegde en overging tot de z.g. Uoo-
perschen. Hij was niet, gelijk men veelal
aanneemt, de stichter der Doopsgezinde
Broederschap; de eigenlijke vader dezer be-
Menno Simons
weging was Melcliior Hoffmann, een rond
trekkend prediker uit Zwabenland, wiens
volgelingen Mclchiorieten werden genoemd.
Bij hen sloot Menno Simons, nadat hij bijna
twaalf jaar pastoor was geweest, zie.li aan.
De overgang van dezen zeer weispreken
den disputant uit Rome naar liet Protes
tantisme is jarenlang voorbereid; in het
eerste jaar van zijn pastoraat al begon Men
no Simons te twijfelen aan liet wonder van
tiet misoffer. En nog voor 1536 was hij ge
doopt, daarmee aanvangende zijn oproep tot
ware boete en bokecring uit Rome's banden.
In 1540 .verd Menno Simons de leider van
de naar hem genoemde beweging, omdat
Oblie Eilips (die hem gedoopt had), zeer tot
teleurstelling der broeders, zijn bekeering
verloochende en tot de wereld terugkeerde.
Hoewel men zijn naam in nauw verband
heeft gebracht met de Munstersche Weder-
doopers, moet de/e verwantschap toch ont
kend worden, ook, omdat hij zelf zicli „gan-
schelijk onschuldig'' noemt aan de Munstcr-
schen, „een oproerige secte". Hun veel
wijverij en hun gebruik van het zwaard
keurde hij scherp af. Niettemin stoelde hij
met hen op denzelfden ana baptistischen
wortel en ook zijn geestelijke vader is Mel
cliior Hoffmann geweest.
Van 15361543 heeft de volijverige predi
ker het land doorkruist., om zijn geestver
wanten tè verzamelen en te sterken; zijn
„hoofdkwartier" was Oldersum bij Emden.
Daar ook heeft hij zijn twistgesprek met
Johannes a Lasco gehouden, spoedig ge
volgd met zijn verbanning. Er kwamen nu
moeilijke jaren, temeer waar Menno allengs
feller werd in zijn betoog pn ook in den
kring der Dooperschen alweer geschillen op
traden. I11 1558 kwam zijn zwerversbestaan
tot rust. op het „Woeste Veld" tusschen
Lübeck en Hamburg, waar een der landhee-
ren hem een onderdak en bescherming bood.
Daar heeft hij nog een gem. gesticht en is
hij ook gestorven, op 31 Januari 1561; hij
was geix>ren in Januari 1196 en is dus 65
jaar geworden.
Hoewel Menno Simons (die in later jaren
zich teekende: „Menno Symons de Creu-
pele", omdat hij heel dik en zwaar waf cn
hinkte) geen krachtige figuur was en geen
sterk organisator, is zijn leven en streven
vooral in N.-Amerika tot op dezen dag ge
rechtvaardigd door een vrij omvangrijke
groep Mennonieten. In de Vereen. Staten tel
len zij een 100.000 leden van ongeveer 1000
gemeenten niet. 1500 voorgangers^ Ook hier
echter splitsing: de Mennonite Church is
een aparte groep van 350 gemeenten met
35000 leden, die ook een „College" onderhon
den, dat genoemd is naar Menno's geboor
teplaats Witmarsum. Bij sommige groepen
vindt men de eigenaardigheid, dat zij syste
matisch al het nieuwe negeeren; bijv. geert
knoopen aan de kleeren, maar haken en
oogen. Geen gordijnen voor de ramen, geen
gouden of zilveren Sieraden voor de vrou
wen. In deze dingen herkent men de „Ooo-
perschc mydinghe", die wel een der bekend
ste trekken, ook in Menno Simons' [eer was.
liaansche kunst en kunstgeschiedenis, in het
bijzonder in de geschiedenis van de grafi
sche kunsten.
KERKELIJKE VERKIEZING
ONGELDIG VERKLAARD
Op het beroep van een tweetal lidmaten
der Ned. Herv. Gem. te B i e z e 1 i n g e,
'egen de op 12 Nov. 1935 gehouden verkie
zing van twee notabelen, is door het Prov.
college van Toezicht in Zeeland deze verkie
zing ongeldig verklaard op grond van het
feit, dat 10 lidmaten, hoewel op de kie
zerslijst voorkomende, ten onrechte van de
uitoefening van het kiesrecht zijn uitgeslo
ten. Thans zal binnen een maand een nieuwe
verkiezing moeten worden gehouden.
GEREFORMEERDE BOND
De jaarvergadering van den Geref. Bond
zal D.V. gehouden worden op 23 April a.s.
Het referaat zal gehouden worden door Ds.
J. Woelderink te Ouderkerk a. d. IJssel.
Een wereldreis
van Koning Edward?
Volgens een der Engelsche bladen zou
Koning Edward VIII volgend jaar, direct
na zijn kroning, een rondreis maken door
het geheele Britschc Rijk, welke tien maan
den zal duren. Tijdens de afwezigheid van
den Koning zouden de staatszaken worden
waargenomen door een Staatsraad bestaande
uit Koningin Mary en de drie Koninklijke
hertogen.
Een fotmeole beslissing is nog niet geno
men, doch het blad wijst eron, dat deze reis
niet alleen wcnschelijk, doch ook onvermij
delijk wordt geacht, daar bij het statuut
van Westminster de Dominions op voet van
gelijkheid worden gesteld met het Vereenigd
Koninkrijk, zoodat de Koning tegenwoordig
dient te zijn bij de plechtigheden tor gele
genheid van zijn troonsbestijging in elk der
staten, die deel uitmaken van het Britscho
Rijk.
Op deze reis zou Edward VIII worden ge
kroond tot Keizer van de Indische Bonds
staat, ter gelegenheid waarvan te Delhi in
den herfst van het volgende jaar een „dur
bar" zal worden gehouden.
VOOR DE VROUW
KINDERFEESTEN
(Slot)
Wanneer moeten we nu zulke kinder
feestjes organiseeren? Hoe vaak? Op welke
manier? Zoo kunnen we doorgaan met vra
gen. Maar dat is toch eigenlijk niet noodig.
We zijn toch geen slaven, die alle regels,
welke denkbaar zijn, volgen, en dan nog
vragen om meer? Geen machine-niensclien,
die alles doen, zooals 't voorgezegd wordt;
geen sleurliefhebbcrs, die voor elk ding
stééds weer dezelfde tijd, dezelfde aanlei
ding en dezelfde oplossing wenschen?
Nu dan: laat ieder hier naar eigen mee
ning hebben, haar eigen oordeel vellen, haar
eigen plannen vormen, uitwerken, en
vooral: uitvoeren. Want wat dit laalste
betreft: de goede voornemens zijn meerma
len talloos, maar verderoch, als 't zoo
ver is, komt er zoo vaak „juist'' iets tus
schenWc zijn wel eens „niet in <fe stem
ming" om te feesten; dus moet 't dan maar
overgaanWe hebben (heusch" geen tijd;
een ander keertje dan maar-
En we hebben er geen erg in, dat we bezig
zijn, stukje voor stukje in onze kinderen af
te breken het vertrouwen dat zo hadden in
onze opreolithcid en goede wil!
Er zijn natuurlijk gelegenheden, die als
vanzelf feestelijk herdacht worden. Denk aan
de vele verjaardagen, die in de huisgezinnen
te vieren zijn.
Verder zijn er onze Christelijke feestdagen,
de vaeanties, die daaraan veelal gepaard
gaan, en verder andere dagen, die in liet ge
zin feestelijk gemaakt worden om de een of
andere reden.
Maar moet het daarbij blijven? Moet er be
slist een duidelijk aanwijsbare oorzaak
zijn, die aanleiding geeft tot feest?
Het tegendeel is waar. Natuurlijk moet er
kend, dat al die dagen heerlijk zijn. En in
dien ze werkelijk in feestelijkheid doorge
bracht worden, blijde herinneringen nalaten.
Maar tooh: er kan een bijzondere bekoring
uitgaan van zoo eens „een middag" onver
wacht feest. Van „zoo maar eens" een gezel
lig avondje. Juist d i e gelegenheden laten
de kinderen voelen, dat moeder er op uit is,
hen zoovee) mogelijk genoegen te bezor
gen, hen zoo gelukkig mogelijk te maken.
Niet, alsof de kinderen dat zoo bewust zou
den erkennen en onder woorden brengen.
Maar onbewust in hen wordt toch een
groot dankbaarheidsgevoel gekweekt, juist
speciaal vanwege die extra-gelegenhedenl
Een extra blijde lentedag, een prachtige
dag in de zomer, storm en regen in de
herfst, en guurheid en koude in de winter,
bieden zich als om strijd aan om te baat ge
nomen te worden als aanleiding tot iets bij
zonders, iets „anders" dan anders!
Maar daarvoor is bij moeders zélf noodig
levensblijheid cn zelfverloochening.
Levensblijheid, want wie die niet bezit,
merkt niet eens al de weldaden op, die ons
zoo dikwijls feestelijk kunnen stemmen.
Maar ook: zelfverloochening: het feest is
Voor onze kinderen en eerst in hun genot
kunnen wij ons verblijden. Wie al is het
onbewust zichzelf wil handhaven bij zulke
©degenheden, eigen rust en tijd er niet voor
opofferen wil, zal tegen zulke feestjes op
zien. Daarentegen: die zich geeft voor de
kinderen, zal daardoor ondervinden dat ook
in dat „geve n" het „o n t v a n g e n" beslo
ten ligt. Want aan hen zal rijke voldoening
vergoeden, wat ze hebben opgeofferd.
Hoe dan die feestjes in te richten?
Ieder doet dat op haar eigen manier; dat
staat vóórop. Maar: enkele algemeene wen
ken kunnen toch misschien dienstig zijn.
Ten eerste: vraag niet te veel vriendjes
of vriendinnetjes. Naarmate het gezin zelf
talrijker is, zal dit laatste natuurlijk minder
noodig zijn.
Maar, al zijn er weinig kinderen, dan toch
geen stoet van speelmakkertjes. Dat maakt
onrustig en vaak ook ontevreden, 't Wordt
een jacht, wie de meeste kinderen mag „vra
gen". E11 de kinderen onder elkaar spelen
dan meestal lang zoo aardig niet.
In de tweede plaats: ook bij de feestjes is
soberheid vereischt. Laten we er geen snoep
partij van maken, zoodat de kinderen, thuis
gekomen, niet anders kunnen zeggen, dan:
„We hebben zoo'n boel gehad!Het
voornaamste van het feest moei blij
ven: de gezelligheid, het prettigo samen
spelen en genieten.
In d» derde plaats: wanneer men zoo'n
„kinderfeestje" wil, is het altijd goed, een
programma vast te stellen, al is liet nog zoo
eenvoudig.
Wat de kinderen uiten als bijzondere wen
schen, kunnen we daardoor altijd nog wel
verwerken; jammer is het daarentegen, war
neer men op 't laatst de kinderen niet goed
meer weet bezig te houden.
En vooral: laat do kinderen toch een ge
meenschappelijke maaltijd mogen hebben.
Niets vinden ze zóó heerlijk als met elkaar
bij .iemand anders" te mogen eten.
Dan zijn er heusch geen overvloedige
maaltijden noodig; bij n ander is immers
alles mooier, leuker en lekkerder dan bij
moeder thuis, in de kindergedachten? Daar
om: geen overdrijving en verwennerij. Een
klein lekker extraatje is natuurlijk nood
zakelijk vanwege de feestelijke indruk, die
men geven wil, maar: overdaad schaadt!
Nog eens: 't zit niet in 't vele lekkere,
maar in de knusse eensgezindheid en gezel
ligheid.
Bovendien dit laatste niet het minst: doe
met de kinderen mee. Dan is het dubbel
feest. Immers: Moeder is meestal ernstig en
druk, ze beeft geen tijd zich steeds te be
moeten met 't spel der kinderen. Maai
nunu is 't feest, en nu is moeder net
zoo blij als de kinderen... Zin maarl ze zit
in 't kringetje; ze werkt niet, o, nee, lekker
niet! Ze speelt mee, ze lacht mee, zeJa,
zeker, dat kost wel eens zelfverloochening,
zelfbeheersching! Maar daartegen weegt de
voldoening werkelijk ruimschoots op.
Wat we dan toch eigenlijk zullen doen
met het stelletje? Och, alles is geschikt. Mits
het een beetje nieuw en afwisselend is
Op verjaardagen Icenen zich allerlei ge
zelschapsspelletjes goed. Wie een sjoelbak
bezit, is dadelijk klaar. Maar: de anderen
zijn evengoed gemakkelijk te helpen!
Denk maar eens aan de gewone spollctjes,
zooals: „Ik zie, ik zie, wat gij niet ziet" en
zooveel andere. Werkelijk, met eon clubje
gespeeld, vallen die a 11 ij d in de smaak, Ér
zijn er immers genoeg. B.v.: één speler
fluistert z'n rechterbuuiman een zinnetje in.
Die buurman fluistert op zijn beurt de vol
gende in, wat hij verstaan heelt, van de eer
ste speler. De volgende brengt dat weer over
enz. enz. Wanneer men 't kringetje rond is,
zegt de speler, die begon, wat hij eigenlijk
gezegd heeft tegen z'n rechterbuurman en
wat cr van terecht gekomen is. Dikwijls
krijgt men door 't niet goed verstaan de
grappigste fouten cn afwijkingen.
Of: een speler begint een verhaal te ver
tellen. Midden in een zin houdt hij echter
opeens op en laai z'n buurman verder gaan
Zoo komt men dikwijls tot de meest fantas
tischc bedenksels.
Nog iets anders Eén der kinderen noemt
een meerlettergrepig woord, waarvan do
laatste lettergreep ook als zelfstandig woord
gebruikt kan worden. B.v.: rozenstruik.
De volgende moet nu een dito woord opge
ven, dat begint met „s trui k". B.v.: „struik
roover". De volgende: roo versben de,
wie volgt: bendeleider, enz. Men begrijpt,
dat 't dikwijls moeilijk is, altijd een woord
te vinden, dat begint mot de laatste helft
van 't vorige, en dat ook tevens geschikt is.
otn een volgend woord mee te maken!
Ook een geliefd spelletje is: spreekwoor
den radon. Eén van de kinderen moet eve.s
de kamer uitgaan. De anderen bedenken sa
men een spreekwoord. B.v.: Zooals de waard
is vertrouwt hij zijn gasten. Elk krijgt nu op
de rij af een woord, dat hij goed in gedaeh
ten moet houden. B.v.: Piet: „zoo'als"; Ca-
thrien: „de"; Jan: „waard"; Jo: „is"
Truus: „vertrou wt", enz.
Dan mag degene, die weggegaan is, bin
nenkomen cn willekeurige vragen stellen
aan alle kinderen, natuurlijk te beginnen
hij Piet. Piet moet een antwoord geven,
waarin het woordje „zooals" voorkomt. Stel
dat de vraag luidt: „kom je wel eens te
laat op school?" Dan kan Piots antwoord
zijn: „Daar wacht ik me wel voor, want
z o o a 1 s je weet krijgen we daar
straf voor!"
De volgende vraag: „Houd je van schaaf
senrijden?" kan door Cathrien beantwoord
worden niet: „als de ijsbaan maar open
was, ging ik elke dag!
Een volgende vraag, bijv.: „heb jullie
thuis een hond?" kan beantwoord worden
met: „Neen, Vader vindt een klein hondje
niets waard, cn Moedor wil geen groote.
Dns, nu hebben we er heelemaal geen!"
Zoo gaat men door. De vragensteller
moet uit de antwoorden het spreekwoord
afleiden.
Wanneer men voldoende potlood en pa
pier bij de hand heeft, kan men dat ook
gebruiken.
Men noemt een lang woord, bijv.:
chocoladefabriek, en geeft allen vijf minu
ten tijd om met behulp van de letters uit
dat woord zooveel mogelijk goede Neder
landsche woorden te maken. Wie na de be
paalde tijd de meeste heeft, is winnaar.
Dit zijn allemaal gezelschapsspelletjes
voor binnen. In 't voorjaar of in de zomer
is hot echter verstandiger, het feest zoo
veel mogelijk buiten te vieren.
Spelletjes als: boompje verwisselen (10
spelers, 9 lioomen dus er blijft één over!)
of, bij gebrek aan boomen. z.g.n. „stui
vertje wisselen" (trek bij 10 spelers 9 krin
getjes op de grond; 9 kunnen er dan een
plaats vinden; de 10de schiet over!), zijn
altijd geliefd.
Yprrier bijv. de volgende:
Voetje van do aron d (wie de .voe
ten van de grond af heeft, is vrij!),
Vos kom uit je hol (de vos in een
echt of denkbeeldig hol; kuikentjes lokken
hem niet de roep: „Vos, kom uit je hol!
Ze worden daarop door den vos gevangen
en in 't hol gebracht).
Schatbewaarder (een kring in 't
midden, gevuld met houtjes, turven, of iets
dergelijks. Een speler er bij de schatbe
waarder, die de kring met inhoud bewaakt
Rondom, op een afstand van ptm. 2V4
M„ staan zooveel kleine kringetjes getce
kend, als er spelers over zijn. Elk van hen
probeert nu (bij telkens één tegelijk) zoo
veel van de schat te rooven, als hij maar
kan. Maar wie daarbij door den schatbe
waarder getikt wordt moet al 't geroofde
teruggeven. Wie, als alles weggcioofd is,
de meeste voorwerpjes in z'n kringetje
heeft, mag (le volgende maal schatbewaar
der zijn.
Zwarte man of witte vrouw.
Een soort van „overloopertje". In een rij
naast elkaar staan de kinderen. Met 't ge
zicht naar hen toe, in 't midden van de
speelruimte, staat de „zwarte man" of
„witte vrouw". Na de vraag: „wie is er
bang voor do zwarte man (resp. witte
vrouw)", loopen allen over naar de andere
zijde van het speelveld. Wie getikt wor
den, mogen de zwarte man helpen.
Bij gelegenheid kunnen we nog wel meer
van soortgelijke spelletjes geven. Ze zijn er
bij tientallen.
Hier is echter even goed leiding van
Moeder gewenscht als bij de gezelschap»
spelletjes binnenshuis.
Zulke gezellige speelmiddagen vindon
kinderen altijd heerlijk. Op verjaardagen,
en ook „zoo maar" als exraatje, voldoen ze
best.
Voor de Christelijke feestdagen zijn ver
tellen en zingen altijd fijn. Dat geeft een
bijzondere wijding aan zulke dagen; de kin
deren onthouden de telkens weerkeerende
mooie verhalen, en de mooie, zuivere sfeer
van het gezamenlijk zingen vaak hun le
ven lang!
Het vertrouwen, het zich open en eerlij),
uitspreken wordt bevorderd in gezinnen,
waar Moeder, en zooveel als kan ook
Vader zich met de kinderen bemoeien, mee
leven een mee-genietcn? Daar voelen de
kinderen zich niet ver beneden Vader en
Moeder, maar daar weten ze, dat Vader en
Moeder in al hun dingen belang stellen.
En, zooals de vorige maal al gezegd
werd: kinderen, die zoo'n jeugd hebben,
bewaren daaraan de meest, teedere lich
tende herinneringen; in de blijde zonnig
heid, welke Moeder hen daarin meegeeft,
kunnen ze zich later nog lang koesteren,
en ze kunnen ook dat licht laten uitstra
len over de soms licht- cn zonlooze levens
van anderen.
VOOR DE JEUGD
Beste Nichtjes en Neefjes,
Vol moed begin ik vanavond aan „ons
hoekje". Daartoe is wel reden. Een heek» rij
inzendingen ontving ik; een heole verzame
ling brieven. Daarom begin ik maar vlug
niet de uitslag van de raadsels; anders kon
ik wel eens niet behoorlijk klaar komen.
De oplossingen zijn:
1. de vensterruit. (Deze is tegelijk
binnen en buiten!).
2. I11 Februari eten de menschen het
minst, want dat is de kortste maand.
3. Een ha-ring is niet rond.
4. Het bed is k 1 a a r, maar wordt dage
lijks toch opnieuw opgemaakt.
5. Op de ,.M e I k w eg" (zichtbaar aan dc
sterren-hemel!) is nog nooit iemand
gegaan!
Velen van jullie vonden de raadsels nog
al moeilijk. Ja, ze waren een beetje anders
dan gewoonlijk. Daar moet jullie deuk ik
eerst weer even aan wennen!
Toch waren cr heel wat goede oplossingen
Fijn, hoor! Maar niemand had alles
goed. De prijs is deze keer dus voor: n i e
man d!
Een eervolle vermelding verdienen Jan
n i e v. D. en Henk M.
En nu de nieuwe raadsel- Nog maar een»
zoo'n stelletje, maar nu iets gemakkelijker.
1. Waar staat een hoornblazer, als hij
blaast?
2. Wie kan alle talen spreken?
3. Hoeveel spijkers heeft een goed besla
gen paani noodig?
4. Waarom eten witte schapen meer dan
zwarte?
5. Wat is tusschen hemel en aarde?
Ziezoo, het beste ermee. Jullie weet nu zoo
ongeveer, met wat voor soort raadsels je te
don hebt, cn dus ook, dat je goed op inoet
passen, om er niet in te loopen. Vooruit dan
maar! 'k Hoop, dat jullie ze allemaal vindt.
Inzondingen uiterlijk tot en met Dinsdag
morgen 11 Februari. Krijg ik van ieder
weer wat?
Nieuwe deelnemers en deelneemsters har
telijk welkoml Elke abonné t an de Maas- en
Sclieldebode mag meedoen.
Tot slot de briefjes.
Marietje V. te Middelharnis. Nou, als jij
brieven schrijven zoo moeilijk vindt, vind ik
je dubbel kranig. Want: het gaat best. Wat
een fijne verjaardag en mooie cadeaux! Ik
denk, dat er niet veel kinderen zóó verwend
worden als 'ze jarig zijn! Is Moeder weer
beter? Doe haar mijn groeten maai! Je ziet
zelf wel, wat er aan je oplossingen ontbrak,
hé? Maar dat is niets: al doende leert na
Nu, Marie, tot de volgende keer hoor. Daag:
Henk M. le Sommelsdij'k. Zoo, wat heb jij
een gedienstige broer. Benijdenswaardig
hoor! Is het prachtige boek uit? Dan krijg
ik zeker eens een langere brief van je. Of
ben je nog erg druk met je huiswerk? Nu,
je ziet zelf maar, hoor! Fijn, dat je zooveel
van lezen houdt! Dat is goed voor jongens!
Heb je gezien, welke fouten jij had in de
oplossingen? Toch was jouw oplossing van
no. 1 ook wel waar. Maar de lucht buiten en
binnen is niet dezelfde, hè? En die venster
ruit. wèl! Wil jo m'n groeten doen aan alle
maal. Tot sclirijvens, Henk. Dag!
Lena B, te Ouddorp. Ja, je eerste brief
was helaas te laat. 't Was anders een fijne
lange. Leuk, hoor! Jij houdt wel van school
gaan, merk ik! Hè, Aronskelken vind ik ook
zoo prachtig! 't Kan me begrijpen, hoe blij
je Moeder was! Zoo, vie! 't boekje in de
smaak? Prachtig. Als ik nog eens in Oud-
dorp kom maai' dat is alleen 's zomers
dan zou ik je wel graag eens op willen
zoeken. Ja, haken is prettig, hè? E11 fietsen
niet minder, a.l is 't weer heel iets anders!
Wil je vooral de hartelijke groeten doen
aan je Moeder? 'k Vind liet zoo fijn, dat ze
je altijd helpt onthouden, dat je schrijven
moet. Dag Leent Je raadsels zal ik piaat-
sen. Dank je wel!
Bra mP, te Numansdorp. Och., och, 110. Ij
en 110. 4 van de raadsels hebben jullie bijna
allemaal te pakken gehad! Maar dat is wel
eens goed. Zoo leer je extra-flink nadenken!
Leuk toch, zulke makke duiven, 'k Zou ze
best eens willen zien! Woont er familie van
jo in Oude Tonge? Wat een gevaarlijke
tocht zeg, zoo alleen met die roeiboot! Ja,
jammer dat het niet vriest. Maar: wie weet,
wat er nog komt! Gelukkig, dat jo dat
schrijft van die troostprijs, 'k Zal er om
denken, 't Is wel opgegeven, hoor! Zeker oen
vergissing. Maar 't komt wel in orde. Nog
even geduld. Dag Bram! Groeten in Nu
mansdorp, hoor!
Trijntj'e V. te Middelharnis. Wat een fijn
postpapier, zeg! Wees er maar zuinig op.
Dank je wel voor je nieuwjaaitswensch.
Mooi dat liet bloc-note zoo goed te pas komt.
Ja, ik kan 111e begrijpen, dat je 't wel eons
stil hebt thuis, en dat liet heerlijk is, als
jo zoo'n poosje gezelschap hebt. Maar je
moet maar veel mei je vriendinnetjes spelen
hoor! Dat doe jo trouwens wel, merk ik.
Gezellig, hè, zoo'n verjaardag! Ja jij klaagt
ook al, dat brieven schrijven zoo moeilijk is.
Maar t gaat heusch goed. E11 hoe vaker
je t doet, hoe gemakkelijker je 't gaat vin
den! Denk daar maar om. Daag!
Jannie v. D. te Beverwijk. Die oplossing
van no. 1 vond ik grappig. Jo hein gelijk.
In 't woordje binnen is de n binnen en bui
ten! Jammer, dat je no. 4 niet had. Wat een
knappe handwerkster hen jij! Jammer hè,
dat 't mooie weer zoo gauw voorbij was. Ju,
t is leuker om op een M.V. te gaan niet
meisjes van gelijke leeftijd, 'k Hoop, dat die
Afrikaansche een gezellige pen-friend van
je zal zijn. Je mag mij ook wel eens laten
genieten van je talenkennis. Dat is een goe
de oefening cn ik houd er wel van. Krijg ik
nog eens gauw weer bericht! Daaag!
Louisje M. te Fijnaart. Wat een mooie an
sicht heli ik van jou gekregen. Dank je wel,
hoor! Echt fijn. Kon je de raadsels niet?
Nou een volgende keer dan maar weer, hè?
Groeten aan allemaal cn ook aan jullie Jut-
frouvv. Wil je dat doen? Dag, hoor!
Ida J, te Stellendam. Dat was een gezel
lige en keurige brief, hoor! A.s. Dinsdag
komt alles vveï in orde; breng het boekje
maar mee. oor Moeder zal ik probeeren een
krant te krijgen, 't Was toch anders wel
een mooi boekje, hè? Maar enfin, er zijn
moer mooie. Dus we zullen zien. Doe m'n
hartelijke groeten maar aan Nloeder, Vader,
Truusje en je kleine broei'. Daag!
Arie W. te Stad aan 't Haringvliet Zoo'n
knapen vergadering vind je zeker we) leuk.
lie? Wou 't nogal lukken met wat je er voor
doen moest? 't Was zeker de eerste keer,
he? Dammen en schaken zijn fijne spelen'
boor. Maar schaken doe ik nooit; (lammen
wel eens een enkele keer. Nu, tot sclirijvens
hoor. lc Heb weinig plaats meer.
Jaap Wagner. Je mooie raadsels zal ik
plaatsen. Even geduld nog. Weet je nog niet
een paar jongens of meisjes, die mee zou
den willen doen? Vraag het maar eens. En
schrijf het dan. Daag. Groeten aan Adri!
•^Wagner. Leuk, dat jij Bram ook
schrijft Vat een deftige letters begin jij te
maken. Nou, een volgende keer schrijf ik ie
weer eens meer. Dag, hoor!
Groent aan allen,
TANTE TINE