VOOR VROUW EN KIND PUROL Op elke wond MAAS- EN SCHELDEBODE ZATERDAG 1 FEBRUARI 1936 LEVENSWANDEL KERK EN SCHOOL MENNO SIMONS ndfiasta 60 CT. 1 ID Abraham -n Lena, d. idrikje van. der Sluijs, iieviet, 25 j. n: Lena d. van Osten- us van Dam z. v. Jacob en Adriana t en bTeeltje en d. van Corne- nnetje van Ruilof van unites z. v. :m. Din- >ara Kievit. rail 1933 do brigade rveer 50-ja- tste, bijge-, i den reeds arrestaties comber 1933 éhouder en p uit Her avond \ail e markt te fiets naar ■ghemschon overvallen n zich een .nkbiljetten ak had tot ggcvonden, ,d men niet tor een der die in net vertoeven, tot nu toe nield werking ge- gelegd is dzeekanaal an Amster- d van Bui- is en Kalis, s uit het dezen nièu it zich een alijk tenge- ipoten zand dat het en in den leter werd lassa's van anaal gele- a door het iweg in do joldei'. Op tvcmd circa elfs 20 a 25 er een hal- richtingen ele verkeer akking zoo man en met zand- rkeer over oo spoedig den Rijks- atse. Men tenval van late tot het inzake do langs den dam naar plaats ge ien de toe ft kunnen ers van de oorgewerkt geheel ge- de drukke voortgang werzien is et. rgen: om kwart Ierland op n overweg hting Hen. as gezeten >tig uit En- rder de 28- eft besteed >lg dat de nen vloog, kreeg it voertuig auto terug sen poging peed sloeg er niet od aatse: im- ek van de deze weg fde lichten het onge- aarna den n nog net aarna het ng in het. De Jonee- imen later Ismede de leid. n vast te evvijs had. i overweg 1 4 1 -4 VOORDE ZONDAG Indien wij door den Geest leven, laat ons ook door den Geest wandelen. Gal. 5 25. In het kerkelijk leven hebben we 't nog al eens over den levenswandel. De klem toon valt bij ons niet alleen op de zui verheid in de leer, maar ook op den onberispelijken levenswandel. Dit is geheel Schriftuurlijk. Daarvan spreekt Paulus aan de ge meenten in Galatië en hij legt er sterken nadruk op. dat zoo we door den Geest leven, we ook door den Geest zullen •wandelen. Wat beteekent dit, dat we leven door den Geest? Dat ziet op ons levensbegin sel, dat geestelijk is. Dat door den Geest Gods wedergeboren is. De Geest staat hier krachtens het ver band tegenover het vleesch. En het vleesch is het zondeleven, het zondeleven in zinnelijken stoffelijken en in geeste lijken zin. Het zondeleven in hoererij, in het grof zinnelijke, in het zichtbaar vlee- schelijke en het zondeleven in twist, tweedracht en afgoderij, in de koestering van het geestelijk ik. Welnu, de Geest Gods heeft dat zon deleven in ons gebroken. De Geest Gods heeft de wereld in ons overwonnen. En al verheft zich de zonde altijd nog weer in ons, we zijn geen slaven der zonde meer, we worden door haar macht niet meer overheerscht. maar hebben het vleesch gekruisigd met de bewegingen en begeerlijkheden. En zoo leven we door den Geest, geestelijk. Zoo is ons levensbeginsel veranderd, omgezet, vernieuwd, herboren. Welnu, als dat zoo is, laat ons ook door den Geest wandelen. Hier is een woord ge bruikt in de oorspronkelijke taal, dat lijn beteekent. Er moet dus één lijn in ons leven zijn. Ons innerlijk leven en de openbaring naar buiten, ons doen en laten moet in één lijn loopen. Er moet stijl in ons leven zitten, de stijl des Geestes. Ons belijden en ons leven, onze levensopenbaring moet één zijn. De beste controleur van ons .lev.en.Sr beginsel is onze levenswandel. Ik bedoel daarmee nog niet, of we in de uiterlijke godsdienstige dingen onbe rispelijk zijn. Of we getrouw naar de kerk gaan en in den Bijbel lezen aan de huistafel en niet op plaatsen komen, waar de wereld haar levensdoel zoekt. Maar ik bedoel daarmee veel meer dit, of we in de levenspractijk, in de omgang en verhouding tot onze naasten, in ons zakenleven en in den winkel, in ons op treden onder de menschen, of we daar werkelijk door den Geest wandelen. Dat is de groote moeilijkheid en de groote strijd in het leven der oprecht geloovigen. Ze beantwoorden er nooit volkomen aan. Ze komen daar sterk tekort. Ze hebben daar groote schuld. En hierin laten ze zich gaarne door de Schrift en door den Geest vermanen: zoo ge dan door den Geest leeft, wan delt ook nu door den Geest. Dit is wel een woord voor dezen tijd. Waarom? Wel, niet omdat het geen woord voor alle tijden is, maar hierom, omdat meer dan ooit het optreden van Christus' kerk in de wereld een sterk en groot getui genis aan en tegenover de wereld moet zijn. Deze tijd vordert een nauw leven. Zoo ooit, dan roept God ons nu in deze dagen van teruggang, zoo niet van ondergang ons in heel ons optreden naar buiten te openbaren als geloovigen. als menschen van het beginsel, als geeste lijken, als volgelingen des Heeren. Hoe zwakker de wereld wordt in haar kunnen en hoe sterker de wereld wordt in haar woorden, hoe meer God Zijn kerk op aarde roept door een sterk le vensgetuigenis, door een onverzettelijk ja of neen, door een levensuiting in over eenstemming met het leven uit God, dat ze in gich draagt, de kracht van het woord Gods te toonen. Daarom allereerst zullen we Gods Woord alzoo tot ons laten spreken. Die ooren heeft om te hooren, die hoort. Die hoort, wat de Geest tot de kerk in het heden zegt. Er is ook nog een andere reden, waar om een woord als dit nu, in deze dagen met zoo sterke stem spreekt. En die is deze, dat in het algemeen genomen, hier zoo heel veel ontbreekt. In plaats van te leven uit eigen begin sel en zich gevangen te geven aan Gods Woord is bij zoovelen (laten we ons zelf vooral niet uitzonderen) hier een meegaan met de wereld. De groote „men" heeft te sterk woord onder ons. We doen of laten teveel om „de menschen". De goden van den tijd schrijven ons teveel het levensrecept voor. Dat worde ons tot schuld. Dat berouwe ons. Daarin kome onze verootmoediging uit en alzoo mogen we het tot ons zelf eerst en daarna tot anderen zeggen »n de kracht des Geestes: Indien wij door den Geest leven, zoo laat ons ook door den Geest wandelen. Is dit genoeg? Neen. Paulus eindigt z'n brief aan de kerken aldus: de genade van onzen Heere Jezus zij met uwen geest. Daar, we zullen om deze genade bid den, ja smeeken. Bidden, dat we mogen wandelen door den Geest. Gelooven, dat we kunnen wandelen door den Geest. Is dit genoeg? Ja. Want Hij heeft tot mij gezegd: Mijne genade is u genoeg. GEREF. KERKEN Bedankt: Voor Heeg (als miss. pred. Ie Keboemen), Dr. J. v. d. Linden te Tzum. NED. HERV. KERK Beroepen: Te Aalburg en Heesbeen, E. Schimmel te Ameide en Tienhoven. Te Barneveld, L. Biok te Brandwijk. Aangenomen: Naar Baambrugge, P. Six Dijkstra te Tuil en 't Waal. GEREF. GEM. Beroepen: Te Opheusden, H. Ligten- berg te Lisse. Tweetal: Te Rijssen, 'J. Fraanje te Bar neveld en R. Kok te Veenendaal. EV. LUTH. KERK Drietal: Te Maastricht, F. J. B. van der Chijs, prop. te Schiedam, Mr. D. G. Hoevers te Amsterdam en C. H. Brandt te Haarlem. Beroepen: Te Maastricht: F. J-. B. van der Chijs, prop. te Schiedam. HERST. EVANG. LUTH. KERK Beroepen: Te Den Helder, W. J. F. Mei- ners, prop. te Amsterdam. DOOPSGEZ. GEM. Zestal: Te Drachten en Ureterp, S. A. M Daalder te Veendam, W. F. Golterman te Mak- kum, H. W. Meihuizen te Hippolytushoef, P. J. Smidts te Den Helder, J. E. Tuininga te West- Terschelling en F. van der Wissel te Kampen. Prof. Dr. H. H. KUYPER Prof. Dr. H. H. Kuyper te Bloemendaal, oudste zoon van wijlen Dr. A. Kuyper en nestor van de hoogleeraren aan de Vrije Universiteit, herdenkt Zaterdag 1 Febr. den dag waarop hij voor 45 jaar het predikambt aanvaardde in de Geref. Kerken. Dr. K. J. BROUWER Hoewel de Zendingsdirector Dr. Brouwer, die met zijn familie bij Arnhem een zwaar auto-ongeluk had, nog eenige weken in het ziekenhuis zal moeten blijven ter genezing van de beenfractuur, verloopt z»Jn herstel toch gunstig. Een zijner dorhters heeft reeds het ziekenhuis verlaten; de andere dochter en de dienstbode zijn bijna genezen. CONGRES VOOR CALVINISTISCHE THEOLOGIE Xederlandsche sprekers Kaar wij vernemen komt ter eere van het jubileum der invoering van de kerkhervor niing te Genève, dat aldaar van 1214 Juni gevierd wordt, direct daaraan verbonden van 1518 Jum in dezelfde stad een congres voor Calvinistische theologie bijeen. Eere-voorzitter van het congres--! nmité ie Ds. F.ugène Choisy te Genève. Gehandeld zal worden over de leer der voorbeschikking en der uitverkiezing. Op de lijst der sprekers vinden we o.a. Peter Barth te Bern, Jean Cadier-Frank- l'Vjk, Prof. Dr. Lecerf en Maury van Parijs, Prof. Dr. Eduard Thurneysen, van Bazel, R. Grob van Zurich en uit Nederland: Dr. H. Colyn, minister-president, Prof. Mr. V. H. Rutgers van de Vrije Universiteit te Amsterdam en Dr. G. Oorthuys, Red. Hervormd predikant te Amsterdam. Het congres heeft als basis aangenomen: de gezamenlijke Gereformeerde belijdenisgeschrif ten, te weten de Westminster confessie, de 39 artikelen van de Anglicaansche kerk, de belij denis van La Roebelle, de Nederlandsche ge loofsbelydenis, den Heidelbergschen Catechis mus, den Geneefschen Catechismus. „Wij wen schen", zegt het congresoomité (de predikan ten Courvoisier, Dominicé en De Saussure) ..allen hijeen te brengen die deze basis accep teeren''. Secretaris van het congres is ds. Fre deric Dominicé, rue Diday 12 te Genève. Verliet 30 Januari 1536 de Roomsche Kerk De Doopsgezinde Gemeenten in ons land, en vooral ook die in N.-Amerika, waar er ruim duizend zijn, herdenken in deze dagen het feit, dat vier eeuwen geleden Menno Simons zijn ambt als pastoor van Witmar- sum neerlegde en overging tot de z.g. Uoo- perschen. Hij was niet, gelijk men veelal aanneemt, de stichter der Doopsgezinde Broederschap; de eigenlijke vader dezer be- Menno Simons weging was Melcliior Hoffmann, een rond trekkend prediker uit Zwabenland, wiens volgelingen Mclchiorieten werden genoemd. Bij hen sloot Menno Simons, nadat hij bijna twaalf jaar pastoor was geweest, zie.li aan. De overgang van dezen zeer weispreken den disputant uit Rome naar liet Protes tantisme is jarenlang voorbereid; in het eerste jaar van zijn pastoraat al begon Men no Simons te twijfelen aan liet wonder van tiet misoffer. En nog voor 1536 was hij ge doopt, daarmee aanvangende zijn oproep tot ware boete en bokecring uit Rome's banden. In 1540 .verd Menno Simons de leider van de naar hem genoemde beweging, omdat Oblie Eilips (die hem gedoopt had), zeer tot teleurstelling der broeders, zijn bekeering verloochende en tot de wereld terugkeerde. Hoewel men zijn naam in nauw verband heeft gebracht met de Munstersche Weder- doopers, moet de/e verwantschap toch ont kend worden, ook, omdat hij zelf zicli „gan- schelijk onschuldig'' noemt aan de Munstcr- schen, „een oproerige secte". Hun veel wijverij en hun gebruik van het zwaard keurde hij scherp af. Niettemin stoelde hij met hen op denzelfden ana baptistischen wortel en ook zijn geestelijke vader is Mel cliior Hoffmann geweest. Van 15361543 heeft de volijverige predi ker het land doorkruist., om zijn geestver wanten tè verzamelen en te sterken; zijn „hoofdkwartier" was Oldersum bij Emden. Daar ook heeft hij zijn twistgesprek met Johannes a Lasco gehouden, spoedig ge volgd met zijn verbanning. Er kwamen nu moeilijke jaren, temeer waar Menno allengs feller werd in zijn betoog pn ook in den kring der Dooperschen alweer geschillen op traden. I11 1558 kwam zijn zwerversbestaan tot rust. op het „Woeste Veld" tusschen Lübeck en Hamburg, waar een der landhee- ren hem een onderdak en bescherming bood. Daar heeft hij nog een gem. gesticht en is hij ook gestorven, op 31 Januari 1561; hij was geix>ren in Januari 1196 en is dus 65 jaar geworden. Hoewel Menno Simons (die in later jaren zich teekende: „Menno Symons de Creu- pele", omdat hij heel dik en zwaar waf cn hinkte) geen krachtige figuur was en geen sterk organisator, is zijn leven en streven vooral in N.-Amerika tot op dezen dag ge rechtvaardigd door een vrij omvangrijke groep Mennonieten. In de Vereen. Staten tel len zij een 100.000 leden van ongeveer 1000 gemeenten niet. 1500 voorgangers^ Ook hier echter splitsing: de Mennonite Church is een aparte groep van 350 gemeenten met 35000 leden, die ook een „College" onderhon den, dat genoemd is naar Menno's geboor teplaats Witmarsum. Bij sommige groepen vindt men de eigenaardigheid, dat zij syste matisch al het nieuwe negeeren; bijv. geert knoopen aan de kleeren, maar haken en oogen. Geen gordijnen voor de ramen, geen gouden of zilveren Sieraden voor de vrou wen. In deze dingen herkent men de „Ooo- perschc mydinghe", die wel een der bekend ste trekken, ook in Menno Simons' [eer was. liaansche kunst en kunstgeschiedenis, in het bijzonder in de geschiedenis van de grafi sche kunsten. KERKELIJKE VERKIEZING ONGELDIG VERKLAARD Op het beroep van een tweetal lidmaten der Ned. Herv. Gem. te B i e z e 1 i n g e, 'egen de op 12 Nov. 1935 gehouden verkie zing van twee notabelen, is door het Prov. college van Toezicht in Zeeland deze verkie zing ongeldig verklaard op grond van het feit, dat 10 lidmaten, hoewel op de kie zerslijst voorkomende, ten onrechte van de uitoefening van het kiesrecht zijn uitgeslo ten. Thans zal binnen een maand een nieuwe verkiezing moeten worden gehouden. GEREFORMEERDE BOND De jaarvergadering van den Geref. Bond zal D.V. gehouden worden op 23 April a.s. Het referaat zal gehouden worden door Ds. J. Woelderink te Ouderkerk a. d. IJssel. Een wereldreis van Koning Edward? Volgens een der Engelsche bladen zou Koning Edward VIII volgend jaar, direct na zijn kroning, een rondreis maken door het geheele Britschc Rijk, welke tien maan den zal duren. Tijdens de afwezigheid van den Koning zouden de staatszaken worden waargenomen door een Staatsraad bestaande uit Koningin Mary en de drie Koninklijke hertogen. Een fotmeole beslissing is nog niet geno men, doch het blad wijst eron, dat deze reis niet alleen wcnschelijk, doch ook onvermij delijk wordt geacht, daar bij het statuut van Westminster de Dominions op voet van gelijkheid worden gesteld met het Vereenigd Koninkrijk, zoodat de Koning tegenwoordig dient te zijn bij de plechtigheden tor gele genheid van zijn troonsbestijging in elk der staten, die deel uitmaken van het Britscho Rijk. Op deze reis zou Edward VIII worden ge kroond tot Keizer van de Indische Bonds staat, ter gelegenheid waarvan te Delhi in den herfst van het volgende jaar een „dur bar" zal worden gehouden. VOOR DE VROUW KINDERFEESTEN (Slot) Wanneer moeten we nu zulke kinder feestjes organiseeren? Hoe vaak? Op welke manier? Zoo kunnen we doorgaan met vra gen. Maar dat is toch eigenlijk niet noodig. We zijn toch geen slaven, die alle regels, welke denkbaar zijn, volgen, en dan nog vragen om meer? Geen machine-niensclien, die alles doen, zooals 't voorgezegd wordt; geen sleurliefhebbcrs, die voor elk ding stééds weer dezelfde tijd, dezelfde aanlei ding en dezelfde oplossing wenschen? Nu dan: laat ieder hier naar eigen mee ning hebben, haar eigen oordeel vellen, haar eigen plannen vormen, uitwerken, en vooral: uitvoeren. Want wat dit laalste betreft: de goede voornemens zijn meerma len talloos, maar verderoch, als 't zoo ver is, komt er zoo vaak „juist'' iets tus schenWc zijn wel eens „niet in <fe stem ming" om te feesten; dus moet 't dan maar overgaanWe hebben (heusch" geen tijd; een ander keertje dan maar- En we hebben er geen erg in, dat we bezig zijn, stukje voor stukje in onze kinderen af te breken het vertrouwen dat zo hadden in onze opreolithcid en goede wil! Er zijn natuurlijk gelegenheden, die als vanzelf feestelijk herdacht worden. Denk aan de vele verjaardagen, die in de huisgezinnen te vieren zijn. Verder zijn er onze Christelijke feestdagen, de vaeanties, die daaraan veelal gepaard gaan, en verder andere dagen, die in liet ge zin feestelijk gemaakt worden om de een of andere reden. Maar moet het daarbij blijven? Moet er be slist een duidelijk aanwijsbare oorzaak zijn, die aanleiding geeft tot feest? Het tegendeel is waar. Natuurlijk moet er kend, dat al die dagen heerlijk zijn. En in dien ze werkelijk in feestelijkheid doorge bracht worden, blijde herinneringen nalaten. Maar tooh: er kan een bijzondere bekoring uitgaan van zoo eens „een middag" onver wacht feest. Van „zoo maar eens" een gezel lig avondje. Juist d i e gelegenheden laten de kinderen voelen, dat moeder er op uit is, hen zoovee) mogelijk genoegen te bezor gen, hen zoo gelukkig mogelijk te maken. Niet, alsof de kinderen dat zoo bewust zou den erkennen en onder woorden brengen. Maar onbewust in hen wordt toch een groot dankbaarheidsgevoel gekweekt, juist speciaal vanwege die extra-gelegenhedenl Een extra blijde lentedag, een prachtige dag in de zomer, storm en regen in de herfst, en guurheid en koude in de winter, bieden zich als om strijd aan om te baat ge nomen te worden als aanleiding tot iets bij zonders, iets „anders" dan anders! Maar daarvoor is bij moeders zélf noodig levensblijheid cn zelfverloochening. Levensblijheid, want wie die niet bezit, merkt niet eens al de weldaden op, die ons zoo dikwijls feestelijk kunnen stemmen. Maar ook: zelfverloochening: het feest is Voor onze kinderen en eerst in hun genot kunnen wij ons verblijden. Wie al is het onbewust zichzelf wil handhaven bij zulke ©degenheden, eigen rust en tijd er niet voor opofferen wil, zal tegen zulke feestjes op zien. Daarentegen: die zich geeft voor de kinderen, zal daardoor ondervinden dat ook in dat „geve n" het „o n t v a n g e n" beslo ten ligt. Want aan hen zal rijke voldoening vergoeden, wat ze hebben opgeofferd. Hoe dan die feestjes in te richten? Ieder doet dat op haar eigen manier; dat staat vóórop. Maar: enkele algemeene wen ken kunnen toch misschien dienstig zijn. Ten eerste: vraag niet te veel vriendjes of vriendinnetjes. Naarmate het gezin zelf talrijker is, zal dit laatste natuurlijk minder noodig zijn. Maar, al zijn er weinig kinderen, dan toch geen stoet van speelmakkertjes. Dat maakt onrustig en vaak ook ontevreden, 't Wordt een jacht, wie de meeste kinderen mag „vra gen". E11 de kinderen onder elkaar spelen dan meestal lang zoo aardig niet. In de tweede plaats: ook bij de feestjes is soberheid vereischt. Laten we er geen snoep partij van maken, zoodat de kinderen, thuis gekomen, niet anders kunnen zeggen, dan: „We hebben zoo'n boel gehad!Het voornaamste van het feest moei blij ven: de gezelligheid, het prettigo samen spelen en genieten. In d» derde plaats: wanneer men zoo'n „kinderfeestje" wil, is het altijd goed, een programma vast te stellen, al is liet nog zoo eenvoudig. Wat de kinderen uiten als bijzondere wen schen, kunnen we daardoor altijd nog wel verwerken; jammer is het daarentegen, war neer men op 't laatst de kinderen niet goed meer weet bezig te houden. En vooral: laat do kinderen toch een ge meenschappelijke maaltijd mogen hebben. Niets vinden ze zóó heerlijk als met elkaar bij .iemand anders" te mogen eten. Dan zijn er heusch geen overvloedige maaltijden noodig; bij n ander is immers alles mooier, leuker en lekkerder dan bij moeder thuis, in de kindergedachten? Daar om: geen overdrijving en verwennerij. Een klein lekker extraatje is natuurlijk nood zakelijk vanwege de feestelijke indruk, die men geven wil, maar: overdaad schaadt! Nog eens: 't zit niet in 't vele lekkere, maar in de knusse eensgezindheid en gezel ligheid. Bovendien dit laatste niet het minst: doe met de kinderen mee. Dan is het dubbel feest. Immers: Moeder is meestal ernstig en druk, ze beeft geen tijd zich steeds te be moeten met 't spel der kinderen. Maai nunu is 't feest, en nu is moeder net zoo blij als de kinderen... Zin maarl ze zit in 't kringetje; ze werkt niet, o, nee, lekker niet! Ze speelt mee, ze lacht mee, zeJa, zeker, dat kost wel eens zelfverloochening, zelfbeheersching! Maar daartegen weegt de voldoening werkelijk ruimschoots op. Wat we dan toch eigenlijk zullen doen met het stelletje? Och, alles is geschikt. Mits het een beetje nieuw en afwisselend is Op verjaardagen Icenen zich allerlei ge zelschapsspelletjes goed. Wie een sjoelbak bezit, is dadelijk klaar. Maar: de anderen zijn evengoed gemakkelijk te helpen! Denk maar eens aan de gewone spollctjes, zooals: „Ik zie, ik zie, wat gij niet ziet" en zooveel andere. Werkelijk, met eon clubje gespeeld, vallen die a 11 ij d in de smaak, Ér zijn er immers genoeg. B.v.: één speler fluistert z'n rechterbuuiman een zinnetje in. Die buurman fluistert op zijn beurt de vol gende in, wat hij verstaan heelt, van de eer ste speler. De volgende brengt dat weer over enz. enz. Wanneer men 't kringetje rond is, zegt de speler, die begon, wat hij eigenlijk gezegd heeft tegen z'n rechterbuurman en wat cr van terecht gekomen is. Dikwijls krijgt men door 't niet goed verstaan de grappigste fouten cn afwijkingen. Of: een speler begint een verhaal te ver tellen. Midden in een zin houdt hij echter opeens op en laai z'n buurman verder gaan Zoo komt men dikwijls tot de meest fantas tischc bedenksels. Nog iets anders Eén der kinderen noemt een meerlettergrepig woord, waarvan do laatste lettergreep ook als zelfstandig woord gebruikt kan worden. B.v.: rozenstruik. De volgende moet nu een dito woord opge ven, dat begint met „s trui k". B.v.: „struik roover". De volgende: roo versben de, wie volgt: bendeleider, enz. Men begrijpt, dat 't dikwijls moeilijk is, altijd een woord te vinden, dat begint mot de laatste helft van 't vorige, en dat ook tevens geschikt is. otn een volgend woord mee te maken! Ook een geliefd spelletje is: spreekwoor den radon. Eén van de kinderen moet eve.s de kamer uitgaan. De anderen bedenken sa men een spreekwoord. B.v.: Zooals de waard is vertrouwt hij zijn gasten. Elk krijgt nu op de rij af een woord, dat hij goed in gedaeh ten moet houden. B.v.: Piet: „zoo'als"; Ca- thrien: „de"; Jan: „waard"; Jo: „is" Truus: „vertrou wt", enz. Dan mag degene, die weggegaan is, bin nenkomen cn willekeurige vragen stellen aan alle kinderen, natuurlijk te beginnen hij Piet. Piet moet een antwoord geven, waarin het woordje „zooals" voorkomt. Stel dat de vraag luidt: „kom je wel eens te laat op school?" Dan kan Piots antwoord zijn: „Daar wacht ik me wel voor, want z o o a 1 s je weet krijgen we daar straf voor!" De volgende vraag: „Houd je van schaaf senrijden?" kan door Cathrien beantwoord worden niet: „als de ijsbaan maar open was, ging ik elke dag! Een volgende vraag, bijv.: „heb jullie thuis een hond?" kan beantwoord worden met: „Neen, Vader vindt een klein hondje niets waard, cn Moedor wil geen groote. Dns, nu hebben we er heelemaal geen!" Zoo gaat men door. De vragensteller moet uit de antwoorden het spreekwoord afleiden. Wanneer men voldoende potlood en pa pier bij de hand heeft, kan men dat ook gebruiken. Men noemt een lang woord, bijv.: chocoladefabriek, en geeft allen vijf minu ten tijd om met behulp van de letters uit dat woord zooveel mogelijk goede Neder landsche woorden te maken. Wie na de be paalde tijd de meeste heeft, is winnaar. Dit zijn allemaal gezelschapsspelletjes voor binnen. In 't voorjaar of in de zomer is hot echter verstandiger, het feest zoo veel mogelijk buiten te vieren. Spelletjes als: boompje verwisselen (10 spelers, 9 lioomen dus er blijft één over!) of, bij gebrek aan boomen. z.g.n. „stui vertje wisselen" (trek bij 10 spelers 9 krin getjes op de grond; 9 kunnen er dan een plaats vinden; de 10de schiet over!), zijn altijd geliefd. Yprrier bijv. de volgende: Voetje van do aron d (wie de .voe ten van de grond af heeft, is vrij!), Vos kom uit je hol (de vos in een echt of denkbeeldig hol; kuikentjes lokken hem niet de roep: „Vos, kom uit je hol! Ze worden daarop door den vos gevangen en in 't hol gebracht). Schatbewaarder (een kring in 't midden, gevuld met houtjes, turven, of iets dergelijks. Een speler er bij de schatbe waarder, die de kring met inhoud bewaakt Rondom, op een afstand van ptm. 2V4 M„ staan zooveel kleine kringetjes getce kend, als er spelers over zijn. Elk van hen probeert nu (bij telkens één tegelijk) zoo veel van de schat te rooven, als hij maar kan. Maar wie daarbij door den schatbe waarder getikt wordt moet al 't geroofde teruggeven. Wie, als alles weggcioofd is, de meeste voorwerpjes in z'n kringetje heeft, mag (le volgende maal schatbewaar der zijn. Zwarte man of witte vrouw. Een soort van „overloopertje". In een rij naast elkaar staan de kinderen. Met 't ge zicht naar hen toe, in 't midden van de speelruimte, staat de „zwarte man" of „witte vrouw". Na de vraag: „wie is er bang voor do zwarte man (resp. witte vrouw)", loopen allen over naar de andere zijde van het speelveld. Wie getikt wor den, mogen de zwarte man helpen. Bij gelegenheid kunnen we nog wel meer van soortgelijke spelletjes geven. Ze zijn er bij tientallen. Hier is echter even goed leiding van Moeder gewenscht als bij de gezelschap» spelletjes binnenshuis. Zulke gezellige speelmiddagen vindon kinderen altijd heerlijk. Op verjaardagen, en ook „zoo maar" als exraatje, voldoen ze best. Voor de Christelijke feestdagen zijn ver tellen en zingen altijd fijn. Dat geeft een bijzondere wijding aan zulke dagen; de kin deren onthouden de telkens weerkeerende mooie verhalen, en de mooie, zuivere sfeer van het gezamenlijk zingen vaak hun le ven lang! Het vertrouwen, het zich open en eerlij), uitspreken wordt bevorderd in gezinnen, waar Moeder, en zooveel als kan ook Vader zich met de kinderen bemoeien, mee leven een mee-genietcn? Daar voelen de kinderen zich niet ver beneden Vader en Moeder, maar daar weten ze, dat Vader en Moeder in al hun dingen belang stellen. En, zooals de vorige maal al gezegd werd: kinderen, die zoo'n jeugd hebben, bewaren daaraan de meest, teedere lich tende herinneringen; in de blijde zonnig heid, welke Moeder hen daarin meegeeft, kunnen ze zich later nog lang koesteren, en ze kunnen ook dat licht laten uitstra len over de soms licht- cn zonlooze levens van anderen. VOOR DE JEUGD Beste Nichtjes en Neefjes, Vol moed begin ik vanavond aan „ons hoekje". Daartoe is wel reden. Een heek» rij inzendingen ontving ik; een heole verzame ling brieven. Daarom begin ik maar vlug niet de uitslag van de raadsels; anders kon ik wel eens niet behoorlijk klaar komen. De oplossingen zijn: 1. de vensterruit. (Deze is tegelijk binnen en buiten!). 2. I11 Februari eten de menschen het minst, want dat is de kortste maand. 3. Een ha-ring is niet rond. 4. Het bed is k 1 a a r, maar wordt dage lijks toch opnieuw opgemaakt. 5. Op de ,.M e I k w eg" (zichtbaar aan dc sterren-hemel!) is nog nooit iemand gegaan! Velen van jullie vonden de raadsels nog al moeilijk. Ja, ze waren een beetje anders dan gewoonlijk. Daar moet jullie deuk ik eerst weer even aan wennen! Toch waren cr heel wat goede oplossingen Fijn, hoor! Maar niemand had alles goed. De prijs is deze keer dus voor: n i e man d! Een eervolle vermelding verdienen Jan n i e v. D. en Henk M. En nu de nieuwe raadsel- Nog maar een» zoo'n stelletje, maar nu iets gemakkelijker. 1. Waar staat een hoornblazer, als hij blaast? 2. Wie kan alle talen spreken? 3. Hoeveel spijkers heeft een goed besla gen paani noodig? 4. Waarom eten witte schapen meer dan zwarte? 5. Wat is tusschen hemel en aarde? Ziezoo, het beste ermee. Jullie weet nu zoo ongeveer, met wat voor soort raadsels je te don hebt, cn dus ook, dat je goed op inoet passen, om er niet in te loopen. Vooruit dan maar! 'k Hoop, dat jullie ze allemaal vindt. Inzondingen uiterlijk tot en met Dinsdag morgen 11 Februari. Krijg ik van ieder weer wat? Nieuwe deelnemers en deelneemsters har telijk welkoml Elke abonné t an de Maas- en Sclieldebode mag meedoen. Tot slot de briefjes. Marietje V. te Middelharnis. Nou, als jij brieven schrijven zoo moeilijk vindt, vind ik je dubbel kranig. Want: het gaat best. Wat een fijne verjaardag en mooie cadeaux! Ik denk, dat er niet veel kinderen zóó verwend worden als 'ze jarig zijn! Is Moeder weer beter? Doe haar mijn groeten maai! Je ziet zelf wel, wat er aan je oplossingen ontbrak, hé? Maar dat is niets: al doende leert na Nu, Marie, tot de volgende keer hoor. Daag: Henk M. le Sommelsdij'k. Zoo, wat heb jij een gedienstige broer. Benijdenswaardig hoor! Is het prachtige boek uit? Dan krijg ik zeker eens een langere brief van je. Of ben je nog erg druk met je huiswerk? Nu, je ziet zelf maar, hoor! Fijn, dat je zooveel van lezen houdt! Dat is goed voor jongens! Heb je gezien, welke fouten jij had in de oplossingen? Toch was jouw oplossing van no. 1 ook wel waar. Maar de lucht buiten en binnen is niet dezelfde, hè? En die venster ruit. wèl! Wil jo m'n groeten doen aan alle maal. Tot sclirijvens, Henk. Dag! Lena B, te Ouddorp. Ja, je eerste brief was helaas te laat. 't Was anders een fijne lange. Leuk, hoor! Jij houdt wel van school gaan, merk ik! Hè, Aronskelken vind ik ook zoo prachtig! 't Kan me begrijpen, hoe blij je Moeder was! Zoo, vie! 't boekje in de smaak? Prachtig. Als ik nog eens in Oud- dorp kom maai' dat is alleen 's zomers dan zou ik je wel graag eens op willen zoeken. Ja, haken is prettig, hè? E11 fietsen niet minder, a.l is 't weer heel iets anders! Wil je vooral de hartelijke groeten doen aan je Moeder? 'k Vind liet zoo fijn, dat ze je altijd helpt onthouden, dat je schrijven moet. Dag Leent Je raadsels zal ik piaat- sen. Dank je wel! Bra mP, te Numansdorp. Och., och, 110. Ij en 110. 4 van de raadsels hebben jullie bijna allemaal te pakken gehad! Maar dat is wel eens goed. Zoo leer je extra-flink nadenken! Leuk toch, zulke makke duiven, 'k Zou ze best eens willen zien! Woont er familie van jo in Oude Tonge? Wat een gevaarlijke tocht zeg, zoo alleen met die roeiboot! Ja, jammer dat het niet vriest. Maar: wie weet, wat er nog komt! Gelukkig, dat jo dat schrijft van die troostprijs, 'k Zal er om denken, 't Is wel opgegeven, hoor! Zeker oen vergissing. Maar 't komt wel in orde. Nog even geduld. Dag Bram! Groeten in Nu mansdorp, hoor! Trijntj'e V. te Middelharnis. Wat een fijn postpapier, zeg! Wees er maar zuinig op. Dank je wel voor je nieuwjaaitswensch. Mooi dat liet bloc-note zoo goed te pas komt. Ja, ik kan 111e begrijpen, dat je 't wel eons stil hebt thuis, en dat liet heerlijk is, als jo zoo'n poosje gezelschap hebt. Maar je moet maar veel mei je vriendinnetjes spelen hoor! Dat doe jo trouwens wel, merk ik. Gezellig, hè, zoo'n verjaardag! Ja jij klaagt ook al, dat brieven schrijven zoo moeilijk is. Maar t gaat heusch goed. E11 hoe vaker je t doet, hoe gemakkelijker je 't gaat vin den! Denk daar maar om. Daag! Jannie v. D. te Beverwijk. Die oplossing van no. 1 vond ik grappig. Jo hein gelijk. In 't woordje binnen is de n binnen en bui ten! Jammer, dat je no. 4 niet had. Wat een knappe handwerkster hen jij! Jammer hè, dat 't mooie weer zoo gauw voorbij was. Ju, t is leuker om op een M.V. te gaan niet meisjes van gelijke leeftijd, 'k Hoop, dat die Afrikaansche een gezellige pen-friend van je zal zijn. Je mag mij ook wel eens laten genieten van je talenkennis. Dat is een goe de oefening cn ik houd er wel van. Krijg ik nog eens gauw weer bericht! Daaag! Louisje M. te Fijnaart. Wat een mooie an sicht heli ik van jou gekregen. Dank je wel, hoor! Echt fijn. Kon je de raadsels niet? Nou een volgende keer dan maar weer, hè? Groeten aan allemaal cn ook aan jullie Jut- frouvv. Wil je dat doen? Dag, hoor! Ida J, te Stellendam. Dat was een gezel lige en keurige brief, hoor! A.s. Dinsdag komt alles vveï in orde; breng het boekje maar mee. oor Moeder zal ik probeeren een krant te krijgen, 't Was toch anders wel een mooi boekje, hè? Maar enfin, er zijn moer mooie. Dus we zullen zien. Doe m'n hartelijke groeten maar aan Nloeder, Vader, Truusje en je kleine broei'. Daag! Arie W. te Stad aan 't Haringvliet Zoo'n knapen vergadering vind je zeker we) leuk. lie? Wou 't nogal lukken met wat je er voor doen moest? 't Was zeker de eerste keer, he? Dammen en schaken zijn fijne spelen' boor. Maar schaken doe ik nooit; (lammen wel eens een enkele keer. Nu, tot sclirijvens hoor. lc Heb weinig plaats meer. Jaap Wagner. Je mooie raadsels zal ik plaatsen. Even geduld nog. Weet je nog niet een paar jongens of meisjes, die mee zou den willen doen? Vraag het maar eens. En schrijf het dan. Daag. Groeten aan Adri! •^Wagner. Leuk, dat jij Bram ook schrijft Vat een deftige letters begin jij te maken. Nou, een volgende keer schrijf ik ie weer eens meer. Dag, hoor! Groent aan allen, TANTE TINE

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1936 | | pagina 3