VOOR VROUW EN KIND
IIIIT..1
936
MAAS- EN SCHELDEBODE
ZATERDAG 18 JANUARI 1936
.NDEN
GEN
RTEN
IN HET STADION
KERK EN SCHOOL
VOOR DE VROUW
VOOR DE JEUGD
tdogllo een ver-
jonge Italiaan-
gevraagd.
Persbericht,
manner)
rd
hen vielen
Jood
'erktuigen
edood.
i krijgers
macht
essen
ft gewacht!
nvoudig
't klaar
ommen
mekaar!
I dapp'ren
hoopte
rbaren
edacht?
iheid
wacht
t gaan straks
oerd
't'rend lijden
en vrienden,
nd
n toon voert
brand.
I! 't Zijn nog
breir
)omen
ijn.
i kind'ren
iop de na-
at. zaat
HAKATE.
3e grondlegger
Kerk en oegon
ng dei lioops-
ïeeft.
heelt dezer da-
J. Grinwis Pz.
Bokweg. om
en bouwen. Uc
de metselaars
de Hengsteiv
Worden gchou-
•uan a.s.
ar geloden zijn
'tenfokvoreeni-
en hier al veel
leeft sinds de
groote verbe-
t reg. Huzaren
elijfd C. Klein
beurs besteed:
ardappelen I 2,
T"
arbeidsbemid-
gesteld voor
i buiten de ge
verpen behoort
:htingen bij C.
Spee de jaar-
i de geitenfok-
p arbeidsbetnid
ireven.
Martha, d. v.
n Aalst; Anna
Cfk en Neeltje
is Pieter van
len: L. v. d.
braad.
lamemer van
laat is voorne-
Januari en 6
en afslag, bei-
in hotel „Hob-
2t openbaar te
ectieveltik aan
it te Ooltgens-
de Tuinstraat,
Sectie A man
ier omschreven
n heer Willem
tgensplaat.
IK
sdienst. 6 u.
6 u. de heer
heer Overweel
av. Leesdiienst
lout; 's av. Ds
'Sdienst 6 a
ïgstraat. i'.loil,
jvius
i lis tprkerk
heel B lurnan
D» Schaafsma
ds lis Zeiistra
No III Us
im. Ds de Valk
IK
ds Ds Laman
rE
liensl
l.i-- —l-i-nst
ds I.eesdienst
lli'IIM
ÏNTE
9v2 u. en (i tft»
sdienst
VOORDE1
B*
ZONDAG
Loopt alzoo, dat ge dien moogt
verkrijgen. 1 Cor. 9 24e.
Paulus spreekt hier de gemeente van
Corinthe toe. Hij gebruikt het beeld of
liever het voorbeeld van het stadion,
van de loopbaan. Daar loopen ze, dat
wil ïeggen ze hardloopen. Ge ziet ze
rennen, zooals ge dat in het heden ook
weer kunt meemaken. Het sportpark
met z'n duizenden toeschouwers. Daarin
de renners in hun sportpak, vol kleur en
leven.
Allen loopen ze om den prijs. In die
dagen bij de groote spelen een lauwer
krans. Natuurlijk krijgt de winnaar de
krans. En nu zegt Paulus; denk er wel
om, dat er 'maar één de krans kan ont
vangen. Waarom zegt Paulus dat? Wel,
omdat ze te Corinthe zeer laks waren.
Ze deden hun best niet. Al liepen ze ook
in het stadion, welnu ze liepen en daar
mee uit.
Welnu, daarom zegt Paulus: Loop nu
zoo, dat ge den prijs moogt verkrijgen.
Doe uw best.
Zooals 't publiek door z'n hup, hup
de renners aanzet, zooals de massa door
allerlei uitroep de achterblijvers tracht
te helpen, zoo doet Paulus hier ook.
Eigenlijk is het zoo, dat aan de heele
wedstrijd niets aan is. D'r zit geen fut in.
Ze loopen maar wat. Maar de inspan
ning, de ernst bij het spel ontbreekt, 't Is
een saaie boel. Het is, of het ze niet
schelen kan.
Welnu, alzoo zegt Paulus is het bij de
gemeente Corinthe ook.
Daarom, daarom loopt alzoo, dat ge
de krans moogt winnen!
Het geestelijk leven, het leven der ge-
looviggn, de strijd tegen de zonde, het
getuigen voor Christus, kortom alles wat
er toe behoort christen te zijn vergelijkt
Paulus hier met de wedloop in het
stadion.
Wij zijn als christenen, als geloovigen
in het geestelijke stadion.
Paulus mag graag de sport als beeld
gebruiken.
Meer echter niet.
Maar goed, de geloovigen spannen
zich niet zoo in. als de apostel het ver
wachten mag. Ze loopen wel, ze zijn
met andere woorden wel christenen,
maar het ontbreekt ze aan de noodige
activiteit, aan de geestelijke inspanning,
aan het geven van al hun kracht.
Ze hooren er bij en daarmee uit.
Ze loopen mee, maar dat is ook alles.
Ze loopen werktuigelijk, maar hun
ziel is niet in hun werk.
Zou dit woord van Paulus ook voor
onze dagen niet gelden? We zijn in het
stadion. Steeds meer kunt ge het geeste
lijk leven en alle uiting daarvan verge
lijken met de renloop in het stadion-
Echter. bij de wereld bezieling,
enthousiasme.
Ze trainen zich.
Ze onthouden zich van alles om toch
maar goed te kunnen loopen.
Ze maken van het spel geen spel, geen
vertooning, maar ernst.
Als wij dan maar van de ernst geen
spel maken. En zie. dat is het, waarop
de apostel ons wijzen wil, dat er meer
ernst moet komen.
Ons christelijk leven, ons geestelijk
leven moet heel de kracht onzer ziel
hebben, heel de gave van ons leven, heel
de offerliefde van ons hart.
Is er dat?
Ik geloof, dat er veel uiterlijke dingen
aanwezig zijn. die heel goed zijn. Er is
veel, waarvoor we dankbaar kunnen
zijn. Maar zoo we ons afvragen, of er
niet heel veel mechanisch gebeurt, werk
tuigelijk, zonder de zoo noodzakelijke
geloofsenergie. dan moet helaas het ant
woord bevestigend zijn.
Het geloof is een gave Gods geheel en
al. Het hangt alles van den Heere af.
Maar Paulus geeft hier de gedachte, die
in anderen vorm wel eens zoo geuit
wordt, dat we moeten leven, alsof het
geheel van ons afhangt.
Wanneer we ons allen en wanneer we
ons. altijd geestelijke inspanning getroos
ten zouden, de kerk van Christus zou
veel meer en veel meer nog presteeren.
Wanneer men wijst op Rome ons tot
beschamend voorbeeld, dan zou ik willen
zeggen, dat wij evenals de Corinfhiërs
misbruiken de vrijheid van het Protes
tantisme. We moesten ons veel meer zelf
binden. Binden aan de ordeningen Gods,
aan de wetten des Heeren uit liefde.
Loopt alzoo, dat ge de krans moogt
verkrijgen.
Ziedaar, waartoe Paulus ons prikkelen
wil.
Ziedaar, waartoe de apostel ons heden
ten dage nog opwekt.
Mag ik het nog eens zoo zeggen?
Tegenover de spor'verdwazing dezer
dagen, waarin helaas ook christenen, ja
zelfs Gereformeerde christenen meegaan,
hebben we te stellen de edele wedstrijd
in het koninkrijk der hemelen. Zoo de
wereld ons doet zien. dat het haar met
het voetbal- en biljartspel, dat het haar
met zwem- en fietssport ernst is, laten
wij dan toonen, dat het ons met de
groote levensernst waarmee het christen
dom komt ook waarachtige ernst is. Laat
ons er geen vertooning van maken. Laten
we toonen aan de wereld, dat het ons
met on2e woorden werkelijk en gemeen
de ernst is. Is het de tijd om elkander
deze dingen te zeggen? Ik geloof van
wel. Steeds meer en steeds sterker wordt
de wereld en alles wat ze vinden kan om
de christenen te honen, verbergt ze niet.
Welk een schande voor Gods heerlijke
naam, als het enthousiasme in het stadion
grooter is dan de geloofsopenbaring in
de kerk! Welk een omkeer, welk een
revolutie op zich zelf in de waarde der
dingen, zoo de deelname in het sport
park grooter is dan de deelname in den
strijd voor het koninkrijk der hemelen!
Ik zeg dit vooral, omdat in het heden
de worsteling voor velen zeer zwaar is.
Onze werklooze jonge pienschen. die het
op zich zelf al zeer moeilijk hebben,
worden door de wereld op zoo velerlei
gewezen om de ontevredenheid te dpen
stijgen, om ze boos te maken tegen God
en tegen de kerk. om ze lauw en onver
schillig te maken in de uitoefening hun
ner geestelijke roeping.
Daarom, loopt alsof ge den prijs zult
ontvangen.
Geeft al uw energie in uw geloof.
Dient den Heere met heel uw hart. Zie
het koninkrijk Gods als een geestelijk
stadion. Waarin de wedstrijd is om de
eere Gods, om de liefde van jezus, om
de schoonheid en de heerlijkheid van
het koninkrijk der hemelen.
Zie de wereld als wereld. Wees u
bewust van uw geestelijke taak. Laat u
niet ontmoedigen. De apostel, de Geest
Gods, Christus Zelf is onder de rijen der
toeschouwers en Hij vuurt u aan: Loop
alzoo als die ééne, die de winnaar wordt
NED. HERV. KERK
Beroepen: Te Numansdorp (toez.), F.
G. H. Nicolaï te Jutphaas. Te Oldebroek,
C. v. d. Wal te Dirksland. Te Westbroek
c.a., T. van de Hee te Polsbroek. Te
Drachten (Evang.), B. C. Visser te Okken-
broek.
CHR. GEREF. KERK
Ber oepen: Te Alphen a. d. Rijn, J. A.
Riekel te Delft. Te Barendrecht, W. F.
Laman te Middelharnis.
GEREF. GEM.
Tweetal: Te Moercapelle, M Hofman
te Krabbendijke en B. v. Neerbos te Vlaar-
dingen.
HET JAAR 1936 STELT ZIJN EISCHEN
Het Zendingsbureau te Oegstgeest (post
rekening No. 6074) vraagt ons plaats voor
het volgende:
De hoop, dat de Samenwerkende Zen
dingscorporaties het jaar 1935 zonder tekort
zouden sluiten, m t worden opgegeven. Wel
werden voor de Zendingsweek meer zakjes
aangevraagd dan in 1934, maar de uitkomst
bleef eenigc duizenden guldens lager. Ook
haalde de maand December het cijfer van
het vorige jaar niet. Wat nu nog in Januari
inkomt op rekening van het oude jaar kan
Wel het gevreesde tekort verminderen, maar
niet verhinderen.
Intussehen stelt het jaar 1936 zijn eischen.
Trots alle kortingen op de salarissen en rigo
reuze bezuinigingen op de raming is er voor
elke maand f 78.000.noodig om zonder
tekort te eindigen. Aller krachtdadige mede
werking is noodig om het werk in stand te
houden. De Corporaties doen daarom een
dringend beroep op allen, die begeerig zijn
mee te werken in dezen wercld-omvattenden
arbeid.
NED. ZONDAGSSCHOOL-VEREENIGING
Herdenkingsjaar 1936
Voor de Ned. Zondagsschool-Ver. wordt
1936 een jaar van dubbel herdenken: het is
100 jaar geleden dat de Zondagsschool in ons
land haar intrede deed, en het is 70 jaar
geleden, dat de N.Z.V. werd opgericht. Het
orgaan „Kind en Zondag" is reeds in feestge
waad verschenen en bevat artikelen, die er
verband mee houden, en fraaie illustraties.
Een in dit werk veteraan geworden onder
wijzer, de heer B. van Egten te Burkum,
vertelt uit zijn 45-jarige ervaringen. De se
cretaris der N. Z. V., de heer H. A. de Beer
Az. overziet de arbeidstaak voor den Zon.
dagsschoolleider(es). Voorts wordt begonnen
een reeks interessante herinneringen aan de
voorbije 70 jaren.
BELANGRIJKE INSCRIPTIE
Te Nazareth werd reeds lang geleden op
een marmeren plaat een inscriptie gevonden
een verordening inhoudende op begrafenis
sen en o.a. eenige scherpe bepalingen bevat
tende tegen het wegnemen van sluitsteenen
voor graven en het naar elders overbrengen
van de begravenen. De R.K. Duitsche hoog
leeraar Loesch geeft bij deze verordening een
commentaar van beteekenis, n.l. dat deze
verordening van keizer Caligula een ant
woord is op een vroegere aanvraag van
Pontius Pilatus aan keizer Tiberius naar de
wijze waarop de verbrelders van de opstan
dingsverhalen van Jezus bestraft moesten
worden. De prediking der apostelen bracht
Caligula tot de dreiging met scherpe straf
ten, met name met de doodstraf. Indirect is
de inscriptie dus een bewijs voor den inhoud
der prediking van het Evangelie des Kruises.
DE ZAN'DLOOPER OP DEN PREEKSTOEL
Ds. N. de Jong vertelt in „Nieuw Kerke,
lijk Leven":
„Onlangs preekte ik in een oud kerkje en
vond op den preekstoel nog een mooien
öuderwetschen zatidlooper. Het antieke uur
glas heeft eens Overheidsdienst gedaan,
want deze gaf allerlei voorschriften, niet
alleen hoe lang een dienst mocht duren
welke collecten mochten worden gehouden,
enz., maar zelfs omtrent het bidden der Die
naren des Woords.
„Om even terug te komen op den zand-
looper. Als deze aanwees, dat de tijd ver
streken was. zoodat bij langer duur van den
dienst boete moest worden betaald, namen de
predikanten dit boe!" voer eigen rekening,
soms den zandlooper weer omkeerden met de
woorden Komaan, wij nemen nog v.oi een
ducatoii."
DOGMATISCHE PROBLEMEN
En de Gereformeerde Kerken
Op initiatief van ds. D. Hoek te Enkhui
zen, ds. H. Steen te Andijk en ds. S. de Vries
te Medemblik, worden de Geref. predikan
ten van Utrecht, Noord-Holland en Zuid-
Holland op een nader te bepalen dag in
Maart in het gebouw der Vrije Universiteit
in conferentie samengeroepen. Doel is:
nauwer contact met de Gereformeerde hoog-
loeraren. (Overwogen zal worden of moge
lijk ook een unie of vereeniging zal worden
opgericht). Op de bedoelde conferentie zal
prof. dr. V. Hep p, hoogleeraar aan de
Vrije Universiteit, spreken over: „Actueele
dogmatische problemen aangaande de kerk".
Volgens het bericht van het N. C. P. staat
deze samenkomst „niet buiten verband met
de polemiek-quaestie".
GEREF. GEMEENTEN
De Part. Synode van het Zuiden der
Geref. Gemeenten zal 28 en 29 Jan. a.s. te
Krabbend ij ke worden gehouden. In de
ure des gebeds die aan de Synode zal voor
afgaan, zal voorgaan Ds. A. Verhagen
van Middelburg.
REN MERKWAARDIGE BIJBEL
Onlangs kregen we een Bijbel in handen,
waarin een predikant met roode inkt de
teksten had aangeteekend, waarover hij tij
dens zijn langdurige ambtsbediening hnd
gepreekt.
Kun merkwaardigheid was liet zeker, dat
men in dezen Bijbel letterlijk geen bind kon
opslaan, of liet had stol voor prediking ge
geven. Omdat op eenzelfde blad wel eens
meer dan één liool'stuk voorkomt, bleef de
mogelijkheid bestaan, dat uit sommige lioo'd
stukken van den Bijbel door hem nog niet
was gepreekt. De mogelijkheid bleek
werkelijkheid. Doch hoe sporadisch dit voor
kuani, moge hieruit blijken, dat van lre.t V
T. slechts Iwee hoofdstukken onliepreekl
waren gebleven, n.l. Hand. 25 en 1 Tim. 5.
Deze predikant heeft dus «el ten volle er
kend de waarheid van 2 Tint 3 10, dqt al
de Schrift van God is ingegeven en nuttig
is tot leering, tot wederlegging, tot. verbe
tering. lot onderwijzing, uie in de recht
vaardigheid is
En in niet mindere mate morltt uit dezen
Bijbel worden afgeleid, dat slechts hoogst
zeiden voor de prediking des Woords een
oud paard van stal werd gehaald. Trouwens,
dit bleek ten overvloede duidelijk uit de
nauwkeurig vermelde data van behandeling
der versch'llende Schriftgedeelten.
KERKBOUW
Onder leiding van Ds. Verhagen te
Verhagen te Middelburg heeft, naar de
Zeeuw meldt, de Geref. Gemeente te Axel
een vergadering gehouden waarin besloten
werd over te gaan tot kerkbouw. Het ligt in
de bedoeling een kerkgebouw te stichten
met 360 zitplaatsen. De kerk zal centraal
worden verwarmd. Ook zal een orgel wor
den aangebracht.
EEN EX-MILLIONNAIR OVERLEDEN
Ken man, die eens 11 millioen dollars
heeft bezeten, is dezer dagen te Denver
(Ver. St.) op 93-jarigen leeftijd in armoe
dige omstandigheden overleden.
E. A. Colburn «as in zijn rijken tijd
eigenaar \an de Gold King en Ajax mijnen
bij Cripple Creek (Colorado). Ziin enorm
fortuin had bij belegd in spoorwegmaat
schappijen; hij liet groote hotels houwen,
ter« i|l hij er een renstal op nahield.
Bij opening van zijn testament bleek,
dat ile nalatenschap bestaat uit twee gou
den ringen, die ergens in een lommerd
staan.
AUSTRALIË MOET BEVOLKT WORDEN
De minister-president van Nieuw-Zuid-
■Wales, Stevens, heelt in een vergadering
een rede gehouden, waarin hij zcide, dat
Australië wél rekening moet houden met
bet snelle tempo, waarin de internationale
gebeurtenissen elkaar opvolgen. Om tegen
de zich ontwikkelende situatie opgewassen
te zijn, aldus verklaarde hij, moet Austra
lië zijn gebied bevolken en zijn economi
sche bronnen ontginnen. Dat alles is noo
dig geworden, doordat het systeem van in-
teinatioRale veiligheid, waarop de volken
sedert dén wereldoorlog vertrouwden, bezig
is ineen.te storten.
VROUWENLEED
l it: „Vrouwen"
door
Dr. Else Kienle
Vervolg
Greta, de oplichtster
„Vandaag is er een nieuwe bij. Greta is
sedert eenige dagen in voor-arrest. 's-Mor-
gens vroeg had men haar en haar ouden
vader uit hun gemeenschappelijk kamertje
weggehaald.
Voor oat zolderkamertje moesten ze een
buitengewoon hooge huur betalen. Tot vooi
kórt was alles goed gegaan. Het meisje had
een goed betaalde betrekkin" gehad als se
cretaresse in een groote zaak. Maar bij de
algemeene rationalisatie had ze haar be
trekking verloren. Ze gaf zich alle mogelijke
moeite, iets anders te vinden. Tevergeefs.
Zoo moest ze met haar vader van de ivei'k-
loozenuitkeering leven, die ze elke week
kon halen.
De eerste van de volgende maand kwam;
de huur moest betaald worden, maar ner
gens was het noodige geld te verkrijgen.
Nog gaf het meisje de hoop niet op. Ze had
immers uitstekende getuigschriften? Spoe
dig, in een paar dagen, binnen enkele we
ken, zou ?e wat vindêuZoo dacht ze in
jeugdig ontimisme.
Toen de huisbaas, een brutale, onaange
name sinjeur, met gerechtelijke ontruiming
dreigde, schreef ze hem eeu wissel uit op
korte termijn. Ze was vast overtuigd, dat te
gen die tijd alles in orde zou zijn. Iedere
dag ging ze immers naar de arbeidsbeurs,
meldde zich aan voor alle liet rekkingen, die
in de krant aangeboden werden. Maar alles
bleef vergeefsch!
Op de vervaldag maakte de huisbaas een
vreeselijke scène. Hij was bij alle huuraers
berucht. Duitstere geruchten deden over liern
de ronde: hij zou verschillende meisjes, die
economisch van hem afhankelijk waren, op
de ergste wijze hebben lastig gevallen, tot
hij zo met dreigementen en beloften zóóver
had gekregen, dat ze aan zijn «'enschen
voldeden. Aan deze dingen dacht waar
schijnlijk de kleine typiste, toen ze Op zti
woedenue scheldpartij kort en beslist ant
woordde.
N'a een paar dagen zat Greta in de gevan
genis wegens oplichterij. De wet had den
economisch sterkste het recht gegeven, haar
ook het laatste, dat ze bezat, n.l. haar per
soonlijke vrijheid, te ontnemen.
Aanvankelijk had zp nog hoop. Het was
immers een onmogelijkheid, dat men haar
zou vèroordeelen, alleen onidat ze de huur
niet betaald had. Zi? was toch geeh oplicht
ster? Ze hac. er toch beslist op gerekend
spoedig weer iverk te vinden. Ze geloofde
aan een gerechtigheid.
Maar de letter van de wet was tegen
naar. De aanklacht wegens oplichterij was
ingediend. De huisheer twijfelde aan haar
goede trouw; beweerde, dat ze hem bewust
had afgezet.
Toen ze inzag, dat men haar niet geloof
de, veranderde haar. houding plotseling ge
heel en al. Was ze tot nog toe de vervolgde
en verdrukte geweest nu ging ze tot den
aanval over. Met zakelijk argumenleéren
was ze niet ve-der gekomen. Nu „pakte ze
uit". Waar haalde dan die kerel hot recht
vandaan, haar en haar vader in de, gevan
genis te brengen? En ze verleide alles, wat
ze maar thuis over dien man gehooi d had!
Daarmee verzwakte ze natuurlijk haar no-
sitie. Er kwam nog een aanklacht bij we
gons laster. Maar nu kon het haar niets
meer schelen Alle schrooip was van haar
afgevallen.
Reeds 's morgens in de wagen bedwelmde
ze zich in wilde wocue aan haar eigen
woorden, beschreef ze, tioe zo 't dien schoel
je vandaag weer betaald zou zetten.
Aan de gemeenheid van den ander was
haar eigen blinde, niets ontziende iiaat ont
vlamd.
Verhoor
Iedere morgen slingerde de zware groote
politie-auto voor het hek van do poliiic-gc-
vangenis in dezeüde scherpe bocht. i)e meis
jes «eruen op de banken door elkaar ge
slingerd en vlogen lachend of vloekend
opzij. Üc pollen met eten rinkelden. Een
melkpot viel om. Soms gromde aan de au
dere kar.t van het schot een mannen
stemDaarna stond de wagen süi. Bui
ten werd een zware poort geopend on weer
gesloten. Wij stapten uil, en nu ging ieder
weer haar eigen lot tegemoet: naar de ka
ntor van den gevangenisdoktcr, naar de
rechtszitting, naar den rechter van instruc
tie.
Na de vroege tocht in de politie-auto komt
onveranderlijk als volgend punt op mijn
programma: het verhoor.
Drie, vier, vijf uren s morgens en 's mid
dags zit ik tegenover den rechter van in
structie, een rustig, ernstig man met groote
beslistheid in zijn optreden.
Natuurlijk is mijn houding tegenover heta
dualistisch. Dat hij slechts zijn plicht doet,
spreekt vanzelf, llij behoefde het mij niet
eens zoo vaak te verzekeren. Het is zijn
taak, liet proces voor te bereiden. Zooveel
mogelijk u i t de verdachte te halen. En zijn
besie voorbereiding zou natuurlijk zijn: een
uitvoerige bekentenis van de beklaague.
Dat is toch allemaal heel eenvoudig;
waarvoor zou men er omheen praten, «aar-
om wordt dit simpele feit met phrases en
vaische vriendelijkheden verdoezeld? Het is
en blijft een strijd, die ik heb uit te vech
ten. Meestal blijlt liet een strijd met zuiver
geestelijke wapenen. Mijn geheugen vecht
tegen geschoolde, ambtelijke nieiiivsgoirig-
heid. Mijn goede geweten heelt zich te ver
weren tegen vergezochte, spitsvondig gecon
strueerde, bijwijlen onzinnige beschuldigin
gen.
Soms echter verandert plotseling de toon,
soms schijnt de rechter van instructie te
vergeten, dat mijn schuld nog niet bewe
zen is.
Vóór hem op de tafel staan de kastjes van
mijn kaartsysteem. Daarin staan de ziekte
geschiedenissen van mijn patiënten ge-
noteeru, het werk van vele jaren. Nu
zoeken zijn vingers achteloos in de stapels
kaarten, halen er hier en daar kaarten uit,
stapelen ze op, werpen ze dooreen, woelen
in die kaarten, die voor mij elk een men-
schcnleven beteekencn. Voor hem zijn het
namen, misschien daden.
Hij houdt een kaart in de hand, leest,
stolt vragen. Ik antwoord. Ik probeer de
bijzonderheden van het betreffende geval in
mijn geheugen terug te roepen. Opeens heb
ik dan de bedoeling van dit eenzijdig ge
voerde onderhoud vergeten. De bijzonder
heden zijn me weer te binnen geschoten,
de niensch, waarvan hier sprake is, staat
weer voor mij.
Was altijd alles juist geweest? Had ik al
tijd den heelen mensch gezien in deze arme
geplaagde vrouw, in dat onervaren muis
je?"
Zoo gaat de schrijfster vjoort te vertellen
van haar strijd tegen het harde, koele recti,
der Wet. Van haar poging tot aanvoeren
van verzachtende omslandigheden. Maar ook
van het vaak hulpelooze in haar streven
Van de poovere re-sullaten, die dikwijls liet
gevolg zijn
Ze vertelt van do tien- ja, honderdtallen,
die gevallen zijn in diepe vernedering, in er
gerlijke zonden. Maar die toch ook zooveel
hebben moeten dragen, waarvoor anderen
gespaard bleven. Die bedorven zijn, maai'
niet alleen door eigen schuld
Ze vertelt van ouderen en jongeren; var.
gehuwde of gescheiden vrouwen, van ver-
leioe meisjes. Eu zo laat ons zien het tra
gische van die levens van hen, die in hun
worsteling niet moer kunnen zegevieren,
die telkens dieper vallen, en mede dooi
de ongunstige omstandigheden er nooit
meer bovenop komen. Om ten slotte de volte
zwaarte van hun kwaad te boeten door de
rechtmatige straf te ondergaan, bovendien
vaak in vreeselijk lichaamslijden.
Zeker, 't is waar, dat zulk een boekje,
gevuld met een verzameling boschrijvingen
van dergelijke duistere levens, een t o
zwarte kijk geeft op het leven der vrouw.
En 't is eveneens waar, dat veel leed en
ellende bet gevolg is van eigen zonde en
verdorvenheid.
Maar zoo ooit, dan geldt toeh zeker cok
lier de beschamende vraag: „Wie van uli.
den werpt de eerste steen op haar?"
Wie zal zeggen tot welk verderf wij zon
oen komen, indien do omstandigheden van
die vele ongelu.kkigen eens de onze wer
den? Want, als we eerlijk willen zijn moe
ten wo toch erkennen, dut we niet beter zijn,
en niqta beters waardig!
Alleen: wij worden bewaard voor bet
kwaad in die vorm en voor de omstandig
heden, die er aanlehlnig toe zouden kunnen
geven
't Lijkt alsof we sterker zijn. maai
dat is niet altijd waar. Waar de verleic.ing
sterker is, en de strijd zwaarder, is de ne
derlaag nabij.
En: wie eens gebrandmerkt is, is dub
bel beklagenswaardig. Want moeilijk is liet
an, om nog weer voor vol aangezien te
worden. Dal ucreikt tnen bijna nooit. Gtbicit
aan zelfvertrouwen, minderwaardignedisge-
voel blijlt bestaan. En dat zookt een tegen
wichtsoms zelfs in nieuwe zondeu.
Daarom: al moet het toegegeven women
dat velen zichzelf ongelukkig maken en zoo
langzamerhand eigenwillig verkeerde paden
inslaan toch mag niet anders dan mede
lijden met. hen ons hart vervullen, gepaard
met dankbare ootmoed, omdat wij bewaard
bleven voor wat anderen moeten doorstaan.
Beste Nichten en Neven,
Ja, ja, jullie worden zoo langzamerhand
van nicht j e s en neef j e s tot nieh t e n en
ne v e n. Want zoo trouw als jullie tegen-
«oordig om ons hoekje denkt, hebben jullie
't nog nooit eerder gedaan. Van allen heb
ik ditmaal bericht gehad. Echt fijn!
Ivijk, zie je, dat is nu eigenlijk zoo stil
letjes mijn hoop: elke veertien dagen van
ieder bericht! Dan hoef ik nooit te den
ken: Waar zon d i e blijven, waarom zou ik
van haar niks hooren, enz. En dan neb
je ook allemaal gelijke kans op een beloc-
nirtg. De laatste briefjes be«ezen wel, dat
de verrassingen als prijs voor de wedstrijd
in do smaaik vielen! Nu, ik had er dan ook
a 1 m'n best op gedaan om dingen le beden-
kien, die naar je zin zouden zijn! En 'k be
loof jullie ook, in 't nieuwe jaar er op te
zullen letten, dat elk krijgt, wat past bij
z'n smaak en leeftijd, 'k Heb wel moed, dut
we mooie prijsjes zullen kunnen sturen clit
jaar!
Vej-der wou ik 't er even met jullie ove»
hebben, of je al begrepen hebt, dat ons
hoekje éénmaal in 't oude jaar niet ge
plaatst werd, zoodat «at bedoeld was voor
Zaterdag 28 I)cc. 1935 er pus in stond
Zaterdag i Januari 1930. Het stukje vazi i
Jan. schoof daardoor op naar 11 Jan. Kn
vandaar dat jullie nu, de achttiende, pas
antwoord krijgt op je gezellige brieven.
En-fin: „beier laai dam nooit", moet je nu
maar dienken! 't Hindert niet zoo eng, hé?
Met zulke feestdagen kan dc krant natuur
lijk nooit zoo regelmatig verschijnen. Een
krant komt er nu eenmaal niet vanzelf;
daarvoor zijn heel wat ijverige, bekwame
mannen noodiig, die al 't geschrevene in
drukwerk moeten omzetten. En terwijl jul
lie en ik lekker vaean-fie hebben, moeten
zij al maar door werken. Vandaar, dat net
werk, dat éven uitstel kan lijden, natuurlijk
wordt verschoven, opdal ook zij, die op de
drukkerij werken, een paar vrije dagen
kunnen hebben!
Nu zal daarentegen afs er niets bijzon
ders gebeurt alles wel «eer regelmatig
verloopcn.
Ën jujst daarom deed het me zoo'n ple
zier, toen ik jullie brieven zag, die samen
werkelijk oen heel stapeltje vornid-en.
Vandaar dat ik ook schreef: dat is nu
eigenlijk m'n hoop: alleen eens per voi-
tien dagen bericht, 't zij met of zonder
raadsel-oplossingen. Uitzonderingen? Ja na
tuurlijk, die zullen er wel eens moeten
zijn. 'k Begrijp best, dat jullie niet a 11 ij d
er voor kunt zongen.
Maar: uitzonderingen bevestigen immers
de regel'??
Natuurlijk: dat weten we allemaal! Dus
't komt best in orde, hè?
Nu ga)w eerst de oplossing der raadsels
1 rood, roos, room
2 kers, appel, apenootjes, noot, bes, peet,
pruim aardbei
3 Waal, baal staal
i Koevorden, ooievaar, eerlijk, vallen,
oever, rood, dal, el. n
5 Napoleon: Na-Po-Leon
Wel, wel, 'k begin te merken, dat jullie
aardig handig wordt in 't raadsels oplos
sen! Ja, dat komt ervan, als je 't zoo vlij
tig regelmatig doet. Zie je wel: door oefe
ning wordt de kunst verkregen! 'k Zal zoo
zoetjes-aan uit moeten kijken naar moei
lijkei- welk! Want anders verdien je zoo
maar allemaal op je slofjes' élk een
prijs! En dat kan Bruin niet trekken!
Trouwens: dan is ook do aardigheid er af,
wat jullie? Dan blijft 't geen edele wed
strijd meer.
Maar: dat alles neemt niet weg, dat ik
toch even jullie allen een pluim wil ge
ven. Echt boven verwachting, zooveel aoeile
oplossingen.
N'a lang wikken en wegen heb ik de prijs
toegekend aan I. Jongsma te Stellendam.
Wel is het nog niet zoo héél lang geleiten,
(lat zij een prijsje kreeg, maar toen heeft
ze slechts een kleinigheid gehad, en oft-
vendien: toen jullie allemaal aan de wed
strijd mee hebt kunnen doen, had lila daat
niet veel gelegenheid voor. Toon had ze ie1
anders te doen. En «-e weten allemaal toch
dat I. anders ook wel goed werk geleverd
had, cti dus ook een troost.prijsje had ver
diend.
Daarom lec-k het mij eerlijk, in het nieu
we jaar met haar te beginnen. Ik hoop, dat
ze tevreden zal zijn met wat ze krijgt, en
dat ze er niet te lang op zal hoeven te
wachten.
Verder heb ik weer streepjes van gooi-
keurig gezet achter de namen \an allen, die
de vijf oplossingen goed hadden.
Dat is dus al w eer een goed begin.
Nu volgt het nieuwe werk.
Inzendingen uiterlijk tot en met Dinsdag
morgen 28 Januari.
Weest allen present)
1 Wat is binnen en ook buiten?
2 In welke maand eten de nicnsoiien
het minste?
3 Welke ring is niet ron-d?
4 Wat is klaar en wordt toch nog dage
lijks gemaakt?
5 Dp welke weg is nog nooit iemand
gegaan
Ziezoo, dat is weer oens wat anders dan
anders.
'k lloop dat jullie nu deze vragen eens
keurig beantwoorden zult. Denk er om- de
oudore nichtjes en neefjes hebben zware
concurrentie gekregen, want de drie
nieuwtjes belmoren lot de netsten van onze
familie! En netheid spreekt toch wel een
woordje mee, al is het geen hoofdzaak!
Nu lest best die stapel brieven
Jaap Wagner te Stad aan 't Haringvliét.
Nu ben je toch zeker wel weer met moed
naar school gegaan, hè? Wat heeft Sint
jou verwend! Wat een leuk raadsel. Maat
voor onze nichtjes en neefjes wel een beetje
moeilijk om te begrijpenPrettig, dat
je blij was met je lange brief! Ik was ook
in mijn schik met du jouwe, hoor! Toeken
maar veel! Dag Jaap! Groeten aan Adri!
Jan W., te Stad aan 't Haringvliet, li,
hebt do vijfde December ook fijne diingen
gekregen, zog! Leuk hè, die pope-moten:
V\at heb jullie wel gehoopt op sneeuw en
ijs. Jammer, dat t nog zoo gauw weg was.
Maar* er zijn ook inonschon, die daar luist
lillj om zijn. Laten we T voor hen dan liiaai
fijn vinden!
Bovendien: wie weet, wat er nog in aan
tocht is! Gezellig, dat de zoek-geraakte briiu
jes nog net op tijd weer voor den dag kwa
men! Doe m'n hartelijke groeten aan alle-i
maal. Dag lioo.
Aria W. te Stad. Hartelijk dank voor ju'
goudc w-ensohen! Wederkeerig ecu geluk
kig jaar hoor! Voor jou en allen
thuis? Heb je plezier van je kalon-
dt rtje? Dat leek me net geschikt voor zou'n
U.L.O.-studoht! Ja, prettige dagen zijn a tij;.,
gauw voorbij, hé? Maar: de herinnering
blijft; diat is een troost. Ook voor Bram, dit
t misschien zoo heel stilletjes toch wel jam
mer vond, dat hij zoo gauw we-er weg moe-s
t Boste met je schaatsen-plan! In 't orgel
spelen zul je me wel glansrijk overtreffen.
Jammer genoeg kan ik dat niet. 't Is fijn, I
als je 't zoo jong begint te leeren. Vooi
Jaap ook! Nu, veel werklust weer hoor, in
de komende maanden. En m'n hartelijki
groeten.
Trijntje V. te Middelharnis. Gezellig, zeg,
zoo'n logé. Ja, 'k kan begrijpen, dat je daar
dour minder kon schrijven, 'k Vind het aar
dig, dat je tóch niet oversloeg. De oplo-isin
gi n waren best. Prettig, dat je prijsje in d-
smaak viel. Over de schrijfwijze van de be
doelde n It a m iu raadsel 5 moet je nog ?ei t
even nadenken. Kijk maar eens goed "in d«
ltrnnt. Nu, Trijntje, volgende keer moer.
M n groeienon tot soh rij veils. Dag!
Bram P. te Numansdorp. Zoo, heb jt
linker met de slee kuncien rij,dien? Dat zi
Jé best bevallen zijn, denk ik. Kn kun j-
ook al schaatsen rijden? 'k Hoop, dat er
voor al die ijs-liefhebbers uit ons ho-kje
toch eon klein poosje ijs komt. Maar
we zullen moeten afwachten. Je versje v-s
i lig, i.oor! Maar't zou nu „als mos
terd na de maaltijd" komen. Laarom r)!aat>
ik hot niet meer. Goed? Je oplossingen w
ren flink. Dag Bram! Groeten in Numan—
dorp.
Corn. R. te Nieuwe-Tonge. Ja hoor, k 'h h
heerlijke Kerstdagen gehad, en de laatsie
dagen van zijn lang niet de mrnsi-
fijne geweest. Nog wel bedankt voor je go -
de wenschen. Insgelijks hoor! Wat tii
mooie cadeaux! "k Kan wel merken, dai i-1
M-wders rechterhand bent! Doe Moedor en
de verdere familie m'n groeten maar. Daag-
Marietje V. te Middelharnis. Je hebt nu
toch wel je prijsje ontvangen Anders mod
je 't me schrijven, hoor! Dank voor .ie
hieuwjaar-wensch. Van harte 't zelfde voor
jullie allen! Dat brieven schrijven leert van
zelf; n u ben ik wel tevreden met weinig,
en 't wordt imum rs'steeds meer? Je had toeh
de raadsels flink gevonden, behalve enkel-
Houd maar vol, zooals je trouwens ook van
plan bent. Dag, Marie. Tot over twee weken!
Al vast hartelijk gefeliciteerd met je ver
jaardag.
Louisje M. te Fijnaart. Gezellig, dat Kerst
feest, waarover je schreef. Is dat boek] 1
„Herrie" ook mooi? Ja, overal schijnt de
gladheid de menschen leelijk geplaagd le
hebben. Heusch, je wedstrijd-werk was
goed! Jammer, dat het ijs nog niet sbuk
genoeg was. Hopen maar op een volgend
keertje. M'n hartelijke groeten aan Moe
dor en de zusjes en niet minder aan jou.
Dag. hoor
Jnnnie v. D. te Beverwijk. Ja, oen sooK
zucht van verlichting, zooals je al voor
spelde, ging wel gepaard aan "t lezen \au
je brief. Maar ik begreep al gauw de reden
van je Mil-zwijgen. Dat verzacht alles! Leuk,
dat je helpt op de Zondagsschool. Dat is
echt mooi werk! Maar 'k kan me begrijpen,
dut je 't druk had. Vind je 't fijn op de
Meisjesvoreeniging? 't Was zeker een dub
bele verrassing, dat Sinterklaas je toch nog
zoo goed bedacht! De boeken van Dickoi
zijn mooi, hè? Je zult zoo langzamerhand
al een heel bibliotheekje hebben, denk ik!
Vlot het goed niet je schoolwerk? De gro v
ten aan allemaal. Daag!
Henk M. te Sommelsdijk. Je verjaardag
staat genoteerd. Zoo. vonaen ze 't potlood
mooi? Daar ben ik blij 0111! Gaat 't goed met
je zusje? Fijn, dat ik nog een extra nieuw
jaarsbrief kreeg. Jullie ook allen een voor
spoedig 1930 toegewenscht., hoor! Natuurlijk
vind ik het fijne, als je raadsels instuurt.
Jij moet zeker een heele bolleboos worden in
de studie, dat je 't zoo druk hebt. Nou, pro
heer maar flink te werken. Dat komt je la
ter altijd te pas. Vooral rekenen! Ileh je. die
cijfers maar laten zwemmen. Wél een
beetje ondeugend van je?!? Maar je kunt
maar één ding tegelijk. En als je dht goed
doel, doe je ook weer genoeg, wat jij? Kou
Henk. tot over veertien dagen. Dag!
I. Jongsma te Stellendam. Jij hebt je naam
al eerder gelezen vandaag; daarom heb ik
jouw brief maar voor 't laatst bewaard! 't
Was anders geen kleintje. Je licht je schade
prachtig ingehaald. Een mooi begin in 1930!
Je raadsels zal ik goed bewaren. Fijn, dat je
zoon gezellig Kerstfeest hebt gehad Kn
ouu-en-nieuw waren zeker niet minder fijn!
Als jullie nog eens een brief stuurt aan die
juffrouw, over wie je schreef, wil je dan
haar m'n groeten overbrengen?
Nu eindig ik ditmaal. Het beste voor jul
lie allen, hoor! Daag!
En hiermee is ons fv/ee-wekeiijksch bab
beltje weer voorbij. Allen veel succes met do
raadsels en het beste voor deze tweek wek
van Jullie TANTE Tl NE