VOOR VROUW EN KIND IIIIT..1 936 MAAS- EN SCHELDEBODE ZATERDAG 18 JANUARI 1936 .NDEN GEN RTEN IN HET STADION KERK EN SCHOOL VOOR DE VROUW VOOR DE JEUGD tdogllo een ver- jonge Italiaan- gevraagd. Persbericht, manner) rd hen vielen Jood 'erktuigen edood. i krijgers macht essen ft gewacht! nvoudig 't klaar ommen mekaar! I dapp'ren hoopte rbaren edacht? iheid wacht t gaan straks oerd 't'rend lijden en vrienden, nd n toon voert brand. I! 't Zijn nog breir )omen ijn. i kind'ren iop de na- at. zaat HAKATE. 3e grondlegger Kerk en oegon ng dei lioops- ïeeft. heelt dezer da- J. Grinwis Pz. Bokweg. om en bouwen. Uc de metselaars de Hengsteiv Worden gchou- •uan a.s. ar geloden zijn 'tenfokvoreeni- en hier al veel leeft sinds de groote verbe- t reg. Huzaren elijfd C. Klein beurs besteed: ardappelen I 2, T" arbeidsbemid- gesteld voor i buiten de ge verpen behoort :htingen bij C. Spee de jaar- i de geitenfok- p arbeidsbetnid ireven. Martha, d. v. n Aalst; Anna Cfk en Neeltje is Pieter van len: L. v. d. braad. lamemer van laat is voorne- Januari en 6 en afslag, bei- in hotel „Hob- 2t openbaar te ectieveltik aan it te Ooltgens- de Tuinstraat, Sectie A man ier omschreven n heer Willem tgensplaat. IK sdienst. 6 u. 6 u. de heer heer Overweel av. Leesdiienst lout; 's av. Ds 'Sdienst 6 a ïgstraat. i'.loil, jvius i lis tprkerk heel B lurnan D» Schaafsma ds lis Zeiistra No III Us im. Ds de Valk IK ds Ds Laman rE liensl l.i-- —l-i-nst ds I.eesdienst lli'IIM ÏNTE 9v2 u. en (i tft» sdienst VOORDE1 B* ZONDAG Loopt alzoo, dat ge dien moogt verkrijgen. 1 Cor. 9 24e. Paulus spreekt hier de gemeente van Corinthe toe. Hij gebruikt het beeld of liever het voorbeeld van het stadion, van de loopbaan. Daar loopen ze, dat wil ïeggen ze hardloopen. Ge ziet ze rennen, zooals ge dat in het heden ook weer kunt meemaken. Het sportpark met z'n duizenden toeschouwers. Daarin de renners in hun sportpak, vol kleur en leven. Allen loopen ze om den prijs. In die dagen bij de groote spelen een lauwer krans. Natuurlijk krijgt de winnaar de krans. En nu zegt Paulus; denk er wel om, dat er 'maar één de krans kan ont vangen. Waarom zegt Paulus dat? Wel, omdat ze te Corinthe zeer laks waren. Ze deden hun best niet. Al liepen ze ook in het stadion, welnu ze liepen en daar mee uit. Welnu, daarom zegt Paulus: Loop nu zoo, dat ge den prijs moogt verkrijgen. Doe uw best. Zooals 't publiek door z'n hup, hup de renners aanzet, zooals de massa door allerlei uitroep de achterblijvers tracht te helpen, zoo doet Paulus hier ook. Eigenlijk is het zoo, dat aan de heele wedstrijd niets aan is. D'r zit geen fut in. Ze loopen maar wat. Maar de inspan ning, de ernst bij het spel ontbreekt, 't Is een saaie boel. Het is, of het ze niet schelen kan. Welnu, alzoo zegt Paulus is het bij de gemeente Corinthe ook. Daarom, daarom loopt alzoo, dat ge de krans moogt winnen! Het geestelijk leven, het leven der ge- looviggn, de strijd tegen de zonde, het getuigen voor Christus, kortom alles wat er toe behoort christen te zijn vergelijkt Paulus hier met de wedloop in het stadion. Wij zijn als christenen, als geloovigen in het geestelijke stadion. Paulus mag graag de sport als beeld gebruiken. Meer echter niet. Maar goed, de geloovigen spannen zich niet zoo in. als de apostel het ver wachten mag. Ze loopen wel, ze zijn met andere woorden wel christenen, maar het ontbreekt ze aan de noodige activiteit, aan de geestelijke inspanning, aan het geven van al hun kracht. Ze hooren er bij en daarmee uit. Ze loopen mee, maar dat is ook alles. Ze loopen werktuigelijk, maar hun ziel is niet in hun werk. Zou dit woord van Paulus ook voor onze dagen niet gelden? We zijn in het stadion. Steeds meer kunt ge het geeste lijk leven en alle uiting daarvan verge lijken met de renloop in het stadion- Echter. bij de wereld bezieling, enthousiasme. Ze trainen zich. Ze onthouden zich van alles om toch maar goed te kunnen loopen. Ze maken van het spel geen spel, geen vertooning, maar ernst. Als wij dan maar van de ernst geen spel maken. En zie. dat is het, waarop de apostel ons wijzen wil, dat er meer ernst moet komen. Ons christelijk leven, ons geestelijk leven moet heel de kracht onzer ziel hebben, heel de gave van ons leven, heel de offerliefde van ons hart. Is er dat? Ik geloof, dat er veel uiterlijke dingen aanwezig zijn. die heel goed zijn. Er is veel, waarvoor we dankbaar kunnen zijn. Maar zoo we ons afvragen, of er niet heel veel mechanisch gebeurt, werk tuigelijk, zonder de zoo noodzakelijke geloofsenergie. dan moet helaas het ant woord bevestigend zijn. Het geloof is een gave Gods geheel en al. Het hangt alles van den Heere af. Maar Paulus geeft hier de gedachte, die in anderen vorm wel eens zoo geuit wordt, dat we moeten leven, alsof het geheel van ons afhangt. Wanneer we ons allen en wanneer we ons. altijd geestelijke inspanning getroos ten zouden, de kerk van Christus zou veel meer en veel meer nog presteeren. Wanneer men wijst op Rome ons tot beschamend voorbeeld, dan zou ik willen zeggen, dat wij evenals de Corinfhiërs misbruiken de vrijheid van het Protes tantisme. We moesten ons veel meer zelf binden. Binden aan de ordeningen Gods, aan de wetten des Heeren uit liefde. Loopt alzoo, dat ge de krans moogt verkrijgen. Ziedaar, waartoe Paulus ons prikkelen wil. Ziedaar, waartoe de apostel ons heden ten dage nog opwekt. Mag ik het nog eens zoo zeggen? Tegenover de spor'verdwazing dezer dagen, waarin helaas ook christenen, ja zelfs Gereformeerde christenen meegaan, hebben we te stellen de edele wedstrijd in het koninkrijk der hemelen. Zoo de wereld ons doet zien. dat het haar met het voetbal- en biljartspel, dat het haar met zwem- en fietssport ernst is, laten wij dan toonen, dat het ons met de groote levensernst waarmee het christen dom komt ook waarachtige ernst is. Laat ons er geen vertooning van maken. Laten we toonen aan de wereld, dat het ons met on2e woorden werkelijk en gemeen de ernst is. Is het de tijd om elkander deze dingen te zeggen? Ik geloof van wel. Steeds meer en steeds sterker wordt de wereld en alles wat ze vinden kan om de christenen te honen, verbergt ze niet. Welk een schande voor Gods heerlijke naam, als het enthousiasme in het stadion grooter is dan de geloofsopenbaring in de kerk! Welk een omkeer, welk een revolutie op zich zelf in de waarde der dingen, zoo de deelname in het sport park grooter is dan de deelname in den strijd voor het koninkrijk der hemelen! Ik zeg dit vooral, omdat in het heden de worsteling voor velen zeer zwaar is. Onze werklooze jonge pienschen. die het op zich zelf al zeer moeilijk hebben, worden door de wereld op zoo velerlei gewezen om de ontevredenheid te dpen stijgen, om ze boos te maken tegen God en tegen de kerk. om ze lauw en onver schillig te maken in de uitoefening hun ner geestelijke roeping. Daarom, loopt alsof ge den prijs zult ontvangen. Geeft al uw energie in uw geloof. Dient den Heere met heel uw hart. Zie het koninkrijk Gods als een geestelijk stadion. Waarin de wedstrijd is om de eere Gods, om de liefde van jezus, om de schoonheid en de heerlijkheid van het koninkrijk der hemelen. Zie de wereld als wereld. Wees u bewust van uw geestelijke taak. Laat u niet ontmoedigen. De apostel, de Geest Gods, Christus Zelf is onder de rijen der toeschouwers en Hij vuurt u aan: Loop alzoo als die ééne, die de winnaar wordt NED. HERV. KERK Beroepen: Te Numansdorp (toez.), F. G. H. Nicolaï te Jutphaas. Te Oldebroek, C. v. d. Wal te Dirksland. Te Westbroek c.a., T. van de Hee te Polsbroek. Te Drachten (Evang.), B. C. Visser te Okken- broek. CHR. GEREF. KERK Ber oepen: Te Alphen a. d. Rijn, J. A. Riekel te Delft. Te Barendrecht, W. F. Laman te Middelharnis. GEREF. GEM. Tweetal: Te Moercapelle, M Hofman te Krabbendijke en B. v. Neerbos te Vlaar- dingen. HET JAAR 1936 STELT ZIJN EISCHEN Het Zendingsbureau te Oegstgeest (post rekening No. 6074) vraagt ons plaats voor het volgende: De hoop, dat de Samenwerkende Zen dingscorporaties het jaar 1935 zonder tekort zouden sluiten, m t worden opgegeven. Wel werden voor de Zendingsweek meer zakjes aangevraagd dan in 1934, maar de uitkomst bleef eenigc duizenden guldens lager. Ook haalde de maand December het cijfer van het vorige jaar niet. Wat nu nog in Januari inkomt op rekening van het oude jaar kan Wel het gevreesde tekort verminderen, maar niet verhinderen. Intussehen stelt het jaar 1936 zijn eischen. Trots alle kortingen op de salarissen en rigo reuze bezuinigingen op de raming is er voor elke maand f 78.000.noodig om zonder tekort te eindigen. Aller krachtdadige mede werking is noodig om het werk in stand te houden. De Corporaties doen daarom een dringend beroep op allen, die begeerig zijn mee te werken in dezen wercld-omvattenden arbeid. NED. ZONDAGSSCHOOL-VEREENIGING Herdenkingsjaar 1936 Voor de Ned. Zondagsschool-Ver. wordt 1936 een jaar van dubbel herdenken: het is 100 jaar geleden dat de Zondagsschool in ons land haar intrede deed, en het is 70 jaar geleden, dat de N.Z.V. werd opgericht. Het orgaan „Kind en Zondag" is reeds in feestge waad verschenen en bevat artikelen, die er verband mee houden, en fraaie illustraties. Een in dit werk veteraan geworden onder wijzer, de heer B. van Egten te Burkum, vertelt uit zijn 45-jarige ervaringen. De se cretaris der N. Z. V., de heer H. A. de Beer Az. overziet de arbeidstaak voor den Zon. dagsschoolleider(es). Voorts wordt begonnen een reeks interessante herinneringen aan de voorbije 70 jaren. BELANGRIJKE INSCRIPTIE Te Nazareth werd reeds lang geleden op een marmeren plaat een inscriptie gevonden een verordening inhoudende op begrafenis sen en o.a. eenige scherpe bepalingen bevat tende tegen het wegnemen van sluitsteenen voor graven en het naar elders overbrengen van de begravenen. De R.K. Duitsche hoog leeraar Loesch geeft bij deze verordening een commentaar van beteekenis, n.l. dat deze verordening van keizer Caligula een ant woord is op een vroegere aanvraag van Pontius Pilatus aan keizer Tiberius naar de wijze waarop de verbrelders van de opstan dingsverhalen van Jezus bestraft moesten worden. De prediking der apostelen bracht Caligula tot de dreiging met scherpe straf ten, met name met de doodstraf. Indirect is de inscriptie dus een bewijs voor den inhoud der prediking van het Evangelie des Kruises. DE ZAN'DLOOPER OP DEN PREEKSTOEL Ds. N. de Jong vertelt in „Nieuw Kerke, lijk Leven": „Onlangs preekte ik in een oud kerkje en vond op den preekstoel nog een mooien öuderwetschen zatidlooper. Het antieke uur glas heeft eens Overheidsdienst gedaan, want deze gaf allerlei voorschriften, niet alleen hoe lang een dienst mocht duren welke collecten mochten worden gehouden, enz., maar zelfs omtrent het bidden der Die naren des Woords. „Om even terug te komen op den zand- looper. Als deze aanwees, dat de tijd ver streken was. zoodat bij langer duur van den dienst boete moest worden betaald, namen de predikanten dit boe!" voer eigen rekening, soms den zandlooper weer omkeerden met de woorden Komaan, wij nemen nog v.oi een ducatoii." DOGMATISCHE PROBLEMEN En de Gereformeerde Kerken Op initiatief van ds. D. Hoek te Enkhui zen, ds. H. Steen te Andijk en ds. S. de Vries te Medemblik, worden de Geref. predikan ten van Utrecht, Noord-Holland en Zuid- Holland op een nader te bepalen dag in Maart in het gebouw der Vrije Universiteit in conferentie samengeroepen. Doel is: nauwer contact met de Gereformeerde hoog- loeraren. (Overwogen zal worden of moge lijk ook een unie of vereeniging zal worden opgericht). Op de bedoelde conferentie zal prof. dr. V. Hep p, hoogleeraar aan de Vrije Universiteit, spreken over: „Actueele dogmatische problemen aangaande de kerk". Volgens het bericht van het N. C. P. staat deze samenkomst „niet buiten verband met de polemiek-quaestie". GEREF. GEMEENTEN De Part. Synode van het Zuiden der Geref. Gemeenten zal 28 en 29 Jan. a.s. te Krabbend ij ke worden gehouden. In de ure des gebeds die aan de Synode zal voor afgaan, zal voorgaan Ds. A. Verhagen van Middelburg. REN MERKWAARDIGE BIJBEL Onlangs kregen we een Bijbel in handen, waarin een predikant met roode inkt de teksten had aangeteekend, waarover hij tij dens zijn langdurige ambtsbediening hnd gepreekt. Kun merkwaardigheid was liet zeker, dat men in dezen Bijbel letterlijk geen bind kon opslaan, of liet had stol voor prediking ge geven. Omdat op eenzelfde blad wel eens meer dan één liool'stuk voorkomt, bleef de mogelijkheid bestaan, dat uit sommige lioo'd stukken van den Bijbel door hem nog niet was gepreekt. De mogelijkheid bleek werkelijkheid. Doch hoe sporadisch dit voor kuani, moge hieruit blijken, dat van lre.t V T. slechts Iwee hoofdstukken onliepreekl waren gebleven, n.l. Hand. 25 en 1 Tim. 5. Deze predikant heeft dus «el ten volle er kend de waarheid van 2 Tint 3 10, dqt al de Schrift van God is ingegeven en nuttig is tot leering, tot wederlegging, tot. verbe tering. lot onderwijzing, uie in de recht vaardigheid is En in niet mindere mate morltt uit dezen Bijbel worden afgeleid, dat slechts hoogst zeiden voor de prediking des Woords een oud paard van stal werd gehaald. Trouwens, dit bleek ten overvloede duidelijk uit de nauwkeurig vermelde data van behandeling der versch'llende Schriftgedeelten. KERKBOUW Onder leiding van Ds. Verhagen te Verhagen te Middelburg heeft, naar de Zeeuw meldt, de Geref. Gemeente te Axel een vergadering gehouden waarin besloten werd over te gaan tot kerkbouw. Het ligt in de bedoeling een kerkgebouw te stichten met 360 zitplaatsen. De kerk zal centraal worden verwarmd. Ook zal een orgel wor den aangebracht. EEN EX-MILLIONNAIR OVERLEDEN Ken man, die eens 11 millioen dollars heeft bezeten, is dezer dagen te Denver (Ver. St.) op 93-jarigen leeftijd in armoe dige omstandigheden overleden. E. A. Colburn «as in zijn rijken tijd eigenaar \an de Gold King en Ajax mijnen bij Cripple Creek (Colorado). Ziin enorm fortuin had bij belegd in spoorwegmaat schappijen; hij liet groote hotels houwen, ter« i|l hij er een renstal op nahield. Bij opening van zijn testament bleek, dat ile nalatenschap bestaat uit twee gou den ringen, die ergens in een lommerd staan. AUSTRALIË MOET BEVOLKT WORDEN De minister-president van Nieuw-Zuid- ■Wales, Stevens, heelt in een vergadering een rede gehouden, waarin hij zcide, dat Australië wél rekening moet houden met bet snelle tempo, waarin de internationale gebeurtenissen elkaar opvolgen. Om tegen de zich ontwikkelende situatie opgewassen te zijn, aldus verklaarde hij, moet Austra lië zijn gebied bevolken en zijn economi sche bronnen ontginnen. Dat alles is noo dig geworden, doordat het systeem van in- teinatioRale veiligheid, waarop de volken sedert dén wereldoorlog vertrouwden, bezig is ineen.te storten. VROUWENLEED l it: „Vrouwen" door Dr. Else Kienle Vervolg Greta, de oplichtster „Vandaag is er een nieuwe bij. Greta is sedert eenige dagen in voor-arrest. 's-Mor- gens vroeg had men haar en haar ouden vader uit hun gemeenschappelijk kamertje weggehaald. Voor oat zolderkamertje moesten ze een buitengewoon hooge huur betalen. Tot vooi kórt was alles goed gegaan. Het meisje had een goed betaalde betrekkin" gehad als se cretaresse in een groote zaak. Maar bij de algemeene rationalisatie had ze haar be trekking verloren. Ze gaf zich alle mogelijke moeite, iets anders te vinden. Tevergeefs. Zoo moest ze met haar vader van de ivei'k- loozenuitkeering leven, die ze elke week kon halen. De eerste van de volgende maand kwam; de huur moest betaald worden, maar ner gens was het noodige geld te verkrijgen. Nog gaf het meisje de hoop niet op. Ze had immers uitstekende getuigschriften? Spoe dig, in een paar dagen, binnen enkele we ken, zou ?e wat vindêuZoo dacht ze in jeugdig ontimisme. Toen de huisbaas, een brutale, onaange name sinjeur, met gerechtelijke ontruiming dreigde, schreef ze hem eeu wissel uit op korte termijn. Ze was vast overtuigd, dat te gen die tijd alles in orde zou zijn. Iedere dag ging ze immers naar de arbeidsbeurs, meldde zich aan voor alle liet rekkingen, die in de krant aangeboden werden. Maar alles bleef vergeefsch! Op de vervaldag maakte de huisbaas een vreeselijke scène. Hij was bij alle huuraers berucht. Duitstere geruchten deden over liern de ronde: hij zou verschillende meisjes, die economisch van hem afhankelijk waren, op de ergste wijze hebben lastig gevallen, tot hij zo met dreigementen en beloften zóóver had gekregen, dat ze aan zijn «'enschen voldeden. Aan deze dingen dacht waar schijnlijk de kleine typiste, toen ze Op zti woedenue scheldpartij kort en beslist ant woordde. N'a een paar dagen zat Greta in de gevan genis wegens oplichterij. De wet had den economisch sterkste het recht gegeven, haar ook het laatste, dat ze bezat, n.l. haar per soonlijke vrijheid, te ontnemen. Aanvankelijk had zp nog hoop. Het was immers een onmogelijkheid, dat men haar zou vèroordeelen, alleen onidat ze de huur niet betaald had. Zi? was toch geeh oplicht ster? Ze hac. er toch beslist op gerekend spoedig weer iverk te vinden. Ze geloofde aan een gerechtigheid. Maar de letter van de wet was tegen naar. De aanklacht wegens oplichterij was ingediend. De huisheer twijfelde aan haar goede trouw; beweerde, dat ze hem bewust had afgezet. Toen ze inzag, dat men haar niet geloof de, veranderde haar. houding plotseling ge heel en al. Was ze tot nog toe de vervolgde en verdrukte geweest nu ging ze tot den aanval over. Met zakelijk argumenleéren was ze niet ve-der gekomen. Nu „pakte ze uit". Waar haalde dan die kerel hot recht vandaan, haar en haar vader in de, gevan genis te brengen? En ze verleide alles, wat ze maar thuis over dien man gehooi d had! Daarmee verzwakte ze natuurlijk haar no- sitie. Er kwam nog een aanklacht bij we gons laster. Maar nu kon het haar niets meer schelen Alle schrooip was van haar afgevallen. Reeds 's morgens in de wagen bedwelmde ze zich in wilde wocue aan haar eigen woorden, beschreef ze, tioe zo 't dien schoel je vandaag weer betaald zou zetten. Aan de gemeenheid van den ander was haar eigen blinde, niets ontziende iiaat ont vlamd. Verhoor Iedere morgen slingerde de zware groote politie-auto voor het hek van do poliiic-gc- vangenis in dezeüde scherpe bocht. i)e meis jes «eruen op de banken door elkaar ge slingerd en vlogen lachend of vloekend opzij. Üc pollen met eten rinkelden. Een melkpot viel om. Soms gromde aan de au dere kar.t van het schot een mannen stemDaarna stond de wagen süi. Bui ten werd een zware poort geopend on weer gesloten. Wij stapten uil, en nu ging ieder weer haar eigen lot tegemoet: naar de ka ntor van den gevangenisdoktcr, naar de rechtszitting, naar den rechter van instruc tie. Na de vroege tocht in de politie-auto komt onveranderlijk als volgend punt op mijn programma: het verhoor. Drie, vier, vijf uren s morgens en 's mid dags zit ik tegenover den rechter van in structie, een rustig, ernstig man met groote beslistheid in zijn optreden. Natuurlijk is mijn houding tegenover heta dualistisch. Dat hij slechts zijn plicht doet, spreekt vanzelf, llij behoefde het mij niet eens zoo vaak te verzekeren. Het is zijn taak, liet proces voor te bereiden. Zooveel mogelijk u i t de verdachte te halen. En zijn besie voorbereiding zou natuurlijk zijn: een uitvoerige bekentenis van de beklaague. Dat is toch allemaal heel eenvoudig; waarvoor zou men er omheen praten, «aar- om wordt dit simpele feit met phrases en vaische vriendelijkheden verdoezeld? Het is en blijft een strijd, die ik heb uit te vech ten. Meestal blijlt liet een strijd met zuiver geestelijke wapenen. Mijn geheugen vecht tegen geschoolde, ambtelijke nieiiivsgoirig- heid. Mijn goede geweten heelt zich te ver weren tegen vergezochte, spitsvondig gecon strueerde, bijwijlen onzinnige beschuldigin gen. Soms echter verandert plotseling de toon, soms schijnt de rechter van instructie te vergeten, dat mijn schuld nog niet bewe zen is. Vóór hem op de tafel staan de kastjes van mijn kaartsysteem. Daarin staan de ziekte geschiedenissen van mijn patiënten ge- noteeru, het werk van vele jaren. Nu zoeken zijn vingers achteloos in de stapels kaarten, halen er hier en daar kaarten uit, stapelen ze op, werpen ze dooreen, woelen in die kaarten, die voor mij elk een men- schcnleven beteekencn. Voor hem zijn het namen, misschien daden. Hij houdt een kaart in de hand, leest, stolt vragen. Ik antwoord. Ik probeer de bijzonderheden van het betreffende geval in mijn geheugen terug te roepen. Opeens heb ik dan de bedoeling van dit eenzijdig ge voerde onderhoud vergeten. De bijzonder heden zijn me weer te binnen geschoten, de niensch, waarvan hier sprake is, staat weer voor mij. Was altijd alles juist geweest? Had ik al tijd den heelen mensch gezien in deze arme geplaagde vrouw, in dat onervaren muis je?" Zoo gaat de schrijfster vjoort te vertellen van haar strijd tegen het harde, koele recti, der Wet. Van haar poging tot aanvoeren van verzachtende omslandigheden. Maar ook van het vaak hulpelooze in haar streven Van de poovere re-sullaten, die dikwijls liet gevolg zijn Ze vertelt van do tien- ja, honderdtallen, die gevallen zijn in diepe vernedering, in er gerlijke zonden. Maar die toch ook zooveel hebben moeten dragen, waarvoor anderen gespaard bleven. Die bedorven zijn, maai' niet alleen door eigen schuld Ze vertelt van ouderen en jongeren; var. gehuwde of gescheiden vrouwen, van ver- leioe meisjes. Eu zo laat ons zien het tra gische van die levens van hen, die in hun worsteling niet moer kunnen zegevieren, die telkens dieper vallen, en mede dooi de ongunstige omstandigheden er nooit meer bovenop komen. Om ten slotte de volte zwaarte van hun kwaad te boeten door de rechtmatige straf te ondergaan, bovendien vaak in vreeselijk lichaamslijden. Zeker, 't is waar, dat zulk een boekje, gevuld met een verzameling boschrijvingen van dergelijke duistere levens, een t o zwarte kijk geeft op het leven der vrouw. En 't is eveneens waar, dat veel leed en ellende bet gevolg is van eigen zonde en verdorvenheid. Maar zoo ooit, dan geldt toeh zeker cok lier de beschamende vraag: „Wie van uli. den werpt de eerste steen op haar?" Wie zal zeggen tot welk verderf wij zon oen komen, indien do omstandigheden van die vele ongelu.kkigen eens de onze wer den? Want, als we eerlijk willen zijn moe ten wo toch erkennen, dut we niet beter zijn, en niqta beters waardig! Alleen: wij worden bewaard voor bet kwaad in die vorm en voor de omstandig heden, die er aanlehlnig toe zouden kunnen geven 't Lijkt alsof we sterker zijn. maai dat is niet altijd waar. Waar de verleic.ing sterker is, en de strijd zwaarder, is de ne derlaag nabij. En: wie eens gebrandmerkt is, is dub bel beklagenswaardig. Want moeilijk is liet an, om nog weer voor vol aangezien te worden. Dal ucreikt tnen bijna nooit. Gtbicit aan zelfvertrouwen, minderwaardignedisge- voel blijlt bestaan. En dat zookt een tegen wichtsoms zelfs in nieuwe zondeu. Daarom: al moet het toegegeven women dat velen zichzelf ongelukkig maken en zoo langzamerhand eigenwillig verkeerde paden inslaan toch mag niet anders dan mede lijden met. hen ons hart vervullen, gepaard met dankbare ootmoed, omdat wij bewaard bleven voor wat anderen moeten doorstaan. Beste Nichten en Neven, Ja, ja, jullie worden zoo langzamerhand van nicht j e s en neef j e s tot nieh t e n en ne v e n. Want zoo trouw als jullie tegen- «oordig om ons hoekje denkt, hebben jullie 't nog nooit eerder gedaan. Van allen heb ik ditmaal bericht gehad. Echt fijn! Ivijk, zie je, dat is nu eigenlijk zoo stil letjes mijn hoop: elke veertien dagen van ieder bericht! Dan hoef ik nooit te den ken: Waar zon d i e blijven, waarom zou ik van haar niks hooren, enz. En dan neb je ook allemaal gelijke kans op een beloc- nirtg. De laatste briefjes be«ezen wel, dat de verrassingen als prijs voor de wedstrijd in do smaaik vielen! Nu, ik had er dan ook a 1 m'n best op gedaan om dingen le beden- kien, die naar je zin zouden zijn! En 'k be loof jullie ook, in 't nieuwe jaar er op te zullen letten, dat elk krijgt, wat past bij z'n smaak en leeftijd, 'k Heb wel moed, dut we mooie prijsjes zullen kunnen sturen clit jaar! Vej-der wou ik 't er even met jullie ove» hebben, of je al begrepen hebt, dat ons hoekje éénmaal in 't oude jaar niet ge plaatst werd, zoodat «at bedoeld was voor Zaterdag 28 I)cc. 1935 er pus in stond Zaterdag i Januari 1930. Het stukje vazi i Jan. schoof daardoor op naar 11 Jan. Kn vandaar dat jullie nu, de achttiende, pas antwoord krijgt op je gezellige brieven. En-fin: „beier laai dam nooit", moet je nu maar dienken! 't Hindert niet zoo eng, hé? Met zulke feestdagen kan dc krant natuur lijk nooit zoo regelmatig verschijnen. Een krant komt er nu eenmaal niet vanzelf; daarvoor zijn heel wat ijverige, bekwame mannen noodiig, die al 't geschrevene in drukwerk moeten omzetten. En terwijl jul lie en ik lekker vaean-fie hebben, moeten zij al maar door werken. Vandaar, dat net werk, dat éven uitstel kan lijden, natuurlijk wordt verschoven, opdal ook zij, die op de drukkerij werken, een paar vrije dagen kunnen hebben! Nu zal daarentegen afs er niets bijzon ders gebeurt alles wel «eer regelmatig verloopcn. Ën jujst daarom deed het me zoo'n ple zier, toen ik jullie brieven zag, die samen werkelijk oen heel stapeltje vornid-en. Vandaar dat ik ook schreef: dat is nu eigenlijk m'n hoop: alleen eens per voi- tien dagen bericht, 't zij met of zonder raadsel-oplossingen. Uitzonderingen? Ja na tuurlijk, die zullen er wel eens moeten zijn. 'k Begrijp best, dat jullie niet a 11 ij d er voor kunt zongen. Maar: uitzonderingen bevestigen immers de regel'?? Natuurlijk: dat weten we allemaal! Dus 't komt best in orde, hè? Nu ga)w eerst de oplossing der raadsels 1 rood, roos, room 2 kers, appel, apenootjes, noot, bes, peet, pruim aardbei 3 Waal, baal staal i Koevorden, ooievaar, eerlijk, vallen, oever, rood, dal, el. n 5 Napoleon: Na-Po-Leon Wel, wel, 'k begin te merken, dat jullie aardig handig wordt in 't raadsels oplos sen! Ja, dat komt ervan, als je 't zoo vlij tig regelmatig doet. Zie je wel: door oefe ning wordt de kunst verkregen! 'k Zal zoo zoetjes-aan uit moeten kijken naar moei lijkei- welk! Want anders verdien je zoo maar allemaal op je slofjes' élk een prijs! En dat kan Bruin niet trekken! Trouwens: dan is ook do aardigheid er af, wat jullie? Dan blijft 't geen edele wed strijd meer. Maar: dat alles neemt niet weg, dat ik toch even jullie allen een pluim wil ge ven. Echt boven verwachting, zooveel aoeile oplossingen. N'a lang wikken en wegen heb ik de prijs toegekend aan I. Jongsma te Stellendam. Wel is het nog niet zoo héél lang geleiten, (lat zij een prijsje kreeg, maar toen heeft ze slechts een kleinigheid gehad, en oft- vendien: toen jullie allemaal aan de wed strijd mee hebt kunnen doen, had lila daat niet veel gelegenheid voor. Toon had ze ie1 anders te doen. En «-e weten allemaal toch dat I. anders ook wel goed werk geleverd had, cti dus ook een troost.prijsje had ver diend. Daarom lec-k het mij eerlijk, in het nieu we jaar met haar te beginnen. Ik hoop, dat ze tevreden zal zijn met wat ze krijgt, en dat ze er niet te lang op zal hoeven te wachten. Verder heb ik weer streepjes van gooi- keurig gezet achter de namen \an allen, die de vijf oplossingen goed hadden. Dat is dus al w eer een goed begin. Nu volgt het nieuwe werk. Inzendingen uiterlijk tot en met Dinsdag morgen 28 Januari. Weest allen present) 1 Wat is binnen en ook buiten? 2 In welke maand eten de nicnsoiien het minste? 3 Welke ring is niet ron-d? 4 Wat is klaar en wordt toch nog dage lijks gemaakt? 5 Dp welke weg is nog nooit iemand gegaan Ziezoo, dat is weer oens wat anders dan anders. 'k lloop dat jullie nu deze vragen eens keurig beantwoorden zult. Denk er om- de oudore nichtjes en neefjes hebben zware concurrentie gekregen, want de drie nieuwtjes belmoren lot de netsten van onze familie! En netheid spreekt toch wel een woordje mee, al is het geen hoofdzaak! Nu lest best die stapel brieven Jaap Wagner te Stad aan 't Haringvliét. Nu ben je toch zeker wel weer met moed naar school gegaan, hè? Wat heeft Sint jou verwend! Wat een leuk raadsel. Maat voor onze nichtjes en neefjes wel een beetje moeilijk om te begrijpenPrettig, dat je blij was met je lange brief! Ik was ook in mijn schik met du jouwe, hoor! Toeken maar veel! Dag Jaap! Groeten aan Adri! Jan W., te Stad aan 't Haringvliet, li, hebt do vijfde December ook fijne diingen gekregen, zog! Leuk hè, die pope-moten: V\at heb jullie wel gehoopt op sneeuw en ijs. Jammer, dat t nog zoo gauw weg was. Maar* er zijn ook inonschon, die daar luist lillj om zijn. Laten we T voor hen dan liiaai fijn vinden! Bovendien: wie weet, wat er nog in aan tocht is! Gezellig, dat de zoek-geraakte briiu jes nog net op tijd weer voor den dag kwa men! Doe m'n hartelijke groeten aan alle-i maal. Dag lioo. Aria W. te Stad. Hartelijk dank voor ju' goudc w-ensohen! Wederkeerig ecu geluk kig jaar hoor! Voor jou en allen thuis? Heb je plezier van je kalon- dt rtje? Dat leek me net geschikt voor zou'n U.L.O.-studoht! Ja, prettige dagen zijn a tij;., gauw voorbij, hé? Maar: de herinnering blijft; diat is een troost. Ook voor Bram, dit t misschien zoo heel stilletjes toch wel jam mer vond, dat hij zoo gauw we-er weg moe-s t Boste met je schaatsen-plan! In 't orgel spelen zul je me wel glansrijk overtreffen. Jammer genoeg kan ik dat niet. 't Is fijn, I als je 't zoo jong begint te leeren. Vooi Jaap ook! Nu, veel werklust weer hoor, in de komende maanden. En m'n hartelijki groeten. Trijntje V. te Middelharnis. Gezellig, zeg, zoo'n logé. Ja, 'k kan begrijpen, dat je daar dour minder kon schrijven, 'k Vind het aar dig, dat je tóch niet oversloeg. De oplo-isin gi n waren best. Prettig, dat je prijsje in d- smaak viel. Over de schrijfwijze van de be doelde n It a m iu raadsel 5 moet je nog ?ei t even nadenken. Kijk maar eens goed "in d« ltrnnt. Nu, Trijntje, volgende keer moer. M n groeienon tot soh rij veils. Dag! Bram P. te Numansdorp. Zoo, heb jt linker met de slee kuncien rij,dien? Dat zi Jé best bevallen zijn, denk ik. Kn kun j- ook al schaatsen rijden? 'k Hoop, dat er voor al die ijs-liefhebbers uit ons ho-kje toch eon klein poosje ijs komt. Maar we zullen moeten afwachten. Je versje v-s i lig, i.oor! Maar't zou nu „als mos terd na de maaltijd" komen. Laarom r)!aat> ik hot niet meer. Goed? Je oplossingen w ren flink. Dag Bram! Groeten in Numan— dorp. Corn. R. te Nieuwe-Tonge. Ja hoor, k 'h h heerlijke Kerstdagen gehad, en de laatsie dagen van zijn lang niet de mrnsi- fijne geweest. Nog wel bedankt voor je go - de wenschen. Insgelijks hoor! Wat tii mooie cadeaux! "k Kan wel merken, dai i-1 M-wders rechterhand bent! Doe Moedor en de verdere familie m'n groeten maar. Daag- Marietje V. te Middelharnis. Je hebt nu toch wel je prijsje ontvangen Anders mod je 't me schrijven, hoor! Dank voor .ie hieuwjaar-wensch. Van harte 't zelfde voor jullie allen! Dat brieven schrijven leert van zelf; n u ben ik wel tevreden met weinig, en 't wordt imum rs'steeds meer? Je had toeh de raadsels flink gevonden, behalve enkel- Houd maar vol, zooals je trouwens ook van plan bent. Dag, Marie. Tot over twee weken! Al vast hartelijk gefeliciteerd met je ver jaardag. Louisje M. te Fijnaart. Gezellig, dat Kerst feest, waarover je schreef. Is dat boek] 1 „Herrie" ook mooi? Ja, overal schijnt de gladheid de menschen leelijk geplaagd le hebben. Heusch, je wedstrijd-werk was goed! Jammer, dat het ijs nog niet sbuk genoeg was. Hopen maar op een volgend keertje. M'n hartelijke groeten aan Moe dor en de zusjes en niet minder aan jou. Dag. hoor Jnnnie v. D. te Beverwijk. Ja, oen sooK zucht van verlichting, zooals je al voor spelde, ging wel gepaard aan "t lezen \au je brief. Maar ik begreep al gauw de reden van je Mil-zwijgen. Dat verzacht alles! Leuk, dat je helpt op de Zondagsschool. Dat is echt mooi werk! Maar 'k kan me begrijpen, dut je 't druk had. Vind je 't fijn op de Meisjesvoreeniging? 't Was zeker een dub bele verrassing, dat Sinterklaas je toch nog zoo goed bedacht! De boeken van Dickoi zijn mooi, hè? Je zult zoo langzamerhand al een heel bibliotheekje hebben, denk ik! Vlot het goed niet je schoolwerk? De gro v ten aan allemaal. Daag! Henk M. te Sommelsdijk. Je verjaardag staat genoteerd. Zoo. vonaen ze 't potlood mooi? Daar ben ik blij 0111! Gaat 't goed met je zusje? Fijn, dat ik nog een extra nieuw jaarsbrief kreeg. Jullie ook allen een voor spoedig 1930 toegewenscht., hoor! Natuurlijk vind ik het fijne, als je raadsels instuurt. Jij moet zeker een heele bolleboos worden in de studie, dat je 't zoo druk hebt. Nou, pro heer maar flink te werken. Dat komt je la ter altijd te pas. Vooral rekenen! Ileh je. die cijfers maar laten zwemmen. Wél een beetje ondeugend van je?!? Maar je kunt maar één ding tegelijk. En als je dht goed doel, doe je ook weer genoeg, wat jij? Kou Henk. tot over veertien dagen. Dag! I. Jongsma te Stellendam. Jij hebt je naam al eerder gelezen vandaag; daarom heb ik jouw brief maar voor 't laatst bewaard! 't Was anders geen kleintje. Je licht je schade prachtig ingehaald. Een mooi begin in 1930! Je raadsels zal ik goed bewaren. Fijn, dat je zoon gezellig Kerstfeest hebt gehad Kn ouu-en-nieuw waren zeker niet minder fijn! Als jullie nog eens een brief stuurt aan die juffrouw, over wie je schreef, wil je dan haar m'n groeten overbrengen? Nu eindig ik ditmaal. Het beste voor jul lie allen, hoor! Daag! En hiermee is ons fv/ee-wekeiijksch bab beltje weer voorbij. Allen veel succes met do raadsels en het beste voor deze tweek wek van Jullie TANTE Tl NE

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1936 | | pagina 3