VOOR VROl IW EN KIND MAAS- EN SCHELDFBODE ZATERDAG 16 NOVEMBER 1935 „ZOO DWONG IK M1JZELVEN" KERK EN SCHOOL HET BEGROOTINGS- DEBAT VOORDE ZONDAG Zoo zeide ik: Nu zullen de Fili stijnen tot mij afkomen te Gilgal, en ik heb het aangezicht des HEEREN niet ernstelijk aange beden; zoo dwong ik mij zeiven, en heb brandoffer geofferd. 1 Samuël 13 12. De moeilijkheid, waarin Saul zich bevond, was inderdaad groot. De Filistijnen zonnen op wraak over de nederlaag, die hun door Jonathan was toegebracht. Met geweldige heirlegers trokken zij op om het Israël betaald te zetten. Op het gerucht van deze krijgstoerus ting werd het volk door een paniek aangegrepen. Ze verbergden zich waar ze maar konden. Een qroot deel zelfs vluchtte over den Jor.laan naar het Oosten. Sommigen zochten echter beveiliging bij den Koning te Gilgal, die zich reeds zulk een dapper strijder had betoond. Maar Saul ging niet tot den aanval over. Want Samuël had hem gezegd zeven dagen te Gilgal te blijven, totdat hij zou komen om brandoffer en dankoffer te doen en hun te zeggen wat hij doen moest. Maar Samuël kwam niet. En het volk, dat het wachten en dralen van Saul niet verstond, verstrooide zich, zoodat hij slechts met weinigen overbleef. t De positie was dus hachelijk. Ieder oogenblik konden de Filistijnen den strijd beginnen. En wat moest hij dan met zijn handjevol bange lieden tegen die overmacht beginnen? Toen deed Saul in zijn verlegenheid iets, wat hij niet mocht doen. Hij offerde eigenmachtig een brandoffer. Maar juist was hij hiermede gereed, of daar kwam Samuël. En Saul gaat hem tegemoet, om hem te zegenen, te begroeten. Maar nu vraagt Samuël hem, wat hij gedaan heeft. Indien Saul zich kan recht vaardigen, dan mag hij het nu doen. En Saul meent reden te kunnen geven. Het volk verliet hem, en Samuël kwam niet opdagen. En als nu de Filistijnen hetii aanvielen, wat dan? Volgens zijn zeggen, meende hij het aangezicht des Heeren niet ernstelijk te hebben aangebeden, en daarom het brandoffer te moeten offeren. Maar hij laat uitkomen, dat hij dit gedaan heeft met tegenzin, ik dwong mijzelven! Hier is de vrome schijn, gepaard met zelfmisleiding. De waarheid is, dat hij bevreesd was niet voor des Heeren misnoegen, maar voor de overmacht van den vijand. Had hij dit nu ook maar zichzelf willen be kennen, dan zou hij den Heere gebeden hebben om versterking van zijn geloof. Doch neen, dat doet Saul niet. Hij vertrouwt niet op des Heeren trouw en macht. En dit gemis aan geloofsver trouwen zoekt hij te vergoeden door een daad van eigenwillige vroomheid. Inplaats van het einde van dezen laat- sten dag waarvan Samuël gesproken had te verbeiden, inplaats van zich te houden aan het bevel des Heeren dat hij door Samuël had ontvangen, inplaats van den aanval der Filistijnen af te wachten, meent hij zelf iets te moeten doen, waar door hij zich des Heeren hulp kan ver zekeren. Er is een stem in zijn binnenste, die er zich tegen verzet. Een oogenblik maakt hij een inner- lijken strijd door. Maar dan is het be slist. Ten kwade, voor altijd! Al zijn voorwendsels voor deze onge hoorzaamheid schuift Samuël ter zijde. Gij hebt zottelijk gedaan, zoo antwoordt hij hem, gij hebt het gebod van den Heere uwen God niet gehouden, dat Hij u geboden heeft; want de Heere zou nu uw rijk over Israël bevestigd hebben tot in eeuwigheid. Maar nu zal uw rijk niet bestaan. De profeet des Heeren acht alles, wat Saul tol verdediging van zijn handel wijze bijbrengt, de moeite der weerleg ging niet eens waard. Het stuit alles af op dit eene, dat hij het gebod des Hee ren niet gehouden heeft. Daartegenover 'is waardeloos Sauls zelfverwijt,' dat hij den Heere niet ernstelijk had aangebeden. Daartegen over is ook waardeloos zijn innerlijke tweestrijd, waarvan hij spreekt. Waardeloos ook het brandoffer, dat hij eigenwillig den Heere heeft geofferd. Gehoorzamen en vertrouwen, dat de Heere hem niet hulpeloos zou laten om komen, dat ware de weg geweest. Doch al gaat Samuël op Sauls argu menten niet in, ze staan ons toch niet tevergeefs beschreven. Saul is hier een waarschuwend voor beeld voor alle tijden. Hoe schoon was het begin. En welk een tragische omkeer de eerste de beste maal, dat de Heere herft op de proef stelde. Toch waren het zulke begrijpelijke ar gumenten. En, zoo ge slechts het gebod G< ds buiten rekening laat, alleszins af doende argumenten. Metterdaad, als we in nood zijn, mogen we wel ernstig des Heeren aan gezicht zoeken en mogen we onszelf wel afvragen, of we onzen nood oprecht aan Hem in het gebed bekend maken. En ook moeten we er alle? voor over heb ben. als de Heere ons helpen wil. Geen of'er mag ons dan te zwaar zijn. Maar bij al deze overleggingen moet het Woord des Heeren ons leiden. En dit juist liet Saul na. Ook dit Saul spreekt van een inner- lijker, strijd, die bij hem is voorafgegaan. Dit is verstaanbaar. Hij droeg de ver antwoordelijkheid voor Israels behoud. Zijn beshss'ng was niet voor hem alleen, neen, het bestaan en welzijn van heel het volk stond op het spel. En het zou van al heel weinig plichtsbesef getuigd hebben, als hij het gewicht van het oogenblik niet had gevoeld. Maar in dien tweestrijd stond hij aan den verkeerden kant. Hij wist Gods gebod, dat Samuël hem had opgelegd. Hij had het ook wel willen houden. Maar in plaats van zich nu daartoe te dwingen, onderdrukt hij in zijn hart de zwakke neiging tot gehoorzaamheid. Hij haalt niet den band aan het gebod des Heeren zoo sterk mogelijk aan, maar hij snijdt de laatste dunne vezel van dien band door. Achteraf blijkt uit zijn zwakke zelf verdediging duidelijk, dat hij meer met zichzelf heeft te doen dan met den wil en de eere van zijn God. Hij draagt geen leed over zijn ongehoorzaamheid. Neen, hij wil Samuëls medelijden op wekken. Hij vindt zichzelf veel interes santer dan het bevel des Heeren. Dit is het kenmerk van alle eigenwil lige vroomheid. Altijd het hebben over zichzelf, over wat men innerlijk zooal heeft doorgemaakt. En dan onder dit vroom gebaar het Woord en de majes teit Gods opzij zetten. Zelfs zich bekla gen over de hardheid van wie voor dat Woord des Heeren onvoorwaardelijk onderwerping eischen. Op 't allerergst, degenen die aan het Woord en het gebod Gods vasthouden in verdenking brengen, dat ze geen ken nis hebben aan den strijd en de moeite der vromen. Wie daarentegen zich in allen een voud laat binden door het Woord de? Heeren, die kent ook wel zijn onrust en vrees, die heeft ook wel zijn innerlijken strijd en bekommering, die moet wel zichzelf aangrijpen om tot een beslissing te komen. Maar die heeft daarbij dan ook de machtige hulp van zijn God. En dan wordt die innerlijke bewogenheid gevolgd door den vrede Gods. Dan is er geen aanleiding om vee! te spreken over ons zelf en wat wij hebben doorleefd en doorworsteld. Maar wel om des Heeren Woord te roemen en zijn trouwe hulp te prijzen. Had Saul in dat hachelijk tijdsge wricht de zaak maar gezien als de zaak des Heeren en zich zelf daarin als een gehoorzaam dienstknecht van zijn God gedragen, hoe heerlijk zou de Heere hem geholpen hebben! Nu hij het omkeert en zelf de man wil zijn, de ernstige en vrome man. maar die het beter meent te weten dan de Heere en zijn profeet, nu komt juist hier de onvrede over hem, die niet meer gestild wordt. Nu begint zijn ondergang. NED. HERV. KERK Beroepen: Te Goeree, H. A. Labrie, cand. te Vianen. Te Amsterdam (vac- Briedee), J. L. G. Gre gory te Wageningen. Beroepen; Te Hoogmade (toez.), cand. J. H. Vrielink, hulppred. te Harlingen. Te Kootwijk, P. Kuylman, em. pred. te Hilver sum. Beroepen: Te Huizen (toez.), vac.- Bouthoorn 3e pred. plaats, Jac. Vermaas te Hoogeveen. Te Hees, Neerbosch, F. J. Pop te Spijkenisse. Te Hansweert (toez.), cand. H. J. Plaggemans, hulppred. te Sluis kil (Z.). CHR. GEREF. KERKEN Beroepen: Te Drachten, JT. W. Nieu- wenhuijze te Franeker. GEREF. KERKEN Beroepen: Te Haren (Gron,), D. Zwart te Aalten. Beroepen: Te Twjjzolerheide. cand. W. B. den Brave te Zwolle. Te De Krim, D. Veenhujjzen te Valthermond. VRIJE BAPT. GEM. Aangenomen: Naar Almelo, J. van Dongen te Amsterdam. BAPT. CEM- Beroepen: Te Hoorn- K. Brengers, cand. aldaar. Ds. t. VAN DELLEN Veertig .iaren predikant Kort na het jubileum van Dr. Henry Beets heeft een andere predikant der Chr. Geref. Kerk in N.-Amerika, eveneens in ons land een goede be kende, zijn 40-jarig ambtsjubileum mogen herdenken. Dat was Ds. I. van Dellen te Denver, die 29 October j.l. dat feit met zijn gemeente heeft herdacht. Velen, die de herdenking der Afscheiding door de Geref. Kerken te Utrecht of de Gen. Syno de der Chr. Geref Kerken te Zwolle bijwoonden, zul len zich dezen eenvoudigen be slisten spreker herinneren. In dat jaar was het 22 jaren geleden, dat hij ons land bezocht. Niet al leen te Utrecht en te Zwolle, ook voor de studenten der Theol. School te Apeldoorn heeft Ds. v. Del len het vorig jaar gesproken. Ds. van Dellen is geboren te Sassenheim, en vertrok in 1892, toen ziin vader predi kant te Nieuwe Pekela was, naar N. Ame rika. Hij diende daar de gemeente van Max well Citv tot 1902, van Luctor tot 1903, van Oranje City tot 1907 en van Denver sedert 1907. De gemeente Denver is de eenige ge meente in de Chr. Geref. Kerk in Amerika, welke 2 predikanten bezit. Een eigenaardig heid van Denver is dat het getal belijdende leden dat der doopleden ver overtreft. Dit komt omdat in Denver vele belijdende onge huwde leden worden verpleegd in het be roemde Sanatorium voor T.B.C.-lijders, waar velen herstel zoeken en van die vreeselyke ziekte geen hinder hebben zoolang ze er blijven. Inplaats van het Zwitsersche, zou den wij' Denver het Amerikaansche Davos kunnen noemen. Aldus Prof. de Bruin des tijds in de Wekker, die in 1934 Ds. van Del len sedert zijn vertrek uit Holland niet meer gezien had. Bliikens de (Amerik.) Wachter is het ju bileum van Ds. van Dellen onder hartelijk medeleven zijner gemeente herdacht. Ned. Bond van J.V. op G.G. Afd. Zuid-Holland Uitgestelde vergadering Men verzoekt ons te melden, dat de Ie' dersvergadering van bovengenoemde nfdee- ling, die Woensdagavond 20 Nov. a.s. te Rotterdam zou worden gehouden, door plaatselijke omstandigheden een week moet worden uitgesteld en nu zal plaats vinden np Woensdag 27 Nov a.s in liet gebouw „De Eendracht" Als referent zal optreden ds. P. C. Boodt, Geref. predikant te Molenaarsgraaf Brandwijk, met het onderwerp: „Het Ver hond houden in onze lectuur". Ds 1. van Dellen PROF. DR. H. WINDISCH t Op 54-jarigen leeftijd is te Halle over leden Prof. Dr. H. Windisch, hoog leeraar in de exegese van het N. Tes tament aan de Universiteit te Kiel en oud-hoogleeraar in de oud-Chr. letterkunde en de N. Test. exegese aan de Leidsche Universiteit. In 1929 is deze geboren Duitscher, die in ons land als wetenschappelijk theoloog be kend en geëerd was, van Leiden naar Kiel gegaan. Hij heeft gestudeerd te Leipzig waar hij geboren is, te Marburg en te Ber lijn. Hij promoveerde op een dissertatie „Die Theodicee von Justinus". Tot zijn bekende werken behooren: „Untersuehungen zum Neuen Testament", waarvan 17 deelen ver schenen zijn; „Der Sinn der Bergpredigt"; „De tegenwoordige stand van het Christus- vraagstuk". Bij de aanvaarding van het hoogleeraarsehap te Leiden in 1914 heeft Prof. Windisch een rede gehouden over „Der Untergang Jerusalems im Urteil der Christen und Juden". DE BIJBEL EN DE NIEUWE SPELLING Adres van het Ncd. Bijbelgenootschap Het hoofdbestuur van het Ned. Bijbelge nootschap heeft zich dezer dagen bij ver nieuwing met een schrijven over de spel lingkwestie gewend tot den Minister van Onderwijs, K. en W. Het heeft daarin den minister verzocht maatregelen te nemen, waardoor de thans dreigende taalverarming wordt voorkomen en de oude spelling, zoo ver slechts mogelijk is, wordt hersteld. Reeds een paar jaar geleden had het bijbelgenoot schap zich tot de regeering gewend met een bezwaarschrift, waarin het zijn bedenkingen tegen de sedert ingevoerde spelling uiteen zette. Thans heeft het weder gewezen op de nadeelen, die het werk van het bijbelgenoot schap door deze spelling ondervindt. Dat is wel in de eerste en voornaam ste plaats de taalverarming door de verwaarloozing van het grammatisch geslacht, die van deze spellingen ge volg is en waardoor de taal van den godsdienst zou lijden en met name ook het verstaan van den bijbel be moeilijkt wordt. Daarnaast staat dan ook nog het financieel bezwaar, waar handhaving van deze spelling op den duur een uitgaaf van den bijbel in elk der beide spellingen noodzakelijk zou maken en alzoo hooge extra uitgaven zou meebrengen, die in dezen tijd zeer moeilijk te dragen zijn en daar zoo eenigszins mogelijk vermeden moeten worden. Het Syrische Weeshuis te Jeruzalem Heeft 75 jaar bestaan Het tijdstip van de verhuizing van het wijdvermaarde Syrische Weeshuis te Jeru zalem naar een ander gedeelte der stad, valt samen met het 75-jarig bestaan dezer door Ludwig Schneller gestichte instel ling. Oorspronkelijk had Schneller een andere opdracht van de Bazeler Zending, die hem had uitgezonden naar Palestina, n.l. om er broederhuizen te stichten. Hij deed dit ook en werd de leider van het eerste Broederhuis, te Jeruzalem. In 1850 vernam Schneller te Jeruzalem, dat de Drusen een bloedbad hadden aange richt onder de Marmieten, een oud Christen volk dat in de omgeving van den Libanon z'n tenten had opgeslagen. Hij ging erheen en vond een zee van leed: weduwen en weezen smeekten hem om hulp. Hij nam 30 weezen mee naar Jeruzalem en nam hen op in het Broederhuis. Op 11 November 1880 werd het Syrische Weeshui* geopend, waarin deze dertig hei eerste contingent vormden. Allengs is dit bescheiden begin uitgegroeid tot een belangrijk centrum van philantropi- schen arbeid. Het weeshuis werd een opvoe dingsgesticht; er kwamen scholen, een land bouwkolonie, een blindentehuis, enz. Tot 1896 heeft Ludwig Schneller er met grooten zegen gearbeid; toen ging het be stuur over aan zijn zoon Theodor, en deze trad in 1928 af, om de leiding weer aan zijn zoon Hermann over te geven. Het Syrische Weeshuis zal nu naar het Zuidelijk deel van Jeruzalem worden ver plaatst, omdat de huidige gebouwen liggen ir. een stadsdeel, dat den Joden tot woning is aangewezen. Kort en krachtig vertolkt Dr. Colijn de meening der Regeering Minister Oud is vatbaar voor overleg Minister Colijn liail niet veel lijd noodig oin liet begroot ingsdebat te beantwoorden. Kort en duidelijk vertolkte hij de meening der Regeering. De oude klanken van een vijftal critici hielden niet lang op. Teir aanzien van de houding van oen gou verneur-generaal ten opzichte van de N. S. B. deed de minister-president niet ondui delijk uitkomen, dat ook hij hel verleenen van de 'weode audiëntie niet zeer beleid vol acht. Ambtenaren alleen testen op vaderlands liefde geefl geen volooendc waarborg voor betrouwbaarheid, oordeelde Dr. Colijn. Nogmaals werd uiteengezet waarom do Regeering meent liet zonder commissie voor de Grondwetsherziening te lutnnen stellen. De economische politiek werd vrij breed besproken. Alle nadruk werd gelegd op de oorzaken dat onze welvaart zoo zeer ge troffen is. Over devaluatie moeien we maar niet praten, zeide de lieer Colijn, „want we aoen liet vrijwillig toch niet". Dat aan de koopkrachttheorie van den heer Albania eenige critiek werd besteed, viel Ie verwachten. Zij legt de bijl aan den wortel van onzen uitvoer en ondermijnt daardoor heel ons economisch hcslel. Op dit punt is verzoening tussciien Regeering en soc. dein uitgesloten. Duidelijk toonde de minister ook aan, dat QO oorzaak van traagheid in liet uit voeren van openbare werken niet hij het Wcrkfonos schuilt. We hebben zelf daar ook meermalen op gewezen. Bakkend was ook het voorbeeld om duidelijk te maken waarom liet verstandig is om van de in dustrialisatie geen overdreven verwachtin gen te koesteren. Een ernstig woord werd voorts gesproken over den politicken toestand. Ons volk moge hot ter harte nemen. Minister Oud toonde ziclt op liet punt der belastingverhooging voor overleg vat baar. Do verhooging der Omzetbelasting wil hij wel prijsgeven, mils de accijnsverlagin gen niet doorgaan en de Reisbclasting wat wordt verhoogd. Bij de replieken verdedigde ito hee» Al bania kort maar knap van af zijn stand punt liet plan van den arbeid. Maar overtuigen kon hij toch niet en zeker ls niet to aanvaarden tie tegenstelling, die bij maakte tussciien liet werk der Regee ring; waarvan ditmaal de groote betee- kenis werd erkend en „het plan". Het zou staan:- bestrijding van crisisgevolgen tegenover eonjunctuurverbetering. De lieer Albania sprak niet van een prin cipiecl verschil toegestemd wordt blijk baar, dat er dat niet is maar \an een essentieel verschil. Doch ook dat erkennen we niet. Wat de Regeering doet Iteoogt even zeer conjunctuurverbetering als wat de soc. dem. bedoelen op een wijze, die voor reali seering buiten onze macht ligt en voor ons economisch bestel groote gevaren op levert. En als de Regeering de crisisgevol-, gen wil temperen, de soc.-dem. doen het in hun plan niet minder. NAAR DIEPPE Naar we vernemen zijn Ds. B. D. Hagen beek en Dr. E. D. Kraan te Vlaardingen bei den verhinderd in dienst van de Bethsafda, de vereeniging van Geref. Kerken, een week naar Dieppe te gaan ter geestelijke verzorging van de aldaar verblijfhoudende Geref. visschers. In hun plaats zal nu gaan Ds. C. Stam. Geref. predikant te Pernis, die Zondag 15 Dec. a.s. te Dieppe het Woord zal bedienen. SURINAME-ZENDING Met voldoening kart worden bericht, dat voor liet 200-jarig jubileum der Surinatne- Zending, itt verband waarmee een beroep was gedaan op alle kerken in ons land om liet groote tekort te helpen dekken, nog een tiO-tul collecten zijn binnengekomen. Maai er zijn nog ruim2000 gemeenten, die ntels hebben laten hooien. En de jaar rekening 1934 der Suriname-Zending wijst een tekort van f 1 IS.500 aan! VOOR DE VROUW Over kinderen en speelgoed Zoolang er kinderen gew eest zijn, was er ook s*p -clgood, zouden we bijna kunnen zeggen. Het eerste speelgoed was eenvoud'ig en goedkoop; de natuur zelf verschafte liet in de vorm van bonte kiczelsteenen, blinken de kevers, veelkleurige bloemen. Later begon men de mensohelijke gestal te, diervormen en huisraad in het klein na tc bootsen. Dat men daarvan niet veel te rugvindt is de schuld van de kinderen, dit: toen ook al net waren ais nu: ze wilden we ten, hoe de dingen or van binnen uitzagen, en braken zo stuk. In Silezië is speelgoed gpvondon uit de bronstijd; ook peren, eenden en ganzen uit klei gebakken en van buiten gekleurd Ook te Halsiatt ontdekte men iets diergelijks, mien vond er ossen in miniatuur mot ge krulde horens, en herten met machtige ge weien. iiet voornaamste speelgoediartikol, meer speciaal voor meisjes, is ongetwijfeld de pop, Ken diepb 'droefde Egyptische moeder, die liaar lieveling door dien dood verloren had, wist haar niets beters mee te geven dan de vurig beminde pop, waarmee ze gespeeld had. In het zonnige Indië hadden de Hin doe-meisjes reeds in ouden tijden poppen van ivoor. Ook in die .Middeleeuwen was de pop het voornaamste speeltuig der meisjes. In 1859 wist men tc Neurenberg onder het straatplaveisel oen heele kinderkamer uit te graven: poppen van wit leem gebakken, gepantserde ruiters en allerlei huisraad in het klein; alles afkomstig uit de lkle eeuw. Bekend is hiet moois dat kinderen van rijke patriciërs-geslachten te Neurenberg en Augsburg dikwijls hadden. Vorstelijk bijna was hun speelgoed. Ze hadden pop penhuizen met stal, kelder, keuken, bidkv mors. trappen naar omhoog, geheel en al ingericht naar het voorbeeld vaal de huizen der toenmalige aanzienlijkon. Geen wonder, dat do stad Neurenberg iof. op lieden beroemd is gebleven .vanwege z'n speelgoed-fabricagc! Geen wonder ook, dat speelgoedwinkels nog altijd nacht van bestaan hebben! Toch zouden we de vraag kunnen stellen: heeft olk kind eigenlijk wel speelgoed noo dig? Want 't is algemeen bekend, dat er onder de kinderen in dat opzicht voel on derscheid bestaat. Sommige kinderen zijn dol op speelgoed; wanneer ze maar genoeg dingen hebben, om zich mee bezig te li ouden, bezor gen ze Moeder geen oogenblik last. En uit het vorenstaande blijkt meteen al duidelijk de oorzaak van de bogeerto naar speelgoed, nl.: de drang tot be zig h e 1 tl. Toch zijn er óók kinderen, die zelden lang „zoet zijn" niet speelgoed. Wat moeder ook voor hen bedenkt, wat ze ook te voorschijn haalt of cadeau geelt: bijna altijd is het kind er maar even vol toewijding mee be zig; al gauw is de. aardigheid er af, en er wordt niet meer naar omgekeken! Is er dan bij die soort van kinderen geen behoefte aan bezigheid? Het zou onjuist zijn, deze conclusie te trekken. Evengoed deze kinderen worden door de drang naar bezigheid gestuwd Maar: zo hebben waarschijnlijk minder fan tasie. Daardoor hebben ze dan ook minder aardigheid in 't spelen met wat eigenlijk naaperij is van echte dingen. Ze liebhen wel behoefte aan spel on beweging, maar ze zijn nuchterder cn verlangen meer naar tcht doen en écht werken. De drang naar brizighei-'l echter woont in hen oven goed. Die neiging tot beweging en bezigheid in de kinderen openbaart, zich al in de eerste levensjaren. In die wieg reeds vertellen de trappende voetjes en slaande handjes ons van de behoefte aan beweging en spel, die de kinderen prikkelt en aanzet tot dat slaain en trappelen. En wanneer we hun iets geven, wanneer ze zich pinttig bezig houden kunnen, dan zal dit niet. ongebruikt blijven. Dank bijv. aan die rammelaar. Wat zijn do kinderen diaar blij mee, en wat kunnen zo er druk mee bezig zijn! Geen wonder: hier snijdt liet mes tan twee kanten. Niet alleen kun nen ze door het spelen met de rammelaar uiting geven aan hun bewegings-draiie, maar bovendien bereiken ze daarmee ook een niet te versmaden resultaat: het geluid verhoogt de pret. En wat in b'ginsel al de rammelaar tot geliefkoosd speelgoed maakt, nl.: het feit, dat ze er iets mee kunnen doen, er iels mee kunnen bereiken, geldt oitgcnlijk als stelrogel voor a] het la ter speelgoed: geef de kinderen dingen, waaraan ze werkelijk iets hébben, waar mee ze écht iets kunnen doen. Sommigen geven uit onverstandige lief le aan kleine kinderen reeds prachtige, dure cadeaux: een pop met écht haar, die „sla pen" kan, een mooie auto, een fijne wieg, of iets dergelijks. Natuurlijk met de noodige vermaningen er bij, dat het kind daar nil wél héél zuinig op moet zijn! Schoone the orie! Maar wat komt er van terecht? Meestal zijn zulke fijne stukken speelgoed bronnen van ergernis, teleurstelling en ontevreden heid. Kleine meisjes kunnen nu eenmaal nog niet omgaan met mooie, tccre dingen. En kleine jongens vinden er niets aan zoo'n mooie auto te hebben, als ze er nooit iets moe mogen doen! Als zoo'n auto zoo hard kan rijden, moet je tocli ook eens kijken kunnen, hoe dat kómt? Maar als op een goeie dag de auto uit elkaar gehaald op de grond ligt, is hot leed niet te overzien! Moe der boos, de jongen verdrietig en de auto mogelijk bedorven! Apdere ouders, heter op de hoogte van de kinder-begeerten, weten al wej, dat ze hun kleine kinderen zoo iets niet zonder meer kunnen toevertrouwen. Vrijelijk houden ze daarom die dure dingen onder eigen berus ting. en tracteeren, bij wijze van extratje, de kinderen zoo nu en dan op een uurtje ge zamenlijk spelen er mee. Weliswaar worden op die wijze scènes voorkomen, maar: als t kind er toch niet zelf mee spelen mag. wat heeft liet er dan eigenlijk aan? Het be antwoordt dan toch niet aan het doel, waar voor lief gegeven is? Waarom niet een een voudiger voorwerp gekocht, en met al te dure en ingewikkelde geschonken gewacht tot lint kind werkelijk de leeftijd daarvoor bereikt hoeft? Want mopstal is het gevo'g van te mooi en teer speelgoed voor kleine kinderen: sink maken, ""schuldig meest al, maar daarom is 't toch even goed stok' of, indien men 't voortdurend weer weg-, bergt: teleurstelling, omdat ze 't zelf niet mogen hantoeren en nnlevroden-zettren tel kens weer, of 't \oor de dag gehaald mag worden. Daarom: ialen wc de kinderen speelgoed geven, dat hij hun leeftijd past, en dan liefst: nuttig cn stevig. Ook niet teveel! Dat bevordert wisselturig- heid en ontevredenheidé Een kind, dat erg veel verschillend speelmateriaal heeft, went er zich zelden aan, eens rusiig met een be paald voorwerp bezig te zijn. Ongedurig heeft het dan dit, dón dat te pakken. Lukt iets niet: geen nood, er is nog genoeg an der speelgoed; dan dat maar genomen! Zoo wordt de ontwikkeling van goede eigen schappen als: volharding, rustige concentratie, en niet het minst tevredenheid op funeste wijze onder drukt. Krijgt het kind tóch veel, bijv, doordat fa milie of kennissen nog al eens iets meebren gen, dan kan het goed zijn hiervan iets op te bergen, niet met het doei, het aan de vernielende kinderhandjes te onttrekken, maar om te maken, dat het kind ttiel te voel krijgt van liet goede, zoodat het rade loos neerzit tusschcn allerlei speelgoed en zelf niet meer weet, wat het nu eens nemen zal. Pas wanneer een bepaald stuk speel goed door overmaat van gebruik „afge daan' heeft, kan dan eens iets uit de kast gehaald worden, dat dan voor het kind nog weer geheel „frisrh" en „nieuw" is, en dus zijn volle belangstelling heeft! Een volgende maal zoo mogelijk iet? over speeleoed en spelen voor kinderen met wei nig fantasie en over bezigheid voor grootere kinderen, die aan „spelen" alleen niet meer genoeg hebben om hun drang tot beweging cn bezigheid genoeg in darden om te zetten. WIJSHEID M ilt gij veel van het leven ontvangen, begin dan met yeel van u zelf te eischen Melatie van Java. Wie kleine gebréken niet vermijdt, ver valt allengs in grootere. Thomas Kempis VOOR DE JEUGD Beste Nichtjes en Neefjess Hoe gaat het met jullie allemaal? Begin je al last te krijgen van de kou? Zeker al lemaal al in St Nicolaas-stemming zoo lang zamerhand. Of nog niet? !k denk het toch wel: 't duurt nu nog ntaar ruim twee en een halve w eek, en dan is het weer zoo ver. Gezellig, hé? Of hel) jullie er nog geen zin in? 'k Vind, dat je, nu de dagen zoo kort worden en de lamp zoo vroeg opgaat, van zelf weer naar dat geheimzinnige feest gaat verlangen, 't Hoort er zoo eclit hij: 's avonds allemaal thuis in de lekker warme kamer, cn dan vol spanning in afwachting, wat liet feest brengen zal. Sommigen van de grootoren zijn denk ik alwel druk bezig om de Sint te helpen bij liet bedenken en klaarmaken tan terras singenl Want. nietwaar: St Nicolaas en zijn knecht kunnen onmogelijk voor alle mensrlien iels bedenken en ze kunnen ook niet zelf alles maken. Daarom moeten er wel grootere kinderen, cn ook groote meu- sclten zijn. die Sinterklaas behulpzaam zijn bij het maken van handwerkjes en andere mooie dingen. En wat is er nu prettiger, dan voor Sinterklaas iets te maken, opdat de Sint het geven kan aan je Moeder of Vader, of aan oen broer of zusje. Natuur lijk is iedereen daar even dol op! Wat is het leuk. eerst dat verzinnen, w aarmee Sin terklaas je Vader en Moeder, je broertje en zusje, of je vriendinnetjes eens blij zou kun nen maken. En eindelijk, als je dan wat gevonden hebt, gauw aan de slag! Fijn, al de geheime voorbereidingen, waarvan na tuurlijk niemand iets weten mag; de stille uurtjes, waarin je hard werkt, met de groot ste pret, en toch tegelijk met een stille angst dat iemand je betrappen zal, terwijl je bezig bent. Stel je voor. dat Moeder in eens ie kamertje binnenkwam, terwijl ja hard breide aan die mooie theemuts, of dat Vader je kwam' roepen, terwijl je een let ter borduurde op z'n nieuwe zakdoeken! Dat zou-tooit verschrikkelijk zijn! F.n vooral wanneer je broertjes en zusjes hebt. met wie je er stilletjes over kunt pra ten, maar voor win je tocli ook weer ver rassingen h"denkt. die je dan weer in het geheim aan Moeder toevertrouwt; dan wordt liet vóór 5 Dec. eigènlijk een paar weken lang nóg grootcr feest, dan 't op de! dag zelf ooit worden kan! Of wanneer je een vriendinnetje of vriend je hebt. bij wie je op de vrije uurtjes nu; komen, om allerlei knutselwerkjes te doen, die ze thuis niet mogen merken! Ook tie jongens kunnen hier best mee doen! Voor 't kleine broertje kunnen ze mooi speelgoed maken; voor Vader een boe- kenstandaard, of voor Moeder een schemer lampje. Mant jullie zijn toch zeker alle maal handig met planken en zaag? Na tuurlijk, wélke jongen kan er nu tegenwoor dig niet- figuurzagen ledereen immers! F.n anders kun je nog wel wat anders verzin nen! Een mooie tenkening zal zoowel Moe der als Vader blij maken. Of; je koopt een ruw aarden schoteltje of bloemvaasjc. Je bedenkt er een mooie teekening op en met verf beschilder je het bordje of de vaas. zoodat er leuke figuren op komen, of aar dige blocm-motioven. Jé koopt wat vernis, en als je verf droog is, vernis je het heele voorwerp. Je zult verbaasd slaan over hei resultaat. Weet je wat ook leuk is? Zelf een paar mooie platen inlijsten! Je probeert wat glas te krijgen (misschien is er thuis nog we! een oud glas van een afgedankte schilde rij!), je laat het snijden op de goede' maai, je koopt een rolletje van dat zwarte (of ge kleurde) band en je gaat aan 't werk. Een keurig stukje carton achter tegen de plaat, een glas er voor. cn om die lagen het hand geplakt: al weer een prachtig geschenkje. Zoo is er voor ieder genoeg te bedenken. oor de meisjes vanzelf nog veel meer! Die hoef ik niet te helpen, denk ik! Of tocli wel? We spreken af: wie hulp noodig heeft, schrijft gerust, k M'il jullie met alle ple zier helpen bij 't bedenken en raadgeven, bij 't uitvoeren der plannen. In een brief natuurlijk; in de krant kan iedereen het lezen; dat zou niet gaan! Dus wie moeilijkheden heeft, schrijft maar. Verder wcnsch ik jullie allen veel succes bij je werk. 'k Hoop, dat iedereen, die nog niets van plan was, eens zal be ginnen, en zal trachten, met hot St Nico- laasfeest den Sint bij (e staan in al zijn zorg en arbeid, om allen iets te kunnen schenken. Nu eindig ik met de hartelijke groeten aan jullie allen, van je Tante TINE,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1935 | | pagina 3