s\
VOOR VROUW EN KIND
MAAS- EN SCHELDFBODE
ZATERDAG 12 OCTOBER 1935
ken
TWEEERLEI LEVENSHOUDING
KERKNIEUWS
GEWEVEN PORTRET VAN PRINSES JULIANA
De groote attractie aan de
i „Mica" verbonden
Doodelijk auto-ongeluk
VOOR DE VROUW
VOOR DE JEUGD
rtedactic);
luw vcel-
|it inijn
llt.ni lict
plml vail
lichten
Ie grocii-
lens him
It Fl<ik-
looi- hua-
khillende
bol' kon-
|reesolijk
betaalt,
en, noch
kak van
lien, was
Iroonten-
kkee to
handcil
levt, zijn
Ivervoer-
leilingen
liil clan
Int zelfs
Ier, doch
|nde aan
ien con-
üuist nu
|at voor
al uw
lg enz.,
jcollega's
maar
Ikje van
|g is cn
in to
lupecrdo
In op do
1 de prij-
lliier op
Dat is
waren,
|er nooit
begre-
I te koo-
SLUYS
I stellen,
llad een
dingen
scheef
Ikje van
Tileiding
I'oenten-
|ezonden
ensdag
Ichrcven
V A/
pers be-
pit curtJ
arop zij
lians de
Iddt con-
lndel te
1 hebben
om in
zege»
^n dat
op se»
Inoodza»
Ian liet
lats het
ld moet
lofd'som
Ie gedu-
P'komen
dit coll
ide han-
J tweede
llig kos-
I andoro
Ikig be
dring te
want
It in de
len met
liing in
Itot tijd
In van
pliek te
Jen g-e-
|ier, die
VOORDE1
ZONDAG
En het geschiedde, als zij reisden,
dat Hij kwam in een vlek; en een
zekere vrouw, met name Martha,
ontving Hem in haar huis.
En deze had een zuster, genaamd
Maria, welke ook, zittende aan de
voeten van Jezus, Zijn woord
hoorde. Doel» Martha was zeer
bezig met veel dienen en daarbij
komende, zeide zij. Heere! trekt
Gij u dat niet aan, dat mijn zuster
mij alleen iaat dienen? Zeg dan
haar, dat ze mij helpe.
En Jezus antwoordende, zeide tot
haar: Martha, Martha! Gij bekom
mert en ontrust u over vele
dingen;
Maar één ding is noodig; doch
Maria heeft het goede deel uitge
kozen, hetwelk van haar niet zal
weggenomen worden.
Lucas 10 3842.
Het is heel gemakkelijk om Martha te
Zien als de onbekeerde. Zij heeft het ééne
noodige niet. Ze is dus onbekeerd. Zij
bemoeit zich alleen met wereldsche
dingen.
Die 't zoo beschouwt, vergeet, dat
Jezus Martha en haar zuster en Lazarus
liefheeft.
Die 't zoo beschouwt, ontkomt aan de
klem dezer woorden, want hij zelf is
kind van God, Maria-figuur, en Jezus
richt derhalve deze woorden, ja misschien
•wel heel erg zijdelings, maar toch niet
concreet tot hem.
Zoo gaat hier het Woord Gods ons
yoorbij.
Het is een mooi verhaal, een prachtige
evangelisatietekst, maar wij zijn het sta
tion van deze tekst voorbij. Wij hebben
bet ééne noodige gekozen en we bekom
meren ons ook nog wel eens over vele
dingen, ja natuurlijk, maar Martha's zijn
yre toch niet.
Als we zoo de Bijbel lezen, lezen we
er overheen.
Dan beelden we in sommige stukken
tuit de Bijbel achter den rug te hebben.
Maar we lezen verkeerd.
Wanneer we deze bekende geschie
denis van Jezus' bezoek aan Martha
en Maria zoo willen lezen, als ik het
door het opschrift heb getracht te ken
schetsen, dan is het voor ons allen. Maria
en Martha zijn beide christenen.
Maar in hun houding, als Jezus op
bezoek komt, in hun tweeërlei houding
typeeren ze tweeërlei levenshouding in
de christelijke wereld in het algemeen.
Als Jezus komt is Martha erg druk, Ze
vindt, dat ze heel veel om Jezus moet
geven. Ze wil reusachtig veel voor Jezus
zijn. Ze sjouwt en loopt heen en weer.
Haar dienen van Jezus bestaat hierin,
dat ze alles voor Jezus klaar maakt en
doet: alles onderstboven haalt. Ze reci-
pieert. Ze is een gastvrouw boven dui
zenden.
Jezus echter is de Zoon Gods.
Als Jezus komt, dan is Hij Jezus. Hem
dienen is allereerst niet Hem geven,
maar van Hem willen ontvangen. Alzoo
doet Maria. Zij luistert rustig naar Jezus.
Zij hoort Zijn Woord. Zij gaat zitten
met haar ziel open voor God en voor
Gods Woord. Zij ontvangt in de eerste
plaats van Jezus.
En kijk, wanneer Martha dit niet
bevalt en zij haar zuster Maria en de
houding van Jezus erbij critiseert, dan
zegt de Heiland, dat Maria het ééne
noodige heeft gekozen en dat dit van
haar niet weggenomen zal .worden.
Tweeërlei levenshouding.
Welke is de juiste?
Die van Maria.
En welke is deze?
Wel, die van eerst luisteren naar God.
Die van het persoonlijk contact. Die van
het Woord Gods op ons laten inwer
ken. En dan kunnen we daarna aan de
gang gaan, overal aan meedoen.
Maar de onjuiste levenshouding is die
van Martha, die overal aan meedoët, aan
alle mogelijke clubs en christelijke en
niet-christelijke organisaties deelneemt
en geweldig veel sjouwt, maar bij wie
het persoonlijk contact met Jezus niet het
allereerste is en het allervoornaamste.
En nu moeten we even opletten.
Onder de vele klachten, die er zijn, is
deze, en die klacht is juist, dat niettegen
staande veler gesjouw en gevergader en
georganiseer het echte ontbreekt. Er is
iets niét. We begrijpen dat niet, willen
het in vele gevallen ook niet eerlijk er
kennen. we willen er niet aan, omdat we
toch de goede weg gegaan zijn, maar
toch, het is net of bij de schitterendste
organisatie en de volste zalen en het ova-
tioneele applaus het echte, het waarach
tige gemist wordt.
Hebben we niet vergeten eerst rustig
naar Jezus te luisteren? Hebben we niet
vergeten, dat al het bovengenoemde zon
der echt, waarachtig persoonlijk geloof
in Jezus Christus niets is?
Laten we ons afvragen welke onze le
venshouding is.
Wanneer we niet eerst de kerk,
of de vereeniging zoeken, maar
wanneer we eerst Jezus zoeken, persoon
lijk en eerlijk, dan zal dit zelfs in de
drukste beweging, zelfs met al ons ge-
jaag niet van ons weggenomen worden.
Willen we zoo deze bekende geschie
denis nog eens overlezen? En ons er niet
aan onttrekken?
NED. HERV. KERK
Beroepen: Te Lage Vuursche, L. Blok
te Brandwijk.
Aangenomen: Naar Zeerijp (Gr.),
cand. G. A. Pasma te Bunnik.
GEREF. KERKEN
Tweetal: Te Terneuzen, A. v. d. Heide
te Stadskanaal en P. v. d. Marei te Driessum.
Beroepen: Te Wierden, W. Scheele te
Hoogersmilde.
CHR GEREF. KERK
Tweetal: Te Haarlem-Noord, M. W.
Nieuwenhuizen te Franeker en J. Jongeleen
te Apeldoorn.
Bedankt: Voor Nieuw-Vennep en voor
Urk, P. de Groot te Gorinchem. Voor
IJmuiden, W. Heerma te Aalsmeer.
PERIKELEN BIJ BIJBELVERTALING
Bij de vertaling der H. Schrift in de taal
der Fiji-eilanden stuitte men bij de bekende
woorden „Kaalkop, ga op!" tot den profeet
Eliza op het feit, dat op deze eilanden het
kale hoofd totaal onbekend is. Hoe nu? Wel,
men heeft, na lang peinzen, er dit op gevon
den: „Klappers (kokosnoten) zonder haar of
gras".
CHR.-NAT. SCHOOLONDERWIJS
30 October het 75-jarig bcstian
De Vereeniging voor Christelijk Nationa al
Schoolonderwijs zal op 3D October a.s. 75
jaèr hebben bestaan Op Jicn datum van bet
jaar 1860 werd de sti^htingsvergadering
gehouden, welke door Gi^en van Prinsterer
geleid werd. In de 75 jaren van haar Ge
staan heeft zij veel voor het Christelijk on
derwijs gedaan. Ze nae't aan de scholen fi-
nancieelen steun verleend, heeft net stichten
van Christelijke «vho? li Gevorderd, heelt,
bii de opleiding van on de-".v ij?, or s steun ver
leend en onder' nge samenwerking aange
moedigd. Steunend op con vast beginsel,
heeft ze intense'-Relijk gewerkt. En zt doet
dat nog steeds.
De hooidcommiss e hoopt op den ver
jaardag der vereeniging te Utrecht
in het Gebouw voor K. en W. een her
denkingssamenkomst fe houden. In de
morgenvergadering, welke om 11 u. aan
vangt, zal de voor utter D s. M. v. Gr i e-
ken de feestrede houden; in de namid-
dagsamenkoms? die om 2 uur begint, zal
er gelegenheid zijn de bondscommissie te
complimenteeren.
TRAAG
liet Zendingsbureau te Oogstgecst (post- I
rekening no. 6074) vraagt ons plaats voor het
volgende:
De middelen blijven te traag vloeien. In de
maand September is er slechts 33.000,in
i gekomen. Deze eerste week van October niet
meer dan 6000,
Ook de aanvragen voor de Zendingsweek
loopen nog niet hard genoeg. Er zijn 85.000
manifesten en offerznkjes aangevraagd en
van de circulaire voor de kinderen vooi
scholen en Zondagsscholen is er dit jaar een
eigen manifest in totaal 20.000. Ook dat is
nog te weinig.
A. GESCHIEREN Pzn. f
In den ouderdom van bijna 88 jaar is te
Orijpskerke (Z) overleden de heer A.
Geschiere Pzn., een op heel Walcheren be
kend figuur. De heer Geschiere, die zich
nooit anders dan op een driewieler langD den
weg bewoog was het type van den echhen
Zeeuwschen Boer, die zijn landstreek door en
door kende, getuige het van zijn hand ver
schenen geschiift: De Walchersche boer voor
heen en thans.
De heer Geschiere maakte voor de Anti-
Rev. partij vele jaren deel uit van den Ge-
meenteraad, stichtte voor ruim 40 jaar mede
de Chr. School en was haar eerste voorzitter.
Tal van jaren diende hij de Geref. Kerk van
Grijpskerke als ouderling en hij was bij va
caturen voorzitter van den kerkeraad. De
classic Middelburg vaardigde hem bij herha
ling af naar de Part. Synode van Zeeland, die
hij meerdere malen vertegenwoordigde op de
Generale Synode der Geref. Kerken. Onder
leiding van den heer Geschiere kwam te
Grijpskerke een ineensmelting van de Geret.
kerken A. B. en C. tot stand.
Van de firma Gerson Mol
te Den Haag ontvingen wij
een exemplaar van het met
oflicieele toestemming van
II. K. TI. Prinses .luliana en
van het Nedorlandeche Hoo
de Kruis, uitgegeven gewe
ven portret in kant van Pnn
ses Juliana, zooals dit ook is
aangeboden aan TI.M. de Ko
ningin cn II.K.H. Prinses
Juliana.
'Aan do technische voorbe
reiding voor dit portret zijn
acht maanden van ingespan
nen arbeid gemoeid geweest
De vermaarde weefkunste
naar Bauer leverde het om
werp en de firma Gerson Mol
zorgde voor een werkelijk on
berispelijke uitvoering.
liet portret werd geënca
dreerd in een smaakvol
lijstje met ornamentale kroon
Van de prijs, die niet hoos
is. komt 10 pet ton goede aan
het Ned. Roode Kruis, waar
van Prinses Juliana voorzit
ster ie.
In de weken van 15 lot 26 October a.s. zal
te Middelbarnis en Sornmelsdijk een mid
denstandsweek georganiseerd worden, gelijk
tijdig met de middenstanders ujL alle steden
en dorpen van ons land.
Uitwonder volgt de attractie welke aan
deze „mica", middenstandscampagne, ver
bonden is.
Bij aankoop van elke 50 cent bij een
Mica-deelnemer (herkenbaar aan bet Mica-
raambiljet) krijgt de koop er een Micaatje,
een prijs-puzzle-stukje.
12 verschillende Mieaatjes moet u zien te
krijgen. Dat zal u niet moeilijk vallen,
want de 12 stukjes worden in gelijke hoe
veelheden gedistribueerd. U zult dus ge
makkelijk de 12 verschillende Micaatjes
kunnen krijgen. Anders ruilt u even.
Bij uw leverancier kunt u gratis een
rebusformulier ontvangen. Daar plakt u de
12 verschillende Micaatjes in de juiste volg
orde op. Eén manier is maar mogelijk, dus
ook dat zal geen moeilijkheden opleveren.
Bij bet opplakken hebt u al gezien, dat
ook nog even een rebus moet worden op
gelost. De oplossing van de rebus schrijft u
ook even op bet fonnuher.
U onderteekent dan het formulier en
maakt nog even een slagzinnetje, of rijmpje
of verhaaltje, op de middenstand betrekking
hebbende (op literaire waarde zal niet wor
den gelet).
Dat formulier levert u tenslotte in bij liet
plaatselijk comité, en wel uiterlijk 26 Octo
ber a.s.
U moogt natuurlijk ook 2, 3, 4 of meer
formulieren inleveren, niet resp. 2i, 36, 48
enz. Micaatjes.
Hoe meer volgeplakte formulieren, hoo
grooter kans natuurlijk!
Onder de goede oplossers van puzzle en
rebus worden d-an de prijzen, spoedigst na
26 October, aangewezen.
Het uitvoerend comité kan op dit oogen-
blik reeds als prijzen aanwijzen:
Een land- of weekend-huis, te bouwen
(volgens teekening) op grond door den win
naar aan te wijzen, mits deze grond niet
duurder kost dan 1000 land-( of weekend
huis plus 1000 grond uus); een auto, Ford
Luxe, de V 8; een huiskamer-ameublement,
een slaapkamer-ameublement, een kano, ra
dio, stofzuiger, motorfiets, en verder hou*
derden, wellicht duizenden waardebonnen,
inwisselbaar bij deelnemende leden; zoo
zijn op d'it oogenblik reeds gereserveerd: 10
waarde binnen van ƒ100 elk; 10 van ƒ50; 20
van ƒ25; 100 van ƒ10; 100 van 5 en 200
van 2.50.
We herhalen: het uitvoerend comité kan'
reeds op d'it oogenblik deze prijzen beschik
baar stellen; bij grooter omzet, steeds meer
prijzen.
De volgende middenstanders doen mee
aan deze campagne, welke georganiseerd
wordt door de Kon. Xed. Middenstandsbond
C. J Campfens, J. I'. Nieuw land, Th. Boek
hoven, B. ITagens, S. van Eek. M. de Jager,
P. Wielhouder, B. de Zaaijer, C. de Bruin,
V. van Heemst, P. Kastelein. Ir Verbrugge,
E. Hartogs. H. Maan, de Fruithal, C. Jan
sen, E. Leeflang, A. Visser, J. J. Nipius, D.
F. Jacobi, I,. Vroegindewev, Ifolf en Zn.
De aannemer Huiskamp uit Winters-
w ij k is toen hij per fiets der» Groenlosche»'-
weg overstak, door een auto gegrepen. Hij
w erd door de voorruit geslingerd cn is aan
de gevolgen overleden.
BEGAAFDE VROUWEN
Jacqueline E. van der Waals (18681912)
Jacqueline van der Waals was zooals
waarschijnlijk bekend is een dichteres.
En daardoor is ze van groote beteekenis voor
elke vrouw die gedichten leest en van ge
dichten houdt.
jJamtner echter, dat eigenlek zoo weinigen
werkelijk gedichten iezen! Want juist voor
de vrouw kan het lezen van gedichten zulk
een rijk genot zijn. De diep-voelende natuur,
welke ae vrouw in 't algemeen eigen is,
maakt haar in bijzondere mate ont
vankelijk voor de ere en mooie gedachten,
die dikwijls in gedichten uitgesproken wor
den.
De vrouw leeft intens mee in anderer leed,
cn kan zich hartelijk verheugen in hun
ivreuvde. kur-— "-ii zoo '"op mee-
Noelen met menschen, die hun hevigste
smart en hun rijkste vreugde uitspreken in
gedichten. Begrijpelijk is het daarbij, dat
ons dikwijls bijzonder sterk aantrekt
datgene, wat door vrouwen werd gevoeld
en vertolkt.
Och, we hebben niet altijd rustig gelegen
heid, om van een mooi gedicht -te genieten.
Want: gediohten-lezen is iets anders dan
nieuwsberichten verslinden.
Gedichten-lezen is niet iets, wat men kan
doen in een vrije vijf minuten, onder het ko
ken door, of al breiend aan een handwerk!
Gedichten-lezen vraagt tijd! Wie er aan
begint, moet er rustig voor gaan zitten. Wie
Er naar verlangt, om het te doen moet trach
ten. er een uurtje voor vrij te maken. Want
dan pas hebben we gelegenheid, de inhoud
(toed tot ons te laten dóórdringen, en dan
ook pas leeren we oomerken het mooie, dat
dikwijls verborgen ligt in woordenkeus en
klankverbinding.
We moeten een gedicht rustig op ons la
ten inwerken, we moeten er over nadenken,
het lezen en herlezen, en dan eerst kunnen
we er ons een oordeel over vormen. Is hot
niet mooi. dan merken we dit al gauw ge
noeg. De inhoud maakt dan geen indruk op
ons; de vorm boeit en bekoort ons niet.
Maar eveneens: is het gedicht wèl mooi,
dan genieten we er ook dès te meer van,
naarmate we er kalmer over nadenken, en
het schoon, dat er in opgesloten ligt, rusti
ger op ons laten inwerken.
Hoe vak„r we een werkelijk moot gedicjit
overlezen, das te meer schoons zullen we er
telkens opnieuw in ontdekken. We kunnen
onmogelijk in één of twee keeren al 't moois
opmerken en verwerken. Daarvoor moeten
We de verzen meermalen lezen. Maar wie
dan ook zóó leest, die zal 't als een heerlijk
genot gaan voelen, zoo eens rustig een uur
bezig te zijn. Mooie gedichten kunnen ons op
heffen en veredelen. Ze kunnen ons bemoedi
gen en verrijken.
In zéér sterke mate geldt dit wel van de
gedichten van Jacqueline van der Waals.
Weinig dichteressen hebben voor de Chris
ten-vrouw zulke fijne gedichten geschreven,
als zij. En geen wonder. Zélf een vrome
Christin, kon zij onmogelijk anders dan in
baar gedichten schrijven over God en den
Christus, die haar leven verlichtten. En
daarom lezen we haar verzen zoo graag. We
Weten, dat ze haar gave als dichteres be-
Ètgeddi ia .den süëBSt ïaa God, Ze xeiiieej.:»
lijkto Zijn schepping en daarin Hemzelf.
Niet, omdat haar leven zoo énkel geluk
en zonneschijn was, heeft ze zich Gode
dankbaar betoond voor al Zijn weldaden,
inzonderheid voor de bijzondere gave, die
Hij haar schonk. Integendeel: ze heeft in
haar leven een groote, beangstigende strijd
gekend. De strijd tusschen Gods wil en
haar wil, die niet overéén kwamen. En van
die strijd getuigt ze ook in haar gedichten
Maar hoe haar ziel soms ook in opstand
kon komen togen Goos besluit over haar
toch weet ze zichzelf altijd weer stil-ver-
trouwend het zwijgen op te leggen. Tóch kan
ze tenslotte berusten in Gods doen, dat en
kel majesteit is voor haar.
En juist daarom kunnen haar gedichten
ons zooveel leeren. Juist d&ardoor zijn ze
zoo vertroostend en bemoedigend voor wie
evenals zij de levensstrijd kennen.
Jacqueline van der Waals werd geboren
18BS to Den Haag. Op haar 10e jaar verhuis
den haar ouders naar Amsterdam. Na te
Amsterdam de II.B.S. voor Meisjes te heh-
ben bezocht, begon ze aan de studie in het
vak geschiedenis. Als resultaat hiervan be
haalde zij de akte M. O.
Zo heeft ook werkelijk les gegeven in dat
vak. Maar slechts ongeregeld; de perioden,
waarin zo les kon geven, werden telkens
onderbroken door tusschenpoozen, waarin
baar gezondheidstoestand haar het werken
onmogelijk maakte. Want dit was juist haar
kruis: een zeer zwak gestel.
Na eenige tijd werd openbaar, dat ze on
geneeslijk ziek was. En deze ziekte, met het
vooruitzicht op haar naderend einde, hebben
op vele vooral van haar laatste ge
dichten een stempel gezet.
Waar haar gedichten eerst voor 't grootste
deel natuurbeschrijvingen, later, wanneer
ze zich al zwakker voelt worden, verandert
ait. En die latere gedichten, uit de tijd vlak
voor haar dood, zijn wel bijna de mooiste
van alle.
Hoewel ook haar natuur-gedichten bewon
dering wekken.
Als getuige hiervan moge het onderstaan
de dienen:
„Winterslilte"
„De grond is wit, de nevel wit;
De wolken, waar nog sneeuw in zit,
Zijn wit, diat zacht vergrijzelt.
Het fijngetakt geboomte zit
Mot witten rijp beijzeld.
De wind houdt zioh behoedzaam stil
Dat niet het minste takgetril
't Kristallen kunstwerk breke.
De klank zelfs van mijn schrede wil
Zioh in de sneeuw versteken.
De grond is wit, de nevel wit,
Wat zwijgend tooverland is dit?
Wat hemel loop ik onder?
Ik vouw de handen en aanbid
Dit grootsohe, stille wonder."
Wie dit geidiicht kalm en rustig in stilte
voor Zioh zelf leest, zal onder de bekoring
moeten komen van het mooie winter
landschap, dat de dichteres beschrijft. Voor
al het tweede couplet maakt ons stil als de
wind, die zioh' schuil schijnt te houden om
niet Axxc jhkat bewegen, der jakken de ijzel
te beschadigen. Ook geen geluid wordt ver
nomen; zelfs de stap van de voorbijgaande
schrijfster wordt gedempt door de donzige
sneeuwlaag.
En even bewonderend als de dichteres
zelf vouwen we als in gedachten met haai
de handen om God te prijzen voor de won
dere schoonheid, waardoor Ilij zioh in dc
natuur openbaart.
En zoouls dit gedicht heeft Jacqueline van
der Waals er vele geschreven. Denk slechts
aan „Xajaarstaan", „Langs de weiden" en
„Liohtgeflikker".
Heerlijk moet het zijn, zoogde natuur te
zien, zóó al het sohoone op te merken, als
Jacqueline van der Waals dat kon!
Maar toch is haar leven moeilijk geweest,
vooral in de laatste jaren. De oorzaak daar
van was haar reeds genoemde ziekte. Ont
roerend spreekt ze er van in haar gedicht:
„Annunciatie", d.w.z.: „aankondiging van
den dood", waarin zo ons vertelt, hoe „de
Dood" zelf haar vGn Godswege komt melden,
dat ze weldra sterven zal.
We laten ook dit gedicht hier volgen:
Annunciatie.
Ik hoorde Uw voetstap nad'ren op het pad,
Ik wachtte en zag U na een korte pooze,
Hoe geurden bat demioboschje en de
rozen
Toon Gij mijn open woning binnentrad.
Gij waart dien avond, toen gij tot mij
kwaamt,
o, Dood, niet overmoedig, niet vermetel,
En toen gij plaats naamt in mijn zachtcn
zetel,
Gelijk een knaap, zoo schuchter en
beschaamd;
„Ik kom misschien wat laat en ongelegen?
Maar God heeft mij gezonden met een last."
Ik sprak: „Wie tot mij komt van
Zijnentwege
Is mij ten allen tijde een lieve gast."
Ik bood u spijze; ik dronk met u den wijn;
Toen spraakt gij vragend, en uw oogen
zagen
De mijne niet, naar d'uwe opgeslagen,
Maar staarden peinzend in den avondschijn:
Ik weet, dat g'u een woning hebt gebouwd,
Die ge zoo juist van platn waart te
betrekken?
Dat gij da taak, door God u toevertrouwd,
Ten laatste aan uzelvcn woudit ontdekken,
Als gij uw eigen leven laven zoudt?"
Maar met een glimlach sprak ik snelenstil:
„Kwaamt gij, o Dood, mij van m ij n
plannen spreken?
Spreek en verkondig mij des Meesters wil."
Toen stond gij op; toen gaaft ge mij het
teeken,
Waarmede gij de uwen wijdit, o Dood.
Ik deed u even later uitgeleide
Ik zag u duister in het avondrood
Verdwijnen in de duisternis der heide
En keerde huiswaarts langs het kiezelpad.
Ik sprak niet: goede Dood"; ik sprak
niet „Booze".
Maar 't denmenbosohjie geurde, en de
rozen
En 't had hot leven nooit zóó lief gehad.
Even ontroerend is haar gedicht: „Sinds
ik het weet'1, waarin ze ons haar houding
teekent tegenover het leven, nadat de Dood
haar heeft gewijd tot één der zijnen. Het
luidt als .volgt i
„Sinds ik het weet.
„Sinds ik het weet ik weet het wel,
ofschoon
Nog onder ons angstvallig wordt ontweken
Het booze woord te noemen, dat bij
't spreken
Licht ruw of wat onzuiver klinkt van loon
Sinds ik bet weet, werd mij de overvloed
De schoonheid en de zoetheid aller dingen
Nog wèl zoo liefelijk en wèl zoo zoet;
Sinds ik hot weet, schijnt mij de atmosfeer
Doorwasomd en doorgeurd van zoete togen,
Het is, of ieder zintuig cn vermogen
Nog fijner werd en scherper dan weleer.
Sinds ik liet weet, treed ik, wien ik
ontmoet,
Den vreemden cn den vrienden op mijn
wegen
Ontroerder cn vertrouwelijker tegen.
En 'k groet ze met een vriendelijker groet.
Sinds ik liet weet. is God mij meer nabij
En vaak in d' ernst van 't aardsche spel
verloren
Zoo ernstig en zoo diep .als nooit te voren,
Gevoel ik plots Gods glimlach owsr mij."
Tenslotte nog het „Morituro to Salutat"
d.w.z.; „Zij, die sterven gaat, groet U". Dit
gedicht schijnt geschreven te zijn kort voor
haar dood (ze stierf in 1912). 't Getuigt op
treffende wijze van haar overgave cn be
rusting. Het luidt:
„Moritura te Salutat"
„Dit zijn Uwe wegen,
Ook de mijne? 'k Weet het niet mijn God.
Al mijn wenschen en begeerten zwegen
Toen Gij tot mij spraakt. ik sprak niet tegen
Ik aanvaardde Uw gebod.
Of mijn hart dit wilde?
'k Heb niet naar het schreien van mijn
hart gevraagd!
Toen Uw glimlach mijne ziel doortrilde
En mijn glimlach gloren deed, verstilde
't Al in mij, dat schreit of klaagt.
Dit zijn Uw gedachten,
Ave, Heer! U groot, die sterven gnat.
Dat het „ja" van hare stille nachten
En het „amen" harer dagen door geen
klachle
Worde ontheiligd cn geschaad.
Uit al het bovenstaande leeren wo Jacque
line van dor Waals kennen als een begaaf
de vrouw, die veel van het leven kon genie
ten, doordat ze zoo zeer oog had voor al het
sehoone in de Schepping en in het leven
der menschen.
Maar God nam haar vroeg uit het leven
weg, en eischte van haar, dat ze dit leven
daarom in volkomen overgave zou loslaten.
En inderdaad: weinigen toonen ons zulk
een berusting in Gods wil ais deze vrome
vx-ouw.
Niet bijzonder talrijk zijn de werken, die
ze ons nagelaten heeft. Maar wat we van
haar hebben, is van groote waarde.
Haar gedichten wei-den verzameld in de
bundels: „Iris", „Verzen", „Nieuwe Verzen
en „Laatste Verzen". Bovendien schreef ze
een roman: „Noortje Veil".
We hopen, dal haar gedichten voel ge
lezen mogen worden; dat zal ongetwijfeld
da lezeressen ten goede komen!
Beste Nichtjes en Neefjes,
Hoe gaat het met jullie allemaal sedert
ons vorig veertien-daagsch praatje? Allen
nog goed gezond? En de huisgenooten ook?
Heb jullie ook al last van de kou? Nu. dat
zal wel niet, maar toch denk ik wel, dat
jullie dunste zomerkleeren al opgeborgen
zijn. Daar is 't nu heelemaal geen weer meer
voor, hè? Je hebt eei-der zin in een dikke
wintertrui!
Jammer, dat het mooie weer, waarop we
toch aldoor nog wat hoopten, niet
meer gekomen is. Nu zullen we niet veel
moois meer hoeven te verwachten. Alles
krijgt al een echt wintersch aanzien, en
als je 's avonds om zes uur bij de lamp zit
te werken, en buiten de storm en regen
hoort, nou, dan zou je haast gaan geloo-
ven, dat 't November was. Maar: dat is
ook al weer niet erg. We kunnen ons best
weer schikken in de gezellige warme kamer,
hè? Ja, hoor; ik vind de winter echt fijn, en
jullie?
Gelukkig kreeg ik weer goede oplossingen
en goede berichten.
'k Zal maar weer gauw beginnen met de
oplossingen.
1. bal, gal, hal, mal, val, wal, stal.
2. tuin, mans, jong, en: tuinmansjongen.
3. plein, Sien, peen, as, annanas, pen,
sap, appelpan, slap, Lap, plas; sinaasappelen.
4. bek, tak, bok, kan, nok, nat, nek, boe
kenkast.
5. raadsel, kansel.
Er was weer veel goed werk bij. Het al
lerbeste was van Ida H. J. te Stellendam.
En omdat Ida al meermalen een extra ver
melding kreeg, en altijd zoo trouw mee doet,
krijgt zij ditmaal weer eens 'n prijsje. Haar
oplossingen waren heelemaal goed, aan
enkele andere mankeerde wel eens een klei
nigheid Verder een eervolle vermelding
voor Arie W xte Stad aan 't Haringvliet. Fijn
hoor, Ga zoo voort.'
Nu volgt het nieuwe werk. Inzendingen
uiterlijk tot en met 22 October a.s. Doe al
len mee! Vergeet ons hoekje niet!
1. Verborgen vischnamen:
a. Wil Jacob leiboomen in zijn tuin aan
planten?
b. Je weet toch wel, dat de Ebro geen
stad, maar een rivier is!
c. Lize had een negen voor Nederland-
sche taal.
d. Je mag in de regenton geen vuil laten
vallen.
e. Ik heb Otto gisteren nog gezien.
2. Welk werkwoord, dat aan heet zijn en
koud maken doet denken, wordt een wapen
schild, als j etusschen de vierde en vijfde
letter een o zet?
3. Mijn geheel is een bekend feit uit de
tachtigjarige oorlog.
1, 2, 3, 2, 4, 5, 6, 2, 2, 7, 8, 9, 10, 11, 3,
12. 13, 9, 1, 11, 14, 12, 15, 7, 11, 99.
Mijn 8, 9, 10, 11, 3 is 'n ander woord voor
aanvang.
1, 2, 4, 5,: kleinere roofvogel.
1, 11, 14, 12, 15, 7, 11, 2: een bekende
koningin van Engeland.
13, 9, 3: een naaldboom.
16, 15, 9, 13, 99, 7 is één van jullie ouders.
Welk feit is hiermee bedoeld?
4. x x x x een plaats in Zeeland.
x een kat.
x ledr
x knaagdier.
Op de rechte «Je schruine Ir^^es-lijn,
moet dezelfde plaatsnamen komen te tsaan.
Welke?
5. Mijn eerste is iets, dat in het raam ge
zet wordt tegen vliegen en muggen; mijn
tweede is een plaats in een schouwburg en
mijn geheel wijst de tijd aan.
Nu aan het werk maar weer!
Veel succes, hoor! 'k hoop, dat er geen
drukfouten ingeslopen zijn!
CORRESPONDENTIE:
Ida H. J. te Stellendam. Wel gefeliciteerd
met je prijs! Wat had je nu toch mooi ge
schreven. Eerlijk gezegd, heb ik wel eens
gedacht: die Ida wordt geloof ik, wat haar
rapport op school betreft, wel een beetje
verwend. Als ik keek naar je letters en naar
je cijfer voor schrijven, dan begreep ik
dat nooit goed. Maar nu verandert het! 't
Was prachtig, hoor! Wat kun je goed Flak-
keesch schrijven! Ja, Lenteleven heb ik ook
ontvangen, 't Lijkt me een gezellig blaadje.
Nu, je moet maar doen, wat Vader en Moe
der 't beste vinden. Als je liever nu daar
heen schrijft, zou 'k dat maar doen. Maar
't zou me wel spijten, als je geen raadsel
nicht meer bleef. .Doch daarom hoef je 't
niet te laten. Aan allen de hartelijke groe
ten. Dag hoor!
Corn. R. te Nieuwe Tonge. In één van je
oplossingen was een kleine fout. Het woordje
stijf kon natuurlijk niet hooren bij: sinaas
appelen. Maar dat kwam, doordat in het
raadsel had moeten staan: niet stijf. Dan had
jij wel verzonnen slap. De anderen hadden
dat al begrepen; zulke fouten komen wel
eens een enkele keer meer voor. Kun je
goed schaatsenrijden? Nu het beste met jul-
lie allemaal. Tot de volgende keer.
Bram P. te Numansdorp. Hoerah.' Daar
heb je hem weer. Ja, zoo'n opsporingsdienst
geeft toch maar fijne resultaten! Je bent
anders een ondeugende rakker, zeg, om 't
daar op aan te laten komen! Als ik in Nu
mansdorp woonde, zou ik je eens even aan
je oor trekken! Maar boos ben ik natuurlijk
niet. Doe je nu volgens belofte weer flink
mee? Je gedichtje zal ik goed bewaren,
'k Vind het erg aardig, 't Past precies bij 't
andere, hè? Leuk, hoor! In 't raadsel moest de
meisjesnaam niet zijn: S t i e n. maar: Sien.
Verder was alles goed. Wat leuk zeg, van die
duiven. En dan zoo mak! Maar 'k kan me
wel begrijpen, dat Moeder ze niet allemaal
houden wil. En jij? Al vast hartelijk gefeli
citeerd met je elfde verjaardag, a.s. Zondag!
'k Hoop, dat je een goed en voorspoedig jaar
wacht. Feliciteer ook de anderen thuis maar
van mij. Dag Bram. Tot schrijvens!
Jaap W. te Stad aan 't Haringvliet. Zijn de
zwaluwen al weg? Zeker wel. En zijn de
jongen mee? Heb je je boekje al? Anders
schrijf je 't me maar, hoor! Daaag! Tot vol
gende keer.'
Jan W. te Stad aan 't Haringvliet. Je ver
jaardag staat genoteerdhoor! Wat fijn, op
Zondag! En Adrie ook al op Zondag? Grap
pig is dat! Nu, tot over veertien dagen, hoor!
Daag!
Arie W. te Stad aan 't Haringvliet. Lest
best!!?? Je oplossingen waren goed, hoor!
Leuk, dat je zoo flink helpen kunt met het
werk thuis! Melken is een heele kunst! Je
verlangt zeker naar Bram! Doe mijn groeten
aan allen, hoor!
Hiermee eindig ik.
Dag Nichtjes en Neefjes!
.TANTE TINE,