s\ VOOR VROUW EN KIND MAAS- EN SCHELDFBODE ZATERDAG 12 OCTOBER 1935 ken TWEEERLEI LEVENSHOUDING KERKNIEUWS GEWEVEN PORTRET VAN PRINSES JULIANA De groote attractie aan de i „Mica" verbonden Doodelijk auto-ongeluk VOOR DE VROUW VOOR DE JEUGD rtedactic); luw vcel- |it inijn llt.ni lict plml vail lichten Ie grocii- lens him It Fl<ik- looi- hua- khillende bol' kon- |reesolijk betaalt, en, noch kak van lien, was Iroonten- kkee to handcil levt, zijn Ivervoer- leilingen liil clan Int zelfs Ier, doch |nde aan ien con- üuist nu |at voor al uw lg enz., jcollega's maar Ikje van |g is cn in to lupecrdo In op do 1 de prij- lliier op Dat is waren, |er nooit begre- I te koo- SLUYS I stellen, llad een dingen scheef Ikje van Tileiding I'oenten- |ezonden ensdag Ichrcven V A/ pers be- pit curtJ arop zij lians de Iddt con- lndel te 1 hebben om in zege» ^n dat op se» Inoodza» Ian liet lats het ld moet lofd'som Ie gedu- P'komen dit coll ide han- J tweede llig kos- I andoro Ikig be dring te want It in de len met liing in Itot tijd In van pliek te Jen g-e- |ier, die VOORDE1 ZONDAG En het geschiedde, als zij reisden, dat Hij kwam in een vlek; en een zekere vrouw, met name Martha, ontving Hem in haar huis. En deze had een zuster, genaamd Maria, welke ook, zittende aan de voeten van Jezus, Zijn woord hoorde. Doel» Martha was zeer bezig met veel dienen en daarbij komende, zeide zij. Heere! trekt Gij u dat niet aan, dat mijn zuster mij alleen iaat dienen? Zeg dan haar, dat ze mij helpe. En Jezus antwoordende, zeide tot haar: Martha, Martha! Gij bekom mert en ontrust u over vele dingen; Maar één ding is noodig; doch Maria heeft het goede deel uitge kozen, hetwelk van haar niet zal weggenomen worden. Lucas 10 3842. Het is heel gemakkelijk om Martha te Zien als de onbekeerde. Zij heeft het ééne noodige niet. Ze is dus onbekeerd. Zij bemoeit zich alleen met wereldsche dingen. Die 't zoo beschouwt, vergeet, dat Jezus Martha en haar zuster en Lazarus liefheeft. Die 't zoo beschouwt, ontkomt aan de klem dezer woorden, want hij zelf is kind van God, Maria-figuur, en Jezus richt derhalve deze woorden, ja misschien •wel heel erg zijdelings, maar toch niet concreet tot hem. Zoo gaat hier het Woord Gods ons yoorbij. Het is een mooi verhaal, een prachtige evangelisatietekst, maar wij zijn het sta tion van deze tekst voorbij. Wij hebben bet ééne noodige gekozen en we bekom meren ons ook nog wel eens over vele dingen, ja natuurlijk, maar Martha's zijn yre toch niet. Als we zoo de Bijbel lezen, lezen we er overheen. Dan beelden we in sommige stukken tuit de Bijbel achter den rug te hebben. Maar we lezen verkeerd. Wanneer we deze bekende geschie denis van Jezus' bezoek aan Martha en Maria zoo willen lezen, als ik het door het opschrift heb getracht te ken schetsen, dan is het voor ons allen. Maria en Martha zijn beide christenen. Maar in hun houding, als Jezus op bezoek komt, in hun tweeërlei houding typeeren ze tweeërlei levenshouding in de christelijke wereld in het algemeen. Als Jezus komt is Martha erg druk, Ze vindt, dat ze heel veel om Jezus moet geven. Ze wil reusachtig veel voor Jezus zijn. Ze sjouwt en loopt heen en weer. Haar dienen van Jezus bestaat hierin, dat ze alles voor Jezus klaar maakt en doet: alles onderstboven haalt. Ze reci- pieert. Ze is een gastvrouw boven dui zenden. Jezus echter is de Zoon Gods. Als Jezus komt, dan is Hij Jezus. Hem dienen is allereerst niet Hem geven, maar van Hem willen ontvangen. Alzoo doet Maria. Zij luistert rustig naar Jezus. Zij hoort Zijn Woord. Zij gaat zitten met haar ziel open voor God en voor Gods Woord. Zij ontvangt in de eerste plaats van Jezus. En kijk, wanneer Martha dit niet bevalt en zij haar zuster Maria en de houding van Jezus erbij critiseert, dan zegt de Heiland, dat Maria het ééne noodige heeft gekozen en dat dit van haar niet weggenomen zal .worden. Tweeërlei levenshouding. Welke is de juiste? Die van Maria. En welke is deze? Wel, die van eerst luisteren naar God. Die van het persoonlijk contact. Die van het Woord Gods op ons laten inwer ken. En dan kunnen we daarna aan de gang gaan, overal aan meedoen. Maar de onjuiste levenshouding is die van Martha, die overal aan meedoët, aan alle mogelijke clubs en christelijke en niet-christelijke organisaties deelneemt en geweldig veel sjouwt, maar bij wie het persoonlijk contact met Jezus niet het allereerste is en het allervoornaamste. En nu moeten we even opletten. Onder de vele klachten, die er zijn, is deze, en die klacht is juist, dat niettegen staande veler gesjouw en gevergader en georganiseer het echte ontbreekt. Er is iets niét. We begrijpen dat niet, willen het in vele gevallen ook niet eerlijk er kennen. we willen er niet aan, omdat we toch de goede weg gegaan zijn, maar toch, het is net of bij de schitterendste organisatie en de volste zalen en het ova- tioneele applaus het echte, het waarach tige gemist wordt. Hebben we niet vergeten eerst rustig naar Jezus te luisteren? Hebben we niet vergeten, dat al het bovengenoemde zon der echt, waarachtig persoonlijk geloof in Jezus Christus niets is? Laten we ons afvragen welke onze le venshouding is. Wanneer we niet eerst de kerk, of de vereeniging zoeken, maar wanneer we eerst Jezus zoeken, persoon lijk en eerlijk, dan zal dit zelfs in de drukste beweging, zelfs met al ons ge- jaag niet van ons weggenomen worden. Willen we zoo deze bekende geschie denis nog eens overlezen? En ons er niet aan onttrekken? NED. HERV. KERK Beroepen: Te Lage Vuursche, L. Blok te Brandwijk. Aangenomen: Naar Zeerijp (Gr.), cand. G. A. Pasma te Bunnik. GEREF. KERKEN Tweetal: Te Terneuzen, A. v. d. Heide te Stadskanaal en P. v. d. Marei te Driessum. Beroepen: Te Wierden, W. Scheele te Hoogersmilde. CHR GEREF. KERK Tweetal: Te Haarlem-Noord, M. W. Nieuwenhuizen te Franeker en J. Jongeleen te Apeldoorn. Bedankt: Voor Nieuw-Vennep en voor Urk, P. de Groot te Gorinchem. Voor IJmuiden, W. Heerma te Aalsmeer. PERIKELEN BIJ BIJBELVERTALING Bij de vertaling der H. Schrift in de taal der Fiji-eilanden stuitte men bij de bekende woorden „Kaalkop, ga op!" tot den profeet Eliza op het feit, dat op deze eilanden het kale hoofd totaal onbekend is. Hoe nu? Wel, men heeft, na lang peinzen, er dit op gevon den: „Klappers (kokosnoten) zonder haar of gras". CHR.-NAT. SCHOOLONDERWIJS 30 October het 75-jarig bcstian De Vereeniging voor Christelijk Nationa al Schoolonderwijs zal op 3D October a.s. 75 jaèr hebben bestaan Op Jicn datum van bet jaar 1860 werd de sti^htingsvergadering gehouden, welke door Gi^en van Prinsterer geleid werd. In de 75 jaren van haar Ge staan heeft zij veel voor het Christelijk on derwijs gedaan. Ze nae't aan de scholen fi- nancieelen steun verleend, heeft net stichten van Christelijke «vho? li Gevorderd, heelt, bii de opleiding van on de-".v ij?, or s steun ver leend en onder' nge samenwerking aange moedigd. Steunend op con vast beginsel, heeft ze intense'-Relijk gewerkt. En zt doet dat nog steeds. De hooidcommiss e hoopt op den ver jaardag der vereeniging te Utrecht in het Gebouw voor K. en W. een her denkingssamenkomst fe houden. In de morgenvergadering, welke om 11 u. aan vangt, zal de voor utter D s. M. v. Gr i e- ken de feestrede houden; in de namid- dagsamenkoms? die om 2 uur begint, zal er gelegenheid zijn de bondscommissie te complimenteeren. TRAAG liet Zendingsbureau te Oogstgecst (post- I rekening no. 6074) vraagt ons plaats voor het volgende: De middelen blijven te traag vloeien. In de maand September is er slechts 33.000,in i gekomen. Deze eerste week van October niet meer dan 6000, Ook de aanvragen voor de Zendingsweek loopen nog niet hard genoeg. Er zijn 85.000 manifesten en offerznkjes aangevraagd en van de circulaire voor de kinderen vooi scholen en Zondagsscholen is er dit jaar een eigen manifest in totaal 20.000. Ook dat is nog te weinig. A. GESCHIEREN Pzn. f In den ouderdom van bijna 88 jaar is te Orijpskerke (Z) overleden de heer A. Geschiere Pzn., een op heel Walcheren be kend figuur. De heer Geschiere, die zich nooit anders dan op een driewieler langD den weg bewoog was het type van den echhen Zeeuwschen Boer, die zijn landstreek door en door kende, getuige het van zijn hand ver schenen geschiift: De Walchersche boer voor heen en thans. De heer Geschiere maakte voor de Anti- Rev. partij vele jaren deel uit van den Ge- meenteraad, stichtte voor ruim 40 jaar mede de Chr. School en was haar eerste voorzitter. Tal van jaren diende hij de Geref. Kerk van Grijpskerke als ouderling en hij was bij va caturen voorzitter van den kerkeraad. De classic Middelburg vaardigde hem bij herha ling af naar de Part. Synode van Zeeland, die hij meerdere malen vertegenwoordigde op de Generale Synode der Geref. Kerken. Onder leiding van den heer Geschiere kwam te Grijpskerke een ineensmelting van de Geret. kerken A. B. en C. tot stand. Van de firma Gerson Mol te Den Haag ontvingen wij een exemplaar van het met oflicieele toestemming van II. K. TI. Prinses .luliana en van het Nedorlandeche Hoo de Kruis, uitgegeven gewe ven portret in kant van Pnn ses Juliana, zooals dit ook is aangeboden aan TI.M. de Ko ningin cn II.K.H. Prinses Juliana. 'Aan do technische voorbe reiding voor dit portret zijn acht maanden van ingespan nen arbeid gemoeid geweest De vermaarde weefkunste naar Bauer leverde het om werp en de firma Gerson Mol zorgde voor een werkelijk on berispelijke uitvoering. liet portret werd geënca dreerd in een smaakvol lijstje met ornamentale kroon Van de prijs, die niet hoos is. komt 10 pet ton goede aan het Ned. Roode Kruis, waar van Prinses Juliana voorzit ster ie. In de weken van 15 lot 26 October a.s. zal te Middelbarnis en Sornmelsdijk een mid denstandsweek georganiseerd worden, gelijk tijdig met de middenstanders ujL alle steden en dorpen van ons land. Uitwonder volgt de attractie welke aan deze „mica", middenstandscampagne, ver bonden is. Bij aankoop van elke 50 cent bij een Mica-deelnemer (herkenbaar aan bet Mica- raambiljet) krijgt de koop er een Micaatje, een prijs-puzzle-stukje. 12 verschillende Mieaatjes moet u zien te krijgen. Dat zal u niet moeilijk vallen, want de 12 stukjes worden in gelijke hoe veelheden gedistribueerd. U zult dus ge makkelijk de 12 verschillende Micaatjes kunnen krijgen. Anders ruilt u even. Bij uw leverancier kunt u gratis een rebusformulier ontvangen. Daar plakt u de 12 verschillende Micaatjes in de juiste volg orde op. Eén manier is maar mogelijk, dus ook dat zal geen moeilijkheden opleveren. Bij bet opplakken hebt u al gezien, dat ook nog even een rebus moet worden op gelost. De oplossing van de rebus schrijft u ook even op bet fonnuher. U onderteekent dan het formulier en maakt nog even een slagzinnetje, of rijmpje of verhaaltje, op de middenstand betrekking hebbende (op literaire waarde zal niet wor den gelet). Dat formulier levert u tenslotte in bij liet plaatselijk comité, en wel uiterlijk 26 Octo ber a.s. U moogt natuurlijk ook 2, 3, 4 of meer formulieren inleveren, niet resp. 2i, 36, 48 enz. Micaatjes. Hoe meer volgeplakte formulieren, hoo grooter kans natuurlijk! Onder de goede oplossers van puzzle en rebus worden d-an de prijzen, spoedigst na 26 October, aangewezen. Het uitvoerend comité kan op dit oogen- blik reeds als prijzen aanwijzen: Een land- of weekend-huis, te bouwen (volgens teekening) op grond door den win naar aan te wijzen, mits deze grond niet duurder kost dan 1000 land-( of weekend huis plus 1000 grond uus); een auto, Ford Luxe, de V 8; een huiskamer-ameublement, een slaapkamer-ameublement, een kano, ra dio, stofzuiger, motorfiets, en verder hou* derden, wellicht duizenden waardebonnen, inwisselbaar bij deelnemende leden; zoo zijn op d'it oogenblik reeds gereserveerd: 10 waarde binnen van ƒ100 elk; 10 van ƒ50; 20 van ƒ25; 100 van ƒ10; 100 van 5 en 200 van 2.50. We herhalen: het uitvoerend comité kan' reeds op d'it oogenblik deze prijzen beschik baar stellen; bij grooter omzet, steeds meer prijzen. De volgende middenstanders doen mee aan deze campagne, welke georganiseerd wordt door de Kon. Xed. Middenstandsbond C. J Campfens, J. I'. Nieuw land, Th. Boek hoven, B. ITagens, S. van Eek. M. de Jager, P. Wielhouder, B. de Zaaijer, C. de Bruin, V. van Heemst, P. Kastelein. Ir Verbrugge, E. Hartogs. H. Maan, de Fruithal, C. Jan sen, E. Leeflang, A. Visser, J. J. Nipius, D. F. Jacobi, I,. Vroegindewev, Ifolf en Zn. De aannemer Huiskamp uit Winters- w ij k is toen hij per fiets der» Groenlosche»'- weg overstak, door een auto gegrepen. Hij w erd door de voorruit geslingerd cn is aan de gevolgen overleden. BEGAAFDE VROUWEN Jacqueline E. van der Waals (18681912) Jacqueline van der Waals was zooals waarschijnlijk bekend is een dichteres. En daardoor is ze van groote beteekenis voor elke vrouw die gedichten leest en van ge dichten houdt. jJamtner echter, dat eigenlek zoo weinigen werkelijk gedichten iezen! Want juist voor de vrouw kan het lezen van gedichten zulk een rijk genot zijn. De diep-voelende natuur, welke ae vrouw in 't algemeen eigen is, maakt haar in bijzondere mate ont vankelijk voor de ere en mooie gedachten, die dikwijls in gedichten uitgesproken wor den. De vrouw leeft intens mee in anderer leed, cn kan zich hartelijk verheugen in hun ivreuvde. kur-— "-ii zoo '"op mee- Noelen met menschen, die hun hevigste smart en hun rijkste vreugde uitspreken in gedichten. Begrijpelijk is het daarbij, dat ons dikwijls bijzonder sterk aantrekt datgene, wat door vrouwen werd gevoeld en vertolkt. Och, we hebben niet altijd rustig gelegen heid, om van een mooi gedicht -te genieten. Want: gediohten-lezen is iets anders dan nieuwsberichten verslinden. Gedichten-lezen is niet iets, wat men kan doen in een vrije vijf minuten, onder het ko ken door, of al breiend aan een handwerk! Gedichten-lezen vraagt tijd! Wie er aan begint, moet er rustig voor gaan zitten. Wie Er naar verlangt, om het te doen moet trach ten. er een uurtje voor vrij te maken. Want dan pas hebben we gelegenheid, de inhoud (toed tot ons te laten dóórdringen, en dan ook pas leeren we oomerken het mooie, dat dikwijls verborgen ligt in woordenkeus en klankverbinding. We moeten een gedicht rustig op ons la ten inwerken, we moeten er over nadenken, het lezen en herlezen, en dan eerst kunnen we er ons een oordeel over vormen. Is hot niet mooi. dan merken we dit al gauw ge noeg. De inhoud maakt dan geen indruk op ons; de vorm boeit en bekoort ons niet. Maar eveneens: is het gedicht wèl mooi, dan genieten we er ook dès te meer van, naarmate we er kalmer over nadenken, en het schoon, dat er in opgesloten ligt, rusti ger op ons laten inwerken. Hoe vak„r we een werkelijk moot gedicjit overlezen, das te meer schoons zullen we er telkens opnieuw in ontdekken. We kunnen onmogelijk in één of twee keeren al 't moois opmerken en verwerken. Daarvoor moeten We de verzen meermalen lezen. Maar wie dan ook zóó leest, die zal 't als een heerlijk genot gaan voelen, zoo eens rustig een uur bezig te zijn. Mooie gedichten kunnen ons op heffen en veredelen. Ze kunnen ons bemoedi gen en verrijken. In zéér sterke mate geldt dit wel van de gedichten van Jacqueline van der Waals. Weinig dichteressen hebben voor de Chris ten-vrouw zulke fijne gedichten geschreven, als zij. En geen wonder. Zélf een vrome Christin, kon zij onmogelijk anders dan in baar gedichten schrijven over God en den Christus, die haar leven verlichtten. En daarom lezen we haar verzen zoo graag. We Weten, dat ze haar gave als dichteres be- Ètgeddi ia .den süëBSt ïaa God, Ze xeiiieej.:» lijkto Zijn schepping en daarin Hemzelf. Niet, omdat haar leven zoo énkel geluk en zonneschijn was, heeft ze zich Gode dankbaar betoond voor al Zijn weldaden, inzonderheid voor de bijzondere gave, die Hij haar schonk. Integendeel: ze heeft in haar leven een groote, beangstigende strijd gekend. De strijd tusschen Gods wil en haar wil, die niet overéén kwamen. En van die strijd getuigt ze ook in haar gedichten Maar hoe haar ziel soms ook in opstand kon komen togen Goos besluit over haar toch weet ze zichzelf altijd weer stil-ver- trouwend het zwijgen op te leggen. Tóch kan ze tenslotte berusten in Gods doen, dat en kel majesteit is voor haar. En juist daarom kunnen haar gedichten ons zooveel leeren. Juist d&ardoor zijn ze zoo vertroostend en bemoedigend voor wie evenals zij de levensstrijd kennen. Jacqueline van der Waals werd geboren 18BS to Den Haag. Op haar 10e jaar verhuis den haar ouders naar Amsterdam. Na te Amsterdam de II.B.S. voor Meisjes te heh- ben bezocht, begon ze aan de studie in het vak geschiedenis. Als resultaat hiervan be haalde zij de akte M. O. Zo heeft ook werkelijk les gegeven in dat vak. Maar slechts ongeregeld; de perioden, waarin zo les kon geven, werden telkens onderbroken door tusschenpoozen, waarin baar gezondheidstoestand haar het werken onmogelijk maakte. Want dit was juist haar kruis: een zeer zwak gestel. Na eenige tijd werd openbaar, dat ze on geneeslijk ziek was. En deze ziekte, met het vooruitzicht op haar naderend einde, hebben op vele vooral van haar laatste ge dichten een stempel gezet. Waar haar gedichten eerst voor 't grootste deel natuurbeschrijvingen, later, wanneer ze zich al zwakker voelt worden, verandert ait. En die latere gedichten, uit de tijd vlak voor haar dood, zijn wel bijna de mooiste van alle. Hoewel ook haar natuur-gedichten bewon dering wekken. Als getuige hiervan moge het onderstaan de dienen: „Winterslilte" „De grond is wit, de nevel wit; De wolken, waar nog sneeuw in zit, Zijn wit, diat zacht vergrijzelt. Het fijngetakt geboomte zit Mot witten rijp beijzeld. De wind houdt zioh behoedzaam stil Dat niet het minste takgetril 't Kristallen kunstwerk breke. De klank zelfs van mijn schrede wil Zioh in de sneeuw versteken. De grond is wit, de nevel wit, Wat zwijgend tooverland is dit? Wat hemel loop ik onder? Ik vouw de handen en aanbid Dit grootsohe, stille wonder." Wie dit geidiicht kalm en rustig in stilte voor Zioh zelf leest, zal onder de bekoring moeten komen van het mooie winter landschap, dat de dichteres beschrijft. Voor al het tweede couplet maakt ons stil als de wind, die zioh' schuil schijnt te houden om niet Axxc jhkat bewegen, der jakken de ijzel te beschadigen. Ook geen geluid wordt ver nomen; zelfs de stap van de voorbijgaande schrijfster wordt gedempt door de donzige sneeuwlaag. En even bewonderend als de dichteres zelf vouwen we als in gedachten met haai de handen om God te prijzen voor de won dere schoonheid, waardoor Ilij zioh in dc natuur openbaart. En zoouls dit gedicht heeft Jacqueline van der Waals er vele geschreven. Denk slechts aan „Xajaarstaan", „Langs de weiden" en „Liohtgeflikker". Heerlijk moet het zijn, zoogde natuur te zien, zóó al het sohoone op te merken, als Jacqueline van der Waals dat kon! Maar toch is haar leven moeilijk geweest, vooral in de laatste jaren. De oorzaak daar van was haar reeds genoemde ziekte. Ont roerend spreekt ze er van in haar gedicht: „Annunciatie", d.w.z.: „aankondiging van den dood", waarin zo ons vertelt, hoe „de Dood" zelf haar vGn Godswege komt melden, dat ze weldra sterven zal. We laten ook dit gedicht hier volgen: Annunciatie. Ik hoorde Uw voetstap nad'ren op het pad, Ik wachtte en zag U na een korte pooze, Hoe geurden bat demioboschje en de rozen Toon Gij mijn open woning binnentrad. Gij waart dien avond, toen gij tot mij kwaamt, o, Dood, niet overmoedig, niet vermetel, En toen gij plaats naamt in mijn zachtcn zetel, Gelijk een knaap, zoo schuchter en beschaamd; „Ik kom misschien wat laat en ongelegen? Maar God heeft mij gezonden met een last." Ik sprak: „Wie tot mij komt van Zijnentwege Is mij ten allen tijde een lieve gast." Ik bood u spijze; ik dronk met u den wijn; Toen spraakt gij vragend, en uw oogen zagen De mijne niet, naar d'uwe opgeslagen, Maar staarden peinzend in den avondschijn: Ik weet, dat g'u een woning hebt gebouwd, Die ge zoo juist van platn waart te betrekken? Dat gij da taak, door God u toevertrouwd, Ten laatste aan uzelvcn woudit ontdekken, Als gij uw eigen leven laven zoudt?" Maar met een glimlach sprak ik snelenstil: „Kwaamt gij, o Dood, mij van m ij n plannen spreken? Spreek en verkondig mij des Meesters wil." Toen stond gij op; toen gaaft ge mij het teeken, Waarmede gij de uwen wijdit, o Dood. Ik deed u even later uitgeleide Ik zag u duister in het avondrood Verdwijnen in de duisternis der heide En keerde huiswaarts langs het kiezelpad. Ik sprak niet: goede Dood"; ik sprak niet „Booze". Maar 't denmenbosohjie geurde, en de rozen En 't had hot leven nooit zóó lief gehad. Even ontroerend is haar gedicht: „Sinds ik het weet'1, waarin ze ons haar houding teekent tegenover het leven, nadat de Dood haar heeft gewijd tot één der zijnen. Het luidt als .volgt i „Sinds ik het weet. „Sinds ik het weet ik weet het wel, ofschoon Nog onder ons angstvallig wordt ontweken Het booze woord te noemen, dat bij 't spreken Licht ruw of wat onzuiver klinkt van loon Sinds ik bet weet, werd mij de overvloed De schoonheid en de zoetheid aller dingen Nog wèl zoo liefelijk en wèl zoo zoet; Sinds ik hot weet, schijnt mij de atmosfeer Doorwasomd en doorgeurd van zoete togen, Het is, of ieder zintuig cn vermogen Nog fijner werd en scherper dan weleer. Sinds ik liet weet, treed ik, wien ik ontmoet, Den vreemden cn den vrienden op mijn wegen Ontroerder cn vertrouwelijker tegen. En 'k groet ze met een vriendelijker groet. Sinds ik liet weet. is God mij meer nabij En vaak in d' ernst van 't aardsche spel verloren Zoo ernstig en zoo diep .als nooit te voren, Gevoel ik plots Gods glimlach owsr mij." Tenslotte nog het „Morituro to Salutat" d.w.z.; „Zij, die sterven gaat, groet U". Dit gedicht schijnt geschreven te zijn kort voor haar dood (ze stierf in 1912). 't Getuigt op treffende wijze van haar overgave cn be rusting. Het luidt: „Moritura te Salutat" „Dit zijn Uwe wegen, Ook de mijne? 'k Weet het niet mijn God. Al mijn wenschen en begeerten zwegen Toen Gij tot mij spraakt. ik sprak niet tegen Ik aanvaardde Uw gebod. Of mijn hart dit wilde? 'k Heb niet naar het schreien van mijn hart gevraagd! Toen Uw glimlach mijne ziel doortrilde En mijn glimlach gloren deed, verstilde 't Al in mij, dat schreit of klaagt. Dit zijn Uw gedachten, Ave, Heer! U groot, die sterven gnat. Dat het „ja" van hare stille nachten En het „amen" harer dagen door geen klachle Worde ontheiligd cn geschaad. Uit al het bovenstaande leeren wo Jacque line van dor Waals kennen als een begaaf de vrouw, die veel van het leven kon genie ten, doordat ze zoo zeer oog had voor al het sehoone in de Schepping en in het leven der menschen. Maar God nam haar vroeg uit het leven weg, en eischte van haar, dat ze dit leven daarom in volkomen overgave zou loslaten. En inderdaad: weinigen toonen ons zulk een berusting in Gods wil ais deze vrome vx-ouw. Niet bijzonder talrijk zijn de werken, die ze ons nagelaten heeft. Maar wat we van haar hebben, is van groote waarde. Haar gedichten wei-den verzameld in de bundels: „Iris", „Verzen", „Nieuwe Verzen en „Laatste Verzen". Bovendien schreef ze een roman: „Noortje Veil". We hopen, dal haar gedichten voel ge lezen mogen worden; dat zal ongetwijfeld da lezeressen ten goede komen! Beste Nichtjes en Neefjes, Hoe gaat het met jullie allemaal sedert ons vorig veertien-daagsch praatje? Allen nog goed gezond? En de huisgenooten ook? Heb jullie ook al last van de kou? Nu. dat zal wel niet, maar toch denk ik wel, dat jullie dunste zomerkleeren al opgeborgen zijn. Daar is 't nu heelemaal geen weer meer voor, hè? Je hebt eei-der zin in een dikke wintertrui! Jammer, dat het mooie weer, waarop we toch aldoor nog wat hoopten, niet meer gekomen is. Nu zullen we niet veel moois meer hoeven te verwachten. Alles krijgt al een echt wintersch aanzien, en als je 's avonds om zes uur bij de lamp zit te werken, en buiten de storm en regen hoort, nou, dan zou je haast gaan geloo- ven, dat 't November was. Maar: dat is ook al weer niet erg. We kunnen ons best weer schikken in de gezellige warme kamer, hè? Ja, hoor; ik vind de winter echt fijn, en jullie? Gelukkig kreeg ik weer goede oplossingen en goede berichten. 'k Zal maar weer gauw beginnen met de oplossingen. 1. bal, gal, hal, mal, val, wal, stal. 2. tuin, mans, jong, en: tuinmansjongen. 3. plein, Sien, peen, as, annanas, pen, sap, appelpan, slap, Lap, plas; sinaasappelen. 4. bek, tak, bok, kan, nok, nat, nek, boe kenkast. 5. raadsel, kansel. Er was weer veel goed werk bij. Het al lerbeste was van Ida H. J. te Stellendam. En omdat Ida al meermalen een extra ver melding kreeg, en altijd zoo trouw mee doet, krijgt zij ditmaal weer eens 'n prijsje. Haar oplossingen waren heelemaal goed, aan enkele andere mankeerde wel eens een klei nigheid Verder een eervolle vermelding voor Arie W xte Stad aan 't Haringvliet. Fijn hoor, Ga zoo voort.' Nu volgt het nieuwe werk. Inzendingen uiterlijk tot en met 22 October a.s. Doe al len mee! Vergeet ons hoekje niet! 1. Verborgen vischnamen: a. Wil Jacob leiboomen in zijn tuin aan planten? b. Je weet toch wel, dat de Ebro geen stad, maar een rivier is! c. Lize had een negen voor Nederland- sche taal. d. Je mag in de regenton geen vuil laten vallen. e. Ik heb Otto gisteren nog gezien. 2. Welk werkwoord, dat aan heet zijn en koud maken doet denken, wordt een wapen schild, als j etusschen de vierde en vijfde letter een o zet? 3. Mijn geheel is een bekend feit uit de tachtigjarige oorlog. 1, 2, 3, 2, 4, 5, 6, 2, 2, 7, 8, 9, 10, 11, 3, 12. 13, 9, 1, 11, 14, 12, 15, 7, 11, 99. Mijn 8, 9, 10, 11, 3 is 'n ander woord voor aanvang. 1, 2, 4, 5,: kleinere roofvogel. 1, 11, 14, 12, 15, 7, 11, 2: een bekende koningin van Engeland. 13, 9, 3: een naaldboom. 16, 15, 9, 13, 99, 7 is één van jullie ouders. Welk feit is hiermee bedoeld? 4. x x x x een plaats in Zeeland. x een kat. x ledr x knaagdier. Op de rechte «Je schruine Ir^^es-lijn, moet dezelfde plaatsnamen komen te tsaan. Welke? 5. Mijn eerste is iets, dat in het raam ge zet wordt tegen vliegen en muggen; mijn tweede is een plaats in een schouwburg en mijn geheel wijst de tijd aan. Nu aan het werk maar weer! Veel succes, hoor! 'k hoop, dat er geen drukfouten ingeslopen zijn! CORRESPONDENTIE: Ida H. J. te Stellendam. Wel gefeliciteerd met je prijs! Wat had je nu toch mooi ge schreven. Eerlijk gezegd, heb ik wel eens gedacht: die Ida wordt geloof ik, wat haar rapport op school betreft, wel een beetje verwend. Als ik keek naar je letters en naar je cijfer voor schrijven, dan begreep ik dat nooit goed. Maar nu verandert het! 't Was prachtig, hoor! Wat kun je goed Flak- keesch schrijven! Ja, Lenteleven heb ik ook ontvangen, 't Lijkt me een gezellig blaadje. Nu, je moet maar doen, wat Vader en Moe der 't beste vinden. Als je liever nu daar heen schrijft, zou 'k dat maar doen. Maar 't zou me wel spijten, als je geen raadsel nicht meer bleef. .Doch daarom hoef je 't niet te laten. Aan allen de hartelijke groe ten. Dag hoor! Corn. R. te Nieuwe Tonge. In één van je oplossingen was een kleine fout. Het woordje stijf kon natuurlijk niet hooren bij: sinaas appelen. Maar dat kwam, doordat in het raadsel had moeten staan: niet stijf. Dan had jij wel verzonnen slap. De anderen hadden dat al begrepen; zulke fouten komen wel eens een enkele keer meer voor. Kun je goed schaatsenrijden? Nu het beste met jul- lie allemaal. Tot de volgende keer. Bram P. te Numansdorp. Hoerah.' Daar heb je hem weer. Ja, zoo'n opsporingsdienst geeft toch maar fijne resultaten! Je bent anders een ondeugende rakker, zeg, om 't daar op aan te laten komen! Als ik in Nu mansdorp woonde, zou ik je eens even aan je oor trekken! Maar boos ben ik natuurlijk niet. Doe je nu volgens belofte weer flink mee? Je gedichtje zal ik goed bewaren, 'k Vind het erg aardig, 't Past precies bij 't andere, hè? Leuk, hoor! In 't raadsel moest de meisjesnaam niet zijn: S t i e n. maar: Sien. Verder was alles goed. Wat leuk zeg, van die duiven. En dan zoo mak! Maar 'k kan me wel begrijpen, dat Moeder ze niet allemaal houden wil. En jij? Al vast hartelijk gefeli citeerd met je elfde verjaardag, a.s. Zondag! 'k Hoop, dat je een goed en voorspoedig jaar wacht. Feliciteer ook de anderen thuis maar van mij. Dag Bram. Tot schrijvens! Jaap W. te Stad aan 't Haringvliet. Zijn de zwaluwen al weg? Zeker wel. En zijn de jongen mee? Heb je je boekje al? Anders schrijf je 't me maar, hoor! Daaag! Tot vol gende keer.' Jan W. te Stad aan 't Haringvliet. Je ver jaardag staat genoteerdhoor! Wat fijn, op Zondag! En Adrie ook al op Zondag? Grap pig is dat! Nu, tot over veertien dagen, hoor! Daag! Arie W. te Stad aan 't Haringvliet. Lest best!!?? Je oplossingen waren goed, hoor! Leuk, dat je zoo flink helpen kunt met het werk thuis! Melken is een heele kunst! Je verlangt zeker naar Bram! Doe mijn groeten aan allen, hoor! Hiermee eindig ik. Dag Nichtjes en Neefjes! .TANTE TINE,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1935 | | pagina 3