Kerk en School
MAAS- EN SCHELDEBODE
WOENSDAG 8 MEI 1935
HET JUBILEUM VAN DEN HEER
M.FERNHOUT
DEA.R. KIESVEREEN. TE GOES
BESTAAT 70 JAAR
GRAFSTEEN DS W. H. GISPEN
LAUWEREN EN DOORNEN
Fernhout
Een kwarteeuw burgemeester
De burgemeester van Middelburg,
de lieer M. F e r n li o u t, lieoft Vrijdag
herdacht dat hij een kwart eeuw het
burgemeesterschap heeft mogen uit
oefenen, achtereenvolgens in Tienho
ven, Mijdrecht en Wilnis, Kampen en
Middelburg, in welke laatste gemeen
te hij in April 1933 werd geïnstalleerd.
Een „Comité van Vrienden" uit de
ingezetenen en oud-ingezetenen van
genoemde gemeenten heeft Vrijdagmid
dag om half drie in de groote zaal
van het Schuttershof een bijeenkomst
belegd, om den jubilaris te huldigen.
Te kwart voor drie kwamen de lieer en
mevrouw Fernhout met hun kinderen
en verdere familieleden onder wie ook do
vader van den jubilaris en werden door een
commissie van ont
vangst naar de voor
hen bestemde zetels
geleid.
De voorzitter van
't Comité van vrien
den, dl'. S. S. S nt e-
d i n g, Middelburg,
heette den burge
meester en zijn fa
milie hartelijk wel
kom en richtte zich
daarop tot den Com
missaris der Ko
ningin in Zeeland,
en zeide dat het co
mité en zeker ook
de heer en mevrouw Fernhout, hot bijzon'
der op prijs stellen, dat de Commissaris en
mevrouw Quarles van 'Jfford tegenwoordig
wilden zijn. Daarop verwelkomde spr. de
leden van liet Eerecomité en van liet Comité
van vrienden.
Zich tot den jubilaris wendende zeide spr.
dat waar de herdenking van het 121/2-jarig
burgemeesterschap te Kampen met animo
is geschied, do vraag was of te Middelburg
aan het zilveren jubileum ook „iets gedaan"
moest worden. Het „ja" als antwoord lag
het meest voor de hand, omdat het 11a 23
jaar goed is even stil te staan en oen terug
blik op den aigelegden weg te werpen. Toch
waren en er zijn er nog die van meening
zijn dat liet antwoord eigenlijk „neon" had
moeten luiden. Waarom? Wijl de heer Fern
hout nog slechts korten tijd burgmeester
van Middelburg is. Indien het zilveren ju
bileum gevallen zou zijn op een dag nadat
hij bijv. reeds een jaar of tien burgemeester
van Zeelands hoofdstad was, dan zou er
•zeker een ander, meer organisch samen
gesteld comité, vertegenwoordigend de bur
gerij van Middelburg, zijn samenge
steld en dan zouden na dit comité wellicht
vertegenwoordigers van andere gemeenten
als gasten, niet als gelijkberechtigde deel
hebbers, het woord hebben kunnen voeren.
Spr. komt dan op den jubilaris zelf en
zegt dat aan diens benoeming te Middel
burg, een en ander vooraf is gegaan, iets
meer dan gewoonlijk. Een rij van politiek
links-georiénteerde burgemeesters gingen
den lieer Fernhout voor en hij was de eer
ste die uit den reehtsclven kant van het po
litieke spectrum toegezonden werd aan Mid
delburg. In een stad, waar het een punt van
discussie kan uitmaken of de meerderheid
barer inwoners linkscli of rechtscli mag
liceten, moest dit wel eenige deining ver
oorzaken. Maar de heer Fernhout stond daar
zelf buiten.
De kwestie beslist zijnde, bleef er nog een
belangrijk punt over. Er zijn niet alleen
reehtsche en linksche burgemeesters er
zijn ook goede, laat ons zeggen: heel veel
goede burgemeestersmaar ook minder
goede burgemeesters.
Boven ons allen als poliitek geörienteer-
"de wezens, staan wij allen als menschen.
Zijn wij als politieke personen misschien
tegenstanders; op het toch meestal grootere
terrein der algemeon-menschelijke activi
teit kunnen wij allen elkaar als menschen
vinden en waardeeren.
Spr. meent dat men in burgemeester
Fernhout én den mensch èn den burge
meester moet waardeeren. Hij verstaat
aldus spr. het hoofd van een hoofdstad
te zijn.
Hij is toegewijd, hoffelijk, tactvol; hij
weet wat er van een burgemeester als lei
der van do debatten in den raad, als repre
sentant van het gemeentebestuur in en
buiten het stadhuis, gevraagd wordt.
Spr. wees er reeds eerder op, dat de heer
Fernhout talenten heeft als orator, welke
talenten men niet mag onderschatten ge
zien wat de grootste figuren uit de wereld
geschiedenis op dit gebied ons leeron.
Spr. richtte zich ook nog tot mevrouw
Fernhout en vertrouwde, dat zij voor haar
man is la douco patronne, die burgemeester
Hendrick Hooft van Amsterdam zich in do
tweede helft van de 17e eeuw wenschte en
welke de Engelsche gezant Sir William
Temple zoozeer bewonderde.
Thans ging de heer Smeding ovef tot het
aanbieden van een album met de handtee-
keningen van allen, die tot het geschenk
bijdroegen, een album met groote en kleine
Het zilveren ambtsjubileum van Burgemeester Fernhout te Middelburg. De Commis
saris der Koningin in ZeelandJhr
laris geluk.
foto's van de plaatsen waar de heer Fern-
hout burgemeester is geweest cn als eigen
lijk geschenk een schilderij van den lTden
eeuvvschen Hollandschen kunstschilder, Jac
de Villers, een fraai berglandschap.
Namens Tienhoven werd het woord ge-
voard door Dr. G. A. B. F ij n van Draal
van Zwolle, die eraan herinnerde, dat li ij
eveneens gesproken had bij de installatie
van den jubilaris op zijn eerste standplaats.
Do beer J. P. Engel sprak namens de
inwoners rail Wilnis en Mijdrecht, waar
burgemeester Fernhout in bet huwelijk ge
treden is.
Spr. bood ook mevrouw Fernhout en do
ouders van den burgemeester en ook de
kinderen zijn beste wenschen aan. Tot de
Middelburgers zegt spr.: Iloudt Uw Fern
hout in eere. Spaar hem de critiek niet,
want daar kan hij tegen, mits zij opbou-
wend en eerlijk is, en men strijdt met open
vizier. Natuurlijk wordt van de open, ronde
Zeeuwen niet anders verwacht.
Als laatste van deze werd 1103 het w-oord ge
voerd door den heer J. H. Ko k. uit Kampen.
Ais een onbekende, aldus Spr.. is de jubilaris
in 1919 tot de Kampenaren gekomen; in 1933. bij
zijn heengaan, kon men hem daar noode meer
missen. Spr. wil niet, zooais de meeste Hollanders
het doen van zijn plicht geheel gewoon vinden,
maar het volle licht eens laten schijnen op de
wijze, waarop de heer Fernhout in de afgrioopen
25 jaar getoond heeft te zijn een geboren burgcr-
IV'. Quarles van Vfford wenscht den jubi-
vader. Spr. hoopt, dat de heer Fernhout ook zijn
50-jarig jubileum zal mogen vieren en dan zai
zeker de belangstelling nog grooter zijn dm nu.
Moge Middelburg en Fernhout, trouw aan het
Luctor et E-mergo, meer en meer worden en blij
ven, een van zin en een van wil. Moge het den
heer Fernhout gegeven zijn de schoonc gemeente,
met zijn ontzaglijk rijk verleden, nog eens te zijner
tijd na de jaren van versobering en tegenspoed
weder te lelden in dagen van nieuwen voorspoed
en nieuwe welvaart.
Burgemeester Fernhout heeft daarop de ver.
schillende sprekers uitvoerig beantwoord.
Spr. heelt door zijn beginselen het leven lief en
die beginselen maakten hem de roeping bewust
ons volk in al zijn geledingen en in al zijn stan
den te leeren kennen en waardeeren. het te ver.
staan in zijn behoeften, het zooveel mogelijk daar
in te dienen. En overal en in ieder te waardeeren
wat er te waardeeren valt. Het burgemeestersambt
heeft zijn beteekenis voor de geheele gemeente.
Het richt zich in zijn uitoefening naar alle groe
pen, hetzij gelijktijdig, hetzij bij afwisseling.
Onaangenaamheden, onwaardige bestrijding heeft
Spr. nergens ondervonden. En ook u niet te Mid
delburg. wier woordvoerder hij nu ook dank
brengt. Ook bracht hij namens vrouw en kinderen
dank voor de wijze, waarop men hein te Middel
burg te gemoet is getreden, voor de aangeboden
geschenken, en ten slotte voor het medeleven van
de burgerij, die dit toont door de wapperende
vlaggen.
Na deze woorden hebben alle aanwezigen per
soonlijk hun gelukwenschen aan den heer en mevr.
Fernhout aargeboden, terwijl thee werd geser
veerd.
als een van de regeeringspartijen invloed
van beteekenis uitgeoefend. Waar vroeger
achteruitzetting was is nu erkenning Waai'
eertijds onderdrukking was is nu vrijheid.
Er was strijd tegen onkunde, tegen afkeer
van de politiek, er was splitsing in onze ge
lederen (Chr. Hist., Staalman, Stk. Gerei'.,
Chr. democraten), kerkelijke gedceldheid.
Spr. herinnert ook aan den vul van het
Ministerie-Kuyper in 1905, en dien van bel
ministerie-Heemskerk. Daartegenover was
ook vee! zegen met name in de leiders door
God gegeven, mannen van superieure kwa
liteiten. Zoo staan wij hulpe van God ver
kregen hebbende tot op dezen dag.
De strijd is nog allerminst vclstreden. Wi|
staan er nog midden in. Er waart een re
volutionaire geest door de wereld, die vat
heeft ook op een deel van ons volk. Eener
zijds zien we een gederailleerde democra
tie die de noodige zelftucht mist en daar
door groote onheilen kan veroorzaken, an
derzijds een streven om het parlementaire
stelsel te venietigen en daardoor aan onze
vrijheden een einde te maken.
Óm er niet aan te gelooven, moeten we
wat geleerd hebben en nog wat willen lee
ren: le dat de vrucht der revolutiebegin-
selen hitter is: '2e. dat een democratisch
staatsbestel alleen mogelijk is als het volk
weerstand biedt aan demagogische mislei
ding; 3e dat de overwinning zoowel van
de linksche als van de meest reehtsche re
volutionairen aan onze staatkundige vrij
heden een einde maakt: te. dat de revolutie
altijd de verlossing zoekt in den mensch en
in verheerlijking van de staatsmacht, waar
voor alles moet wijken; 5e. dat de gehoor
zaamheid aan Gods ordinantiën alleen liet
waarachtig welzijn van land en volk brengt.
Wij hebben noodig een volk dat kenni
heeft, dat zich niet iaat verleiden door den
schijn en dut om Gods wil den politieken
strijd voert. Alles staat in onzen tijd los,
Donkere dagen breken aan. Spr. wekte
daarom in een krachtige peroratie op tot
liet doen van onzen plicht door de Calvi
nisten. Zij laten zich niet overrompelen.
Laatste spreker was de heer ,T. J. C. van
Dijk, lid der Tweede Kamer. Deze spr.gaf
een historisch overzicht ian het ontstaan
tier A. B. Partij, haar groei en organisato
rische ontwikkeling. Daarna schelste spr.
de Calvinistische beginselen, die we nog
altijd belijden en waarin nog altijd ook voi
de toekomst een zegen is gelegen. Op dezen
avond willen we de trouw aan die beginse
len vernieuwen.
De avond werd verder gevuld door ge
meenschappelijk gezang. Da bezielende er
welgeslaagde vergadering werd door den
beer Van Dijk mot dankgebed besloten.
Koningin en Prinses naar Brussel
De ontvangst voorbereid.
Onze Koningin cn Prinses Juliana, die
voornemens zijn op 14, 15 en 16 dezer een
bezoek aan Brussel te brengen, zullen, naar
wij vernemen, zoowel het Belgische hof als
de wereldtentoonstelling bezoeken.
Tijdens dit verblijf zal gravin Marnix van
St. Aldegonde, geboren gravin d'Oultremont
als Belgische eeredame aan het gevolg van
Koningin Wilhelmina worden toegevoegd.
Voor Prinses Juliana is de keuze gevallen
op de jonge gravin Jacqueline de Lannoy.j
dochter van den gewezen grootmaarschaik
van het Belgische hof.
Ds. Kersten en de
der tuinders
nood
Beweringen zonder bewijzen
Bij de behandeling van de begrooting 1935
van het Landbouw Crisisfonds in de Tweede
Kamer zijn door liet. Tweede Kamerlid ds.
Kersten ernstige klachten geuit over den
nood der tuinders.
Toen den lieer Kersten hij interruptie ge
vraagd werd om namen te noemen deelde
hij mede bereid te zijn de namen ran de
personen die hij zelf bezocht had aan den
minister van Economische Zaken te noemen.
De heer Kersten heeft vervolgens aan don
minister overgelegd een 18-tal verklaringen
van tuinders.
Naar wij vernemen heeft de minister thans
aan cis. Kersten medegedeeld, dat voor zoo
ver zijn klachten bepaalde concrete bewerin
gen inhielden, deze niet door do overgelegde
verklaringen zijn gestaafd.
Voorts heeft een onderzoek, dat, is inge
steld naar de bedoelde IS gevallen, tot re
sultaat gohael,'dat die gevallen geenszins
normatief zijn gebleken, docli dat steeds bij
zondere omstandigheden waren aan te wij
zen, waaraan de nood in de betreffende be
drijven moest worden toegeschreven.
Ongetwijfeld zullen in clko branche vele
tientallen te vinden zijn, die in ernstige
moeilijkheden verhoeren. IIoo droevig die
gevallen op zich zelf mogen zijn, zij kunnen
uiteraard geen maatstaf zijn voor de mate
waarin steun kan en moet worden verleend.
De minister komt dan ook tot de con
clusie, dat ds. Kersten in gebreke is ge-
bloven zijn in de Tweede Kamer gedane be
weringen als bovenbedoeld behoorlijk te
staven.
Redev oeringen van Minister De
Wilde en de Kamerleden
Schouten en Van Dijk
Vrijdagavond heeft de A.B. Kicsverccn
to Goes in liet kerkgebouw der Gerei'. Kerk,
o.I.v. den heer B. Zuidetaa, haar 70-jari,
bestaan herdacht.
■De Voorz. deelde mede, dat Mr. de Wilde
.bier niet in zijn kwaliteit van minister
maar als oud lid cn oud-secretaris der ver
eeuigiiig aanwezig was.
In deze 70 iaar is een groote ommekecf
gekomen. In 1805 waren we niet geteld. We
hebben nu meer invloed gekregen in het
hestuur van land, provincie cn gemeente.
Op schoolgebied is ons recht gedaan. De.
doorwerking der A. R. beginselen is een
zegen guldeken voor land en volk.
Hierna werd onder applaus besloten tele
grammen wm zegenbede en hulde te zeilden
aan 11. M. de koningin en Z.Ex, dr. II.
Col ij n.
De heer I. Schouten, lid der Tweeilo
Kamer en voorzitter van liet Centraal Co
mité bracht nu do gelukwenschen van di
Comité over. Spr. wekte op met moed en
vertrouwen verder te gaan.
Tweede spreker was Mr. J. A. d e W i 1 d c,
minister van Binnenlandsclie Zaken. Spr.
verklaarde het op hoogen prijs te stellen
dat hij bij de viering van dit jubileum is
uitgenoodigd. Spr. is zelf enkele jaren lid
van dczo vereeniging geweest en zijn va
der heeft er verscheidene jaren deel van
uitgemaakt. De vereeniging is opgericht
tijdens liet tweede ministerie Thorbecke, in
den tijd dat wij onder den druk leefden,
toen liet Christenvolk nog geen bewuste po
litieke keuze had gedaan. Slechts een klein
deel der volwassen burgers mocht kiezen
en daaronder waren niet vele Christenen.
De regeerine was bezig de natie le ontkcr
stenen, vooral door do school. Hier in Goc-
was echter actie. Er werd al vroeg een Clir
srhool gesticht. En al spoedig volgde een
kicsverccn.
Toen in 13(13 werden wij, A. TL, als staats
gevaarlijk gebrandmerkt. Iemand als prof
Buijs meende dut de A. B. partij er nooit
;,n zou slagen een politiek program samen
te stellen. Hoezeer beeft deze liberale geleer
de zich v ergist. liet program is in 1878 tot
stand gekomen en in hoofdzaak ongevvij
zigd gebleven.
Eerst hebben we als oppositiepartij lat
Aan de familie overgedragen
Vrijdag was het juist een jaar ge
leden, dal Ds. \V. I!. Gispen, in leven pre
dikant der Gerei'. Kerk te Scheveningen,
zoomede voorzitter der Geref Vereeni
ging voor Drankbestrijding, naar zijn
laatste rustplaats werd gebracht.
Een ieder, die Ds Gispen heeft gekend
èn als dienaar des Woords, èn als strij
der tegen liet alkoholgebi'uik, zal niet
anders dan met ingenomenheid verne
men, dat door z'n vele vrienden dezen
gedenkdag is aangegrepen tot liet over
dragen van een gedenkteeken-op-zijn
graf aan zijn nabestaanden.
Eenige honderden hadden zich 's middag:
op do Algemeene Begraafplaats verzameld
teneinde van de plechtigheid getuige te
kunnen zijn.
In de eerste plaats de vier Scheveningsohe
collega's: Ds J. G. Feenstra, Ds G. O. Don
lier, Ds C. \V. Keur en Ds J. Wymenga
Voorts Ds J van Heritsen, Geret'. predikan
te Erniclo (de tegenwoordige voorzitter der
Gercf. Vereen, v. Drankbestrijding), die met
de heeren II. J. ter Hoeve uit Arnhem en \V
C. F, Scheps, uit Den Haag, genoemde ver
eeniging vertegenwoordigde. Bovendien Ds
.1. Smelik, Geref. predikant te Loosduinen,
namens de afd. Zuid-Holland dezer Vereeni
ging; en de heer Van Nietiwenhuisen na
mens de Scheveningsche afdeeling.
Toespraak Ds A. D. C. Kok
liet eerst werd liet woord gevoerd door Ds
A. D. C. Ivok, cm. predikant te Schevenin
gen, thans ou'derling aldaar, dio begon met
te memoreeren, hoe zwaar de gang was
naar deze plek, nu een jaar geleden,
vooral voo'" de familie. Wc waren allen he
droefd, aldus spr., onnlnt we beseften, welk
een groot verlies we leden. Maar liet leven
ging door. Thans edhter zijn we wederom
weemoedig gestemd, al is daarnaast een
stenk gevoel van dankbaarheid, voor het
geen God in Ds Gispen gaf. We zijn hier
om aan die dankbaarheid uiting te geven-
We mogen en we kunnen immers onze ge
liefde doodec niet vergeten. Tc minder
waar liet, iemand betreft, wiens werk was
arbeiden voor den Koring der Koningen
Door zijn werk hebben stellig verscheidene
dooden de kroon van liet eeuwige leven ont
vangen.
i Wanneer wij, Christenen, gedenksteenen
oprichten voor onze dooden, bedoelen we
daarmee geen menschen te verheerlijken,
maar geven gevolg aan dien blijvenden
drang tot liet uiten van onze dankbaarheid
jegens God. Zoo moet, geachte familie, ooi.
dit gedenkteeken worden gezien.
De grafsteen
Achter het reeds bestaande gvafvverk, dat
bestaat uit een sarcophage met palen en
banden, is een groote marmeren
staande steen aangebracht. De in
scriptie op dezen steen luidi als volgt;
In dankbare herinnering
aan
Ds. Willem Hendrik Gispen
Predikant bij de Ger. Kerk van Scheveningen
van 7 April 1918 tot, 29 April 19;H
Oprichter .en gedurende 31 jaren voorzitter
der Ucret. Vereen, voor Drankbestrijding
in Nederland
Op de zerk der .sarcophage is een mar
meren Bijbel geplaatst, op welken Bijbel
een bladwijzer is opgcbeiteld. Op den Bijbel
komt de volgende tekst voor:
Opdat Christus door het geloof in jiwo
harten ivone, en gij in de liefde geworteld
en gegrond zijl. (Èi'eze 3: 17
liet geheel is uitgevoerd door de firma
M. M. Oosenbrug en Zonen te 's Graver
ltage.
Nadat Ds. Kok bad voorgelezen wat op
den steen staat vernield, wees hij er verder
op, dat die woorden geheel den gee.-t tv pee
ren, waarin Ds. Gispen gearbeid beeft, Zipi
geloof was een levend geloof en altijd weer
waarschuwde lui tegen schijnverlooning
en zelfmisleiding.
Jn Hebt'. 13 lezen we, zoo ging spr. voort:
Gedenk uw voorgangers, die u liet Woord
Gods verkondigd hebben. In dat licht wil
len wc dezen steen zien. En do II. Geest
voegt er nog aan toe: Volg hun geloof na
en hun wandeling. Laten we de wandeling
van D.s Gispen navolgen!
Vol piëteit wilde spr. thans het gedenk
tecken overdragen, om te besluiten met den
uitroep „Soli Deo Gloria'"
Toespraak Ds J. v. Hcrkseu
Ds J. v a n II e r k s c n, hierna het woord
voerend, begon met zijn blijdschap te uiten
over deze gebeurtenis, totneer, daar spr's
vereeniging, eveneens vol piëteit, aan lezen
steen heeft mogen bijdragen.
Spr. zou tot de familie bijna willen zeggen
dat dit monument, door hun vader zélf op
gericht, een blijvend getuigenis zal zijn
van zijn arbeid.
Ds Gispen was niet alleen de oprichter
van de Geref. Vereeniging voor Drankbe
strijding, maar uk voorzitter, gedurende
haar geheele bestaan, de ziel er van. Dat
dit zoo was, moet worden verklaard uit z'n
wanne liefde om God te dienen idet al
leen met net woord, doch tevens niet dt
daad.
Nog steeds wordt hel verlies van Ds Gis
pen, van dien man, met zooveel rijke gaven
van hoofd en hart, gevoeld. Geen wonder
dus, dat de drankbestrijders gaarne gevolg
gaven aan het verzoek, iets tot dezen steen
bij te dragen. En we prijzen ons gelukkig,
aldus spa, in deze niet do Kerk van Scheve
ningen te hebben mogen samenwerken.
Don tdkst van den steen memoreerend,
achtte spr. het onwaarschijnlijk, dat de H.
Schrift een tweede tekst zou bevatten, die
d"n overledene zóó juist zou typeeren. Deze
tekst 1och geelt do richting aan van z'n ar
beid in Kerk en Drankbestrijding. Overdre
ven vroomheid was hein vreemd, maar al
tijd weer was liij bezield door de liefde
Gods. Ilij wilde ook door de Drankbestrij
ding zijn Koning ceren; niet theoretisch,
maar practisch. door gevallenen op te
zoeken.
Ditmaal wil spr. niet opsommen al het
geen Ds Gispen In woord en geschrift op
dit gebied heeft gedaan. Dat zal straks in
druk verschijnen. Wel wil spr. dit zeggen:
Steeds zullen wc' dankbaar gedenken, wat
Ds Gispen is geweest, inzonderheid namens
de provinciale vereeniging en de afdeeling
0|i Scheveningen.
Moge, zoo besloot spr.. deze steen een
symbool zijn van Kerk en Drankbestrijding,
ieder werkzaam op haar eigen terrein, toch
tezamen God dienend door te redden, wat
ten doode wankelt.
Toespraak Ds J. G. Feenstra
Uit naam van den Kerkeraad en spr's col
lega's bracht Ds J. G. Feenstra hartelijk
dank voor de bijzondere belangstelling, dio
in de Scheveningsche Gemeente aan den
dag is gelegd voor het comité, dat voor do
totstandkoming van het gedenkteeken was
geformeerd
Eigenlijk had Ds Gispen geen gedenktee
ken noodig, want wat spr. eenmaal las om-
treilt geleerden, wier prestaties op zichzelf
oen gedenkteeken vormden, is op lis. Gispen
evengoed van toepassing. Al is hij heenge
gaan, zipi werk staat daar nog altijd.
Vervolgens herinnerde spr. aan het harde
woord van Jezus, gesproken toen graven
gebouwd werden voor de profeten en ge-
denktcekons werden opgericht voor de recht
vaardigen, terwijl men gereed stond om
Hem te kruisigen.
Dut kun ónze weg niet zijn, aldus spr.,
Wij willen gaan in dezelfde lijn van D.s
Gispen, zonder dt hierboven bedoelde twee
slachtigheid. Wii willen dezelfde zijn bij 't
bouwen van liet graf en het belijden van de
belijdenis. Dan wordt niet de mensch, maar
God verheerlijkt. Heerlijk is het dan, wan
neer we onze dankbaarheid in den vorm
van zoon gedenkteeken zichtbaar mogen
maken.
Gezongen werd hierop Psalm 89 8, waar
op een zoon van Ds Gispen, Dr W. II. Gis
pen, uit Delft, een woord van dank sprak.
Ds K o k heeft hierna de plechtigheid met
gebed besloten.
Vermelden we nog, dat de Kerkeraad van
Scheveningen vertegenwoordigd was be
halve door D- Feenstra, door dr heeren J.
Verkruis-en (ouderling) en F. Verkruissen
(diaken
NED. HERV. KERK
Beroepen Te Mijnsheerenland, J. J. H, van
der Ree. cand. en hulppred. te Rotterdam-Vree
wijk. Te Benschop. J. J. Poot. caod. te Bode
graven. Te Tjerkwerd (toez.). W, Oost
le Aalsum (Fr.), Te Bruinisse, J. W. van Bar-
neveld te Warns. Te Wilnis. Poot cand.
te Bodegraven. Te Molenaarsgraaf, cand. I 1.
Poot te Bodegraven.
Aangenomen: Naar Groenlo. C. M. van
Ep.U te Wehl.
Bedank 1: Voor Hinkerk. H. W. Waarden
burg te Hoogmade. Voor Tjerkgaas- c.a j.
J. Poldervaart te Nigtevecht, Voor Amsterdam,
F. J. Broeyer te Woerden.
GEREF. KERKEN
Beroepen: Te Onnen, cand. A. Kuiper te
Zuidwolde.
Aangenomen: Naar Zuidhorn. J. G.
Adema te Opende (Gr.), Naar Zwartebroek,
F. E. Hoekstra, cand. en hulppred. te Voorburg.
Bedankt: Voor Visvliet, A. Kuiper, cand.
te Zuidwolde.
CHR. GEREF. KERK
Beroepen Te Rotterdam-Zuid. D. Driessen
te Amsterdam-Oost
Bedankt: Voor Sneck, W. Meijnhout te
Nieuwendam (Amsterdam-Noord).
GEREF. GEM.
Beroepen: Te Leiden, J. Fraanje te Bar-
neveld.
OUD-GEREF. GEM.
Beroepen: Te Kinderdijk. N. van der
Kraats te Den Helder.
„JACHIN"
10 Juli te Kampen.
De jaarvergadering der Geref, Zondagsschool-
vereeniging „Jachin" zal geliouden worden op
Woensdag 10 Juli a.s, te Kampen.
De familie van wijlen Ds 11'. H, Uispen bij den onthulden gedenksteen.
2)
De weduwe wierp een dankbaren en tec-
deren blik op het jonge meisje. Welk een
verschil tusschen liaar beide dochiers! In
beider hart had het goede zaad, door de
ouders gestrooid, wortel- geschoten, maar
hoe onderscheiden openbaarde zich de ge
lijke keuze in beider leven.
Agnes, stil eji ingetogen, wijdde zich ge
heel aan haar huiselijke plichten en de lief
derijke verzorging barer oude en nu ziekelij
ke moeder terwijl zij den weinigen tijd, haar
overig, aan de zorg voor de armen in het
dorp ten beste gaf. Zij bezocht hen in hun
woningen, en bracht hun menige vertroos
ting en versterking, onderwees hun kleinen,
naaiden en breide voor hen zooveel zij ver
mocht, bezorgde hun kranken lafenis en hulp
en sprak met allen over de liefde Gods in
Christus Jezus. Zij was aller vriendin en,
zoo zij slechts een man, een geneesheer ge
weest ware, zou zij ongetwijfeld vaders
plaats geheel ingenomen hebben. Doch zij
ging bescheiden cn stil haar weg en' rekende
het vele, dat zij deed, voor niets en voor veel
te weinig, terwijl zij overigens oordeelde
steeds in gebreke te blijven bij de zorg, aan
lutar moeder gewijd, die ze als afgodisch ver
eerde en voor wie haar niets te veel was.
Twee jaar geleden had Karei, de oudste
zoon van den notaris, aanzoek gedaan om de
hand van het lieve meisje, dat aan een
schoon uiterlijk een juweel van een hart
paarde. Het had haar moeile gekost, want zij
hield van den edelfih, jiddeijijketi jonkman,
wiens uiterlijk en schoonc vooruitzichten
dan ook menige jonge dame zouden bekoord
hebben, doch ze had om moeder gedocht en:
„hij moest niet hoos op haar zijn, waiit zij
hield inderdaad veel van hem. doch nu
mocht zij zich nog niet verbinden. Als eei»
andere jonge dame zijn hart niet sial, dan
konden zij later wel eens zien, doch nu niet,
nu mocht ze nog niet".
En Karei liad een steelsdhen blik naar de
veranda geworpen, waar de oude moeder zat
en hij had begrepen cn er haar des te medi
um gewaardeerd.
„Ik zal wachten, Agnes!" had hij geant
woord cn toen hij de hand gedrukt had, dio
zij in de zijne liet rusten, was het haar wat
vreemd- geworden en zo was spoedig in
huis gegaan. Een kwartier later had zij voor
de theetafel plaats genomen on niemand had
liet ooit geraden: alleen Karei had-gemerkt,
dat haar hand trilde cn haar oogen wat rood
waren, toen zij hem mot een heven glimlach
liet kopje overreikte. Hij wachtte nog, al had
hij in dien tijd vele andere jonge dames ont
moet, diemaar neen, ze konden niet in
Agnes' schaduw staan en dat maakte het
haar moeilijk, meest om zijnentwil.
Hoe geheel anders was Anna! Reeds toon
de oude dokter nog leefde, had zij zich in de
studie verdiept en vaders studeerkamer was
voor haar het heiligdom, waarin zij zich een
goed deel van den dag als terugtrok, om het
overige deel -nog op den voorraad te teren,
welke ze or opgedaan had. Voor die stille af
zondering stelde zij zich schadeloos door haar
geestesarbeid ver buiten don kring van haar
omgeving uit te breiden. Al wat edel en-goed
wa-, zon hot slechts groote kringen bearbeid
de, genoot haar belangstelling cn. geen offc
was haar te zwaar, geen moeite of inspan
ning te groot oin voor haar Heiland te ar
beiden. De wereld voor Hem en daarom die
wereld voor haar! Dat was haar leuze, zooals
het haar levensopvatting was en, ofschoon
vvaardeeren'd, wat haar zuster deed, zag zij
met eonig medelijden op haar neer, iiopende,
dat deze straks de banden van zicli werpen
zou, die haar gebonden hielden en evenals zij
op de wereldverovering uitgaan zou. O zeker,
zij stelde ze op prijs, die kleine zorgen, die
haar zuster wijdde aan huis en hof, aan moe
der en haarzelf, want, ze had die noodig
aan het dorp en aan de streek, doch ze
moest do vleugels uitbreiden en al hooger
gaan; dan zou haar gezichteinder zoovee!
ruimer, haar gebied zooveel grooter, haar
werkkring zooveel rijker aan zegen zijn.
Haar roeping, dat gevoelde zij, was een zoo
geheel andere als als die harer zuster, of lie
ver gezegd, zij hield zich overtuigd, dat, ja.
allen dezelfde roeping hadden, docli de
kracht, waarmee de een tot die roeping aan
gegrepen was, zooveel sterker dan de an
der. ook tot wijder werkkring gordde. Dat
lag, -naar haar meening, in twee oorzaken: de
Goddplijke bestemming en de meerdere n'
mindere traagheid des vleesches, voortsprui
tende uit meer of minder warme liefde, wel
ke -die bestemming dan ook mede rechtvaar
digde.
Daarom, terwijl voor Anna het „vrouwe,
wat lieb ik mot u te doen?" en het „Wist gij
niet. dat Ik moest zijn in de dingen Mijns
Vaders?" als hoogste levensbeschouwing ook
oor den mensch golden cn haar een v i-ij-
liriel gav en of. naar zij meende, don eiscli
stelden, zich niet met het tijdelijke en stoffe
lijke tc bemoeien, achtte zij zich daarenbo
ven gerechtigd, niet slechts haar medelijden
met doch ook haar afkeuring te kennen to
geven over de bekrompenen, die meenden,
dal hun arbeid voor God zicli beperken moest
tot de stille huiskamer of den kring, waarin
zij zich geplaatst zagen.
De oude weduwe gaf verreweg de voorkeur
aan de bescheiden levensopvatting van Ag
nes, ook al moet erkend, dat de meerdere
zorg, die zij van deze genoot, op haar waar
deering invloed uitoefende. Het outging ech
ter haar sclierpzienden 'blik niet, dat Anna,
juist door zich voortdurend naar liet meer
verwijderde en het grootsohe uit te strekken,
kleine en voor de hand liggende plichten ver
waarloosde cn vaak de steenen, dicht voor
haar voet, niet zag, waarover ze straks wel
struikelen moest. Als zij haar dochter zoo
ijverig bezig zag, vaak dag en nacht, nu als
voorzitster, dan als secretaresse, straks als
penningnteesteresse van vereenigingen cn
bonden, dan loosde zij vaak 'n zworen zucht
en dat te meer, waar haar waarschuwingen
en vermaningen van de hand gewezen wer
den met een blik, die genoegzaam zeide, dat
haar dochter oordeelde: moeder begrijpt mij
niet, omdat zij ook geen gevoel heeft voor do
hoogc roeping, waarmode God de Zijnen
gordt en derhalve kan moeder ook niet zui
ver oordeelen over de uitingen in het leven.
Ofschoon de moeder zich overtuigd hield,
dat Anna zich niet vergistte, zoo zij meende
den Heere lief te hebben, zag zij in haar
streven niets dan een zoeken van zichzelf,
ijdele zelfverheffing, een zich voegen tot de
liooge dingen, waarvan God haar langs har
de wegen zou genezen.
En toch was er zooveel in Anna, dat tot
eerbied cn, liooge bekoring wekte. Dat edele.
schoone gelaat, die blikken, vol geestdrift en
vuur tooi' het goede en reine, dat hooge,
peinzende voorhoofd, de fiere houding en de
vastbesloten gang, neen, Agnes kon liet zicli
niet. ontveinzen, zij was haar meerdere on
hoe gaarne zou zij met al haar bezwaren tot
haar gegaan zijn en haar raad aangenomen
hebben, indien niet juist de wijze, waarop
■haar zuster over a! liaar zorgen cn bekom
meringen sprak, liaar niet telkens had doen
gevoelen, dat Anna ze als nietigheden be
schouwde.
Zoo, in plaats van bij Anna's sterkeren
geest steun te vinden, zag Agnes slechts met
eerbied tot haar op en deze geleek op liet
standbeeld van een held, dat van het hooge
voetstuk, waarop liet zich verheft, wel tot
navolging roept, doch nimmer aftreedt, om
den zwakke daar aan den voet de behulpza
me hand te bieden, opdat hij mode zou
kunnen opstijgen. Agnes gevoelde zich te nic
tig, te gering tegenover liaar -zuster, wetende,
dat in haar geest de kracht niet voorhanden
was tot haar op te klimmen en, als deze
daarenboven verzekerde, dat zulk een ont
stentenis gelijken tred hield met te weinig
liefde lot, te onvolkomen overgave aan den
dienst des Heeren, dan wist zij met haar
schaamte en zelfbostrijding geen enkele
vluclithaven dan de borst van liaar teedci
gevoelende moeder en schepte uit haar
waardeering alleen nieuwe kracht tot leven
en strijden, tot vertrouwen en arbeiden.
Jacob gevoelde zich meer tot de beschei
den, practische Agnes aangetrokken, dan tot
de ideccle en volgons hem altijd zwevende
Anna, wier uitnemende geestestaienten en
veelomvattende kennis hij overigens be
wonderde. In den grond echter haalde hij
voor beider zware levensbeschouwing de
schouders op en, terwijl hij de uiterlijke
vormen van godsdienstig leven, waarin hij
tehuis opgegroeid was, in cere hield, verge
noegde hij zich nis eerlijk en verstandig
man zijn zaken te doen, voor moeder en de
zusters zóó te zorgen, dat zij een onbezorgd
en onbekrompen leven leiden konden, en
wierp mot een gullen lacli al het overige
als onnoodige ballast van zich of verwees
het met onschuldigen scherts naar de sfeer
van liet jonge damesleven. Zette hij nieuwe
plannen op touw, gaarne overlegde liij ze
met Anna, over zijn dagelijksche bemoeienis
sen en zorgen ging hij bij voorkeur liever
met Agnes te rade, maar per slot van re
kening was liem aan het laatste oordeel van
moeder alles gelegen.
„Ll ziet er vermoeid uit, moeder!" zei Ag
nes, toen zij de theetafel gereed gezet cn te
genover de oude weduwe plaats genomen
had. „Als u zicli maar niet wat te veel ovci-
spannen hebt met dien brief aan Frederik.'
„0 neen, kind!" antwoordde de oude dame,
„ik had nog wel uren aan den gang kunnen
blijven. Het ging mij juist ditmaal zóó licht
af. Ik denk, dat het daarvan komt, omdat
ik zoo gelukkig ben, dat God mij zoolang
hier liet, tot Frederik zijn laatste examen
gedaan heeft, 't Is mij, of ik nu mijn taf/
volbracht heb, die mijn lieste vriendin nnj
stervende opdroeg, om voor haar jongen,
haar Frederik, te zorgen als een moeder'
„Nu, moe, daaraan heeft het bij u niet
ontbroken. Jacob was meer dan eens in-
loersch op de ruime plaats, die Frederik 'm
uw gedachten innam".
.{Wordt yer.volguj.