VOOR VROUW EN KIND MAAS- EN SCHELDEBODE ZATERDAG 6 APRIL 1935 DE KINDEREN ISRAELS VOOR Al GESLAGEN yOOR DE VROUW VOOR DE JEUGD VOORDE ZONDAG Wanneer wij Jozua 7 lezen vermenig vuldigen zich de gedachten. Ons is het geopenbaard, zoodat wij niet in het verborgene tasten. God heeft hetgeen in dat hoofdstuk beschreven staat tot onze leering gegeven, opdat wij er winste mede doen in ons leven. Gelijk wij weten was Israël uit Egypte op wonderdadige wijze verlost. De feiten spraken duidelijk dat God met Israëls volk was, en dat Hij Zijne beloften zou vervullen, zoodat zij Kanaan erfelijk zouden bezitten. De Heere wilde echter dat Zijn volk in heiligheid voor Hem zou leven, en mitsdien de zonden zou haten en Vlieden, m. a. w. dat zij in de wegen des Verbonds zouden wandelen. Is God getrouw, de Heere eischte van Zijn volk dat het in gehoorzaamheid voor Hem zou leven. Verbrak het volk het verbond, zoo bleef God zeer zeker ge trouw, doch het volk onttrouw. In dien Weg van ontrouw gevonden, trok God Zijn zegenende handen in. God is getrouw. Dat bleek bij het overtrekken van de Jordaan. Dat bleek bij Jericho. Zeven dagen lang de stad rondgaan, en op den laatsten dag zeven keer. Zonder de muren te bestormen, vielen de muren om, en Israël had daarmede de sleutel van Kanaan in. handen. Maar wat gebeurde? Op Jericho volgde Aï. Een kleine stad, een Stad van geringe sterkte, zoodat Jozua oordeelde, dat een klein leger voldoen de was om haar in te nemen. Een 3000 man werden afgezonden. Overwonnen zij? Neen, ze werden ge slagen, zoo geslagen dat de vijand Israël achtervolgde. De vijand moedig. Jozua, de held Gods, terneergeslagen. Jozua verscheurde zijne kleederen, tee- ken van diepe rouw. Maar Jozua deed meer. Hij viel op zijn aangezicht ter aarde voor de ark des Heeren tot den avond toe, hij en de oudsten van Israël, en zij wierpen stof op hun hoofd. Zijn gebed tot God wordt ons be schreven in vers 7, 8, 9. Dit gebed wijst ons op den grond waarop Jozua pleitte, 't Is „Gods groote naam". Jozua doorzag en beleed het voor den Heere dat de vijanden van Israël moed zouden grijpen, en Israëls naam zou worden uitgeroeid. God hoort het gebed van hen die tot Hem roepen. Wie in oprechtheid bidt en pleit op grond van Gods beloften zal het antwoord des Heeren ontvan gen. Nooit laat God een oprechte bid der ledig heengaan. Let wel „een op rechte bidder". En deze is altijd klein omdat hij zich zondaar weet. Geen z.g. bidder, die misschien zegt „met bid dend opzien tot God" doch geen oog heeft voor zijn zonden, en terwijl deze woorden worden gebruikt, zich in de zondige wegen verhardt. Zulk z.g. bid den is vloeken, 't Is een leugen uitspre ken voor God en den naaste. Daarop zwijgt God of beter gezegd, daarover vertoornt zich de Heere omdat Zijn Naam ijdellijk wordt gebruikt. Jozua riep Gods Naam in oprecht heid des harten aan. Hij verootmoe digde zich voor den Heere, en bad vuriglijk tot God. En dan geeft de Getrouwe hem het antwoord. Zijn gebed was dus verhoord. Hetgeen cie Heere hem openbaarde, was van dien aard dat het Jozua heeft ontroerd. Want Israël heeft het verbond over treden. Israël wordt aangezegd dat het van het verbannene heeft genomen, en ook gestolen en ook gelogen. Ziet- daar de zonde waarom God Zijn zege nende'handen had ingehouden, zoodat Israël werd geslagen. God heeft de zonden geopenbaard. Wie is de schul dige? Heel Israël moest lijden, al was er één die had gestolen en gelogen. Heel Israël zou bij vernieuwing worden geslagen, zoolang de ban in het leger werd geduld. Door het lot werd Achan aangewezen. EnAchan beleed zijn zonden. Het oordeel werd voltrokken. Om de zonde van stelen en liegen werd hij gesteenigd met de zijnen, wat er zonder twijfel op wijst dat zijn huis- genooten bekend waren met hetgeen in het verborgene van de tent was ver stopt. De heler is zoo goed als de steler. Nadat het vonnis voltrokken was, trok Israël bij vernieuwing öp tegen Aï. Het heilig volk, gekleed-in heilige sieradiën, is nu een overwinnend volk. Aï werd ingenomen. Gods belofte werd vervuld. Aï werd ingenomen en ver brand, en Hij stelde haar tot een eeuwigen hoop, ter verwoesting, tot op dezen dag (Joz. 8 2b)Jericho gevallen, voor Aï aanvankelijk geslagen, docli nadat de ban was weggenomen, ook Aï ingenomen en verbrand. Wie kent deze geschiedenis niet? Van onze prille jeugd af hebben wij deze historie ons laten vertellen, en later hebben wij haar aan anderen verteld. Waarom? Was het alleen om het historische feit of heeft deze geschiedenis tot ons iels te zeggen? Wie alleen het eerste op het oog heeft, zal er geen leering uit trek ken. Maar zoo wij ons door God laten onderwijzen, blijft die historie leven en werpt een zegenrijke vrucht af. Welk een ernstige waarschuwing gaat er tot ons uit om Gods verbond niet te min achten. Want wij mogen van onze zijde niet leven alsof het verbond Gods van geene beteekenis is, God is getrouw, en vervult Zijne beloften zoo wij bid dend voor Hem leven, en dus het heil van Hem alleen verwachten. En toch wanneer wij het leven van het volk nagaan, waarmee God Zijn verbond heeft opgericht, hoe dikwerf zien wij Achans-figuren. Stelen en liegen, ja zelfs Gods Naam er bij aanroepen om zoodoende te bewerken dat het gespro kene of geschrevene ingang vindt. En wordt de dieverij van Achan ontdekt, zoodat de leugen openbaar wordt, nog wordt bij vernieuwing hetzelfde pad bewandeld om zich te verrijken. Achan beleed zijn zonden, doch dezulken blij ven volharden in de zondige paden en roepen Gods Naam nog aan. Als Achan hebben zij zichzelf op het oog. De ware vreeze Gods is bij hen verre. Zij zien niet dat God het verborgene openbaar heeft gemaakt. Vandaar bij vernieu wing het wegstoppen van hetgeen hen lief is, n.l. zich verrijken ten koste van een ander, en liegen. En.zal Aï in genomen worden? Neen. Het ongeloof lacht en heeft behagen in zulken. Jozua zag het, waarop het zou uitloopen, n.i. zij zullen ons omsingelen en onzen naam uitroeien van de aarde. En zien wij de waarheid van dit biddendé woord nog niet bewaarheid? Wie liegt is weg voor het leven. Al wordt de leugen opnieuw begraven, God zal het nog dieper verborgene vinden. Mdar onderwijl staat de vijand van God en Zijn volk gereed, om dezulken te om singelen, zoodat ze als slaven worden weggevoerd, en het werk mogen ver richten dat de vijand hen oplegt. God laat niet spotten met Zijn Naam. Wie spottende of liegende Gods Naam ge bruikt, heeft het oordeel Gods te wach ten, en zal het oordeel moeten dragen. De „witte das" door de liberalen gedra gen heeft hen gebracht in de macht van het socialisme. En nog verder gaat de weg, n.l. het communisme of Mos kou wacht op hen. Godsdienst is pri vaatzaak, roept het ongeloof. Maar Moskou schudt alles uit, en klapt in de handen als het ziet dat met het aan roepen van Gods Naam hulp wordt verleend. Terug naar de plaats die God ons wijst! Met schuldbelijdenis voor God en menschen. In dien weg belooft God Zijn heil. Niet in den weg van „met biddend opzien tot God" en dan de zonde bestendigen, 't Is Achans zonde bestendigen, en het volk des Heeren aan de leugen overleveren. Aï komten voor Aï worden wij in dien weg geslagen, terwijl Aï zich ver heugt. Rotterdam. C. DIEMER. asch van drie bepaalde giftige plantensoor ten wordt vermengd en bewaren het poeder in een goed gesloten flesclije. Bij liet ge bruik, dus als de operatie wordt onderno men, wrijft men van dit poeder een weinig in twee kleine insnijdingen, die met een lan cet in ieder been oï in den boven- oi onder arm gemaakt en nauwelijks diep genoeg zijn, oni liet bloed te voorschijn te doen ko men. Er ontstaat dan een lichte aanval van koorts en reeds den derden dag is liet. on beduidende wondje genezen. De zoo inge ente verbindt zich nu, nooit van sommige spijzen te eten en kan nu elke slang aan vatten en zich zonder den minsten last er door laten bijten. Als nu maar iemand, die ingeënt, is, 't vaste geloof heeft dat geen slang hem zal bijten ol dat het liein niet zal, schaden, dan kan hij gerust de trage dieren aanvatten en heeft alle kans dat ongestraft te zullen doen; maar het is wel zeer te be twijfelen, of het gif van een echt gevaar lijke slang hem niet zou schaden! liet cotti is een Afrikaansch gebruik en onder de In dianen zijn op dit punt zeer velen ongeloo- vig. EEN CHINEESCHE KAMPER-UI Men w-eet, dat de aanleg door Duitsclie ingenieurs van een spoorweg in de Chinee schc provincie Shan-toeng indertijd tot ve lerlei moeilijkheden en opstootjes aanleiding gaf. Een komisch incident hierbij werd in de Tagliche Rundschau vermeld. De lijn was opgemeten en de richting daarvan aan gegeven door in den grond geslagen bakens. De Chineezen trokken, om de ingenieurs te plagen, herhaaldelijk die bakens uit den grond en namen ze mede; de opmetingen moesten dan opnieuw ondernomen worden. De hoofdingenieur deed zijn beklag bij den toatai (gouverneur) der provincie en ver kreeg van deze de toezegging, dat het stolen der bakens voortaan zou worden verhin derd. Vol goeden moed ging men weder aan het- werk, doch een paar weken later waren alle bakens opnieuw verdwenen. De ver toornde ingenieur ging naar den taotai en deed dezen bittere verwijten, die door den Chineesche dignitaris met den glimlach der onschuld werden aangehoord. „Hoe kunt ge( u beklagen?" zeide dc taotai. „Uw stokken zijn goed bewaard; ik zelf heb ze door mijn menschen laten uittrekken en opbergen, om INENTING TEGEN SLANGENBETEN De slangen, die een plaag zijn voor do tropische gewesten, komen in Guyana bij zonder veel voor, maar Dr. August Kappler. die zich er lang ophield, komt bij nauwkeu rige waarnemingen tot de conclusie, dat er niet meer dan vijf procent vergiftige onder zijn. Alle soorten slangen zijn buitengewoon traag en laten zich lang kwellen en zelfs trappen, voor zij gebruik maken van hun giftige wapenen. Menige giftige slang laat zich met de handen vangen, als men haar iets op den kop drukt en dan in den lials beet grijpt. Vooral onder de kleurlingen in Guyana is de vrees voor deze dieren bijzonder groot en voor het onschuldigste boomslangetje loopen ze weg of trachten h'et uit de verte te doo- den. De Indianen zijn in dat opzicht veel verstandiger. Zooals ook in andere heete landen heerscht er het geloof, dat men zich door een soort van inenting kan vrijwaren tegen de schadelijke werkingvan sltriigen- gif. De menschen, die dat inenten cotti ver staan, zijn meest negers, in Afrika geboren. Zij nemen do tanden van verscheidene zeer vergiftige slangen, drogen die in den rook, stooten zö fijn tot een poeder, dat met de liet stelen te voorkomen". En hij loonde den verbaasden Westerling de vermiste ba kens, zorgvuldig in bundels samengebonden. EEN EGYPTISCH KROKODILLEN- KERKHOF In het laatst der vorige eeuw hebben de bekende Engelsclie Egyptologen Grentzell en I-Iunt bij hun laatste opgravingen in Fayoem, die bekostigd werden uit een fonds door een Amerikaansche dame, mrs. Hearst, aan de „University of Californië" geschon ken, een zeer groote verzameling papyrus rollen gevonden. Alleen uit den tijd der Ptolemaëen werden er tweemaal zooveel gevonden als alle vroe gere vondsten tezamen. De opgravingen werden gedaan in Romm-el-Baragat, in de buurt vpn het dorp Toettuun, een naam, die wel in verband zal staan met liet oude Teblunis. Men vond daar eenige oude Egyp tische graven, o.a. een uit de XHe dynastie, waaruil blijkt, dat Herodotus de oppervlaktë van het mee,r Mores vee lt-e groot heeft aangegeven. Verder vond men menschelijke mummiegraven uit den tijd der Ptolemaeëli met talrijke doodkisten van papyruskarton (dit karton is van gebruikte, beschreven pa pyrusrollen gemaakt). Hiernaast lag een groot kerkhof, gevuld met duizenden murh- niies r an krokodillen, sommigen meer dan 13 voet lang, anderen klaarblijkelijk pas uit liet ei. Ook ontdekte men een paar lede maten en eenige eieren. In vele kuilen lagen de krokodillen in verscheiden papyruslagen gewikkeld, terwijl ook papyrus gebruikt was om de ledige ruimte op te vullen. Alle rol len waren in de Grieksche taal beschreven; slechts een enkele krokodil had een groote rol met demotischen tekst naast zich liggen- Ofschoon het zout en de vochtigheid van don bodem veel bedorven hebben, zijn er toch groole massa's goed bewaard gebleven. De meeste rollen zijn van politieken, som migen van letterkundigen inhoud. Een daarnaast gelegen kerkhof uit den Romeinschen tijd bevat eenige op hout ge schilderde portretten en leverde tegelijker tijd het bewijs, dat de bekende Egyptische grafportretten meestal fantasiestukken zijn. Een van de portretten was n.l. op de ach terzijde beschreven met aanwijzingen voor den schilder, die in het kort de karakteris tieke trekken van het gelaat van den afge storvene aangaven. De Vereeniging tot Chr. verzorging van Krankzinnigen zal binnenkort haar gebouwen- complexen met één zien vermeerderd. Te Zuidhmn zal zij namelijkhopelijk binned ruim. twee maanden een nieuw gebouw openstellen, dal den naam van Noörder- sanntorvum zal dragen. Bovenstaande teekening geeft een zijaanzicht van dit nieuwe sanatorium. HUISHOUDING VAN „NU". Met 'bovenstaand opschrift als titel, cu 'daarbij als onderschrift: „Maandblad onciei Redactie der Commissie intake Huishoude lijke Voorlichting", zag' op 1 Febr. j.l. een met onbelangrijk nieuw tijdschriftje het licht. Het vprlg jaar, en wel de zestiende No vember is, onder aanwezigheid van den Minister v. Sociale Zaken, de „Coim.nis.5ie inzake huishoudelijke voorlichting' ge ïnstalleerd. Het doel der oprichting dezer commissie is: bevordering van het „zuinig huishou den", wat vopr zoovelen in deze zorglijke tij'd een klemmende eiseh is geworden. Eén van de middelen nu, waardoor men dit doel tracht te bereiken, is: het regel matig doen verschijnen van een eigen blaadje, waarin over allerlei, dat meer of minder rechtstreeks betrekking lieeft op dit moeilijke probleem, zal geschreven worden. Zoo ergens, dan zouden we als we de plannen vernemen, welke de Commissie ten uitvoer wil brengen in dit blaadje, willen spreken van „Voor elk wat wils. In de prospectus n.l., die het eerste en tevens 't proefnummer vergezelt, spreekt do Commissie over hetgeen men alzoo denkt te behandelen in dit eigen maandblaadje. Het beste zal zijn, U evenals de Com missie doet een overzicht te geven van wat de inhoudsopgave van „Huishouding nu" in de loop van de tijd alzoo zal vermelden, mits natuurlijk de voorgestelde plannen uitvoerbaar blijken vanwege de ruime be langstelling en genoegzame medewerking yan allen die kunnen medewerken! Daarom laten we hier de opsomming der Verschillende te behandelen onderwerpen .Woordelijk volgen: 1. Recepten. De recepten worden zeer duidelijk omschreven met als 't ware elke handeling er in vermeld, zoodat ook iemand die de eerste begrippon der kookkunst niet bezit, het recept kan gebruiken. Teeke- ningen 'zullen zoo noodig de duidelijkheid er van nog' verhoogen, 3. Warenkennis. Deze rubriek geeft niet alleen voorlichting, in zooverre deze noodig is bij inkoop van levensmiddelen, maai' eveneens op huishoudkundig gebied, bij aanschaffing van nieuw poets- en werk, materiaal, huisraad, keukengericf enz. 3. Wascfibehandeling en Strij ken. Ook zal het wasschen van gekleurd en zwart bovengoed en van dekens worden behandeld, alsmede het oppersen van mans- kleeding. 4. Naaien en Verstellen. Begonnen wordt met eenvoudige knip- en naaipatro- nen. Geleidelijk zal moeilijker werk worden bespraken, b.v. om van Vaders pak een jon genspakje te maken, of om tweo sleetsclie japonnen tot één te verwerken. Breien en haken. Hieronder worden de patronen uitvoerig beschreven, gewoon-, lijik met afbeeldingen van modellen er bij. Bijzonder zal er op gelet worden, dat onder deze rubriek patronen worden aangegeven voor alle leden van het gezin,, zooals: ves ten, truien, pull-overs, jurkjes, handschoe nen, kousen, ondergoed enz. Woninginrichting. In deze ru briek wordt aangegeven, hoe het huis prac- tisch en doelmatig in te richten om zooveel mogelijk met do ruimte tc woekeren. Met eenige teekeningen zal tor verduidelij king er op gewezen worden, hoe men eenvoudig meubilair, als b.v. bank, boeken kastje, papiermand, enz. zeil kan vervaar digen. Kinderverzorging. Naast do kin derverzorging o.a. eenvoudige begrippen om treilt huid-, haar- en tandverzorging, zal aan het opknappen van oud speelgoed, en het maken van nieuw speelgoed ói door de kinderen zelf, óf door de grooteren, bijzon dere aandacht geschonken worden. Ook worden voor alle leeftijden, kinderspelletjes gegeven om binnen- of buitensbuis te spelen. „A1 geniee>ïie hygiëne", „Ziekenver pleging in eigen huis" en „Eerste hulp bij ongelukken". Ook hierover zullen leerzame artikelen verschijnen, waarmee we allicht ons voordeel kunnen doen. II u i s v 1 ij t. Juist om het tijdschrift voor vaders en zoons aantrekkelijk te maken, zal een plaats voor de rubriek „Huisvlijt" wen den ingeruimd. Door de huisvlijt kan aan merkelijk bezuinigd worden en gezelligheid in huis wordt door 't vervaardigen van aardige voorwerpen sterk verhoogd. Aar dige modellen voor lampjes, dien-blaadjes, bloembakken, kistjes, boekenrekjes ca. zullen in deze rubriek opgenomen worden. „Huiselijke feestjes", 'n Gezellig dagje maken van Vaders- of Moeders- ver jaardag; 't vervaardigen van een aardige tafelversiering of een cadeautje voor deze gelegenheid. Bloemen en planten. Verzorging van kamerplanten, zoowel als van bloemen en planten in den tuin. Zooals we zien: een sterk afwisselend programma, waarin ieder haast iets aan trekkelijks vulden zal. „Ja", zal iemand zeggen, „zooiets is nu allemaal goed en mooi voor menschen die 't betalen kunnen, maar voor wie waarlijk „zuinig huishouden" moet, zal het toch zeker een raadzame bezuiniging' zijn, geen overdadige dingen te doen, en dus ook geen albonné te worden op een dergelijk tijd schriftje. dat toch in elk geval best gemist kan worden!" Twee feiten zouden we hier tegenover willen stellen: le. De prijs van dit maand schrift is ongekend laag. Voor wat het geeft haast onbegrijpelijk! In vergelijking met andere tijdschriften voor Vrouwen en Moeders, die óók eens per maand verschij nen, is het, wat abonnementsgeld betreft, ee'nig' in zijn soort. Die kosten bedragen n.lvijfen zeventig cents, zegge f 0.75 in een heel jaar. Terwijl bij verzending van meer dan 35 exemplaren aan één acires (b.v secretaresse van een Vrouwenorganisatie, die de aparte nummers dan weer aan de leden rondstuurt) de abonnementsgelden slechts f 0.50 per jaar bedragen. Mocht men dus bezwaar maken tegen 't geld, dat men voor het blaadje uit zal moeten geven: erg belangrijk en overwegend is dat bezwaar niet! 2e. Daar het tijdschrift op zoo velerlei gebied iets geven wil aan de. doorsnee-huis vrouw, zal liet niet onmogelijk zijn, dat u meer dan drie kwartjes per jaar bespaart, wanneer u de goede raadgevingen van „Huishouding van Nu" opvolgt. Of, indien dat niet kan. omdat u ai zoo 'n buitenge woon zuinige huisvrouw is, dan zal het u misschien toch iri elk geval wel voor meer dan drie kwartjes genot verschaffen, wan neer u de practische modellen voor kleeding enz. en de aardige spelletjes voop do kin deren, telkens kunt gebruiken, wanneer u daaraan gebrek hebt. Nu nog een punt, dat ik zooeven al aan stipte. „Zuinig huishouden kan ik al", zult u zeggen. „Niemand mag een huishouding op zich nemen, als ze niet eerst flink be rekend is voor haar taak. Wie als Moeder van een gezin nog moet loeren oen zui nige huisvrouw t-c wordenoch, dio zal 't wel niet meer worden! Anders was ze 't immers al lang geweest- Zuinig huishouden leert elk van haar eigen Moeder en wie 't toen niet geleerd heeft, zal 't nu ook niet meer leeren!" Luister, wat het Werkcomité der Commis sie inzake Huishoudelijke Voorlichting zegt. We ontlecnen aan het inleidend woord het volgende: „Een oude spreekwijze zegt: „Twee weten meer dan een" en het is ook nu nog zoo, dat de eene mensoh altijd van den andoren wat leeren kan. Laten we daarom ons voor- deel trachten le doen met hetgeen anderen beter kunnen dan wij en dan daarbij een ander mee laten deelen in wat wij weten. Wil liet blad dap ook aan zijn bestemming voldoen, dan zullen wij elkaar moeten ont moeten en dat in den geest van wederzijdscb vertrouwen. Van u vragen wij belangstelling voor het geen wij u aanbieden en g e I o o i' in onze goede bedoeling, ook als wij u soms iets te lezen geven, vrat u allang weet of misschien beter weet dan wij. Deelt ons dit clan mede en we zullen met uw raadgeving ons voor deel doen. Wij van onze kant zullen tracii ten dit blad, vóór alles, practise!) te doen zijn. Ilecft u bizondore wenschen voor de inhoud, brengt ze ons over en, zoo mogelijk, dan komen wij aan uw wensc.hen tegemoet Juist omdat w ij hopen, dat dit tijdschriftje in vele gezinnen zal komen en daar ook werkelijk wélkom zal zijn, stellen wij het zoo op prijs om te weten, welke de verlan gens van onze lezeressen zijn." Hieruit zien we duidelijk, welk doel de Commissio met liet blad beeft. Niet om een gids te zijn voor onpractische, pas begin nende nieuwe'iingen, die nergens nog idee van hebben, maar werkelijk óók, ja juist voor de ervaren huisvrouw, die steeds meer begint te merken, wat e'r aan goed huis houden vast zit, en hoe men ook daarin dagelijks nog kan leeren. En ook voor de ervareneft onder de buis- moeders zijn er nog wel eens dingen, die ze niet weten, speciaal op gebied van voedings waarde der levensmiddelen en de invloed die daarop -uitgeoefend wordt door het klaar maken, door middel van koken, stoven enz. Juist tegenwoordig, nu de samenstelling van verschillende voedingsstoffen zoo nauw keurig nagegaan wordt, is het de moeite waard, kennis te nemen van de ingestelde onderzoekingen en hun resultaten. Alle moderne theorieën over de voeding en voedingsmiddelen, alsmede de toeberei ding daarvan, zijn geen „nieuwe fratsen" die niet de ouderwetsche degelijkheid op gespannen voet leven! Al kan dit gezegd worden van de uitersten, zeer zeker word! op dit gebied soms sterk overdreven! toch mag men niet in't algemeen botweg al het nieuwe voronrdeelen, louter en alleen omdat het nu eenmaal „weer zoo 'n nieu- wigheidje" is. En daarom: al kunnen er bezwaren ge opperd worden, 't lijkt ons toe, dat deze, goed bezien, torh niet opwegen tegen do voordeden, waarom we dit tijdschrift gaar né van harte aanbevelen. liet proefnummer geeft al te zien, hoe men zich de verschillende rubrieken denkt en vooral de rubriek: „Naaien en Verstel len", met de duidelijke teekening van het patroon in zfin verschillende deelen, is naar ons dunkt bij velen var. harte welkom. Witt wil, make eens kennis met dit Proef nummer. I-Iet zal ten allo tijde verkrijgbaar zijn bij de Uitgeefster: „N.V. II. van der Marek's Uitgevers-Maatschappij", Rokin 88, Amsterdam, bij wie men liet. rechtstreeks of via. den boékrandelaar aanvragen kan. Ook als abonné kan men zich daar op geven. Wil men aan de Commissie, van welke het blad uitgaat iets schr>Van of vragen aangaande de inhoud van liet. blad of be treffende eigen wenschen of verlangens omtrent die inhoud, dan is liet adres: Com missie inzake Huishoudelijke Voorlichting, Departement van Sociale Zaken, Bezuiden- hout 30, Den Haag. We hopen, dat velen van déze goede en goedkoope gelegenheid zullen gebruik maken! GRAPJES De conducteur „Mijnheer, het spijt ine wel, maar ik moet u mededeelen, dat het streng verboden is, hier te rooken". Reizigers: „Maar, mijnheer, ik ben toch de eenige passagier". De conducteur: „Al was er niemand, mijn heer, dan mocht er nog' niet gerookt wor den!". „Maar Jantje", zei de tandarts, „gil toch niet zoo, ik heb je kies nog met geen vinger aangeraakt". „Nee, niet mijn kies", antwoordde Jantje, „maai- u staat boven op mijn teen!" BOUWERS ONDER DE DIEREN Zooals jullie wel weet, zijn er onder de dieren allerlei soorten, die heel vernuftig .zijn e.n altijd volgens vaste regels te werk gaan, om voor zichzelf en liun jongen te zorgen. Zoo komen er o.a. ook onder de dieren knappe bouwers voor, ware ingenieurs in hun soort. Hoe ze heeten? liet zijn de zg, bevers. Zij hooren tot de orde van de knaagdieren. Zijn dus heel in in do verte familie van onze hazen, konijnen ratten en muizen. Wat leefwijze betreft, lijken ze liet meest op onze waterratten, d.w.z. in zoover zeeven ais onze waterrat b ij en i n liet water loven. Ze hebben oen kort, dik lichaam, korte pooten, waaraan bij elk vijf teenen, terwijl de teenen van de acliterpootcn door zwem vliezen zijn verbonden om beter te kunnen dienen bij liet leven in 't water. Hun sta,art is vrij lang, plat en breed, met schubjes be dekt. Ze hebben een korte, dikke hals en daarna volgt een spitse kop, waarin de oogen erg ver naar de beide zijkanten zijn geplaatst. Dc ooren zitten bijna geheel in de pels verborgen en ze zijn erg klein. Vroeger kwam de bever in geheel Midden Europa en in Azië voor; in Europa is hij echter door de menschen nagenoeg geheel uitgeroeid. Alleen bij de Elbe in Duitsch- land en in Noorwegen zijn ze nug in grooten gelale te vinden. Ecnerzijds namelijk was een bever een waardevol dier voor de menschen. Men ving hom om de mooie pels, die vroeger gebruik: werd voor hel maken van hoeden of voor bont. Vandaar, dat men erg veel jacht maakte op liem, want de pels bracht veel geld op. De kleur ervan is kastanjebruin, bet don kerst op de. rug, naar de buikzijde wordt 't. meer geelachtig of rood-bruin. Anderzijds bracht het dier groote schade aan aan booijren in de nabijheid van iiet water, waarbij ze verblijf hielden. Daarom wilde men ze natuurlijk graag kwijt. Zóó komt het, dat ze erg druk gejaagd werden en dat ze daardoor nu bijna niet meer te vinden zijn. Waardoor waren de bevers, die vóór 1800 ook veel in ons land voorkwamen, zoo scha delijk voor de boomen? Dit staat in ver band met hun leefwijze. De bever leeft van schors en bladeren, vooral van wilgen en populieren. Met de sterke snijtanden worden hun stammen tot bij den grond afgebeten; ook dikkere stam men worden doorgeknaagd, totdat ze omval len. 's Zomers verzamelt de bever groote stapels takken, die als wintervoorraad moe ten dienst doen; e"n winterslaap kent hij niet, dus ook 's winters hebben deze dieren eten noodig; vandaar, dat ze daarvoor 's zomers al zorgen, evenals zooveel andere dieren, bv. eekhoorns. Wat doen ze met die takken Ze bouwen daarvan hutten of, ocit wel dijken. In 'hooge rivier-oevers graven ze on- deraardsche nesten. Deze beleggen ze met gras. Ze zorgen er voor, dat him nest door één of meer gangen met de buitenwereld in verbinding blijft staan. Deze gangen begin nen echter altijd onder water, niemand ziet ze dus. De' bever kan heel goed zwemmen, hij zwemt dus naar zijn woningingang' toe en 'kan dan ongezien binnengaan. Ook maken ze wel eens bouwwerken op ondiepe plaatsen i n het water. Ze bouwen dan zg. beverhutten. Ze sleepen met elkaar groote hoeveelheden takken in het water, en stapelen die tot muren ppeen. Deze muren zijn dikwijls wel eenige meters hoog en zeer breed. Ze metselen hun niet al te stevige muren toe met graszoden en klei, waardoor hun woning veel sterker en on doordringbaar wordt. Hun woning is dus dan een vierkante ka mer, en de deur daarvan is weer een uit gang, welke zich onder water bevindt. Dit is, opdat niemand ongewenscht hun woning zal binnendringen. Soms komt een dergelijke beverhut door langdurige droogte boven het wateropper vlak van de rivier uit Dit vinden ze natuur lijk niet prettig. Maar ook hierop weten ze raad. Ving trekken ze er met elkaar op uit, om een flinke voorraad takken tc halen. Zo sloepen deze weer liet water in, en gaan ijverig een dijk in de rivier bouwen. Door deze dijk willen ze het water tegenhouden, bun huis komt dan niet boven "het water uii. In N-Amerika, waar bij de groote rivie ren in liet Zuiden ook een soort van bevers voorkomt, heeft men wel zulke dijken gc- vopden van enkele meters hoog en 50 m. lang. De dijken worden dus gebouwd met het doel, tiet water om hun huis heen hoog te houden. Do dijk moet liet water beletten weg te stroomen. 't Is werkelijk bewonderenswaardig, hoe zulke betrekkelijke kleine dieren zulk een reuzen-werk kunnen volbrengen in betrek kelijk korten tijd. I n hun huizen brengen ze nu de winter voorraad bijeen, die zooals gezegd is, bestaat uit boomschors. Ook sleepen ze wel stam men het water in en bouwen hun huis daar om en daarover lre'en, zoodat een heele stam hun voorraad is. Daa-'van knagen ze dan de schors, waar liet om te doen is, af voor voedsel. Hoe ti'ótseh ze zelf paisschien op zulke eigen-gebouwde dijken ook zijn, je begrijpt Wel, dat de menschen er niet erg op gesteld zijn als de bouwmeestertjes zich zoo dapper weren. Want na een tijd van droogte komt er meestal weer eens een lieele poos met veel regen. Daardoor komt het water in de rivier veel hooger te staan. En dan kunnen die dijken erg lastig zijn. Want het snel-stroo- mende water wil dan wegvloeien naar de mond van de rivier, maar het wordt telkens tegengehouden door die dijken. 1-Iet vloeit or wel over heen, als het heel boog komt, maar het wordt toch erg gestuit in zijn loop. Zoo gelbeurt, het soms, dat het water, dat niet zoo gauw verder kan stroomen, op zij een uitweg zoekt, eu buiten de oevers treedt Dus op die wijze lupinen dc ijverige bevers de schuld wonden van een ovcrslroomlng, die schade toebrengt aan liet omringende land. Hoe knap deze bouwers dus ook zijn:-er zijn niet veel menschen die het betreuren, dat hun aantal wegens de jacht zooveel kleiner gepvordon ist VERBETERING Zooals jullie allemaal gemerkt hebt, is er een toulje ingeslopen in de oplossing der raadsels van 2 Februari. Daar staat jul lie zult wel gelachen hebben„die neger wordt wit." Eu je hebt allemaal begrepen, dat dit fout is. 't Moet natuurlijk zijn; de neger wordt nat. Met dank aan degene, die de fout op merkte en met hartelijke groeten aan jullie allemaal, TANTE TINE

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1935 | | pagina 6