VOOR VROUW EN KIND
MAAS- EN SCHELDEBODE
ZATERDAG 6 APRIL 1935
DE KINDEREN ISRAELS VOOR
Al GESLAGEN
yOOR DE VROUW
VOOR DE JEUGD
VOORDE
ZONDAG
Wanneer wij Jozua 7 lezen vermenig
vuldigen zich de gedachten. Ons is het
geopenbaard, zoodat wij niet in het
verborgene tasten. God heeft hetgeen
in dat hoofdstuk beschreven staat tot
onze leering gegeven, opdat wij er
winste mede doen in ons leven. Gelijk
wij weten was Israël uit Egypte op
wonderdadige wijze verlost. De feiten
spraken duidelijk dat God met Israëls
volk was, en dat Hij Zijne beloften zou
vervullen, zoodat zij Kanaan erfelijk
zouden bezitten.
De Heere wilde echter dat Zijn volk
in heiligheid voor Hem zou leven, en
mitsdien de zonden zou haten en
Vlieden, m. a. w. dat zij in de wegen
des Verbonds zouden wandelen. Is God
getrouw, de Heere eischte van Zijn
volk dat het in gehoorzaamheid voor
Hem zou leven. Verbrak het volk het
verbond, zoo bleef God zeer zeker ge
trouw, doch het volk onttrouw. In dien
Weg van ontrouw gevonden, trok God
Zijn zegenende handen in.
God is getrouw. Dat bleek bij het
overtrekken van de Jordaan. Dat bleek
bij Jericho. Zeven dagen lang de stad
rondgaan, en op den laatsten dag zeven
keer. Zonder de muren te bestormen,
vielen de muren om, en Israël had
daarmede de sleutel van Kanaan in.
handen. Maar wat gebeurde? Op
Jericho volgde Aï. Een kleine stad, een
Stad van geringe sterkte, zoodat Jozua
oordeelde, dat een klein leger voldoen
de was om haar in te nemen.
Een 3000 man werden afgezonden.
Overwonnen zij? Neen, ze werden ge
slagen, zoo geslagen dat de vijand
Israël achtervolgde. De vijand moedig.
Jozua, de held Gods, terneergeslagen.
Jozua verscheurde zijne kleederen, tee-
ken van diepe rouw. Maar Jozua deed
meer. Hij viel op zijn aangezicht ter
aarde voor de ark des Heeren tot den
avond toe, hij en de oudsten van Israël,
en zij wierpen stof op hun hoofd.
Zijn gebed tot God wordt ons be
schreven in vers 7, 8, 9. Dit gebed wijst
ons op den grond waarop Jozua pleitte,
't Is „Gods groote naam".
Jozua doorzag en beleed het voor den
Heere dat de vijanden van Israël moed
zouden grijpen, en Israëls naam zou
worden uitgeroeid.
God hoort het gebed van hen die tot
Hem roepen. Wie in oprechtheid bidt
en pleit op grond van Gods beloften
zal het antwoord des Heeren ontvan
gen. Nooit laat God een oprechte bid
der ledig heengaan. Let wel „een op
rechte bidder". En deze is altijd klein
omdat hij zich zondaar weet. Geen z.g.
bidder, die misschien zegt „met bid
dend opzien tot God" doch geen oog
heeft voor zijn zonden, en terwijl deze
woorden worden gebruikt, zich in de
zondige wegen verhardt. Zulk z.g. bid
den is vloeken, 't Is een leugen uitspre
ken voor God en den naaste. Daarop
zwijgt God of beter gezegd, daarover
vertoornt zich de Heere omdat Zijn
Naam ijdellijk wordt gebruikt.
Jozua riep Gods Naam in oprecht
heid des harten aan. Hij verootmoe
digde zich voor den Heere, en bad
vuriglijk tot God. En dan geeft de
Getrouwe hem het antwoord. Zijn
gebed was dus verhoord. Hetgeen cie
Heere hem openbaarde, was van dien
aard dat het Jozua heeft ontroerd.
Want Israël heeft het verbond over
treden. Israël wordt aangezegd dat het
van het verbannene heeft genomen,
en ook gestolen en ook gelogen. Ziet-
daar de zonde waarom God Zijn zege
nende'handen had ingehouden, zoodat
Israël werd geslagen. God heeft de
zonden geopenbaard. Wie is de schul
dige? Heel Israël moest lijden, al was
er één die had gestolen en gelogen.
Heel Israël zou bij vernieuwing worden
geslagen, zoolang de ban in het leger
werd geduld. Door het lot werd Achan
aangewezen. EnAchan beleed zijn
zonden. Het oordeel werd voltrokken.
Om de zonde van stelen en liegen werd
hij gesteenigd met de zijnen, wat er
zonder twijfel op wijst dat zijn huis-
genooten bekend waren met hetgeen in
het verborgene van de tent was ver
stopt. De heler is zoo goed als de steler.
Nadat het vonnis voltrokken was,
trok Israël bij vernieuwing öp tegen
Aï. Het heilig volk, gekleed-in heilige
sieradiën, is nu een overwinnend volk.
Aï werd ingenomen. Gods belofte werd
vervuld. Aï werd ingenomen en ver
brand, en Hij stelde haar tot een
eeuwigen hoop, ter verwoesting, tot op
dezen dag (Joz. 8 2b)Jericho gevallen,
voor Aï aanvankelijk geslagen, docli
nadat de ban was weggenomen, ook
Aï ingenomen en verbrand. Wie kent
deze geschiedenis niet? Van onze prille
jeugd af hebben wij deze historie ons
laten vertellen, en later hebben wij
haar aan anderen verteld. Waarom?
Was het alleen om het historische feit
of heeft deze geschiedenis tot ons iels
te zeggen? Wie alleen het eerste op het
oog heeft, zal er geen leering uit trek
ken. Maar zoo wij ons door God laten
onderwijzen, blijft die historie leven en
werpt een zegenrijke vrucht af. Welk
een ernstige waarschuwing gaat er tot
ons uit om Gods verbond niet te min
achten. Want wij mogen van onze zijde
niet leven alsof het verbond Gods van
geene beteekenis is, God is getrouw,
en vervult Zijne beloften zoo wij bid
dend voor Hem leven, en dus het heil
van Hem alleen verwachten. En toch
wanneer wij het leven van het volk
nagaan, waarmee God Zijn verbond
heeft opgericht, hoe dikwerf zien wij
Achans-figuren. Stelen en liegen, ja
zelfs Gods Naam er bij aanroepen om
zoodoende te bewerken dat het gespro
kene of geschrevene ingang vindt. En
wordt de dieverij van Achan ontdekt,
zoodat de leugen openbaar wordt, nog
wordt bij vernieuwing hetzelfde pad
bewandeld om zich te verrijken. Achan
beleed zijn zonden, doch dezulken blij
ven volharden in de zondige paden en
roepen Gods Naam nog aan. Als Achan
hebben zij zichzelf op het oog. De ware
vreeze Gods is bij hen verre. Zij zien
niet dat God het verborgene openbaar
heeft gemaakt. Vandaar bij vernieu
wing het wegstoppen van hetgeen hen
lief is, n.l. zich verrijken ten koste van
een ander, en liegen. En.zal Aï in
genomen worden? Neen. Het ongeloof
lacht en heeft behagen in zulken. Jozua
zag het, waarop het zou uitloopen, n.i.
zij zullen ons omsingelen en onzen
naam uitroeien van de aarde. En zien
wij de waarheid van dit biddendé
woord nog niet bewaarheid? Wie liegt
is weg voor het leven. Al wordt de
leugen opnieuw begraven, God zal het
nog dieper verborgene vinden. Mdar
onderwijl staat de vijand van God en
Zijn volk gereed, om dezulken te om
singelen, zoodat ze als slaven worden
weggevoerd, en het werk mogen ver
richten dat de vijand hen oplegt. God
laat niet spotten met Zijn Naam. Wie
spottende of liegende Gods Naam ge
bruikt, heeft het oordeel Gods te wach
ten, en zal het oordeel moeten dragen.
De „witte das" door de liberalen gedra
gen heeft hen gebracht in de macht
van het socialisme. En nog verder gaat
de weg, n.l. het communisme of Mos
kou wacht op hen. Godsdienst is pri
vaatzaak, roept het ongeloof. Maar
Moskou schudt alles uit, en klapt in de
handen als het ziet dat met het aan
roepen van Gods Naam hulp wordt
verleend. Terug naar de plaats die God
ons wijst! Met schuldbelijdenis voor
God en menschen. In dien weg belooft
God Zijn heil. Niet in den weg van
„met biddend opzien tot God" en dan
de zonde bestendigen, 't Is Achans
zonde bestendigen, en het volk des
Heeren aan de leugen overleveren. Aï
komten voor Aï worden wij in
dien weg geslagen, terwijl Aï zich ver
heugt.
Rotterdam. C. DIEMER.
asch van drie bepaalde giftige plantensoor
ten wordt vermengd en bewaren het poeder
in een goed gesloten flesclije. Bij liet ge
bruik, dus als de operatie wordt onderno
men, wrijft men van dit poeder een weinig
in twee kleine insnijdingen, die met een lan
cet in ieder been oï in den boven- oi onder
arm gemaakt en nauwelijks diep genoeg
zijn, oni liet bloed te voorschijn te doen ko
men. Er ontstaat dan een lichte aanval van
koorts en reeds den derden dag is liet. on
beduidende wondje genezen. De zoo inge
ente verbindt zich nu, nooit van sommige
spijzen te eten en kan nu elke slang aan
vatten en zich zonder den minsten last er
door laten bijten. Als nu maar iemand, die
ingeënt, is, 't vaste geloof heeft dat geen
slang hem zal bijten ol dat het liein niet zal,
schaden, dan kan hij gerust de trage dieren
aanvatten en heeft alle kans dat ongestraft
te zullen doen; maar het is wel zeer te be
twijfelen, of het gif van een echt gevaar
lijke slang hem niet zou schaden! liet cotti
is een Afrikaansch gebruik en onder de In
dianen zijn op dit punt zeer velen ongeloo-
vig.
EEN CHINEESCHE KAMPER-UI
Men w-eet, dat de aanleg door Duitsclie
ingenieurs van een spoorweg in de Chinee
schc provincie Shan-toeng indertijd tot ve
lerlei moeilijkheden en opstootjes aanleiding
gaf. Een komisch incident hierbij werd in
de Tagliche Rundschau vermeld. De lijn
was opgemeten en de richting daarvan aan
gegeven door in den grond geslagen bakens.
De Chineezen trokken, om de ingenieurs te
plagen, herhaaldelijk die bakens uit den
grond en namen ze mede; de opmetingen
moesten dan opnieuw ondernomen worden.
De hoofdingenieur deed zijn beklag bij den
toatai (gouverneur) der provincie en ver
kreeg van deze de toezegging, dat het stolen
der bakens voortaan zou worden verhin
derd. Vol goeden moed ging men weder aan
het- werk, doch een paar weken later waren
alle bakens opnieuw verdwenen. De ver
toornde ingenieur ging naar den taotai en
deed dezen bittere verwijten, die door den
Chineesche dignitaris met den glimlach der
onschuld werden aangehoord. „Hoe kunt ge(
u beklagen?" zeide dc taotai. „Uw stokken
zijn goed bewaard; ik zelf heb ze door mijn
menschen laten uittrekken en opbergen, om
INENTING TEGEN SLANGENBETEN
De slangen, die een plaag zijn voor do
tropische gewesten, komen in Guyana bij
zonder veel voor, maar Dr. August Kappler.
die zich er lang ophield, komt bij nauwkeu
rige waarnemingen tot de conclusie, dat er
niet meer dan vijf procent vergiftige onder
zijn. Alle soorten slangen zijn buitengewoon
traag en laten zich lang kwellen en zelfs
trappen, voor zij gebruik maken van hun
giftige wapenen. Menige giftige slang laat
zich met de handen vangen, als men haar
iets op den kop drukt en dan in den lials
beet grijpt.
Vooral onder de kleurlingen in Guyana is
de vrees voor deze dieren bijzonder groot en
voor het onschuldigste boomslangetje loopen
ze weg of trachten h'et uit de verte te doo-
den. De Indianen zijn in dat opzicht veel
verstandiger. Zooals ook in andere heete
landen heerscht er het geloof, dat men zich
door een soort van inenting kan vrijwaren
tegen de schadelijke werkingvan sltriigen-
gif. De menschen, die dat inenten cotti ver
staan, zijn meest negers, in Afrika geboren.
Zij nemen do tanden van verscheidene zeer
vergiftige slangen, drogen die in den rook,
stooten zö fijn tot een poeder, dat met de
liet stelen te voorkomen". En hij loonde den
verbaasden Westerling de vermiste ba
kens, zorgvuldig in bundels samengebonden.
EEN EGYPTISCH KROKODILLEN-
KERKHOF
In het laatst der vorige eeuw hebben de
bekende Engelsclie Egyptologen Grentzell
en I-Iunt bij hun laatste opgravingen in
Fayoem, die bekostigd werden uit een fonds
door een Amerikaansche dame, mrs. Hearst,
aan de „University of Californië" geschon
ken, een zeer groote verzameling papyrus
rollen gevonden.
Alleen uit den tijd der Ptolemaëen werden
er tweemaal zooveel gevonden als alle vroe
gere vondsten tezamen. De opgravingen
werden gedaan in Romm-el-Baragat, in de
buurt vpn het dorp Toettuun, een naam,
die wel in verband zal staan met liet oude
Teblunis. Men vond daar eenige oude Egyp
tische graven, o.a. een uit de XHe dynastie,
waaruil blijkt, dat Herodotus de oppervlaktë
van het mee,r Mores vee lt-e groot heeft
aangegeven. Verder vond men menschelijke
mummiegraven uit den tijd der Ptolemaeëli
met talrijke doodkisten van papyruskarton
(dit karton is van gebruikte, beschreven pa
pyrusrollen gemaakt). Hiernaast lag een
groot kerkhof, gevuld met duizenden murh-
niies r an krokodillen, sommigen meer dan
13 voet lang, anderen klaarblijkelijk pas uit
liet ei. Ook ontdekte men een paar lede
maten en eenige eieren. In vele kuilen lagen
de krokodillen in verscheiden papyruslagen
gewikkeld, terwijl ook papyrus gebruikt was
om de ledige ruimte op te vullen. Alle rol
len waren in de Grieksche taal beschreven;
slechts een enkele krokodil had een groote
rol met demotischen tekst naast zich liggen-
Ofschoon het zout en de vochtigheid van
don bodem veel bedorven hebben, zijn er
toch groole massa's goed bewaard gebleven.
De meeste rollen zijn van politieken, som
migen van letterkundigen inhoud.
Een daarnaast gelegen kerkhof uit den
Romeinschen tijd bevat eenige op hout ge
schilderde portretten en leverde tegelijker
tijd het bewijs, dat de bekende Egyptische
grafportretten meestal fantasiestukken zijn.
Een van de portretten was n.l. op de ach
terzijde beschreven met aanwijzingen voor
den schilder, die in het kort de karakteris
tieke trekken van het gelaat van den afge
storvene aangaven.
De Vereeniging tot Chr. verzorging van Krankzinnigen zal binnenkort haar gebouwen-
complexen met één zien vermeerderd. Te Zuidhmn zal zij namelijkhopelijk binned
ruim. twee maanden een nieuw gebouw openstellen, dal den naam van Noörder-
sanntorvum zal dragen. Bovenstaande teekening geeft een zijaanzicht van dit nieuwe
sanatorium.
HUISHOUDING VAN „NU".
Met 'bovenstaand opschrift als titel, cu
'daarbij als onderschrift: „Maandblad onciei
Redactie der Commissie intake Huishoude
lijke Voorlichting", zag' op 1 Febr. j.l. een
met onbelangrijk nieuw tijdschriftje het
licht.
Het vprlg jaar, en wel de zestiende No
vember is, onder aanwezigheid van den
Minister v. Sociale Zaken, de „Coim.nis.5ie
inzake huishoudelijke voorlichting' ge
ïnstalleerd.
Het doel der oprichting dezer commissie
is: bevordering van het „zuinig huishou
den", wat vopr zoovelen in deze zorglijke
tij'd een klemmende eiseh is geworden.
Eén van de middelen nu, waardoor men
dit doel tracht te bereiken, is: het regel
matig doen verschijnen van een eigen
blaadje, waarin over allerlei, dat meer of
minder rechtstreeks betrekking lieeft op
dit moeilijke probleem, zal geschreven
worden.
Zoo ergens, dan zouden we als we de
plannen vernemen, welke de Commissie
ten uitvoer wil brengen in dit blaadje,
willen spreken van „Voor elk wat wils.
In de prospectus n.l., die het eerste en
tevens 't proefnummer vergezelt, spreekt do
Commissie over hetgeen men alzoo denkt
te behandelen in dit eigen maandblaadje.
Het beste zal zijn, U evenals de Com
missie doet een overzicht te geven van
wat de inhoudsopgave van „Huishouding nu"
in de loop van de tijd alzoo zal vermelden,
mits natuurlijk de voorgestelde plannen
uitvoerbaar blijken vanwege de ruime be
langstelling en genoegzame medewerking
yan allen die kunnen medewerken!
Daarom laten we hier de opsomming der
Verschillende te behandelen onderwerpen
.Woordelijk volgen:
1. Recepten. De recepten worden zeer
duidelijk omschreven met als 't ware elke
handeling er in vermeld, zoodat ook iemand
die de eerste begrippon der kookkunst niet
bezit, het recept kan gebruiken. Teeke-
ningen 'zullen zoo noodig de duidelijkheid
er van nog' verhoogen,
3. Warenkennis. Deze rubriek geeft
niet alleen voorlichting, in zooverre deze
noodig is bij inkoop van levensmiddelen,
maai' eveneens op huishoudkundig gebied,
bij aanschaffing van nieuw poets- en werk,
materiaal, huisraad, keukengericf enz.
3. Wascfibehandeling en Strij
ken. Ook zal het wasschen van gekleurd
en zwart bovengoed en van dekens worden
behandeld, alsmede het oppersen van mans-
kleeding.
4. Naaien en Verstellen. Begonnen
wordt met eenvoudige knip- en naaipatro-
nen. Geleidelijk zal moeilijker werk worden
bespraken, b.v. om van Vaders pak een jon
genspakje te maken, of om tweo sleetsclie
japonnen tot één te verwerken.
Breien en haken. Hieronder worden
de patronen uitvoerig beschreven, gewoon-,
lijik met afbeeldingen van modellen er bij.
Bijzonder zal er op gelet worden, dat onder
deze rubriek patronen worden aangegeven
voor alle leden van het gezin,, zooals: ves
ten, truien, pull-overs, jurkjes, handschoe
nen, kousen, ondergoed enz.
Woninginrichting. In deze ru
briek wordt aangegeven, hoe het huis prac-
tisch en doelmatig in te richten om zooveel
mogelijk met do ruimte tc woekeren. Met
eenige teekeningen zal tor verduidelij
king er op gewezen worden, hoe men
eenvoudig meubilair, als b.v. bank, boeken
kastje, papiermand, enz. zeil kan vervaar
digen.
Kinderverzorging. Naast do kin
derverzorging o.a. eenvoudige begrippen om
treilt huid-, haar- en tandverzorging, zal aan
het opknappen van oud speelgoed, en het
maken van nieuw speelgoed ói door de
kinderen zelf, óf door de grooteren, bijzon
dere aandacht geschonken worden. Ook
worden voor alle leeftijden, kinderspelletjes
gegeven om binnen- of buitensbuis te
spelen.
„A1 geniee>ïie hygiëne", „Ziekenver
pleging in eigen huis" en „Eerste hulp bij
ongelukken". Ook hierover zullen leerzame
artikelen verschijnen, waarmee we allicht
ons voordeel kunnen doen.
II u i s v 1 ij t. Juist om het tijdschrift voor
vaders en zoons aantrekkelijk te maken, zal
een plaats voor de rubriek „Huisvlijt" wen
den ingeruimd. Door de huisvlijt kan aan
merkelijk bezuinigd worden en gezelligheid
in huis wordt door 't vervaardigen van
aardige voorwerpen sterk verhoogd. Aar
dige modellen voor lampjes, dien-blaadjes,
bloembakken, kistjes, boekenrekjes ca.
zullen in deze rubriek opgenomen worden.
„Huiselijke feestjes", 'n Gezellig
dagje maken van Vaders- of Moeders- ver
jaardag; 't vervaardigen van een aardige
tafelversiering of een cadeautje voor deze
gelegenheid.
Bloemen en planten. Verzorging
van kamerplanten, zoowel als van bloemen
en planten in den tuin.
Zooals we zien: een sterk afwisselend
programma, waarin ieder haast iets aan
trekkelijks vulden zal.
„Ja", zal iemand zeggen, „zooiets is nu
allemaal goed en mooi voor menschen die
't betalen kunnen, maar voor wie waarlijk
„zuinig huishouden" moet, zal het toch
zeker een raadzame bezuiniging' zijn, geen
overdadige dingen te doen, en dus ook geen
albonné te worden op een dergelijk tijd
schriftje. dat toch in elk geval best gemist
kan worden!"
Twee feiten zouden we hier tegenover
willen stellen: le. De prijs van dit maand
schrift is ongekend laag. Voor wat het
geeft haast onbegrijpelijk! In vergelijking
met andere tijdschriften voor Vrouwen en
Moeders, die óók eens per maand verschij
nen, is het, wat abonnementsgeld betreft,
ee'nig' in zijn soort.
Die kosten bedragen n.lvijfen
zeventig cents, zegge f 0.75 in een
heel jaar. Terwijl bij verzending van
meer dan 35 exemplaren aan één acires (b.v
secretaresse van een Vrouwenorganisatie,
die de aparte nummers dan weer aan de
leden rondstuurt) de abonnementsgelden
slechts f 0.50 per jaar bedragen. Mocht men
dus bezwaar maken tegen 't geld, dat men
voor het blaadje uit zal moeten geven: erg
belangrijk en overwegend is dat bezwaar
niet!
2e. Daar het tijdschrift op zoo velerlei
gebied iets geven wil aan de. doorsnee-huis
vrouw, zal liet niet onmogelijk zijn, dat u
meer dan drie kwartjes per jaar bespaart,
wanneer u de goede raadgevingen van
„Huishouding van Nu" opvolgt. Of, indien
dat niet kan. omdat u ai zoo 'n buitenge
woon zuinige huisvrouw is, dan zal het u
misschien toch iri elk geval wel voor meer
dan drie kwartjes genot verschaffen, wan
neer u de practische modellen voor kleeding
enz. en de aardige spelletjes voop do kin
deren, telkens kunt gebruiken, wanneer u
daaraan gebrek hebt.
Nu nog een punt, dat ik zooeven al aan
stipte. „Zuinig huishouden kan ik al", zult
u zeggen. „Niemand mag een huishouding
op zich nemen, als ze niet eerst flink be
rekend is voor haar taak. Wie als Moeder
van een gezin nog moet loeren oen zui
nige huisvrouw t-c wordenoch, dio zal
't wel niet meer worden! Anders was ze 't
immers al lang geweest- Zuinig huishouden
leert elk van haar eigen Moeder en wie 't
toen niet geleerd heeft, zal 't nu ook niet
meer leeren!"
Luister, wat het Werkcomité der Commis
sie inzake Huishoudelijke Voorlichting zegt.
We ontlecnen aan het inleidend woord het
volgende:
„Een oude spreekwijze zegt: „Twee weten
meer dan een" en het is ook nu nog zoo,
dat de eene mensoh altijd van den andoren
wat leeren kan. Laten we daarom ons voor-
deel trachten le doen met hetgeen anderen
beter kunnen dan wij en dan daarbij een
ander mee laten deelen in wat wij weten.
Wil liet blad dap ook aan zijn bestemming
voldoen, dan zullen wij elkaar moeten ont
moeten en dat in den geest van wederzijdscb
vertrouwen.
Van u vragen wij belangstelling voor het
geen wij u aanbieden en g e I o o i' in onze
goede bedoeling, ook als wij u soms iets te
lezen geven, vrat u allang weet of misschien
beter weet dan wij. Deelt ons dit clan mede
en we zullen met uw raadgeving ons voor
deel doen. Wij van onze kant zullen tracii
ten dit blad, vóór alles, practise!) te doen
zijn. Ilecft u bizondore wenschen voor de
inhoud, brengt ze ons over en, zoo mogelijk,
dan komen wij aan uw wensc.hen tegemoet
Juist omdat w ij hopen, dat dit tijdschriftje
in vele gezinnen zal komen en daar ook
werkelijk wélkom zal zijn, stellen wij het
zoo op prijs om te weten, welke de verlan
gens van onze lezeressen zijn."
Hieruit zien we duidelijk, welk doel de
Commissio met liet blad beeft. Niet om een
gids te zijn voor onpractische, pas begin
nende nieuwe'iingen, die nergens nog idee
van hebben, maar werkelijk óók, ja juist
voor de ervaren huisvrouw, die steeds meer
begint te merken, wat e'r aan goed huis
houden vast zit, en hoe men ook daarin
dagelijks nog kan leeren.
En ook voor de ervareneft onder de buis-
moeders zijn er nog wel eens dingen, die ze
niet weten, speciaal op gebied van voedings
waarde der levensmiddelen en de invloed
die daarop -uitgeoefend wordt door het klaar
maken, door middel van koken, stoven enz.
Juist tegenwoordig, nu de samenstelling
van verschillende voedingsstoffen zoo nauw
keurig nagegaan wordt, is het de moeite
waard, kennis te nemen van de ingestelde
onderzoekingen en hun resultaten.
Alle moderne theorieën over de voeding
en voedingsmiddelen, alsmede de toeberei
ding daarvan, zijn geen „nieuwe fratsen"
die niet de ouderwetsche degelijkheid op
gespannen voet leven! Al kan dit gezegd
worden van de uitersten, zeer zeker word!
op dit gebied soms sterk overdreven! toch
mag men niet in't algemeen botweg al
het nieuwe voronrdeelen, louter en alleen
omdat het nu eenmaal „weer zoo 'n nieu-
wigheidje" is.
En daarom: al kunnen er bezwaren ge
opperd worden, 't lijkt ons toe, dat deze,
goed bezien, torh niet opwegen tegen do
voordeden, waarom we dit tijdschrift gaar
né van harte aanbevelen.
liet proefnummer geeft al te zien, hoe
men zich de verschillende rubrieken denkt
en vooral de rubriek: „Naaien en Verstel
len", met de duidelijke teekening van het
patroon in zfin verschillende deelen, is
naar ons dunkt bij velen var. harte welkom.
Witt wil, make eens kennis met dit Proef
nummer. I-Iet zal ten allo tijde verkrijgbaar
zijn bij de Uitgeefster: „N.V. II. van der
Marek's Uitgevers-Maatschappij", Rokin 88,
Amsterdam, bij wie men liet. rechtstreeks
of via. den boékrandelaar aanvragen kan.
Ook als abonné kan men zich daar op
geven.
Wil men aan de Commissie, van welke
het blad uitgaat iets schr>Van of vragen
aangaande de inhoud van liet. blad of be
treffende eigen wenschen of verlangens
omtrent die inhoud, dan is liet adres: Com
missie inzake Huishoudelijke Voorlichting,
Departement van Sociale Zaken, Bezuiden-
hout 30, Den Haag. We hopen, dat velen
van déze goede en goedkoope gelegenheid
zullen gebruik maken!
GRAPJES
De conducteur „Mijnheer, het spijt ine
wel, maar ik moet u mededeelen, dat het
streng verboden is, hier te rooken".
Reizigers: „Maar, mijnheer, ik ben toch
de eenige passagier".
De conducteur: „Al was er niemand, mijn
heer, dan mocht er nog' niet gerookt wor
den!".
„Maar Jantje", zei de tandarts, „gil toch
niet zoo, ik heb je kies nog met geen vinger
aangeraakt".
„Nee, niet mijn kies", antwoordde Jantje,
„maai- u staat boven op mijn teen!"
BOUWERS ONDER DE DIEREN
Zooals jullie wel weet, zijn er onder de
dieren allerlei soorten, die heel vernuftig
.zijn e.n altijd volgens vaste regels te werk
gaan, om voor zichzelf en liun jongen te
zorgen.
Zoo komen er o.a. ook onder de dieren
knappe bouwers voor, ware ingenieurs in
hun soort.
Hoe ze heeten?
liet zijn de zg, bevers. Zij hooren tot de
orde van de knaagdieren. Zijn dus heel in
in do verte familie van onze hazen, konijnen
ratten en muizen.
Wat leefwijze betreft, lijken ze liet meest
op onze waterratten, d.w.z. in zoover zeeven
ais onze waterrat b ij en i n liet water loven.
Ze hebben oen kort, dik lichaam, korte
pooten, waaraan bij elk vijf teenen, terwijl
de teenen van de acliterpootcn door zwem
vliezen zijn verbonden om beter te kunnen
dienen bij liet leven in 't water. Hun sta,art
is vrij lang, plat en breed, met schubjes be
dekt. Ze hebben een korte, dikke hals en
daarna volgt een spitse kop, waarin de
oogen erg ver naar de beide zijkanten zijn
geplaatst. Dc ooren zitten bijna geheel in de
pels verborgen en ze zijn erg klein.
Vroeger kwam de bever in geheel Midden
Europa en in Azië voor; in Europa is hij
echter door de menschen nagenoeg geheel
uitgeroeid. Alleen bij de Elbe in Duitsch-
land en in Noorwegen zijn ze nug in grooten
gelale te vinden.
Ecnerzijds namelijk was een bever een
waardevol dier voor de menschen. Men ving
hom om de mooie pels, die vroeger gebruik:
werd voor hel maken van hoeden of voor
bont.
Vandaar, dat men erg veel jacht maakte
op liem, want de pels bracht veel geld op.
De kleur ervan is kastanjebruin, bet don
kerst op de. rug, naar de buikzijde wordt 't.
meer geelachtig of rood-bruin.
Anderzijds bracht het dier groote schade
aan aan booijren in de nabijheid van iiet
water, waarbij ze verblijf hielden. Daarom
wilde men ze natuurlijk graag kwijt. Zóó
komt het, dat ze erg druk gejaagd werden
en dat ze daardoor nu bijna niet meer te
vinden zijn.
Waardoor waren de bevers, die vóór 1800
ook veel in ons land voorkwamen, zoo scha
delijk voor de boomen? Dit staat in ver
band met hun leefwijze.
De bever leeft van schors en bladeren,
vooral van wilgen en populieren. Met de
sterke snijtanden worden hun stammen tot
bij den grond afgebeten; ook dikkere stam
men worden doorgeknaagd, totdat ze omval
len. 's Zomers verzamelt de bever groote
stapels takken, die als wintervoorraad moe
ten dienst doen; e"n winterslaap kent hij
niet, dus ook 's winters hebben deze dieren
eten noodig; vandaar, dat ze daarvoor 's
zomers al zorgen, evenals zooveel andere
dieren, bv. eekhoorns. Wat doen ze met die
takken
Ze bouwen daarvan hutten of, ocit wel
dijken. In 'hooge rivier-oevers graven ze on-
deraardsche nesten. Deze beleggen ze met
gras. Ze zorgen er voor, dat him nest door
één of meer gangen met de buitenwereld in
verbinding blijft staan. Deze gangen begin
nen echter altijd onder water, niemand ziet
ze dus. De' bever kan heel goed zwemmen,
hij zwemt dus naar zijn woningingang' toe
en 'kan dan ongezien binnengaan.
Ook maken ze wel eens bouwwerken op
ondiepe plaatsen i n het water. Ze bouwen
dan zg. beverhutten. Ze sleepen met
elkaar groote hoeveelheden takken in het
water, en stapelen die tot muren ppeen. Deze
muren zijn dikwijls wel eenige meters hoog
en zeer breed. Ze metselen hun niet al te
stevige muren toe met graszoden en klei,
waardoor hun woning veel sterker en on
doordringbaar wordt.
Hun woning is dus dan een vierkante ka
mer, en de deur daarvan is weer een uit
gang, welke zich onder water bevindt. Dit
is, opdat niemand ongewenscht hun woning
zal binnendringen.
Soms komt een dergelijke beverhut door
langdurige droogte boven het wateropper
vlak van de rivier uit Dit vinden ze natuur
lijk niet prettig. Maar ook hierop weten ze
raad. Ving trekken ze er met elkaar op uit,
om een flinke voorraad takken tc halen. Zo
sloepen deze weer liet water in, en gaan
ijverig een dijk in de rivier bouwen. Door
deze dijk willen ze het water tegenhouden,
bun huis komt dan niet boven "het water
uii. In N-Amerika, waar bij de groote rivie
ren in liet Zuiden ook een soort van bevers
voorkomt, heeft men wel zulke dijken gc-
vopden van enkele meters hoog en 50 m.
lang. De dijken worden dus gebouwd met
het doel, tiet water om hun huis heen hoog
te houden. Do dijk moet liet water beletten
weg te stroomen.
't Is werkelijk bewonderenswaardig, hoe
zulke betrekkelijke kleine dieren zulk een
reuzen-werk kunnen volbrengen in betrek
kelijk korten tijd.
I n hun huizen brengen ze nu de winter
voorraad bijeen, die zooals gezegd is, bestaat
uit boomschors. Ook sleepen ze wel stam
men het water in en bouwen hun huis daar
om en daarover lre'en, zoodat een heele stam
hun voorraad is. Daa-'van knagen ze dan de
schors, waar liet om te doen is, af voor
voedsel.
Hoe ti'ótseh ze zelf paisschien op zulke
eigen-gebouwde dijken ook zijn, je begrijpt
Wel, dat de menschen er niet erg op gesteld
zijn als de bouwmeestertjes zich zoo dapper
weren.
Want na een tijd van droogte komt er
meestal weer eens een lieele poos met veel
regen. Daardoor komt het water in de rivier
veel hooger te staan. En dan kunnen die
dijken erg lastig zijn. Want het snel-stroo-
mende water wil dan wegvloeien naar de
mond van de rivier, maar het wordt telkens
tegengehouden door die dijken. 1-Iet vloeit
or wel over heen, als het heel boog komt,
maar het wordt toch erg gestuit in zijn loop.
Zoo gelbeurt, het soms, dat het water, dat
niet zoo gauw verder kan stroomen, op zij
een uitweg zoekt, eu buiten de oevers treedt
Dus op die wijze lupinen dc ijverige bevers
de schuld wonden van een ovcrslroomlng,
die schade toebrengt aan liet omringende
land.
Hoe knap deze bouwers dus ook zijn:-er
zijn niet veel menschen die het betreuren,
dat hun aantal wegens de jacht zooveel
kleiner gepvordon ist
VERBETERING
Zooals jullie allemaal gemerkt hebt, is er
een toulje ingeslopen in de oplossing der
raadsels van 2 Februari. Daar staat jul
lie zult wel gelachen hebben„die neger
wordt wit." Eu je hebt allemaal begrepen,
dat dit fout is.
't Moet natuurlijk zijn; de neger wordt
nat.
Met dank aan degene, die de fout op
merkte en met hartelijke groeten aan jullie
allemaal,
TANTE TINE