Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden
IN HOC SIGNO VINCES
WOENSDAG 16 JANUARI 1935
49E JAARGANG N° 4128
MINISTER KALFF OVERLEDEN
Bij Ruwe
Gesprongen
Handen
NRM.
Dese Courant verschijnt eiken WOKNSUAG en Z A Th rt U A G.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 0.90 bij
vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
Uitgave N.V. DRUKKERIJ EN U11GEVEK1J v.h. VV. BOEKHOVEN
ZONEN, SOMMELSD1JK Tel. lnterc. No. 202 Postbus No. 2.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën
Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers.
en verdere
Advertentiën 20 cent, Reclames 40 cent, Boekaankondiging 10 cent per
regel. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 1.per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 8 uur.
ERNSTIG
Wij namen kennis van liet schrijven van
den Ofticier van Justitie aan de Burge
meesters, over de criminaliteit ten platte
lande. Met ontstelling vernamen wij daar
uit dat ons eiland geen gunstige uitzonde
ring maakt.
Oppervlakkig gezien zou men zoo denken
dat in een streek waar de waarheid zoo
geliefd en beleden wordt, dat kwaad niet
zoo ver doorgevreten zou zijn.
Wie echter eenigszins nader met de toe
standen en verhoudingen bekend is, weet
wel beter. Wij behoeven van ontsteltenis de
handen niet ineen te slaan.
Het is ondoenlijk in een driestar de fac-
loren welke daartoe medewerken op te
sporen.
Dat is ook niet noodig.
Wij wilden alleen dit feit constateeren en
onze menschen opwekken om ieder op zijn
plaats mee te werken om dat kwaad te kee-
ren, opdat die smaad v an ons weggenomen
worde.
Eengroote preventieve werking kan er
uit gaan van onze gezinnen, naast de an
dere organen welke zich de opvoeding zien
toegewezen, is het gezin de voornaamste en
komt mitsdien in rangorde vooraan.
Daarom is de opvoeding in onze gezinnen
'\an zulk een ontzettend groote beteekenis,
maar wil die effect sorteeren, dan bchoo-
ren de andere organen zich daaraan in
geest en. strekking aan te sluiten, opdat de
ganscha opvoeding door een en hetzelfde
beginsel beheerseht worde.
Alleen als dat zoo is, kunnen wij onder
den zegen Gods, vrucht verwachten op die
opvoeding.
Wij hopen later op deze zaak wel eens
terug te kómen.
Na een korte ongesteldheid
Na een kortstondige ongesteldheid is
de minister van Waterstaat, Ir. J. A.
Kalf f, Zondag in don vroegen mor
gen overleden.
De ziekte van den minister heeft een snel
verloop genomen.
Dinsdagavond vernamen we in do Eerste
Kamer-, dat hij licht ongesteld was: griep
Maar- al spoedig werden de berichten ern
stiger. De temperatuur bleef hoog, de griep
werdlongontsteking en de toestand wekte
cenige bezorgdheid. Reed- Zaterdagmiddag
vernamen we echter, dat de longontsteking
een dubbelzijdige was geworden en dat
mede met het oog op 's ministers leeftijd, de
toestand als zeer ernstig moest worden in
gezien. Het heeft nauwelijks 12 uur meer
mogen duren. Zaterdagavond reeds was de
toestand zeer ernstig en wie den aard van
's ministers ziekte kende met haar hooge
koortsen en vreeselijke benauwdheden, die
van het hart geweldige inspanning vorderen,
begreep, dat het einde naderde. In den
vroegen morgen van Zondag, omstreeks vier
uur, .is de minister ontslapen.
Zijn loopbaan
Met minister Kalff is een man heenge
gaan, die op velerlei gebied zijn land heeft
gediend en in verschillende functies aan de
gemeenschap belangrijke diensten heeft be
wezen. Hij was 64 jaar oud en sinds Mei
1933 belast met het beheer van het ministerie
van Waterstaat. Voordien was hij voorzit
ter van den Ondernemersraad van Ned.
Indië. Deze functie heeft hij slechts enkele
jaren bekleed want 4-en verzocht minister
Colijn hem zitting te nemen in het door hem
gevormde crisis-kabinet.
Ir. Kalff stond bekend als een even krach
tig als humaan man. In den dagelijksehen
omgang was hij een beminnelijk en hoffelijk
mensch, die toch echter met groote energie
en voortvarendheid de zaken van zijn depar
tement rakende, wis! door te, zetten.
Als minister van Waterstaat stond ir.
Kalff voor een bijzonder rnoei'üke taak. In
de eerste plaats moet hier genoemd worden
de moeilijke toestand van do Nederlandsche
Spoorwegen en de steeds grooter wordende
spoorwegtekorten. Een probleem, dat niet in
een handomdraai op te lossen is, doch
waaraan Minister Kalff zijn volle aandacht
gaf en dat hij mede door zijn vroegere po
sitie volkomen beheerschte.
Het vraagstuk van verkeerseconomie, van
ordening in den chaotischen toestand dwong
voorts meer en moer tot ingrijpen en het
was ook minister Kalff, die er op dit terrein
naar gestreefd heeft iets te bereiken.
Ook de Luchtvaart had, gelijk bij onder
scheiden gelegenheden gebleken is, zijn le
vendige belangstelling.
De rogeering verliest in ir. Kalff een aan
genaam en kunclig medewerker, wienst stem
ook in den ministerraad groot gezag had,
het departement van Waterstaat zal een
krachtig en humaan chef missen, die aller
sympathie had en het Nederlandsche volk
heeft in hem een man verloren, die zijn le
ven lang getracht heeft, de belangen welke
aan hem toevertrouwd waren naar beste
kunnen en met groote bekwaamheid en toe
wijding te behartigen.
Ir. Kalff was groot-officier in de Orde van
Oranje Nassau en ridder in de Orde van den
Nederlandsohen Leeuw.
Deelneming van H.M. de Koningin
Naar wij vernemen heeft H. M. de Ko
ningin langs telegrafischen weg haar deel
neming betuigd met het overlijden van den
Minister van Waterstaat, Ir. J. A. Kalff.
Bezoeken van rouwbeklag
De minister-president, Dr. H. Colijn, en de
minister van justitie, Mr. van Schaick, heb
ben bezoeken van rouwbeklag ten sterfhuize
te Wassenaar afgelegd.
Voorts werden telegrammen van deelna
ming ontvangen van de ministers Deckers
en Oud en van verschillende andere autori
teiten.
De teraardebestelling
Do teraardebestelling van het stoffelijk
overschot van minister Kalff zal a.s. Don
derdag plaats hebben te Westerveld, na aan
komst van don trein van li.li uur, aldaar.
In overeenstemming met den wensch
van den thans ontslapene zal de begrafenis
een eenvoudig karakter dragen en zonder
-militair eerbetoon geschieden. Het woord zal
alleen gevoerd worden door den minister
president Dr II. Colijn en door Dr H. van
Manen, directeur der Ned. Spoorwegen.
Ds. G. Hofstede
Gewestelijk verkiezingscommissaris
der N. S. B.
Naar de „N. R. Crt." verneemt, heeft sinds
eenigen tijd Ds. G. Hofstede van Blok
zijl, die jaren lang zitting had in provin
ciale staten dn als buitengewoon lid van
Gedep. Staten van Overijssel voor de A. II.
Partij, de functie van gewestelijk verkie-
ziugscommissaris voor de N. S. B. aan
vaard. Venvacht, wordt, dat hij voor de a.s.
verkiezing als lijstaanvoerder in Overijssel
zal fungecren
Gehakt in blik
Distributie begint op 21 Jan. a.s.
De minister van binnenlandsche zaken heeft
een circulaire aan de gemeentebesturen ge
zonden betreffende de distributie van gehakt
in blik.
De minister deelt daarin mede, dat met de
distributie van gehakt in blik thans een aan
vang kan worden gemaakt. Gezien de beschik
bare voorraden acht de minister het echter
niet gewenscht, dat tot een onbeperkte
distributie wordt overgegaan. De verhouding
tusschen de hoeveelheden te distribueeren
rundvleesch in blik en te distribueeren gehakt
zal ongeveer moeten zijn als 2 1, zoodat van
de totale te distribueeren hoeveelheid ten
hoogste 1/3 gedeele uit gehakt mag bestaan.
Uiteraard is de consument dus niet verplicht
naast rundvleesch in blik ook gehakt in blik
af te nemen.
In verband hiermede zal door de gemeente
besturen een regeling moeten worden getrof
fen, ingevolge welke de afgifte van een bus
gehakt in blik alleen kan plaats vinden, tel
kens nadat 2 bussen rundvleesch in blik zijn
afgenomen.
Met de distributie van het gehakt kan op
21 Januari een aanvang worden gemaakt.
Daarvoor is het noodig, dat de gemeente
besturen uiterlijk 12 Januari aan de Neder
landsche Veehouderij Centrale opgeven, hoe
veel bussen gehakt zij wenschen te ontvangen.
Het gehakt in blik moet aan de consumen
ten verkocht worden voor 35 cent per bus.
Aan de Nederlandsche Veehouderij Centrale
moet door de gemeenten 30 cent worden be
taald. Tengevolge van de groote hoeveelheid
vet, welke zich in de bussen bevindt, bedraagt
de. inhoud daarvan iets minder dan 1 K.U.
Wereldarmoede en Goddelijke
rijkdom
REDE Dr. K. DIJK
Donderdagavond hield Dr K. D ij k, Gerei,
predikant te 's-Graveuhage, in d? Ned
Herv. Kerk te Ooltgensplaat een wint ei
k-zing over het onderwerp: „Wereldarmoe
de. en Goddelijke rijkdom".
Spr. begon zijn rede met de vraag te
stellen: heeft. het. Christendom in de-zen tijd
nog reden van bestaan? Was het niet
beter om heft
Evangelie op te
j beugen! Dat Evan
gulie spreekt i ui
tpers van vrede
op aarde en ik
aarde is vol van,
onvrede en onrust
Dat Evangelie se
tuigt van het Ivo
ninkrijk dar lie-
melon, en de
vraag rijst: „Wat
zien we nu vaa
dat Koninkrijk?
Dat Evangelie
spreekt ons van
Hem Wiens doen
liefde is, en is
die gedrukte wereld nu te rijmen met de
liefde van God?
Hoe kan Jezus Christus dulden dat hel
rijk der duisternis zooveel invloed heeft iu
het leven?
Dat zijn vragen waarmee we ook als
Christenen te doen hebben!
Wee ons, wanneer we ons van deze vtu
gen afmaken! Dit zijn vragen die God op
onze weg stelt!
Nu stookt Gotl de oven heet, waarin hot
goud des geloofe beproefd wordt. Nu moet
uitkomen dat het Christendom is een
kracht Gods tot zaligheid!
God geeft aan Zijn belijders een bijzon
dere kans om uit te komen in de kracht
van hun overtuiging.
Spr. wil handelen ov er de wereldarmoe
de en goddelijke rijkdom.
Spr. begint met op te merken, dat wan
neer liet, Evangelie zijn intrede doet in de
wereld, dezelfde tegenstelling toen was als
nu.
In de volheid des tijds bloedde de wereld
uit vele wonden.
Uitwendig scheen het dat Rome's scepter
reikte tot aan de einden dar aarde. De
wetenschap klom op een hoogte, waar d-
mensch het toppunt dacht te hereiken. De
kunst, de techniek van die dagen, de han
del verbond volk aan volk, land aan land.
Maar innerlijk was die. wereld zoo arm
en zij verarmde bij den dag. Innerlijk had
de heidensohe religie afgedaan. Innerlijk
zonk de moraliteit in, omdat er geen brood
was!
De één verloor zich in occulte weten
schappen van het Oosten, de ander zona
weg in de poel der zonden. De hi.ib-.-l
sclietst ons deze wereld als ter neer geze
ten in duisternis en schaduw des doods!
Caesar Frank, do groote componist, heeft
in de proloog op zijn zaligsprekingen, die
wereld juist get eekend, wan-near hij zegl,
dat niet één hart fneer hioopte. De men
ehen waren óf beulen, óf slachtoffers! M -t
zonden en miedaden lag de oude wereld te
sterven
In dien tijd is Jezus Christus gekomen.
Aan hot begin van dou loop d-cs Evangelies
in deze wereld zag men de w ereldarmoede
aan de eenc kant en de goddelijke genade
aan de andere zijds.
Ook thans werpt God dit licht over het
leven.
Wanneer wij die tegenstelling vasthou
den, dan willen we ook de wereldarmoede
van heden in hooger licht zien.
Spr. wijst op de economische crisis. Ook
menschen zijn verantwoordelijk voor Hst
geen nu gebeurt. De zondensohuld ver
klaart ons de nood des tijds. De Christen
volken hebben het stoffelijk gewin, de ar
beid onttrokken aan Hem. Ze hebben ge
daan, wat de duivel in het palradijs don
mensch en in de woestijd Jezus heeft in
gefluisterd. „Eet buiten Gods gebod om
tot. Adam! „Zeg tot deze steenon dat ze
brood worden" tot Jezus! Eet buiten het
gebod om!
Adam heeft geluisterd en is gevallen. De
tweede Adam is niet gevallen!
Het geslacht der ontkerstende wereld
van thans heeft ook natuur en leer uit el
kander gehaald.
Na de oorlog, aldus vervolgde spr.. heeft
God ons de hoogconjunctuur gebracht. Nu
breekt God de staf des broods en zitten we
midden in de malaise, een malaise met
zulk een pijnlijk karakter!
De bodem buigt, onder de last van de
oogst. Temidden van de overvloed die God
geeft, wordt de wereld eiken dag armer.
De wereld sterft terwijl er weelde is. Zij
kermt ais Iamaël in de Woestijn, terwijl
vlak bij de bronnen Gods springen.
Wanneer wij zoo de wereld zien, dan vvor
den wij ook bewaard voor de groote zonde
der ontevredenheid!
Veel feller pijnigl echter die geestelijke
armoede in onze dagen, aldus spr.
De eersle oorzaak noemde spr., liet. on
geloof. Het atheïsme houdt zijn triomf
tocht onder de menschen. Deze is ons ge
bracht door drie poorten. Ten eerste de
verheerlijking van d-e rede ln de vorige
.eeuw. De menscholijke rede moest beslissen
Zij zou verklaren het heelal, de mensch, de
/oplossing zou ze geven van alle. vragen!
Voor God en Zijn openbaring was geen
plaats meer. Zij lachte om het wonder, de
openbaring en hot heilsfeit. Dat ongeloof
[hééft ook steun ontvangen in dc triomf der
[nutuurwetenschappen.
Is er neg iets dat de mensch niet onder
zoekt? Hij speurt de loop der planeten en
hij schouwt de allerkleinste microben. Hij
overspant zee en land en klieft met zijn
vliegtuig de wolken en nat is hem meer
onmogelijk! God is voor hem q nestje us ge
word en. God heeft geen plaats meer!
Dn derde poort, waardoor liet, ongeloof
binnengetreden, is doze, dat de mensch nog
wel aan God heeft willen vasthouden, ma.ir
God heeft gemaakt naar ons beeld! Een
vroomheid, die het menschelijk inzicht en
menschelijk gevoel op den troon heeft gezel
In die vroomheid is de inzot nog nel ge-
woest. diopklinkende innigheid, de finale is
echter als steeds het ace-xu'd der vrijzinnig
held! Geen plaats voor God en den Chris
tus der Schriften!
d)o tweede oorzaak van de geestelijke ar
moede ziet spr. daarin, dat de miensche-
lijke idealen in den loop der jaren ver
bleekt en vergruisd zijn. Spt'. denkt aan
het humanisme, dat in den weg der cul
tuur liet geluk zou naderen op snelle wie
ken. Oorlog en revolutie hebben liet cch-
ter bitter teleurgesteld. Spr. denkt ook
aar, het materialisme, dat door de overwin
ning van de stof de ereeuwiging van de
welvaart heeft willen verkrijgen.
Spr. clenkt aan de moderne mystiek (Ma i
terlinck), het soialisme, dat in elkaar is
gestort: het moderne pacifisme heeft zich
eveneens verrekend, enz. Dc nietiscliheid
ziet zich teleurgesteld in haar idealen.
Do nieuwste vormen van godsdienst be
wijzen dat ook. Men grijpt naar Tagors,
theosofie, Christian Science, enz.
Men hoort de eene klacht na de andare!
De romans brengen onbevredigdheid. Het
mooie is niet anders d-an de lach, waarmes
men de armoede der ziel tracht te verber
gen.
in de derde plaats noemt spr. als oor
zaak van de geestelijke armoede, de neer
trekking van de ziel in liet stof! Het loven
verzakelijktI Het leven is gekomen onder
ds geweldige ban van stoffelijke factoren!
Dat moet zich wraken omdat de mensch
bij brood alleen niet, leeft. Omdat hot schep
pond woorJ van God uitgaat ,Die ons toe
voegt dat wij Zijn Koninkrijk eerst zullen
zoeken en Zijn gerechtigheid!
Niet allen erkennen die armoede der
ziel!
Wie dieper schouwt, zie de literatuur,
ziet echter, dat het licht taant en dat
de ellende der ziel het gl-ootste is!
Daar binnen is ellende die niet gelenigd
wordt! In die wereld leven wij!
Hebben wij els Christenen met dis gees
telijke ellende Ie maken? Dacht ge dat! al
dus spr.. Wanneer de storm over de woestijn
jaagt dan dwarrelt het staf ook over dc
oasen! Wanneer Gods oordeelen over de
wereld gaan, dan treffen zij ook ons!
Zeg mij, aldus spr., ais belijders van God,
spreekt eerlijk, durft gij te ontkennon, dat
ook onder ons d-io armoede niet binnen
treedt? Waar is dc blijde roem des geloofs?
llobboii ook wij te klagen over armoeds
onzerzijds?
Zoo hebben wij ons te stellen voor de
worold-armoedo van deze dagen! Wie wel
klaagt over de economische crisis en voelt
tegelijk niet de pijn van de geestelijke el
lende, die komt ook niet tot de vrede!
De waarachtige vrede ligt in list dooi- God
gewilde verband tusschen eten en gebod!
Tegenover de armoede der wereld, aldus
spr., mogen wij Gods rijkdom stellen. Wan
neer ik dat zeg, voel ik een bezwaar! Is dat
nu niet pharizsesoh en getuigt dat niet van
zelfvoldaanheid? Zouden wij niet beter
doen met mee te klagen over armoede? Gij
weet dat. er Christenen zijn, die meenen
dat alleen over armoede gesproken moet
worden.
Alleen zien zij den zondigen menscli.
Mon moet daarmee voorzichtig zijn, want
dan wordt het zoo, dat de tollenaar gaat
danken dat hij ntie is zooals de farizeeër en
dat is nog veel erger dan andersom!
Wie getuigt van de rijkdom van Christus
stemt niet in met het koor van farizeeërs
maar in li t koor van Gods begenadigden!
Ons Christendom is niet verouderd! Als
er één tijd geweest is, waarin God ons-
Christelijk geloof heeft gerechtvaardigd,
dan is liet juist in deze tijd. Het geloof
kómt niet beschaamd uit, omdat liet in
volle overeenstemming is m-e-t de werkelijk
heid.
De mensch in zijn humanistisch streven
is vernederd. God is gerechtvaardigd als de
Souvetreine. De oude belijdenis van Gods
souvereiniteit komt blinkend uit in de hand
des tijds!
De belijdenis die uitspreekt dat de
mensch geneigd is tot alle kwaad, wordt
gerechtvaardigd.
Meen toch niet dat gij met uw belijdenis
niet uitkomt! Als ge persoonlijk met uw
belijdenis niet uitkomt, dan Jigt dat aan u,
aldus spr. De belijdenis is door het vuui
der eeuwen gegaanI
Wij mogen van Gods rijkdom spreken,
omd/t God ons Zich het rijkste gaopen-
btiard heeft in Jezus Christus. De staf van
ons menschelijk geluk kan breken, maar
deze staf Gods broekl nooit en Gods schat
ten-vergaan niet. Wat wij bij alle aremi-
overhouden is God zelf iti Jezus Christus
Dat is geen vroom praatje! Dat is levens
werkelijkheid, dat is de realiteit die Jn
onze dagen roemt tegen alle ellenden en
die ons kracht geeft, ook al is de vveo
moei lij k
De belijder is echter niet onnatuurlijk
geloof en smart sluiten elkaar niet uit!
Juist de Christen rekent daarmee. De
Christen durft de werkelijkheid aan te grij
pen. Wij zeggen niet, (lat het niet erg is
Wij zeggoti dut hot heel org is, ook voor
onze jonge menschen, wier idealen te
gruizel loopen legen de rotsen der teleur
stelling!
Een Christen is in zeker opzicht een pes
simist, maar door dat pessimisme bruist
terstond liet optimisme des geloofs. de
blijdschap, dat God regeetrt, dat wij rijker
schatten kennen dan de aardsche, een
schat die niemand ons rooven kan. De lach
door de tranen, de rechte humor. Dat is
ons Christendom!
Dat is de goddelijke rijkdom in de tegen
woordige tijd.
Spr. schetste tenslotte, dat de afbraak de.
wereld is do doorbraak van liet koninkrijk
der hemelen. Over de pumh opril der we
reld komt liet Koninkrijk 'van Christus. We
zien, dat Gods Koninkrijk haast HeeftNu
dan, wie zoo de tijden schouwt, die heft het
hoofd omhoog. Wie de takken ziet uitbotten,
die weet. dat de zomer nabij is! Aasschouvvt
de rijkdom Gods, door alle verwarring hoont
God geeft aan liet Christendom zulk een
geweldige kans. Nu kan de wereld zien,
wat wij aan ons geloot hebben! Nu moet
de wereld onze zangen navolgen met haat-
amen, amen!
Dat is onze roeping!
Als er geen kracht der vreugde uitgaat
van de belijders, ziet. hot er treurig uit.
Wanner we niets kunnen dan klagen en
morren, dan ziet liet er treurig uit.
Zalig zijn wij wanneer we Gods 'rijkdom
men mogen aanschouwen 1 Wanneer we mo
gen zijn uitdeelors van Gods ontfermingen
Zalig wij, wanneer wij kunnen zeggen, ook
al verarmt de wereld bij de dag, gelijk een
maal gezongen is door Nellie van Kol,
liet is feest in mijn ziel,
Want de Heiland kwam in.
Dan zal de wereld haar armoede zien in
do rijkdom van Gods volk. Dan wo-dt God
Naam groot gemaakt! aldus besloot spi',
Dc avond werd besloten met het zingen
van Psalm 89 7.
De verboden Autobusdiensten
Een exploitant tot één weck
hechtenis veroordeeld.
Eenigen tijd geleden is de autobusonderne
mer J. de V., die 'n autobusdienst onderhoudt
tusschen Amsterdam en Rotterdam, door den
kantonrechter veroordeeld tot een hechtenis-
straf van 6 dagen. Het vonnis werd by ver
stek verwezen en hij kwam hiertegen in verzet.
De ambtenaar van het O. M. eischte thans
bekrachtiging van dit verstek-vonnis.
De kantonvechter veroordeelde hem dien
overeenkomstig tot een hechtenisstraf voor
den tijd van zes dagen.
Veerdienst BreskensVlissingcn
Op 19 December diende de heer Erasmus
een motie in, om Gedeji. Slaten uit te noo-
d'gen de zonterzondagdionstregoling van
Vlissingen naar Breskens te beginnen niet
1933 zoodanig uit te breiden, dat er één keer
meer heen en weer wordt overgevaren dan
in 1934 het geval was en de laatste boot van
Vlissingen naar Breskens niet vóór 19.13 uur
te. laten vertrekken.
Gedep. Staten meenen aanneming van
deze motie te moeten ontraden, omdat zij
principiëele overwegingen voor een oogen-
blik tel- zijde latend, naar hun oordeel niet
voor zoodanige uitvoering vatbaar is, dat
daardoor het reizend publiek in zijn geheel
zou worden gediend. Bij de dienstregeling, ge
lijk die gold voor den zomer van het nu
verstreken jaar vertrok des Zondags de
laatste boot uit Vlissingen om 17.43, na aan
komst van trein 17.2S.
A.-R. RAADSLEDEN IN ZUID-HOLLAND.
De Vereen, van A.-R. leden van Gemeente
besturen in Zuid-Holland zal op 22 Jan
a.s. in de Eendracht te Rotterdam eei,
vergadering houden. O.m. zal de heer J. A.
J. Jansen Maneschijn van Zwijn-
drecht spreken over Werkloosheidsvraag
stukken.
Jaarvergadering M.V. „Lydia"
REDE Ds. E. v. ASCH
De Ned. Ilerv. meisjasvereeniging Lydia
t<i Sommelsdijk hield haar (ie jaarvergade
ring in het Zondagsschoolgebouw aan de
van Aartseustraat. Deze vergadering
stond onder leiding van den Wel-Eenv,
lieer Ds. E. v Asch, eere-voorzitter der
vereeniging.
De vergadering werd door den voorzitter
geopend met het laten zingen van Ps..
103 1, waarna hij voorgaat in gebed. Vier
-eerst heet spreker allen hartelijk welkom,
die saamgekomen zijn om deze jaarverga
dering bij te wonen. Dan feliciteert spr. de
juhileereudc vereeniging met haar 6e jaar
vergadering. Spreker nam tot uitgang»
punt: Hand. 9 39 liet laatste gedeelte. Spr.
bepaalde zijn gehoor bij de stad Joppe,
welke plaats gelegen was aan de Middc:-
la-ndsclie Zee. Daar woonde eey zekere
discipelin, die genaamd was Tabitha en
wier Grieksche naam was Dorcas. Zij v, as
onderwezen in het Woord en vol van goede
werken. Zij vv;is gaarne mededeelzaam.
Deze discipelin nu werd krank, waarna zij
weldra stierf. Spr. wees er op, daf aller-
e -rst de roeping der vrouw is r.i het huis
gezin maar daarnaast ook de dienende
liefde jegens dep naaste. Evenals Tabitha,
welke door haar liefdedienst na haar don!
zeer werd gemist door weduwen en weezeu,
die vuil haar gekleed werden. .Spr. wijst, er
op- dut er veel overeenkomst bestaan mag
tusschen de vereeniging Lydia en Tabitha
waarna spr. liet woord geeft aan de secre
taresse, welke gezamenlijk niet de pen-
ningineesteresse verslag uitbrengt. Van
dit verslag was door deze dames een mooie
samenspraak gemaakt op rijm. Een en ai
der viel bij dc vergadering zeer in den
smaak.
Daarna werd liet bondslied gezongen, be
geleid mei het schitterend orgelspel van den
heer Th. Boekhoven.
ervolgens wordt een inleiding geleverd
door me j M. Hazenberg, welke inleiding is
getiteld Esther. Oj) mooie wijze zet zij die
geschiedenis uiteen. Dan is aan de orde
mej. A. v. d Sluis met een inleiding Vatl,
Gesch. welke is getiteld: „Door list of ge
weld handelende over de inneming van
de stad Breda, die door list werd genomen.
Ook deze inleiding is op zeer mooie wijze
uitgewerkt. Nu werd er weer gezongen,
welk lied getiteld is „Avondlied". Na 'le
zingen^ is aan de orde oen inleiding van
Mej. F. V. Lellen, maar daar deze door
ziekte verhinderd is, wordt de inleid.ng
voorgelezen door mej. A Smitshoek, welke
inleiding ook getuigde, dat er veel werk
van gemaakt was. Het opschrift luidde:
„Een Heidensch volksfeest Nu wordt door
mej. 1. Kwakernaak op mooie wijze ee.i
gedicht voorgedragen dat getiteld is „Tc
Laat'. Gezongen werd nog Ps. 89 vers 7 en
8, waarna wordt gepauseerd.
Als de vergadering wordt heropend is
aan de orde een inleiding van mej M. Lod
der, die getiteld is „Annanias en Saffiera"
die ook zeer mooi is uitgewerkt. Dan wordt
wederom gezongen liet lied: „Iloe liefeii.jk
zijn op de Bergen." Thans wordt een in
leiding voorgelezen door mej. \Y. Kievit
Deze behandelde non Zendingsgeschiedeni.-
welke is getiteld „SjantiAls deze is voor
gelezen wordt er gezongen „Galilca". Onder
ademlooze stilte werd aiXigehoord een ge
dicht, voorgedragen door A Kieviet, dat ge
titeld is: „Christens wraak." Gezongen
wordt nog: „Mijn genade is u genoeg". ^Na
hot zingen dankt de presidente, mej. Joh
v. d. Boogert, allen dis hebben medeeo-
ltolpen aan het welslagen van deze jaar
vergadering.
Tot slot wordt nog gezongen Ps. G8 10
waarna de voorzitter deze zeer druk be-f
zoclite en gezellige en leerzame avond met
dankgebed beëindigde en de zeer groote
schare keerde daarna zeer voldaan huis
waarts.
PATRIMONIUM
Naar wij vernemen zal de jaarlijkscha
algemeene vergadering van het Ned. Werk
liedenverbond „Patrimonium" 29 en 30 Apnl
a.s. onder leiding van het Tweede Kamer
lid, do heer C. Smeenk, van Arnhem, to
Apeldoorn worden gehouden.
EEN GENERAAL UIT DE RECHTZAAL
GEZET.
3 oor den politie-rcchter te Zutphen liarl
zich te .verantwoorden een grondwerker uit
Vorden. Deze had bezoek gehad van den
rijksveldwachter, die bij hem een overtui-
gingsstuk een lantaarn in, beslag wilde
nemen, noodig in een stroopersaffaire. Ttj-
dens dit bezoek zou verd. den veldwachter
hebben aangegrepen en hem achterover
hebben gedrukt.
Tijdens de behandeling van de zaak viel
de gepens. generaal Toniiet uit Vorden. be
kend uit de zaak Boeink, die op de publieke
tribune aanwezig was, herhaalde malen
den politie-rechter in de rede, meldt de
„Gelderlander". I-Iëm werd verzocht zijn
mond te houden. Toen hij hieraan niet vol
deed werd hem door de marechaussee ver
zocht zich te verwijderen. De heer Tonnst
vvènsclite hieraan niet. te voldoen en drong
door liet publiek naar voren. Op last van
den politie-rechter werd de heer Tonnet
hierna door de marechaussee lilt de zaal
verwijderd,