S4L4DIHE
€enouïïbaiierlanbscl) «ükbruik...
Van Mrdamsche ionaens uit
dan Soaanschen tiid
MAAS- EN SCHELOFRODE
ZATERDAG 29 DECEMBER 1934
Gemengd Nieuws*
SCHEEPSRAMP OP HET
IJSELMEER
ONTZETTENDE AUTORAMP
ROND DE „UIVER"-RAMP
DE SNIP IN WILLEMSTAD
(^Itebollen Beccpt
Sloep met visschers afgedreven
Woensdagmiddag om twee uur is het
s.s. Calypso van de K.N.S.M. in de ha
ven van IJmuiden aangekomen, met
aan boord vier Scheveningsche vis-
sohers, de gebroeders Verbaan en de
gebroeders Ballen, die Zaterdagmiddag,
toen ze in een sloep langs de kust aan
het visschen waren, door den sterken
Oostelijken wind zijn afgedreven en
door den stroom in de vaarroute zijn
terechtgekomen. Zij hebben daar niet
minder dan drie-en-een halve dag hul
peloos rondgedobberd, totdat zij Woens
dagmorgen door de Calypso werden op
gemerkt en aan boord genomen. De
mannen, die gedurende al die dagen
geen schip hadden ontmoet en groote
ontbering hadden geleden, waren over
gelukkig, toen zij werden ontdekt. Op
dat moment was het buitengewoon
heiig, zoodat zij van geluk mogen spre
ken, dat men hen heeft gezien. De
sloep hebben zij achtergelaten.
De bemanning van de Calypso was
van het afdrijven der sloep door middel
van de radio op de hoogte gesteld, zoo
dat men reeds op den uitkijk stond. De
sloep werd opgepikt ten Noorden van
Scheveningen. Bij aankomst te IJmuiden
waren de mannen weer geheel opge
knapt en zagen er frisch en mon
ter uit.
Fel vuurgevecht langs de grenzen
Eén doode en vele gewonden
Dinsdagnacht vond aan de Belgische
grens, nabij Gastel, een lievig vuurgevecht
plaats tusschen kommiozen en smokke
laars, meldt „Cetem". Een Hollandisclie kom
mies, cp patrouille langs de grens, stootte
op een grooten troop smokkelaars.
Het gelukte hem een der smokkelaars te
grijpen en diens fiets en smokkelwaar :n
beslag te nemen. De overigen zochten hun
heil in de vlucht. Toen zij echter bemerk
ten, dat de ambtenaar alleen was, kwamen
zij terug en omsingelden liern. De kommies
zag zich genoodzaakt zijn arrestant los tc
laten, daar zijn positie zeer benard werd.
De bewoners van Gaste' kwamen de smok
kelaars te hulp en bestookten den kommies
met steenen en andere projectielen. Plotse
ling verscheen er assisentie voor den kom-
Een akelig avontuur
Zaterdagavond heeft de 60-jarige v. d. L.
uit Halsteren in de Oster-Schclde een akelig
avontuur beleefd, waarvan het N. v. d. D
het volgende meent te weten.
De man was, gelijk dit meer wordt gedaan
hij laag water op het slib van de Schelde
geloopen om daar alikruiken te zoeken.
Toen hij daarmee reeds eenige tijd bezig
was, kwam plotseling een zware mist opzet
ten,. waardoor de man werd verrast. Hij
trachtte aan wal te komen, doch dwaalde
hoe langer hoe verder af. En alsof dit nog
niet voldoende was, zakte hij plotseling tot
aan zijn middel in de modder weg, zonder
kans te zien zich hieruit los te werken.
Met de minuut werd hij vaster gezogen. Zijn
toestand werd vreeselijk tot de vloed kwam
opzetten, en vrijwel alle hoop op redding
verloren scheen. Drie lange uren heeft hij
zoo in den donkeren nacht doorgebracht.
Eindelijk dook plotseling uit de mist een
boot op, die op eenigen afstand toevallig
aan den grond was geloopen. Na eenige
vergeefsche pogingen wist de arme man de
aandacht der opvarenden van de „Bergen
op Zoom 3" te trekken. Aanstonds werd daar
toen een sloep uitgezet, en hoewel men den
ongelukkige niet kon zien, wist men hem,
afgaande op het geroep te vinden. Met ver
eende krachten werd de man uit de mod
der getrokken en in de boot geheschen.
Ten gevolge van de dikke mist kon men
toen de stoomboot niet dadelijk terugvinden.
Aan boord werd de man van droge kleeren
voorzien en kreeg er een warm plaatsje,
zoodat hij spoedig weer opknapte.
ARNOLD SPOEL
Een portret aangeboden
In het Gebouw voor K. en W. te Den Haag
is Woensdag een door Sommer geschilderd
portret van Arnold Spoel aan het bestuur
van dat gebouw aangeboden, om daar te
worden geplaatst waar 't publiek het steeds
zou kunnen zien. Dr C. H. P. Meyer sprak
daarbij namens de Haagsche atdeeling van
Volkszang en wekte krachtig op tot voort
zetting van Spoels werk. Mr Hijmans aan
vaardde namens het bestuur het portret eer
biedig en gaarne en zeide, dat het een blij
vende plaats in den foyer krijgt, als een
herinnering voor duizenden en een aanspo
ring voor de jonge generatie.
Twee personen verdronken
Maandagavond te half acht is het
900 ton metende sleepschip „Noord
geul", schipper Bouwman, dat te half
drie Maandagmiddag met een lading
grint van de Oranjesluizen op weg naar
Enkhuizen vertrokkenwas, op 5 mijl
heneden Marken door het inslaan van
de luiken, plotseling gezonken. Aan
boord bevonden zich, behalve den
schipper en diens vrouw, een broer
van den schipper en twee knechts.
Allen hebben zich in de boot begeven
om zich te redden. Vermoedelijk door
overbelasting is deze boot gekapseisd,
met het gevolg, dat de vrouw van den
schipper en een knecht verdronken
zijn. De drie anderen konden door de
sleepboot „Onderneming" van de hoofd
stedelijke firma Huisman, welke boot
de, Noordgeul" sleepte, aan boord
worden genomen.
Zij zijn naar Amsterdam gebracht.
Een onderhoud mot een der geredden
Nader wordt gemeld, dat zioh vier per
sonen aan boord hebben bevonden. De
schipper, H. Bouman en diens broer A.
Boumau, beiden uit Botterdam, konden wot
den gered. De vrouw van den schipper, uo
30-jarige Anna Bouman, ie verdronken,
evenals de knecht, de ongeveer 30-jarige F.
Foelt uit St Goar (Did).
Een redacteur van het Persbureau Vaz
Dias had nog een onderhoud met de beide
geredden van het sleepschip „Noordgeul",
alsmede met den sleepbootkapitein, den
heer H. Schaap uit Amsterdam. Zij vertel
den het volgende:
Den gehoelen avond had er reeds een (lin
ken wind gestaan, welke allengs aanwak
kerde tot een vrij sterke bries uit Oostelij
ke richting. De hooge, korte golven kwa
men dwars op het schip te staan. Bij het
overkomen van een der zware zeeën, is met
donderend geweld een aantal houten lui
ken ingeslagen, met hei gevolg, dat het
schip over de geheele lengte, welke 67. M
bedraagt, vol water liep. In een oogwenk
maakte het schip slagzij naar stuurboord
De schipper, id. Bouman, die de gevaarlijke
situatie inzag, rende naai het voorschip om
den lantaarn neer tp heien, waardoor hij
hoopte, dat de sleepbootkapitein zou bemer
ken, wat er aan de hand was. Er was geen
tijd meer voor het geven van andere nood
signalen. Inruiddel6 namer. de overige d."i?
opvarenden, de vrouw van den sehippT.
diens broer en de knecht in de roeiboot, dia
achter hot schip aanvoer, plaats, waarbij
zich een oogenblik later de schipper voor
de. Het sleepsoliip, dat geheel vol water was
eeloopen, zonk met groote snelheid recht
standig. Pas op dat moment werd eg- de
sleepboot, welke honderd meter voor he*
schip uit voer, bemerkt, wat er geschiedde,
doordat er geen gang meer kwam in de
sleepboot en de machines zwaarder begon
nen te loopen. De heer Schaap heeft toen
onmidellijk de 6leeptros gekapt en is met
zijn vaartuig te hulp gesneld. Het bleek
toen, dat de kleine roeiboot door een grond-
zee was opgenomen en gekapseisd, terwij!
de opvarenden hulpeloos ronddreven. Doo»
de duisternis was het echter vrijwel onmo
gelijk om de reddende hand te bieden. Do
kapitein van de sleepboot, die tot driemaal
toe om de drenkelingen heen voer, bemerk
te ten slotte, dat zioh twee van hen, de ge
broeders Bouman, aan de roeiboot hadden
vastgeklemd. Niet dan met de grootste
moeite siaagdj hij er in. de twee mannen,
die geheel waren uitgeput, aan boord van
de sleepboot te krijgen. Hij hoeft daarna
nog gepoogd een spoor van de beide ove
rige personen ie vinden, doch hij is daarin
niet geslaagd. De beide gereddon hebben
meer dan twintig minuten met den dood
geworsteld. Telkens werden zij van de roei
boot, waaraan zij zich trachten vast (e
houden, afgeslagen, dooh zwemmende wis
ten zij haar steeds weer te grijpen.
De sleepboot is met de beide mannen aan
boord naar Amsterdam teruggevaren, waar
zij van droge kleeren werden voorzien en
onder dak gebracht. Onderweg zijn verschil
lende 6Chepen gepraaid en met de ramp in
kennis gesteld, om aanvaringen met hot
wrak te voorkomen. Ook het loodswezen is
gewaarschuwd, hetwelk een baken zal
plaatsen op de plek van liet gezonken schip
Toen d-e sleepboot terugkeerde, stak nog
een der lantaarns boven zee uit. Het water
heeft ter plaatse een diepte van vier meter.
Het ongeluk gebeurde op vijf mijl hover,
Marken, koens Enkhuizen, men hoopte om
elf uur in deze haven te arriveeren.
Het gezonken sleepsoliip, dat een lengte
heeft van 67 M. en 8 M. breed is, heeft een
tonnemaat van 096 ton en was geheel ge
laden met grint. Het schip, dat te Rotter
dam thuiebèhoort, eigenaar A. do Bakker,
was op weg van Asselt Lbg) naar Enkhui-
zen. De lading wérd verscheept voor reke
ning van de firma Rauwen en Sterken te
Utreoht. Het schip was drie jaar oud en de
schipper had reeds twee reizen ermee
over het IJsselmeer gemaakt.
De kapitein van de sleepboot, die jaren
lang vaart en nog nooit een schip heeft
verspeeld, was diep onder den indruk van
deze veiischrikelijke ramp.
Zeven jonge menschen
verdronken
Drie broers en een zuster
Men meldt ons uit E m m e n:
In den vroegen morgen van Donder
dag, omstreeks half drie, heeft te Munster
scheveld, gemeente Emmen, een ernstig
ongeluk plaats gehad, waarbij zeven per
sonen het leven hebben verloren.
Een negental personen keerde met een
huurauto van de firma E. van Hoving te
Emmer Compascuum terug van een mu
ziekfeest te Stadskanaal. Door tot nog
toe onopgehelderde oorzaak reed de
auto, die bestuurd werd door den heer
Harm Buter, op Kuipersklap, een ophaal
brug over het Hoofdkanaal nabij de R.K.
kerk te Munsterscheveld, tegen de linker-
leuning van de brug. Tengevolge hiervan
sloeg de auto naar rechts en schoot voor
bij de klap door de ketting in het kanaal
Het voertuig verdween bijna onmiddellijk
geheel onder water, waarbij het over den
kop sloeg. De zeer volle wagen maakte
het voor de inzittenden niet mogelijk zich
te redden. Slechts twee van hen, n.l. de
heer J. van Bijlen uit Zwartemeer en mej.
Antje Buter uit Emmer Compascuum
wisten er het leven af te brengen.
De heer J. van Bijlen wist zich zelf uit
de auto te werken en was zoo spoedig uit
het water, dat hij nog de tegenwoordig
heid van geest bezat om te trachten an
deren te redden. Dit gelukte hem alleen
ten opzichte van Mej. Antje Buter, die
hij uit de auto wist te trekken en op het
droge te brengen. De heer J. van Bijlen
kon zich naar huis begeven, doch Mej.
Buter moest naar het Academisch Zie
kenhuis te Groningen worden vervoerd.
De andere zeven inzittenden van Üe auto
konden niet worden gered en zijn allen
verdronken.
Hun lijken werden later opgehaald.
Het zijn Harm, Lucas, Gesienus en
Margien Buter, drie broers en één zuster,
ailen kinderen van den timmerman H.
Buter te Emmer-Compascuum, Dientje
Meyer uit Emmer-Compascuum, Hillic
Voslander uit Groningen en Geert Oos-
terveld uit Borger. Zoo spoedig mogelijk
was hulp ter plaatse, welke echter geen
redding heeft kunnen brengen.
r»e auto is later opgehaald.
Er was onrust over de K XVIII
Geen radioberichten
kwamen door
Kleins storing ds oorzaak
Om één uur in den nacht van Zondag op
Maandag seinde dc commandant van de
K XVIII voor het laatst zijn „Alles wel aan
boord". Toen kwamen er geen berichten
meer door. Heel den Maandag was het
stil in den aether; op radio-oproepen, die
uitgezonden werden, kwam van de K 18
geen antwoord binnen. Ingewijden begon
nen zich hierover ernstig te verontrusten.
Alle schepen, die zich in de nabijheid van
onze Nedcrlandsche duikboot moesten bevin
den, werden gewaarschuwd, met het ver
zoek naar de K 18 uit te willen zien. Eerst
Dinsdagavond omstreeks zes uur ving Sche
veningen opnieuw een telegram op, dat als
volgt luidde:
„Ware plaats 12 uur 11 graden 39 minu
ten Westerlengte, Noordoost passaat, kracht
3, commandant K XVIII.
Tengevolge van een kleine radio-storing
zijn de plaatsbepalingen van de beide vori
ge dagen niet overgeseind".
De positie van Woensdagmiddag 12 uur
was;
,10 graden 1 minuut Noord en 22 graden
14 minuten West. Alles wel aan boord".
Naar thans blijkt uit doorgezonden mede-
deelingen, was een onderdeel der radio-in
stallatie doorgebrand. Het opsporen van dit
defect heeft heel veel moeite en tijd gekost.
Onze mannen aan boord der K 18 blijken
gezond en veilig! Men heeft met een eigen
gemaakte Kerstboom Kerstfeest gevierd
waarbij de commandant een korte toespraak
hield. Alles was wel aan boord.
Vermoedens omtrent oorzaak
Naar wij van deskundige zijde ver
nemen- heeft het medische onderzoek
uitgewezen, dat de inzittenden van de
Uiver" rioor den bliksem getroffen zijn.
Dit bevestigt dus de resultaten van
het gemelde eerste onderzoek van de
„Leeuwerik", Geyssendorffer, Sillevis,
den adj--chef van den Techn. Dienst
van de K.L.M., den heer Beliage en den
inspecteur der Indië-route den heer Moes
dat de bliksem in het toestel is geslagen.
De „Ui ver" zou dus daarop stuurloos
naar beneden zijn gevallen.
De geheele situatie aan boord van de
„Uiver", zooals deze bij het onderzoek
gevonden is, wijst er op- dat de beman
ning geen enkelen maatregel meer heelt
kunnen treffen toen de bliksem insloeg.
Indische deelneming
De vereeniging van regentschappen van
Java en Madoera heeft, naar Aneta meldt,
te Batavia een vergadering gehouden, waar-
In de regent van Batavia de Uiver-ramp
herdacht. Spr- zeide, dat Nederiand een
zwaar verlies heeft geleden, terwijl voor
Indië twee figuren zijn weggerukt, de heer
Berretty en prof. Walch.
Minister Coiijn heeft Aneta zijn deelne
ming betuigd.
De weerberichten
De weerberichten, waarover gezagvoerder
Beekman bij het vertrek van de „Uiver" op
den avond van 19 December uit Cairo be
schikte, bevatten uitvoerige gegevens van
de volgende stations langs de route Gaza,
Ramleh, Amman en Rutbah, terwijl daar
aan tevens een weersverwachting over het
traject Rutbah—Bagdad was toegevoegd,
samengesteld door den meteorologischen
dienst van Irak te Ilinaidi.
Uit deze weerberichten bleek, dat er
wel is waar veel plaatselijke onweders
werden gemeld op eenige waarnemings
stations, doch dat de algemeene weers-
toestand op het oogenblik, dat de waar-
nemingen werden uitgezonden, gunstig
Ook de reeds genoemde verwachting, die
geldig was op 19 December van 21 uur
G.M.T. af. vermeldde niets verontrustends.
Zoowel het zicht (meer dan 16 K.M.) als de
wolkenhoogte (600 M. in de buurt van
Rutbah, verder op de route 1200 M.) was
gunstig te noemen.
Kans op onweer werd in deze verwach
tingen niet uitgesproken. Deze weerberich
ten gaven den gezagvoerder dus geen enkele
aanleiding tot rle veronderstelling, dat hij
bij Rutbah in een uitzonderlijk zwaar on
weer zou komen-
Begrafenis der slachtoffers
Op het Engelsche kerkhof te Bagdad
zijn Zondag de zeven slachtoffers van
de „Uiver"-ramp plechtig in een ge-
meenschapptlijk graf ter aarde besteld.
De begrafenis had plaats om 9.20 uur
A. T. en geschiedde met militaire eer.
Engesche vliegeniers droegen de kisten,
die met de Nederlandsche vlag en bloe
men en kransen der K.L.M. waren ge-
dekt, grafwaarts. De plechtigheid werd
door de geheele Europeesche kolonie te
Bagdad bijgewoond en door alle ter
plaatse aanwezige buitcnlandsche con
suls. De Nederlandsche consul vexte-
genwoordigde daarbij de Nederlandsche
regeering en de K.L.M., daar de K.L.M.-
vertegenwoordiger Peters te Roetbah
vertoefde, met het oog op het daar in
gestelde „Uiver"-onderzoek. De Ameri-
kannsche geestelijke, Rev. John
R a d e a u, en twee Katholieke geeste
lijken namen aan de plechtigheid deel.
Naar wij vernemen is er van do zijde
der K.L.M. nog geen beslissing genomen
of de overblijfselen der slachtoffers la
ter naar Nederland zullen worden over
gebracht.
Naar het schijnt levert dit in ver
band met de wetgeving van het betrok
ken land nog moeilijkheden op. Het is
echter niet uitgesloten, dat later toch
nog toestemming zal kunnen worden
verkregen voor overbrenging van het
stoffelijk overschot der slachtoffers
naar ons land.
Het verdere onderzoek
Het logboek van de Uiver" is op het ter
rein van de ramp teruggevonden, maar
naar gemeld wordt, werpt dit geen nieuw
licht op de oorzaak van de catastrofe. Door
een troep Arabische koelies wordt thans
nog tot op een halve mijl afstand van het
wrak naar de verspreid liggende poststuk
ken gezocht.
De „Uiver"-post
De „Rijstvogel" met Viruly als gezagvoer
der is te Roetbah geland, heeft aldaar 20U
K.G. van de circa 390 K.G. „Uiveri'-post
overgenomen, en is vervolgens doorgevlo
gen naar Bagdad. Zooals hierboven reeds
gemeld, doet men nog steeds pogingen liet
restcerende deel der mail terug te vinden.
Hartelijke doch sobere
ontvangst
Te half vier Zaterdag landde ie Cura
sao de Snip op vlotte wijze. In verband
met 't ongeval van de Uiver waren de
voorgenomen huldigingen, feestelijkhe
den alsmede de aanbieding van herin
neringsgeschenken uitgesteld.
Op hot vliegveld van Willemstad had
slechts een eenvoudige ontvangst plaats,
terwijl ook de intocht in Willemstad voor
zoover dat met liet enthousiasme van
de bevolking mogelijk bleek, zoo sober
mogelijk was gehouden.
De Gouverneur van Curacao heette de
vliegers hartelijk welkom, feliciteerde hen
met hun schitterende prestatie en deelde
hen daarna mede, dat zij benoemd waren
tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
Daarna sprak de voorzitter van liet hul
digingscomité namens de bevolking. Deze
bood den vliegers zijn gelukwcnschen aan
waarna verschillende kransen werden over
handigd.
Do bevolking was zeer enthousiast; de
geheele stad was met vlaggen versierd. Een
eindelooze stoet van auto's begeleidden de
vliegers op hun intocht naar Willemstad,
,„MAAS"-N YMFHE A'.
PLAATSVER VANG STER
Een meisje, in de bakvischmaat,
Viel dezer dagen flauw
De moeder schrok, ivus ongerust
Dat is een moeder gauiv
Toen riep ze vlug haar oudsten zoon:
Je zusje is niet goed
Loop even naar den dokter toe
„Zeg dat hij komen moet!"
De jongen greep terstond z'n fiets
En toog naar d' esculaap
Intusschen trachtte moe het kind
Te wekken uit haar slaap.
Ze nam een fleschje lodderijn
Het middel, naar men zegt
Een met dat spul begoten doek
Werd op den neus gelegd.
Ze deed nog meer: ze nam een spons
Van ijskoud water nat
Toen gaf ze slapen, hals en pols
Een sterk verkoelend bad.
Ze had succes: het kind kwam bij
En zuchtte extra diep
Vertelde moeder dat ze juist
Zoo overheerlijk sliep.
Mama was blij en toch weer niet:
Als straks de dokter kwam
Dacht die misschien dat men hem hier
Wat in het ootje num.
Een goede raad is dikwijls duur
Maar zij had hem vdor niks:
„Ik ga naar bed, zeg, als hij komt:
„M'n moeder is niet fiks!"
Ze klaagde, toen de dokter kwam,
Van hoofdpijn enzoovoorts
Van koude rilling in den rug
En zenuiv-zinkings-koorts.
De dokter was een pient're baas
Hij had het zaakje door
Toen schreef hij de gezonde vromu
Een weekje bedrust voor.
(Nadruk verboden.)
HAK ATE.
Het is een oud-vaderlandseh gebruik voor Oudejaarsavond
oliebollen, beignets of sneeuwballen te bakken. Doe hetdit jaar
met Saladine, de fijnste Slaolie die U nemen kunt, volgens
onderstaand recept en Oudejaarsavond wordt Smulavond.
'\i pond bloem, 35 gram gist, lei, 2'Jt d.L.melk, (VI2 ons sukade
krenten, rozijnen), 1 eetleprl suiker, 1 theelepel zout25 oliebollen.
De gist met een weinig warme melk aanmaken. Daarna het deeg
met de rest van de melk en 'h pond bloem mengen Het gistdccgje
erdoor werken en dan eerst hel zout en ei doorkloppen. Laten rijzen
op een warme plaats en doorslaan, tevens sukadekrenten en rozijnen
toevoegen. In 25 stukjes deelenopbollen en op een met meel bestrooide
plank leggen Nogmaals flink laten rijzen en in middelmatig heete
Saladine bakken, ongeveer 8 minuten. Daarna wentelen in suiker
vermengd met kaneel
GOUDZEGEL 85 CENT PER FLESCH ZILVERZEGEL 6b CENT PER FLESCH
(10
„Juist, een jongen van Sybrands, den
brouwersknecht. Ja, je vader ken ik best,
een trouwe flinke man."
Huib kreeg 'n kleur van genoegen. Zoo
e'n vader te hoos-en prijzen, deed hem goed.
„Je broer is ook 'n flinke kerel", psaatte
de oude man voort, „van morgen kwam hij
ons waarschuwen, dat de Spanjaarden in
aantocht waren. Hij heeft bij den Briel ge
streden, hij is een Watergeus."
„Ja", knikte Huib vol trots.
„Jongen, als je ook zoo'n flinke vent
wordt, zal 't vaderland plezier van je be
leven. Jte. vrouw help jij dien jongen maar"
zeide hij opeens, zioh tot zijn vrouw wen
dende, die inmiddels den winkel was in
gekomen. „Ik moet noodiig weg."
„Wacht eens," vervolgde hij meer tot zich
«elf dan tot z'n vrouw of Huib, „wacht
eens, daar schiet me wat. te binnen. Zee
jongen kan jij flink boodschappen doen?"
Huib antwoordde maar niet, 't hield op
diat punt niet over, dat wist hij wel.
.Vrouw," vervolgde de bakker, „hij moest
die boodschappen maar voor ons doen, hij
is i h oer van een Watergeus, hij zal wel
flint- v->n aanpakken weten aits het tegen
de Spanjaarden gaat."
Droomde Huib?
.Was het heuscth waar, wat hij den ouden
bakker diaair hoorde zeggen. „Hij is de
broer van een Watergeus." Ja, maar dat
was hij toch ook. Nou of hij de broer van
een Watergeus was en hij wilde niet6 lie
ver dan zelf ook een Watergeus worden.
Wat zou de bakker nu hebben? Als het
tegen de Spanjaarden ging, zeide hij im
mers. Neen maar, dat moest Geurt hooren.
Dat was wat andcis dan een ouden pater
plagen. Wat was dat eigenlijk laf geweest,
dat wilde hij nooit van z'n leven meer doen
Dappere daden doen, dat wilde hij veel
liever.
„Je hetbt toctlt wel een beetje tijd, vrind?"
vroeg de bakker.
„Ja," kinkte Huib, geheel vergeten, dat
hij moeder beloofd had vlug te zullen thuis
komen.
„Nu luister dan eens goed," ging de bak
ker voort. „De Spanjaarden staan voor de
poort. Wellicht zullen z-e binnen komen en
dan vree» ik het ergste. Spanjaarden zijn
nooit te vertrouwen. Ik heb hier onder m'n
huis een grooten kelder, waarin wel hon
derd mensehen geborgen kunnen worden.
Ik wilds wel, dat je vlug enkele van m'n
vrienden ging waarschuwen en hun zeggen,
dat zij naar mijn huis moeten komen.
Vrouwen en kinderen, allen zijn welkom."
De bakker noemde nu enkele namen van
z'n bekenden op.
„Pater Frenius was hier straks en diie be
loofde mij, dat hij ook verschillende vrien
den zou waarschuwen, ma.ar hij kon ze na
tuurlijk allen niet gaan opzoeken."
„Wat scheelt er aan jongen?" vroeg hij
opeens, „je krijgt zullk een roode kleur,
wordt je bang?"
Huib vvaa geschrokken toen lnj zoo op
eens den naam van den pater hoorde noe
men, dat was de oorzaak van z'n roode
wangen, maar nu zei hij moedig; „Bang,
Dominicus? heelemaal niet hoor, ik ben
immers de broer van een Watergeus?"
„Ja dat is waar ook, zeer waar, ik ver
trouw wel, dat je best diurft doen, wat ik
je vraag. En als je bij m'n verschillende
vrienden geweest ben, loop dan vlug naar
huis en zeg, dat je veder met je moeder en
de kinderen ook hier heen mogen komen.
Hier zijn ze volkomen veilig, als de Heere
mijn hui6 bewaart. Jij mag ook mee ko-
men."
Huib knikte vraolijk, ten teeken, dat hij
de opdracht volkomen begrepen had.
De oude man gaf hem nu vlug de nomen
op van die menschen, waar Huib zijn moest
en verliet toen ijlings zijn huis. Hij moest
zorgen weer bij de 0o6tpoort te zijn, daar
was zijn post en zeker zou Zwarte-Jan al
van zijn bezoek aan de vroedschap zijn
teruggekeerd.
Huib kreeg vatn de bakkerin een lekker
versoh broodje en toen hij dat opgepeuzeld
had, ging hij op pad. Hij wist al de men
schen, die Dominicus hetn genoemd had,
wel te wonen en wist hij het niet zeker,
dan kon Hij altijd nog vragen.
Dat is waar ook, daar was hij heelemaal
z'n boodschap voor moeder vergeten. Gauw
terug, de boodschap gedaan en toen op pad
voor Jan Dominicus.
Neen maar nu zou hij zeker knecht wor
den bij den bakker, dat stond nu als een
paal boven water. Dominicus kende hem
immers nu, en hij wist dat hij een broer
was van een Watergeus. Wat zeide hij ook
van Hendrik? O ja, Hendrik was vanmor
gen aan de Oostpoort geweest, om te zeg
gen. dat de Spanjaarden op komst waren.
Dat moest hij moeder vertellen, nu wist
zij zéker, dat Hendrik te Rotterdam was.
Gek, dat hij heel niet naar de Valken-
steeg gekomen was. Zeker veel te druk ge
had met de Spanjaarden, nu. Och ja. Wa
tergeuzen hadden 't verbazend druk, dat
wiet ieder. Later als hij Watergeus was,
zou hij het ook druk hebben, maar dat
hinderde niemendal. Hij had het wel graag
erg druk. En dan 't ging immers om de
vrijheid, en voor Prins Willem, ja en tégen
de Spanjaarden, die moesten het land uit.
Dominicus was toch ook een èahte Geus.
't Hinderde toch eigenlijk niets, dat hij
Roomsoh was, hij zou e» alevgl een besten
lAias aan hebben.
't Was beter als de bakker Gereformeerd
werd.
Vader zei altijd: „De menschen weten
niet beter, zij zijn blind voor de dwalingen
van de Ricnmsche Kerk, laten wij God dan
ken, dat Hij ons met den Bijbel heeft be
kend gemaakt en met het Heerlijk Evan
gelie. Wij weten nu, dat onze zonden ver
geven worden, alléén om de verdiensten
ven den Heere Jezus."
Ja, vader was toch 'n beste man.
En 'n vrome man ook.
Huib wilde ook worden zooals z'n vader,
ja en ook als Hendrik, 'n dappere Water
geus
Maar diaar was hij bij de eerste menschen
die hij waarschuwen moest.
Fluks deed Iittib z'n boodschap.
De menschen bedankten hem vriendelijk,
zorg en vrees sticaid op hun gelaat te lezen,
doch de boodschap van Huib was een lidht-
straaj. Vlug liep hij verder naar een volgend
adres.
Ziezoo, dat ging vlug, hij had ze allen al
gehad, ze woonden niet ver uit eikaar. Nu
naar huis. Moeder zou misschien wel brom
men, zeggen dat hij nu wéér zoo lang was
weggebleven, mi nog wel, nu de stad vol
rumoer was, nu er groot gevaar was van
de Spanjaarden en de menschen in duizend
vreezen verkeerden.
Huib liep 6nel den Steiger langs.
Op de Hoogstraat hoorde hij veel rumoer,
maar hier op den Steiger was liet stil, hier
zag hij niet veel menschen.
Ja, best mogelijk, dat moeder straks
bromt, maar zij weet ook niet ivat ik heb
gedaan.
Ik heb toch eigenlijk een beetje Water
geuzen-werk gedaan, ik heb toch ook mee
geholpen. Als vader en moeder nu maar
vlug wilden meegaan, naar het huis van
Jan Dominicus op don lioak van het Hang.
Daar was de Valkensteeg al.
Vlug wipte Huib de ouderlijke woning
binnen.
„Jongen ben je daar eindelijk, o ik bon
al zoo ongerust," zei vrouw Sybrands toon
de jongen binnenstapte.
„Ja moeder, maar ik zal u vertellen
„Hoor eens Huib, je had veel eerder thuis
moeten zijn." zeide moeder, die meende,
dat Huib allerlei uitvluchten zocht.
Nu vertelde Iluib z'n verhaal.
Van Hendrik eerst.
O wat was moeder blij met dat bericht.
„Geve de Heere, dat we hem straks be
houden hier mogen hebben", zuchtte moe
der Sybrands.
Nu vertelde Iluib van Ixvkk- Jotmiuicus
Moeder hoorde er toch van op.
„Maar jongen," zei moeder, „wij kunnen
er tooli niet aan denken naar liet Hang te
gaan, dat is veel te ver en vader is nog
niet llniis on dan daarbij, Dominicus is
Roomscli, Hij Hoeft natuurlijk al z'n Room-
sclie vrienden uitgtnicodigd, wat moeten
wij daar bij doen?'.'
„O, maar moeder, 't is zoon vriendelijke
man."
„Maar Iluib, we zullen eens zien wat va
der or van zegt. Als iiet gevaar inderdaad
groot is zal vader vei spoedig hier zijn,
maar komt vader niet thuis, dan dreigt er
ook niet vrel gevaar."
Doch vader kwam wol thuis.
Z'n gelaat drukte groote zorg en vrees uit
„Hoe is liet?" vroeg moeder.
„Er is alle kans, dat we de Spanjaarden
binnen krijgen, vrouw" zeide de bierbrou-
werslcnecjit, „er werd mij zoo even al ver
teld, dat de Oostpoort open is en dat er op
het Oost-plein lievig gevoohten wordt, 't
Kan wel waar zijn, want ik hoorde in die
richting een geweldig rumoer."
Nu vertelde moeder de berichten, waar
mee Huib was thuis gekomen.
Vader schudde liet hoofd.
Naar Jan Dominicus, daaraan was niet
te dertien. Dat was te ver, in dien tusschen
tijd konden de Spanjaarden de Groote
Markt wel bezet hebben en dan was hun de
pas afgesneden.
„En «ls wij de deur sluiten en Hendrik
komt thuis, wat dan?" vroeg vader.
(Wordt vervolgd)