S4L4DIHE €enouïïbaiierlanbscl) «ükbruik... Van Mrdamsche ionaens uit dan Soaanschen tiid MAAS- EN SCHELOFRODE ZATERDAG 29 DECEMBER 1934 Gemengd Nieuws* SCHEEPSRAMP OP HET IJSELMEER ONTZETTENDE AUTORAMP ROND DE „UIVER"-RAMP DE SNIP IN WILLEMSTAD (^Itebollen Beccpt Sloep met visschers afgedreven Woensdagmiddag om twee uur is het s.s. Calypso van de K.N.S.M. in de ha ven van IJmuiden aangekomen, met aan boord vier Scheveningsche vis- sohers, de gebroeders Verbaan en de gebroeders Ballen, die Zaterdagmiddag, toen ze in een sloep langs de kust aan het visschen waren, door den sterken Oostelijken wind zijn afgedreven en door den stroom in de vaarroute zijn terechtgekomen. Zij hebben daar niet minder dan drie-en-een halve dag hul peloos rondgedobberd, totdat zij Woens dagmorgen door de Calypso werden op gemerkt en aan boord genomen. De mannen, die gedurende al die dagen geen schip hadden ontmoet en groote ontbering hadden geleden, waren over gelukkig, toen zij werden ontdekt. Op dat moment was het buitengewoon heiig, zoodat zij van geluk mogen spre ken, dat men hen heeft gezien. De sloep hebben zij achtergelaten. De bemanning van de Calypso was van het afdrijven der sloep door middel van de radio op de hoogte gesteld, zoo dat men reeds op den uitkijk stond. De sloep werd opgepikt ten Noorden van Scheveningen. Bij aankomst te IJmuiden waren de mannen weer geheel opge knapt en zagen er frisch en mon ter uit. Fel vuurgevecht langs de grenzen Eén doode en vele gewonden Dinsdagnacht vond aan de Belgische grens, nabij Gastel, een lievig vuurgevecht plaats tusschen kommiozen en smokke laars, meldt „Cetem". Een Hollandisclie kom mies, cp patrouille langs de grens, stootte op een grooten troop smokkelaars. Het gelukte hem een der smokkelaars te grijpen en diens fiets en smokkelwaar :n beslag te nemen. De overigen zochten hun heil in de vlucht. Toen zij echter bemerk ten, dat de ambtenaar alleen was, kwamen zij terug en omsingelden liern. De kommies zag zich genoodzaakt zijn arrestant los tc laten, daar zijn positie zeer benard werd. De bewoners van Gaste' kwamen de smok kelaars te hulp en bestookten den kommies met steenen en andere projectielen. Plotse ling verscheen er assisentie voor den kom- Een akelig avontuur Zaterdagavond heeft de 60-jarige v. d. L. uit Halsteren in de Oster-Schclde een akelig avontuur beleefd, waarvan het N. v. d. D het volgende meent te weten. De man was, gelijk dit meer wordt gedaan hij laag water op het slib van de Schelde geloopen om daar alikruiken te zoeken. Toen hij daarmee reeds eenige tijd bezig was, kwam plotseling een zware mist opzet ten,. waardoor de man werd verrast. Hij trachtte aan wal te komen, doch dwaalde hoe langer hoe verder af. En alsof dit nog niet voldoende was, zakte hij plotseling tot aan zijn middel in de modder weg, zonder kans te zien zich hieruit los te werken. Met de minuut werd hij vaster gezogen. Zijn toestand werd vreeselijk tot de vloed kwam opzetten, en vrijwel alle hoop op redding verloren scheen. Drie lange uren heeft hij zoo in den donkeren nacht doorgebracht. Eindelijk dook plotseling uit de mist een boot op, die op eenigen afstand toevallig aan den grond was geloopen. Na eenige vergeefsche pogingen wist de arme man de aandacht der opvarenden van de „Bergen op Zoom 3" te trekken. Aanstonds werd daar toen een sloep uitgezet, en hoewel men den ongelukkige niet kon zien, wist men hem, afgaande op het geroep te vinden. Met ver eende krachten werd de man uit de mod der getrokken en in de boot geheschen. Ten gevolge van de dikke mist kon men toen de stoomboot niet dadelijk terugvinden. Aan boord werd de man van droge kleeren voorzien en kreeg er een warm plaatsje, zoodat hij spoedig weer opknapte. ARNOLD SPOEL Een portret aangeboden In het Gebouw voor K. en W. te Den Haag is Woensdag een door Sommer geschilderd portret van Arnold Spoel aan het bestuur van dat gebouw aangeboden, om daar te worden geplaatst waar 't publiek het steeds zou kunnen zien. Dr C. H. P. Meyer sprak daarbij namens de Haagsche atdeeling van Volkszang en wekte krachtig op tot voort zetting van Spoels werk. Mr Hijmans aan vaardde namens het bestuur het portret eer biedig en gaarne en zeide, dat het een blij vende plaats in den foyer krijgt, als een herinnering voor duizenden en een aanspo ring voor de jonge generatie. Twee personen verdronken Maandagavond te half acht is het 900 ton metende sleepschip „Noord geul", schipper Bouwman, dat te half drie Maandagmiddag met een lading grint van de Oranjesluizen op weg naar Enkhuizen vertrokkenwas, op 5 mijl heneden Marken door het inslaan van de luiken, plotseling gezonken. Aan boord bevonden zich, behalve den schipper en diens vrouw, een broer van den schipper en twee knechts. Allen hebben zich in de boot begeven om zich te redden. Vermoedelijk door overbelasting is deze boot gekapseisd, met het gevolg, dat de vrouw van den schipper en een knecht verdronken zijn. De drie anderen konden door de sleepboot „Onderneming" van de hoofd stedelijke firma Huisman, welke boot de, Noordgeul" sleepte, aan boord worden genomen. Zij zijn naar Amsterdam gebracht. Een onderhoud mot een der geredden Nader wordt gemeld, dat zioh vier per sonen aan boord hebben bevonden. De schipper, H. Bouman en diens broer A. Boumau, beiden uit Botterdam, konden wot den gered. De vrouw van den schipper, uo 30-jarige Anna Bouman, ie verdronken, evenals de knecht, de ongeveer 30-jarige F. Foelt uit St Goar (Did). Een redacteur van het Persbureau Vaz Dias had nog een onderhoud met de beide geredden van het sleepschip „Noordgeul", alsmede met den sleepbootkapitein, den heer H. Schaap uit Amsterdam. Zij vertel den het volgende: Den gehoelen avond had er reeds een (lin ken wind gestaan, welke allengs aanwak kerde tot een vrij sterke bries uit Oostelij ke richting. De hooge, korte golven kwa men dwars op het schip te staan. Bij het overkomen van een der zware zeeën, is met donderend geweld een aantal houten lui ken ingeslagen, met hei gevolg, dat het schip over de geheele lengte, welke 67. M bedraagt, vol water liep. In een oogwenk maakte het schip slagzij naar stuurboord De schipper, id. Bouman, die de gevaarlijke situatie inzag, rende naai het voorschip om den lantaarn neer tp heien, waardoor hij hoopte, dat de sleepbootkapitein zou bemer ken, wat er aan de hand was. Er was geen tijd meer voor het geven van andere nood signalen. Inruiddel6 namer. de overige d."i? opvarenden, de vrouw van den sehippT. diens broer en de knecht in de roeiboot, dia achter hot schip aanvoer, plaats, waarbij zich een oogenblik later de schipper voor de. Het sleepsoliip, dat geheel vol water was eeloopen, zonk met groote snelheid recht standig. Pas op dat moment werd eg- de sleepboot, welke honderd meter voor he* schip uit voer, bemerkt, wat er geschiedde, doordat er geen gang meer kwam in de sleepboot en de machines zwaarder begon nen te loopen. De heer Schaap heeft toen onmidellijk de 6leeptros gekapt en is met zijn vaartuig te hulp gesneld. Het bleek toen, dat de kleine roeiboot door een grond- zee was opgenomen en gekapseisd, terwij! de opvarenden hulpeloos ronddreven. Doo» de duisternis was het echter vrijwel onmo gelijk om de reddende hand te bieden. Do kapitein van de sleepboot, die tot driemaal toe om de drenkelingen heen voer, bemerk te ten slotte, dat zioh twee van hen, de ge broeders Bouman, aan de roeiboot hadden vastgeklemd. Niet dan met de grootste moeite siaagdj hij er in. de twee mannen, die geheel waren uitgeput, aan boord van de sleepboot te krijgen. Hij hoeft daarna nog gepoogd een spoor van de beide ove rige personen ie vinden, doch hij is daarin niet geslaagd. De beide gereddon hebben meer dan twintig minuten met den dood geworsteld. Telkens werden zij van de roei boot, waaraan zij zich trachten vast (e houden, afgeslagen, dooh zwemmende wis ten zij haar steeds weer te grijpen. De sleepboot is met de beide mannen aan boord naar Amsterdam teruggevaren, waar zij van droge kleeren werden voorzien en onder dak gebracht. Onderweg zijn verschil lende 6Chepen gepraaid en met de ramp in kennis gesteld, om aanvaringen met hot wrak te voorkomen. Ook het loodswezen is gewaarschuwd, hetwelk een baken zal plaatsen op de plek van liet gezonken schip Toen d-e sleepboot terugkeerde, stak nog een der lantaarns boven zee uit. Het water heeft ter plaatse een diepte van vier meter. Het ongeluk gebeurde op vijf mijl hover, Marken, koens Enkhuizen, men hoopte om elf uur in deze haven te arriveeren. Het gezonken sleepsoliip, dat een lengte heeft van 67 M. en 8 M. breed is, heeft een tonnemaat van 096 ton en was geheel ge laden met grint. Het schip, dat te Rotter dam thuiebèhoort, eigenaar A. do Bakker, was op weg van Asselt Lbg) naar Enkhui- zen. De lading wérd verscheept voor reke ning van de firma Rauwen en Sterken te Utreoht. Het schip was drie jaar oud en de schipper had reeds twee reizen ermee over het IJsselmeer gemaakt. De kapitein van de sleepboot, die jaren lang vaart en nog nooit een schip heeft verspeeld, was diep onder den indruk van deze veiischrikelijke ramp. Zeven jonge menschen verdronken Drie broers en een zuster Men meldt ons uit E m m e n: In den vroegen morgen van Donder dag, omstreeks half drie, heeft te Munster scheveld, gemeente Emmen, een ernstig ongeluk plaats gehad, waarbij zeven per sonen het leven hebben verloren. Een negental personen keerde met een huurauto van de firma E. van Hoving te Emmer Compascuum terug van een mu ziekfeest te Stadskanaal. Door tot nog toe onopgehelderde oorzaak reed de auto, die bestuurd werd door den heer Harm Buter, op Kuipersklap, een ophaal brug over het Hoofdkanaal nabij de R.K. kerk te Munsterscheveld, tegen de linker- leuning van de brug. Tengevolge hiervan sloeg de auto naar rechts en schoot voor bij de klap door de ketting in het kanaal Het voertuig verdween bijna onmiddellijk geheel onder water, waarbij het over den kop sloeg. De zeer volle wagen maakte het voor de inzittenden niet mogelijk zich te redden. Slechts twee van hen, n.l. de heer J. van Bijlen uit Zwartemeer en mej. Antje Buter uit Emmer Compascuum wisten er het leven af te brengen. De heer J. van Bijlen wist zich zelf uit de auto te werken en was zoo spoedig uit het water, dat hij nog de tegenwoordig heid van geest bezat om te trachten an deren te redden. Dit gelukte hem alleen ten opzichte van Mej. Antje Buter, die hij uit de auto wist te trekken en op het droge te brengen. De heer J. van Bijlen kon zich naar huis begeven, doch Mej. Buter moest naar het Academisch Zie kenhuis te Groningen worden vervoerd. De andere zeven inzittenden van Üe auto konden niet worden gered en zijn allen verdronken. Hun lijken werden later opgehaald. Het zijn Harm, Lucas, Gesienus en Margien Buter, drie broers en één zuster, ailen kinderen van den timmerman H. Buter te Emmer-Compascuum, Dientje Meyer uit Emmer-Compascuum, Hillic Voslander uit Groningen en Geert Oos- terveld uit Borger. Zoo spoedig mogelijk was hulp ter plaatse, welke echter geen redding heeft kunnen brengen. r»e auto is later opgehaald. Er was onrust over de K XVIII Geen radioberichten kwamen door Kleins storing ds oorzaak Om één uur in den nacht van Zondag op Maandag seinde dc commandant van de K XVIII voor het laatst zijn „Alles wel aan boord". Toen kwamen er geen berichten meer door. Heel den Maandag was het stil in den aether; op radio-oproepen, die uitgezonden werden, kwam van de K 18 geen antwoord binnen. Ingewijden begon nen zich hierover ernstig te verontrusten. Alle schepen, die zich in de nabijheid van onze Nedcrlandsche duikboot moesten bevin den, werden gewaarschuwd, met het ver zoek naar de K 18 uit te willen zien. Eerst Dinsdagavond omstreeks zes uur ving Sche veningen opnieuw een telegram op, dat als volgt luidde: „Ware plaats 12 uur 11 graden 39 minu ten Westerlengte, Noordoost passaat, kracht 3, commandant K XVIII. Tengevolge van een kleine radio-storing zijn de plaatsbepalingen van de beide vori ge dagen niet overgeseind". De positie van Woensdagmiddag 12 uur was; ,10 graden 1 minuut Noord en 22 graden 14 minuten West. Alles wel aan boord". Naar thans blijkt uit doorgezonden mede- deelingen, was een onderdeel der radio-in stallatie doorgebrand. Het opsporen van dit defect heeft heel veel moeite en tijd gekost. Onze mannen aan boord der K 18 blijken gezond en veilig! Men heeft met een eigen gemaakte Kerstboom Kerstfeest gevierd waarbij de commandant een korte toespraak hield. Alles was wel aan boord. Vermoedens omtrent oorzaak Naar wij van deskundige zijde ver nemen- heeft het medische onderzoek uitgewezen, dat de inzittenden van de Uiver" rioor den bliksem getroffen zijn. Dit bevestigt dus de resultaten van het gemelde eerste onderzoek van de „Leeuwerik", Geyssendorffer, Sillevis, den adj--chef van den Techn. Dienst van de K.L.M., den heer Beliage en den inspecteur der Indië-route den heer Moes dat de bliksem in het toestel is geslagen. De „Ui ver" zou dus daarop stuurloos naar beneden zijn gevallen. De geheele situatie aan boord van de „Uiver", zooals deze bij het onderzoek gevonden is, wijst er op- dat de beman ning geen enkelen maatregel meer heelt kunnen treffen toen de bliksem insloeg. Indische deelneming De vereeniging van regentschappen van Java en Madoera heeft, naar Aneta meldt, te Batavia een vergadering gehouden, waar- In de regent van Batavia de Uiver-ramp herdacht. Spr- zeide, dat Nederiand een zwaar verlies heeft geleden, terwijl voor Indië twee figuren zijn weggerukt, de heer Berretty en prof. Walch. Minister Coiijn heeft Aneta zijn deelne ming betuigd. De weerberichten De weerberichten, waarover gezagvoerder Beekman bij het vertrek van de „Uiver" op den avond van 19 December uit Cairo be schikte, bevatten uitvoerige gegevens van de volgende stations langs de route Gaza, Ramleh, Amman en Rutbah, terwijl daar aan tevens een weersverwachting over het traject Rutbah—Bagdad was toegevoegd, samengesteld door den meteorologischen dienst van Irak te Ilinaidi. Uit deze weerberichten bleek, dat er wel is waar veel plaatselijke onweders werden gemeld op eenige waarnemings stations, doch dat de algemeene weers- toestand op het oogenblik, dat de waar- nemingen werden uitgezonden, gunstig Ook de reeds genoemde verwachting, die geldig was op 19 December van 21 uur G.M.T. af. vermeldde niets verontrustends. Zoowel het zicht (meer dan 16 K.M.) als de wolkenhoogte (600 M. in de buurt van Rutbah, verder op de route 1200 M.) was gunstig te noemen. Kans op onweer werd in deze verwach tingen niet uitgesproken. Deze weerberich ten gaven den gezagvoerder dus geen enkele aanleiding tot rle veronderstelling, dat hij bij Rutbah in een uitzonderlijk zwaar on weer zou komen- Begrafenis der slachtoffers Op het Engelsche kerkhof te Bagdad zijn Zondag de zeven slachtoffers van de „Uiver"-ramp plechtig in een ge- meenschapptlijk graf ter aarde besteld. De begrafenis had plaats om 9.20 uur A. T. en geschiedde met militaire eer. Engesche vliegeniers droegen de kisten, die met de Nederlandsche vlag en bloe men en kransen der K.L.M. waren ge- dekt, grafwaarts. De plechtigheid werd door de geheele Europeesche kolonie te Bagdad bijgewoond en door alle ter plaatse aanwezige buitcnlandsche con suls. De Nederlandsche consul vexte- genwoordigde daarbij de Nederlandsche regeering en de K.L.M., daar de K.L.M.- vertegenwoordiger Peters te Roetbah vertoefde, met het oog op het daar in gestelde „Uiver"-onderzoek. De Ameri- kannsche geestelijke, Rev. John R a d e a u, en twee Katholieke geeste lijken namen aan de plechtigheid deel. Naar wij vernemen is er van do zijde der K.L.M. nog geen beslissing genomen of de overblijfselen der slachtoffers la ter naar Nederland zullen worden over gebracht. Naar het schijnt levert dit in ver band met de wetgeving van het betrok ken land nog moeilijkheden op. Het is echter niet uitgesloten, dat later toch nog toestemming zal kunnen worden verkregen voor overbrenging van het stoffelijk overschot der slachtoffers naar ons land. Het verdere onderzoek Het logboek van de Uiver" is op het ter rein van de ramp teruggevonden, maar naar gemeld wordt, werpt dit geen nieuw licht op de oorzaak van de catastrofe. Door een troep Arabische koelies wordt thans nog tot op een halve mijl afstand van het wrak naar de verspreid liggende poststuk ken gezocht. De „Uiver"-post De „Rijstvogel" met Viruly als gezagvoer der is te Roetbah geland, heeft aldaar 20U K.G. van de circa 390 K.G. „Uiveri'-post overgenomen, en is vervolgens doorgevlo gen naar Bagdad. Zooals hierboven reeds gemeld, doet men nog steeds pogingen liet restcerende deel der mail terug te vinden. Hartelijke doch sobere ontvangst Te half vier Zaterdag landde ie Cura sao de Snip op vlotte wijze. In verband met 't ongeval van de Uiver waren de voorgenomen huldigingen, feestelijkhe den alsmede de aanbieding van herin neringsgeschenken uitgesteld. Op hot vliegveld van Willemstad had slechts een eenvoudige ontvangst plaats, terwijl ook de intocht in Willemstad voor zoover dat met liet enthousiasme van de bevolking mogelijk bleek, zoo sober mogelijk was gehouden. De Gouverneur van Curacao heette de vliegers hartelijk welkom, feliciteerde hen met hun schitterende prestatie en deelde hen daarna mede, dat zij benoemd waren tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Daarna sprak de voorzitter van liet hul digingscomité namens de bevolking. Deze bood den vliegers zijn gelukwcnschen aan waarna verschillende kransen werden over handigd. Do bevolking was zeer enthousiast; de geheele stad was met vlaggen versierd. Een eindelooze stoet van auto's begeleidden de vliegers op hun intocht naar Willemstad, ,„MAAS"-N YMFHE A'. PLAATSVER VANG STER Een meisje, in de bakvischmaat, Viel dezer dagen flauw De moeder schrok, ivus ongerust Dat is een moeder gauiv Toen riep ze vlug haar oudsten zoon: Je zusje is niet goed Loop even naar den dokter toe „Zeg dat hij komen moet!" De jongen greep terstond z'n fiets En toog naar d' esculaap Intusschen trachtte moe het kind Te wekken uit haar slaap. Ze nam een fleschje lodderijn Het middel, naar men zegt Een met dat spul begoten doek Werd op den neus gelegd. Ze deed nog meer: ze nam een spons Van ijskoud water nat Toen gaf ze slapen, hals en pols Een sterk verkoelend bad. Ze had succes: het kind kwam bij En zuchtte extra diep Vertelde moeder dat ze juist Zoo overheerlijk sliep. Mama was blij en toch weer niet: Als straks de dokter kwam Dacht die misschien dat men hem hier Wat in het ootje num. Een goede raad is dikwijls duur Maar zij had hem vdor niks: „Ik ga naar bed, zeg, als hij komt: „M'n moeder is niet fiks!" Ze klaagde, toen de dokter kwam, Van hoofdpijn enzoovoorts Van koude rilling in den rug En zenuiv-zinkings-koorts. De dokter was een pient're baas Hij had het zaakje door Toen schreef hij de gezonde vromu Een weekje bedrust voor. (Nadruk verboden.) HAK ATE. Het is een oud-vaderlandseh gebruik voor Oudejaarsavond oliebollen, beignets of sneeuwballen te bakken. Doe hetdit jaar met Saladine, de fijnste Slaolie die U nemen kunt, volgens onderstaand recept en Oudejaarsavond wordt Smulavond. '\i pond bloem, 35 gram gist, lei, 2'Jt d.L.melk, (VI2 ons sukade krenten, rozijnen), 1 eetleprl suiker, 1 theelepel zout25 oliebollen. De gist met een weinig warme melk aanmaken. Daarna het deeg met de rest van de melk en 'h pond bloem mengen Het gistdccgje erdoor werken en dan eerst hel zout en ei doorkloppen. Laten rijzen op een warme plaats en doorslaan, tevens sukadekrenten en rozijnen toevoegen. In 25 stukjes deelenopbollen en op een met meel bestrooide plank leggen Nogmaals flink laten rijzen en in middelmatig heete Saladine bakken, ongeveer 8 minuten. Daarna wentelen in suiker vermengd met kaneel GOUDZEGEL 85 CENT PER FLESCH ZILVERZEGEL 6b CENT PER FLESCH (10 „Juist, een jongen van Sybrands, den brouwersknecht. Ja, je vader ken ik best, een trouwe flinke man." Huib kreeg 'n kleur van genoegen. Zoo e'n vader te hoos-en prijzen, deed hem goed. „Je broer is ook 'n flinke kerel", psaatte de oude man voort, „van morgen kwam hij ons waarschuwen, dat de Spanjaarden in aantocht waren. Hij heeft bij den Briel ge streden, hij is een Watergeus." „Ja", knikte Huib vol trots. „Jongen, als je ook zoo'n flinke vent wordt, zal 't vaderland plezier van je be leven. Jte. vrouw help jij dien jongen maar" zeide hij opeens, zioh tot zijn vrouw wen dende, die inmiddels den winkel was in gekomen. „Ik moet noodiig weg." „Wacht eens," vervolgde hij meer tot zich «elf dan tot z'n vrouw of Huib, „wacht eens, daar schiet me wat. te binnen. Zee jongen kan jij flink boodschappen doen?" Huib antwoordde maar niet, 't hield op diat punt niet over, dat wist hij wel. .Vrouw," vervolgde de bakker, „hij moest die boodschappen maar voor ons doen, hij is i h oer van een Watergeus, hij zal wel flint- v->n aanpakken weten aits het tegen de Spanjaarden gaat." Droomde Huib? .Was het heuscth waar, wat hij den ouden bakker diaair hoorde zeggen. „Hij is de broer van een Watergeus." Ja, maar dat was hij toch ook. Nou of hij de broer van een Watergeus was en hij wilde niet6 lie ver dan zelf ook een Watergeus worden. Wat zou de bakker nu hebben? Als het tegen de Spanjaarden ging, zeide hij im mers. Neen maar, dat moest Geurt hooren. Dat was wat andcis dan een ouden pater plagen. Wat was dat eigenlijk laf geweest, dat wilde hij nooit van z'n leven meer doen Dappere daden doen, dat wilde hij veel liever. „Je hetbt toctlt wel een beetje tijd, vrind?" vroeg de bakker. „Ja," kinkte Huib, geheel vergeten, dat hij moeder beloofd had vlug te zullen thuis komen. „Nu luister dan eens goed," ging de bak ker voort. „De Spanjaarden staan voor de poort. Wellicht zullen z-e binnen komen en dan vree» ik het ergste. Spanjaarden zijn nooit te vertrouwen. Ik heb hier onder m'n huis een grooten kelder, waarin wel hon derd mensehen geborgen kunnen worden. Ik wilds wel, dat je vlug enkele van m'n vrienden ging waarschuwen en hun zeggen, dat zij naar mijn huis moeten komen. Vrouwen en kinderen, allen zijn welkom." De bakker noemde nu enkele namen van z'n bekenden op. „Pater Frenius was hier straks en diie be loofde mij, dat hij ook verschillende vrien den zou waarschuwen, ma.ar hij kon ze na tuurlijk allen niet gaan opzoeken." „Wat scheelt er aan jongen?" vroeg hij opeens, „je krijgt zullk een roode kleur, wordt je bang?" Huib vvaa geschrokken toen lnj zoo op eens den naam van den pater hoorde noe men, dat was de oorzaak van z'n roode wangen, maar nu zei hij moedig; „Bang, Dominicus? heelemaal niet hoor, ik ben immers de broer van een Watergeus?" „Ja dat is waar ook, zeer waar, ik ver trouw wel, dat je best diurft doen, wat ik je vraag. En als je bij m'n verschillende vrienden geweest ben, loop dan vlug naar huis en zeg, dat je veder met je moeder en de kinderen ook hier heen mogen komen. Hier zijn ze volkomen veilig, als de Heere mijn hui6 bewaart. Jij mag ook mee ko- men." Huib knikte vraolijk, ten teeken, dat hij de opdracht volkomen begrepen had. De oude man gaf hem nu vlug de nomen op van die menschen, waar Huib zijn moest en verliet toen ijlings zijn huis. Hij moest zorgen weer bij de 0o6tpoort te zijn, daar was zijn post en zeker zou Zwarte-Jan al van zijn bezoek aan de vroedschap zijn teruggekeerd. Huib kreeg vatn de bakkerin een lekker versoh broodje en toen hij dat opgepeuzeld had, ging hij op pad. Hij wist al de men schen, die Dominicus hetn genoemd had, wel te wonen en wist hij het niet zeker, dan kon Hij altijd nog vragen. Dat is waar ook, daar was hij heelemaal z'n boodschap voor moeder vergeten. Gauw terug, de boodschap gedaan en toen op pad voor Jan Dominicus. Neen maar nu zou hij zeker knecht wor den bij den bakker, dat stond nu als een paal boven water. Dominicus kende hem immers nu, en hij wist dat hij een broer was van een Watergeus. Wat zeide hij ook van Hendrik? O ja, Hendrik was vanmor gen aan de Oostpoort geweest, om te zeg gen. dat de Spanjaarden op komst waren. Dat moest hij moeder vertellen, nu wist zij zéker, dat Hendrik te Rotterdam was. Gek, dat hij heel niet naar de Valken- steeg gekomen was. Zeker veel te druk ge had met de Spanjaarden, nu. Och ja. Wa tergeuzen hadden 't verbazend druk, dat wiet ieder. Later als hij Watergeus was, zou hij het ook druk hebben, maar dat hinderde niemendal. Hij had het wel graag erg druk. En dan 't ging immers om de vrijheid, en voor Prins Willem, ja en tégen de Spanjaarden, die moesten het land uit. Dominicus was toch ook een èahte Geus. 't Hinderde toch eigenlijk niets, dat hij Roomsoh was, hij zou e» alevgl een besten lAias aan hebben. 't Was beter als de bakker Gereformeerd werd. Vader zei altijd: „De menschen weten niet beter, zij zijn blind voor de dwalingen van de Ricnmsche Kerk, laten wij God dan ken, dat Hij ons met den Bijbel heeft be kend gemaakt en met het Heerlijk Evan gelie. Wij weten nu, dat onze zonden ver geven worden, alléén om de verdiensten ven den Heere Jezus." Ja, vader was toch 'n beste man. En 'n vrome man ook. Huib wilde ook worden zooals z'n vader, ja en ook als Hendrik, 'n dappere Water geus Maar diaar was hij bij de eerste menschen die hij waarschuwen moest. Fluks deed Iittib z'n boodschap. De menschen bedankten hem vriendelijk, zorg en vrees sticaid op hun gelaat te lezen, doch de boodschap van Huib was een lidht- straaj. Vlug liep hij verder naar een volgend adres. Ziezoo, dat ging vlug, hij had ze allen al gehad, ze woonden niet ver uit eikaar. Nu naar huis. Moeder zou misschien wel brom men, zeggen dat hij nu wéér zoo lang was weggebleven, mi nog wel, nu de stad vol rumoer was, nu er groot gevaar was van de Spanjaarden en de menschen in duizend vreezen verkeerden. Huib liep 6nel den Steiger langs. Op de Hoogstraat hoorde hij veel rumoer, maar hier op den Steiger was liet stil, hier zag hij niet veel menschen. Ja, best mogelijk, dat moeder straks bromt, maar zij weet ook niet ivat ik heb gedaan. Ik heb toch eigenlijk een beetje Water geuzen-werk gedaan, ik heb toch ook mee geholpen. Als vader en moeder nu maar vlug wilden meegaan, naar het huis van Jan Dominicus op don lioak van het Hang. Daar was de Valkensteeg al. Vlug wipte Huib de ouderlijke woning binnen. „Jongen ben je daar eindelijk, o ik bon al zoo ongerust," zei vrouw Sybrands toon de jongen binnenstapte. „Ja moeder, maar ik zal u vertellen „Hoor eens Huib, je had veel eerder thuis moeten zijn." zeide moeder, die meende, dat Huib allerlei uitvluchten zocht. Nu vertelde Iluib z'n verhaal. Van Hendrik eerst. O wat was moeder blij met dat bericht. „Geve de Heere, dat we hem straks be houden hier mogen hebben", zuchtte moe der Sybrands. Nu vertelde Iluib van Ixvkk- Jotmiuicus Moeder hoorde er toch van op. „Maar jongen," zei moeder, „wij kunnen er tooli niet aan denken naar liet Hang te gaan, dat is veel te ver en vader is nog niet llniis on dan daarbij, Dominicus is Roomscli, Hij Hoeft natuurlijk al z'n Room- sclie vrienden uitgtnicodigd, wat moeten wij daar bij doen?'.' „O, maar moeder, 't is zoon vriendelijke man." „Maar Iluib, we zullen eens zien wat va der or van zegt. Als iiet gevaar inderdaad groot is zal vader vei spoedig hier zijn, maar komt vader niet thuis, dan dreigt er ook niet vrel gevaar." Doch vader kwam wol thuis. Z'n gelaat drukte groote zorg en vrees uit „Hoe is liet?" vroeg moeder. „Er is alle kans, dat we de Spanjaarden binnen krijgen, vrouw" zeide de bierbrou- werslcnecjit, „er werd mij zoo even al ver teld, dat de Oostpoort open is en dat er op het Oost-plein lievig gevoohten wordt, 't Kan wel waar zijn, want ik hoorde in die richting een geweldig rumoer." Nu vertelde moeder de berichten, waar mee Huib was thuis gekomen. Vader schudde liet hoofd. Naar Jan Dominicus, daaraan was niet te dertien. Dat was te ver, in dien tusschen tijd konden de Spanjaarden de Groote Markt wel bezet hebben en dan was hun de pas afgesneden. „En «ls wij de deur sluiten en Hendrik komt thuis, wat dan?" vroeg vader. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1934 | | pagina 3