Gemeenteraad van Herkingen Kerk en School BUITENLAND. Last van Uw zenuwen? Van Rotterdamsche ionras uit den Soaanschen tiid 1934 iEN 'iek* MAAS- EN SCHEI OFRODE ZATERDAG 15 DECEMBER 1934 ro Gemeenteraad van Stellendam BOERING OVER HET TESTAMENT VAN ERNST GROOTE HOTELBRAND TE LANSING p fcmber 1934, te pn Hotel Regier, van: rksland aan den laai, kad. Sectie Ihoorend tot den p. te Utrecht; en I uur. van: V. Maat) Bouw- ksJand. aan den P92 en 293, ver dijk; en Maat) Bouw- |8S en 289. ver- c. \ten t Geloof ermans his te Dirfcsland. Ier 1934, blj vei- lotel Meijer, bei- lond, te Middel- ctie B no. 1287, [>m toebehoor end i Hzooo te Mid- banvaarding 21 Itermans, pis te Dirksland. ■934 bij Inzet in 134 bij Afslag in piddags 3 uur te i de Nieuwstraat Verzoeke van de Sr. te Stad aan VAN BUREN. betreffende te St. Gerardus- mat 1. Dc2: 4f Kei 3. Pd2 Issingswedstrjjd 1 van een twee- Voor een fou- in mindering Jnten is nul), kn f 2.50 moét Iben. Ook niet- lmen tien keer Juurd, dan ver- len onoplosbaar Irijd. 1 de oplossings- |t'eld, zoodat de eventueel |zenden. strijd Irvank |4 K n |i8, Pd2 en e4, en c3, Pd4, zetten est \w& y' db S/ 9 §m X I B n en c8, Pc5 en 4 en h8, pi.e6, zetten irdag 12 Jan. 549 'al! blD (an- Ib4? Db8 na dl? 5. Dh6f) f Kd2 8. Kdl 3. Dc6 blD De2 mat) 5. Ke2 en wint. 2 t 2 3 2 3 2 3 2 3 2 3 2 3 2 3 2 3 133 97 79 78 70 57 25 7 E Langen. Geldleening van 31.000 gulden Woensdagmiddag kwam de Raad dezer gemeente in vergadering bijeen onder voor- zitersciiap van Burgemeester Charbon. Aanwezig zijn alle leden. De .Voorzitter gaat voor in gebed, wgarna de notulen van dn vorige vergade ring gelezen .crt Onveranderd worden goed gekeurd. Aan de. orde, zijn de ingekomen stukken. Ingekomen is proces-verbaal van de stand van kas en boeken van den gemeente-ont vanger. In kas was 743.48. Ingekomen, is een schrijven van den Mi nister, 'waarin bij zegt, dat hij geen termen aanwezig vindt om de schippers in het gar nalonheclrij f niet anders te behandelen dan andet;e-pctspnon, die zelfstandig zijn, n.l. in den-.Vorm. van werkverschaffing of steun. Op?..verzoek van Ged. Staten neemt de Raad een beslissing, op de vraag of do pre sentia. gelden: gehandhaafd moeten blijven. De raad besluit de presentie-gelden te hand haven. Ook de wethouderssalarissen wor den gehandhaafd. Een verzoet? aan L. Hoeve om verminde ring van hondenbelasting willen B. en W. niet inwilligen, omdat zijn hond wel los loopt, De heer R i e d ij k zegt, dat de hond nooit los loppt. De heer Vogelaar acht het beter, dat voor alle. honden 3,— betaald wordt, want ze loopen allemaal wel eens los, aldus spr. De Vobr.zitter: De hond is van den vader van den adressant. Het verzoek kan ulet. ingewilligd worden. Aldus wordt besloten. Ingekomen is een verzoek om verlaging van pacht 'van de Ver. tot bevordering van onroerend goed voor de landarbeiders to Stellendam.- B..«n W. stellen voor 1,70 te verminderen Aldus wordt besloten. Ingekomen is een adres van de Flakk. Be sturenbond, welk adres aan alle ge meenteraden gezonden is. Verschillende ver beteringen ten aanzien van werkverschaf fing en steun verleening worden wenschelijk geacht-.. De Besturenbond stelt voor, dat de Raad bij de Regeering hierop aandringt. B.',eti W. stellen voor dit verzoek niet in te willigen, omdat dit niet op den weg van den Raad ligt. Met 1 Dec. krijgen de werk- loozen een kolenbon van 1, De hoer II011 e m a n zegt, dat hij niet begrijpen-kan, dat B. en W. er bezwaar tegen hebben om adhaesie te betuigen. De nood is groot en de steun te laag. De heer Vogelaar zegt, dat het niet noodig is, dat andere menschen zich met onze' zaken bemoeien. Laten B. en W. nog oens goed uitkijken waar deze winter ar moe geleden wordt. Dan kunnen B. en W. altijd nog-zien. De heer Riemens: Kan geen geld op gehaald worden voor het Crisis-Comité? Dan krijgen we tenminste wat! De heer Vogelaar: Daar is geen be zwaar tegen. Allicht halen we wat op. Voor de een een deken, voor de ander wat anders. De .Voorzitter: Laat er een commis sie gevormd, worden. Ik geloof niet, dat er veel zal komen. Wethouder ILoek: Wilt U voorzitter worden, voorzitter? De V-0ör.zatter.: Ja zeker. De lieer Vogelaar: Indertijd is er een comité geweest. Toen is er niets van gekoT men. Hoe moet het nou. IfteL Thijs Jansen, die zat er toen ook in? De-Vbprzitte-r.-: Dat zoekt de com missie maar uit. Daar heeft dé raad niets mee,te maken. Ingek-omen is een verzoek van Ged. Staten om toe-te treden tot de gemeenschappelijke regeling tot onderlinge hulpverleening bij brand. B. en W. stellen voor toe te treden. Aldus wordt besloten. Ingekomen is een verzoek van Ged. Staten om het raadsbesluit te nemen tot goedkeu ring van de verordening inzake de heffing op kosten-, van hesmettelijke ziekte. De ^verordening wordt goedgekeurd. Ingekomen is een verzoek van de Emgo om weer een contract van 25 jaar aan te gaafi. Het voordeel van dit contract voor de gemeente bedraagt 303,55 per jaar. De heer Riemens: Daar mogen ze een bedankje voor -hebben, alleen vind ik de tijd waf lang. De:' voorzitter: Het vorig contract duurde tien jaar. Nu wordt het Weer gewij zigd. Dal kan met het nieuwe contract ook, want de gemeenten zijn in -de Emgo verte genwoordig. De heer Vogelaar: Ik wou, dat ze nog eens 300 gaven, dan kregen ze nog eens twintig jaar. (Vroolijkheid). De .heer v. Oostenibrugge: Ik vind dat ook! Het contract wordt goedgekeurd. Ingekomen is een verzoek van den Minis ter van Binnenlandsche Zaken om de ver ordening -betreffende de salarissen aan den veldwachter te wijzigen. Het salaris moet voortaan bedragen van 1200,— tot 1600.—, Bijbaantjes mag de veldwachter niet meer hebben, althans ze mogen niet vergoed worden. De Voorzitter zegt, dat B. en W. tegen het - laatste bezwaar hebben. Die bepaling moet,er- uit. De heer Holleman zegt, dat hij gehoord heeft, dat de veldwachter ontslag zal nemen. De Voorzit, tér: Ja, dat is zoo. Dat geldt echter ook voor do nieuwe veldwach ter deze regeling. De Raad besluit de verordening vast te stellen. Alleen de bepaling betreffende de bijbaantjes. Wordt geschrapt. Hel: kohier voor de hondenbelasting wordt op 46,45 vastgesteld. Dan komt aan do orde het voorstel van B. en W. om een geldleening van 21.000, aan te gaan bij de Ned. Bank tegen ten behoove van de, Ned, Herv. School. De hoer Van Oosten brugge zegt, dat er geld vermorst Is met die huur van duizend gulden voor het noodgebouw. Do Voorzitter: Daar kan men ver schillend .over denken. Do heer Van Oostenbrugge: Hoe veel schoolbankenstaan er? De V oor z.l 11 er Dat weet ik niet uit m'11 hoofd? Wethouder Hoek: Wou je de kinderen laten staan? (vroohjkheid). De heer Van Oostenbrugge: Ik meende, dat er maar een bepaald aantal in een nieuwe school mogen staan, volgens de wet. De voorzitter: Och, ze zijn noodig geweest! We moeten niet ales zoo op de ke per beschouwen. De ééne keer zal er iets te veel, maar op andere dingen weer iets te zuinig geweest zijn. De heer Blokland: Ik vind, dat ze de gemeentekas royaal hebben aangesproken, temeer daar het iets totaal overbodigs gold. Wethouder Hoek: Dat is iets anders. Dan kan men zegen, de waterleiding is ook niet noodig geweest. De V 0 o r 7. i 11 e r U durft veel te zeggen. Dat zullen lang niet alle menschen met U eens zijn. De heer Vogelaar: We mogen wel stemmen over een gemeenteleening van 21.000,voor een school. Voor de bouw was 10.000,— noodig, maar die andere 11.000.waaraan zijn die opgegaan. Zou de raad de rekening eens mogen zien? De Voorzitter: Dat behoort tot de competentie van B. en W. U moogt echter de rekening wel eens in zien. Dé heer H 011 e m a n Kan een commis sie die rekening niet nazien? Wethouder Hoek: Het betreft hier een vaste leening, die aangegaan moet worden. Dat is altijd beter dan een kasgeldleening. De Voorzitter: Keurt de Baad de lee ning goed? De heer Vogelaar: De verantwoorde lijkheid neem ik niet op me. Ik wil eerst de rekening wel eens zien. Wethouder Hoek: Als de heer Vogelaar maar weet, dat het de kerkeraad ook geld gekost heeft. De heer II 011 e m a n Er is niet onderuil te komen, maar wel zon ik het goed vinden wanneer de rekening werd nagezien. De Voorzitter: Die kunt u gerust be kijken! De heer II011 e m a n Dat is wel lief van U! De Voorzitter: Dat moet U niet lief noemen. Het ligt heclemaal aan B. en W. of zij dat willen! De heer v. 'Oostenbrugge: De com missie tot het nazien van de begrooting kon dat wel doen! Niet Vogelaar? De heer Vogelaar: Och, er is weinig aan te doen! De heer Blokland: Kart niet gewacht worden met het aangaan van die leening tot de rente 4 pet. wordt. De Voorzitter: Och, het kan net-zoo goed hooger worden! Daarna wordt het voorstel van B. en W. aangenomen. De heer v. Oostenbrugge vraagt bij de rondvraag of de uitvoering van de jazz band, welke een groote janboel was gewor den, voortaan niet verboden kon worden. De Voorzitter antwoordt, dat reeds maatregelen zijn genomen. De heer Vogelaar: Met een muziek uitvoering heb je nooit last. De voorzitter: Je kan het ook niet vooruit weten, dat het een janboel zou wor den. Thans heb ik het lokaal geweigerd. De heer Riemens vraagt of de vis- schers, die werkloos zijn, ook een kolenbon krijgen. De secretaris antwoordt, dat alleen wanneer zij steun trekken dit het geval is. De heer Riemens: Die uit de werklo zenkassen hebben geen kolenbon? De v oor z i 11 e r Neen! De heer H o 11 e m a n vraagt of de voor zitter al geïnformeerde heeft naar het ha vengeld van de schepen. De voorzitter: Nee, dat zal gedaan worden! De heer UollemanVorig jaar moet er door de generale dijkage een brief aan de gemeente gezonden zijn. Die hebben wij nooit voor hooren lezen. De voorzitter en secretaris ant woordden, dat hun hiervan niets bekend is. De zaak zal onderzocht worden. De heer Vogelaar vraagt of B. en W. evenals vorig jaar voor de werklooze vis- schers een verlenging van de leeftijdsgrens van 65 tot 66 willen aanvragen. De voorzitter zegt dit toe. De heer Vogelaar zegt, dat hij uit be trouwbare bron vernomen heeft, dat de Re geering ook bereid is aan de werklooze vis- schers goedkoope margarine te verstrekken. Het zal spr. wol gelukken, dat gedaan té krijgen. Spr. vraagt of het gemeentebestuur oen dergelijk verzoek wil richten. De voorzitter zegt. dit toe. Het zal zoo gauw mogelijk gebeuren. Daarna voJgt sluiting. Spoedeischende vergadering Debat over de Steunregeling Aanwezig 5 leden. Afwezig wethouder van Eek en M. de Geus. De VOORZITTER, Burgemeester D. J Visscher, opent de vergadering met gebed. De notulen werden na afwerking der agen da gelezen en zonder op- of aanmerkingen vastgesteld en geteekend. Ingekomen stukken en mededeclingon. Volgt stemming voor een lid in de Com. van Toezicht op liet L. O. in de vacature- L. Iiuizer: De voordracht luidde: I Joh Melissant; 2 W. Markus. De heer Joh. Me- lissant werd met 4 stemmen gekozen. Daar na stemming voor de vacature wegens pe riodieke aftreding van M. van der Vliet. Op de voordracht waren geplaatst: 1 M van der Vliet; 2 W. van der Haar. 0e heer v. d. Vliet werd gekozen met 4 stemmen. Bericht was ingekomen van Moj. Gaan- derso dat zij haar benoeming als Hoofd der te openen Bewaarschool aanvaard. Verzoek van J. van Eek te Nieuwe-Tonge, om reductie pacht van een perceel land van 't Burgerlijk Armbestuur. Wordt verlaagd met f 5 per gemet en gebracht op f CO. De heer RIEDIJK: Was het vorig jaar ook al geen f 10 minder? De VOORZITTER: Het is best land De heer v. d. VELDE: Ja maar, van best land kan men niet betalen. Schrijven Ged. Staten betreffende jaar wedden, presentiegelden van den Raad, wat neer komt op f 1 per lid, per vergadering. Idem wethouders, volgens de 3e klasse, wat bedraagt f 100 voor iedere wethouder; ver volgens wordt de verordening heffing be smettelijke ziekten opnieuw vastgesteld. Reglement Openbare Bewaarschool en In structie Hoofd dier School wordt niet vast gesteld, maar vooraf den leden toegezonden ter inzage. Volgt benoeming leden Stembureau voor de verkiezing van ieden der Provinciale Staten en Gemeenteraad. Benoemd worden de lieeren J. M. van Eek, J. van Wempcn en M. de Geus. Als laatste punt komt aan de orde: Uit voering Steunregeling. De VOORZITTER: Wat betreft de uitkee ring is hier door de wethouders (welke de steuncommissie vormen) een vergissing ge maakt. Men heeft uitgekeerd volgens do steunnorm van f 8 en het besluit van den Raad was f 9. 0e lieer VAN DER LINDEN: De Raad wppt nipt hpfpr De heer VAN KEMPEN: Het was de be doeling van de commissie, om uit te keeren tegen een norm van f 8, dan kon men be ter, als dc Minister f 9 goedkeurde, het er bij geven, als later teruggeven, dan valt het tegen. De heer RIEDIJK: Als de Minister het goedkeurde, was in de vorige vergadering besproken, zou het tijdelijk voordeel zijn, doch later schade. Evenwel hen ik er voor de norm van f 9 aan te houden. Na over deze régeling nog Wat.gediScus sieerd te hebben, werd de steunregeling op een norm van f 9 aangenomen, met f 0,50 kolentoeslag. Alles van terugwerkende kracht. Bij de rondvraag |raagt do heer KIEVIT wijziging Steuncommissie. Deze bestaat thans uit de beide wethouders. Voorheen maakte spr. er ook deel van uit, toen hij lid was van den Bond. Daarvoor heeft lui echter bedankt. 0e VOORZITTER: Het is B. en W. opge dragen en zal worden aangevuld. Hierna volt sluiting. NED. HERV. KERK Beroepen: Te Bergharen toezG. J. Eybers, pred. Ind. Kerk te Apeldoorn. Aangenomen: Naar Rijswijk (Z.H.) (Ned. Herv. Ev.), J. v. d. Wiel te Oostkapelle (Z.). Naar Winterswijk, A Wartena te Borne. Bedankt: Voor Muntendam, J. K. Lofvers te Garsthuizen. Voor Harderwijk, J. v. Rootselaar te Hagestein. Voor Oldebroek, G. J. Koolhaas te CharloiS'Rotterdam. Benoemd: Tot hulpprediker te Terneuzen. H. J. Plaggemars cand. te Zutphen (aangenomen). GEREF. KERKEN Beroepen: Te Vlissingen, G. Smeenik te Blokzijl. Te Rotterdam-Centrum (als miss. Dienaar des Woords onder de Joden), E. I. F. Nawijn te Apeldoorn. Bedankt: Voor Doornspijk, O. Bouwman te Zalt-Bommel. CHR. GEREF. KERK T w e e t a 1:Te Oosterbeek, J. Jongeleen te Apeldoorn en P. de Smit te Utrecht. Beroepen: Te Werkendam en te Nieuw- poort, W. F. Laman te Middelharois. Te Ba- rendrecht, J. Tamrainga te Harderwijk. GEREF. GEMEENTEN Drietal: Te Yerseke J. Fraanje te Barneveld, M. Heikoop te Utrecht en G. H. Kersten te Rotterdam. Beroepen: Te Rijssen G. H. Kersten te Rotterdam. EVANG. LUTH. GEMEENTE Zestal: Te 's-Gravenhage (alph.) C. H. Brand te Edam: L. S. P. v. d. Chijs te Rotterdam: D. Drijver te Haarlem; Mej. Da. J. A. Haumersen te Kampen; J. Ph. Makkink te Leiden en Ds. H. J. Toxopeus te Breda. SCHOTSCHE KERK Aangenomen: Naar Rotterdam. Rev. D. W Mackay M.A., F. G. S. te Bonkyl (Schotland). JUBILEUM Ds. S. GROENEVELD. Zondag j.l. herdacht Ds. S. Groeneveld, Geref. predikant te Terneuzen in een ge- dachtenispreek zijn 40-jarig ambtsjubileum. De rekstkeuze was: 2 Corinthe 4 57. Bet thema: De heerlijkheid der bediening in den dienst van Christus. Punten: De roeping van den dienaar; De invloed zijner bediening; De schittering van Gods kracht, in den brozen mensch Ruim 18 jaren arbeidde Ds. Groeneveld in Terneuzen, en Z.Eerw. deelde de Gemeen te mee dat Lomer 1935 het uur van schei den aanbreken zal. Psalm 134 3 werd staande toegezongen. Ds. C. BOUTHOORN Vrijdag J.l. vierde Ds. C. Bouthoorn, em.-predi- kaot te Zeist, zijn gouden ambtsjubileum. Ds Bouthoorn werd 19 Oct. 1848 te Lange Rui ge Weide, waar zijn vader koopman was, geboren. Hij ving eerst op 26-jarigen leeftijd aan zich te bekwa men voor de studie. Daartoe bezocht hij het gymnasium te Boxmeer en studeer de aan de Rijksuni versiteit te Utrecht theologie. In 1884 werd hij candidaat in Overijssel om 14 Dec. van dat jaar te Sprang in zijn eerste gemeente te worden bevestigd door Ds. H. Bax van Doorn spijk. In 1887 ver trok Ds. Bouthoorn naar Oud-Beijer- land, welke stand plaats hij in 1889 met Dirksland verwisselde. In 1892 werd hij predikant te Groot-Ammers, om in 1897 naar Ede te vertrekken. In 1903 verbond hij Zich aan de gemeente van Dordrecht, die hij heeft gediend tot 1924 toen hem na 40-jarigen dienst 25 Dec. van dat jaar eervol emeritaat verleend werd. Daarop vestigde Ds. Bouthoorn zich metterwoon te Zeist. De jubilaris was vele jaren lid en quaestor van het classicaal bestuur van Dordrecht en maakte deel uit van den districtsraad van de Ver. voor Chr. Nat. Schoolonderwijs. In Ede gaf hij den stoot tot de oprichting van een Chr. Ulo-school. Enkele preeken verschenen van de hand van Ds. Bouthoorn in druk, terwijl tal van bijdragen van zijn hand werden opgenomen in de Kerkboden van Dordrecht en van Zeist. Ds. Bouthoorn behoort tot den Geref. Bond in de Ncd. Herv. Kerk. JUBILEUM Br. J. D. SCHMIDT Zondagnamiddag herdacht Dr. J. D. Sqhmidt. N§d. Herv. predikant te Kapel- rW (Z.), dat hij 25 jaar geleden zich aan de gemeente te Knnelle verbond met de woorden uit Joh. 3 30. Na het Amen word heft woord gevoerd door Ouderling J. Ossewaarde, die wees op den eenvoud, het karakter van den jubilaris eigen; hij wist de partijen hij elkaar te hou den en een gezonde middenweg te kiezen, hetwelk voor veel ongenoegen de gemeente bewaarde. ..Wij hopen dat het U en ook Mevrouw, die nog altijd zoo meeleeft in het vereenigingsleven, worde gegeven nog eeniee jaren alhier werkzaam te mogen zijn en dat Gods zegen moge rusten op uw gezin en werk". Hierna werd het woord gevoerd door Dr. Woldendorp van Wemeldinge. Nieuwe Zwitsersche Bonds president Rudolf Minger gekozen BF.RN, 13 Dec. De Vereenigde Bondsver gadering heeft hedenmorgen met 139 van de 164 uitgebrachte geldige stemmen den te- genwoordigen vice-president, Bondsraad Rudolf Minger, tot Bondspresident gekozen. Rudolf Minger is lid van de Boeren-, Hand werkers- en Middenstandspartij. Hij werd in 18S1 geboren en was van 1918 tot 1929 lid van den Nationalen Raad. In 1929 werd hij lid van den Bondsraad in welke functie hij de leiding had van het departement van oorlog. Tot vice-president werd gekozen Bonds raad dr. Albert Meyer, leider van het depar tement van Financiën, die lid is der demo cratische partij. „Dergelijke vuiligheid wil ik niet behandelen" In e'cn rede voor het diplomatieke corps te Berlijn heelt de Pruisische minister-presi dent Góring gesproken over het door de nattoaaal-sociaüstisehe beweging gewonnen strijd tegen het marxisme en communisme. Toen op 30 Januari 1933 de beweging de macht overnam, had voor het communisme het beslissende uur- geslagen en de Rijksdag brand moest het „fanaal" zijn voor een bloe digen opstand in geheel Duitschland. „Ik wil niet nogmaals aldus ging Gocring voort den ongohoorden laster bestrijden, welke naar aanleiding van deze gebeurtenis tegen de nationaal-so- cialistische regeering en mij persoonlijk is rondgestrooid. Daartoe bestaat geen aanleiding nadat het hoogste Duitsche gerechtshof de gebeurtenissen verhand houdende met den brand in den Rijks dag, nauwkeurig heeft onderzocht en zijn beslissing heeft genomen. Doch laat mij hier een ding zeggen: De even gemeene als plompe verval- sching van het z.g testament van don vroegeren groepsleider Ernst stelt alles, wat tot nu toe heeft plaats gevonden, in de schaduw. Dergelijke vuiligheid wil ik niet behandelen. Wij waren vast besloten nadat wij de macht hadden overgenomen, het com munisme zoó te treffen, dat het zich door onzen slag in Duitschland nooit weer zou kunnen hei-stellen. Dat was sedert jaren een der belangrijkste programma punten." Tot zoover Goering. Hoewel wij er voorsalsnog niet aan den ken we hebben dit reeds geschreven Brantings „onthulling" voor volkomen echt te aanvaarden moeten we naar aanleiding van deze worden van Goering toch opmer ken, dat het proces inzake den Rijksdag brand groote vraagteekens heeft achterge laten en dus lang niet zoo beslissend is ge- woest als de minister doet voorkomen. Goering besloot zijn rede met de volgende woorden: Wanneer Duitschland het communis me in zijn uiterlijk en innerlijk bestrijdt, verzekert het tegelijkertijd bet bestaan van de geheele geciviliseerde wereld. Dit feit rechtvaardigt het feit, dat Duitsch land voortaan in de samenleving der volken weer de plaats zal innemen, wel ke het overeenkomstig zijn grootte en prestatie in de wereld toekomt. Branting houdt vol De echtheid van den brief van Ernst Uit, Stockholm wordit aan de N. R. Ct. ge meld: Naar aanleiding van de publicatie v«n hot Parijeohe Journal van de bekentenis ran den S.A.-Iftider F.rnst aangaande de brandistictTing in het gebouw van den Duit- schen Rijksdag, heeft George Branling aan een verslaggever van Aftenpostrn meee»- deeld, dat Ernst het document aan den Ber- lijnschen advocaat Voes ter hand heeft ge steld, die er voor zorg droeg, dot het stuk naar Parijs werd gebracht, waar Brantlng hot voor de eerste maal onder oogen kreeg. Branting kon daor toen ook inzage nemen ran een brief van Heines aan Ernst, welke do verklaring van Ernst ov9r do brand stichting bevestigen. De bekentenis van Ernst is door schrift- kondigen onderzocht. Zij zijn het er over eens. dat de hnndteekenirag van Ernst eclU is en dat het stuk op Duitsch papier is op gesteld. Branding deelde veorts mede, dot het Witboek, waarin de bekentenis van Ernst en de brief van Heines aan Ernst op genomen worden tevens 't zg. Blauwboek zal bevatten dat uit eeniec geheime memoranda bestaat, die de hoogste leiders van de Rijks weer kort voor en vlak na den dood van Von Hindenhun? hebben opgesteld en die. aldus Branting, een goed beeld geven van de opvattingen, die men in de hoogste krin gen van de Rijksweer omtrent Hitler hul digt, en van den treeta-nd in het. algemeen. „MAAS"-N Y MPH LA' HAARLOOS Herkingen koos zich een haarlooze juffrouw Voor de van Weel-school, het kleuter- domein Waar ze voor Herkingens hope moei [zorgen En ze ten gids voor het leven moet zijn. Volgens de kranten dan is ze een dame Die met een negatief kapsel zich siert Een met nen hoofdje gelijk een biljardbal Waarop 't onnoozelste lokje niet tiert. „Haarloos" is kaal, meen ik zeker te [weten „Haarloos" wil zeggen: geen donsje [er op „Haarloos" beteekent: een glimmende [schedel „Haarloos" wijst steeds op een volle- [maanskop. Diep in m'n hart voelde 'k deernis en [meelij Met deze juffrouw die dat missen [moet Waar ieder lid van haar vriend'lijke [sexe Met veel genoegen een uur over „doet". Tot me 't een Herkmgsche kennis [verklaarde: Polka-haar draagt ze, maar kaal is ze [niet „Haarloos" in dit verband geeft het t [kennen Dat je van ooren en hals te veel ziet. Juffrouw, 'k zou zeggen: koop maar een [paar vlechten Geef maar wat toe en sla maar een brug Sommigen geven, dat kon U toch weten, Heel graag de tijdklok een zetje terug. (Nadruk verboden.) HAK ATE. Spoedig weer opgewekt en gekalmeerd met Mijnhardt's Zenuwtabletten Buisje 75 cL Bij Apoth. en Drogisten. Ontzettende paniekscènes Door onbekende oorzaak is gisternacht in een hotel te Lansing (Michigan) een brand uitgebro ken, die zich met razende snelheid uitbreidde en het geheele gebouw dat midden in het zakenkwar tier gelegen was, in den asch legde. Aanvankelijk dacht men, dat ongeveer 20 men schen bij den brand waren omgekomen maar de ramp bleek weldra veel en veel grooter te zijn. Naar de politie verklaard heeft, worden nog ongeveer 50 pCt. van de menschen, die in he' hotel logeerden, vermist. In totaal bevonden zic.i ten tijde van het' uitbreken van het vuur 200 personen in het hotel, zoodat bij benadering nog 100 personen worden vermist. Tot dusverre heeft men slechts acht van de ge borgen lijken kunnen identificeeren. Vijf van d overledenen bleken leden te zijn van het parlemer. van Michigan, dat te Lansing zijn zetel heeft. Van de vijf andere lijken, die geborgen zijn, konden cc namen nog niet worden vastgesteld. De onderzoekingen worden ernstig bemoeilijkt door het feit, dat het gastenboek van het hotc verbrand is. Het aantal gewonden is zeer groot. Tijdens den brand speelden zich afgrijselijke paniekscènes af. Ondanks de heerschende felle koude sprongen eenige gasten van het hotel uit de ramen in de voorbijstroomende Grand River. Men is er niet in geslaagd hen te bergen, zoodat zij jammerlijk verdronken. Schrikkelijke bijzonderheden NEW YORK. 12 Dec. Het aantal slachtoffers van den hotelbrand te Lansing staat nog steeds niet vast. Er worden nog ongeveer 80 hotelgasten vermist en men vreest, dat het aantal dooden tot 50 zal stijgen. Hedenmorgen zal men beginnen met het door zoeken van de gloeiende puinhoopen. Men neemt aan, dat zich onder het ijs van de Grand River, waarin verscheidene hotelgasten in hun doods angst zijn gesprongen ,nog meer lijken bevinden. Volgens mededeelingen van overlevenden, hebben zich in het brandende hotel vreeselijke paniek scènes afgespeeld. Vrouwen met brandende haren en klecren renden door de gangen. Vele gasten werden bij pogingen om zich in veiligheid te bren gen. onder den voet geloopen. Twintig minuten lang klonken de kreten van doodsangst, tot het hotel met donderend geraas in elkaar stortte. Tot dusver 23 dooden geborgen. Uit Lansing (Mich.): Uit het puin van hotel Kern zijn Woensdag zes geheel ver koolde lijken geborgen. Het aantal dooden is hiermede tot 23 gestegen. Nog een groot aantal lijken men spreekt van 70 zouden zich in het puin bevinden. Er zijn 29 zwaar- en 20 lichtgewonden. Dat het aantal slachtoffers niet nog groo ter is, is te danken aan den moed van een liftjongen, die vier gangen, welke met ver- stikkenden rook gevuld waren, op en neer heeft gebonsd om de gasten le wekken. Meer heeft gebonst om de gasten te wekken. Meer dan 30 van deze gasten zijn daarop nog in nachtgewaad kunnen ontkomen. (8 „Queen, dat niet, dat niet, ik kan wach ten: als het belang onzer stad het vordert; maar" ge begrijpt den ganschen naoht bracht Ik in liét poorthuis door en ik ben wel nieuwsgierig hoe het met mijn vrouw en rpijn dochter is." „Héb 'daarover geen zorg, vader Domini- cus zij zijn. In het groote hoekhuis van het Hang zoo-veilig als nergens elders, maar ik stem u toe, het verveelt mij ook dat de Spanjaarden zoo. lang wegblijven." Zwart'-Jan -greep naar zijn voorhamer en zwaaide dien met een forscher. zwaai boven zijn; hoofd. „Ik verzeker je dat ik de Spanjaarden daar een flinken mep mee kan geven," zeide hij. Jan Dominicus lachte om den strijdhafti- gen smid. Zwart-Jan was een eigenaardige kerel. Toen hij gisteren het gerucht had verno men, .dat de Spanjaarden zoo goed als ze ker nqar Rotterdam zouden komen, had hij zijn smidse gesloten, tot groote vreugde van Geurt. Brons, die nu onverwachts vrijaf had. Als de staci in gevaar was, dacht Zwarte Jan aan geen werken; vrouw of kin deren had hij. niet en zoo kon hij zich dus geheel geven aan de zaak van zijn geliefde stad.. Maar zijn voorhamer had hij meege nomen. Dat was zijn trouwe gezel en met geen wapen kon Zwarte Jan zich beter ver dedigen. dan met dien geweldigen voorha mer. Ook thans zwaaide hij hem in het rond en Jan Dominicus week lachend achteruit. Doch een oogenblik later zette hij den hamer neer. Buiten de poort zag hij met snelle passen iemand naderen: het was Hendrik Sy- brands, die zoo vlug mogelijk de poort na derde. „Die heeft berichten omtrent de Span jaarden", zei de smid en hij haastte zich den jongen Watergeus binnen te laten. Inderdaad had Hendrik berichten om trent het leger van Bossu en terwijl hij zijn handen boven het koesterend turfvuur hield, vertelde hij den hopman en zijn vriend, dat Bossu's soldaten nu allen aan wal waren en in snelle marschen op Bot terdam aanrukten. „Ge kunt nu elk oogenlblik een boodschap per hier voir de poort wachten", zeide hij „ik heb mij gehaast om het u te zeggen, opdat zij u niet overvallen." „Wij zullen hen wachten", antwoordde de smid, terwijl hij door de kleine ruitjes i'.". de richting van den Oostzeedijk tuurde. „Als ik mij niet vergis, zie ik ze reeds naderen", ging hij voort, „kijk ook eens Dominicus, daarginds bij Honingen, zijn dat de Spanjaarden niet?" Doch Dominicus kon niets ontdekken. „Mijn oogen worden oud", zeide hij, „op zulk een afstand kan ik niet goed meer onderscheiden, maar gij zult wel gelijk hebben, Jan." I Nu tuurde ook- Hendrik door de kleine ruitjes. „Inderdaad, Zwarte-Jan heeft gelijk", zeide hij, „duidelijk zie ik dc speren flik keren en de vaantjes en veeren wapperen. Ha, Dominicus, de Spanjaard komt en wanneer hij kwaad in den zin heeft, zullen we hem een warme ontvangst bereiden, is 't niet?" „Reken daar gerust op Sybrands", zeide de bakker, „ze krijgen onze goede stad nog maar zoo niet!" De mannen zagen nu den legerdrom na-, deren en niet lang duurde het of een trom petter verscheen voor de poort. Hij was vergezeld door een kapitein en twee sol daten en bracht blijkbaar een boodschap van Bossu. De trompetter blies nu het sein. De smid verliet het poorthuis en besteeg den omloop van de steenen Oostpoort, waar van de deur goed gesloten was. Zoodra de trompetter hopman Jan gewaar werd bracht hij in tamelijk goed Neder- landsch de boodschap van Bossu over: „In naam zijner allerchristelijkste majesteit, ko ning Philips II, verlangt de graaf van Bossu voor zichzelf en voor 's konings sol daten, dat de poort worde geopend en aan de vendelen vrije doortocht worde ver leend." „Zeg aan den graaf van Bossu", ant woordde de smid, „dat de vroedschap van Rotterdam de poort niet opent, en ook geen bezetting in de stad toelaat. Een bezetting van Spaansche soldaten is hier in 't geheel niet noodig, want de stad is rustig en even trouw aan den Koning als vroeger." De Spaansche kapitein mompelde in zijn moedertaal eenige onverstaanbare woorden. en wendde daarna den teugel van zijn ros. Driftig verliet hij de poort, vergezeld vau zijn beide soldaten en den trompetter. Do smid keerde bedaard weer naar Demi öicus en Hendrik Sybrands terug. „Zie zoo", zeide hij, „de Spanjaard weet nu tenminste waar het op staat. Ik ben nieuwsgierig wat Bossu op die boodschap te antwoorden heelt." „Denik maar niet, dat hij het er bij laaf zitten", gaf de bakker ten antwoord, „de Spanjaard is veel te trotsch, om zich dus voor het hoofd te laten stooten." „En voor Dordrecht dan?" vroeg Hendrik. „Nu ja, voor Dordrecht is hij uit den weg gegaan, maar dat juist zal hem hier hardnekkig maken." Eenige oogenblikken later werd een snelle hoefslag vernomen en toen de smid dnor de kleine verweerde ruiten keek, zag hij een enkel ruiter in gestrekten draf naderen. De helm, die hij op het hoofd had, was versierd met roode en gele vederen, zijn schitterend borstkuras was gedeeltelijk ge dekt door een rooden Spaanscben mantel en versierd met een vergulden halskraag. Het. gelaat van dezen ruiter gloeide van toorn en zijn donker oog zocht op de Voor poort naar den hopman, die zooeven aan zijn kapitein de boodschap had gedaan. „Het is de graaf van Bossu zelf", zeide de smid, die zich naar de Voorpoort haastte Nauwelijks had hij zich daar vertoond of de stem van Bossu klonk bulderend: „Open! zeg ik u! Open! Voor den Koning .u voor Maximiliaan van Bossu!" HetjiVertoornde gelaat en de barsche stem van den graaf waren wel geschikt iemand schrik aan te jagen, doch Zwart-Jan was niet zoo spoedig uit het veld geslagen. Hij sprak wel iets beleefder dan straks, maar de boodschap, die hij Bossu deed, was toch dezelfde die hij straks ook aan diens kapi tein had meegegeven, „Het is de wil van de vroedschap dezei stede", zoo sprak hij, „dat de poort gesloten blijve. En de wacht zal nood en dood lijden om haar te verdedigen!" Het was duidelijk te zien, dat dit ant woord, door den eenvoudigen poorter met zulk een vrijmoedigheid gegeven, den graat weinig beviel. Toch weerhield hij er zich van tegen den smid uit te laren. Hij begreep toch, dat de burger om deze machtelooze woede lach.cn zou. Daarom bedacht hij zich eenige oogen blikken en zeide toen schijnbaar bedaard- „Mijn manncyi zij-.i moe van een langen tocht en behoeven rust. Zend naar uw vroedschap en zeg haar, dat wij de poort geopend willen hebben alleen om door uw stad te trekken, teneinde in de omliggende dorpen henberg te zoeken. Wij zijn hier niet gekomen als vijand doch als vriend. Zeg ook uw vroedschap, dat de soldaten van Don Alvares de Toledo en de knechte* van den graaf van Bossu niet gewoon zijn bevelen te ontvangen, maar te geven. Wij vragen met allen ernst opening dei- poort en vrijen doortocht door de stad. Be denk wel, dat indien de soldaten van den koning in dezen gedwarsboomd worden, dit voor de geheele stad kwade gevolgen zal hebben. Wij hebben een laiypen tocht achter den rug, open dus de poortl" Op deze lange toespraak gaf Zwarte Jan geen antwoord. Hij begreep, dat hij, die slechts hopman der burgerwacht was, hier niet te beslissen had. Hij verliet den omgang van de Voorpoort en haastte zich, vergezeld van Jan Domi nicus, eenige oogenblikken later, de Hoog straat langs, naar het Stadhuis, waar luj wist, dat de vroedschap bijeen was. De smid ging het Stadhuis binnen, ter wijl de bakker zich naar huis spoedde ten einde daar orde op zaken te stellen. Er verliep een geruime tijd, meer dan een half uur, vóórdat Zwaj-te Jan hij de Oostpoort tej-ugkeerde. Al dien tijd had Bossu daar gewacht en dit had er niet weinig toe meegewerkt hem geweldig boos te maken. Zijn soldaten wa ren ondertusschen ook naderbij gekomen en stonden nu mede te wachten voor dc pooit van Rotterdam. Nu en dan was een gemelijke trek zicht baar op het gelaat van den graaf, doch liij wist zich te bedwingen. Doch van binnen kookte het. Wat vermat zich dat ellendige volk wel, hem den koninklijken bevelhebber dus als een hond aan dc poort te laten staan? Eindelijk vertoonde zich dan toch de hop man weer op den omgang van de Voor poort. „Spreek op, knecht!" schreeuwde Bossu Zwarte Jan al tegen, „wat bevoelt uw wijze vroedschap aan de soldaten des koning?" „Bevelen?" vroeg de smid, „dat woord kiest u niet goed, heer graaf, de vroedschap moet zorgen voor der stede veiligheid, doch hevelen doet zij de vendelen des konings niet. Zij heeft u slechts een voorslag te doen."

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1934 | | pagina 3