Gemeenteraad van Herkingen
Kerk en School
BUITENLAND.
Last van Uw zenuwen?
Van Rotterdamsche ionras uit
den Soaanschen tiid
1934
iEN
'iek*
MAAS- EN SCHEI OFRODE
ZATERDAG 15 DECEMBER 1934
ro
Gemeenteraad van Stellendam
BOERING OVER HET
TESTAMENT VAN ERNST
GROOTE HOTELBRAND
TE LANSING
p
fcmber 1934, te
pn Hotel Regier,
van:
rksland aan den
laai, kad. Sectie
Ihoorend tot den
p. te Utrecht; en
I uur. van:
V. Maat) Bouw-
ksJand. aan den
P92 en 293, ver
dijk; en
Maat) Bouw-
|8S en 289. ver-
c. \ten t Geloof
ermans
his te Dirfcsland.
Ier 1934, blj vei-
lotel Meijer, bei-
lond, te Middel-
ctie B no. 1287,
[>m toebehoor end
i Hzooo te Mid-
banvaarding 21
Itermans,
pis te Dirksland.
■934 bij Inzet in
134 bij Afslag in
piddags 3 uur te
i de Nieuwstraat
Verzoeke van de
Sr. te Stad aan
VAN BUREN.
betreffende te
St. Gerardus-
mat
1.
Dc2:
4f Kei 3. Pd2
Issingswedstrjjd
1 van een twee-
Voor een fou-
in mindering
Jnten is nul),
kn f 2.50 moét
Iben. Ook niet-
lmen tien keer
Juurd, dan ver-
len onoplosbaar
Irijd.
1 de oplossings-
|t'eld, zoodat de
eventueel
|zenden.
strijd
Irvank
|4
K n
|i8, Pd2 en e4,
en c3, Pd4,
zetten
est
\w&
y' db
S/
9
§m X I
B n
en c8, Pc5 en
4 en h8, pi.e6,
zetten
irdag 12 Jan.
549
'al! blD (an-
Ib4? Db8 na
dl? 5. Dh6f)
f Kd2 8. Kdl
3. Dc6 blD
De2 mat) 5.
Ke2 en wint.
2
t
2 3
2 3
2 3
2 3
2 3
2 3
2 3
2 3
133
97
79
78
70
57
25
7
E
Langen.
Geldleening van 31.000 gulden
Woensdagmiddag kwam de Raad dezer
gemeente in vergadering bijeen onder voor-
zitersciiap van Burgemeester Charbon.
Aanwezig zijn alle leden.
De .Voorzitter gaat voor in gebed,
wgarna de notulen van dn vorige vergade
ring gelezen .crt Onveranderd worden goed
gekeurd.
Aan de. orde, zijn de ingekomen stukken.
Ingekomen is proces-verbaal van de stand
van kas en boeken van den gemeente-ont
vanger. In kas was 743.48.
Ingekomen, is een schrijven van den Mi
nister, 'waarin bij zegt, dat hij geen termen
aanwezig vindt om de schippers in het gar
nalonheclrij f niet anders te behandelen dan
andet;e-pctspnon, die zelfstandig zijn, n.l.
in den-.Vorm. van werkverschaffing of steun.
Op?..verzoek van Ged. Staten neemt de
Raad een beslissing, op de vraag of do pre
sentia. gelden: gehandhaafd moeten blijven.
De raad besluit de presentie-gelden te hand
haven. Ook de wethouderssalarissen wor
den gehandhaafd.
Een verzoet? aan L. Hoeve om verminde
ring van hondenbelasting willen B. en W.
niet inwilligen, omdat zijn hond wel los
loopt,
De heer R i e d ij k zegt, dat de hond nooit
los loppt.
De heer Vogelaar acht het beter, dat
voor alle. honden 3,— betaald wordt, want
ze loopen allemaal wel eens los, aldus spr.
De Vobr.zitter: De hond is van den
vader van den adressant. Het verzoek kan
ulet. ingewilligd worden.
Aldus wordt besloten.
Ingekomen is een verzoek om verlaging
van pacht 'van de Ver. tot bevordering van
onroerend goed voor de landarbeiders to
Stellendam.-
B..«n W. stellen voor 1,70 te verminderen
Aldus wordt besloten.
Ingekomen is een adres van de Flakk. Be
sturenbond, welk adres aan alle ge
meenteraden gezonden is. Verschillende ver
beteringen ten aanzien van werkverschaf
fing en steun verleening worden wenschelijk
geacht-.. De Besturenbond stelt voor, dat de
Raad bij de Regeering hierop aandringt.
B.',eti W. stellen voor dit verzoek niet in
te willigen, omdat dit niet op den weg van
den Raad ligt. Met 1 Dec. krijgen de werk-
loozen een kolenbon van 1,
De hoer II011 e m a n zegt, dat hij niet
begrijpen-kan, dat B. en W. er bezwaar tegen
hebben om adhaesie te betuigen. De nood is
groot en de steun te laag.
De heer Vogelaar zegt, dat het niet
noodig is, dat andere menschen zich met
onze' zaken bemoeien. Laten B. en W. nog
oens goed uitkijken waar deze winter ar
moe geleden wordt. Dan kunnen B. en W.
altijd nog-zien.
De heer Riemens: Kan geen geld op
gehaald worden voor het Crisis-Comité?
Dan krijgen we tenminste wat!
De heer Vogelaar: Daar is geen be
zwaar tegen. Allicht halen we wat op. Voor
de een een deken, voor de ander wat anders.
De .Voorzitter: Laat er een commis
sie gevormd, worden. Ik geloof niet, dat er
veel zal komen.
Wethouder ILoek: Wilt U voorzitter
worden, voorzitter?
De V-0ör.zatter.: Ja zeker.
De lieer Vogelaar: Indertijd is er een
comité geweest. Toen is er niets van gekoT
men. Hoe moet het nou. IfteL Thijs Jansen,
die zat er toen ook in?
De-Vbprzitte-r.-: Dat zoekt de com
missie maar uit. Daar heeft dé raad niets
mee,te maken.
Ingek-omen is een verzoek van Ged. Staten
om toe-te treden tot de gemeenschappelijke
regeling tot onderlinge hulpverleening bij
brand.
B. en W. stellen voor toe te treden.
Aldus wordt besloten.
Ingekomen is een verzoek van Ged. Staten
om het raadsbesluit te nemen tot goedkeu
ring van de verordening inzake de heffing
op kosten-, van hesmettelijke ziekte.
De ^verordening wordt goedgekeurd.
Ingekomen is een verzoek van de Emgo
om weer een contract van 25 jaar aan te
gaafi. Het voordeel van dit contract voor de
gemeente bedraagt 303,55 per jaar.
De heer Riemens: Daar mogen ze een
bedankje voor -hebben, alleen vind ik de tijd
waf lang.
De:' voorzitter: Het vorig contract
duurde tien jaar. Nu wordt het Weer gewij
zigd. Dal kan met het nieuwe contract ook,
want de gemeenten zijn in -de Emgo verte
genwoordig.
De heer Vogelaar: Ik wou, dat ze nog
eens 300 gaven, dan kregen ze nog eens
twintig jaar. (Vroolijkheid).
De .heer v. Oostenibrugge: Ik vind
dat ook!
Het contract wordt goedgekeurd.
Ingekomen is een verzoek van den Minis
ter van Binnenlandsche Zaken om de ver
ordening -betreffende de salarissen aan den
veldwachter te wijzigen.
Het salaris moet voortaan bedragen van
1200,— tot 1600.—, Bijbaantjes mag de
veldwachter niet meer hebben, althans ze
mogen niet vergoed worden.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. tegen
het - laatste bezwaar hebben. Die bepaling
moet,er- uit.
De heer Holleman zegt, dat hij gehoord
heeft, dat de veldwachter ontslag zal nemen.
De Voorzit, tér: Ja, dat is zoo. Dat
geldt echter ook voor do nieuwe veldwach
ter deze regeling.
De Raad besluit de verordening vast te
stellen. Alleen de bepaling betreffende de
bijbaantjes. Wordt geschrapt.
Hel: kohier voor de hondenbelasting wordt
op 46,45 vastgesteld.
Dan komt aan do orde het voorstel van
B. en W. om een geldleening van 21.000,
aan te gaan bij de Ned. Bank tegen
ten behoove van de, Ned, Herv. School.
De hoer Van Oosten brugge zegt,
dat er geld vermorst Is met die huur van
duizend gulden voor het noodgebouw.
Do Voorzitter: Daar kan men ver
schillend .over denken.
Do heer Van Oostenbrugge: Hoe
veel schoolbankenstaan er?
De V oor z.l 11 er Dat weet ik niet uit
m'11 hoofd?
Wethouder Hoek: Wou je de kinderen
laten staan? (vroohjkheid).
De heer Van Oostenbrugge: Ik
meende, dat er maar een bepaald aantal in
een nieuwe school mogen staan, volgens de
wet.
De voorzitter: Och, ze zijn noodig
geweest! We moeten niet ales zoo op de ke
per beschouwen. De ééne keer zal er iets te
veel, maar op andere dingen weer iets te
zuinig geweest zijn.
De heer Blokland: Ik vind, dat ze de
gemeentekas royaal hebben aangesproken,
temeer daar het iets totaal overbodigs gold.
Wethouder Hoek: Dat is iets anders.
Dan kan men zegen, de waterleiding is ook
niet noodig geweest.
De V 0 o r 7. i 11 e r U durft veel te zeggen.
Dat zullen lang niet alle menschen met U
eens zijn.
De heer Vogelaar: We mogen wel
stemmen over een gemeenteleening van
21.000,voor een school. Voor de bouw
was 10.000,— noodig, maar die andere
11.000.waaraan zijn die opgegaan. Zou
de raad de rekening eens mogen zien?
De Voorzitter: Dat behoort tot de
competentie van B. en W. U moogt echter
de rekening wel eens in zien.
Dé heer H 011 e m a n Kan een commis
sie die rekening niet nazien?
Wethouder Hoek: Het betreft hier een
vaste leening, die aangegaan moet worden.
Dat is altijd beter dan een kasgeldleening.
De Voorzitter: Keurt de Baad de lee
ning goed?
De heer Vogelaar: De verantwoorde
lijkheid neem ik niet op me. Ik wil eerst de
rekening wel eens zien.
Wethouder Hoek: Als de heer Vogelaar
maar weet, dat het de kerkeraad ook geld
gekost heeft.
De heer II 011 e m a n Er is niet onderuil
te komen, maar wel zon ik het goed vinden
wanneer de rekening werd nagezien.
De Voorzitter: Die kunt u gerust be
kijken!
De heer II011 e m a n Dat is wel lief van
U!
De Voorzitter: Dat moet U niet lief
noemen. Het ligt heclemaal aan B. en W. of
zij dat willen!
De heer v. 'Oostenbrugge: De com
missie tot het nazien van de begrooting kon
dat wel doen! Niet Vogelaar?
De heer Vogelaar: Och, er is weinig
aan te doen!
De heer Blokland: Kart niet gewacht
worden met het aangaan van die leening
tot de rente 4 pet. wordt.
De Voorzitter: Och, het kan net-zoo
goed hooger worden!
Daarna wordt het voorstel van B. en W.
aangenomen.
De heer v. Oostenbrugge vraagt bij
de rondvraag of de uitvoering van de jazz
band, welke een groote janboel was gewor
den, voortaan niet verboden kon worden.
De Voorzitter antwoordt, dat reeds
maatregelen zijn genomen.
De heer Vogelaar: Met een muziek
uitvoering heb je nooit last.
De voorzitter: Je kan het ook niet
vooruit weten, dat het een janboel zou wor
den. Thans heb ik het lokaal geweigerd.
De heer Riemens vraagt of de vis-
schers, die werkloos zijn, ook een kolenbon
krijgen.
De secretaris antwoordt, dat alleen
wanneer zij steun trekken dit het geval is.
De heer Riemens: Die uit de werklo
zenkassen hebben geen kolenbon?
De v oor z i 11 e r Neen!
De heer H o 11 e m a n vraagt of de voor
zitter al geïnformeerde heeft naar het ha
vengeld van de schepen.
De voorzitter: Nee, dat zal gedaan
worden!
De heer UollemanVorig jaar moet
er door de generale dijkage een brief aan de
gemeente gezonden zijn. Die hebben wij nooit
voor hooren lezen.
De voorzitter en secretaris ant
woordden, dat hun hiervan niets bekend is.
De zaak zal onderzocht worden.
De heer Vogelaar vraagt of B. en W.
evenals vorig jaar voor de werklooze vis-
schers een verlenging van de leeftijdsgrens
van 65 tot 66 willen aanvragen.
De voorzitter zegt dit toe.
De heer Vogelaar zegt, dat hij uit be
trouwbare bron vernomen heeft, dat de Re
geering ook bereid is aan de werklooze vis-
schers goedkoope margarine te verstrekken.
Het zal spr. wol gelukken, dat gedaan té
krijgen. Spr. vraagt of het gemeentebestuur
oen dergelijk verzoek wil richten.
De voorzitter zegt. dit toe. Het zal zoo
gauw mogelijk gebeuren.
Daarna voJgt sluiting.
Spoedeischende vergadering
Debat over de Steunregeling
Aanwezig 5 leden. Afwezig wethouder
van Eek en M. de Geus.
De VOORZITTER, Burgemeester D. J
Visscher, opent de vergadering met gebed.
De notulen werden na afwerking der agen
da gelezen en zonder op- of aanmerkingen
vastgesteld en geteekend.
Ingekomen stukken en mededeclingon.
Volgt stemming voor een lid in de Com.
van Toezicht op liet L. O. in de vacature-
L. Iiuizer: De voordracht luidde: I Joh
Melissant; 2 W. Markus. De heer Joh. Me-
lissant werd met 4 stemmen gekozen. Daar
na stemming voor de vacature wegens pe
riodieke aftreding van M. van der Vliet.
Op de voordracht waren geplaatst: 1 M van
der Vliet; 2 W. van der Haar. 0e heer v. d.
Vliet werd gekozen met 4 stemmen.
Bericht was ingekomen van Moj. Gaan-
derso dat zij haar benoeming als Hoofd der
te openen Bewaarschool aanvaard.
Verzoek van J. van Eek te Nieuwe-Tonge,
om reductie pacht van een perceel land van
't Burgerlijk Armbestuur. Wordt verlaagd
met f 5 per gemet en gebracht op f CO.
De heer RIEDIJK: Was het vorig jaar
ook al geen f 10 minder?
De VOORZITTER: Het is best land
De heer v. d. VELDE: Ja maar, van best
land kan men niet betalen.
Schrijven Ged. Staten betreffende jaar
wedden, presentiegelden van den Raad, wat
neer komt op f 1 per lid, per vergadering.
Idem wethouders, volgens de 3e klasse, wat
bedraagt f 100 voor iedere wethouder; ver
volgens wordt de verordening heffing be
smettelijke ziekten opnieuw vastgesteld.
Reglement Openbare Bewaarschool en In
structie Hoofd dier School wordt niet vast
gesteld, maar vooraf den leden toegezonden
ter inzage.
Volgt benoeming leden Stembureau voor
de verkiezing van ieden der Provinciale
Staten en Gemeenteraad. Benoemd worden
de lieeren J. M. van Eek, J. van Wempcn
en M. de Geus.
Als laatste punt komt aan de orde: Uit
voering Steunregeling.
De VOORZITTER: Wat betreft de uitkee
ring is hier door de wethouders (welke de
steuncommissie vormen) een vergissing ge
maakt. Men heeft uitgekeerd volgens do
steunnorm van f 8 en het besluit van den
Raad was f 9.
0e lieer VAN DER LINDEN: De Raad
wppt nipt hpfpr
De heer VAN KEMPEN: Het was de be
doeling van de commissie, om uit te keeren
tegen een norm van f 8, dan kon men be
ter, als dc Minister f 9 goedkeurde, het er
bij geven, als later teruggeven, dan valt het
tegen.
De heer RIEDIJK: Als de Minister het
goedkeurde, was in de vorige vergadering
besproken, zou het tijdelijk voordeel zijn,
doch later schade. Evenwel hen ik er voor
de norm van f 9 aan te houden.
Na over deze régeling nog Wat.gediScus
sieerd te hebben, werd de steunregeling op
een norm van f 9 aangenomen, met f 0,50
kolentoeslag. Alles van terugwerkende
kracht.
Bij de rondvraag |raagt do heer KIEVIT
wijziging Steuncommissie. Deze bestaat
thans uit de beide wethouders. Voorheen
maakte spr. er ook deel van uit, toen hij
lid was van den Bond. Daarvoor heeft lui
echter bedankt.
0e VOORZITTER: Het is B. en W. opge
dragen en zal worden aangevuld.
Hierna volt sluiting.
NED. HERV. KERK
Beroepen: Te Bergharen toezG. J.
Eybers, pred. Ind. Kerk te Apeldoorn.
Aangenomen: Naar Rijswijk (Z.H.) (Ned.
Herv. Ev.), J. v. d. Wiel te Oostkapelle (Z.).
Naar Winterswijk, A Wartena te Borne.
Bedankt: Voor Muntendam, J. K. Lofvers te
Garsthuizen. Voor Harderwijk, J. v. Rootselaar
te Hagestein. Voor Oldebroek, G. J. Koolhaas
te CharloiS'Rotterdam.
Benoemd: Tot hulpprediker te Terneuzen.
H. J. Plaggemars cand. te Zutphen (aangenomen).
GEREF. KERKEN
Beroepen: Te Vlissingen, G. Smeenik te
Blokzijl. Te Rotterdam-Centrum (als miss.
Dienaar des Woords onder de Joden), E. I. F.
Nawijn te Apeldoorn.
Bedankt: Voor Doornspijk, O. Bouwman te
Zalt-Bommel.
CHR. GEREF. KERK
T w e e t a 1:Te Oosterbeek, J. Jongeleen te
Apeldoorn en P. de Smit te Utrecht.
Beroepen: Te Werkendam en te Nieuw-
poort, W. F. Laman te Middelharois. Te Ba-
rendrecht, J. Tamrainga te Harderwijk.
GEREF. GEMEENTEN
Drietal: Te Yerseke J. Fraanje te Barneveld,
M. Heikoop te Utrecht en G. H. Kersten te
Rotterdam.
Beroepen: Te Rijssen G. H. Kersten te
Rotterdam.
EVANG. LUTH. GEMEENTE
Zestal: Te 's-Gravenhage (alph.) C. H.
Brand te Edam: L. S. P. v. d. Chijs te Rotterdam:
D. Drijver te Haarlem; Mej. Da. J. A. Haumersen
te Kampen; J. Ph. Makkink te Leiden en Ds. H.
J. Toxopeus te Breda.
SCHOTSCHE KERK
Aangenomen: Naar Rotterdam. Rev. D. W
Mackay M.A., F. G. S. te Bonkyl (Schotland).
JUBILEUM Ds. S. GROENEVELD.
Zondag j.l. herdacht Ds. S. Groeneveld,
Geref. predikant te Terneuzen in een ge-
dachtenispreek zijn 40-jarig ambtsjubileum.
De rekstkeuze was: 2 Corinthe 4 57.
Bet thema: De heerlijkheid der bediening
in den dienst van Christus. Punten: De
roeping van den dienaar; De invloed zijner
bediening; De schittering van Gods kracht,
in den brozen mensch
Ruim 18 jaren arbeidde Ds. Groeneveld
in Terneuzen, en Z.Eerw. deelde de Gemeen
te mee dat Lomer 1935 het uur van schei
den aanbreken zal.
Psalm 134 3 werd staande toegezongen.
Ds. C. BOUTHOORN
Vrijdag J.l. vierde Ds. C. Bouthoorn, em.-predi-
kaot te Zeist, zijn gouden ambtsjubileum.
Ds Bouthoorn werd 19 Oct. 1848 te Lange Rui
ge Weide, waar zijn vader koopman was, geboren.
Hij ving eerst op
26-jarigen leeftijd
aan zich te bekwa
men voor de studie.
Daartoe bezocht hij
het gymnasium te
Boxmeer en studeer
de aan de Rijksuni
versiteit te Utrecht
theologie. In 1884
werd hij candidaat
in Overijssel om 14
Dec. van dat jaar te
Sprang in zijn eerste
gemeente te worden
bevestigd door Ds.
H. Bax van Doorn
spijk. In 1887 ver
trok Ds. Bouthoorn
naar Oud-Beijer-
land, welke stand
plaats hij in 1889 met Dirksland verwisselde. In
1892 werd hij predikant te Groot-Ammers, om in
1897 naar Ede te vertrekken. In 1903 verbond hij
Zich aan de gemeente van Dordrecht, die hij heeft
gediend tot 1924 toen hem na 40-jarigen dienst 25
Dec. van dat jaar eervol emeritaat verleend werd.
Daarop vestigde Ds. Bouthoorn zich metterwoon
te Zeist.
De jubilaris was vele jaren lid en quaestor van
het classicaal bestuur van Dordrecht en maakte
deel uit van den districtsraad van de Ver. voor
Chr. Nat. Schoolonderwijs. In Ede gaf hij den
stoot tot de oprichting van een Chr. Ulo-school.
Enkele preeken verschenen van de hand van Ds.
Bouthoorn in druk, terwijl tal van bijdragen van
zijn hand werden opgenomen in de Kerkboden van
Dordrecht en van Zeist. Ds. Bouthoorn behoort
tot den Geref. Bond in de Ncd. Herv. Kerk.
JUBILEUM Br. J. D. SCHMIDT
Zondagnamiddag herdacht Dr. J. D.
Sqhmidt. N§d. Herv. predikant te Kapel-
rW (Z.), dat hij 25 jaar geleden zich aan
de gemeente te Knnelle verbond met de
woorden uit Joh. 3 30.
Na het Amen word heft woord gevoerd
door Ouderling J. Ossewaarde, die wees op
den eenvoud, het karakter van den jubilaris
eigen; hij wist de partijen hij elkaar te hou
den en een gezonde middenweg te kiezen,
hetwelk voor veel ongenoegen de gemeente
bewaarde. ..Wij hopen dat het U en ook
Mevrouw, die nog altijd zoo meeleeft in het
vereenigingsleven, worde gegeven nog
eeniee jaren alhier werkzaam te mogen
zijn en dat Gods zegen moge rusten op uw
gezin en werk".
Hierna werd het woord gevoerd door Dr.
Woldendorp van Wemeldinge.
Nieuwe Zwitsersche Bonds
president
Rudolf Minger gekozen
BF.RN, 13 Dec. De Vereenigde Bondsver
gadering heeft hedenmorgen met 139 van
de 164 uitgebrachte geldige stemmen den te-
genwoordigen vice-president, Bondsraad
Rudolf Minger, tot Bondspresident gekozen.
Rudolf Minger is lid van de Boeren-, Hand
werkers- en Middenstandspartij. Hij werd in
18S1 geboren en was van 1918 tot 1929 lid van
den Nationalen Raad. In 1929 werd hij lid
van den Bondsraad in welke functie hij de
leiding had van het departement van oorlog.
Tot vice-president werd gekozen Bonds
raad dr. Albert Meyer, leider van het depar
tement van Financiën, die lid is der demo
cratische partij.
„Dergelijke vuiligheid wil ik niet
behandelen"
In e'cn rede voor het diplomatieke corps te
Berlijn heelt de Pruisische minister-presi
dent Góring gesproken over het door de
nattoaaal-sociaüstisehe beweging gewonnen
strijd tegen het marxisme en communisme.
Toen op 30 Januari 1933 de beweging de
macht overnam, had voor het communisme
het beslissende uur- geslagen en de Rijksdag
brand moest het „fanaal" zijn voor een bloe
digen opstand in geheel Duitschland.
„Ik wil niet nogmaals aldus ging
Gocring voort den ongohoorden laster
bestrijden, welke naar aanleiding van
deze gebeurtenis tegen de nationaal-so-
cialistische regeering en mij persoonlijk
is rondgestrooid. Daartoe bestaat geen
aanleiding nadat het hoogste Duitsche
gerechtshof de gebeurtenissen verhand
houdende met den brand in den Rijks
dag, nauwkeurig heeft onderzocht en zijn
beslissing heeft genomen.
Doch laat mij hier een ding zeggen:
De even gemeene als plompe verval-
sching van het z.g testament van don
vroegeren groepsleider Ernst stelt alles,
wat tot nu toe heeft plaats gevonden, in
de schaduw. Dergelijke vuiligheid wil ik
niet behandelen.
Wij waren vast besloten nadat wij de
macht hadden overgenomen, het com
munisme zoó te treffen, dat het zich door
onzen slag in Duitschland nooit weer zou
kunnen hei-stellen. Dat was sedert jaren
een der belangrijkste programma
punten."
Tot zoover Goering.
Hoewel wij er voorsalsnog niet aan den
ken we hebben dit reeds geschreven
Brantings „onthulling" voor volkomen echt
te aanvaarden moeten we naar aanleiding
van deze worden van Goering toch opmer
ken, dat het proces inzake den Rijksdag
brand groote vraagteekens heeft achterge
laten en dus lang niet zoo beslissend is ge-
woest als de minister doet voorkomen.
Goering besloot zijn rede met de volgende
woorden:
Wanneer Duitschland het communis
me in zijn uiterlijk en innerlijk bestrijdt,
verzekert het tegelijkertijd bet bestaan
van de geheele geciviliseerde wereld. Dit
feit rechtvaardigt het feit, dat Duitsch
land voortaan in de samenleving der
volken weer de plaats zal innemen, wel
ke het overeenkomstig zijn grootte en
prestatie in de wereld toekomt.
Branting houdt vol
De echtheid van den brief
van Ernst
Uit, Stockholm wordit aan de N. R. Ct. ge
meld:
Naar aanleiding van de publicatie v«n
hot Parijeohe Journal van de bekentenis
ran den S.A.-Iftider F.rnst aangaande de
brandistictTing in het gebouw van den Duit-
schen Rijksdag, heeft George Branling aan
een verslaggever van Aftenpostrn meee»-
deeld, dat Ernst het document aan den Ber-
lijnschen advocaat Voes ter hand heeft ge
steld, die er voor zorg droeg, dot het stuk
naar Parijs werd gebracht, waar Brantlng
hot voor de eerste maal onder oogen kreeg.
Branting kon daor toen ook inzage nemen
ran een brief van Heines aan Ernst, welke
do verklaring van Ernst ov9r do brand
stichting bevestigen.
De bekentenis van Ernst is door schrift-
kondigen onderzocht. Zij zijn het er over
eens. dat de hnndteekenirag van Ernst eclU
is en dat het stuk op Duitsch papier is op
gesteld. Branding deelde veorts mede, dot
het Witboek, waarin de bekentenis van
Ernst en de brief van Heines aan Ernst op
genomen worden tevens 't zg. Blauwboek zal
bevatten dat uit eeniec geheime memoranda
bestaat, die de hoogste leiders van de Rijks
weer kort voor en vlak na den dood van
Von Hindenhun? hebben opgesteld en die.
aldus Branting, een goed beeld geven van
de opvattingen, die men in de hoogste krin
gen van de Rijksweer omtrent Hitler hul
digt, en van den treeta-nd in het. algemeen.
„MAAS"-N Y MPH LA'
HAARLOOS
Herkingen koos zich een haarlooze
juffrouw
Voor de van Weel-school, het kleuter-
domein
Waar ze voor Herkingens hope moei
[zorgen
En ze ten gids voor het leven moet zijn.
Volgens de kranten dan is ze een dame
Die met een negatief kapsel zich siert
Een met nen hoofdje gelijk een
biljardbal
Waarop 't onnoozelste lokje niet tiert.
„Haarloos" is kaal, meen ik zeker te
[weten
„Haarloos" wil zeggen: geen donsje
[er op
„Haarloos" beteekent: een glimmende
[schedel
„Haarloos" wijst steeds op een volle-
[maanskop.
Diep in m'n hart voelde 'k deernis en
[meelij
Met deze juffrouw die dat missen
[moet
Waar ieder lid van haar vriend'lijke
[sexe
Met veel genoegen een uur over „doet".
Tot me 't een Herkmgsche kennis
[verklaarde:
Polka-haar draagt ze, maar kaal is ze
[niet
„Haarloos" in dit verband geeft het t
[kennen
Dat je van ooren en hals te veel ziet.
Juffrouw, 'k zou zeggen: koop maar een
[paar vlechten
Geef maar wat toe en sla maar een brug
Sommigen geven, dat kon U toch weten,
Heel graag de tijdklok een zetje terug.
(Nadruk verboden.) HAK ATE.
Spoedig weer opgewekt en gekalmeerd met
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Buisje 75 cL Bij Apoth. en Drogisten.
Ontzettende paniekscènes
Door onbekende oorzaak is gisternacht in een
hotel te Lansing (Michigan) een brand uitgebro
ken, die zich met razende snelheid uitbreidde en
het geheele gebouw dat midden in het zakenkwar
tier gelegen was, in den asch legde.
Aanvankelijk dacht men, dat ongeveer 20 men
schen bij den brand waren omgekomen maar de
ramp bleek weldra veel en veel grooter te zijn.
Naar de politie verklaard heeft, worden nog
ongeveer 50 pCt. van de menschen, die in he'
hotel logeerden, vermist. In totaal bevonden zic.i
ten tijde van het' uitbreken van het vuur 200
personen in het hotel, zoodat bij benadering nog
100 personen worden vermist.
Tot dusverre heeft men slechts acht van de ge
borgen lijken kunnen identificeeren. Vijf van d
overledenen bleken leden te zijn van het parlemer.
van Michigan, dat te Lansing zijn zetel heeft. Van
de vijf andere lijken, die geborgen zijn, konden cc
namen nog niet worden vastgesteld.
De onderzoekingen worden ernstig bemoeilijkt
door het feit, dat het gastenboek van het hotc
verbrand is.
Het aantal gewonden is zeer groot.
Tijdens den brand speelden zich afgrijselijke
paniekscènes af. Ondanks de heerschende felle
koude sprongen eenige gasten van het hotel uit
de ramen in de voorbijstroomende Grand River.
Men is er niet in geslaagd hen te bergen, zoodat
zij jammerlijk verdronken.
Schrikkelijke bijzonderheden
NEW YORK. 12 Dec. Het aantal slachtoffers
van den hotelbrand te Lansing staat nog steeds
niet vast. Er worden nog ongeveer 80 hotelgasten
vermist en men vreest, dat het aantal dooden tot
50 zal stijgen.
Hedenmorgen zal men beginnen met het door
zoeken van de gloeiende puinhoopen. Men neemt
aan, dat zich onder het ijs van de Grand River,
waarin verscheidene hotelgasten in hun doods
angst zijn gesprongen ,nog meer lijken bevinden.
Volgens mededeelingen van overlevenden, hebben
zich in het brandende hotel vreeselijke paniek
scènes afgespeeld. Vrouwen met brandende haren
en klecren renden door de gangen. Vele gasten
werden bij pogingen om zich in veiligheid te bren
gen. onder den voet geloopen.
Twintig minuten lang klonken de kreten van
doodsangst, tot het hotel met donderend geraas in
elkaar stortte.
Tot dusver 23 dooden geborgen.
Uit Lansing (Mich.): Uit het puin van
hotel Kern zijn Woensdag zes geheel ver
koolde lijken geborgen. Het aantal dooden
is hiermede tot 23 gestegen.
Nog een groot aantal lijken men
spreekt van 70 zouden zich in het puin
bevinden.
Er zijn 29 zwaar- en 20 lichtgewonden.
Dat het aantal slachtoffers niet nog groo
ter is, is te danken aan den moed van een
liftjongen, die vier gangen, welke met ver-
stikkenden rook gevuld waren, op en neer
heeft gebonsd om de gasten le wekken. Meer
heeft gebonst om de gasten te wekken. Meer
dan 30 van deze gasten zijn daarop nog in
nachtgewaad kunnen ontkomen.
(8
„Queen, dat niet, dat niet, ik kan wach
ten: als het belang onzer stad het vordert;
maar" ge begrijpt den ganschen naoht
bracht Ik in liét poorthuis door en ik ben
wel nieuwsgierig hoe het met mijn vrouw
en rpijn dochter is."
„Héb 'daarover geen zorg, vader Domini-
cus zij zijn. In het groote hoekhuis van het
Hang zoo-veilig als nergens elders, maar
ik stem u toe, het verveelt mij ook dat de
Spanjaarden zoo. lang wegblijven."
Zwart'-Jan -greep naar zijn voorhamer en
zwaaide dien met een forscher. zwaai boven
zijn; hoofd.
„Ik verzeker je dat ik de Spanjaarden
daar een flinken mep mee kan geven,"
zeide hij.
Jan Dominicus lachte om den strijdhafti-
gen smid.
Zwart-Jan was een eigenaardige kerel.
Toen hij gisteren het gerucht had verno
men, .dat de Spanjaarden zoo goed als ze
ker nqar Rotterdam zouden komen, had hij
zijn smidse gesloten, tot groote vreugde van
Geurt. Brons, die nu onverwachts vrijaf
had. Als de staci in gevaar was, dacht
Zwarte Jan aan geen werken; vrouw of kin
deren had hij. niet en zoo kon hij zich dus
geheel geven aan de zaak van zijn geliefde
stad.. Maar zijn voorhamer had hij meege
nomen. Dat was zijn trouwe gezel en met
geen wapen kon Zwarte Jan zich beter ver
dedigen. dan met dien geweldigen voorha
mer.
Ook thans zwaaide hij hem in het rond
en Jan Dominicus week lachend achteruit.
Doch een oogenblik later zette hij den
hamer neer.
Buiten de poort zag hij met snelle passen
iemand naderen: het was Hendrik Sy-
brands, die zoo vlug mogelijk de poort na
derde.
„Die heeft berichten omtrent de Span
jaarden", zei de smid en hij haastte zich
den jongen Watergeus binnen te laten.
Inderdaad had Hendrik berichten om
trent het leger van Bossu en terwijl hij
zijn handen boven het koesterend turfvuur
hield, vertelde hij den hopman en zijn
vriend, dat Bossu's soldaten nu allen aan
wal waren en in snelle marschen op Bot
terdam aanrukten.
„Ge kunt nu elk oogenlblik een boodschap
per hier voir de poort wachten", zeide hij
„ik heb mij gehaast om het u te zeggen,
opdat zij u niet overvallen."
„Wij zullen hen wachten", antwoordde de
smid, terwijl hij door de kleine ruitjes i'.".
de richting van den Oostzeedijk tuurde.
„Als ik mij niet vergis, zie ik ze reeds
naderen", ging hij voort, „kijk ook eens
Dominicus, daarginds bij Honingen, zijn
dat de Spanjaarden niet?"
Doch Dominicus kon niets ontdekken.
„Mijn oogen worden oud", zeide hij, „op
zulk een afstand kan ik niet goed meer
onderscheiden, maar gij zult wel gelijk
hebben, Jan."
I Nu tuurde ook- Hendrik door de kleine
ruitjes.
„Inderdaad, Zwarte-Jan heeft gelijk",
zeide hij, „duidelijk zie ik dc speren flik
keren en de vaantjes en veeren wapperen.
Ha, Dominicus, de Spanjaard komt en
wanneer hij kwaad in den zin heeft, zullen
we hem een warme ontvangst bereiden, is
't niet?"
„Reken daar gerust op Sybrands", zeide
de bakker, „ze krijgen onze goede stad nog
maar zoo niet!"
De mannen zagen nu den legerdrom na-,
deren en niet lang duurde het of een trom
petter verscheen voor de poort. Hij was
vergezeld door een kapitein en twee sol
daten en bracht blijkbaar een boodschap
van Bossu.
De trompetter blies nu het sein.
De smid verliet het poorthuis en besteeg
den omloop van de steenen Oostpoort, waar
van de deur goed gesloten was.
Zoodra de trompetter hopman Jan gewaar
werd bracht hij in tamelijk goed Neder-
landsch de boodschap van Bossu over: „In
naam zijner allerchristelijkste majesteit, ko
ning Philips II, verlangt de graaf van
Bossu voor zichzelf en voor 's konings sol
daten, dat de poort worde geopend en aan
de vendelen vrije doortocht worde ver
leend."
„Zeg aan den graaf van Bossu", ant
woordde de smid, „dat de vroedschap van
Rotterdam de poort niet opent, en ook geen
bezetting in de stad toelaat. Een bezetting
van Spaansche soldaten is hier in 't geheel
niet noodig, want de stad is rustig en even
trouw aan den Koning als vroeger."
De Spaansche kapitein mompelde in zijn
moedertaal eenige onverstaanbare woorden.
en wendde daarna den teugel van zijn ros.
Driftig verliet hij de poort, vergezeld vau
zijn beide soldaten en den trompetter.
Do smid keerde bedaard weer naar Demi
öicus en Hendrik Sybrands terug.
„Zie zoo", zeide hij, „de Spanjaard weet
nu tenminste waar het op staat. Ik ben
nieuwsgierig wat Bossu op die boodschap
te antwoorden heelt."
„Denik maar niet, dat hij het er bij laaf
zitten", gaf de bakker ten antwoord, „de
Spanjaard is veel te trotsch, om zich dus
voor het hoofd te laten stooten."
„En voor Dordrecht dan?" vroeg Hendrik.
„Nu ja, voor Dordrecht is hij uit den
weg gegaan, maar dat juist zal hem hier
hardnekkig maken."
Eenige oogenblikken later werd een snelle
hoefslag vernomen en toen de smid dnor
de kleine verweerde ruiten keek, zag hij
een enkel ruiter in gestrekten draf naderen.
De helm, die hij op het hoofd had, was
versierd met roode en gele vederen, zijn
schitterend borstkuras was gedeeltelijk ge
dekt door een rooden Spaanscben mantel
en versierd met een vergulden halskraag.
Het. gelaat van dezen ruiter gloeide van
toorn en zijn donker oog zocht op de Voor
poort naar den hopman, die zooeven aan
zijn kapitein de boodschap had gedaan.
„Het is de graaf van Bossu zelf", zeide
de smid, die zich naar de Voorpoort haastte
Nauwelijks had hij zich daar vertoond of
de stem van Bossu klonk bulderend: „Open!
zeg ik u! Open! Voor den Koning .u voor
Maximiliaan van Bossu!"
HetjiVertoornde gelaat en de barsche stem
van den graaf waren wel geschikt iemand
schrik aan te jagen, doch Zwart-Jan was
niet zoo spoedig uit het veld geslagen. Hij
sprak wel iets beleefder dan straks, maar
de boodschap, die hij Bossu deed, was toch
dezelfde die hij straks ook aan diens kapi
tein had meegegeven,
„Het is de wil van de vroedschap dezei
stede", zoo sprak hij, „dat de poort gesloten
blijve. En de wacht zal nood en dood lijden
om haar te verdedigen!"
Het was duidelijk te zien, dat dit ant
woord, door den eenvoudigen poorter met
zulk een vrijmoedigheid gegeven, den graat
weinig beviel.
Toch weerhield hij er zich van tegen den
smid uit te laren. Hij begreep toch, dat de
burger om deze machtelooze woede lach.cn
zou.
Daarom bedacht hij zich eenige oogen
blikken en zeide toen schijnbaar bedaard-
„Mijn manncyi zij-.i moe van een langen
tocht en behoeven rust. Zend naar uw
vroedschap en zeg haar, dat wij de poort
geopend willen hebben alleen om door uw
stad te trekken, teneinde in de omliggende
dorpen henberg te zoeken.
Wij zijn hier niet gekomen als vijand
doch als vriend. Zeg ook uw vroedschap,
dat de soldaten van Don Alvares de Toledo
en de knechte* van den graaf van Bossu
niet gewoon zijn bevelen te ontvangen,
maar te geven.
Wij vragen met allen ernst opening dei-
poort en vrijen doortocht door de stad. Be
denk wel, dat indien de soldaten van den
koning in dezen gedwarsboomd worden,
dit voor de geheele stad kwade gevolgen
zal hebben. Wij hebben een laiypen tocht
achter den rug, open dus de poortl"
Op deze lange toespraak gaf Zwarte Jan
geen antwoord. Hij begreep, dat hij, die
slechts hopman der burgerwacht was, hier
niet te beslissen had.
Hij verliet den omgang van de Voorpoort
en haastte zich, vergezeld van Jan Domi
nicus, eenige oogenblikken later, de Hoog
straat langs, naar het Stadhuis, waar luj
wist, dat de vroedschap bijeen was.
De smid ging het Stadhuis binnen, ter
wijl de bakker zich naar huis spoedde ten
einde daar orde op zaken te stellen.
Er verliep een geruime tijd, meer dan
een half uur, vóórdat Zwaj-te Jan hij de
Oostpoort tej-ugkeerde.
Al dien tijd had Bossu daar gewacht en
dit had er niet weinig toe meegewerkt hem
geweldig boos te maken. Zijn soldaten wa
ren ondertusschen ook naderbij gekomen en
stonden nu mede te wachten voor dc pooit
van Rotterdam.
Nu en dan was een gemelijke trek zicht
baar op het gelaat van den graaf, doch liij
wist zich te bedwingen.
Doch van binnen kookte het.
Wat vermat zich dat ellendige volk wel,
hem den koninklijken bevelhebber dus als
een hond aan dc poort te laten staan?
Eindelijk vertoonde zich dan toch de hop
man weer op den omgang van de Voor
poort.
„Spreek op, knecht!" schreeuwde Bossu
Zwarte Jan al tegen, „wat bevoelt uw wijze
vroedschap aan de soldaten des koning?"
„Bevelen?" vroeg de smid, „dat woord
kiest u niet goed, heer graaf, de vroedschap
moet zorgen voor der stede veiligheid, doch
hevelen doet zij de vendelen des konings
niet. Zij heeft u slechts een voorslag te
doen."