Van Rotterdamsche ioneens uit
den Spaansciien tiid
4
MAAS- EN SCHELDEBODE
WOENSDAG 5 DECEMBER 1934
COMMISSARIS VAN POLITIE
VAN SCHIEDAM VERMOORD
Land- en Tuinbouw*
GEMENGD NIEUWS
V
Door gedegradeerd hoofdagent
van politie
Zaterdagmiddag te 2 uur is de com
missaris van politie van Schiedam, de
heer F. Ellenberger, op zijn bureau ver
moord door een hoofdagent van politie,
die wegens misdragingen met ingang
van dien dag was gedegradeerd.
De dader, die zijn wraakzuchtige
daad in alle kalmte heeft verricht, is
direct gearresteerd.
De moord.
De heer Ellenberger had Zaterdagmiddag
twee agenten van politie, L. Hagestein en
L. J. Vis, op zijn kamer ontboden en gaf
hen instructies in verband met de degrada
tie van den hoofdagent-titulair C. C. v. d.
Klink.
Terwijl hij daarmee bezig was werd de
deur van zijn kamer, gelegen op de 1ste
verdieping van het politiebureau aan de
I.ange Nieuvvstraat, geopend. De gedegra
deerde hoofdagent trad binnen. De commis
saris had ook hem ontboden, ten einde
eenigo bescheiden af te leveren en zijn
komst kwam dus niet onverwacht.
De vroegere hoofdagent trad naar voren
en wierp haastig eenige papieren op tafel,
met de woorden „Hier heb je mijn beschei
den!"
Direct daarop trok hij zijn dienstrevolver
en loste vlak achter elkaar zes
schoten op den commissaris, die
bij het opengaan van de deur was gaaD
staan.
De heer Ellenberger heeft nog een oogen-
blik het gevaar voorvoeld, dat hem bedreig
de, want hij zeide „Wat ga je nou doen
y. d. Klink...2"
Direct daarop vielen de schoten.
De commissaris werd door vij f
ervan, drie in het hoofd en twee
in de hartstreek, getroffen en
zakte doodelijk gewond acntei
zijn bureaustoel ineen.
De moordaanslag was zoo snel in zijn
werk gegaan, dat de beide agenten, die in
de kamer waren, pas tot het besef van de
daad kwamen, toen deze reeds was geschied.
Zij wierpen zich direct op den moordenaar,
die geen verzet bood.
liet knallen van de schoten was door het
geheele gebouw gehoord.
De hoofdinspecteur van politie F.. M.
Üasoul, die zijn kamer naast dien van den
commissaris heeft, snelde toe, onmiddellijk
gevolgd door de inspecteurs J. B. Blomsma
en W. H. Kloeseman, die met cenige agen
ten de trap opstormden naar de eerste ver
dieping.
Het was een dramatisch tafereel, toen
zij tot 't besef kwamen wat er gebeurd
was. De heer Ellenberger lag hevig
bloedend op den grond en sprak geen
woord meer, maar gaf nog teekenen
van leven.
Terwijl agenten den moordenaar naar de
cel brachten, ging de zorg van de inspec
teurs uit naar het slachtoffer, dat dringend
medische hulp noodig had, zoo deze dan
nog mocht baten.
De politiearts A. D. de Leeuw en dokter
v. d. Berg waren binnen enkele minuten
ter plaatse. Dr. de Leeuw kwam juist bin
nen toen de patiënt den laatstcn adem uit
blies en moest den dood constateeren.
Diep verslagen stonden alle politieman
nen rondom het lijk van hun chef, die in
heel het corps zeer gezien was en de con
sternatie in het bureau was de eerste oogen-
blikken zoo groot, dat alles in het bureau
door elkaar liep. Menig politieman kon zijn
tranen niet bedwingen. De portier viel in
zijn aandoening flauw en hem moest dok
tershulp worden geboden.
Razend snel verspreidde het bericht van
de moord zich door Schiedam en men
liep te hoop om nadere berichten te ver
nemen.
De burgemeester, de heer H. Stulemeyer,
werd door een hoofdagent gewaarschuwd
en kwam ijlings naar de Lange Niéuw-
straat, evenals wethouder Dinkelaar.
De echtgenoote van den verslagene en
diens dochter, mevr. Dr. de Bruin, werden
telefonisch dringend naar het politiebureau
ontboden. De eerste kwam in gezelschap
van de zuster van den heer Ellenberger, die
juist te Schiedam logeerde.
De burgemeester heeft hen allen voorzich
tig voorbereid en daarna medegedeeld, dat
de commissaris het slachtoffer was gewor
den van een aanslag.
De familieleden konden niet tot de sterf
kamer worden toegelaten, omdat de indruk
ken die zij daar zouden ontvangen, te
schokkend zouden zijn geweest.
De burgemeester heeft telefonisch het
parket van de arrondissementsrechtbank te
Rotterdam gewaarschuwd en na korten tijd
verscheen de substit. officier- van justitie,
mr. Reumer en de rechter-commissaris, mr.
Brongevs, die het gerechtelijk onderzoek in
stelden.
Wraak het motief van den dader.
Omtrent de motieven, die den hoofdagent
tot zijn gruwelijke daad hebben gevoerd
vernemen wij nader het volgende:
Reeds eenige malen was v. d. K. door den
commissaris onderhouden omdat hij zich in
diensttijd schuldig maakte aan misbruik
\an sterke drank. Ten slotte bleek, dat de
man niet in zijn functie van chef van den
buitendienst was te handhaven. Op voor
dracht van den commissaris, die hem tot
het laatst toe de hand boven het hoofd
heeft gehouden, was hij met ingang van 1
December gedegradeerd tot gewoon agent.
De commissaris van politie F. Ellenburger,
wiens leven op zoo tragische wijze
beëindigd werd.
Zaterdagmorgen is een inspecteur
met hem naar den kleermaker gegaan
om zijn distinctieven te laten verwijde
ren. Bekend was, dat de man zich zeer
op zijn titulairen rang liet voorstaan en
zijn „strepen" met trots droeg. Het feit,
dat hij den tocht door Schiedam moest'
maken eerst met zijn onderscheidings
teekenen nog aan en daarna terug als
gewoon agent schijnt in den man een
felle wraakzucht te hebben doen op
laaien, welke hem ten slotte tot zijn
daad heeft gedreven.
Uiterlijk was er dien dag niets bijzonders
aan hem te zien. 's Middags kwam hij te
gen twee uur rustig het bureau binnen en
liet zich melden bij den inspecteur. Daarna
ging hij naar boven en gaf de klerken een
hand met de woorden „Nou, ik ga er van
door!" Ook deze hebben niets bijzonders
aan hem gezien.
Enkele oogenblikken later s.choot de
moordenaar zijn automatisch pistool leeg
op zijn hoogsten chef, wien hij dank schul
dig was omdat hij hem niet voor ontslag
had voorgedragen.
Het wapen, waarmee de moord is ge
pleegd, was een gewoon dienstpistool van
het kaliber 3.65. Deze pistolen kunnen 9 par
tronen bevatten, maar aangezien er dan te
veel spanning komt op de veer worden ze
in den regel met 6 patronen geladen.
Van de zes schoten, die de moordenaar
heeft afgevuurd, heeft er maar één zijn doel
gemist.
De dader onbewogen.
De dader was na de moord onbewogen,
ook toen hij geconfronteerd werd met zijn
slachtoffer. Hij toont niet het minste be
rouw over zijn daad.
Slachtoffer en dader.
De commissaris van politie te Schiedam,
de heer F. Ellenberger, die op zoo tragische
wijze het leven heeft gelaten, is 63 jaar oud
geworden. In Maart 1936 zou h ij met
pensioen gaan.
De heer Ellenbcrger is van gewoon agent
tot chef van een vrij omvangrijk politie
corps opgeklommen. Te Haarlem bereikte
hij na een snelle promotie de rang van in
specteur-titulair. Op 1 October 1900 werd hij
aangesteld als inspecteur van politie te
Schiedam. Op 11 Juni 1914 volgde hij den
toenmaligen chef van het corps, den heer
J. L. van Wolffensberger op als commis
saris. Zoowel bij zijn ondergeschikten als
bij de burgerij stond hij bekend als een
respectabel man.
De dader is 51 jaar oud en hoofd van een
gezin met 5 kinderen. Hij stond aanvanke
lijk zeer gunstig bekend en was daarom
chef van den buitendienst geworden, belast
met het toezicht op de buitenwijken. Als
zoodanig werd er op hem zelf weinig con
trole uitgeoefend. De laatste jaren kwamen
er klachten over hem, dat hij zich, ook in
diensttijd, schuldig maakte aan drankmis
bruik. Na herhaalde waarschuwingen, ook
van de zijde van zijn organisatie, volgde
zijn degradatie.
HOE DE PSEUDO-VERPLEEGSTER
IN DE VAL LIEP
Toen Dinsdagavond de ambtenaren derVer-
keersinspectie van de Rijksveldwacht met hun
auto van een verkeersrit naar hun standplaats
terugkeerden, werd hen op het pontveer aan
de Moerdijk door een als verpleegster geklee-
de dame verzocht te mogen mederijden naar
Zeeland, daar zij voor een sterfgeval in haar
familie daarheen was opgeroepen. Het wilde
dien ambtenaren voorkomen, dat de verkla
ring van de „verpleegster" wel voor eenige
twijfel vatbaar was. Daar zij kennis droegen
van een aantal oplichtingsgevallen, eenigen
tijd geleden in Goes en omgeving en te Rot
terdam gepleegd door een als verpleegster
gekleede dame, besloten zij de „zuster" te
laten mederijden-
Door het intusschen gevoerde gesprek werd
de pseudo-verpleegster meer en meer twijfel
achtig en tenslotte bleek zij te zyn een bij de
politie bekende en gezochte oplichtster, mej.
M. B. Zy werd aan de politie te Goes overge
leverd en voor den officier van justitie te Mid
delburg geleid.
AANRANDER GESNAPT
Sedert eenige weken werd Oude-Pekela
(Gr.) door een persoon, die meisjes aanrand
de onveilig gemaakt. Donderdagavond werden
opnieuw twee meisjes aangerand. Op haar ge
gil kwamen van alle kanten menschen toe
snellen. Er ontstond een kloppartij, waarbij
de dader, de 20-jarige ongehuwde S. B., uit
Winschoten, werd overmeesterd. De man is
naar Winschoten overgebracht.
DE DOODELIJKE DAMP
Echtpaar bewusteloos
Te Goes heeft zich ten huize van den heer
G V. Pennings, onderwijzer bij het lager
onderwijs, wonende in de Wilhelminastraat,
een geval van kolendampvergiftiging voorge
daan. 's Morgens vond men zoowel den heer
F. als zün echtgenoote bewusteloos op de
slaapkamer. Spoedig werd medische hulp inge
roepen.
Naar wij vernemen, is bij de vrouw het be
wustzijn teruggekeerd, terwijl de man nog
steeds bewusteloos is. Direct levensgevaar is
niet aanwezig. De oorzaak van deze kolen
dampvergiftiging is wellicht een nieuwe kachel
die in een aangrenzend vertrek stond te bran
den.
HET EINDE EENS ZWERVERS.
Te 's Heer Abtskerke vonrl men in een
greppel het lijk van een zwerver. Het is ge
bleken, dat dit zekere K. uit Goes was, die
al eenige dagen vermist werd.
ONDER EEN VRACHTAUTO
VERPLETTERD
Te Hilversum heeft op den Hoogen Laar-
derweg een doodelijk ongeval plaats gehad.
Een vrachtauto, welke koeien vervoerde,
reed in matigen gang in de richting Laren
toen de bestuurder zich genoodzaakt zag,
signalen te geven voor eenige voor den wa
gen loopende kinderen. Deze vluchtten naar
bot trottoir, dorli een van ben, de vier
jarige G. van Dijk, wonende op genoemden
weg, kon zich niet spoedig genoeg in veilig
heid stellen en liep, ondanks het fait, dat
de bestuurder het kind aanvankelijk nog
wist te ontwijken, tegen de auto op. Door
krachtig remmen werd het voertuig tot
stilstand gebracht, doch het bleek dat het
rechter-aohterwiel van den zwaren wagen
juist op het hoofd van het kind stond. D
kleine was onmiddellijk dood.
DOOR HOLLEND PAARD CEDOOD
Te Oudenbosch was het drie-jarig doch
tertje van den aannemer Scrauwen, op het
.stationsemplacement aan het spelen. Plot
seling sloeg het paard, gespannen voor een
wagen van Van Gend en Loos, op hol en
trapte het kind zoodanig, dat liet onmiddel
lijk werd gedood.
IN EEN OLIENOOTJE GESTIKT
Het zoontje van K. uit Doetinchem, dat
te Gendringen op bezoek was, kreeg een
olienootje in de luchtpijp. Het kind moest,
naar Arnhem worden overgebracht, waar
operatief is ingegrepen. Niettemin is de
kleine aan do gevolgen overleden.
REPRODUCTIE IN BESLAG GENOMEN
Op grond van overtreding van de auteurs
wet, is te Delft en te Den Haag in beslag
genomen de reproductie in vierkleurendruk
an hot laatste portret van H.K.H. Prinses
Juliana.
MISLUKTE ROOFOVERVAL
Nabij Bennekom is tegen den avond een
poging gedaan een looper van een Boerenleen
bank, van wien het bekend was, dat hij regel
matig vrij groote geldbedragen bjj zich had,
te berooven. Op een eenzamen landweg, waar
de incasseerder langs moest, had men tus-
schen de boomen een ijzerdraad over den weg
gespannen. Toeen de man kwam aanfietsen
zag hy echter den draad, zoodat hij door zich
diep over zijn stuur te bukken, kon voorkomen
dat hij van de fiets werd geslingerd. Hij zag
tusschen de boomen twee mannen verdekt op
gesteld, gekleed in manchesterpakken en ge
wapend met dikke knuppel,-. Zoo snel hij kon,
fietste de man weg en waarschuwde de politie
te Ede, die onmiddellijk de politie uit omlig
gende gemeenten, o.a. ook die van As'nhem
op de hoogte stelde
TUSSCHEN WAGENS DOODGEDRUKT
Op het rangeerterrein van de spoorwegen te
Roosendaal liep bij het rangeeren een der wa
gens uit de rails. De rangeerder van 't Hooft
geraakte tusschen den rangeerenden wagon en
een andere bekneld en werd doodgedrukt. Het
ljjk van den man, die een vrouw en drie kin
deren achterlaat, is naar het R.-IC. ziekenhuis
Charitas gebracht.
De nieuwe directeur-generaal
van de Landbouw
Bij Kon. Besluit is Ir. A. L. M. Roebroek
met ingang van 1 December 1934 benoemd
tot directeur-generaal van den landbouw en
is hem met ingang van denzelfden datum
eervol ontslag verleend als rentmeester der
Staatsdomeinen.
De afslachting van jong vee
Zijn de landbouworganisaties gehoord?
Op de bekende persconferentie met de
regeeringscommiksarissen, gehouden op 16
November werd mede naar aanleiding van
de schriftelijk beantwoorde vragen door
één der journalisten geïnformeerd of inzake
de plannen tot een evcntueelc herhaalde al-
slachting van rundvee voor ze definitiel
uitgevoerd werden, overleg gepleegd was
met de landbouworganisaties en zoo ja, of
deze zulke plannen hadden goedgevonden
Daarop is door den betrokken Regeerings-
eommissaris Ir. S. L. Louwes geantwoord
op een wijze, die aan duidelijkheid niets te
wenschen overliet, en gezegd, dat dit over
leg had plaats gehad en dat de organisaties
zich met deze plannen konden vereenigen
Op deze persconferenties heeft de vrager
zijn twijfel over dit antwoord laten merken
ien o. a. gezegd, dat het dan misschien waar
mocht zijn, dat de landbouworganisaties
deze plannen hadden goedgekeurd, maai
dat er reden is om er aan te twijfelen
dat het plan om jongvee af te sluchtcn
den organisaties was voorgelegd of door
dezen goedgekeurd. Hierop is toen door den
regeeringscommissaris niet gereageerd.
Nu echter lazen we in een zeer uitvoerig
verslag van do vergadering van het Drent
sclie Landbouwgenootschap in de Meppeler
Courant, dat door den voorzitter, den heer
H. Meijeringh Jz. op een desbetreffende
vraag is geantwoord, dat noch aan het
D(rentsch) L(andbouw) G(enootschap),
noch aan lint K(oninklijk) N(cderl.) L(and
bouw) G(enootschap) advies was gevraagd.
(Ook in het verslag in de Emmer Couranl
kwam zooiets voor en in hot verslag van
het Drentsch Landbouwblad slaat, dat den
organisaties een uitgewerkt plan is voor
gelegd.) Op de bedoelde vergadering is in
stemming betuigd met het voorstel van den
heer Lcvie te Assen om te protesteeren te
gen dit „niet hooren van de landbouw
organisaties".
Nu vragen wij, hoe zit dat?
Zijn de landbouworganisaties gehoord
over deze afslachting?
Ja, zegt de lieer Louwes op de pcrscon
ferentie.
Neen, zegt de voorzitter van een der land
bouworganisaties op een openbare vergade
ring.
Blijkens dit antwoord zijn ook de Cen
trale organisaties niet gehoord.
Maar, vragen we ons af, wie kon dan zoo
veel overwegenden invloed gehad hebben
bij den Minister, dat men kwam tot het
plan om jongvee af te slachten wat
noch op ethische, noch op practische gron
den, zooals we reeds meermalen schreven,
is goed te keuren.
De varkenshandel
Het vrije bedrijfsleven teruggevraagd.
Het comité inzake de uitvoering der Cri-
sisvarkenswet, waarbij aangesloten zijn de
Ned. Bond van Varkenshandelaren, de Ned.
Bond van Groothandelaren in varkens-
vleesch en producenten van gezouten spek
en reuzel en de Ned. Bond van Grossiers in
geslachte varkens, beeft in zijn laatste ver
gadering ter bespreking van den algemeo
nen toestand op het terrein der varkensba
weging vastgesteld, dat liet thans vigeeren-
de systeem mogelijkheden heeft geopend
voor 'bevoorrechting en bevoordeeling van
bepaalde groepen van belanghebbenden.
Waar het uitgeven van de biggenmorken
gebaseerd is op sterke inkrimping der var-
kensvoorraden en de tellingen reeds een
vermindering hebben aangegeven van circa
een vierde gedeelte tegenover 't aantal var
kens in 1932, acht liet comité thans dc tijd
aanwezig om verschillende beperkingen die
het vrije bedrijfsleven zijn opgelegd te doen
beëindigen. Het. grondt deze overweging op
het feit dat liet surplus aan varkens, wat op
de binnenlandsche markt drukte, thans
verdwijnen gaat vanwege liet uit de markt
nemen der zware varkens door de Centrale.
Unaniem werd uitgesproken dat 'n systeem
van gelijkte concurrentievoorwaarden voor
een gezond beleid noodzakelijk geacht wordt
en de algemeene toestand ten goede zal ko
men. Dit voorkomt, dat bepaalde groepen
zienderoogen zich bevoorrecht zien ten kos
te van anderen, die als uitvloeisel van liet
vigeerende systeem, in zeer moeilijke om
standigheden zijn gebracht. De factor van
vrije aankoopen via de binnenlandsche
markt en voor een ieder op dezelfde con
dities brengt groote vereenvoudiging van
de daarvoor ingestelde crisisbureaus en be-
teekent een verbetering voor het algemeene
bedrijfsleven.
Tevens werd geconstateerd dat de alge
meene ontevredenheid die is ontstaan rond
om de v arkenscrisiswet, liet overloopen naar
extremistische partijen heelt bevorderd, en
voor een belangrijk deel op rekening van na
thans gevolgde methode geschoven moet
worden. Hierdoor dreigen de leiders der
bonatide organisaties hun ordenende in
vloed op de leden te verliezen.
Een hernieuwde actie tot verbetering van
den onhoudbaren toestand zal worden in
geluid in de verwachting, dat men eindelijk
in het belang der gemeenschap dauraan te
gemoetkomt.
Werkloozen in het vrije
■landbouwbedrijf
De Zeeuwsche proef mislukt
Omtrent het plaatsen van werklooze ar
beiders in liet vrije bedrijf, waarmede een
proef werd genomen in Zeeland, Noord Hol
land en Friesland hebben B. en W. van
Heinkenszand een rapport uitgebracht aan
den Minister.
Volgens dit rapport kan gezegd worden,
dat de proef voor het gemengde (klein) be
drijf niet aan de verwachtingen beantwoord
heeft, ja men kan zeggen dat ze is mislukt.
Vele werkgevers, vooral de grootste, hiel
den zich afzijdig, terwijl toch juist van
werkgeverszijde op dit stelsel was aange
drongen. Daardoor was het aantal met loon-
toeslag in het vrije bedrijf geplaatste werk
looze landarbeiders gering (maximum 16).
Momenteel nu de verplichting is gekomen
om zich voor minstens drie maanden te
verbinden, is er maar één arbeider overge
bleven.
B. en W. merken op, dat de looutoeslag
aanleiding geeft tot misbruik. Velen gingen
er toe over om eerst hun arbeider(s) te ont
slaan om ze dan later weer in dienst te
nemen met loontoeslag, die een derde van
het loon 12) bedroeg. De gomde werkge
vers, die hun arbeiders ook in dezen slap
pen tijd aan bet werk bielden, konden van
do regeling niet profitceren, zij bij wie het
sociaal gevoel ontbrak, daarentegen wel.
De landarbeidersbonden hebben altijd
zeer sceptisch tegenover deze regeling ge
staan. Zij verwachten er weinig anders dan
misbruik van terwijl de werkloosheid er
practisch niet door zou verminderen. De
proef te Ileinkonszand schijnt hun gelijk te
geven. Ook wordt opgemerkt dat de jonge
arbeiders die niet onder de categorie van
gesteunden vielen, het kind van de rekening
werden.
Wil er iets van dit stelsel terechtkomen,
dan is strenge controle zeer noodig. Ook
zou de toeslag iets hooger gesteld dienen te
worden terwijl de Minister strengere voor
schriften en regelingen zou dienen te geven.
ring of ontheffing ook dit seizoen weer sterk
is verminderd.
In 't tweede jaar der pachtwet werden 4375
verzoekschriften ingediend Dat was 17176 min
der dan in het eerste jaar. In het eerste kwar
taal van het derde jaar bedroeg het aantal
ingediende verzoekschriften slechts 194 of 292
minder dan in hetzelfde kwartaal van het
tweede jaar toen het 486 bedroeg. Met de op
1 Juli nog onafgedane zaken waren er 300
zaken aanhangig in dit eerste kwartaal tegen
918 in het eerste kwartaal van het tweede jaar
Van deze 300 werden beëindigd 192, waarvan
29 ingetrokken werden, 7 door een minnelijke
schikking afgedaan werden en 156 door de ka
mers van crisispachtzaken werden behandeld.
In twee gevallen- bleef de pachttermijn ge
handhaafd. Een reductie van 1 tot 25 pCt. werd
:n 23 gevallen toegestaan, van 26 tot 50 pCt
'n 94 gevallen, van 51 t.m. 75 pCt in 36 ge
vallen en in 1 geval werd algeheele onthef
fing verleend.
LANDBOUWBEDRIJFSUITKOMSTEN
IN ZEELAND
Volgens de pas uitgekomen publicatie van
het boekhoudbureau van de Z.L.M. zijn over
het boekjaar 1933/'34 213 landbouwbedrijven
in Zeeland met een gezamenlijke oppervlakte
van 7600 H.A. gecontroleerd. De gemiddelde
bruto-opbrengst bedroeg f 318.93, de totale
uitgaven f 278.12, zoodat de netto-winst
f 40.81 per H.A. heeft bedragen, tegen een
netto-verlies van f 23.10 in 1932/'33, toen de
bruto-opbrengst f 273.12 en de totale uitgaaf
f 296.22 per H.A. was. In de totale kosten is
mede opgenomen de rente van het eigen kapi
taal; voor den arbeid van den boer en zijn
vrouw is echter niets berekend. Per bedrijf
gerekend op gemiddeld 36 H.A. krijgt de boer
dan voor zijn arbeid en die zijner huisgenoo-
ten en voor bedrijfsrisico te zamen ongeveer
1450 gulden, waarbij is inbegrepen wat hij
zelf uit zijn bedrijf voor de huishouding heeft
genomen.
De post arbeidsloon daalde van f 110.19 per
H.A. in 1932/'33 op f 99.14 in 1933/'34, terwijl
de gemiddelde pachtwaarde eveneens vermin
derde en wel van f 85.07 in 1932/'33 op
f 82.65 per H.A. in 1933/'34.
DALING VAN DE ARBEIDSLOONEN
IN DEN LANDBOUW
„De Christeliiktj handarbeider",, or-graan van
den Ned. Chr. Landarbeidersbond, berekent aan
de hand van de gegevens. die de Central©
Landbouwboekhouding telkenjare verstrekt,
hoe groot de daling der loonen is in een tijd
vak van 6 Jaren. Het blad heeft van andere
zllde opgaven ontvangen van het aantal be
dreven boven f» H.A. in de gemeente Het Bildt
(Fr.).
In die gemeente zijn ongeveer 124 bedrifven.
van méér dan 5 H A. Deze bedrihen hebben
totaal 3123 H.A. bouw- en grasland in exploi
tatie. Bedrijven van minder dan 5 H.A. zün
buiten berekening gelaten, omdat daar büna
geen arbeidsloon wordt uitgegeven. Dan komt
men tot deze berekening: In 1927-'28 bedroeg
het loon per H.A. in Het Bildt f 206.80. In 1933
-'34 was dit teruggeloopen tot f 115.15.
Ken verschil derhalve van f 91.65 per H.A. in
6 jaar tild.
Vermeerdert men nu de 3123 H.A., welke
boven worden aangegeven met f 91.65 dan is
de totale loondaling f 286.221.95. (Twee hon
derd, zes en tachtig duizend, twee honderd één
en twintig gulden vijf en negentig cent).
Een daling van ruim 44 pet van het arbeids
loon, in 6 jaar.
In welk bedrijf hebben do arbeiders nog
zwaardere slagen gekregen dan in den land
bouw? En waar konden deze slagen harder
aankomen dan ond< r de landarbeider? met
bun spreekwoordelijk lage loonen?, aldus be
sluit „De Chr. Landarb.".
LANDBOUWGESCHIL IN N.-BRABANT
De heer J. Schouten heeft als arbiter een
beslissing genomen Inzake het arbeidsgeschil
tusschen de landbouwers in den Diesbosch en
de drie landarbeldersorganisaties. De beslissing-
luidt als volgt:
Het minimum-uurloon voor volwaardige ar
beiders zal 23 cent bedragen. In den winter zal
het minimum loon f 12 per week zijn. Paarden
knechts (ploegers) zullen f 1 meer verdiener..
H t minimum-loon voor volwaardige arbeiders
voor bijzondere werkzaamheden, zal 25cent
per uur bedragen. Voor kunstmeststrooien zal
j cent per baal boven het gewone loon betaald
worden. Voor overwerk zal 5 cent per uur bo
ven het gewone loon betaald worden. Voor
regenverlet en den arbeidstijd zullen de gebrui
k< Hike regelingen gehandhaafd blijven
ooi' aangenomen werk zullen de tarieven
zoodanig moeten zijn, dat de mogelijkheid be
staat, dat een arbeider, in tarief werkend, 15
pet meer kan verdienen, dan wanneer hu tegen
uurloon zou werken.
Voor de volgende werkzaamheden geldt Voor
hlejen-rooien met l keer koppen hakken zal
6 tot cent per roede, voor bieten rooien met
2 keer koppen hakken 7 tot 8 cent per roede
worden betaalJ Voor bieten-rooien op de kar
zal ten minste cent per roede worden be
taald. oor bleten schepen van de brug in het
schip zal 30 cent per last worden betaald. Voor
bi ten-schepen met kruiwagen zal 40 cent per
last vorden betaald. Voor spoorbieten zal f 85
y.VZ ^'0,'den be'taald. Voor boerenkarbieten
rmet voerman en f65 zonder voerman,
vv at deze laatste tarieven aangaat, zal boven
f 1 worden betaald voor elk©
f 1000 kg Du meer dan 20 pet tarra zal tot
1 Prt Korting worden gegeven.
19?4eZteot'><ï1Me'in!83l.1 SClden Van 19 Novemb"-
CRISISPACHTWET
Sterke vermindering der verzoekschriften
Uit een uitvoerig overzicht, dat het Centraal
Bureau voor de Statistiek geeft omtrent de
werking van de Crisigpachtwet over het eerste
kwartaal van het derde jaar van de werking
oer wet (1 Juli t.m. 30 Sept. 1934), blijkt,
dat het aantal verzoekschriften om verminde
Parmentier en Soer gehuldigd
Zaterdagmiddag heeit de Amstelveens'dlie
burgerij haar plaatsgenoot Parmentier ge
huldigd. Ten gemeenteliuize werd hij toege
sproken door burgemeester Haspels, die hem
namens hel gemeentebestuur de gouden
eere-metlaille tan de gemeente overhandig
de. Ook Soer werd in de huldiging betrok
ken en aan hem werd eveneens in verhand
met zijn Pelikaanvlucht het gouden eere-
metaal uitgereikt.
Hierna werd Parmentier voor zijn woning
een zang- en muziekhulde gebracht en defi
leerden de diverse vereenigingen en de
schoolkinderen.
(5
Dit zeggende had hij het schootsvel reeds
afgedaan, en was de smidse uitgestapt, de
straat op.
Huil) Syhrandsz had gisteren z'n straftijd
gehad.
Den geheelen dag had hij geen voet bui
ten de deur gezet, er was ook heel weinig
tegen hem gesproken, maar nu was de straf
voorbij. Hij had moeder plechtig beloofd,
dat hij voortaan dadelijk gehoorzaam zou
zijn en moeder had Huib geloofd. O, dat had
den jongen geweldig veel genoegen gedaan.
Moeder vertrouwde hem dus weer. Hij
moest zelf erkennen, dat hij het er slecht
had afgebracht, docli nu hij wist, dat moe
der hem weer vertrouwde, nu zou alles weer
goed komen.
In z'n grooten ijver had hij vanmorgen
dadelijk naar den Oostze'edijk willen gaan,
om den verloren schelling te gaan zoeken,
doch vader had gezegd, dat dat tóch ver-
geefsche moeite zou zijn, dat geld was na
tuurlijk allang gevonden of anders zoo
hopeloos ver weggezakt, dat er geen vinden
meer aan zou zijn.
't Had Huib we'i gespeten; liij had zidh
gisteren maar vast in het hoofd gezet, dat
de schelling nog wel terecht zou komen,
dat hij hem wel weer vinden zou, maar nu
modht hij er niet naar gaan zoeken.
„Die schelling zal vader wel weer ver-
Üeiien, m'n jongen", had moeder gezegd,
„dat is het ergste niet, "maar ongehoorzaam
zijn en leugens doen, dat is veel erger. Dat
is zonde voor God. Denk daarom Huib. Wij
moeten in Gods wegen wandelen, jij ook. Do
vreeze des Heeren, Huib, die maakt rijk"
Huib had geknikt ten teeken. dat liij in
stemde met moeders woorden. Ach, wat
dacht hij nog weinig aan den Heere en wat
begreep hij er nog weinig van, waarom liet
eigenlijk ging in den strijd tegen de Span
jaarden. Vader begreep dat veel beter, vader
spralk er ook wel eens over. Neen, de strijd
der Waiergeuzen was geen mooi spelletje,
het tvas bittere ernst. Hoe stond het ook
weer in liet „Nieuw Christelijk Lied", dat
tegenwoordig iedere Geus kende.
O, ja, daar bad hij het weer:
„"Voor Godc's Woord geprezen.
Heb ik vrij onversaagd,
Als een held zonder vreezen,
Mijn edel bloed gewaagd."
Ja, daarom ging het. Om Gods Woord, om
de vrijheid, God te dienen volgens Zijn
Woord.
Na den middag mocht Huib voor moeder
een boodschap doen. Hij moest naar den
Vissehersdijk, om viscli te halen; bot moest
het zijn, daar hield vader zoo \ym.
Huib ging er dadelijk op af. Het winkel
tje met visohtuig op den hock van de Val-
kensteeg ging hij nu dadelijk voorbij.
Toen hij de visch gekocht had, liep hij de
Blaak op en toen hij daar de oude Papen
brug wilde overgaan, zag hij daar een
menigte menschen te hoop ioopen. Van allen
kant kwamen de menschen toestroom™.
Hoog boven alles uit stond een man, die
hét volk iets scheen te vertellen.
Huib werd toch nieuwsgierig. Hij wilde
toch graag eens hooren. wat die man te ver
tellen had. Neen, hij zou er z'n tijd niet
zoek brengen, want moeder had gezegd, dat
ze de v'.sdh wilde bakken, voor de avond
boterham van vader. En dus moest hij er
voor zorgen bijtijds thuis te zijn. Maar even
luisteren moest, hij toch, 'i was zoo mooi als
hij straits met nieuws thuis kwam.
Eer Huib er goed erg in had, bevond iiij
zich midden in het gedrang. Hij hield z'n
net met visch stevig vast en luisterde naar
den man, die daar te Vertellen stond.
Die man was een goede bekende van Huil)
het was Zwarte Jan. de beste smid van heel
Rotterdam.
„Zwart'Jan!" riep een man uit bet volk,
„gij zijt de hopman der burgerwacht, zeg
ons, wat moeten wij doen?"
„Wat wij moeten doen?" antwoordde de
smid. „Gij weet toch allen, wat er in Den
Bi'iel is gebeurd. De Geuzen hebben de stad
in bezit genomen en zij hebben de Spanjaar
den, die kwamen opdagen, om de vesting
voor Alva te hernemen, duchtig klappen
gegeven. Nu ioopen er geruchten, dat de
Spanjaarden hier heen zullen komen, en
in onze stad worden ingekwartierd, om te
verhoeden, dat de Watergeuzen ook Rotter
dam voor den Prins verwerven.
Vraagt ge nu nog, wat wij moeten doen?
Gij weet toch. dat ik een Hollander ben,
van top tot teen? Welnu ais gij allen dat
ook zijt, dan zult gij evenals ik, den laat-
sten druppel bloed er voor ovpr hebben, om
te zorgen, dat de Spanjaard ihier geen voet
Kinnen de wallen zet"
„Leve Zwarte Jan!" riepen velen.
Het werd eenige oogenblikken rumoerig
in tien volkshoop Iluib kreeg het een beetje
benauwd, hij voelde hoe hij in dit menschen
kluwen verward was geraakt en er niet
gemakkelijk weer uit verlost zou worden
Tevergeefs zap tiij rond of er niet ergens
gelegenheid was, om te ontsnappen.
Doch hij kon nergens heen en zoo was
hij dus wel gedwongen te blijven staan, tot
dat de menigte uiteen zou gaan.
Het rumoer bedaarde nu ietwat en een
zware mannenstem sprak: „Braaf gespro
ken, Zwarte Jan! Neen, geen Spanjaard za!
binnen onze muren komen!"
Huib zag den spreker aan. Het nas Jan
Dominions, de bakker. Hij was al een man
op jaren, maar zijn donkere oogen fonkel
den nog van jeugdigen moed.
„En wat wilt gij mannen?" vroeg de bak
ker, zich tot liet volk wendende. „Wilt gij
de Spanjaarden hier binnen laten, ruwe
krijgsknechten, die u uw geld ontnemen,
die bezit nemen van uw woningen, die u
uw vrijheid ontrooven? Wat wilt gij?"
Jan Dominions was Roomsch, dat wist
men, maar hij. was niettemin een trouw
vaderlander, die niet dulden kon, datvreem
dn soldaten hier den baas kwamen spelen
en liet volk verdrukten. Dat was ongehoor
de tirannie.
„Gij help gelijk Dominions!" riepen ver
scheidene stemmen, „gij hebt gelijk!"
„Ja mannen," riep de smid nu weer, de
oude Dominicus heeft gelijk, wij moeten
niét dulden, dat de Spanjaarden onze stai'
binnenkomen!"
„En waarom niet?" werd er opeens uit
den volkshoop geroepen.
De menschen zagen verschrikt om.
Wat was dat? Was er een verrader hiér?
Was er iemand hier, die het niet eens was
met Zwarte Jan, die dus wél wilde, dat de
Spanjaarden binnen kwamen?
Maar wie was dat dan?
Ah daar had men hem reeds in het oog.
Het was Albrccht de korenkooper, ja dat
was een Roomsche haas, maar tévens een
vriend der Spanjaarden. Z'n schrikkelijke
haat tegen de ketters bracht hem er toe, om
het met de Spanjaarden eens te zijn. De
menschen kenden hem wel.
„Ik geloof," riep de korenkooper nu, „dat
het juist heel goed zou zijn, wanneer wij
eens een afdeeling Spaansche soldaten hier
.kregen. Dan zou er wel weer wat schrik
komen onder de ketters. Die beginnen den
laatstcn tijd wat ai ie brutaal te worden.
Moet je eens gaan informeer™ in de Raam
straat en m de Groenendaal."
Het was waar. in die beide straten woon
den ijeel wat Gereformeerden. In het ge
heim hielden zij hun godsdienstoefeningen
in pakhuizen en op zolders, en Huib wist
heel goed, dat vader en moeder er vaak
heen gingen, 't Was wel venboden door de
regeering, doch vader zeide altijd: „Men
moet. Gode meer gehoorzaam zijn dan de
menschen. „De regee'ring mdg ons niet ver
bieden God te dienen naar Zijn Woord."
Wel, die kwade korenkooper toch.
Goed dat ik hier ben, dacht Huib en dit
net hoor. Nu kan ik vader en moeder waar
schuwen.
Huib zag dat ook Zwart Jan schrok van
de woorden van den korenkooper. Hij werd
oen tint bleeker.
Het was dus den vijandigen Ikorenkooper
bekend, dat daar bijeenkomsten werden ge
houden door de Gereformeerden, welnu, dan
was liet dubbel zaak op te passen.
Doch hoor. daar verhief zich weer de stem
van Jan Dominicus, den ouden hakker.
„Laat jagen wie uil, maar als er ge
laagd moet worden, dan kunnen dat wel
menschen doen uit ons eigen volk en onze
overheid Spaansche soldaten hebben we
daarvoor niet noodig, die mcMi we hier in
onze stad niet hebben!"
„Goed gezegd!" werd er door sommigen
geroepen.
Huil) herleefde weer.
Die goede Jan Dominicus toch, dat was
tenminste een vriend van de Gereformeer
den. Geen wonder, dat moedei' bij hém kou
sen kocht. Dat had hij dubbel en dwa\ ver
diend. En nu zou bij vanavond aan moeder
viagcn of hij toch do kousen nog mocht
gaan koopen, die hij eergisteren had moe
ten halen
„Jij bent een halve ketter!" schreeuwde
de nijdige korenkooper.
Docli dat liet Jan Dominicus zich niet
aanleunen.
.Kom eens, Albrecht",riep hij... „ge weet
evengoed als ik, dat ik goed Roomsrh-
Katholiek ben en als gij er aan twijfelt,
vraagt ge bet pater Frenius maar eens, die
zal u wei verzekeren, dat ik trouw ter
biecht kom en nooit een feestdag of mis
dienst oversla. Maar even zoo goed Roomsch
ais ik ben", ging de oude hakker voort,
„even zoo goed wil ik ook een burger deZer
stad zijn en blijven. Rotterdam bezit vele
voorrechten en privilegiën en ik wensch,
dat dis alle gehandhaafd zullen blijven.
Een onzer privilegies is dat er nooit vreemd
krijgsvolk binnen de stad gebracht mag
worden. Ik begrijp niet hoe' gij. ais Rotter
damnier, nog vragen kunt, waarom wij geen
Spanjaarden binnen onze stad verlangen.
(Wordt vervolgd)]