Van Rotterdamsche ioneens uit den Spaansciien tiid 4 MAAS- EN SCHELDEBODE WOENSDAG 5 DECEMBER 1934 COMMISSARIS VAN POLITIE VAN SCHIEDAM VERMOORD Land- en Tuinbouw* GEMENGD NIEUWS V Door gedegradeerd hoofdagent van politie Zaterdagmiddag te 2 uur is de com missaris van politie van Schiedam, de heer F. Ellenberger, op zijn bureau ver moord door een hoofdagent van politie, die wegens misdragingen met ingang van dien dag was gedegradeerd. De dader, die zijn wraakzuchtige daad in alle kalmte heeft verricht, is direct gearresteerd. De moord. De heer Ellenberger had Zaterdagmiddag twee agenten van politie, L. Hagestein en L. J. Vis, op zijn kamer ontboden en gaf hen instructies in verband met de degrada tie van den hoofdagent-titulair C. C. v. d. Klink. Terwijl hij daarmee bezig was werd de deur van zijn kamer, gelegen op de 1ste verdieping van het politiebureau aan de I.ange Nieuvvstraat, geopend. De gedegra deerde hoofdagent trad binnen. De commis saris had ook hem ontboden, ten einde eenigo bescheiden af te leveren en zijn komst kwam dus niet onverwacht. De vroegere hoofdagent trad naar voren en wierp haastig eenige papieren op tafel, met de woorden „Hier heb je mijn beschei den!" Direct daarop trok hij zijn dienstrevolver en loste vlak achter elkaar zes schoten op den commissaris, die bij het opengaan van de deur was gaaD staan. De heer Ellenberger heeft nog een oogen- blik het gevaar voorvoeld, dat hem bedreig de, want hij zeide „Wat ga je nou doen y. d. Klink...2" Direct daarop vielen de schoten. De commissaris werd door vij f ervan, drie in het hoofd en twee in de hartstreek, getroffen en zakte doodelijk gewond acntei zijn bureaustoel ineen. De moordaanslag was zoo snel in zijn werk gegaan, dat de beide agenten, die in de kamer waren, pas tot het besef van de daad kwamen, toen deze reeds was geschied. Zij wierpen zich direct op den moordenaar, die geen verzet bood. liet knallen van de schoten was door het geheele gebouw gehoord. De hoofdinspecteur van politie F.. M. Üasoul, die zijn kamer naast dien van den commissaris heeft, snelde toe, onmiddellijk gevolgd door de inspecteurs J. B. Blomsma en W. H. Kloeseman, die met cenige agen ten de trap opstormden naar de eerste ver dieping. Het was een dramatisch tafereel, toen zij tot 't besef kwamen wat er gebeurd was. De heer Ellenberger lag hevig bloedend op den grond en sprak geen woord meer, maar gaf nog teekenen van leven. Terwijl agenten den moordenaar naar de cel brachten, ging de zorg van de inspec teurs uit naar het slachtoffer, dat dringend medische hulp noodig had, zoo deze dan nog mocht baten. De politiearts A. D. de Leeuw en dokter v. d. Berg waren binnen enkele minuten ter plaatse. Dr. de Leeuw kwam juist bin nen toen de patiënt den laatstcn adem uit blies en moest den dood constateeren. Diep verslagen stonden alle politieman nen rondom het lijk van hun chef, die in heel het corps zeer gezien was en de con sternatie in het bureau was de eerste oogen- blikken zoo groot, dat alles in het bureau door elkaar liep. Menig politieman kon zijn tranen niet bedwingen. De portier viel in zijn aandoening flauw en hem moest dok tershulp worden geboden. Razend snel verspreidde het bericht van de moord zich door Schiedam en men liep te hoop om nadere berichten te ver nemen. De burgemeester, de heer H. Stulemeyer, werd door een hoofdagent gewaarschuwd en kwam ijlings naar de Lange Niéuw- straat, evenals wethouder Dinkelaar. De echtgenoote van den verslagene en diens dochter, mevr. Dr. de Bruin, werden telefonisch dringend naar het politiebureau ontboden. De eerste kwam in gezelschap van de zuster van den heer Ellenberger, die juist te Schiedam logeerde. De burgemeester heeft hen allen voorzich tig voorbereid en daarna medegedeeld, dat de commissaris het slachtoffer was gewor den van een aanslag. De familieleden konden niet tot de sterf kamer worden toegelaten, omdat de indruk ken die zij daar zouden ontvangen, te schokkend zouden zijn geweest. De burgemeester heeft telefonisch het parket van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam gewaarschuwd en na korten tijd verscheen de substit. officier- van justitie, mr. Reumer en de rechter-commissaris, mr. Brongevs, die het gerechtelijk onderzoek in stelden. Wraak het motief van den dader. Omtrent de motieven, die den hoofdagent tot zijn gruwelijke daad hebben gevoerd vernemen wij nader het volgende: Reeds eenige malen was v. d. K. door den commissaris onderhouden omdat hij zich in diensttijd schuldig maakte aan misbruik \an sterke drank. Ten slotte bleek, dat de man niet in zijn functie van chef van den buitendienst was te handhaven. Op voor dracht van den commissaris, die hem tot het laatst toe de hand boven het hoofd heeft gehouden, was hij met ingang van 1 December gedegradeerd tot gewoon agent. De commissaris van politie F. Ellenburger, wiens leven op zoo tragische wijze beëindigd werd. Zaterdagmorgen is een inspecteur met hem naar den kleermaker gegaan om zijn distinctieven te laten verwijde ren. Bekend was, dat de man zich zeer op zijn titulairen rang liet voorstaan en zijn „strepen" met trots droeg. Het feit, dat hij den tocht door Schiedam moest' maken eerst met zijn onderscheidings teekenen nog aan en daarna terug als gewoon agent schijnt in den man een felle wraakzucht te hebben doen op laaien, welke hem ten slotte tot zijn daad heeft gedreven. Uiterlijk was er dien dag niets bijzonders aan hem te zien. 's Middags kwam hij te gen twee uur rustig het bureau binnen en liet zich melden bij den inspecteur. Daarna ging hij naar boven en gaf de klerken een hand met de woorden „Nou, ik ga er van door!" Ook deze hebben niets bijzonders aan hem gezien. Enkele oogenblikken later s.choot de moordenaar zijn automatisch pistool leeg op zijn hoogsten chef, wien hij dank schul dig was omdat hij hem niet voor ontslag had voorgedragen. Het wapen, waarmee de moord is ge pleegd, was een gewoon dienstpistool van het kaliber 3.65. Deze pistolen kunnen 9 par tronen bevatten, maar aangezien er dan te veel spanning komt op de veer worden ze in den regel met 6 patronen geladen. Van de zes schoten, die de moordenaar heeft afgevuurd, heeft er maar één zijn doel gemist. De dader onbewogen. De dader was na de moord onbewogen, ook toen hij geconfronteerd werd met zijn slachtoffer. Hij toont niet het minste be rouw over zijn daad. Slachtoffer en dader. De commissaris van politie te Schiedam, de heer F. Ellenberger, die op zoo tragische wijze het leven heeft gelaten, is 63 jaar oud geworden. In Maart 1936 zou h ij met pensioen gaan. De heer Ellenbcrger is van gewoon agent tot chef van een vrij omvangrijk politie corps opgeklommen. Te Haarlem bereikte hij na een snelle promotie de rang van in specteur-titulair. Op 1 October 1900 werd hij aangesteld als inspecteur van politie te Schiedam. Op 11 Juni 1914 volgde hij den toenmaligen chef van het corps, den heer J. L. van Wolffensberger op als commis saris. Zoowel bij zijn ondergeschikten als bij de burgerij stond hij bekend als een respectabel man. De dader is 51 jaar oud en hoofd van een gezin met 5 kinderen. Hij stond aanvanke lijk zeer gunstig bekend en was daarom chef van den buitendienst geworden, belast met het toezicht op de buitenwijken. Als zoodanig werd er op hem zelf weinig con trole uitgeoefend. De laatste jaren kwamen er klachten over hem, dat hij zich, ook in diensttijd, schuldig maakte aan drankmis bruik. Na herhaalde waarschuwingen, ook van de zijde van zijn organisatie, volgde zijn degradatie. HOE DE PSEUDO-VERPLEEGSTER IN DE VAL LIEP Toen Dinsdagavond de ambtenaren derVer- keersinspectie van de Rijksveldwacht met hun auto van een verkeersrit naar hun standplaats terugkeerden, werd hen op het pontveer aan de Moerdijk door een als verpleegster geklee- de dame verzocht te mogen mederijden naar Zeeland, daar zij voor een sterfgeval in haar familie daarheen was opgeroepen. Het wilde dien ambtenaren voorkomen, dat de verkla ring van de „verpleegster" wel voor eenige twijfel vatbaar was. Daar zij kennis droegen van een aantal oplichtingsgevallen, eenigen tijd geleden in Goes en omgeving en te Rot terdam gepleegd door een als verpleegster gekleede dame, besloten zij de „zuster" te laten mederijden- Door het intusschen gevoerde gesprek werd de pseudo-verpleegster meer en meer twijfel achtig en tenslotte bleek zij te zyn een bij de politie bekende en gezochte oplichtster, mej. M. B. Zy werd aan de politie te Goes overge leverd en voor den officier van justitie te Mid delburg geleid. AANRANDER GESNAPT Sedert eenige weken werd Oude-Pekela (Gr.) door een persoon, die meisjes aanrand de onveilig gemaakt. Donderdagavond werden opnieuw twee meisjes aangerand. Op haar ge gil kwamen van alle kanten menschen toe snellen. Er ontstond een kloppartij, waarbij de dader, de 20-jarige ongehuwde S. B., uit Winschoten, werd overmeesterd. De man is naar Winschoten overgebracht. DE DOODELIJKE DAMP Echtpaar bewusteloos Te Goes heeft zich ten huize van den heer G V. Pennings, onderwijzer bij het lager onderwijs, wonende in de Wilhelminastraat, een geval van kolendampvergiftiging voorge daan. 's Morgens vond men zoowel den heer F. als zün echtgenoote bewusteloos op de slaapkamer. Spoedig werd medische hulp inge roepen. Naar wij vernemen, is bij de vrouw het be wustzijn teruggekeerd, terwijl de man nog steeds bewusteloos is. Direct levensgevaar is niet aanwezig. De oorzaak van deze kolen dampvergiftiging is wellicht een nieuwe kachel die in een aangrenzend vertrek stond te bran den. HET EINDE EENS ZWERVERS. Te 's Heer Abtskerke vonrl men in een greppel het lijk van een zwerver. Het is ge bleken, dat dit zekere K. uit Goes was, die al eenige dagen vermist werd. ONDER EEN VRACHTAUTO VERPLETTERD Te Hilversum heeft op den Hoogen Laar- derweg een doodelijk ongeval plaats gehad. Een vrachtauto, welke koeien vervoerde, reed in matigen gang in de richting Laren toen de bestuurder zich genoodzaakt zag, signalen te geven voor eenige voor den wa gen loopende kinderen. Deze vluchtten naar bot trottoir, dorli een van ben, de vier jarige G. van Dijk, wonende op genoemden weg, kon zich niet spoedig genoeg in veilig heid stellen en liep, ondanks het fait, dat de bestuurder het kind aanvankelijk nog wist te ontwijken, tegen de auto op. Door krachtig remmen werd het voertuig tot stilstand gebracht, doch het bleek dat het rechter-aohterwiel van den zwaren wagen juist op het hoofd van het kind stond. D kleine was onmiddellijk dood. DOOR HOLLEND PAARD CEDOOD Te Oudenbosch was het drie-jarig doch tertje van den aannemer Scrauwen, op het .stationsemplacement aan het spelen. Plot seling sloeg het paard, gespannen voor een wagen van Van Gend en Loos, op hol en trapte het kind zoodanig, dat liet onmiddel lijk werd gedood. IN EEN OLIENOOTJE GESTIKT Het zoontje van K. uit Doetinchem, dat te Gendringen op bezoek was, kreeg een olienootje in de luchtpijp. Het kind moest, naar Arnhem worden overgebracht, waar operatief is ingegrepen. Niettemin is de kleine aan do gevolgen overleden. REPRODUCTIE IN BESLAG GENOMEN Op grond van overtreding van de auteurs wet, is te Delft en te Den Haag in beslag genomen de reproductie in vierkleurendruk an hot laatste portret van H.K.H. Prinses Juliana. MISLUKTE ROOFOVERVAL Nabij Bennekom is tegen den avond een poging gedaan een looper van een Boerenleen bank, van wien het bekend was, dat hij regel matig vrij groote geldbedragen bjj zich had, te berooven. Op een eenzamen landweg, waar de incasseerder langs moest, had men tus- schen de boomen een ijzerdraad over den weg gespannen. Toeen de man kwam aanfietsen zag hy echter den draad, zoodat hij door zich diep over zijn stuur te bukken, kon voorkomen dat hij van de fiets werd geslingerd. Hij zag tusschen de boomen twee mannen verdekt op gesteld, gekleed in manchesterpakken en ge wapend met dikke knuppel,-. Zoo snel hij kon, fietste de man weg en waarschuwde de politie te Ede, die onmiddellijk de politie uit omlig gende gemeenten, o.a. ook die van As'nhem op de hoogte stelde TUSSCHEN WAGENS DOODGEDRUKT Op het rangeerterrein van de spoorwegen te Roosendaal liep bij het rangeeren een der wa gens uit de rails. De rangeerder van 't Hooft geraakte tusschen den rangeerenden wagon en een andere bekneld en werd doodgedrukt. Het ljjk van den man, die een vrouw en drie kin deren achterlaat, is naar het R.-IC. ziekenhuis Charitas gebracht. De nieuwe directeur-generaal van de Landbouw Bij Kon. Besluit is Ir. A. L. M. Roebroek met ingang van 1 December 1934 benoemd tot directeur-generaal van den landbouw en is hem met ingang van denzelfden datum eervol ontslag verleend als rentmeester der Staatsdomeinen. De afslachting van jong vee Zijn de landbouworganisaties gehoord? Op de bekende persconferentie met de regeeringscommiksarissen, gehouden op 16 November werd mede naar aanleiding van de schriftelijk beantwoorde vragen door één der journalisten geïnformeerd of inzake de plannen tot een evcntueelc herhaalde al- slachting van rundvee voor ze definitiel uitgevoerd werden, overleg gepleegd was met de landbouworganisaties en zoo ja, of deze zulke plannen hadden goedgevonden Daarop is door den betrokken Regeerings- eommissaris Ir. S. L. Louwes geantwoord op een wijze, die aan duidelijkheid niets te wenschen overliet, en gezegd, dat dit over leg had plaats gehad en dat de organisaties zich met deze plannen konden vereenigen Op deze persconferenties heeft de vrager zijn twijfel over dit antwoord laten merken ien o. a. gezegd, dat het dan misschien waar mocht zijn, dat de landbouworganisaties deze plannen hadden goedgekeurd, maai dat er reden is om er aan te twijfelen dat het plan om jongvee af te sluchtcn den organisaties was voorgelegd of door dezen goedgekeurd. Hierop is toen door den regeeringscommissaris niet gereageerd. Nu echter lazen we in een zeer uitvoerig verslag van do vergadering van het Drent sclie Landbouwgenootschap in de Meppeler Courant, dat door den voorzitter, den heer H. Meijeringh Jz. op een desbetreffende vraag is geantwoord, dat noch aan het D(rentsch) L(andbouw) G(enootschap), noch aan lint K(oninklijk) N(cderl.) L(and bouw) G(enootschap) advies was gevraagd. (Ook in het verslag in de Emmer Couranl kwam zooiets voor en in hot verslag van het Drentsch Landbouwblad slaat, dat den organisaties een uitgewerkt plan is voor gelegd.) Op de bedoelde vergadering is in stemming betuigd met het voorstel van den heer Lcvie te Assen om te protesteeren te gen dit „niet hooren van de landbouw organisaties". Nu vragen wij, hoe zit dat? Zijn de landbouworganisaties gehoord over deze afslachting? Ja, zegt de lieer Louwes op de pcrscon ferentie. Neen, zegt de voorzitter van een der land bouworganisaties op een openbare vergade ring. Blijkens dit antwoord zijn ook de Cen trale organisaties niet gehoord. Maar, vragen we ons af, wie kon dan zoo veel overwegenden invloed gehad hebben bij den Minister, dat men kwam tot het plan om jongvee af te slachten wat noch op ethische, noch op practische gron den, zooals we reeds meermalen schreven, is goed te keuren. De varkenshandel Het vrije bedrijfsleven teruggevraagd. Het comité inzake de uitvoering der Cri- sisvarkenswet, waarbij aangesloten zijn de Ned. Bond van Varkenshandelaren, de Ned. Bond van Groothandelaren in varkens- vleesch en producenten van gezouten spek en reuzel en de Ned. Bond van Grossiers in geslachte varkens, beeft in zijn laatste ver gadering ter bespreking van den algemeo nen toestand op het terrein der varkensba weging vastgesteld, dat liet thans vigeeren- de systeem mogelijkheden heeft geopend voor 'bevoorrechting en bevoordeeling van bepaalde groepen van belanghebbenden. Waar het uitgeven van de biggenmorken gebaseerd is op sterke inkrimping der var- kensvoorraden en de tellingen reeds een vermindering hebben aangegeven van circa een vierde gedeelte tegenover 't aantal var kens in 1932, acht liet comité thans dc tijd aanwezig om verschillende beperkingen die het vrije bedrijfsleven zijn opgelegd te doen beëindigen. Het. grondt deze overweging op het feit dat liet surplus aan varkens, wat op de binnenlandsche markt drukte, thans verdwijnen gaat vanwege liet uit de markt nemen der zware varkens door de Centrale. Unaniem werd uitgesproken dat 'n systeem van gelijkte concurrentievoorwaarden voor een gezond beleid noodzakelijk geacht wordt en de algemeene toestand ten goede zal ko men. Dit voorkomt, dat bepaalde groepen zienderoogen zich bevoorrecht zien ten kos te van anderen, die als uitvloeisel van liet vigeerende systeem, in zeer moeilijke om standigheden zijn gebracht. De factor van vrije aankoopen via de binnenlandsche markt en voor een ieder op dezelfde con dities brengt groote vereenvoudiging van de daarvoor ingestelde crisisbureaus en be- teekent een verbetering voor het algemeene bedrijfsleven. Tevens werd geconstateerd dat de alge meene ontevredenheid die is ontstaan rond om de v arkenscrisiswet, liet overloopen naar extremistische partijen heelt bevorderd, en voor een belangrijk deel op rekening van na thans gevolgde methode geschoven moet worden. Hierdoor dreigen de leiders der bonatide organisaties hun ordenende in vloed op de leden te verliezen. Een hernieuwde actie tot verbetering van den onhoudbaren toestand zal worden in geluid in de verwachting, dat men eindelijk in het belang der gemeenschap dauraan te gemoetkomt. Werkloozen in het vrije ■landbouwbedrijf De Zeeuwsche proef mislukt Omtrent het plaatsen van werklooze ar beiders in liet vrije bedrijf, waarmede een proef werd genomen in Zeeland, Noord Hol land en Friesland hebben B. en W. van Heinkenszand een rapport uitgebracht aan den Minister. Volgens dit rapport kan gezegd worden, dat de proef voor het gemengde (klein) be drijf niet aan de verwachtingen beantwoord heeft, ja men kan zeggen dat ze is mislukt. Vele werkgevers, vooral de grootste, hiel den zich afzijdig, terwijl toch juist van werkgeverszijde op dit stelsel was aange drongen. Daardoor was het aantal met loon- toeslag in het vrije bedrijf geplaatste werk looze landarbeiders gering (maximum 16). Momenteel nu de verplichting is gekomen om zich voor minstens drie maanden te verbinden, is er maar één arbeider overge bleven. B. en W. merken op, dat de looutoeslag aanleiding geeft tot misbruik. Velen gingen er toe over om eerst hun arbeider(s) te ont slaan om ze dan later weer in dienst te nemen met loontoeslag, die een derde van het loon 12) bedroeg. De gomde werkge vers, die hun arbeiders ook in dezen slap pen tijd aan bet werk bielden, konden van do regeling niet profitceren, zij bij wie het sociaal gevoel ontbrak, daarentegen wel. De landarbeidersbonden hebben altijd zeer sceptisch tegenover deze regeling ge staan. Zij verwachten er weinig anders dan misbruik van terwijl de werkloosheid er practisch niet door zou verminderen. De proef te Ileinkonszand schijnt hun gelijk te geven. Ook wordt opgemerkt dat de jonge arbeiders die niet onder de categorie van gesteunden vielen, het kind van de rekening werden. Wil er iets van dit stelsel terechtkomen, dan is strenge controle zeer noodig. Ook zou de toeslag iets hooger gesteld dienen te worden terwijl de Minister strengere voor schriften en regelingen zou dienen te geven. ring of ontheffing ook dit seizoen weer sterk is verminderd. In 't tweede jaar der pachtwet werden 4375 verzoekschriften ingediend Dat was 17176 min der dan in het eerste jaar. In het eerste kwar taal van het derde jaar bedroeg het aantal ingediende verzoekschriften slechts 194 of 292 minder dan in hetzelfde kwartaal van het tweede jaar toen het 486 bedroeg. Met de op 1 Juli nog onafgedane zaken waren er 300 zaken aanhangig in dit eerste kwartaal tegen 918 in het eerste kwartaal van het tweede jaar Van deze 300 werden beëindigd 192, waarvan 29 ingetrokken werden, 7 door een minnelijke schikking afgedaan werden en 156 door de ka mers van crisispachtzaken werden behandeld. In twee gevallen- bleef de pachttermijn ge handhaafd. Een reductie van 1 tot 25 pCt. werd :n 23 gevallen toegestaan, van 26 tot 50 pCt 'n 94 gevallen, van 51 t.m. 75 pCt in 36 ge vallen en in 1 geval werd algeheele onthef fing verleend. LANDBOUWBEDRIJFSUITKOMSTEN IN ZEELAND Volgens de pas uitgekomen publicatie van het boekhoudbureau van de Z.L.M. zijn over het boekjaar 1933/'34 213 landbouwbedrijven in Zeeland met een gezamenlijke oppervlakte van 7600 H.A. gecontroleerd. De gemiddelde bruto-opbrengst bedroeg f 318.93, de totale uitgaven f 278.12, zoodat de netto-winst f 40.81 per H.A. heeft bedragen, tegen een netto-verlies van f 23.10 in 1932/'33, toen de bruto-opbrengst f 273.12 en de totale uitgaaf f 296.22 per H.A. was. In de totale kosten is mede opgenomen de rente van het eigen kapi taal; voor den arbeid van den boer en zijn vrouw is echter niets berekend. Per bedrijf gerekend op gemiddeld 36 H.A. krijgt de boer dan voor zijn arbeid en die zijner huisgenoo- ten en voor bedrijfsrisico te zamen ongeveer 1450 gulden, waarbij is inbegrepen wat hij zelf uit zijn bedrijf voor de huishouding heeft genomen. De post arbeidsloon daalde van f 110.19 per H.A. in 1932/'33 op f 99.14 in 1933/'34, terwijl de gemiddelde pachtwaarde eveneens vermin derde en wel van f 85.07 in 1932/'33 op f 82.65 per H.A. in 1933/'34. DALING VAN DE ARBEIDSLOONEN IN DEN LANDBOUW „De Christeliiktj handarbeider",, or-graan van den Ned. Chr. Landarbeidersbond, berekent aan de hand van de gegevens. die de Central© Landbouwboekhouding telkenjare verstrekt, hoe groot de daling der loonen is in een tijd vak van 6 Jaren. Het blad heeft van andere zllde opgaven ontvangen van het aantal be dreven boven f» H.A. in de gemeente Het Bildt (Fr.). In die gemeente zijn ongeveer 124 bedrifven. van méér dan 5 H A. Deze bedrihen hebben totaal 3123 H.A. bouw- en grasland in exploi tatie. Bedrijven van minder dan 5 H.A. zün buiten berekening gelaten, omdat daar büna geen arbeidsloon wordt uitgegeven. Dan komt men tot deze berekening: In 1927-'28 bedroeg het loon per H.A. in Het Bildt f 206.80. In 1933 -'34 was dit teruggeloopen tot f 115.15. Ken verschil derhalve van f 91.65 per H.A. in 6 jaar tild. Vermeerdert men nu de 3123 H.A., welke boven worden aangegeven met f 91.65 dan is de totale loondaling f 286.221.95. (Twee hon derd, zes en tachtig duizend, twee honderd één en twintig gulden vijf en negentig cent). Een daling van ruim 44 pet van het arbeids loon, in 6 jaar. In welk bedrijf hebben do arbeiders nog zwaardere slagen gekregen dan in den land bouw? En waar konden deze slagen harder aankomen dan ond< r de landarbeider? met bun spreekwoordelijk lage loonen?, aldus be sluit „De Chr. Landarb.". LANDBOUWGESCHIL IN N.-BRABANT De heer J. Schouten heeft als arbiter een beslissing genomen Inzake het arbeidsgeschil tusschen de landbouwers in den Diesbosch en de drie landarbeldersorganisaties. De beslissing- luidt als volgt: Het minimum-uurloon voor volwaardige ar beiders zal 23 cent bedragen. In den winter zal het minimum loon f 12 per week zijn. Paarden knechts (ploegers) zullen f 1 meer verdiener.. H t minimum-loon voor volwaardige arbeiders voor bijzondere werkzaamheden, zal 25cent per uur bedragen. Voor kunstmeststrooien zal j cent per baal boven het gewone loon betaald worden. Voor overwerk zal 5 cent per uur bo ven het gewone loon betaald worden. Voor regenverlet en den arbeidstijd zullen de gebrui k< Hike regelingen gehandhaafd blijven ooi' aangenomen werk zullen de tarieven zoodanig moeten zijn, dat de mogelijkheid be staat, dat een arbeider, in tarief werkend, 15 pet meer kan verdienen, dan wanneer hu tegen uurloon zou werken. Voor de volgende werkzaamheden geldt Voor hlejen-rooien met l keer koppen hakken zal 6 tot cent per roede, voor bieten rooien met 2 keer koppen hakken 7 tot 8 cent per roede worden betaalJ Voor bieten-rooien op de kar zal ten minste cent per roede worden be taald. oor bleten schepen van de brug in het schip zal 30 cent per last worden betaald. Voor bi ten-schepen met kruiwagen zal 40 cent per last vorden betaald. Voor spoorbieten zal f 85 y.VZ ^'0,'den be'taald. Voor boerenkarbieten rmet voerman en f65 zonder voerman, vv at deze laatste tarieven aangaat, zal boven f 1 worden betaald voor elk© f 1000 kg Du meer dan 20 pet tarra zal tot 1 Prt Korting worden gegeven. 19?4eZteot'><ï1Me'in!83l.1 SClden Van 19 Novemb"- CRISISPACHTWET Sterke vermindering der verzoekschriften Uit een uitvoerig overzicht, dat het Centraal Bureau voor de Statistiek geeft omtrent de werking van de Crisigpachtwet over het eerste kwartaal van het derde jaar van de werking oer wet (1 Juli t.m. 30 Sept. 1934), blijkt, dat het aantal verzoekschriften om verminde Parmentier en Soer gehuldigd Zaterdagmiddag heeit de Amstelveens'dlie burgerij haar plaatsgenoot Parmentier ge huldigd. Ten gemeenteliuize werd hij toege sproken door burgemeester Haspels, die hem namens hel gemeentebestuur de gouden eere-metlaille tan de gemeente overhandig de. Ook Soer werd in de huldiging betrok ken en aan hem werd eveneens in verhand met zijn Pelikaanvlucht het gouden eere- metaal uitgereikt. Hierna werd Parmentier voor zijn woning een zang- en muziekhulde gebracht en defi leerden de diverse vereenigingen en de schoolkinderen. (5 Dit zeggende had hij het schootsvel reeds afgedaan, en was de smidse uitgestapt, de straat op. Huil) Syhrandsz had gisteren z'n straftijd gehad. Den geheelen dag had hij geen voet bui ten de deur gezet, er was ook heel weinig tegen hem gesproken, maar nu was de straf voorbij. Hij had moeder plechtig beloofd, dat hij voortaan dadelijk gehoorzaam zou zijn en moeder had Huib geloofd. O, dat had den jongen geweldig veel genoegen gedaan. Moeder vertrouwde hem dus weer. Hij moest zelf erkennen, dat hij het er slecht had afgebracht, docli nu hij wist, dat moe der hem weer vertrouwde, nu zou alles weer goed komen. In z'n grooten ijver had hij vanmorgen dadelijk naar den Oostze'edijk willen gaan, om den verloren schelling te gaan zoeken, doch vader had gezegd, dat dat tóch ver- geefsche moeite zou zijn, dat geld was na tuurlijk allang gevonden of anders zoo hopeloos ver weggezakt, dat er geen vinden meer aan zou zijn. 't Had Huib we'i gespeten; liij had zidh gisteren maar vast in het hoofd gezet, dat de schelling nog wel terecht zou komen, dat hij hem wel weer vinden zou, maar nu modht hij er niet naar gaan zoeken. „Die schelling zal vader wel weer ver- Üeiien, m'n jongen", had moeder gezegd, „dat is het ergste niet, "maar ongehoorzaam zijn en leugens doen, dat is veel erger. Dat is zonde voor God. Denk daarom Huib. Wij moeten in Gods wegen wandelen, jij ook. Do vreeze des Heeren, Huib, die maakt rijk" Huib had geknikt ten teeken. dat liij in stemde met moeders woorden. Ach, wat dacht hij nog weinig aan den Heere en wat begreep hij er nog weinig van, waarom liet eigenlijk ging in den strijd tegen de Span jaarden. Vader begreep dat veel beter, vader spralk er ook wel eens over. Neen, de strijd der Waiergeuzen was geen mooi spelletje, het tvas bittere ernst. Hoe stond het ook weer in liet „Nieuw Christelijk Lied", dat tegenwoordig iedere Geus kende. O, ja, daar bad hij het weer: „"Voor Godc's Woord geprezen. Heb ik vrij onversaagd, Als een held zonder vreezen, Mijn edel bloed gewaagd." Ja, daarom ging het. Om Gods Woord, om de vrijheid, God te dienen volgens Zijn Woord. Na den middag mocht Huib voor moeder een boodschap doen. Hij moest naar den Vissehersdijk, om viscli te halen; bot moest het zijn, daar hield vader zoo \ym. Huib ging er dadelijk op af. Het winkel tje met visohtuig op den hock van de Val- kensteeg ging hij nu dadelijk voorbij. Toen hij de visch gekocht had, liep hij de Blaak op en toen hij daar de oude Papen brug wilde overgaan, zag hij daar een menigte menschen te hoop ioopen. Van allen kant kwamen de menschen toestroom™. Hoog boven alles uit stond een man, die hét volk iets scheen te vertellen. Huib werd toch nieuwsgierig. Hij wilde toch graag eens hooren. wat die man te ver tellen had. Neen, hij zou er z'n tijd niet zoek brengen, want moeder had gezegd, dat ze de v'.sdh wilde bakken, voor de avond boterham van vader. En dus moest hij er voor zorgen bijtijds thuis te zijn. Maar even luisteren moest, hij toch, 'i was zoo mooi als hij straits met nieuws thuis kwam. Eer Huib er goed erg in had, bevond iiij zich midden in het gedrang. Hij hield z'n net met visch stevig vast en luisterde naar den man, die daar te Vertellen stond. Die man was een goede bekende van Huil) het was Zwarte Jan. de beste smid van heel Rotterdam. „Zwart'Jan!" riep een man uit bet volk, „gij zijt de hopman der burgerwacht, zeg ons, wat moeten wij doen?" „Wat wij moeten doen?" antwoordde de smid. „Gij weet toch allen, wat er in Den Bi'iel is gebeurd. De Geuzen hebben de stad in bezit genomen en zij hebben de Spanjaar den, die kwamen opdagen, om de vesting voor Alva te hernemen, duchtig klappen gegeven. Nu ioopen er geruchten, dat de Spanjaarden hier heen zullen komen, en in onze stad worden ingekwartierd, om te verhoeden, dat de Watergeuzen ook Rotter dam voor den Prins verwerven. Vraagt ge nu nog, wat wij moeten doen? Gij weet toch. dat ik een Hollander ben, van top tot teen? Welnu ais gij allen dat ook zijt, dan zult gij evenals ik, den laat- sten druppel bloed er voor ovpr hebben, om te zorgen, dat de Spanjaard ihier geen voet Kinnen de wallen zet" „Leve Zwarte Jan!" riepen velen. Het werd eenige oogenblikken rumoerig in tien volkshoop Iluib kreeg het een beetje benauwd, hij voelde hoe hij in dit menschen kluwen verward was geraakt en er niet gemakkelijk weer uit verlost zou worden Tevergeefs zap tiij rond of er niet ergens gelegenheid was, om te ontsnappen. Doch hij kon nergens heen en zoo was hij dus wel gedwongen te blijven staan, tot dat de menigte uiteen zou gaan. Het rumoer bedaarde nu ietwat en een zware mannenstem sprak: „Braaf gespro ken, Zwarte Jan! Neen, geen Spanjaard za! binnen onze muren komen!" Huib zag den spreker aan. Het nas Jan Dominions, de bakker. Hij was al een man op jaren, maar zijn donkere oogen fonkel den nog van jeugdigen moed. „En wat wilt gij mannen?" vroeg de bak ker, zich tot liet volk wendende. „Wilt gij de Spanjaarden hier binnen laten, ruwe krijgsknechten, die u uw geld ontnemen, die bezit nemen van uw woningen, die u uw vrijheid ontrooven? Wat wilt gij?" Jan Dominions was Roomsch, dat wist men, maar hij. was niettemin een trouw vaderlander, die niet dulden kon, datvreem dn soldaten hier den baas kwamen spelen en liet volk verdrukten. Dat was ongehoor de tirannie. „Gij help gelijk Dominions!" riepen ver scheidene stemmen, „gij hebt gelijk!" „Ja mannen," riep de smid nu weer, de oude Dominicus heeft gelijk, wij moeten niét dulden, dat de Spanjaarden onze stai' binnenkomen!" „En waarom niet?" werd er opeens uit den volkshoop geroepen. De menschen zagen verschrikt om. Wat was dat? Was er een verrader hiér? Was er iemand hier, die het niet eens was met Zwarte Jan, die dus wél wilde, dat de Spanjaarden binnen kwamen? Maar wie was dat dan? Ah daar had men hem reeds in het oog. Het was Albrccht de korenkooper, ja dat was een Roomsche haas, maar tévens een vriend der Spanjaarden. Z'n schrikkelijke haat tegen de ketters bracht hem er toe, om het met de Spanjaarden eens te zijn. De menschen kenden hem wel. „Ik geloof," riep de korenkooper nu, „dat het juist heel goed zou zijn, wanneer wij eens een afdeeling Spaansche soldaten hier .kregen. Dan zou er wel weer wat schrik komen onder de ketters. Die beginnen den laatstcn tijd wat ai ie brutaal te worden. Moet je eens gaan informeer™ in de Raam straat en m de Groenendaal." Het was waar. in die beide straten woon den ijeel wat Gereformeerden. In het ge heim hielden zij hun godsdienstoefeningen in pakhuizen en op zolders, en Huib wist heel goed, dat vader en moeder er vaak heen gingen, 't Was wel venboden door de regeering, doch vader zeide altijd: „Men moet. Gode meer gehoorzaam zijn dan de menschen. „De regee'ring mdg ons niet ver bieden God te dienen naar Zijn Woord." Wel, die kwade korenkooper toch. Goed dat ik hier ben, dacht Huib en dit net hoor. Nu kan ik vader en moeder waar schuwen. Huib zag dat ook Zwart Jan schrok van de woorden van den korenkooper. Hij werd oen tint bleeker. Het was dus den vijandigen Ikorenkooper bekend, dat daar bijeenkomsten werden ge houden door de Gereformeerden, welnu, dan was liet dubbel zaak op te passen. Doch hoor. daar verhief zich weer de stem van Jan Dominicus, den ouden hakker. „Laat jagen wie uil, maar als er ge laagd moet worden, dan kunnen dat wel menschen doen uit ons eigen volk en onze overheid Spaansche soldaten hebben we daarvoor niet noodig, die mcMi we hier in onze stad niet hebben!" „Goed gezegd!" werd er door sommigen geroepen. Huil) herleefde weer. Die goede Jan Dominicus toch, dat was tenminste een vriend van de Gereformeer den. Geen wonder, dat moedei' bij hém kou sen kocht. Dat had hij dubbel en dwa\ ver diend. En nu zou bij vanavond aan moeder viagcn of hij toch do kousen nog mocht gaan koopen, die hij eergisteren had moe ten halen „Jij bent een halve ketter!" schreeuwde de nijdige korenkooper. Docli dat liet Jan Dominicus zich niet aanleunen. .Kom eens, Albrecht",riep hij... „ge weet evengoed als ik, dat ik goed Roomsrh- Katholiek ben en als gij er aan twijfelt, vraagt ge bet pater Frenius maar eens, die zal u wei verzekeren, dat ik trouw ter biecht kom en nooit een feestdag of mis dienst oversla. Maar even zoo goed Roomsch ais ik ben", ging de oude hakker voort, „even zoo goed wil ik ook een burger deZer stad zijn en blijven. Rotterdam bezit vele voorrechten en privilegiën en ik wensch, dat dis alle gehandhaafd zullen blijven. Een onzer privilegies is dat er nooit vreemd krijgsvolk binnen de stad gebracht mag worden. Ik begrijp niet hoe' gij. ais Rotter damnier, nog vragen kunt, waarom wij geen Spanjaarden binnen onze stad verlangen. (Wordt vervolgd)]

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1934 | | pagina 3