Iten
Het Wolvegasche mysterie
Van Rofterdamsche jongens uit
den Spaanschen tijd
1934
MAAS- EN SCHELDEBODE
ZATERDAG 17 NOVEMBER 1934
ten»
Idelharnis
RUWE
HU/O
DE TERUGKEER VAN DE
„UIVER"
Land- cn Tuinbouw.
Schaakrubriek»
1. üfell
|n openbare
pen en ver
verden aan-
de „New
hoog wor-
jnie
|n het mijn-
lijken ont-
^tste 10 jaar
het geheel
>.a. die van
en ook lij
die waar-
onderzoek
Nov. 1934.
—5.60, Witte
r, Sla 1—1.30
I Goudreinetten
0, Stoofperen
ji Schoonoud en
iinetten 9.50—
litwtjcs 2.70—
p—5.50, Sprui-
L per 100 pond,
■-3.80 per 100
viov. 1934.
lid. 58—60 kg
3ER
|)s Langhout
Wal. B u.
kstond voor
Bi, van Som-
^er Ovenveel
lieer De Jong
Inet. 6 u. He
ne. 6 u. Ds
nam. Ds
Ds Verirodk
nam. Ds
A.
Scbaafsma
|s Zei 1st ra
Velden, vaai
Is Laman
Ik
Is de Blois
Ti. Leeechenst
Jeeedienrt
pnet
l'IT
I ienst
liensi
lE.XTli
De gemeenteraad vraagt nadere
verklaringen
..Er is dezer dagen op het
gemeentehuis iets heel
bijzonders gebeurd"
Maar wat het is mag de
burgemeester niet vertellen
Donderdagmorgen is te Wolvega een buiten
gewone vergadering gehouden van de ge
mecnteraad van Weststellingwerf.
Voor deze raadsvergadering, elke in ver
hand stond met de zoo geruchtmakende uit
vinding van den heer Wardenier. bestond
buitengewoon groote belangstelling.
Om tien uur waren ale raadsleden aan
wezig, behalve wethouder Muurling, die on
gesteld was. De dokter had hem verboden
'ie vergadering bij te w onen in verband met
zijn geestesgesteldheid.
De vragen van de raadsleden
Voorgelezen werd de brief van de raads
leden, die de vérgadering hadden aange
vraagd. Zij vragen:
1. Welke zijn de redenen geweest, waar
om B. en W zich hebben beziggehouden
met de zaak-Wardenier?
2. Hebben deze bemoeiingen kosten ver
oorzaakt ten laste van de gemeentekas en/
of hebben B. en W. op ecnigerlei wijze ver
bintenissen aangegaan of verplichtingen
aanvaard?
3. Waarom hebben B. en W. ter zake aan
de Raad geen inlichtingen verstrekt en
waarom hebben B. en W. de Raad ter zake
niet gehoord?
4. Was w ethouder Muurling bevoegd der
gelijke mededeelingen te doen als hij ge
daan heeft aan de redactie van de „Meppe-
ler Courant" en had hij liet recht, een af
schrift van de officieelc koopacte aan de
redacteur van genoemd blad ter inzage te
geven?
Het debat vangt aan
Eerste spreker was de lieer D o u m a (a.r)
die ziin deernis uitsprak met het slacht
offer en diens ouders en leedwezen betuig
de met de persoon van den voorzitter, wiens
prestige door deze zaak wordt geschaad. Hij
heeft ook medelijden met het publiek, dat
door deze geruchten uitkomst meende te
zien voor Wolvega.
Het heeft de Raadsleden bevreemd, dat zii
alle inlichtingen uit de pers van Rotterdam
tot Leeuwarden moesten vernemen, 't Gaat
hoofdzakelijk om de verhouding tusschen
don burgemeester en wethouder Muurling.
De leden hebben recht op een volledige in-
liohting, daar een noodlijdende gemeente
moet weten, welke kosten er gemaakt zijn.
De burgemeester geelt antwoord
Burgemeester Maas beantwoordde hier
op de vragen.
Spr. zeide. dat B. en W. zich met de zaak
Wardenier bezig hebben gehouden, omdat
zij meenden, dat te Wolvega een groote in
dustrie zou kunnen worden gevestigd. Spr.
heeft in eerste instantie geïnformeerd er.
de verkregen informaties over den heer
WardéQier wfi'ren zeer gunstig.
De voorzitter leest vervolgens een schrij
ven voor van Prof. van der Scheer te Gro
ningen, waarin deze verklaart, dat de lieer
Wardonicr nu. na enkele dagen onderzoek,
zich volkomen rustig gedraagt en dat schrij
ver volkomen kan begrijpen, dat iemand,
die psychiatrisch niet onderlegd is, dooi
den heer Wardenier geheel kan worden be
ïnvloed. zoodat hij geloof hecht aan zijn
verklaringen.
B. en W. hebben geen kosten gemaakt,
alleen zijn er 15x50 ct zegelkosten gemaakt
vvaai-voor de kwitantie betaald op tafel ligt.
B. en W. hebben geen inlichtingen aan
den Raad gegeven, omdat op verzoek van
den heer Wardenier geheimhouding was
opgelegd, daar de zaak nog in voorberei
ding was.
Wethouder Muurling was niet bevoegd
zijn verklaringen aan de „Meppeler Cou
rant" af te geven. Ook mocht hij de con
tracten niet laten zien
Spr. wil de volgende verklaringen nog af
leggen om andere vragen te voorkomen.
Nog meer verklaringen
Voor een half jaar werd spr. door weth.
Muurling aangaande Wardenier ingelicht.
Voor twee maanden werd hij aan hem
voorgesteld. Wardenier gaf zulke antwoor
den, dat spr. het grootste vertrouwen in
hem kreeg.
Wardenier zeide, niet 't. „perpetuum mo
bile" te hebben uitgevonden, maar het wer
ken met geperste lucht, alleen op andere
wijze dan in de mijnen werd toegepast.
Over het principe wilde liij nog niet verder
spreken.
Door de persoonlijke relaties van den hees
Wardenier werd spr. in ziin vertrouwen
versterkt. Een architect kwam inlichtingen
vragen over de bouw van een fabriek. War
denier liet blauwdrukken zien. De heer
Wardenier deelde toen mede, dat een zijner
ingenieurs niet voor Wolvega voelde en
vroeg aan B. en W. een schrijven, waarin
hun medewerking werd toegezegd.
Na rijpe overweging is deze brief geschre
ven. waarin B en \V. zicli echter tot niets
verbinden. Verder is er niets gebeurd.
Inmiddels was, hoewel geheimhouding op
gelegd was heel wat in de pers verschenen.
Spr. beeft Wardenier gevraagd, wat hij
nu wilde. Deze heeft toen gezegd, dat do
pers volledige inlichtingen kon ontvangen.
Spr heeft zelf de persconferentie gepresi
deerd om na te gaan, wat er werd gezegd.
Hij heeft erop aangedrongen, de machine
te toonen, maar dit werd steeds uitgesteld.
Bij de persconferentie werd het wantrou
wen echter in hem versterkt en de volgen
de dagen bracht de pers meer aan 't. licht.
Spr. bemerkte, dat do heer Wardenier
meer en meer verward geraakte. Hij ver
toonde neiging tot zelfmoord. Spr. beeft toen
den Officier van Justitie om raad gevraagd
met het gevolg, dat de heer Wardenier naar
Groningen is gebracht.
Had ieder gezwegen, zooals spr. dan was
er in de geheele zaak niets gebeurd.
De heer Douma complimenteert
den burgemeester.
De heer Douma verklaarde, hierop, dat
er veel is opgehelderd. Toch betreurt spr.
dat den Raad niet meer mededeelingen zijn
gedaan.
Spr. wil tenslotte nogmaals dpn burge
meester complimenteeren voor zijn voort
varendheid, doch hij meende, dat dit ook
een weinig is voortgesproten uit eerzucht.
De burgemeester: Daar is niets van
waart
De heer Douma: Dan neem ik deze
noorden terug.
De lieer Douma bespreekt dan nog de
houding vaa wethouder Muurling.
Deze uitte orakeltaal. Van tijd tot tijd
heeft hij bewust gelogen. Hij heelt Wolve
ga tot een aanfluiting gemaakt in hot ge
heele land. De Raad zal pchtcr nog wel een
woordje met weth. Muurling sproken. Hij
is als wethouder niet te handhaven.
De heer Mooi (s.d.) kan meciedeelcn, dat
de toestand van Wardenier zoodanig is, dat
hij straks ongedeerd in de maatschappij
kan terugkeeren.
Spr. concludeerde, dat er nog veel vaags
in deze zaak is. ondanks de verklaring van
den Burgemeester.
Is de suggestie dan zoo sterk geweest,
dat men, niets gezien hebbende, alles toch
heeft geloofd?
Weth. van der Veen (s.d.) zegt in deze
zaak nooit te hebben geloofd. Hij is meege
gaan. omdat liet de gemeente geer. geld
kostte.
De heer Dijk (a.r.) is niet tevreden met
de afgelegde verklaringen. Het was onvoor
zichtig van den burgemeester niet voldoen
de inlichtingen in te winnen.
De burgemeester verklaarde, dat hij
nog meer inlichtingen zou kunnen geven,
doch dat hij niet gerechtigd is, dit te doen
in het belang van Wardenier en van de
personen, die met hem in relalie staan.
Spr. heeft niet anders gewild dan de wel
vaart van de gemeente Weststelhngorwerf.
Vervolgende zeide hij, dat in het.
gemeentehuis van Wolvega iets
heel bijzonders is gebeurd. IIij
mag het echter niet zeggen.
De heer Mooi: Wat is dat dan?
De burgemeester: U moet mii geloo-
Ven en anders aan hoogere autoriteiten
vragen. Spr. verzekert, dat de idee van War
denier goed n as.
Ben motie
Daarna is een motie aangenomen, waarin
wordt uitgesproken, dat het wantrouwen
tegen weth. Muurling is toegenomen.
In de motie staat tevens dat in de eerst
volgende vergadering zal worden beslist
hoe in dezen te handelen.
Schrale Lippen
Gesprongen Handen
Fokkers plannen in Engeland
Naar de Engelsche bladen melden zou de
Nederlandsche vliegtuigbouwer A. Fokker
plannen hebben, om in het Noorden van
Groot-Brittannië een groote vliegtuigenfa-
briek aan te koopen. De „Daily Herald"
noemt dezen stap van Fokker do gewichtig
ste, welke sedert het eind van den grooten
oorlog in Groot Brittannië op dit gebied ge
nomen is. Volgens een bericht uit Amster
dam, zou Fokker drie proefmaohines bou
wen voor Britsche belangen, ten einde de
snelheid van de Britsche verbinding met
Kaapstad te verbeteren.
Volgens den correspondent van de Herald
zou t Britsche luohtvaartdepartement Fok
kers bewegingen met een zekere mate van
voldoening aanzien. Het blad wijst op Fok
kers militaire vliegtuigen en vermeldt Fok
kers verklaring, dat de Douglas, aangepast
aan dat doel, als zwere bommenwerper meer
zou kunnen bereiken dan eenige andere
bommenwerper in Europa.
Op a.s. Woensdag op Schiphol
Uit .het .leven .van
Parmentier
Op ultnoodiging van den havenmeester
van Schiphol, den lieer Dellaert, heeft een
aantal journalisten dezer dagen op hot
Amstcruamscue vliegveld in oogenschouw
genomen, vvot er alzoo gedaan wordt om
de bemanning van de „Uiver" Woensdag
21 dezer op waardige wijze te ontvangen.
Naar het zich laat aanzien zal de belang
stelling voor Parmentier en de zijnen niet
minder groot zijn dun Smirnoff met de
„Pelikaan" tusschen Kerstmis en Nieuwjaar
ten deel viel. Op Schiphol verwacht men,
dat de toeloop van enthousiaste landgenoo-
ten ditmaal nog graoter zijn zal en der
halve heeft men uitgebreide maatregelen
genicimcn.
Staande op het enorme vliegveld, waar
gistermorgen niets bijzonders te beleven
viel en dus vrij verlaten c uit zag, kan men
zich moeilijk voorstellen, lioe heel anders
hot liier de volgende week Woensdag zijn
zal als Paitnentiei' en zijn vrienden hier
ondier het spelen van liet Wilhelmus en
eindeloos gejuich zal landen. Maar de enor
me tribunes, die voor een deel al gereed
en anderdeels nog in aanbouw zijn, konten
ons v> orstollings-verniogeii te hulp, en do
lieer Dellaert vertelde onderwijl hoe men
op Schiphol, waar men toch wel wat ge
wend is, de populaire nationale vogel denkt
af te wachten.
Tienduizenden toeschouwers, die op aller
lei manier naar Schiphol stroomen en dit,
loten we maar aanstonds zeggen, alleen
kunnen doen via Amsterdam en Oud-Slo
ten, moeten daar toch een behoorlijke plaats
kunnen krijgen. Daarvoor zijn dan voor
eerst de tribunes bestemd, waar ruim OUÜO
bezoekers oen zitplaats kunnen koopen en
daarvóór zijn ruimten vrijgelaten voor veel
grootore getallen staanplaatsen. Dan biedt
de wijde omtrek nog plaats genoeg, al zul
len de eigenlijke toegangswegen daarvoor
niet liet moest geschikt zijn. Veel kans om
een plaats op de tribunes te bemachtigen,
schijnt er niet meer te zijn; die animo is
ontzaggelijk groot.
In 'f midden van het vliegveld, op den
betonnen vloer, wordt een flink hoog po
dium gebouwd, waarhoen de bemanning
na aankomst door den heer Plesman, den
directeur van de K.L.M., wordt geleid. Daar
zullen Parmentier en zijn collega's worden
toegesproken door vijf redenaars, w.o. een
lid van het Kabinet, de burgemeester van
Amsterdam, Dr W. de Vlugt, en ge nero al
Snijd bik, sedert jaren naar men weet een
groot luchtvaart-enthousiast. Vóór liet da
len hopen de vier luchtheld/en een paar eere-
rondjes boven alle tribunes te maken, zoo
dat ieder wil van de reis heeft. Ook de toe
spraken zullen zoo goed mogelijk doorko
men, want de luidsprekers worden extra
versterkt,
Als de lofredenaars zijn uitgesproken
vertrekt de bemanning naar Amsterdam,
evenwel niet alvorens in een open auto
langs alle rangen te hebben gereden om
ieder in de gelegenheid te stellen de koene
vliegers naar hartelust toe te juichen. In
de hoofdstad volgen weer andere feestelijk
heden tot in den avond toe, wanneer een
feestdiner den gedenkwaardiger dag besluit
Het spreekt vanzelf, dat slechts oen en
kele bewaker om vijf minuten vóór tweeën
kan verschijnen! De groote masssa der be
zoeken, zal vroegtijdig aanwezig zijn, en om
stagnatie in het verkeer te voorkomen zul
ten militaire pontonniers vier extra brug
gen slaan, teneinde de befaamde Sloter
brug over do Ringvaart te ontlasten.
Omtrent de preciese verkeersregelingen
zullen nog bijzonderheden worden gepubli
ceerd. Wel kunnen wij reeds melden, dot
oen paar kolossale parkeerterreinen, eik
ongeveer 4 II.A. groot, in gereedheid worden
gebracht, met reserve-parkeerterreinen in
den wijden omtrok. De 500 a BOO autobus
sen. die men tegemoet ziet, krijgen een
plaats op een ander plekje gronds, en ook
voor de rijwielen wordt gezorgd.
Voor verveling, aangenomen de mogelijk
heid hiervain op Schiphol, behoeft men niet
beducht te zijn. Van 11 tot 12 uur wordt
voor „bladvulling" gezorgd door demonstra
ties van leerlingen der Nationale Lucht-
vaartschool; tegen het middaguur verwacht
men een marine-escadrille, terwijl te 1 uur
ongeveer do luchtvaartofdeeling van Soes
terberg arriveert. Dok van -autotriro-pr&sta-
tics zal men kunnen genieten. Middelerwijl
ninrcheeren grenadiers en jagers alsmede
do Amstordamsche Postharmonie met veile
muziek nu en dan langs alle rangen. En
voor den inwenriigen menscli wordt ge
zorgd via een groot getal consumptiegelegen
heden, w.o. ook keukenwagens van „Defen
sie". Naar men ons mededeelde, zal erwten
soep oftewel „snert" bet populaire menu
van den dag zijn!
Zóó wacht men op Schiphol de Uivcr-be-
manning af.
Er komen verscheiden passagiers mee!
Behalve de drie beke.ndc passagiers, zul
len met de Uiver nog mee naar Nederland
vliegen de heer Dudok van Heel, en van
Bangkok af de president van de Curtiss
Wright Works, terwijl nog vier passagiers
voor tusschentrajecten zijn geboekt.
De mee te nemen post is tot dusverre
slechts 25 Kg., doch men verwacht een
belangrijke toeneming voor het vertrek. De
post, is. echter minder dan gewoonlijk, aan
gezien ook hot gewone iijnvliegtuig ver
trekt
De geschenken der
manning.
„Uiver"-be-
Hot A.i.D. do Preangerbode, welk blad
heeft vernomen, dat indertijd de beman
ning van dc Pelikaan op Schiphol invoer
rechten heeft moeten betalen voor meege
brachte souvenirs en geschenken, wijst er
thans op, dat een herhaling hiervan bij aan
komst van de Uiver niet is uitgesloten. liet
blad bepleit vrijstelling van tolrechten te
meer daar ditmaal het aantal geschenken
legio is zoodat dit eventueel voor de beman
ning een kostbare geschiedenis kan worden.
Aneta-Batavia voegt hieraan toe, dat uit
Soerabaja alle geschenken reeds franco ver
zonden zijn, juist ter vermijding van deze
moeilijkheden.
Een bezoek aan Parmentiers
moeder
Een verslaggever van het Persbureau Vaz
Dias heeft een bezoek gebracht aan de Soem
bawastraat te Amsterdam, waar de ouders
van den „Uiver"-piloot Parmentier wonen.
Hij trof er Koenc's moeder, en een van zijn
zusters.
Of ik trotsch ben op mijn jongen? En niet
zoo zuinig ook, mijnheer! En m'n vijf doch
ters niet minder op hun eenigen broer! Koe
ne was veel thuis, 't Was altijd een vlijtige
jongen, die graag leerde en teckende. En
met de jaren groeide zijn belangstelling
voor do vliegerij. Hij is na de lagere school
bij Fokker op kantoor gekomen. Vier en
een half jaar is hij daar geweest; toen
moest hij in dienst!
Is hij op Soestcrberg geweest?
Ja mijnheer, hij heeft daar z'n tijd uit
gediend, maar niet bij de luchtvaartafdee-
ling! Wat heeft hij geprobeerd, bij den vlieg
dienst een plaatsje te krijgen; ook heeft hij
herhaaldelijk geschreven of er kaii3 vas
dat hij bij de opleiding geplaatst kon wor
den, maar daar is in zijn diensttijd niets
van gekomen. Toen hij uit dienst kwam, was
hij werkloos, want z'n plaats bij Fokker was
door een ander bezet, die er niet voor voel
de om zijn betrekking weer af te slaan.
Door bemiddeling van een zwager van me
is Koene toen eenigen tijd in de bouwvak
ken werkzaam geweest, Veel nachtwerk!
Als bouwvakarbeider heeft hij eens een klap
op z'n hoofd gehad niet een voorhamer, liet
litteeken is nog te zien en de dokter, die
hem behandelde, dacht, dat hij er een ge
heugenst .ornis uit zou overhouden!
't Was me een vreugde, toen op een
goede dag bericht uit Soesterberg kwam, dat
m'n zoon zich daar in z'n oude uniform,
die veel te krap was geworden I melden
moest voor de keuring door de luchtvaart-
afdeeling. Juichend kwam bij thuis dat bij
goedgekeurd was. Van toen af is 't feitelijk
heel vlot gegaan. Op het eind van Novembe.r
trad hij in dienst en half Maart had hij
reeds z'n kleine brevet! Een half jaar later
had hij zijn groote brevet en kon hij zich
sergeant-vlieger noemen. Twee jaar is tiij op
Soesterberg geweest hij trouwde inmiddels
en voelde er niets voor oin voor de vier
volgende reserve-jaren van zes vlieguren
per maand te bestaan. Hij hoeft toen ge
tracht hij dc K.L.M. te komen en dat is
wonderwel gelukt. Het overige is U bekend.
V.' - m'n man er mnrr, die hoeft alles ever
m'n jongen orwoteckend.
Hoeft U het dadelijk goed gevonden,
dat bij vlieger wilde worden.
Eerlijk gezegd, neen mijnheer! Ik vond
het een gevaarlijke sport, maar Koene zei
steeds, dat je op straat ook kon doodvallen!
Bovendien dacht ik dat er voor een jongen
van eenvoudige ouders bij het vliegwezen
geen plaats was, maar d "rin heb ik me
toch vergist!
Ziet U Uw zoon vaak?
Gelukkig wel mijnheer, antwoordt moe
der Parmentier, die haar aandoening niet
meer meester is en haar tranen den vrijen
loop laat. Koene is een beste jongen voor
zijn ouders en zusters.
Ik weet, dat hij de eenvoudige jongen
blijft, die hij altijd geweest is. Nooit zal hij
verzuimen, als hij een vlucht naar Indiö
gaat maken, afscheid hij ons te komen ne
men. Een enkele maal is het voorgekomen,
dat hij het te druk had, maar dan stond hij
erop dat wij naar zijn woning in Amstel
veen kwamen. Nu wachten we in spanning
op zijn terugkomst en niemand zal ons
kwalijk nemen, dat wij Woensdag over een
week graag op Schiphol de huldiging zou
den willen hijwonen. Velen in de buurt
weten niet eens, dat het mijn zoon is, die
met Moll en de anderen de „Uiver" naar
Melbourne heeft gebracht. We plaatsen ons
niet graag op den voorgrond. Maar bij zijn
aankomst wil ik hem op Schiphol in mijn
armen sluiten!
Ten slotte stellen we de oudste dochter
nog een vraag, die velen in den lande bezig
houdt.
Hoe spreekt men eigenlijk den naam
Parmentier uit, gewoon als Parmentier,
of als Parmentjee?
Tegen beide uitspraken hebben we
gec.n bezwaar1 is liet lachend gegeven ant
woord. Op werkdagen Parmentier en op
Zondag Pannenljee lijkt me een goede op
lossing!
„M AAS"-N YPHEN
NOTARIS VAN DER SEUIS t
Wie schrok niet en beefde van diepe ontroering
Toen plots'ling de post ons de doodstijding bracht
Van hem, die ook buiten de grenzen van Dirksland
Door 't heele Flakkee werd geëerd en geacht.
Hij kwam van het eiland, hij was één der onzen
Maar niemand die hem ooit die afkomst verweet
Hij was in zijn woonplaats, zijn naaste omgeving,
Juist 't tegendeel van een versmade profeet.
Hij leefde voor Dirksland, hij zorgd' als een vader
Voor ieder, die kwam om zijn hulp en zijn raad
Men ging naar hem toe in het volste vertrouwen
De rijke, zootvel als de man van de straat.
Hoe vele families heeft hij niet geholpen
Met raad en m.et daad, met advies en met geld
Hoe velen zijn niet, door zijn hulp. die ze nu zijn
Daar hij ze, tot opgang, in staat had gesteld.
Met dank in het hart zal in vele gezinnen
De naam van den doode steeds worden gedacht
En menigeen zal, in gedachten, bij 't graf staan
Dat straks, als een rustplaats voor altijd, hem wacht.
Men maakt, als notaris, zich moeilijk veel vrienden
De aard van dat ambt brengt dat eenmaal zoo mee
Den heer Van der Sluys is het mogen gelukken
Zijn naam had een klank op het gansche Flakkee.
(Nadruk verboden). HAKATE.
AFNAME RUNDVEE.
De Nederlandsche Veehouderijcentrale
maakt Bekend, dat in de week van 25 Novem
ber tot 1 December a.s. op de onderstaande
plaatsen gelegenheid zal worden gegeven
runderen in de gevraagde soorten aan te
bicden:
Maandag 20 November: Alkmaar; Breda;
Coevorden; Drachten; Gorinehem; Nijkerk;
Nijmegen; Rijssen; Steenwijk; Valkenburg.
Dinsdag 27 November: Cuyk; Deventer;
Doetirichem; Lichtenvoorde; Oostburg; Pur-
merend; Rotterdam; Sneek.
Woensdag 21S November: Apeldoorn; As
sen; Borculo; Groningen; 's-IIertogenbosch;
Kortgene; Venray; Wolvega.
Donderdag 29 November: Eist; Gouda; Hoo-
geveen; Leeuwarden; Roermond; Schagcn;
Zutphen; Zwolle.
Vrijdag 30 November: Eindhoven; Emmen;
Hengelo; Leiden; Roosendaal; Utrecht; Win
schoten.
Zaterdag 1 December: Hoorn.
Overal op de reeds bekende plaatsen en
uren.
Prijzen en voorwaarden als vorige week.
De aangiftekaarten, welke verkrijgbaar zijn
bij de disü'ictssecretarissen der Gewestelijke
Landbouw-Crisis-Organisaties, moeten vóór
Zaterdag 17 November 1934 zijn inge
zonden bij de Gewestelijke Landbouw-Crisis-
Organisaties, waaronder de betrokken vee
houders ressorteeren.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat de
hij aanbieding van tuberculeuze dieren ver-
eischte verklaring van den dierenarts, in
duplo moet worden overgelegd.
INTERNATIONALE KUNSTMEST-
CONFERENTIE.
Onder voorzitterschap van het lid van den
Nationalen Raad, Rochaix uit Genève, is te
Bern de derde internationale kunstmestcon-
ferentie geopend, waaraan wordt deelgeno
men door vertegenwoordigers uit weten
schappelijke-, industrieele- en landbouwkrin-
gen uit verschillende landen, o. a. uit Neder
land. Besproken wordt de bemesting van den
bodem hij drong klimaat: de bemesting van
den cultiveerhaar gemnakten grond; de wet
geving tot regeling der kunstmestindustrie
en dc kunstmesthandel.
Correspondentie deze rubriek betreffende te
zenden aan F. W. NANNIXG, Gerarduslaan
15, Eindhoven.
No. 364
Oplossingen:
No. 444: 1. Pe5
No. 445: 1. De2
Men kan altyd tot de oplossingswedstrijd
toetreden. Een goede oplossing van een twee-
zet telt voor twee punten enz. Voor een fou
tieve oplossing wordt een punt in mindering
gebracht. (.Minimum aantal punten is nul).
Voor de maandelijksche prijs van f2.50 moet
men de meeste punten hebben. Ook niet-
abonné's zijn welkom. Heeft men tien keer
achtereen geen oplossing ingestuurd, dan ver
liest men zijn aantal punten. Een onoplosbaar
probleem vervalt voor de wedstrijd.
Ter besparing van porti is de oplossings-
termijn op circa vier weken gesteld, zoodat de
oplossers meerdere oplossingen eventueel
te zamen tegelijk kunnen inzenden.
Problemen voor den wedstrijd
No. 434
H. J. TUCHER
Melbourne Leader 1919
'SM//// ^^U////////
Wit: Kd7. Da4, Tel en f8, Lf4 en hl, Pe3 en
Zwart: Kf3, Dfl, La3, Pf\\ pi.e2 en e4
Wit geeft mat in twee (2) zetten
No. 453
H. WEEXIXK
T.N.S.B. 1922
Wit: Kh7, De7, Ld3, pi.e3
Zwart: Kd5, Ta7, Pa3 en b3, pi.c7 en g5
Wit geeft mat in twee (2) zetten
Oplossingen inzenden vóór Zaterdag 15 Dec*
correspondentie
Tot mijn groote spijt constateer ik, dat er
de laatste tijd veel fouten zijn voorgekomen. De
drukker maakte enkele, sommige componisten
stuurden nevenoplosbare problemen en ik zelf
ga niet vrij uit. (Op nummer 448 vergat ik
een zwarte pion op d4. Door deze fout van mij
zou de auteur zonder zijn schuld gedupeerd
worden. Ik geef hem daarom evenveel punten
als het maximum voor dat probleem is). We
zullen onze uiterste best doen om herhaling
te voorkomen. Doch alle menschen zijn feil
baar; ik vrag dus voor allen verontschuldi
ging. Een en ander brengt groote veranderin
gen in de ladderstand.
ladderwedstrijd
443 444 445 Tot.
p. Klein (3) 86 2 2 2 92
B. Wagner (2) 82 4 2 2 90
A. Wagner (2) 65 2 2 2 71
J. L. Braber (4) 46 4 2 2 54
J. P. Coppens (7) 35 8 2 2 47
F. C. Laas (10) 17 8 2 2 29
D. Kareis (4) 17 2 2 2 23
B. Vis (2) 2 2 2 0
Oplossing Eindspel no. 514
1. Th6 Kb7 2. Pd8 Ka7 3. Pc6 KaS 4. Pa5
alD 5. Ta6 KbS cnz.
Eindspel 543
I. DMITRIEW
Wit: Kc5, Tc7, Pb7
Zwart: Ka4, pi.f4, f5 en e2
Wit begint en wint
correspondentie
J. P. C. 'k Geloof dat mijn standpunt dit
moet zijn; dat ik me niet met die kwestie be
moei. V zult dit kunnen billijken. Betr. Album
wedstrijd: Ik zend u uitslag toe, meende dat
ik zulks reeds deed. M'n excuus!
HOOFDSTUK I.
Van twee „dappere" jongens?
(1
„Huib! Huib!"
Huib Sybrandse keek de Valkensteeg in,
doch ontdekte daar niemand, die hem ge
roepen kon hebben.
Hij stond voor een klein winkelraam te
turen, waarachter allerlei vischtuig lag uit
gestald. Dat winkeltje bevond zich op den
hoek van de Valkensteeg, daar waar deze
in de Hoogstraat uitkomt.
Rustig keek hij weer door, zocht naar
mooie snoekhaken; de lente was in 't land,
men schreef April 1572, en straks zou het
buiten zoo verrukkelijk zijn om te visschen.
Dan wilde hij naar snoek gaan visschen.
Of neen, paling was nog beter, daar
hield moeder zoo van.
„Hui-b?" klonk het weer, krachtiger nu
dan zoo even.
Ditmaal keek Huib den anderen kant uit
en zag in de Goudsche Wagenstraat een
jongen naderen van ongeveer denzeifden
leeftijd als hij.
De jongen was kloek gebouwd en aan
gijn zwart gezicht en even zwarte handen-
zou men zeggen, dat hij gezel was bij een
smid,
Inderdaad was dit ook het geval. Geurt
Brons, de vriend van Huib Sybigmdse, was
knecht bij een smid, dien heel Rotterdam
niet anders Jtende dan als Zwarte Jan.
Zoodra Huib zijn vriend untdekte, stapte
hij op hem toe.
„Waar moet je heen?" vroeg Geurt.
„Naar Jan Dominicus in het Hang".
„Halen juliie daar heelemaal brood?"
„Weineen, ik zou voor moeder kousen
halen, je weet toch, dat Jan Dominicus een
kousenwinkel heeft?-
„Ja zeker, weet ik, maar ik had daaraan
niet zoo gauw gedacht".
„En waar moet jij heen?" vroeg Huib nu
op zijn beurt.
„Daar heb je 't nu net", antwoordde
Geurt lachend, „ik heb een mooi werkje op
te knappen voor mijn baas en ik wou naar
je toe komen, om te vragen of je mee
mocht".
„Bij ons thuis?" vroeg Huib.
„Ja zeker dacht je van op den Sint Lau-
renstoren?" vroeg Geurt lachend.
Huib keek de Valkensteeg eens in. Een
huis of vijftien verder, daar woonde Dii-k
Sybrandse met zijn gezin, en Huib, die
meende dat moeder hem wel eens kon na
kijken, achtte 't raadzaam om even het
hoekje om te wippen en op de Hoogstraat
verder met zijn vriend te onderhandelen.
„Als je bij ons thuis gekomen waart, zou
't heelemaal inisgeloopen zijn", zette Huib
het gesprek weer voort, „want moeder wilde
beslist hebben dat ik dadelijk naar Jan
Dominicus zou gaan".
„Och kom nou, die kousen loopen niet
weg, of zitten ze bij jullie thuis allemaal
op hloote voeten? Dan wordt do zaak na
tuurlijk anders", spotte Geurt,
„O neen, zoo erg is 't gelukkig niet, maar
moeder heeft 't gezegdenen
„Ja, ja," viel Geurt zijn vriend in de
rede, „enenje wil natuurlijk een
zoet, gehoorzaam jongetje zijn".
Een stem van binnen bij Huib zeide: ja
zeker, ik moet gehoorzaam zijn, maar die
spottende woorden van Geurt en dat spot
tende gezicht maakten, dat Huib naar die
stem niet luisterde.
Zonder op de woorden van zijn vriend
in te gaan, zeide hij:
„Maar zeg mij nu eerst wat je voor
nieuws hebt. Als 't mij goerl bevalt, kan ik
welja, er is ook eigenlijk zoo'n haast
niet bij die kousen, dat kan nog wel een
uuj-tje wachten".
„Nu", zei Geurt, „ik moet van Zwarte
Jan, m'n baas, een paard wegbrengen naar
de herberg „Rustwat", hael voorbij Kralin
gen. 't Is een ouwe knol, dus je begrijpt,
dat ik daar fijn mee uit rijden ga. Doe je
mee?"
Dat was een verleidelijk aanbod voor
Huib.
Naar buiten, heel voorbij Kralingen, nu,
nu alias zoo mooi werd daar. Breede wete
ringen waren daar, waarin vast al wel
snoek zah dat was toch al te mooi.
Maar moeder dan? klonk hef van binnen
Ze had toch immers gezegd: „Huib, je
moet dadelijk naar Dominicus gaan!"
Ja, dat was zoo, maar, met Geurt mee.
zoo'n mooien tor-h» maken, dat gebeurde
ook niet alle dagen.
't Werd moeilijk voor Huib; hij moest nu
kiezpn tusschen moeder en Geurt.
„Nu, iioc is liet?" vroeg Geurt ongedul
dig, „je begrijpt toch dat ik hier geen uur
kan wachten, m'n haas heeft ook haast, er
zijn nog meer paarden te beslaan".
„Ja, dat begrijp ik", zei Huib, „maar
„Kort en goed, ga je mee of niet? Lief
hebbers genoeg hoor. Lieven Stevens zou
wat graag mee gaan, maar ik wou het jou
eerst vragen, want jij hen m'n vriend".
Kijk, dat was toch edelmoedig van Geurt;
eerst om hem te denken. Nu kon hij bent
toch eigenlijk niet voor 't hoofd stooten,
neen, dat ging niet. Als hij nu niet met
Geurt mee ging, had hij alle kans, dat
Geurt nooit rreer iets aan hom 't eerst zou
vragen.
Huib was al over zijn aarzeling heen.
Hij vergat z'n moeder en zijn boodschap.
„Ik ga mee, hoor", zeide hij gejaagd, eti
als was hij bang, dat hij nog weer berouw
zou krijgen over bet, genomen besluit,
stapte hij haastig verder gevolgd door Geurt
Buiten de hoefstal van Zwarte Jan stond
de oude schimmel al te wachten.
„Zoo", zeide de smid, „heb je 'n vriend
opgezocht, nu dat is best. Ah, ik zie liet al,
een jongen van Sybrandse uit de Valken
steeg. nu voorzichtig hoor. 't Is wel een
oud beest, maar die ouwe stakkers kunnen
soms ook nog rare kuren hebben. Oppas
sen dus!"
I)e jongens beloofden plechtig voorzich-
tig te zullen zijn, en stapten netjes, ieder
aan een kant van den schimmel, in de
rif 'ug van de Oostpoort.
,,'k Geloot dat 't een heel mak beest is",
zet Huil) al gauw, „je kan 't wel aan z'n
oogon zien".
„Of-ie mak is!" betuigde Geurt, „straks
gaan we er op, dat begrijp je. Maar eerst
moeten we buiten de Oostpoort zijn, hier in
de stad durf ik niet".
Dc jongens hadden spoedig de Oostpoort
achter zich en bevonden zich nu op den
Oost zeedijk.
„Nu moesten wü hef maar eens probee-
ren", zei Geurt. „Wacht, eerst jij er op,
Huib, en dan ik".
„Samen op den schimmel?" vroeg Huib.
„Wat dacht je dan, jij er op en ik er
naast? Dat zou mooi zijn, dan was het
Huib de graaf en Geurt de slaaf. Neen,
vrindje, we gaan er samen op zitten, de
knol kan ons beiden best dragen".
Huib hield den schimmel hij den halster,
stak z'n linkervoet naar achteren en werd
zoo door Geurt op het paard gewipt.
„Ho, beestje, ho-o-o, best beestje, ho-o-oü"
troostte Geurt toen Iiij zaj; dat de schim
mel het niet eens was met de genomen
maatregelen.
Na enkele vergeefsche sprongen gelukte
het Geurt op liet paard te klauteren en
achter Huib plaats te nemen. Geurt hield
nu den halster en daar reed het heen. Het
ging best.
Verder dan tot een sukkeldrafje bracht
de schimmel het natuurlijk met, daarvoor
was hij te oud en te stram. Maar zoo'n
klein beetje, dat ging toch wel.
Huib voelde zich heel sterk, zoo hoog ver
heven op een paard, met sterke Geurt
adder zich.
„Hé!" zeide hij, „nu lijken we Alva wel!"
„Bah!" zei Geurt, „ik zou 't niet graag
willen. Alva, nee, op dien kerel zou ik niet
graag lijken! Als je nu nog zei, de Prins
van Oranje, dat zou nog wat wezen, maar
Alva, nee, dat is me veel te min. Vooruit
schimmel, niet gaan luieren, hoor!"
„Hè, ja dc. Prins van Oranje, zeg en dan
zoo naar den oorlog ï-ijden, naar Alva, en
al de Span iaai'den op den loop jagen".
„Met zob'n ouwe knol?"
„Nou_ ja, dan moest het natuurlijk een
vurig, jong paard zijn, en dan moesten we
sporen aan do voeten hebben encn.„
„En dan moest de knol wat harder loo
pen", vulde Geurt aan, „toe, vooruit schim
mel, hu! hu!"
Werkelijk deed het oude dier z'n host,
't ging nu vrij hard en Iluih begon al een
beetje bang te worden.
„Geurt, jongen, 't gaat te hard", zuchtte
hij.
.Als we de Spanjaard.en hebben moeten,
dan gaat het nog lang niet liard genoeg",
lachte Geurt
„Laten we dan maar denken, dat we
Watergeuzen zijn", zeide Huib, die toch met
alle geweld een middel wilde bedenken
om den draf van den schimmel wat te
matigen.
„Nu nog mooier, een Watergeus oji een
paard, waar haal je toch al die mooie he-
deiiksels vandaan?"
(Wordt vervolgd).