Iten Het Wolvegasche mysterie Van Rofterdamsche jongens uit den Spaanschen tijd 1934 MAAS- EN SCHELDEBODE ZATERDAG 17 NOVEMBER 1934 ten» Idelharnis RUWE HU/O DE TERUGKEER VAN DE „UIVER" Land- cn Tuinbouw. Schaakrubriek» 1. üfell |n openbare pen en ver verden aan- de „New hoog wor- jnie |n het mijn- lijken ont- ^tste 10 jaar het geheel >.a. die van en ook lij die waar- onderzoek Nov. 1934. —5.60, Witte r, Sla 1—1.30 I Goudreinetten 0, Stoofperen ji Schoonoud en iinetten 9.50— litwtjcs 2.70— p—5.50, Sprui- L per 100 pond, ■-3.80 per 100 viov. 1934. lid. 58—60 kg 3ER |)s Langhout Wal. B u. kstond voor Bi, van Som- ^er Ovenveel lieer De Jong Inet. 6 u. He ne. 6 u. Ds nam. Ds Ds Verirodk nam. Ds A. Scbaafsma |s Zei 1st ra Velden, vaai Is Laman Ik Is de Blois Ti. Leeechenst Jeeedienrt pnet l'IT I ienst liensi lE.XTli De gemeenteraad vraagt nadere verklaringen ..Er is dezer dagen op het gemeentehuis iets heel bijzonders gebeurd" Maar wat het is mag de burgemeester niet vertellen Donderdagmorgen is te Wolvega een buiten gewone vergadering gehouden van de ge mecnteraad van Weststellingwerf. Voor deze raadsvergadering, elke in ver hand stond met de zoo geruchtmakende uit vinding van den heer Wardenier. bestond buitengewoon groote belangstelling. Om tien uur waren ale raadsleden aan wezig, behalve wethouder Muurling, die on gesteld was. De dokter had hem verboden 'ie vergadering bij te w onen in verband met zijn geestesgesteldheid. De vragen van de raadsleden Voorgelezen werd de brief van de raads leden, die de vérgadering hadden aange vraagd. Zij vragen: 1. Welke zijn de redenen geweest, waar om B. en W zich hebben beziggehouden met de zaak-Wardenier? 2. Hebben deze bemoeiingen kosten ver oorzaakt ten laste van de gemeentekas en/ of hebben B. en W. op ecnigerlei wijze ver bintenissen aangegaan of verplichtingen aanvaard? 3. Waarom hebben B. en W. ter zake aan de Raad geen inlichtingen verstrekt en waarom hebben B. en W. de Raad ter zake niet gehoord? 4. Was w ethouder Muurling bevoegd der gelijke mededeelingen te doen als hij ge daan heeft aan de redactie van de „Meppe- ler Courant" en had hij liet recht, een af schrift van de officieelc koopacte aan de redacteur van genoemd blad ter inzage te geven? Het debat vangt aan Eerste spreker was de lieer D o u m a (a.r) die ziin deernis uitsprak met het slacht offer en diens ouders en leedwezen betuig de met de persoon van den voorzitter, wiens prestige door deze zaak wordt geschaad. Hij heeft ook medelijden met het publiek, dat door deze geruchten uitkomst meende te zien voor Wolvega. Het heeft de Raadsleden bevreemd, dat zii alle inlichtingen uit de pers van Rotterdam tot Leeuwarden moesten vernemen, 't Gaat hoofdzakelijk om de verhouding tusschen don burgemeester en wethouder Muurling. De leden hebben recht op een volledige in- liohting, daar een noodlijdende gemeente moet weten, welke kosten er gemaakt zijn. De burgemeester geelt antwoord Burgemeester Maas beantwoordde hier op de vragen. Spr. zeide. dat B. en W. zich met de zaak Wardenier bezig hebben gehouden, omdat zij meenden, dat te Wolvega een groote in dustrie zou kunnen worden gevestigd. Spr. heeft in eerste instantie geïnformeerd er. de verkregen informaties over den heer WardéQier wfi'ren zeer gunstig. De voorzitter leest vervolgens een schrij ven voor van Prof. van der Scheer te Gro ningen, waarin deze verklaart, dat de lieer Wardonicr nu. na enkele dagen onderzoek, zich volkomen rustig gedraagt en dat schrij ver volkomen kan begrijpen, dat iemand, die psychiatrisch niet onderlegd is, dooi den heer Wardenier geheel kan worden be ïnvloed. zoodat hij geloof hecht aan zijn verklaringen. B. en W. hebben geen kosten gemaakt, alleen zijn er 15x50 ct zegelkosten gemaakt vvaai-voor de kwitantie betaald op tafel ligt. B. en W. hebben geen inlichtingen aan den Raad gegeven, omdat op verzoek van den heer Wardenier geheimhouding was opgelegd, daar de zaak nog in voorberei ding was. Wethouder Muurling was niet bevoegd zijn verklaringen aan de „Meppeler Cou rant" af te geven. Ook mocht hij de con tracten niet laten zien Spr. wil de volgende verklaringen nog af leggen om andere vragen te voorkomen. Nog meer verklaringen Voor een half jaar werd spr. door weth. Muurling aangaande Wardenier ingelicht. Voor twee maanden werd hij aan hem voorgesteld. Wardenier gaf zulke antwoor den, dat spr. het grootste vertrouwen in hem kreeg. Wardenier zeide, niet 't. „perpetuum mo bile" te hebben uitgevonden, maar het wer ken met geperste lucht, alleen op andere wijze dan in de mijnen werd toegepast. Over het principe wilde liij nog niet verder spreken. Door de persoonlijke relaties van den hees Wardenier werd spr. in ziin vertrouwen versterkt. Een architect kwam inlichtingen vragen over de bouw van een fabriek. War denier liet blauwdrukken zien. De heer Wardenier deelde toen mede, dat een zijner ingenieurs niet voor Wolvega voelde en vroeg aan B. en W. een schrijven, waarin hun medewerking werd toegezegd. Na rijpe overweging is deze brief geschre ven. waarin B en \V. zicli echter tot niets verbinden. Verder is er niets gebeurd. Inmiddels was, hoewel geheimhouding op gelegd was heel wat in de pers verschenen. Spr. beeft Wardenier gevraagd, wat hij nu wilde. Deze heeft toen gezegd, dat do pers volledige inlichtingen kon ontvangen. Spr heeft zelf de persconferentie gepresi deerd om na te gaan, wat er werd gezegd. Hij heeft erop aangedrongen, de machine te toonen, maar dit werd steeds uitgesteld. Bij de persconferentie werd het wantrou wen echter in hem versterkt en de volgen de dagen bracht de pers meer aan 't. licht. Spr. bemerkte, dat do heer Wardenier meer en meer verward geraakte. Hij ver toonde neiging tot zelfmoord. Spr. beeft toen den Officier van Justitie om raad gevraagd met het gevolg, dat de heer Wardenier naar Groningen is gebracht. Had ieder gezwegen, zooals spr. dan was er in de geheele zaak niets gebeurd. De heer Douma complimenteert den burgemeester. De heer Douma verklaarde, hierop, dat er veel is opgehelderd. Toch betreurt spr. dat den Raad niet meer mededeelingen zijn gedaan. Spr. wil tenslotte nogmaals dpn burge meester complimenteeren voor zijn voort varendheid, doch hij meende, dat dit ook een weinig is voortgesproten uit eerzucht. De burgemeester: Daar is niets van waart De heer Douma: Dan neem ik deze noorden terug. De lieer Douma bespreekt dan nog de houding vaa wethouder Muurling. Deze uitte orakeltaal. Van tijd tot tijd heeft hij bewust gelogen. Hij heelt Wolve ga tot een aanfluiting gemaakt in hot ge heele land. De Raad zal pchtcr nog wel een woordje met weth. Muurling sproken. Hij is als wethouder niet te handhaven. De heer Mooi (s.d.) kan meciedeelcn, dat de toestand van Wardenier zoodanig is, dat hij straks ongedeerd in de maatschappij kan terugkeeren. Spr. concludeerde, dat er nog veel vaags in deze zaak is. ondanks de verklaring van den Burgemeester. Is de suggestie dan zoo sterk geweest, dat men, niets gezien hebbende, alles toch heeft geloofd? Weth. van der Veen (s.d.) zegt in deze zaak nooit te hebben geloofd. Hij is meege gaan. omdat liet de gemeente geer. geld kostte. De heer Dijk (a.r.) is niet tevreden met de afgelegde verklaringen. Het was onvoor zichtig van den burgemeester niet voldoen de inlichtingen in te winnen. De burgemeester verklaarde, dat hij nog meer inlichtingen zou kunnen geven, doch dat hij niet gerechtigd is, dit te doen in het belang van Wardenier en van de personen, die met hem in relalie staan. Spr. heeft niet anders gewild dan de wel vaart van de gemeente Weststelhngorwerf. Vervolgende zeide hij, dat in het. gemeentehuis van Wolvega iets heel bijzonders is gebeurd. IIij mag het echter niet zeggen. De heer Mooi: Wat is dat dan? De burgemeester: U moet mii geloo- Ven en anders aan hoogere autoriteiten vragen. Spr. verzekert, dat de idee van War denier goed n as. Ben motie Daarna is een motie aangenomen, waarin wordt uitgesproken, dat het wantrouwen tegen weth. Muurling is toegenomen. In de motie staat tevens dat in de eerst volgende vergadering zal worden beslist hoe in dezen te handelen. Schrale Lippen Gesprongen Handen Fokkers plannen in Engeland Naar de Engelsche bladen melden zou de Nederlandsche vliegtuigbouwer A. Fokker plannen hebben, om in het Noorden van Groot-Brittannië een groote vliegtuigenfa- briek aan te koopen. De „Daily Herald" noemt dezen stap van Fokker do gewichtig ste, welke sedert het eind van den grooten oorlog in Groot Brittannië op dit gebied ge nomen is. Volgens een bericht uit Amster dam, zou Fokker drie proefmaohines bou wen voor Britsche belangen, ten einde de snelheid van de Britsche verbinding met Kaapstad te verbeteren. Volgens den correspondent van de Herald zou t Britsche luohtvaartdepartement Fok kers bewegingen met een zekere mate van voldoening aanzien. Het blad wijst op Fok kers militaire vliegtuigen en vermeldt Fok kers verklaring, dat de Douglas, aangepast aan dat doel, als zwere bommenwerper meer zou kunnen bereiken dan eenige andere bommenwerper in Europa. Op a.s. Woensdag op Schiphol Uit .het .leven .van Parmentier Op ultnoodiging van den havenmeester van Schiphol, den lieer Dellaert, heeft een aantal journalisten dezer dagen op hot Amstcruamscue vliegveld in oogenschouw genomen, vvot er alzoo gedaan wordt om de bemanning van de „Uiver" Woensdag 21 dezer op waardige wijze te ontvangen. Naar het zich laat aanzien zal de belang stelling voor Parmentier en de zijnen niet minder groot zijn dun Smirnoff met de „Pelikaan" tusschen Kerstmis en Nieuwjaar ten deel viel. Op Schiphol verwacht men, dat de toeloop van enthousiaste landgenoo- ten ditmaal nog graoter zijn zal en der halve heeft men uitgebreide maatregelen genicimcn. Staande op het enorme vliegveld, waar gistermorgen niets bijzonders te beleven viel en dus vrij verlaten c uit zag, kan men zich moeilijk voorstellen, lioe heel anders hot liier de volgende week Woensdag zijn zal als Paitnentiei' en zijn vrienden hier ondier het spelen van liet Wilhelmus en eindeloos gejuich zal landen. Maar de enor me tribunes, die voor een deel al gereed en anderdeels nog in aanbouw zijn, konten ons v> orstollings-verniogeii te hulp, en do lieer Dellaert vertelde onderwijl hoe men op Schiphol, waar men toch wel wat ge wend is, de populaire nationale vogel denkt af te wachten. Tienduizenden toeschouwers, die op aller lei manier naar Schiphol stroomen en dit, loten we maar aanstonds zeggen, alleen kunnen doen via Amsterdam en Oud-Slo ten, moeten daar toch een behoorlijke plaats kunnen krijgen. Daarvoor zijn dan voor eerst de tribunes bestemd, waar ruim OUÜO bezoekers oen zitplaats kunnen koopen en daarvóór zijn ruimten vrijgelaten voor veel grootore getallen staanplaatsen. Dan biedt de wijde omtrek nog plaats genoeg, al zul len de eigenlijke toegangswegen daarvoor niet liet moest geschikt zijn. Veel kans om een plaats op de tribunes te bemachtigen, schijnt er niet meer te zijn; die animo is ontzaggelijk groot. In 'f midden van het vliegveld, op den betonnen vloer, wordt een flink hoog po dium gebouwd, waarhoen de bemanning na aankomst door den heer Plesman, den directeur van de K.L.M., wordt geleid. Daar zullen Parmentier en zijn collega's worden toegesproken door vijf redenaars, w.o. een lid van het Kabinet, de burgemeester van Amsterdam, Dr W. de Vlugt, en ge nero al Snijd bik, sedert jaren naar men weet een groot luchtvaart-enthousiast. Vóór liet da len hopen de vier luchtheld/en een paar eere- rondjes boven alle tribunes te maken, zoo dat ieder wil van de reis heeft. Ook de toe spraken zullen zoo goed mogelijk doorko men, want de luidsprekers worden extra versterkt, Als de lofredenaars zijn uitgesproken vertrekt de bemanning naar Amsterdam, evenwel niet alvorens in een open auto langs alle rangen te hebben gereden om ieder in de gelegenheid te stellen de koene vliegers naar hartelust toe te juichen. In de hoofdstad volgen weer andere feestelijk heden tot in den avond toe, wanneer een feestdiner den gedenkwaardiger dag besluit Het spreekt vanzelf, dat slechts oen en kele bewaker om vijf minuten vóór tweeën kan verschijnen! De groote masssa der be zoeken, zal vroegtijdig aanwezig zijn, en om stagnatie in het verkeer te voorkomen zul ten militaire pontonniers vier extra brug gen slaan, teneinde de befaamde Sloter brug over do Ringvaart te ontlasten. Omtrent de preciese verkeersregelingen zullen nog bijzonderheden worden gepubli ceerd. Wel kunnen wij reeds melden, dot oen paar kolossale parkeerterreinen, eik ongeveer 4 II.A. groot, in gereedheid worden gebracht, met reserve-parkeerterreinen in den wijden omtrok. De 500 a BOO autobus sen. die men tegemoet ziet, krijgen een plaats op een ander plekje gronds, en ook voor de rijwielen wordt gezorgd. Voor verveling, aangenomen de mogelijk heid hiervain op Schiphol, behoeft men niet beducht te zijn. Van 11 tot 12 uur wordt voor „bladvulling" gezorgd door demonstra ties van leerlingen der Nationale Lucht- vaartschool; tegen het middaguur verwacht men een marine-escadrille, terwijl te 1 uur ongeveer do luchtvaartofdeeling van Soes terberg arriveert. Dok van -autotriro-pr&sta- tics zal men kunnen genieten. Middelerwijl ninrcheeren grenadiers en jagers alsmede do Amstordamsche Postharmonie met veile muziek nu en dan langs alle rangen. En voor den inwenriigen menscli wordt ge zorgd via een groot getal consumptiegelegen heden, w.o. ook keukenwagens van „Defen sie". Naar men ons mededeelde, zal erwten soep oftewel „snert" bet populaire menu van den dag zijn! Zóó wacht men op Schiphol de Uivcr-be- manning af. Er komen verscheiden passagiers mee! Behalve de drie beke.ndc passagiers, zul len met de Uiver nog mee naar Nederland vliegen de heer Dudok van Heel, en van Bangkok af de president van de Curtiss Wright Works, terwijl nog vier passagiers voor tusschentrajecten zijn geboekt. De mee te nemen post is tot dusverre slechts 25 Kg., doch men verwacht een belangrijke toeneming voor het vertrek. De post, is. echter minder dan gewoonlijk, aan gezien ook hot gewone iijnvliegtuig ver trekt De geschenken der manning. „Uiver"-be- Hot A.i.D. do Preangerbode, welk blad heeft vernomen, dat indertijd de beman ning van dc Pelikaan op Schiphol invoer rechten heeft moeten betalen voor meege brachte souvenirs en geschenken, wijst er thans op, dat een herhaling hiervan bij aan komst van de Uiver niet is uitgesloten. liet blad bepleit vrijstelling van tolrechten te meer daar ditmaal het aantal geschenken legio is zoodat dit eventueel voor de beman ning een kostbare geschiedenis kan worden. Aneta-Batavia voegt hieraan toe, dat uit Soerabaja alle geschenken reeds franco ver zonden zijn, juist ter vermijding van deze moeilijkheden. Een bezoek aan Parmentiers moeder Een verslaggever van het Persbureau Vaz Dias heeft een bezoek gebracht aan de Soem bawastraat te Amsterdam, waar de ouders van den „Uiver"-piloot Parmentier wonen. Hij trof er Koenc's moeder, en een van zijn zusters. Of ik trotsch ben op mijn jongen? En niet zoo zuinig ook, mijnheer! En m'n vijf doch ters niet minder op hun eenigen broer! Koe ne was veel thuis, 't Was altijd een vlijtige jongen, die graag leerde en teckende. En met de jaren groeide zijn belangstelling voor do vliegerij. Hij is na de lagere school bij Fokker op kantoor gekomen. Vier en een half jaar is hij daar geweest; toen moest hij in dienst! Is hij op Soestcrberg geweest? Ja mijnheer, hij heeft daar z'n tijd uit gediend, maar niet bij de luchtvaartafdee- ling! Wat heeft hij geprobeerd, bij den vlieg dienst een plaatsje te krijgen; ook heeft hij herhaaldelijk geschreven of er kaii3 vas dat hij bij de opleiding geplaatst kon wor den, maar daar is in zijn diensttijd niets van gekomen. Toen hij uit dienst kwam, was hij werkloos, want z'n plaats bij Fokker was door een ander bezet, die er niet voor voel de om zijn betrekking weer af te slaan. Door bemiddeling van een zwager van me is Koene toen eenigen tijd in de bouwvak ken werkzaam geweest, Veel nachtwerk! Als bouwvakarbeider heeft hij eens een klap op z'n hoofd gehad niet een voorhamer, liet litteeken is nog te zien en de dokter, die hem behandelde, dacht, dat hij er een ge heugenst .ornis uit zou overhouden! 't Was me een vreugde, toen op een goede dag bericht uit Soesterberg kwam, dat m'n zoon zich daar in z'n oude uniform, die veel te krap was geworden I melden moest voor de keuring door de luchtvaart- afdeeling. Juichend kwam bij thuis dat bij goedgekeurd was. Van toen af is 't feitelijk heel vlot gegaan. Op het eind van Novembe.r trad hij in dienst en half Maart had hij reeds z'n kleine brevet! Een half jaar later had hij zijn groote brevet en kon hij zich sergeant-vlieger noemen. Twee jaar is tiij op Soesterberg geweest hij trouwde inmiddels en voelde er niets voor oin voor de vier volgende reserve-jaren van zes vlieguren per maand te bestaan. Hij hoeft toen ge tracht hij dc K.L.M. te komen en dat is wonderwel gelukt. Het overige is U bekend. V.' - m'n man er mnrr, die hoeft alles ever m'n jongen orwoteckend. Hoeft U het dadelijk goed gevonden, dat bij vlieger wilde worden. Eerlijk gezegd, neen mijnheer! Ik vond het een gevaarlijke sport, maar Koene zei steeds, dat je op straat ook kon doodvallen! Bovendien dacht ik dat er voor een jongen van eenvoudige ouders bij het vliegwezen geen plaats was, maar d "rin heb ik me toch vergist! Ziet U Uw zoon vaak? Gelukkig wel mijnheer, antwoordt moe der Parmentier, die haar aandoening niet meer meester is en haar tranen den vrijen loop laat. Koene is een beste jongen voor zijn ouders en zusters. Ik weet, dat hij de eenvoudige jongen blijft, die hij altijd geweest is. Nooit zal hij verzuimen, als hij een vlucht naar Indiö gaat maken, afscheid hij ons te komen ne men. Een enkele maal is het voorgekomen, dat hij het te druk had, maar dan stond hij erop dat wij naar zijn woning in Amstel veen kwamen. Nu wachten we in spanning op zijn terugkomst en niemand zal ons kwalijk nemen, dat wij Woensdag over een week graag op Schiphol de huldiging zou den willen hijwonen. Velen in de buurt weten niet eens, dat het mijn zoon is, die met Moll en de anderen de „Uiver" naar Melbourne heeft gebracht. We plaatsen ons niet graag op den voorgrond. Maar bij zijn aankomst wil ik hem op Schiphol in mijn armen sluiten! Ten slotte stellen we de oudste dochter nog een vraag, die velen in den lande bezig houdt. Hoe spreekt men eigenlijk den naam Parmentier uit, gewoon als Parmentier, of als Parmentjee? Tegen beide uitspraken hebben we gec.n bezwaar1 is liet lachend gegeven ant woord. Op werkdagen Parmentier en op Zondag Pannenljee lijkt me een goede op lossing! „M AAS"-N YPHEN NOTARIS VAN DER SEUIS t Wie schrok niet en beefde van diepe ontroering Toen plots'ling de post ons de doodstijding bracht Van hem, die ook buiten de grenzen van Dirksland Door 't heele Flakkee werd geëerd en geacht. Hij kwam van het eiland, hij was één der onzen Maar niemand die hem ooit die afkomst verweet Hij was in zijn woonplaats, zijn naaste omgeving, Juist 't tegendeel van een versmade profeet. Hij leefde voor Dirksland, hij zorgd' als een vader Voor ieder, die kwam om zijn hulp en zijn raad Men ging naar hem toe in het volste vertrouwen De rijke, zootvel als de man van de straat. Hoe vele families heeft hij niet geholpen Met raad en m.et daad, met advies en met geld Hoe velen zijn niet, door zijn hulp. die ze nu zijn Daar hij ze, tot opgang, in staat had gesteld. Met dank in het hart zal in vele gezinnen De naam van den doode steeds worden gedacht En menigeen zal, in gedachten, bij 't graf staan Dat straks, als een rustplaats voor altijd, hem wacht. Men maakt, als notaris, zich moeilijk veel vrienden De aard van dat ambt brengt dat eenmaal zoo mee Den heer Van der Sluys is het mogen gelukken Zijn naam had een klank op het gansche Flakkee. (Nadruk verboden). HAKATE. AFNAME RUNDVEE. De Nederlandsche Veehouderijcentrale maakt Bekend, dat in de week van 25 Novem ber tot 1 December a.s. op de onderstaande plaatsen gelegenheid zal worden gegeven runderen in de gevraagde soorten aan te bicden: Maandag 20 November: Alkmaar; Breda; Coevorden; Drachten; Gorinehem; Nijkerk; Nijmegen; Rijssen; Steenwijk; Valkenburg. Dinsdag 27 November: Cuyk; Deventer; Doetirichem; Lichtenvoorde; Oostburg; Pur- merend; Rotterdam; Sneek. Woensdag 21S November: Apeldoorn; As sen; Borculo; Groningen; 's-IIertogenbosch; Kortgene; Venray; Wolvega. Donderdag 29 November: Eist; Gouda; Hoo- geveen; Leeuwarden; Roermond; Schagcn; Zutphen; Zwolle. Vrijdag 30 November: Eindhoven; Emmen; Hengelo; Leiden; Roosendaal; Utrecht; Win schoten. Zaterdag 1 December: Hoorn. Overal op de reeds bekende plaatsen en uren. Prijzen en voorwaarden als vorige week. De aangiftekaarten, welke verkrijgbaar zijn bij de disü'ictssecretarissen der Gewestelijke Landbouw-Crisis-Organisaties, moeten vóór Zaterdag 17 November 1934 zijn inge zonden bij de Gewestelijke Landbouw-Crisis- Organisaties, waaronder de betrokken vee houders ressorteeren. De aandacht wordt er op gevestigd, dat de hij aanbieding van tuberculeuze dieren ver- eischte verklaring van den dierenarts, in duplo moet worden overgelegd. INTERNATIONALE KUNSTMEST- CONFERENTIE. Onder voorzitterschap van het lid van den Nationalen Raad, Rochaix uit Genève, is te Bern de derde internationale kunstmestcon- ferentie geopend, waaraan wordt deelgeno men door vertegenwoordigers uit weten schappelijke-, industrieele- en landbouwkrin- gen uit verschillende landen, o. a. uit Neder land. Besproken wordt de bemesting van den bodem hij drong klimaat: de bemesting van den cultiveerhaar gemnakten grond; de wet geving tot regeling der kunstmestindustrie en dc kunstmesthandel. Correspondentie deze rubriek betreffende te zenden aan F. W. NANNIXG, Gerarduslaan 15, Eindhoven. No. 364 Oplossingen: No. 444: 1. Pe5 No. 445: 1. De2 Men kan altyd tot de oplossingswedstrijd toetreden. Een goede oplossing van een twee- zet telt voor twee punten enz. Voor een fou tieve oplossing wordt een punt in mindering gebracht. (.Minimum aantal punten is nul). Voor de maandelijksche prijs van f2.50 moet men de meeste punten hebben. Ook niet- abonné's zijn welkom. Heeft men tien keer achtereen geen oplossing ingestuurd, dan ver liest men zijn aantal punten. Een onoplosbaar probleem vervalt voor de wedstrijd. Ter besparing van porti is de oplossings- termijn op circa vier weken gesteld, zoodat de oplossers meerdere oplossingen eventueel te zamen tegelijk kunnen inzenden. Problemen voor den wedstrijd No. 434 H. J. TUCHER Melbourne Leader 1919 'SM//// ^^U//////// Wit: Kd7. Da4, Tel en f8, Lf4 en hl, Pe3 en Zwart: Kf3, Dfl, La3, Pf\\ pi.e2 en e4 Wit geeft mat in twee (2) zetten No. 453 H. WEEXIXK T.N.S.B. 1922 Wit: Kh7, De7, Ld3, pi.e3 Zwart: Kd5, Ta7, Pa3 en b3, pi.c7 en g5 Wit geeft mat in twee (2) zetten Oplossingen inzenden vóór Zaterdag 15 Dec* correspondentie Tot mijn groote spijt constateer ik, dat er de laatste tijd veel fouten zijn voorgekomen. De drukker maakte enkele, sommige componisten stuurden nevenoplosbare problemen en ik zelf ga niet vrij uit. (Op nummer 448 vergat ik een zwarte pion op d4. Door deze fout van mij zou de auteur zonder zijn schuld gedupeerd worden. Ik geef hem daarom evenveel punten als het maximum voor dat probleem is). We zullen onze uiterste best doen om herhaling te voorkomen. Doch alle menschen zijn feil baar; ik vrag dus voor allen verontschuldi ging. Een en ander brengt groote veranderin gen in de ladderstand. ladderwedstrijd 443 444 445 Tot. p. Klein (3) 86 2 2 2 92 B. Wagner (2) 82 4 2 2 90 A. Wagner (2) 65 2 2 2 71 J. L. Braber (4) 46 4 2 2 54 J. P. Coppens (7) 35 8 2 2 47 F. C. Laas (10) 17 8 2 2 29 D. Kareis (4) 17 2 2 2 23 B. Vis (2) 2 2 2 0 Oplossing Eindspel no. 514 1. Th6 Kb7 2. Pd8 Ka7 3. Pc6 KaS 4. Pa5 alD 5. Ta6 KbS cnz. Eindspel 543 I. DMITRIEW Wit: Kc5, Tc7, Pb7 Zwart: Ka4, pi.f4, f5 en e2 Wit begint en wint correspondentie J. P. C. 'k Geloof dat mijn standpunt dit moet zijn; dat ik me niet met die kwestie be moei. V zult dit kunnen billijken. Betr. Album wedstrijd: Ik zend u uitslag toe, meende dat ik zulks reeds deed. M'n excuus! HOOFDSTUK I. Van twee „dappere" jongens? (1 „Huib! Huib!" Huib Sybrandse keek de Valkensteeg in, doch ontdekte daar niemand, die hem ge roepen kon hebben. Hij stond voor een klein winkelraam te turen, waarachter allerlei vischtuig lag uit gestald. Dat winkeltje bevond zich op den hoek van de Valkensteeg, daar waar deze in de Hoogstraat uitkomt. Rustig keek hij weer door, zocht naar mooie snoekhaken; de lente was in 't land, men schreef April 1572, en straks zou het buiten zoo verrukkelijk zijn om te visschen. Dan wilde hij naar snoek gaan visschen. Of neen, paling was nog beter, daar hield moeder zoo van. „Hui-b?" klonk het weer, krachtiger nu dan zoo even. Ditmaal keek Huib den anderen kant uit en zag in de Goudsche Wagenstraat een jongen naderen van ongeveer denzeifden leeftijd als hij. De jongen was kloek gebouwd en aan gijn zwart gezicht en even zwarte handen- zou men zeggen, dat hij gezel was bij een smid, Inderdaad was dit ook het geval. Geurt Brons, de vriend van Huib Sybigmdse, was knecht bij een smid, dien heel Rotterdam niet anders Jtende dan als Zwarte Jan. Zoodra Huib zijn vriend untdekte, stapte hij op hem toe. „Waar moet je heen?" vroeg Geurt. „Naar Jan Dominicus in het Hang". „Halen juliie daar heelemaal brood?" „Weineen, ik zou voor moeder kousen halen, je weet toch, dat Jan Dominicus een kousenwinkel heeft?- „Ja zeker, weet ik, maar ik had daaraan niet zoo gauw gedacht". „En waar moet jij heen?" vroeg Huib nu op zijn beurt. „Daar heb je 't nu net", antwoordde Geurt lachend, „ik heb een mooi werkje op te knappen voor mijn baas en ik wou naar je toe komen, om te vragen of je mee mocht". „Bij ons thuis?" vroeg Huib. „Ja zeker dacht je van op den Sint Lau- renstoren?" vroeg Geurt lachend. Huib keek de Valkensteeg eens in. Een huis of vijftien verder, daar woonde Dii-k Sybrandse met zijn gezin, en Huib, die meende dat moeder hem wel eens kon na kijken, achtte 't raadzaam om even het hoekje om te wippen en op de Hoogstraat verder met zijn vriend te onderhandelen. „Als je bij ons thuis gekomen waart, zou 't heelemaal inisgeloopen zijn", zette Huib het gesprek weer voort, „want moeder wilde beslist hebben dat ik dadelijk naar Jan Dominicus zou gaan". „Och kom nou, die kousen loopen niet weg, of zitten ze bij jullie thuis allemaal op hloote voeten? Dan wordt do zaak na tuurlijk anders", spotte Geurt, „O neen, zoo erg is 't gelukkig niet, maar moeder heeft 't gezegdenen „Ja, ja," viel Geurt zijn vriend in de rede, „enenje wil natuurlijk een zoet, gehoorzaam jongetje zijn". Een stem van binnen bij Huib zeide: ja zeker, ik moet gehoorzaam zijn, maar die spottende woorden van Geurt en dat spot tende gezicht maakten, dat Huib naar die stem niet luisterde. Zonder op de woorden van zijn vriend in te gaan, zeide hij: „Maar zeg mij nu eerst wat je voor nieuws hebt. Als 't mij goerl bevalt, kan ik welja, er is ook eigenlijk zoo'n haast niet bij die kousen, dat kan nog wel een uuj-tje wachten". „Nu", zei Geurt, „ik moet van Zwarte Jan, m'n baas, een paard wegbrengen naar de herberg „Rustwat", hael voorbij Kralin gen. 't Is een ouwe knol, dus je begrijpt, dat ik daar fijn mee uit rijden ga. Doe je mee?" Dat was een verleidelijk aanbod voor Huib. Naar buiten, heel voorbij Kralingen, nu, nu alias zoo mooi werd daar. Breede wete ringen waren daar, waarin vast al wel snoek zah dat was toch al te mooi. Maar moeder dan? klonk hef van binnen Ze had toch immers gezegd: „Huib, je moet dadelijk naar Dominicus gaan!" Ja, dat was zoo, maar, met Geurt mee. zoo'n mooien tor-h» maken, dat gebeurde ook niet alle dagen. 't Werd moeilijk voor Huib; hij moest nu kiezpn tusschen moeder en Geurt. „Nu, iioc is liet?" vroeg Geurt ongedul dig, „je begrijpt toch dat ik hier geen uur kan wachten, m'n haas heeft ook haast, er zijn nog meer paarden te beslaan". „Ja, dat begrijp ik", zei Huib, „maar „Kort en goed, ga je mee of niet? Lief hebbers genoeg hoor. Lieven Stevens zou wat graag mee gaan, maar ik wou het jou eerst vragen, want jij hen m'n vriend". Kijk, dat was toch edelmoedig van Geurt; eerst om hem te denken. Nu kon hij bent toch eigenlijk niet voor 't hoofd stooten, neen, dat ging niet. Als hij nu niet met Geurt mee ging, had hij alle kans, dat Geurt nooit rreer iets aan hom 't eerst zou vragen. Huib was al over zijn aarzeling heen. Hij vergat z'n moeder en zijn boodschap. „Ik ga mee, hoor", zeide hij gejaagd, eti als was hij bang, dat hij nog weer berouw zou krijgen over bet, genomen besluit, stapte hij haastig verder gevolgd door Geurt Buiten de hoefstal van Zwarte Jan stond de oude schimmel al te wachten. „Zoo", zeide de smid, „heb je 'n vriend opgezocht, nu dat is best. Ah, ik zie liet al, een jongen van Sybrandse uit de Valken steeg. nu voorzichtig hoor. 't Is wel een oud beest, maar die ouwe stakkers kunnen soms ook nog rare kuren hebben. Oppas sen dus!" I)e jongens beloofden plechtig voorzich- tig te zullen zijn, en stapten netjes, ieder aan een kant van den schimmel, in de rif 'ug van de Oostpoort. ,,'k Geloot dat 't een heel mak beest is", zet Huil) al gauw, „je kan 't wel aan z'n oogon zien". „Of-ie mak is!" betuigde Geurt, „straks gaan we er op, dat begrijp je. Maar eerst moeten we buiten de Oostpoort zijn, hier in de stad durf ik niet". Dc jongens hadden spoedig de Oostpoort achter zich en bevonden zich nu op den Oost zeedijk. „Nu moesten wü hef maar eens probee- ren", zei Geurt. „Wacht, eerst jij er op, Huib, en dan ik". „Samen op den schimmel?" vroeg Huib. „Wat dacht je dan, jij er op en ik er naast? Dat zou mooi zijn, dan was het Huib de graaf en Geurt de slaaf. Neen, vrindje, we gaan er samen op zitten, de knol kan ons beiden best dragen". Huib hield den schimmel hij den halster, stak z'n linkervoet naar achteren en werd zoo door Geurt op het paard gewipt. „Ho, beestje, ho-o-o, best beestje, ho-o-oü" troostte Geurt toen Iiij zaj; dat de schim mel het niet eens was met de genomen maatregelen. Na enkele vergeefsche sprongen gelukte het Geurt op liet paard te klauteren en achter Huib plaats te nemen. Geurt hield nu den halster en daar reed het heen. Het ging best. Verder dan tot een sukkeldrafje bracht de schimmel het natuurlijk met, daarvoor was hij te oud en te stram. Maar zoo'n klein beetje, dat ging toch wel. Huib voelde zich heel sterk, zoo hoog ver heven op een paard, met sterke Geurt adder zich. „Hé!" zeide hij, „nu lijken we Alva wel!" „Bah!" zei Geurt, „ik zou 't niet graag willen. Alva, nee, op dien kerel zou ik niet graag lijken! Als je nu nog zei, de Prins van Oranje, dat zou nog wat wezen, maar Alva, nee, dat is me veel te min. Vooruit schimmel, niet gaan luieren, hoor!" „Hè, ja dc. Prins van Oranje, zeg en dan zoo naar den oorlog ï-ijden, naar Alva, en al de Span iaai'den op den loop jagen". „Met zob'n ouwe knol?" „Nou_ ja, dan moest het natuurlijk een vurig, jong paard zijn, en dan moesten we sporen aan do voeten hebben encn.„ „En dan moest de knol wat harder loo pen", vulde Geurt aan, „toe, vooruit schim mel, hu! hu!" Werkelijk deed het oude dier z'n host, 't ging nu vrij hard en Iluih begon al een beetje bang te worden. „Geurt, jongen, 't gaat te hard", zuchtte hij. .Als we de Spanjaard.en hebben moeten, dan gaat het nog lang niet liard genoeg", lachte Geurt „Laten we dan maar denken, dat we Watergeuzen zijn", zeide Huib, die toch met alle geweld een middel wilde bedenken om den draf van den schimmel wat te matigen. „Nu nog mooier, een Watergeus oji een paard, waar haal je toch al die mooie he- deiiksels vandaan?" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1934 | | pagina 3