Gemeenteraad van Middelharnis
Misdeelden
MAAS EN SCHELDEBODE
ZATERDAG 30 JUNI 1934
WOENS
ROEPING
SCHOOL- EN KERKHISTORIE
VAN FLAKKEE
VERKE
DE KERMIS GEWEERD
Rioleering van de Nieuwstraat
is er door
Woensdagmiddag kwam d-e Raad dezer
gemeente in vergadering bijeen onder vooi
zittonsdhap van burgemeester L. J. deu
Hollander.
Aanwezig zijn alle leden.
De VOORZITTER gaat voor in gebed,
waarna de notulen van de vorige vergade
ring gelezen en onveranderd wordien goed
gekeurd.
Aan de orde zijn de inigeikomen stukken
Enkele goedkeuringen van raacbsbeslui-
ten zijn ingekomen van Ged. Staten.
Ingekomen is de nieuwe ealarisregeling
van Ged. Staten.
De gemeente Middelharnis is ingedeeld
in de 7e klasse.
B. en W. stellen voor met deze regeling
aocoord te gaan.
De heer KOOTE vraagt of Somimelsdijik
ru minder moet betalen aan salarissen,
want deze gemeente zit in de 6e klasse.
De VOORZITTER:" Voor Sommielsddjk
scheelt dat wel, voor Middelharnis natuur
lijk niet.
De h-eer VROEGINDEWEY begrijpt er niet
veel van. Ged. Stoten willen de tractemcnten
van de ambtenaren gaan verlagen. Wanneer
gaat deze regeling in?
De SECRETARIS: Een maand nadat de
Kroon de regeling heeft goedgekeurd.
De heer VROEGINDEWEYNu krijgen de
«mbiieitaron ook neg een korting!
De VOORZITTER: De vorige verlaging,
maar die vervalt als deze regeling wordt
aangenomen.
De heer VROEGINDEWEY: U mist nu
200, de secretaris ongeveer 300. Is dat in
evenredigheid met de salarissen van de vo
rige regeling? In Dirksland was d®t wel iets
anders. Hoeveel procent krijgt de voorzitter?
I)e VOORZITTER: Dat is ongeveer 6 pet.
De heer VROEGINDEWEY: Dus wij heb
ben maar een procent minder verlaagd.
Hebben ze daar in Den Haag zoo lang over
gedaan? Wij waren eerder klaar? (Vroolijk-
heid).
Het voorstel vain B. en W. wordt aange
nomen.
Ingekomen is een verzoek van de stich
ting drinkwaterleiding tot wijziging van de
rooilijn voor den bou-w van het kantoor
gebouw aan de Buig. Mijelaan.
De VOORZITTER zegt dat er volgens den
gemeente-architect geen bezwaar tegen is.
Op voorstel van B. on W. woriit hiertoe
besloten.
Ingekomen is een verzoek om ea.Iarisver-
booging van M. J. Vroegiindewey als nacht
waker. Wordt aangehouden.
Ingekomen is een schrijven van de ge
meente Dirksland, waarin voorgesteld wordt
die statuten te wijzigen in dien zin dat de
ambtsMve zitting hebbende leden van het
Dag. Bestuur om do vijf jaren aftreden.
B. en W. stellen voor hieraan adliaesie te
betuigen.
De heer VROEGINDEWEY Biet niet in
waarom dit moet. Die leden zijn nooit ge
kozen. Ze zitten er volgens de statuten in.
Het ie beter dat dit van die stichting uit
gaat.
De VOORZITTER: Ja, zoo is het!
De heer C. v. d. MEYDEN: Er is ciok
geen bezwaar tegen. Ze z,uiten tocli wel
herkozen worden.
De heer KOOTE: Dat is een prikkel voor
de burgemeesters om hun best te doen.
De heer VERMAAS: Het is een statuten
wijziging. Dan is het in orde!
De heer VROEGINDEWEY: Ze zitten er
ambtshalve in!
De heer VOGELAAR: Worden zij door
lie raden gekoizen, ja of neen! Als ze dooi
de radon gekozen wordien kcimeii ze in liet
grgote bestuur en dan in het Dag. bestuur
Maar is dit het geval? Zij die ambtshalve
zitten kunnen ar nooit uitgezet worden.
Ze zitten er in krachtens hun aimbt en niet
op vooustel van den Raad. Wie ter werefl-d
kan ze er dan uitzetten! Ik ben ai- tegen.
De heer VERMAAS: De raden hebben
het recht de statuten te wijzigen. Voortaan
zullen d-e raden ze kiezen. Vroeger zaten
ze er ambtshalve in.
De lieer VOGELAAR: Wat is nou liet
nut?
De VOORZITTER: Ik zal de heeiren eens
helpen. Het wordt een puzzle! De statuten
worden gehaald!
De bun-gemeesters zijn ambtshalve lid
van het groote bestuur, niet van het Dag.
beetuuir.
De heer VOGELAAR: Welk doel heeft
het dan?
De VOORZITTER: De bedoeling is, dat
de Raad ze voortaan zal kiezen. De wijzi
ging bad zoo voorgesteld moeten wordien,
dat de boigeimeeaters voortaan door de
raden gekozen warden. Da-t zal die bedoe
ling wel zijn. Laten we deze zaak nog
maar eens bespreken in de veinga-dering
van de waterleiding. Het voorstel van
Diiketond is verkeerd geredigeerd.
De heer VROEGINDEWEY: Als het de
bedoeling is, dat de ambtshalve zitting
hebbendie leden voortaan gekozen worden,
ja dan, maar d-at zie ik nog niet in!
Het voorstel van B. en W. wordt met de
stemmen vam de heeren Vogelaar, Vroeg-
indewey, J. v d Meyden tegen, aangeno
men.
Ingekomen is een verzoek om de wilde
bokkenhouderij te beteugelen. Wordt af
gewezen, omdat diit niet t,ct de bevoegd
heid van den Raad behoort.
Ingekomen is een verzoek van dc com
missie tot wering van schoolverzuim, om
toekenning van presentiegeld.
B. en W. stellen voor een klein bedrag
toe te kennen.
De heer VROEGINDEWEY zegt dat
nooit aam den secretaris apart geld toege
staan is. Als we nu weer gaan verhoogen,
ku-nmen we alle leden w-eer presentiegeld
gaan geven.
Op 't oogenibiik is het zo», dat de secre
taris alleen maar wat krijgt.
Wethouder STRUIK: Nee, ze krijgen
geen van allen iets!
De heer VROEGINDEWEY: O, dan ver
andert de zaak.
De heer KOESE is ©r ook voor om wat
te geven.
Het voorstel van B. cn W. wordt m. a. s.
aangenomen.
Irgekomen is een verzoek van de Kamer
van Kt ophandel aangaa.ude de opheffing
van de plaatselijke tolmuren. Is voor -leze
gbinrnle niet van toepassing en norit
voor nnisgeving aangenomen.
Ingekomen zijn enkele verzoeken nm
ontheffing van schoolgeld. Zal in de beslo
ten zitting behandeld worden.
Ingekomen is bericht van het gemeente
bestuur van Stellendam, dat de lieer Roer
tot afgevaardigde van de waterleiding is ge-
kogen.
Wordt oor kennisgeving aangenomen.
Ingekomen is een verzoek van de Obr.
Geref. Kerk tot demping van de slcot langs
de kerk.
De heer J. v. d. MEYDEN: Dat is noodig,
want het is een ondragelijke lucht daan'. De
mensehen hebben er last van!
D-e VOORZITTER: Wanneer het kan, zal
hiertoe worden overgegaan.
Ingekomen is een voorstel van Ged. Sto
ten tot wijziging van de statuten van de
stichting drinkwaterleiding „Goeroe en Over-
fiakkee".
Wordt op voorstel van B. cn W. aamgeno
men.
Vervolgens komt in behandeling bet wor
stel van B. en W. om de heeren Vogelaar, J,
v. cl. Meyden en Slis te herkiezen als leden
vam het best-uur van de stichting drinkwater
leiding.
De heer Vogelaar heeft bij eerste stemming
9 stemmen, en is dus herkozen.
De heer Koese heeft bij eerste stemming
4 stemmen, de heer J. v. d. Meyden 5, de heer
P. v. d. Meyden 1, dt lieer Slis 5, de heer
Strtiik 1, de lieer Doisman S, de lieer Ver
maas 1 en de lieer Doornbos 1.
De heieir VROEGINDEWEY: De sternoten
op niet-ileden van den raad zijn van on
waarde.
De VOORZITER wijst erop, dat wei leden
buiten den raad gekozen mogen worden.
Bij tweede stemming krijgt de lieer J. v. cl
Meyden 5 stemmen (is dus herkezen), de
heer Vermaas 2, de lieer Slis 4, de heer Koe-
se 4, de heer Doornbos 1, de keer Dorsman
1 en de heer C. v. d. Meyden 1. Bij derde
stemming ontvangen de heeren Koese en J.
Slis resip. 4 en 5 stemmen. De heer Slis is
dus eveneens herkozen.
De heer VOGELAAR neemt zijm benoe
ming aan.
De heer J. v. d. MEYDEN dankt de hee
ren, die vóór hem gestemd hebben, maar
ook de heeren die tegen gestemd hebben,
want liet is well eens goed voor een mensoh
wanneer liet hean niet voor don wind gaat.
(Vroolijklieid).
Aan de orde is de rekening 1932 van de
gasfabriek.
Nog steeds heeft de commissie de reke
ning niet nagekeken.
De VOORZITTER: Dan moeten er maar
plaatsvervangers aangewezen worden. Er
moet eens een eind aan gemaakt worden.
De heieren hebben er geen bezwaar tegen
Nog eenmaal wordt hen de bans geboden.
Donderdagavond zullen ze de rekening na
zien.
Dan komt in behandeling het voorstel
van den heer C. v. d. Meyden tot invoering
van de kermis.
B. en W. stellien voor dit verzoek af te
wijzen, de kennis iieeft zich zelf afgeschaft
De beer C. v. d. MEYDEN verwondert zicli
daarover niet. Spr. had enkele principieele
bezwaren gelezen. De financieele toestand
echter vam de gemeente is zoodanig, dat het
noodig is. Spr. heeft zich in verbinding ge
steld met den Bond van Kernüsvakgenoo-
tcn. Zij zeggen dat ze een onschuldige ver
makelijkheid kunnen onganiseeren, die nie
mand principieel kan veroordeelen, en een
bedrag van 8000 zal opbeer,g«n. Dan kun
nen de belastingen met 60 opcenten ver
laagd worden. In Enklruizen is liet op het
oogenblik al zoo, daar is een rechtsohe raad
en ontvangt men 12000.
Spr. vindt liet met erg, dat de mensehen,
die principieele bezwaren hebben, -weg zul
len blijven, want er zal eien zwerm men
sehen komen. (Vraolijbheid).
De heer KOOTE merkt op, dat de kermis
gasten met het meeste geld gaan strijken.
Spr. vindt het onverantwoordelijk dat e>en
raadslid zoo de geestelijke belangen vam. de
bevolking in de waagschaal legt. In Limburg
en Brabant kan men ons daar meer van
vertellen. In de bladen leest men herhaalde
lijk over het „kermis?.wijn."
Indertijd is de kermis zijn natuurlijken
dood gestorven. De liberalen hebben er zelfs
aan meegewerkt om deze ruwe, verouderde
volksvereuakelijkheid af te schaffen.
De heer v. d. Meyden heeft gewzen op de
scholen, die zooveel geld hebben gekost. Er
gaat echter een groote opvoedende kracht,
vanuit, maan' wat voor kracht gaat er van
een kennis uit? Spr. is er dian ook tegen en
zegt dit namens de fractie van de Herv.-anti-
revolutionairen. Spr. hoopt dat een zoo groot
mogelijke meerderheid dit voorstel zal ver
werpen.
De heer J. v. d. MEYDEN wijst op de groo
te werkloosheid. De mensehen hebben geen
geld. Moe-ten deze mensehen kermis houden
en zouden die 800Ü gulden bij elkaar moeten
brengen
Laten de overheid en de burg-ere meer let
ten oj) de behoeften van de bevolking, het
egoïsme woel toveral en laten we daarom
meewerken aan de leniging van de behoefte.
III (Slot)
Wat zouden zijn kennissen lachen. Trouwens
zij zou hem misschien niet eens willen. Dat zou nóg
mooier zijn. Herksen, die nooit een meisje vroeg,
op zijn ouwe dag een blauwtje. Neen, daar begon
hij niet aan. Maar eens weer uitgaan met een
clubje, waar zij ook bij was, ja, dat zou wel aardig
wezen. Toch ze moest ook al weer niet merken
dat hij dit graag wou. Neen, de brief was zoo wel
goed. Eens zien, wat ze terug schreef.
De geest, die zijn leven geleid had tot wat het
nu was, gliauliach-te vergenoegd.
III
De brief moest eerst wat zwerven, voor hij
Mies bereikte. Ze woonde piet meer op haar
mooie, ruime kamers in d-e stil-deftige straat. Ze
was vertrokken zonder daar adres achter te laten.
Maar op 't postkantoor wisten ze haar toch wel
uit te vind-en.
Neen, ze was de stad niet uitgegaan, zooals
velen meenden, daarvoor was ze te veel gehecht
aan al die bekende straten en pleinen. Na haar
ontslag was ze eerst een paar weken thuis geweest
in 't hooge Noorden en had toen haar kamer be
trokken in een fatsoenlijke, schoon wat armoedige
straat in een der volksbuurten. Hier had ze buiten
gewoon goedkoop een zit- en slaapkamer gehuurd,
een leelijke holle kamer, maar die ze had omge-
tooverd in een gezellig nestje, zooals hier in de
buurt stellig geen tweede was. Een Japansch
scherm verborg bed en waschtafe] en verder had
de weinige meubelen, die haar eigendom waren,
zvo voordeelig mogelijk geplaatst. Een sarong, vlug
geplooid boven d'en divan, een paar schilderstukjes
hier, enkele foto's daar, een paar leuke stoeltjes
in den hoek bij 't raam, haar bureau, aan den
anderen kant, haar boekenkast, alles heel gezellig.
Haar hospita, een burgerjuffrouw, verschilde heel
wat van de mevrouwen uit haar vorig pension,
maar ze kookte goed en praatte weinig.
Mies voelde zich in haar zelf gekozen armoede
heel rijk. Ze verdiende nog niet veel, dat was
waar, maar toch a-1 meer dan in 't begin en de
blijde zekerheid te zullen slagen, hielp haar door
alle moeilijkheden heen.
Laten we dat steunen en geen kermis aan
deze menischen geren. Laten we de kermis
maar laten waar li ij naar toe gegaan is. Bo
vendien er zijn kermissen genoeg. Elke
we-ek is ei een, al is liet dan in verkapten
vorm. Latien wc net arbeid'eisvolk weik
geven!
De VOORZITTER dringt op beperking ■I's-
debatten aan.
De heer VOGELAAR zegt d-ai liet geen be
toog behoeft dat hij er principieel tegen ïs.
Het is daarbij zonde van de tijd om ei' over
te praten.
De heer C. v. d. MEYDEN wijst er nog op,
dat bet zeer zeker 8000 op zou brengen.
Daar de belastingen zoo hoog zijn. We mo
gen die 8000 niet opofferen aan liet prin
cipe.
De heer KOOY: Principe boven alles!
De heer C. v. d. MEYDEN: Wij gingen et-
vroeger ook been, de ouders van dit prin
cipe laten hun kinderen thans ook gaan
r»aar het sportpark, dat de hear v. d. Meyden
ook een verkapte kermis noemt. Er is geen
een-e lomperd die nog een gulden voor het
pirinBipe-geeft.
De VOORZITTER wijst er op, dat het
titans zoo wordt, dat de jeugd niets einders
dain sport wil. W-e raceten deze zaak van de
ontspanning gaan remmen,
I>e heer VROEGINDEWEY vindlt, dat men
veel betei' 8000 van belas-ti-ngvenh-ooging
kan krijgen dan *a,n een kennis. Als ar
f 8000 van een kermis zou komen dan ging
er 100 000 van dit eiland. Spr. gaat volkomen
met B. en W. accoord. Deug. vooretellen moe
ten voortaan geweerd worden. Spr. gelooft
wel, dat d-e hee<r P. v. d. Meyden eien goede
bedoeling heeft gehad, maan- hij heeft eten
verkeerd inzicht gehad en geen goede raads
lieden.
Het voorstel van B. en W. wordt met de
stem van den heer C. v. d. Meyden tegen
aangenomen.
Enkele wijzigingen van de begrooting 1933
en 1931 worden goedgekeurd.
De lieer J. v. d. MEYDEN wijst erop dat
d-e begraafplatasen in deso-laten toestond zijn
Het gras is er zeer hoog. Spr. verzoekt daar
iets tegen te doen.
De VOORZITTER zegt toe, dat het gras
gesneden zal worden.
De VOORZITTER deelt med-e, dat binnen
kort liet accountantsonderzoek vaai de Ned.
Ver. van Ned. Gemeenten zal plaats vinden
Het voorstel van B. en W. tot rioloeriing
van d-e Nieuwstraat komt thans in behande
ling.
IJe VOORZITTER deelt mede, dat binnen
kort een proef is genomen met het teeren
van dien weg. Het bewerken van de wegen
met warme teer gaat uitstekend. Zij stelten
voor over te gaan tot het toeren van de we:
gen.
De heer C. v. d. MEYDEN heeft ook een d.g,
voorstel ingediend.
En daarbij stellen B. en W. ook voor da
Nieuwstraat te rioleeren. De kosten daarvan
vallen nogal mee. Het is ongeveer 1450.
Do heel' J. v. d. MEIJDE: Moet er niet
staan op de agenda: het voorstel tot uitvoe
ring van de rioleering van d-e Neiu-wstraat.
De VOORZITTER: Nee, het is nooit aan
genomen.
De heer DOORNBOS: Krijgen we dan ook
een verbetering van het wegdek van de
•Nieuwstraat?
De VOORZITTER: Ja zeker. Dan wordt de
weg iets breeüer.
De heer DOORNBOS: Enkele jaren gele
den wilden enkele mensehen de kosten van
aansluiting niet betalen, is dat nog liet ge
val?
Wethouder STRUIK: Ze moeten thans
aanfluiten, want hët wordt verboden het
vuile water op de straat te werpen.
De heer J. v. d. MEIJDE: Komt de gemeen
te de mensehen, clie om finanticele redenen
niet kunnen betalen, teegmoet?
De heer VERMAAS: Dat is iets voor de ge
heime zitting!
Do VOORZITTER: Dat kunnen we zoo in
eens maar niet zeggen!
De heer VROEGINDEWEI.T voelt zich be
drogen, want men heeft altijd gezegd, dat
het bezwaar was: de kosten! Wordt de straat
nu ook bestraat?
De VOORZITTER: Ja! Wij hehben nog
een ander voorstel over de bestrating.
Hot voorstel tot rioleering wordt m. a. s.
aangenomen.
Het v-oorstel van B. en W. om liet Zandpad
te teeren komt dan in behandeling. De kos
ten daarvan zijn f 1375.
De heer VOGELAAR vraagt waaruit de
deugdelijkheid van die proeven bewezen
wordt.
De VOORZITTER: In Barendrecht liggen
ze al een paar jaren en ze voldoen uitste
kend.
De heer C. v. d. MEIJDEN zegt dat des
kundigen hem verklaard hebben, dat derge
lijke wegen steeds onderhouden moeten
worden en heel voordeelig zijn. Het onder
houd wordt berekend op ongeveer l.S ct. per
jaar.
Het voorstel van B. en W. wordt aangeno
men.
Dan komt in behandeling het voorstel van
B cn W. om de Voorstraat met koperslag-
keien te bestraten. De keien, die er uit ko
men zouden gebruikt kunnen worden voor
den Ring. Het oude materiaal is versleten.
De lieer KOOTE: Op hoeveel wordt dat
begroot?
Dc VOORZITTER: Op ongeveer f 5000.
De heer VOGELAAR: Zullen de bedrijven
Emgo, waterleiding en gas er ook aan bij
dragen, zooals afgesproken is?
De heer DOORNBOS: En wij gaan nu al
vast de Voorstraat verbeteren? Is dat zeker,
dat ze zullen listalen.?
De VOORZITTER: Dat zal met de stich
tingen verrekend worden!
Wethouder STRUIJK: Van de week heeft
de gascommissie ons dpt al toegezegd.
De heer VOGELAAR acht liet beter wan
neer de Voorstraat met het oude materiaal
verbeterd wordt. De kosten daarvan moeten
de stichtingen betalen.
.De heer J. v. d. MEIJDEN zegt nog nooit
zoo'n raar volk gezien te hebben in stad on
land en begonnen moet worden bij de Raad
van Middelharnis. Jaren lang heeft spr. ge
wezen op hot feit, dat de stichtingen onze
straten verwoesten. Thans is niet meer uit te
maken wie het gedaan heeft.
De VOORZITTER: Dat is wel degelijk zoo.
Deze zaak is geregeld met. de bedrijven.
De heer VROEGINDEWEI.T acht hot juist
wanneer de bedrijven de herstrating betalen
De gemeente moet dan de steenen betalen.
Dan wordt er voordeelig gewerkt. Dat is
ook gebeurd met de Voorstraat in Sommels-
dijk. Spr. berekent, dat er maar f 250 per
jaar aan aflossing voor noodig is!
De heer DOORNBOS: Maar kunnen we
van die bedrijven geld los krijgen wanneer
de Voorstraat opnieuw bestraat wordt.
De VOORZITTER: Dat wordt met de be-
drijven besproken!
De heer VERMAAS: We moeten toch we-
"ten hoeveel ze geven.
Besloten wordt deze zaak eerst te laten
•begrooten.
De heer J. v. d. MEIJDEN: Het is nog be-
'ter de steenon er uit te halen en betonslag
van de gasfabriek er neer t.e leggen.
Een stem: En dan teeren! (Vrolijkheid).
De -heer KOESE: We kunnen er ook een
haven van maken en er dan door varen!
(Vroolijklieid).
De heer VÉRMAAS vraagt waarom een
toelichting ontbreekt op de post f 11.050.
De VOORZITTER: Die is hetzelfde ais vo
rig jaar.
De, heer VERMAAS vraagt, of thans een
conversie-leening aangegaan is.
De VOORZITTER: De twee hooge leenin
gen kunnen niet geconverteerd worden.
De heer VERMAAS vraagt hoe het komt
dat de inkoop van kabels f 43025 bedraagt,
terwijl de verkoop ervan f 135.240 is. Spr.
vindt dat een verbazend hooge winst.
De lieer VOGELAAR interrumpeert: Dat
kan je in een mandje komen halen! (Hilari
teit)
De heer VERMAAS verwijt de Voorzitter,
dat telkens raadsleden hem in de rede val
len.
De VOORZITTER: Daar moest de heer Ver
maas ook eens rekening mee houden. Ik heb
hier niet met kwajongens te doen. De raads
leden zelf moeten meehelpen om de orde te
handhaven. Wareneer ik klop moeten de hee
ren er naar luisteren. Ik heb geen zin om de
heele middag te roepen: Mijnheer wilt u uw
mond houden!
Do heer VERMAAS maakt dan nog enkele
opmerkingen over de tarieven en vraagt of
de kosten van straatverlichting niet ver
laagd kunnen worden.
De VOORZITTER merjet op, dat hij reeds
voorgesteld lieeft de post straatverlichting
te veriagen nu er winst wordt gemaakt.
De lieer J. v. d. MEIJDEN vraagt of er
gewezen wil worden op liet feit, dat. verschil
lende lampen niet hranden. Ook zijn sommi
ge lampjes niet meer in orde, lioewej. ze toch
evenveel staan te verbruiken.
De VOORZITTER zegt toe dit bezwaar
over te zuillen brengen.
De begroeting wordt goedgekeurd1.
De freer C. v. d MEYDEN vraagt boe het.
komt., dat het electriciteits- cn waterlei
din.gsbcdrijf nu al jarenlang bij één en d-e-
zelfde zaak benzine en dergelijke dingen
betrekt. Sipr. is e.r voor »m andere men
sehen daar ook wat aan te laten verdienen.
De VOORZITTER antwoordt d-at hij deze
zaak onder de oogen zal bron-gen van de
man, die daar over gaat.
Als we daaraan beginnen, komen de men
sichen uit andere gemeenten natuurlijk ook.
Nadat door verschillende leden op het
gevaar daarvan gewezen is, gaat d-e raad
over in geheime zitting.
RECHTBANK TE ROTTERDAM
In een zaak van C. S„ 24 jaar, landarbeider
te Oude Tonge, appellant vah een vonnis
van den kantonrechter te Sommelsdijk, waar
bij bij wegens overtreding van de Motor- en
Rijwiel-wet verdachte had op den dijk van
Achthuizen met zijn fiets links van den wog
gereden en daarbij een meisje aangereden
was veroordeeld tot f 10 boete subs. '2 dagen
hechtenis, heeft liet O. M. geëisoht bevesti
ging van het vonnis.
„MAAS"'NYMPHEN.
Door zusters begeleid komt 't groepje stakkers nader
Er loopen er gearmd, er loopen er ook los
Maar geen ontgaat het waakzaam oog der zusters
Die deze kudde drijven door 't zomergroene bosch.
Een stokoud moedertje, een flinke jonge kerel
Een afgeleefde grijsaard, een knappe frissche vrouw
De een met smaak gekleed, de andere op klompen
Wie is 't, dien deze stoet niet diep ontroeren zou?
Ze praten overluid, ze lachen schel en schaat'rend
Een meisje knikt me toe, ik voel dat 'k even bloos,
Want 't arme kindje is, zoo goed als al die and'ren,
Een stump'rig wezentje: ze is verstandeloos.
Ze komen uit de kerk; op dezen Zondagmorgen
Is ook aan deze schaar de boodschap weer gebracht;
„De rijke liefde Gods omvat ook U misdeelden!
„Hij kent Uw aller leed, Uw nood, Uiv diepste klacht!"
Ik ga een wijl' opzij en laat de stoet passeeren
Met iveemoed kijk ilc naar die hulpelooze rij
Ze gaan weer naar 't gesticht, hun eng-begrensde wereld
Een leven op zichzelf, ver van de maatschappij.
Wij mopp'ren vaak en klagen van crisis en malaise
Misprijzen en bejamm'ren de toestand van het land
JFc laboreeren veel aan allerhande kwaaltjes
We achten ons bestaan bedreigd van alle kant.
En tochwat zijn we rijk, bevoorrecht en gezegend
Wat is ons leven mooi, wat valt ons alles licht
Als w' eventjes bereid zijn om ons bestaan te toetsen
Aan 't vreugdelooze lot dier stakkers van 't gesticht!
Als men Uio gave vraagt tot leniging der nooden
Zeg dan toch nimmer meer: ik heb geen lust, geen geld
De penning die gij off'ren wilt met liefde voor die stumperds
Wordt in den hemel zeker duizendmaal geteld.
(Nadruk verboden.)
HAKATE.
EXAMEN IN ZINGEN EN LEZEN
De vorige maal zagicn wij, dat niet de
Remonstrant sche predikanten ook de Re-
monstrantsdie schoolmeesters afgezet, wer
den. In de vergadering van de Classis op 3
September 1619 werd door haar gehandeld
over de „schoolmeesters, daermede de die
naren dicwils groote nioeijelijcheit" hadden
en vond men goed de schoolmeesters op te
roepen ter onderteekening van de te Dor
drecht vastgestelde acte betreffende de leer,
in de heli j die nisgescihriften vervat. Behalve
door dien rector cn -dien conrector der Latijn-
sche school, alsmede, enkele meesters te
Brielie, werd die acte geteekend door de
schoolmeesters van Goedereede, Ouddorp,
Hellevoet, Simonshaven, Oude Tonge, Koren
dijk, Oostvoorne, Zuiclland, Aibibenibroek,
Geervliet, Rockanje, Heenvliet, Stad aan 't
Haringvliet, Dirksland, Nieuwenhoorn en
Zwartewaal. In 1622 moest de schoolmees
ter van Heenvliet vermaand worden metont
slag wegens dronkenschap en „qualiek huys-
houden met zijne huisvrouw". Die van Mid
delharnis, Fr. van Geel'bergen, verscheen
niet op de oproeping en gaf voor, dat hij
„overmidts sijn sober tradennent niet en
conde vervallen die oncosten ran op de Clas
sis te rcyscn". De Classis noemde dat een
„friole excuse". Hij kon dat bezwaar niet
inbrengen, toen de Classis te Nieuwe Tonge
gehouden werd, en hier verscheen hij dan
ook voor de Broedere, die als antwoord ont
vingen, „dat hij vooralsnoch tot geëischle
onderteijcikeninge niet en was geresolveert,
versoeckende dat hem da ertoe noch langer
tijdt mochte gegeunt worden, immers dien
tijd, dat de kerek van Middelharnis weder
om met een predikant voorsten sijnde, hij
alsdan metten zeiven over de Canones Sy-
nodi Nat. mochte in communicatie co-men,
om door deise onderlinge communicatie tot
goedt verstand( dorsclver gecomen sijnde,
des-elve nacmaels imet meerder kennisse
ende versekerthey-t sijms gemeods als wel
tcgenwoordioh te kunnen teijekenen. De
Broederen waren van oordeel dat de man,
mogelijk bezield met dc „ijdele hope, die hij
liemselven hen effens andere Remonstranten
inge-beeltet" had, „dat het met die Contra-
Remonstranten niet lange diuiunen zou", uit
vluchten zocht, op h/un verzoek, om zijn be-
hezwaren tegen de onderteekening mede te
deelcn, gaf hij niet anders te kennen, dan
dat hij tot de onderteekening „nu niet ge-
reedten was, en persisteerde hij ibij zijn ver
zoek om een langeren bedenktijd. De Classe,
in hem een onwillige ziende en achtende,
dat zijn verzoek „meer uit crijigelheit ende
halsterricheidt dan uit swackheit voort-
quaim", verklaarde hem, tot het schoolainipt
ende dienst der kereken i-nhabijl, en be
sloot zulks te 'berichten aan den Magistraat
„Als 't u belieft, juffrouw, de post!"
Een briefl Van hem!
Even gloeien haar wangen, dan wordt ze heel
bleek. Anderen van- de clulb hadden haar wel eens
geschreven, hij nooit. En toch had ze zoo vaak
uitgezien naar iets van hem. Ze waren toch zóó
veel samen geweest, hadden zóóveel samen be
sproken. Ze had zich tot hem aangetrokken ge
voeld. Waarom? Dat wist ze niet. Misschien wel
om het zielige van z'n mislukte leven. Want mis
lukt was het, ondanks al z'n zoogenaamde wel
vaart. Eiken dag weer heeft ze gezien naar die
eenvoudige podloodteekening tegenover haar aan
den muur. 't Uitzicht da:t ze vanaf haar hotelkamer
had gehad: de bergen, met op den hoogsten top het
kruis. Omdat ze den laatsten avond daar gezegd
had, dat ze dat zoo missen zou, had hij met een
paar vlugge lijnen 't voor haar geschetst, 't Was
in enkele minuten klaar geweest en vól bewonde
ring had ze gezegd: „O mijnheer Herksen, hoe
mooi!" En in stil begrijpen had hij geantwoord:
„ja, hoe mooi. Als je met veel moeite den hoog
sten top bereikt hebt, wat vind je dan? Een kruis!"
„Maar 't kruis werd ons de boom van 't leven",
was haar lippen ontsnapt.
„Och ja, in die beteekenis. Maar 't kruis sym
boliseert toch in de eerste plaats het lijden", had
hij gezegd.
En thans, nu ze het heelemaal niet meer ver
wachtte, zijn brief.
O, als ze nu eens een van zijn verscheurde
brieven had mogen lezen, hoe anders zou haar dat
gestemd hebben. Och, als toch de mensehen eens
beter durfden!
't Was n-u één groote teleurstelling.
Dat hij nu pas wat van haar gelezen had!
En ineens weet ze, wat ze zich nooit heeft willen
bekennen, dat ze voor hém schreef, voor hém
alleen, dat beneden den drempel van haar bewust
denken altijd had geleefd een vragen: hoe zou hij
het vinden en ze zich steeds had gevoeld de
heldin, die ver boven hem stond, omdat zij niet
haar roeping ontrouw was.
Dien avond kon ze niet meer werken, dien
nacht sliep zij niet. Den volgenden dag moest zij
wel aan den gang, aan een artikel, dat vóór den
anderen morgen gepost moest zijn. De wind gierde,
de regen stoof door de straten. O, dat was goed,
dat was heerlijk. Ze zou geen zachte zomerzon
hebben kunnen dulden, nu het in haar ziel kookte,
bru'ste, stormde, veel heviger dan in de natuur.
7e zette zich dus san 't werk, dacht veel,
schreef weinig en verscheurde dan weer, wat met
zooveel inspanning was neergepend.
Voor het eerst walgt ze van haar werk.
O, hoe kon ze iets moois geven, terwijl het zoo
leelijk was in haar ziel, waar woeste golven van
zwarte schande beukten haar moegestreden den
ken! Want ze schaamde zich zoo! Had zij de
kunst gediend? Was dat nu die hooggeroemde
roeping geweest? En de lof, die ze had geoogst,
was die niet gekocht voor wat lage zelfzucht, voor
het groot-willen-worden in zijn oog? En wie was
hij? Een man, wiens idealen even grauw waren
als zijn schedel. En waarom trok ze het zich aan.
dat hij niets van haar gelezen, dat hij in 't minst
niet aan haar gedacht had? Want gelezen, ja, als
hij geabonneerd was op het blad, waarin „Mont-
Blanc" had gestaan, moest hij meer van haar werk
onder de oogen hébben gehad, maar natuurlijk niet
op de onderteekening hebben gelet en dat, waarin
haar ziel had gesproken, alleen tot hém, hij had het
niet gevoeld.
In ontzettende helderheid stond daar voor haar
de ra-uwe realiteit: een onwaardige wijdde ik mijn
kunst erger een onwaardige nam mijn ziels
rust.
Wat ze dan gek geworden? Hield ze van dien
man? Was 't niet te dwaas?
Als tegen den avond de regen niet meer ruischt,
neemt ze haar fiets en trekt er opuit. Wild waait
de woeste wind, werpt bij hoeken van straten
haar bijna omver, vecht in wanhopige worstelin
gen tegen haar taaie volharding, als ze hem op
den vlakken weg naar zee heelemaal tegen heeft.
O, dat i-s goed, dat is heerlijk, zoo te moeten vech
ten tegen een sterken vijand, zoo kracht tegen
kracht. En de trappers kraken, maar zij wint den
kamp.
Hijgend beklimt zij een hoogen duintop en valt
daar uitgeput in het nog vochtige zand. Neen. ze
zoekt geen fcenchutting tegen den wilden wind, laat
hij maar huilen, laat hij zijn krachten maar op haar
beproeven, ze tart hem, hij zal haar niet verdrijven
van haar hoogte, waar ze, voorover liggend, den
regenhoed docp over 't hoofd getrokken, steunend
het hoofd in de beide handen, staart in de zee,
die woest met witgekopte grauwe golven beukt het
treurig strand, waar geen sterveling stoort de een
zaamheid van het verlatene.
Zie die golven eens in waanzinnige woede zich
werpen op de havenhoofden, waar ze, als in damp,
uiteen stuiven. En boven dat witte geweld zwarte
de verlatenheid de bewoonde wereld in. Hier kan
ze voor het eerst weer rustig denken, hier durft
ze peilen de diepte der wonde, geslagen in haar
ziel, hier meten de bres, geschoten in de sterke
vesting van haar trots. Neen, het Geluk had zij
toch niet gevonden in het volgen harer roep'ng;
en ze denkt aan wat moeder zei, toen ze laatst
thuis was: „het Geluk vind ie alleen in Christus,
kind!"
Christus, hoe weinig had ze met Hem gerekend
in haar toch wel „Christelijk" werk. Ze denkt aan
de heilige ure, toen ze beloofd had, dien Heiland
te volgen. Maar ze had niet gewandeld op Zijn
wegen; haar eigen pad leek zoo licht.
Hij, die zijn eigen weg wil gaan.
Ziet dwaallicht vaak voor sterren aan!"
Waar had ze dat gehoord? Ze weet het niet.
Misschien wel geleerd op school.
Als ze een uur later terugkeert naar de stad, is
de strijd gestreden. Ja, ze heeft toch in haar roeping
het Geluk gevonden, -want ze zal van nu aan
schrijven voor Hem, die haar geroepen heeft.
Een week later kreeg de heer Herksen antwoord
op zijn brief. In een heel kort schrijven meldde
Mies hem, dat, door haar veranderde levensom
standigheden het haar dit jaar financieel onmogelijk
was op reis te gaan. Voorts, dat ze hem veel ge
noegen wenschte, als hij ging.
„Dus tóch doorgezet", ontsnapte zijn lippen. En
hij dacht terug aan dagen, lang geleden. Zoo zou
hij haar dus niet meer als reisgenoote meemaken,
haar misschien nooit meer zien. Och, dat was
ook eigenlijk beter.
Zou ze nu echt gelukkig zijn, dat dweepstertje?
Zou ze het arm heb en? En even kwam een sterke
begeerte in hem, haar mee te nemen, naar het land.
waar de alpen gloeien; maar neen, dat kon niet,
dat zou „niet staan".
Met al zijn rijkdom arm en ongelukkig.
En jij, Mies, rijk ben je en rijker zul je worden,
want je worstelt om te stijgen hoog boven de leege
laagten van ijdelheid en waan; je vreest niet het
kruis op den top, want je weet, dat het nog lich
ten zal in gouden gloed bij de laatste stralen van
de zinkende zon, als de donkerte is gedaald in het
diepe dal, waar de mensehen wonen.
D. v. d. S.
van Middelharnis. Of de Magistraat dien
schoolmeester ontslagen heeft, staat niet in
de acte vermeld.
Een ander geval deed zich voor te Oolt-
geneplaat. In 1622 beriep de schoolmeester
zich tegenover de Classe op de Magistraten.
De predikant van de Plaat had zich be
klaagd over het „qua-dit com-portemenit" van
dien meester, met het gevolg, dat de Classe
een paar Broederen zond oim een onderzoek
in te stellen. Hun rapport komt voor in sw
Acte van 28 Juij lyww en luidt aldus: „De
Broeders wel-cke waren geweest in de Plate,,
om de school aldaar te visiteeren, hehben
gerapporteerd, dat dien schoolmeester het
zeer wreveligh tegen liaer heeft betoont,
niettegenstaande zij -hem met alle vriende-
lijckheit hebben bejegent, niet willende, dat
sijn saecke -kerkelijk soud-o afgehand'elt
worden, beroepende he-mselven deurga-ens
op sijne meesters, naemelijc de E. Magis
traten van de Plato".
Op d-enzelfden dag, waarop de Classe be
sloot de schoolmeesters oip te roepen tot on
derteekening van de gezegde acte, vond zij
goed, ten einde in het vervolg „alle ongere
gelde ende onbequae-me schoolmeesters" le
weren, te bepalen, dat voortaan „alle school
meesters, die van nieuiws in eenige kerken
aangenomen" zouden worden, voor haar
moesten verschijnen „opdat h-aere beroepin-
ge, bij den kerek-enraet ende Magistraet ge-
daen, nae voorgaende examinatie ende 011-
dersocok harer gaven, so van lesen als van
s-ingen, van de Classe zoude worden mogen
geapprobeert". Tevens werd vastgesteld
een-e missiev-e te richten aan de Magistrae-
ten in 't ressort der Classe met het verzoek
geene schoolmeesters aan te stellen, die niet
„©enigermate de gaven van lesen ende sin-
gen" bezaten.
Tengevolge van het bepaalde worden eeni
ge heeren geëxamineerd door de broeders
in lezen en zingen. In de vergadering van
den 23st-en Oct. 1619 ondergingen -het exa
men, Frans Engelse te Nieiuiwe Tonge, en
Pie-ter Mart-ense, secretaris van Boiremenede.
De eerste voldeed goed, d-e laatste werd „wel
tot lesen beq-uaem" gevonden maar niet „in
't sing-en", zoodat hij slechts bij provisie
werd toegelaten en her-examen moest doen
bij het zingen. Bij het her-examen toonde
hij weinig of niets gevorderd, te zijn, maai
de Classe deporteerde hem niet. Zij gaf hem
nog eeni-gen tijd om zich te oefenen in het
zingen van eenige psalmen, en mocht hij
ook daarna niet voldoen, dan zou hij wor
den ontslagen. Naar 't schijnt zag de man
geen kans de broeders te voldoen en trad liij
af als mees-ter. Terwijl men niet leest, dat
hij op-nieuw voor de broeders verscheen,
vindt men in de Acta van April 1621 't exa
men vermeld van Jan Cornelis, .jberoepen
schoolmeester tot Bommenede"'. Deze mees
ter werd door d-e Classe -bequaem bevon
den, doch dae-r hij verklaarde de Confessie
en d-e Canones niet gelezen te hebben, werd
hem belast „deselve met aend-aclht te deur-
lesen, teneynde hij daerinne gheen swa-
richeit vindende, deselve na ordre mocht
ondort-eyekenen". Misschien dat de onder
teekening der belijdenis hem te zwaar viel,
althans men leest in de Acte van Sept. 1622
d-at Bommeneede geen schoolmeester had
en men het oog had op een neef van den
Baljuw van Bommeneedie, die nog geen lid
maat der kerk was en zich nog oefenen
moest in 't zingen. De Classe v-ond goed
„desen jongman bij provisie te géb-ruyeken
f-otten schooldi-enst", maar niet voor den
dienst in de kerk. Eerst moest hij lidmaat
worden en geoefend zij-n in 't zingen.
Met goed gevolg werden in het lezen en
zingen geëxamineerd Meynard Pieterse, die
nog wei geen lidmaat was, maar zeide be
reid te zijn het te worden. Hij was schooi-
-meester te Oudenhoorn. Ook Samuel de
Swaef-f, schoolmeester te Dirksland, die
voorlas Mat-theus 1 en zong Ps. 15 en Ps. 37,
Ook Pieter Hendrickse te Stad aan 't Ha
ringvliet, die voorlas Matth. 3 en zong Ps.
51 en de Lofzang van Simeon. Ook Cornelis
Anthon-isse D-uyveland-t, schoolmeester te
Hellevoet.
ALGEM. ONDELINGE MAATSCHAPPIJ
TOT VERZEKERING VAN PAARDEN
EN RUNDVEE „GRONINGEN"
Jaarvergadering
Maandag', den 25sten Juni j.l., werd in het
Hotel deis Pays Bas te Utrecht, de jaarlijk-
sche algemeene vergadering gehouden van
„Groningen", Al-g. Onderlinge Maatschappij
tot Verzekering van Paarden en Rundvee, in
1903 opgericht te Groningen, van 1 Mei 1921
af gevestigd te Utrecht.
De directeur, do heer F. F. Leopold, brengt
verslag tuit over het afgeloopen jaar 1933.
Er werden 554 schaden uitbetaald tot een
totaalbedrag van 95.568,45. De reserve der
Maatschappij bedroeg per 31 December 1933
164.441,06.
Blijkens het rapport van de commissie tot
nazien der rekening en van den accountant,
dien heer J. Groenhuyse te Utrecht, werd de
administratie in orde bevonden.
De aftredende commissarissen werden
herkozen.
Deze Courar
ABONNEM
vooruitbetali
AFZONDEÏ
De verbindii
bant staat nu
langstelling
Door de voi
het mogelijk
wordt de zaal
de toestand z
niet langer v
beter gedaan,
houden aan d
der verkeersc
van stonde a
gevolgd zijn.
Nu is men
heeft hem ter
exploitatie te
aardig gebrui
voorziet het i
Doch daarbi
er bij velen ei
dat nieuwe vc
dat voor hen
moeilijk te be
Zelfs schoo
reisje naar A
gogisch uitgei
Schakelen
zaken uit, dar
naar Brabant
vensvatbaarh
Noodig is e
boot komt en
iWant zooals
onvoldoende,
gure najaarsj
vreezen wij v
de boot schi,
te zijn, om t
welke in de
Die bezwar
nen. Wij hopt
.voortreffelijk!
achten de ve
ons Eiland.
Maar wat
schade welkt
rapport Rijck|
keerscommis
Wij bedoel
meenteraden
orde werd ge
uitbreiding
Hellevoetslui
plaat-Dintelsi
gesteld hc
van hen gevi
de totstandk
gensplaat-Dii
lijk verbondi
veerdienst
Zij bedoelc
bestaande ve
sluis verbetf
maar er ook
Verbinding
Nu gaat n
stelde kant
men dat er
Veer Middel
zou komen,
die twee vei
brengt men
stand en laa
lot over.
Juist de
Eiland ver\
hoofdverbint
Middelharni
van Hollanc
groote verkc
Ven richten,
ders en gee
Het is no
tebesturen
pndere voor|
Veer uitbrei
exploitatie
Daarom v
toch wel ri
gevaar van
Stichting.
Zeker ooi
ding met B
toch niet o
Ven.
Want dot
Veren uit li
deelt men
Dat wilden
ren voorko
Slie weg oj
De belan
TT"