Gemeenteraad van Middelharnis Misdeelden MAAS EN SCHELDEBODE ZATERDAG 30 JUNI 1934 WOENS ROEPING SCHOOL- EN KERKHISTORIE VAN FLAKKEE VERKE DE KERMIS GEWEERD Rioleering van de Nieuwstraat is er door Woensdagmiddag kwam d-e Raad dezer gemeente in vergadering bijeen onder vooi zittonsdhap van burgemeester L. J. deu Hollander. Aanwezig zijn alle leden. De VOORZITTER gaat voor in gebed, waarna de notulen van de vorige vergade ring gelezen en onveranderd wordien goed gekeurd. Aan de orde zijn de inigeikomen stukken Enkele goedkeuringen van raacbsbeslui- ten zijn ingekomen van Ged. Staten. Ingekomen is de nieuwe ealarisregeling van Ged. Staten. De gemeente Middelharnis is ingedeeld in de 7e klasse. B. en W. stellen voor met deze regeling aocoord te gaan. De heer KOOTE vraagt of Somimelsdijik ru minder moet betalen aan salarissen, want deze gemeente zit in de 6e klasse. De VOORZITTER:" Voor Sommielsddjk scheelt dat wel, voor Middelharnis natuur lijk niet. De h-eer VROEGINDEWEY begrijpt er niet veel van. Ged. Stoten willen de tractemcnten van de ambtenaren gaan verlagen. Wanneer gaat deze regeling in? De SECRETARIS: Een maand nadat de Kroon de regeling heeft goedgekeurd. De heer VROEGINDEWEYNu krijgen de «mbiieitaron ook neg een korting! De VOORZITTER: De vorige verlaging, maar die vervalt als deze regeling wordt aangenomen. De heer VROEGINDEWEY: U mist nu 200, de secretaris ongeveer 300. Is dat in evenredigheid met de salarissen van de vo rige regeling? In Dirksland was d®t wel iets anders. Hoeveel procent krijgt de voorzitter? I)e VOORZITTER: Dat is ongeveer 6 pet. De heer VROEGINDEWEY: Dus wij heb ben maar een procent minder verlaagd. Hebben ze daar in Den Haag zoo lang over gedaan? Wij waren eerder klaar? (Vroolijk- heid). Het voorstel vain B. en W. wordt aange nomen. Ingekomen is een verzoek van de stich ting drinkwaterleiding tot wijziging van de rooilijn voor den bou-w van het kantoor gebouw aan de Buig. Mijelaan. De VOORZITTER zegt dat er volgens den gemeente-architect geen bezwaar tegen is. Op voorstel van B. on W. woriit hiertoe besloten. Ingekomen is een verzoek om ea.Iarisver- booging van M. J. Vroegiindewey als nacht waker. Wordt aangehouden. Ingekomen is een schrijven van de ge meente Dirksland, waarin voorgesteld wordt die statuten te wijzigen in dien zin dat de ambtsMve zitting hebbende leden van het Dag. Bestuur om do vijf jaren aftreden. B. en W. stellen voor hieraan adliaesie te betuigen. De heer VROEGINDEWEY Biet niet in waarom dit moet. Die leden zijn nooit ge kozen. Ze zitten er volgens de statuten in. Het ie beter dat dit van die stichting uit gaat. De VOORZITTER: Ja, zoo is het! De heer C. v. d. MEYDEN: Er is ciok geen bezwaar tegen. Ze z,uiten tocli wel herkozen worden. De heer KOOTE: Dat is een prikkel voor de burgemeesters om hun best te doen. De heer VERMAAS: Het is een statuten wijziging. Dan is het in orde! De heer VROEGINDEWEY: Ze zitten er ambtshalve in! De heer VOGELAAR: Worden zij door lie raden gekoizen, ja of neen! Als ze dooi de radon gekozen wordien kcimeii ze in liet grgote bestuur en dan in het Dag. bestuur Maar is dit het geval? Zij die ambtshalve zitten kunnen ar nooit uitgezet worden. Ze zitten er in krachtens hun aimbt en niet op vooustel van den Raad. Wie ter werefl-d kan ze er dan uitzetten! Ik ben ai- tegen. De heer VERMAAS: De raden hebben het recht de statuten te wijzigen. Voortaan zullen d-e raden ze kiezen. Vroeger zaten ze er ambtshalve in. De lieer VOGELAAR: Wat is nou liet nut? De VOORZITTER: Ik zal de heeiren eens helpen. Het wordt een puzzle! De statuten worden gehaald! De bun-gemeesters zijn ambtshalve lid van het groote bestuur, niet van het Dag. beetuuir. De heer VOGELAAR: Welk doel heeft het dan? De VOORZITTER: De bedoeling is, dat de Raad ze voortaan zal kiezen. De wijzi ging bad zoo voorgesteld moeten wordien, dat de boigeimeeaters voortaan door de raden gekozen warden. Da-t zal die bedoe ling wel zijn. Laten we deze zaak nog maar eens bespreken in de veinga-dering van de waterleiding. Het voorstel van Diiketond is verkeerd geredigeerd. De heer VROEGINDEWEY: Als het de bedoeling is, dat de ambtshalve zitting hebbendie leden voortaan gekozen worden, ja dan, maar d-at zie ik nog niet in! Het voorstel van B. en W. wordt met de stemmen vam de heeren Vogelaar, Vroeg- indewey, J. v d Meyden tegen, aangeno men. Ingekomen is een verzoek om de wilde bokkenhouderij te beteugelen. Wordt af gewezen, omdat diit niet t,ct de bevoegd heid van den Raad behoort. Ingekomen is een verzoek van dc com missie tot wering van schoolverzuim, om toekenning van presentiegeld. B. en W. stellen voor een klein bedrag toe te kennen. De heer VROEGINDEWEY zegt dat nooit aam den secretaris apart geld toege staan is. Als we nu weer gaan verhoogen, ku-nmen we alle leden w-eer presentiegeld gaan geven. Op 't oogenibiik is het zo», dat de secre taris alleen maar wat krijgt. Wethouder STRUIK: Nee, ze krijgen geen van allen iets! De heer VROEGINDEWEY: O, dan ver andert de zaak. De heer KOESE is ©r ook voor om wat te geven. Het voorstel van B. cn W. wordt m. a. s. aangenomen. Irgekomen is een verzoek van de Kamer van Kt ophandel aangaa.ude de opheffing van de plaatselijke tolmuren. Is voor -leze gbinrnle niet van toepassing en norit voor nnisgeving aangenomen. Ingekomen zijn enkele verzoeken nm ontheffing van schoolgeld. Zal in de beslo ten zitting behandeld worden. Ingekomen is bericht van het gemeente bestuur van Stellendam, dat de lieer Roer tot afgevaardigde van de waterleiding is ge- kogen. Wordt oor kennisgeving aangenomen. Ingekomen is een verzoek van de Obr. Geref. Kerk tot demping van de slcot langs de kerk. De heer J. v. d. MEYDEN: Dat is noodig, want het is een ondragelijke lucht daan'. De mensehen hebben er last van! D-e VOORZITTER: Wanneer het kan, zal hiertoe worden overgegaan. Ingekomen is een voorstel van Ged. Sto ten tot wijziging van de statuten van de stichting drinkwaterleiding „Goeroe en Over- fiakkee". Wordt op voorstel van B. cn W. aamgeno men. Vervolgens komt in behandeling bet wor stel van B. en W. om de heeren Vogelaar, J, v. cl. Meyden en Slis te herkiezen als leden vam het best-uur van de stichting drinkwater leiding. De heer Vogelaar heeft bij eerste stemming 9 stemmen, en is dus herkozen. De heer Koese heeft bij eerste stemming 4 stemmen, de heer J. v. d. Meyden 5, de heer P. v. d. Meyden 1, dt lieer Slis 5, de heer Strtiik 1, de lieer Doisman S, de lieer Ver maas 1 en de lieer Doornbos 1. De heieir VROEGINDEWEY: De sternoten op niet-ileden van den raad zijn van on waarde. De VOORZITER wijst erop, dat wei leden buiten den raad gekozen mogen worden. Bij tweede stemming krijgt de lieer J. v. cl Meyden 5 stemmen (is dus herkezen), de heer Vermaas 2, de lieer Slis 4, de heer Koe- se 4, de heer Doornbos 1, de keer Dorsman 1 en de heer C. v. d. Meyden 1. Bij derde stemming ontvangen de heeren Koese en J. Slis resip. 4 en 5 stemmen. De heer Slis is dus eveneens herkozen. De heer VOGELAAR neemt zijm benoe ming aan. De heer J. v. d. MEYDEN dankt de hee ren, die vóór hem gestemd hebben, maar ook de heeren die tegen gestemd hebben, want liet is well eens goed voor een mensoh wanneer liet hean niet voor don wind gaat. (Vroolijklieid). Aan de orde is de rekening 1932 van de gasfabriek. Nog steeds heeft de commissie de reke ning niet nagekeken. De VOORZITTER: Dan moeten er maar plaatsvervangers aangewezen worden. Er moet eens een eind aan gemaakt worden. De heieren hebben er geen bezwaar tegen Nog eenmaal wordt hen de bans geboden. Donderdagavond zullen ze de rekening na zien. Dan komt in behandeling het voorstel van den heer C. v. d. Meyden tot invoering van de kermis. B. en W. stellien voor dit verzoek af te wijzen, de kennis iieeft zich zelf afgeschaft De beer C. v. d. MEYDEN verwondert zicli daarover niet. Spr. had enkele principieele bezwaren gelezen. De financieele toestand echter vam de gemeente is zoodanig, dat het noodig is. Spr. heeft zich in verbinding ge steld met den Bond van Kernüsvakgenoo- tcn. Zij zeggen dat ze een onschuldige ver makelijkheid kunnen onganiseeren, die nie mand principieel kan veroordeelen, en een bedrag van 8000 zal opbeer,g«n. Dan kun nen de belastingen met 60 opcenten ver laagd worden. In Enklruizen is liet op het oogenblik al zoo, daar is een rechtsohe raad en ontvangt men 12000. Spr. vindt liet met erg, dat de mensehen, die principieele bezwaren hebben, -weg zul len blijven, want er zal eien zwerm men sehen komen. (Vraolijbheid). De heer KOOTE merkt op, dat de kermis gasten met het meeste geld gaan strijken. Spr. vindt het onverantwoordelijk dat e>en raadslid zoo de geestelijke belangen vam. de bevolking in de waagschaal legt. In Limburg en Brabant kan men ons daar meer van vertellen. In de bladen leest men herhaalde lijk over het „kermis?.wijn." Indertijd is de kermis zijn natuurlijken dood gestorven. De liberalen hebben er zelfs aan meegewerkt om deze ruwe, verouderde volksvereuakelijkheid af te schaffen. De heer v. d. Meyden heeft gewzen op de scholen, die zooveel geld hebben gekost. Er gaat echter een groote opvoedende kracht, vanuit, maan' wat voor kracht gaat er van een kennis uit? Spr. is er dian ook tegen en zegt dit namens de fractie van de Herv.-anti- revolutionairen. Spr. hoopt dat een zoo groot mogelijke meerderheid dit voorstel zal ver werpen. De heer J. v. d. MEYDEN wijst op de groo te werkloosheid. De mensehen hebben geen geld. Moe-ten deze mensehen kermis houden en zouden die 800Ü gulden bij elkaar moeten brengen Laten de overheid en de burg-ere meer let ten oj) de behoeften van de bevolking, het egoïsme woel toveral en laten we daarom meewerken aan de leniging van de behoefte. III (Slot) Wat zouden zijn kennissen lachen. Trouwens zij zou hem misschien niet eens willen. Dat zou nóg mooier zijn. Herksen, die nooit een meisje vroeg, op zijn ouwe dag een blauwtje. Neen, daar begon hij niet aan. Maar eens weer uitgaan met een clubje, waar zij ook bij was, ja, dat zou wel aardig wezen. Toch ze moest ook al weer niet merken dat hij dit graag wou. Neen, de brief was zoo wel goed. Eens zien, wat ze terug schreef. De geest, die zijn leven geleid had tot wat het nu was, gliauliach-te vergenoegd. III De brief moest eerst wat zwerven, voor hij Mies bereikte. Ze woonde piet meer op haar mooie, ruime kamers in d-e stil-deftige straat. Ze was vertrokken zonder daar adres achter te laten. Maar op 't postkantoor wisten ze haar toch wel uit te vind-en. Neen, ze was de stad niet uitgegaan, zooals velen meenden, daarvoor was ze te veel gehecht aan al die bekende straten en pleinen. Na haar ontslag was ze eerst een paar weken thuis geweest in 't hooge Noorden en had toen haar kamer be trokken in een fatsoenlijke, schoon wat armoedige straat in een der volksbuurten. Hier had ze buiten gewoon goedkoop een zit- en slaapkamer gehuurd, een leelijke holle kamer, maar die ze had omge- tooverd in een gezellig nestje, zooals hier in de buurt stellig geen tweede was. Een Japansch scherm verborg bed en waschtafe] en verder had de weinige meubelen, die haar eigendom waren, zvo voordeelig mogelijk geplaatst. Een sarong, vlug geplooid boven d'en divan, een paar schilderstukjes hier, enkele foto's daar, een paar leuke stoeltjes in den hoek bij 't raam, haar bureau, aan den anderen kant, haar boekenkast, alles heel gezellig. Haar hospita, een burgerjuffrouw, verschilde heel wat van de mevrouwen uit haar vorig pension, maar ze kookte goed en praatte weinig. Mies voelde zich in haar zelf gekozen armoede heel rijk. Ze verdiende nog niet veel, dat was waar, maar toch a-1 meer dan in 't begin en de blijde zekerheid te zullen slagen, hielp haar door alle moeilijkheden heen. Laten we dat steunen en geen kermis aan deze menischen geren. Laten we de kermis maar laten waar li ij naar toe gegaan is. Bo vendien er zijn kermissen genoeg. Elke we-ek is ei een, al is liet dan in verkapten vorm. Latien wc net arbeid'eisvolk weik geven! De VOORZITTER dringt op beperking ■I's- debatten aan. De heer VOGELAAR zegt d-ai liet geen be toog behoeft dat hij er principieel tegen ïs. Het is daarbij zonde van de tijd om ei' over te praten. De heer C. v. d. MEYDEN wijst er nog op, dat bet zeer zeker 8000 op zou brengen. Daar de belastingen zoo hoog zijn. We mo gen die 8000 niet opofferen aan liet prin cipe. De heer KOOY: Principe boven alles! De heer C. v. d. MEYDEN: Wij gingen et- vroeger ook been, de ouders van dit prin cipe laten hun kinderen thans ook gaan r»aar het sportpark, dat de hear v. d. Meyden ook een verkapte kermis noemt. Er is geen een-e lomperd die nog een gulden voor het pirinBipe-geeft. De VOORZITTER wijst er op, dat het titans zoo wordt, dat de jeugd niets einders dain sport wil. W-e raceten deze zaak van de ontspanning gaan remmen, I>e heer VROEGINDEWEY vindlt, dat men veel betei' 8000 van belas-ti-ngvenh-ooging kan krijgen dan *a,n een kennis. Als ar f 8000 van een kermis zou komen dan ging er 100 000 van dit eiland. Spr. gaat volkomen met B. en W. accoord. Deug. vooretellen moe ten voortaan geweerd worden. Spr. gelooft wel, dat d-e hee<r P. v. d. Meyden eien goede bedoeling heeft gehad, maan- hij heeft eten verkeerd inzicht gehad en geen goede raads lieden. Het voorstel van B. en W. wordt met de stem van den heer C. v. d. Meyden tegen aangenomen. Enkele wijzigingen van de begrooting 1933 en 1931 worden goedgekeurd. De lieer J. v. d. MEYDEN wijst erop dat d-e begraafplatasen in deso-laten toestond zijn Het gras is er zeer hoog. Spr. verzoekt daar iets tegen te doen. De VOORZITTER zegt toe, dat het gras gesneden zal worden. De VOORZITTER deelt med-e, dat binnen kort liet accountantsonderzoek vaai de Ned. Ver. van Ned. Gemeenten zal plaats vinden Het voorstel van B. en W. tot rioloeriing van d-e Nieuwstraat komt thans in behande ling. IJe VOORZITTER deelt mede, dat binnen kort een proef is genomen met het teeren van dien weg. Het bewerken van de wegen met warme teer gaat uitstekend. Zij stelten voor over te gaan tot het toeren van de we: gen. De heer C. v. d. MEYDEN heeft ook een d.g, voorstel ingediend. En daarbij stellen B. en W. ook voor da Nieuwstraat te rioleeren. De kosten daarvan vallen nogal mee. Het is ongeveer 1450. Do heel' J. v. d. MEIJDE: Moet er niet staan op de agenda: het voorstel tot uitvoe ring van de rioleering van d-e Neiu-wstraat. De VOORZITTER: Nee, het is nooit aan genomen. De heer DOORNBOS: Krijgen we dan ook een verbetering van het wegdek van de •Nieuwstraat? De VOORZITTER: Ja zeker. Dan wordt de weg iets breeüer. De heer DOORNBOS: Enkele jaren gele den wilden enkele mensehen de kosten van aansluiting niet betalen, is dat nog liet ge val? Wethouder STRUIK: Ze moeten thans aanfluiten, want hët wordt verboden het vuile water op de straat te werpen. De heer J. v. d. MEIJDE: Komt de gemeen te de mensehen, clie om finanticele redenen niet kunnen betalen, teegmoet? De heer VERMAAS: Dat is iets voor de ge heime zitting! Do VOORZITTER: Dat kunnen we zoo in eens maar niet zeggen! De heer VROEGINDEWEI.T voelt zich be drogen, want men heeft altijd gezegd, dat het bezwaar was: de kosten! Wordt de straat nu ook bestraat? De VOORZITTER: Ja! Wij hehben nog een ander voorstel over de bestrating. Hot voorstel tot rioleering wordt m. a. s. aangenomen. Het v-oorstel van B. en W. om liet Zandpad te teeren komt dan in behandeling. De kos ten daarvan zijn f 1375. De heer VOGELAAR vraagt waaruit de deugdelijkheid van die proeven bewezen wordt. De VOORZITTER: In Barendrecht liggen ze al een paar jaren en ze voldoen uitste kend. De heer C. v. d. MEIJDEN zegt dat des kundigen hem verklaard hebben, dat derge lijke wegen steeds onderhouden moeten worden en heel voordeelig zijn. Het onder houd wordt berekend op ongeveer l.S ct. per jaar. Het voorstel van B. en W. wordt aangeno men. Dan komt in behandeling het voorstel van B cn W. om de Voorstraat met koperslag- keien te bestraten. De keien, die er uit ko men zouden gebruikt kunnen worden voor den Ring. Het oude materiaal is versleten. De lieer KOOTE: Op hoeveel wordt dat begroot? Dc VOORZITTER: Op ongeveer f 5000. De heer VOGELAAR: Zullen de bedrijven Emgo, waterleiding en gas er ook aan bij dragen, zooals afgesproken is? De heer DOORNBOS: En wij gaan nu al vast de Voorstraat verbeteren? Is dat zeker, dat ze zullen listalen.? De VOORZITTER: Dat zal met de stich tingen verrekend worden! Wethouder STRUIJK: Van de week heeft de gascommissie ons dpt al toegezegd. De heer VOGELAAR acht liet beter wan neer de Voorstraat met het oude materiaal verbeterd wordt. De kosten daarvan moeten de stichtingen betalen. .De heer J. v. d. MEIJDEN zegt nog nooit zoo'n raar volk gezien te hebben in stad on land en begonnen moet worden bij de Raad van Middelharnis. Jaren lang heeft spr. ge wezen op hot feit, dat de stichtingen onze straten verwoesten. Thans is niet meer uit te maken wie het gedaan heeft. De VOORZITTER: Dat is wel degelijk zoo. Deze zaak is geregeld met. de bedrijven. De heer VROEGINDEWEI.T acht hot juist wanneer de bedrijven de herstrating betalen De gemeente moet dan de steenen betalen. Dan wordt er voordeelig gewerkt. Dat is ook gebeurd met de Voorstraat in Sommels- dijk. Spr. berekent, dat er maar f 250 per jaar aan aflossing voor noodig is! De heer DOORNBOS: Maar kunnen we van die bedrijven geld los krijgen wanneer de Voorstraat opnieuw bestraat wordt. De VOORZITTER: Dat wordt met de be- drijven besproken! De heer VERMAAS: We moeten toch we- "ten hoeveel ze geven. Besloten wordt deze zaak eerst te laten •begrooten. De heer J. v. d. MEIJDEN: Het is nog be- 'ter de steenon er uit te halen en betonslag van de gasfabriek er neer t.e leggen. Een stem: En dan teeren! (Vrolijkheid). De -heer KOESE: We kunnen er ook een haven van maken en er dan door varen! (Vroolijklieid). De heer VÉRMAAS vraagt waarom een toelichting ontbreekt op de post f 11.050. De VOORZITTER: Die is hetzelfde ais vo rig jaar. De, heer VERMAAS vraagt, of thans een conversie-leening aangegaan is. De VOORZITTER: De twee hooge leenin gen kunnen niet geconverteerd worden. De heer VERMAAS vraagt hoe het komt dat de inkoop van kabels f 43025 bedraagt, terwijl de verkoop ervan f 135.240 is. Spr. vindt dat een verbazend hooge winst. De lieer VOGELAAR interrumpeert: Dat kan je in een mandje komen halen! (Hilari teit) De heer VERMAAS verwijt de Voorzitter, dat telkens raadsleden hem in de rede val len. De VOORZITTER: Daar moest de heer Ver maas ook eens rekening mee houden. Ik heb hier niet met kwajongens te doen. De raads leden zelf moeten meehelpen om de orde te handhaven. Wareneer ik klop moeten de hee ren er naar luisteren. Ik heb geen zin om de heele middag te roepen: Mijnheer wilt u uw mond houden! Do heer VERMAAS maakt dan nog enkele opmerkingen over de tarieven en vraagt of de kosten van straatverlichting niet ver laagd kunnen worden. De VOORZITTER merjet op, dat hij reeds voorgesteld lieeft de post straatverlichting te veriagen nu er winst wordt gemaakt. De lieer J. v. d. MEIJDEN vraagt of er gewezen wil worden op liet feit, dat. verschil lende lampen niet hranden. Ook zijn sommi ge lampjes niet meer in orde, lioewej. ze toch evenveel staan te verbruiken. De VOORZITTER zegt toe dit bezwaar over te zuillen brengen. De begroeting wordt goedgekeurd1. De freer C. v. d MEYDEN vraagt boe het. komt., dat het electriciteits- cn waterlei din.gsbcdrijf nu al jarenlang bij één en d-e- zelfde zaak benzine en dergelijke dingen betrekt. Sipr. is e.r voor »m andere men sehen daar ook wat aan te laten verdienen. De VOORZITTER antwoordt d-at hij deze zaak onder de oogen zal bron-gen van de man, die daar over gaat. Als we daaraan beginnen, komen de men sichen uit andere gemeenten natuurlijk ook. Nadat door verschillende leden op het gevaar daarvan gewezen is, gaat d-e raad over in geheime zitting. RECHTBANK TE ROTTERDAM In een zaak van C. S„ 24 jaar, landarbeider te Oude Tonge, appellant vah een vonnis van den kantonrechter te Sommelsdijk, waar bij bij wegens overtreding van de Motor- en Rijwiel-wet verdachte had op den dijk van Achthuizen met zijn fiets links van den wog gereden en daarbij een meisje aangereden was veroordeeld tot f 10 boete subs. '2 dagen hechtenis, heeft liet O. M. geëisoht bevesti ging van het vonnis. „MAAS"'NYMPHEN. Door zusters begeleid komt 't groepje stakkers nader Er loopen er gearmd, er loopen er ook los Maar geen ontgaat het waakzaam oog der zusters Die deze kudde drijven door 't zomergroene bosch. Een stokoud moedertje, een flinke jonge kerel Een afgeleefde grijsaard, een knappe frissche vrouw De een met smaak gekleed, de andere op klompen Wie is 't, dien deze stoet niet diep ontroeren zou? Ze praten overluid, ze lachen schel en schaat'rend Een meisje knikt me toe, ik voel dat 'k even bloos, Want 't arme kindje is, zoo goed als al die and'ren, Een stump'rig wezentje: ze is verstandeloos. Ze komen uit de kerk; op dezen Zondagmorgen Is ook aan deze schaar de boodschap weer gebracht; „De rijke liefde Gods omvat ook U misdeelden! „Hij kent Uw aller leed, Uw nood, Uiv diepste klacht!" Ik ga een wijl' opzij en laat de stoet passeeren Met iveemoed kijk ilc naar die hulpelooze rij Ze gaan weer naar 't gesticht, hun eng-begrensde wereld Een leven op zichzelf, ver van de maatschappij. Wij mopp'ren vaak en klagen van crisis en malaise Misprijzen en bejamm'ren de toestand van het land JFc laboreeren veel aan allerhande kwaaltjes We achten ons bestaan bedreigd van alle kant. En tochwat zijn we rijk, bevoorrecht en gezegend Wat is ons leven mooi, wat valt ons alles licht Als w' eventjes bereid zijn om ons bestaan te toetsen Aan 't vreugdelooze lot dier stakkers van 't gesticht! Als men Uio gave vraagt tot leniging der nooden Zeg dan toch nimmer meer: ik heb geen lust, geen geld De penning die gij off'ren wilt met liefde voor die stumperds Wordt in den hemel zeker duizendmaal geteld. (Nadruk verboden.) HAKATE. EXAMEN IN ZINGEN EN LEZEN De vorige maal zagicn wij, dat niet de Remonstrant sche predikanten ook de Re- monstrantsdie schoolmeesters afgezet, wer den. In de vergadering van de Classis op 3 September 1619 werd door haar gehandeld over de „schoolmeesters, daermede de die naren dicwils groote nioeijelijcheit" hadden en vond men goed de schoolmeesters op te roepen ter onderteekening van de te Dor drecht vastgestelde acte betreffende de leer, in de heli j die nisgescihriften vervat. Behalve door dien rector cn -dien conrector der Latijn- sche school, alsmede, enkele meesters te Brielie, werd die acte geteekend door de schoolmeesters van Goedereede, Ouddorp, Hellevoet, Simonshaven, Oude Tonge, Koren dijk, Oostvoorne, Zuiclland, Aibibenibroek, Geervliet, Rockanje, Heenvliet, Stad aan 't Haringvliet, Dirksland, Nieuwenhoorn en Zwartewaal. In 1622 moest de schoolmees ter van Heenvliet vermaand worden metont slag wegens dronkenschap en „qualiek huys- houden met zijne huisvrouw". Die van Mid delharnis, Fr. van Geel'bergen, verscheen niet op de oproeping en gaf voor, dat hij „overmidts sijn sober tradennent niet en conde vervallen die oncosten ran op de Clas sis te rcyscn". De Classis noemde dat een „friole excuse". Hij kon dat bezwaar niet inbrengen, toen de Classis te Nieuwe Tonge gehouden werd, en hier verscheen hij dan ook voor de Broedere, die als antwoord ont vingen, „dat hij vooralsnoch tot geëischle onderteijcikeninge niet en was geresolveert, versoeckende dat hem da ertoe noch langer tijdt mochte gegeunt worden, immers dien tijd, dat de kerek van Middelharnis weder om met een predikant voorsten sijnde, hij alsdan metten zeiven over de Canones Sy- nodi Nat. mochte in communicatie co-men, om door deise onderlinge communicatie tot goedt verstand( dorsclver gecomen sijnde, des-elve nacmaels imet meerder kennisse ende versekerthey-t sijms gemeods als wel tcgenwoordioh te kunnen teijekenen. De Broederen waren van oordeel dat de man, mogelijk bezield met dc „ijdele hope, die hij liemselven hen effens andere Remonstranten inge-beeltet" had, „dat het met die Contra- Remonstranten niet lange diuiunen zou", uit vluchten zocht, op h/un verzoek, om zijn be- hezwaren tegen de onderteekening mede te deelcn, gaf hij niet anders te kennen, dan dat hij tot de onderteekening „nu niet ge- reedten was, en persisteerde hij ibij zijn ver zoek om een langeren bedenktijd. De Classe, in hem een onwillige ziende en achtende, dat zijn verzoek „meer uit crijigelheit ende halsterricheidt dan uit swackheit voort- quaim", verklaarde hem, tot het schoolainipt ende dienst der kereken i-nhabijl, en be sloot zulks te 'berichten aan den Magistraat „Als 't u belieft, juffrouw, de post!" Een briefl Van hem! Even gloeien haar wangen, dan wordt ze heel bleek. Anderen van- de clulb hadden haar wel eens geschreven, hij nooit. En toch had ze zoo vaak uitgezien naar iets van hem. Ze waren toch zóó veel samen geweest, hadden zóóveel samen be sproken. Ze had zich tot hem aangetrokken ge voeld. Waarom? Dat wist ze niet. Misschien wel om het zielige van z'n mislukte leven. Want mis lukt was het, ondanks al z'n zoogenaamde wel vaart. Eiken dag weer heeft ze gezien naar die eenvoudige podloodteekening tegenover haar aan den muur. 't Uitzicht da:t ze vanaf haar hotelkamer had gehad: de bergen, met op den hoogsten top het kruis. Omdat ze den laatsten avond daar gezegd had, dat ze dat zoo missen zou, had hij met een paar vlugge lijnen 't voor haar geschetst, 't Was in enkele minuten klaar geweest en vól bewonde ring had ze gezegd: „O mijnheer Herksen, hoe mooi!" En in stil begrijpen had hij geantwoord: „ja, hoe mooi. Als je met veel moeite den hoog sten top bereikt hebt, wat vind je dan? Een kruis!" „Maar 't kruis werd ons de boom van 't leven", was haar lippen ontsnapt. „Och ja, in die beteekenis. Maar 't kruis sym boliseert toch in de eerste plaats het lijden", had hij gezegd. En thans, nu ze het heelemaal niet meer ver wachtte, zijn brief. O, als ze nu eens een van zijn verscheurde brieven had mogen lezen, hoe anders zou haar dat gestemd hebben. Och, als toch de mensehen eens beter durfden! 't Was n-u één groote teleurstelling. Dat hij nu pas wat van haar gelezen had! En ineens weet ze, wat ze zich nooit heeft willen bekennen, dat ze voor hém schreef, voor hém alleen, dat beneden den drempel van haar bewust denken altijd had geleefd een vragen: hoe zou hij het vinden en ze zich steeds had gevoeld de heldin, die ver boven hem stond, omdat zij niet haar roeping ontrouw was. Dien avond kon ze niet meer werken, dien nacht sliep zij niet. Den volgenden dag moest zij wel aan den gang, aan een artikel, dat vóór den anderen morgen gepost moest zijn. De wind gierde, de regen stoof door de straten. O, dat was goed, dat was heerlijk. Ze zou geen zachte zomerzon hebben kunnen dulden, nu het in haar ziel kookte, bru'ste, stormde, veel heviger dan in de natuur. 7e zette zich dus san 't werk, dacht veel, schreef weinig en verscheurde dan weer, wat met zooveel inspanning was neergepend. Voor het eerst walgt ze van haar werk. O, hoe kon ze iets moois geven, terwijl het zoo leelijk was in haar ziel, waar woeste golven van zwarte schande beukten haar moegestreden den ken! Want ze schaamde zich zoo! Had zij de kunst gediend? Was dat nu die hooggeroemde roeping geweest? En de lof, die ze had geoogst, was die niet gekocht voor wat lage zelfzucht, voor het groot-willen-worden in zijn oog? En wie was hij? Een man, wiens idealen even grauw waren als zijn schedel. En waarom trok ze het zich aan. dat hij niets van haar gelezen, dat hij in 't minst niet aan haar gedacht had? Want gelezen, ja, als hij geabonneerd was op het blad, waarin „Mont- Blanc" had gestaan, moest hij meer van haar werk onder de oogen hébben gehad, maar natuurlijk niet op de onderteekening hebben gelet en dat, waarin haar ziel had gesproken, alleen tot hém, hij had het niet gevoeld. In ontzettende helderheid stond daar voor haar de ra-uwe realiteit: een onwaardige wijdde ik mijn kunst erger een onwaardige nam mijn ziels rust. Wat ze dan gek geworden? Hield ze van dien man? Was 't niet te dwaas? Als tegen den avond de regen niet meer ruischt, neemt ze haar fiets en trekt er opuit. Wild waait de woeste wind, werpt bij hoeken van straten haar bijna omver, vecht in wanhopige worstelin gen tegen haar taaie volharding, als ze hem op den vlakken weg naar zee heelemaal tegen heeft. O, dat i-s goed, dat is heerlijk, zoo te moeten vech ten tegen een sterken vijand, zoo kracht tegen kracht. En de trappers kraken, maar zij wint den kamp. Hijgend beklimt zij een hoogen duintop en valt daar uitgeput in het nog vochtige zand. Neen. ze zoekt geen fcenchutting tegen den wilden wind, laat hij maar huilen, laat hij zijn krachten maar op haar beproeven, ze tart hem, hij zal haar niet verdrijven van haar hoogte, waar ze, voorover liggend, den regenhoed docp over 't hoofd getrokken, steunend het hoofd in de beide handen, staart in de zee, die woest met witgekopte grauwe golven beukt het treurig strand, waar geen sterveling stoort de een zaamheid van het verlatene. Zie die golven eens in waanzinnige woede zich werpen op de havenhoofden, waar ze, als in damp, uiteen stuiven. En boven dat witte geweld zwarte de verlatenheid de bewoonde wereld in. Hier kan ze voor het eerst weer rustig denken, hier durft ze peilen de diepte der wonde, geslagen in haar ziel, hier meten de bres, geschoten in de sterke vesting van haar trots. Neen, het Geluk had zij toch niet gevonden in het volgen harer roep'ng; en ze denkt aan wat moeder zei, toen ze laatst thuis was: „het Geluk vind ie alleen in Christus, kind!" Christus, hoe weinig had ze met Hem gerekend in haar toch wel „Christelijk" werk. Ze denkt aan de heilige ure, toen ze beloofd had, dien Heiland te volgen. Maar ze had niet gewandeld op Zijn wegen; haar eigen pad leek zoo licht. Hij, die zijn eigen weg wil gaan. Ziet dwaallicht vaak voor sterren aan!" Waar had ze dat gehoord? Ze weet het niet. Misschien wel geleerd op school. Als ze een uur later terugkeert naar de stad, is de strijd gestreden. Ja, ze heeft toch in haar roeping het Geluk gevonden, -want ze zal van nu aan schrijven voor Hem, die haar geroepen heeft. Een week later kreeg de heer Herksen antwoord op zijn brief. In een heel kort schrijven meldde Mies hem, dat, door haar veranderde levensom standigheden het haar dit jaar financieel onmogelijk was op reis te gaan. Voorts, dat ze hem veel ge noegen wenschte, als hij ging. „Dus tóch doorgezet", ontsnapte zijn lippen. En hij dacht terug aan dagen, lang geleden. Zoo zou hij haar dus niet meer als reisgenoote meemaken, haar misschien nooit meer zien. Och, dat was ook eigenlijk beter. Zou ze nu echt gelukkig zijn, dat dweepstertje? Zou ze het arm heb en? En even kwam een sterke begeerte in hem, haar mee te nemen, naar het land. waar de alpen gloeien; maar neen, dat kon niet, dat zou „niet staan". Met al zijn rijkdom arm en ongelukkig. En jij, Mies, rijk ben je en rijker zul je worden, want je worstelt om te stijgen hoog boven de leege laagten van ijdelheid en waan; je vreest niet het kruis op den top, want je weet, dat het nog lich ten zal in gouden gloed bij de laatste stralen van de zinkende zon, als de donkerte is gedaald in het diepe dal, waar de mensehen wonen. D. v. d. S. van Middelharnis. Of de Magistraat dien schoolmeester ontslagen heeft, staat niet in de acte vermeld. Een ander geval deed zich voor te Oolt- geneplaat. In 1622 beriep de schoolmeester zich tegenover de Classe op de Magistraten. De predikant van de Plaat had zich be klaagd over het „qua-dit com-portemenit" van dien meester, met het gevolg, dat de Classe een paar Broederen zond oim een onderzoek in te stellen. Hun rapport komt voor in sw Acte van 28 Juij lyww en luidt aldus: „De Broeders wel-cke waren geweest in de Plate,, om de school aldaar te visiteeren, hehben gerapporteerd, dat dien schoolmeester het zeer wreveligh tegen liaer heeft betoont, niettegenstaande zij -hem met alle vriende- lijckheit hebben bejegent, niet willende, dat sijn saecke -kerkelijk soud-o afgehand'elt worden, beroepende he-mselven deurga-ens op sijne meesters, naemelijc de E. Magis traten van de Plato". Op d-enzelfden dag, waarop de Classe be sloot de schoolmeesters oip te roepen tot on derteekening van de gezegde acte, vond zij goed, ten einde in het vervolg „alle ongere gelde ende onbequae-me schoolmeesters" le weren, te bepalen, dat voortaan „alle school meesters, die van nieuiws in eenige kerken aangenomen" zouden worden, voor haar moesten verschijnen „opdat h-aere beroepin- ge, bij den kerek-enraet ende Magistraet ge- daen, nae voorgaende examinatie ende 011- dersocok harer gaven, so van lesen als van s-ingen, van de Classe zoude worden mogen geapprobeert". Tevens werd vastgesteld een-e missiev-e te richten aan de Magistrae- ten in 't ressort der Classe met het verzoek geene schoolmeesters aan te stellen, die niet „©enigermate de gaven van lesen ende sin- gen" bezaten. Tengevolge van het bepaalde worden eeni ge heeren geëxamineerd door de broeders in lezen en zingen. In de vergadering van den 23st-en Oct. 1619 ondergingen -het exa men, Frans Engelse te Nieiuiwe Tonge, en Pie-ter Mart-ense, secretaris van Boiremenede. De eerste voldeed goed, d-e laatste werd „wel tot lesen beq-uaem" gevonden maar niet „in 't sing-en", zoodat hij slechts bij provisie werd toegelaten en her-examen moest doen bij het zingen. Bij het her-examen toonde hij weinig of niets gevorderd, te zijn, maai de Classe deporteerde hem niet. Zij gaf hem nog eeni-gen tijd om zich te oefenen in het zingen van eenige psalmen, en mocht hij ook daarna niet voldoen, dan zou hij wor den ontslagen. Naar 't schijnt zag de man geen kans de broeders te voldoen en trad liij af als mees-ter. Terwijl men niet leest, dat hij op-nieuw voor de broeders verscheen, vindt men in de Acta van April 1621 't exa men vermeld van Jan Cornelis, .jberoepen schoolmeester tot Bommenede"'. Deze mees ter werd door d-e Classe -bequaem bevon den, doch dae-r hij verklaarde de Confessie en d-e Canones niet gelezen te hebben, werd hem belast „deselve met aend-aclht te deur- lesen, teneynde hij daerinne gheen swa- richeit vindende, deselve na ordre mocht ondort-eyekenen". Misschien dat de onder teekening der belijdenis hem te zwaar viel, althans men leest in de Acte van Sept. 1622 d-at Bommeneede geen schoolmeester had en men het oog had op een neef van den Baljuw van Bommeneedie, die nog geen lid maat der kerk was en zich nog oefenen moest in 't zingen. De Classe v-ond goed „desen jongman bij provisie te géb-ruyeken f-otten schooldi-enst", maar niet voor den dienst in de kerk. Eerst moest hij lidmaat worden en geoefend zij-n in 't zingen. Met goed gevolg werden in het lezen en zingen geëxamineerd Meynard Pieterse, die nog wei geen lidmaat was, maar zeide be reid te zijn het te worden. Hij was schooi- -meester te Oudenhoorn. Ook Samuel de Swaef-f, schoolmeester te Dirksland, die voorlas Mat-theus 1 en zong Ps. 15 en Ps. 37, Ook Pieter Hendrickse te Stad aan 't Ha ringvliet, die voorlas Matth. 3 en zong Ps. 51 en de Lofzang van Simeon. Ook Cornelis Anthon-isse D-uyveland-t, schoolmeester te Hellevoet. ALGEM. ONDELINGE MAATSCHAPPIJ TOT VERZEKERING VAN PAARDEN EN RUNDVEE „GRONINGEN" Jaarvergadering Maandag', den 25sten Juni j.l., werd in het Hotel deis Pays Bas te Utrecht, de jaarlijk- sche algemeene vergadering gehouden van „Groningen", Al-g. Onderlinge Maatschappij tot Verzekering van Paarden en Rundvee, in 1903 opgericht te Groningen, van 1 Mei 1921 af gevestigd te Utrecht. De directeur, do heer F. F. Leopold, brengt verslag tuit over het afgeloopen jaar 1933. Er werden 554 schaden uitbetaald tot een totaalbedrag van 95.568,45. De reserve der Maatschappij bedroeg per 31 December 1933 164.441,06. Blijkens het rapport van de commissie tot nazien der rekening en van den accountant, dien heer J. Groenhuyse te Utrecht, werd de administratie in orde bevonden. De aftredende commissarissen werden herkozen. Deze Courar ABONNEM vooruitbetali AFZONDEÏ De verbindii bant staat nu langstelling Door de voi het mogelijk wordt de zaal de toestand z niet langer v beter gedaan, houden aan d der verkeersc van stonde a gevolgd zijn. Nu is men heeft hem ter exploitatie te aardig gebrui voorziet het i Doch daarbi er bij velen ei dat nieuwe vc dat voor hen moeilijk te be Zelfs schoo reisje naar A gogisch uitgei Schakelen zaken uit, dar naar Brabant vensvatbaarh Noodig is e boot komt en iWant zooals onvoldoende, gure najaarsj vreezen wij v de boot schi, te zijn, om t welke in de Die bezwar nen. Wij hopt .voortreffelijk! achten de ve ons Eiland. Maar wat schade welkt rapport Rijck| keerscommis Wij bedoel meenteraden orde werd ge uitbreiding Hellevoetslui plaat-Dintelsi gesteld hc van hen gevi de totstandk gensplaat-Dii lijk verbondi veerdienst Zij bedoelc bestaande ve sluis verbetf maar er ook Verbinding Nu gaat n stelde kant men dat er Veer Middel zou komen, die twee vei brengt men stand en laa lot over. Juist de Eiland ver\ hoofdverbint Middelharni van Hollanc groote verkc Ven richten, ders en gee Het is no tebesturen pndere voor| Veer uitbrei exploitatie Daarom v toch wel ri gevaar van Stichting. Zeker ooi ding met B toch niet o Ven. Want dot Veren uit li deelt men Dat wilden ren voorko Slie weg oj De belan TT"

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1934 | | pagina 2