Bondsdag te Middelburg Bond van Ned. Herv. Meisjesver. op Geref. grondslag MAAS- EN SCHEL DEBODE ZATERDAG 26 MEI 1934 i/1001 GESLAAGDE LANDDAG TE 0UD-BE1JERLAND BOND VAN MEISJESVEREEN. OP GEREF. GRONDSLAG 3500 meisjes in Zeelands hoofds^d DE BEGROETINGSAVOND Tweede Pinksterdag werd te Middelburg cle zestiende Bondsdag gehouden van den Bond van Meisjesvereenigingen op Geref. grondslag. Reeds Zaterdagavond gingen velen in op tocht naar Noorderkerk en Hofpleinkerk waar door een Commissie, bestaande uit do dames M. Littooy, Lena Ludikhuize, B. Geense en L. Ton een keurige vooravond was georganiseerd, een avond, die lang 111 de herinnering der duizenden meisjes zal blijven. Nadat elke bondsvriendin een dubbeltje beeft geofferd voor een fijne corsage en fleurig uitgevoerd programma, opent de Presidente deze vooravond van den Bonds dag met het doen zingen van Psalm 115z. Na gebed spreekt zij de groote schare har telijk toe en hoopt dat God een gezegende Bondsdag moge geven. Alles is in 't werk gesteld, om het allen zoo aangenaam moge lijk te maken. Het was een fijn gevoelde gedachte, de zen avond te openen met declamatie uit de werken van wijlen Mej. H. S. S. Kuyper, de Bondsmoeder, die in warme herinnering in den Bond zal blijven voortleven. Met stille aandacht werd geluisterd naar de vertolking van haar werk, waaruit bleek welk een rijken geest imej. Kuyper bezat. N'a deze gevoelvolle inzet, ging men tot het meer vroolijke over. Een fraai tableau „Typisch Zeeuwsch" deed de Bondsmeisjes uit verre streken zien, dat zij nu in Zee land waren. Ook „de Wijk aan Zeeschc keukeninventaris" mocht veel bijval sma ken. Vooral ook de uitbeelding der toekende legende van het ronde putje te Souburg viel in ieders smaak. Nadat men samen gezongen had „Lof zij den Heer, den almachtigcn Koning der eere", werd deze buitengewoon goed ge- Blaagden vooravond gesloten. OPENINGSSAMENKOMST VAN DEN BONDSDAG De opkomst te Middelburg ongeveer 3500 meisjes waren aanwezig was zóó groot, dat in drie kerkgebouwen moest wor den vergaderd. De „hoofdvergadering'' in de Noorderkerk werd gepresideerd door de Bondspresidente nifj. Tj. Torenbeek. Met psalmgezang, gebed en Schriftlezing werd de vergadering geopend. Openingswoord van do Bonds- presidente. Van 't hooge Noorden, in 1933, aldus spr., Zijn we nu getrokken naar 't verre Zuiden. Een hartelijk wel kom in het Zeeland, waarop we trotsch zijn, als we denken aan de zeehelden van vroeger, aan den strijd om het behoud in de aan winst van 't land. De Bondsvreugde wordt dit jaar ge temperd, omdat er nog rouw is om het heengaan onzer Eere-Presidente, die onzen Bond steeds beschouwde als een nieuwe bladzijde in de geschiedenis van de ontwikkeling van bet Gereformeerde leven. Bij dit laatste worden we dit jaar ook be paald door de herdenking van de Afschei ding in 1831. Gaarne wek ik allen op, wanneer de ge be.urtenissen van 1834 in de vereenigingen behandeld worden, daarover zooveel moge lijk te lezen, opdat duidelijk worde, dat én de Afscheiding èn de Doleantie in de ver dere ontwikkeling van het Gereformeerde leven, ook door onzen Bond, een Werk Gods was. Jaarverslagen. Aan het door Mej. M. Jonkhoff, de Bonds Secretaresse uitgebracht verslag ontleenen wij, dat de Bond met blijdschap de toena me van het aantal aangesloten vereenigin gen mocht constateeren. Moesten eenigu vereenigingen, wegens klein ledental worden opgeheven, men kon toch een aanwinst van 42 nieuwe hoeken, zoodat pr thans 843 Zijn. Het verslag van de Bondspenning- meesteresse Mej. E. H. Klapwijk was in optimistischen toon gesteld. De balans sloot op 31 Dec. 1933 in ontvangst en uit gaaf met f 80.303. De exploitatierekening van het blad „Bouwen en Bewaren" idem met f 39.056.51. Beide jaarverslagen werden onder applaus goedgekeurd. Ingekomen en verzonden geluk- wenschen. Ingekomen zijn brieven van Prof. Hoek stra, Ds. Vonkenberg, Ned. Herv. Meisjes- Bond, Chr. Geref Meisjes Bond en een briei uit Tsjecho Slowakije, uit Solo en vele andere plaatsen. Een daverend applaus klonk bij elke gelukwensch. Aan H.M. de Koningin werd namens de 22.000 leden een huldetelegram gezonden, eveneens aan Prinses Juliana. Hierop zong de vergadering staande geestdriftig het Wn helmus. Voorts zond men aan den Minister Presi dent Dr. H. Colijn een geestdriftig telegram van trouw, eveneens aan Prof. Hoekstra voor herstel van zijn ziekte. Verschillende 'oesprakeu De vergadering werd voorts toegesproken door den heer M. Fern hout, burge meester van Middelburg. Spr. brengt dank voor de uitnoodiging. Het is hem een groot genoegen hier te zijn. Hij is er bijna confuus van door zooveel meis jes welkom te worden geheeten (gelach). Hij hoopt, dat God een gezegenden da<r moge geven. Het is ons een voorrecht dat Mid delburg werd ge kozen. Spr. wijst de meisjes op de heilige roeping die op d» meisjes rust. Het is een weldadige gewaarwording', dat Mej. Toxenbeek onze zoo dierbare beginselen worden bele den door een zoo groote schare. Wij zijn hier in één geest en één belijdenis. Ons Vader land zal hier de rijke gaven van plukken. Houdt uw beginselen vast. Namens zijn va der moet spr. de Middelburgsche meisjes even „een knipoogje geven uit zijn naam" (daverend applaus.) U weet toch wat een knipoogje van Ds. Fernhout beteekent? (ge lach). Spr. legt dat even uit. Spr. hoopt 'dat de meisjes straks tot waardige leden van Kerk, Staat en Maatschappij mogen ontwik kelen. Houdt het Calvinistisch beginsel vast (langdurige toejuichingen). Thans neemt Mej. Kok het woord. Zij brengt hulde aan Mej. Torenbeek. 11 jaar strijdt ze mede, a'/ó jaar als Presidente. Nu mej. Torenbeek voor het laatst presideert, wil Spr. haar namens den Bond van Meisjes bedanken. U hebt trouw gearbeid voor den Heere. Alles hebt u gedragen, liefde, maar ook critiek. Wij prijzen U om uw rechtvaar digheid. Nu roept de Heere u tot een andere levens taak, die ook door u aanvaard wordt. Wij wenschen uw verloofde hartelijk geluk met zulk een vrouw. Noode staan wij u af. Dank, voor alles wat ge deed. Wij zullen doorwer ken in uw geest. Wij bieden u hierbij aan het eerelidmaatschnp van den Bond. Onder daverend applaus reikt zij 't diploma over. Diep geroerd dankt Mej. Torenbeek voor deze hulde. Uitslag verkiezingen. De drie aftredende bestuursleden werden herkozen, nl. de dames B. v d Berg, J Fran cken en N Eigersma. Tot nieuw bestuurslid mej. Hommes uit Assen. In de Redactie werd Mej. Tini Kok herkozen. Tot nieuwe Bonds presidente werd gekozen met 586 stemmen Mej. M. Parmentier uit Oegstgeest. (Dave rend gejuich). DE MIDDAGSAMENKOMST. Deze werd herojiend door mej. Toren beek, bondspresidente. Gezamenlijk zong men Ps. 66 1 en 2. Zij roept alle aanwezigen, ook de radio-luisteraars een hartelijk wel kom toe. Zij zendt door de radio een harte lijk woord, vooral aan de zieke leden. Zij stelt thans haar verloofde, de heer Abels te Zutphen voor. (Daverend applaus). Slotwoord Ds. H. A. Wicrsinga. Na het zingen van het Bondslied werd het slotwoord gesproken door Ds. II. A. W i e r s i n g a, van Vlissingen. Een Fransch spreekwoord zegt: niets triester dan de dag na een feest Dat i s vaak ook zoo, maar dat komt dan, omdat onze feesten niets in houden, puur- wereldsch zijn. De dag na een feest moet een dag van dank baarheid wezen. Aan do dag na het feest kan men zien wal het feest voor ons geweest is Ik noem u een man uit de Bij bel, die na het feest, ais liet ge weldige voorbij is, blijdschap overhoudt. De kamerling van Candacé, de man uit 't Moo- reniand. Op weg van Jeruzalem naar Gaza, als Filippus zich bij hem heeft gevoegd, is hij komen te staan in het licht. En dan even later schijnt dat alles weer voorbij, is Filippus verdwenen, ligt de lange, eenzame woestijnweg voor hem. Straks zijn we allen op den terugweg naar huis. Op dien terugweg zal 't gezien worden wat 't hier vandaag voor u geweest is. Of 't alleen maar wat uitbundige vreug de, wat geapplandiseer en gezang geweest is, ói dat ge iiier iets ontvangen hebt, verrijkt zijt geworden. Dr K. Dijk Ds H. A. Wicrsinqa M. Fernhout „Allen en een iegelijk' Dit was het onderwerp van Dr K. D ij k, die hierna het woord verkreeg. Spr. sluit zijn rede aan, aan het feest van Pinksteren. Dit heilsfeit. is het feit van rijken zegen, en die zegen die in overvloedige stroomen neerdaalt, komt ook hierin uit, dat de Geest uitge stort wordt op al len, dat is de ge meenschap, en op een iegelijk, dat zijn de enkelin gen. In het werk van den trooster is de harmonie van het sociale en het individu- eele, gelijk in het werk des Vaders en des Zoons deze samenstem- ming altijd ge vonden wordt. Die pinksterorde eischt God van ons niet alleen in ons kerkelijk-institutair maar ook in ons vereenigingsleven, en ook in onze jeugdbeweging moet de heilige eenheid en vvederkeerigheid tusschen gemeenschap en persoonlijkheid noodzakelijke levensvoor waarde wezen. Bij de vervulling van deze voorwaarde hebben wij voor beide zijden de strijd te voeren. Eenerzijds tegen het ge vaar van de eenzijdigheid voor het sociale, het objectivisme, waarbij het persoonlijke verwaarloosd wordt, en aan den anderen kant tegen het gevaar van het individualis me, het subjectivisme, dat aan de gemeen schap onrecht doet, voor beide excessen is in onze gereformeerde jeugdvereenigingci, nimmer plaats. Voorts wijst spr. op de beteekenis van de vereeniging voor ons persoonlijk leven, waarbij hij met name denkt aan de bele ving van de belijdenis. Ook voor dio bele ving moet ons jeugdwerk vrucht dragen. Wel slaat de inteilectueele vorming op den voorgrond, wel mag van onze vereeniging niet een soort gezelschap gemaakt worden, wel moeten we waken voor overgeestelij',6 mystiek en ontijdig vertoon van bevinding, maar dat neemt niet weg, dat door de ver rijking van kenis ook innerlijke verdieping moet verkregen worden en onze vereenigin gen hieraan dienstbaar moeten zijn, dat we in onze heiligmaking en bevinding gesterkt worden en ook leeren voor elkander de deu ren des harten te openen. Op 'dit referaat volgde een drukke be spreking. Bede Prof. Dr. K. Schildei Thans trad op Prof. D r Schilder, die met een daverend applaus begroet werd, met het on derwerp: „Twee Priscilla's". De eerste Pris- cilla kont ge we] uit den Bijbel. Zij was de vrouw van Aquilla. Zij woon den in Rome, waar ze uitge jaagd zijn en trokken naar Co- irinthe. Op dit mo ment zendt God ook Paulus naar Corinthe. Treffen de besturing Gods. Hij komt bij Aquilla terecht. Deze steunde Paulus in zijn taak. Vooral Priscilla leefde mee met Paulus in zijn taak. De Kerk werd er zoodoende geiboren. Nu over de andere Priscilla. Deze leefde een eeuw later. De Kerk had haar orde ont vangen en deed haar invloed in de wereld gelden. Een der hoofden was Montanus, Montanus kreeg naast zich Priscilla II. Deze was bijzonder vrijmoedig. Zij beweerde, dat in hen de Heilige Geest woonde, nl. in Mon tanus en haar. Zij gingen zoover het doopen zoo te regelen, met de formule: „In den naam des Vaders en des Zoons en van Mon tanus en Priscilla". Brutaler kan het niet. Scherp zet spr. in het licht, dat wij in het voetspoor van de eerste Priscilla moeten wandelen. Dat is de weg der Kerk. Lees Openb. 12. Zij leeft bij de Una Sancta. Zij bouwt zonder dat ze het goed weet, de Kerk op. Priscilla II ziet alleen in Christus komst de Una Sancta. Dit is onkerkelijk en niet in overeenstemming met de Schrift. De lijn over Joel, Handelingen 2, naar deze Kerk. loopt over Priscilla I. Volgt die lijn en ge gaat .veilig. (Daverend applaus). Joh. C. Francken Prof. Dr. Schilder IN DE ANDERE KERKGEBOUWEN HOFPLEINKERK In de Hofpleinkerk werden do vergade ringen geleid door de vice-presidento mej. E. C. Versluys, die de morgen-samen komst op de gebruikelijke wijze opende. Rede Joh. C. Francken. Hierna sprak de heer Joh. C. Francken van Utrecht, over liet onderwerp „Waar het hart klopt in ons werk... Het hart klopt in ons werk als..." M aar liet hart klopt in ons werk?... dat is de vraag naar liet centrum \an onzen arbeid. Want uit liet hart zijn de uit gangen des le vens, ook van de uitgangen van 't leven onzer ver eenigingen. En daar is het hért, do ziel, de centrale gedach te altoos weer het Woord van onzen God, dat we bespreken, onderzoeken, in zijn consequente toepassing naspeuren om straks in het le ven te mogen staan in de volle wapenrus ting! Het hart klopt in ons werk in de Schrift studie. Spr. zegt dat opzettelijk zoo, omdat we in de groote M.V. niet mogen blijven staan bij Gewijde Geschiedenis; ook al be houden wc dien naam, toch moet liet ka rakter der behandeling van dit vak opschui ven naar de idee: Schriftonderzoek, Maar het hart klopt pas echt in ons werk, dat wil zeggen: we zetten er heel onze ziel op, we leggen ouzo ziel er in, als we door genade liet leven kennen in Jezus Christus Want dan pas kunt ge echt U geven m heel uw hart aan dit werk, als in U de drang leeft door Gods Geest gewekt, om den Ileerc te belijden in Uw leven, Zijn Naam eere en glorie toe te brengen door al uw arbeid. Dan klopt het hart in uw werk, ook in uw verccnigingswerk en ge krijgt het on derzoek der Schrift lief, omdat daar ook klopt bet hart van dat werk. Dan geeft go het beste in U voor het beste, dat er is en dat eeuwige waarde heeft! 's Middags sprak hier Ds. W. F. M. Lin de boom, vail Serooskerke (W.), over het onderwerp: „Blijvende waarden' Spr. wees er op, dat een vergadering ais deze voor enkele tientallen van jaren een onmogelijkheid zou zijn geweest. Onze meis jes zijn pas in den laatstcn tijd zich bewust ge worden van do noodzakelijkheid van vorming en voorbereiding voor de levens taak, welk go- voelen hoe lan ger hoe meer doorwerkt. Goluk- kig zijn ons meis jesvereenigingen, bij alle overeen komst, die er on- miskentbaar is, geen kleurlooze copie van do jongelingsvereeniging geworden, die eigen cachet en karakter missen. De meisjesjaren zijn hoogst belangrijke jqren. Nieh als allo aandacht besteed wordt aan wat verandert of voorbijgaat, maar als daarin gegrepen wordt naar de dingen van blijvende waarde Laat .rom di bezieling, die op deze Bondsvergadering werd gevonden niet zijn gelijk een vlinder, die slechts één dag leeft maar een kracht, die ons, teruggekeerd ia het gewore leven, aandrijft tot gestadigen arbeid tot vermeerdering van onze kennis en verdere bekwaammaking voor de taak, die ons wacht. Met Gods hulp hebben wij ons in het vereenigingsleven te vormen tot men- 6chen van diepe en neilige overtuiging, zoo dat ons leven gedragen wordt en geleid door blijvende waa-d" i. Dan vergaderen wij ons geen schatten, die mot. en roest verteert, maar de schatten die worden opgegraven uit Gods onfeilbaar Woord. Dan kan weerstand worden geboden aan het lieftallig lachen der wereld en het lieftalig lokken en lonken der zonde. Dan is ons beginsel de vreeze des Heeren, niet als een ornament, maar als het fundament vai ons leven. Met een krachtige opwekki-g: „Houdt, wat gij hebt, opdat nie mand uwe kruone neme", besloot Spr., zijn rede. IN DE OOSTKERK In de 'Oostkerk, waar de vergaderingen werden geleid door Mej. B. van den Berg, sprak 's morgens Ds. H. Toren beek, van Iersekc, over het onderwerp „Volgen." De eisch van het volgen, aldus spr., ligt opgesloten in de schepping naar Gods beeld en kan alleen hieruit recht worden .ver klaard. Deze schepping houdt in dat wij hebben een persoonlijkheid die wij ontwik kelen moeten, maar tevens een beperkte persoonlijkheid, die nooit de volkomen zeil stancligbeid bereikt. Uit dit laatste vloeit oort de eisch van het volgen. In verband hiermede worden enkele practische dingen besproken en gewezen op de voorwaarden en vruchten hiervan. 's Middags sprak hier D s. J. O ver du in, an Kampen, over het onderwerp: „Richting en beweging". Spr. is gevraagd te spreken over het „Te kort in ons persoonlijk geestelijk leven" Pinksteren geeft ons leiding hierin. Immers Pinksteren is het feest van: Richting èn Beweging, Woord èn Geest, Verwerving en toepassing. Het feest van onze geloofs inhoud. Laten we nooit vergeten dat met ons geestelijk loven liet gaat om geloofs inhoud, dat is heel wat moer dan dogma tische inhoud. Wij kunnen dan pas sjire- ken van geestelijk leven als onze dogmati sche Godskennis en zelfkennis en Christus- kennis, geloofskennis is. Wij hebben niet genoeg aan gemeenschap met onze rechtzinnige wereldbeschouwing en levens beschouwing, we moeten gemeenschap heb ben met den Dricëenigen God. Jezus Christus vinden wc alleen door de richting van Gods Woord èn de beweging van Gods Geest. Wie alleen richting en Woord en inhoud zegt, kent God niet in het geloof. Wie alleen beweging en Geest en ge loof zegt, kent God ook niet in liet geloof. Het een zonder het ander is ten diepste geloof in je zelf in plaats van geloof in God. Na 't zingen \an liet lied „Leer mij vol gen", was 't woord aan Ds. S. Wouters, van Soest, mot het onderwerp: Ds W. Lindeboom „Levensvernieuwing". Spr. begint met aan te toonen, hoe tegen woordig weer alom in geding is de vraag naar de wijze, waarop de 11. Geest de le vensvernieuwing in zondaarsharten tot stand brengt. Hij wijst aan, hoe de geschie denis hier de schommeling toont, van liet eenzijdig nadruk leggen óf op den Geest ói op het Woord. Spr. pleit vervolgens voor de harmonie, die de Schrift aanwijst tus schen den Geest en liet Woord en werkt dit nader uit t. o. v. liet gebedsleven. Hij toont aan, dat de Meisjesverecniging zoo wel oi> de objectieve als subjectieve factoi nadruk moét en ook kan leggen en eindigt met een vurige opwekking aldus het ver eenigingsleven voort te zetten. „Schetaen in huis" Hierna werd 't slotwoord gesproken dooi Ds. A. Koning, van St. Laurens, die tot onderwerp koos „Schatten in huis". Er behoeft niet getreurd ov er verlies van Huiselijke schatten-van-voorheen; maar wei dient betreurd liet verlies van veel gezel ligs en intiems, liet knusse en idyllische, dat liet huiselijke leven van vroeger zoo aantrekkelijk maakte. Er is iets kils en kouds gekomen in de woningen, we zijn a' nier geworden, als we het leven der gezin nen van heden vergelijken met iiet huise lijke leven van voorheen. Daarom ziet spr. in don arbeid van bet vereenigingsleven liet streven, niet om liet huisgezin nog meer van zijn schatten te berooven, door de jonge meisjes van liet ge zinsleven te verwijderen, zoöals vele oude ren klagen, maar om haar rijker te maken en daardoor schatten des huizes te vormen, d'e in dubbele mate vergoeden hetgeen wat verloren ging. Immers liet is liet hooge doel van liet vereenigingsleven. zegt spr., om van U te vormen deugdelijke huisvrouwen, die, naar het oordeel van den Spreuken dichter, verre gaag boven de robijnen. En dc eclite deugdelijkheid ligt in de vreczu des Heeren, want do godzaligheid heeft lie loften voor dit als voor liet toekomende leven. God zegene den arbeid van uw vereeni gingen en baar Bond, zoo, dat er duizende gezinnen eerlang gezegend mogen worden met de schatten, die ge thans verzamelt. Met 't zingen van 'I toekende lied „Wij loven U, o God, wij prijzen Uwen Naam' werd de Middelburgsche Bondsdag gesloten Hij zal in de rij van zijn voorgangers een eereiilaats blijven innemen. DE BONDSDAG TE ROTTERDAM Bijzonder welkom aan de Flakkeesche Bondsvriendinnen De Bond van Ned. Herv. Meisjesvereeni gingen op Gereformeerden Grondslag, die te Rotterdam zijn achtste algemeens verga dering hield, heeft een prachtigen, door zon opgevroolijkt,en dag gehad, echt een dag vol opgewektheid frischheid en jeugd. Omstreeks kwart voor elf werd do och tendvergadering geopend door de Bonds presidente, mevrouw A. van der Wal- van Wal sum, van Wageningen, die de aanwezigen verzocht te zingen Psalm 111 1 en 2, vervolgens voorlas liet eerste hoofd stuk van den Tweeden Brief van Petrus, en in gebed voorging. In baar openingswoord riep de voorzit ster allen een hartelijk welkom toe en wel in het bijzonder dg Flakkeesche Bonds vriendinnen, die heden voor het eerst een Bondsdag kunnen meemaken. We zijn ver rast, aldus spr., door de groote opkomst, waarin wij ons vandaag mogen verheugen: elf honderd leden! Dat hebben we nog nooit eerder meegemaakt. Spr. herinnerde aan den Bondsdag, welke, nu acht jaar ge leden, ook in de Maasstad gehouden werd onder leiding van mevrouw Ottevanger— van Driel. Het verblijdde baar, dat ds. Ottevanger ook vandaag in het midden zou zijn, om een woord te spreken. De Heilige Geest geeft ons Gods-kennis, maar ook zelf-kennis. Daar hebben wij ons Iieele leven voor noodig. Moge dan ons har: in liefde voor Hem ontvonken. Wanneet wij dan met Simon Petrus mogen getuigen, (lat wij Hem liefhebben, dan ontvangen ook wij een opdracht: onzen naaste lief te heb ben als onszelvc. liet moet ons gaan om zijn behoud, om zijn redding. Wij als Bondsvriendinnen zijn ook, en in bijzon (lore mate elkanders naasten. Als wij dit duidelijker gaan beseffen, dan zal he' Bondsleven er aan winnen; zelfzucht en traagheid afschuddend, zullen wij ons hoo ge doel in liet oog houden. Dan komen wij uit boven veel kleinheid, en krijgen wij lust om te leven en te werken voor de geestelijke goederen. Laten wij opnieuw, vanaf dezen dag, de Bond gaan zien in eeuwigbeidslicht. Laten wij het onderling contact ook gaan verster ken. en eveneens zorgen voor verdere ring- vorming. Na deze openingsrede van de Bondspresi dente werd gezamenlijk het lied gezongen: „Christus heeft overwonnen!" Op voorstel der Bondspresidente werd aan H. M. de Koningin een telegram van aan hankelijkheid en trouw gezonden, waarna men staande een couplet van het Wilhelmus zong. Uit het jaarverslag der secretaressen ver melden wij het volgende: het aantal afdee- lingen steeg tot 8S, het aantal leden tot 2265. Sinds de vorige Bondsdag sloten zich bij de Bond een elftal nieuwe vereenigingen aan. De ring Wageningen werd gesplitst, daar deze te groot werd. Zoo ontstond de nieuwe ring Bameveid. De penningmeesteresse, mej. A. den Hoedt, meldde, dat de inkomsten in totaal iets lager was dan verleden jaar, o.a. door het niet op tijd voldoen der contributies. Er waren dit jaar extra-uitgaven, zooals bijv. voor het vaandel. De ontvangsten bedroegen dit jaar f 1129.04; de uitgaven 989.52, zoodat er een batig saldo is van 139.52, waarbij gevoegd kan worden een batig saldo van 843.47 over het vorige jaar. MIDDAGVERGADERING Van de morgenvergadering van de Bonds dag van de Bond van Ned. Herv. Meisjes- vereen., die in de Doelen te Rotterdam is ge houden, gaven we gister reeds verslag. Van de middagvergadering kan liet volgende wor den gemeld: Nadat er gelegenheid was geweest om ge zamenlijk de koffietafel te gebruiken, werd de uitslag van de gehouden bestuursverkie zing bekend gemaakt. Daaruit bleek, dat er 184 stemmen zijn uitgebracht, dat mevrouw A. A. E. MulderRupke als bestuurslid is herkozen en dat de ledige plaats, ontstaan door het aftreden van mej. H. van Willigen, door mej. C. Leenmans, van Delft, zal wor den ingenomen. Onder de aanwezigen waren thans ook ds. en mevrouw Van Grieken en ds. De Bruin. Nadat de vergadering gezongen had Psalm 147 1 en 4 dankte mevr. M-u 1 d e r voor haar herkiezing als bestuurslid. Spr. deelde nog mede, dat er in het afgeloopen jaar ook nog een ring Terbregge is gevormd en dat nog ingekomen waren .gelukwensclien yan de Ned. Chr. Vrouwenbond en van de Bond van M.V. op G.G. Vervolgens werden felicitaties uitgebrach. door de secretaresse van het Ned. Verbond van C.lir. Meisjesvereenigingen; door ds. Van Grieken, als voorzitter \an don Gereformeer den Bond; ds. P. A. A. Klnsener, als afge vaardigde van den Bond van Ned. Herv Mannenvereenigingen op Geref. Gr. en van do Federatie van Bonden en Vereenigingen op Gi G.; ds. Lans. van Huizen, namens de Ned. Herv. Jongelingsbond op G. G; de lieer Z. II. de Groot, namens de Bond van Ned HeVv. Knapen vereeniging op G. G. Nadat de Bondspresidente deze toespra ken beantwoord iiad, werd door allen staan de het Bondslied gezongen en kreeg vervol gens ds. E. K ij f t e n b e 11, van Rotterdam Feyenoord, liet woord, die spreken zou over Een moeder in Israël Deborah, aldus spr., nam een geheel bij zondere positie in Israels volksleven in. Zij staat verre van ons af en gaat boog boven ons uit. Toch mogen wij baar bier, in dezen kling eenigszins tot exempel stellen, want dezelfde God, die de Bijbelbciligen sterkte, leeft ook thans nog. Israël dankte zijn kracht aan Gods verkie zende genade, bet moest immers een licht drager zijn temidden der volkeren. In Debo ralis dagen lag Israël terneer in schandelijke slavernij. Zij was ricliteres en dichteres, die onder baar palmboom voor het volk recht sprak. Deborah hield er bij een deel van Gods volk den moed nog in; van liet begin tot liet einde ging van baar dezelfde bezie ling uit.Zij was Israels geestelijke moeder, zij was profetes, zij was door God.s Geest ge\ nrmd. Zij vormde de verhindingssrhakel tusschen God en Zijn volk. Velen moeten als vanzelf haar geestelijke meerderheid hebben erkend. Mant we kunnen altijd nog leeren van de mensclien, die dicht bij God leven Zij kende den juisten tijd om in te grijpen Welk een onderscheid tusschen baar cn Barak. God heeft Zijn kracht in zwakheid volbracht. Deborah blijft in alles vrouw, maar te vens is Zij de stuwkracht, het stille vuur, afkomstig van baar contact met den he mei. M'annoer God de vrouw haar taak zelf aanwijst, geschiedt er niets onvrouwe lijks. Ook voor de vrouwen van onzen tijd komt het aan op dit stille vuur, waar do vijand niet bij kan. M'ij hebben ook in onze dagen profetessen noodig, Zoo het getal zo nen kleiner schijnt te worden, des te meer gaat dan de oproep tot de dochteren ui Wordt vrouwen die het stille vuur der lief de tot Christus brandende houden in uwi huizen. Door Ds M. Ottevanger, van Ridder kerk, werd een slotwoord gesproken over het onderwerp: „Do kracht vernieuwen", naar aanleiding van Jesaja 40, het laatste vers: „Die den Heere venvachten zullen de kracht vernieuwen". Zij, die den mensch in het centrum plaatsen, worden ontmoedigd en mat, aldus spr., doch die den Heere ver wachten vernieuwen de kracht. De wereld geeft allerlei teleurstellingen, omdat voor haar de mensch staat in het centrum, maar naar het woord van de belofte mag Gods kerk rekenen op een uiteindelijke over winning. Met een opwekking om deze kracht te zoe ken, beëindigde spr. zijn toespraak. Na het zingen van Psalm 72 10 en 11 werd deze drukbezochte Meisjesbondsdag met gebed gesloten. VAN DE NED. HERV.J.V.OP G.G. 't Weer stond Maandag niet toe, dat de te Oud-Bei jei land georganiseerde landdag van de Nod. Herv. Jongelingsvereen, op Geref. grondslag zoo Us de bedoeling was, in de openlucht Werd gehouden. Moge dit eenigszins een tegenvaller zijn geweest, de opkomst in de Ned TIerv. Kerk was zeer verblijdend te noemen. De samenkomst werd geopend door Ds. W. R ij n s b u rg e r van Oud-Beijeriand. die na gebed te zijn voorgegaan alle aanwezi gen nartelijk welkom heette. Do bewolkte luchten daarbuiten herinnerden spr. er aan hoe ook de kerkelijke hemel niet onbewolkt Daarom is het vooral noodig, dat jonge mensclien de belijdenis der kerk bestudee- ren. In onzen verwarden tijd is meer dan ooit noodig, dat onze jonge mensehen trof fel en zwaard leeren hantceren. Spr. hoopte dat daartoe deze landdag mag medewerken. Nadat eenige cou-plcttcn van het Bonds lied gezongen waren, sprak Dr C. Bee- ken k a m p, uit Leiden, over het onder werp „Bouwers aan een nieuwe maat schappij We vieren thans Pinksterfeest in cnsis- ijd, aldus Spr Er is groote materieele nood en cle geestelijke nood is niet minder. De in vloed van de kerk - schijnt zeer gering en ils wij vragen waarom zij niet meer ver mag, dan krijgen wij hetzelfde antwoord dat eens de discipelen ontvingen: omdat gij geen geioofheht. Wij \erstaan liet Pinkster feest te passief, terwijl Pinksteren ons juist opwekt actief te zijn in den geest. We zijn te veel praat- en te weinig daad-Christenen. Op do Jongcl. vereeniging zullen we ons ook meer moeten be'-wamen ten opzichte van sociale en politieke vraagstukken. Wij kunnen van communisme, socialisme en fascisme nog veel leeren: ook onze orga nisatie moet er op gericht zijn ons beginsel tot gelding te brengen. Steeds moet 't er ons om tc doen zijn Gods recht en Zijn or dinandi n te leeren verstaan. Ook onze tegenstanders zeggen te bouwen aan een nieuwe maatschappij, maar zij hou wen op drijfzand. Wij bouwen op den rots dor eeuwen en wat daarop gebouwd is blijft to! in eeuwigheid. Hierna "-prak D s R. Bart Ie ma. van Zeist, over bet onderwerp „Aan 's Vaders Rechterhand". J)e voorspelling van Mussolini, zegt Spr., dat het fascisme steeds meer veld zal win nen, schijnt thans wel in snelle vervulling te gaan. 'f Is inzonderheid voor jonge mensehen een jrevaarlijke tijd, want overal werken anti-f'.bristelijke tendenzen. Inzonderheid bij liet fascisme schijnt geestdrift te zijn ook hij ons? Zullen wij den stroom kunnen keer en? Onze Koning is echter opgevaren naar den hemel, daar zit IIij aan 's Vaders rechter hand en in Zijn hand rust 't bestuur der wereld. Pinksterfeest is het feest van den Heiligen Geest hebt gij den Geest al ontvangen, vraagt Spr Die Geest geeft geestdrift en bezieling en die zal ons leeren in Gods kracht den grooten strijd tc strijden. Na de pauze was eerste spreker Ds. P. A. Klusener, van Yinkeveen, die tot onderwerp koos „Sprekende, nadat hij ge storven is." Spr. bedoelt hiermede Mr. Groen van Prinsterer, do groote staatsman cn Evan geliebelijder der vorige eeuw. Tegen den volkswil stelde hij hot beginsel der souve- reiniteit Gods en dit beginsel is van de grootste nationale kracht. Hij leerde ons hoe ook de politiek een onderdeel van ons Chris telijk leven moet zijn; aan stichtelijke lec tuur alleen mogen we niet genoeg hebben- Groen keurde de afscheiding af, doch bleef do hand des geloofs met de Afgescheidenen, die hij ontvluchte eigenaars noemde, gevoe len. Hij bleef hen rekenen te behooren bij de Herv. Gezindheid, d. i. het Geref. volk. Toen en nu vergeet men nog te veel, dat er onder de stolp der Synodale Organisatie binnen de Herv. Kerk nog Geref. gemeenten en kerkeraden zijn. Groens visie bewaart ons alleen voor kerk isme. Laatste spreker was Ds. J. D. Kleijne, van Ooltgensplaat. met 't onderwerp „Een s jongclings vraag". Daarmede bedoelde Spr. de rijke jonge ling, die, naar ons in Markus 10 wordt mee gedeeld. tot Jezus kwam. Deze jongeling was rijk in geld en deugden en beloofde een sieraad te worden voor zijn omgeving. Maar zijn rijkdom «tond hem in den weg en hij keerde Jez.i* den rug toe. Ook wij hebben goed waarop wij ons ver trouwen stellen en dat toch voor God weg- wcrpelijk is. Slechts in de eenvoud van het kind kunnen wc Let koninkrijk Gods ingaan. Dat we niet kunnen, zal ons vergeven wor den. maar nooit dat we niet willen. Met dit bange probleem moeten ook wij vluchten tot Jezus, der. sterken Held, bij Wien voor ons hulp is beschoren. Bij Hem leeren we den rijkdom van het Evangelie verstaan: bij God zijn alle dingen mogelijk. Hierna werd de goedgeslaagde landdag op de gebruikelijke wijze gesloten. DE BLOEMENAFSCHEIDSGROET DER NEDERL. VROUWEN DE BATE VOOR ORANJE NASSAU'S OORD Naar de Raad van Commissarissen der Stichting Oranje Nassau's Oord aan de pen ningmeesteresse van liet comité voor liet huldeblijk der Nederlandsche vrouwen voor de Koningin-Moeder heeft bericht, heeft de ze Stichting een bate van f 9714,39 ontvan gen ais overschot van het voor de bloemen hulde bijeengebrachte bedrag. Dc arafsleen op dc laatste rustplaats van oud-minister Mr 11. v. d. Veate Op dc %milUP:iaats"De Kranenbura" te Zwolle had H. de overdracht aan de.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1934 | | pagina 7