Levensgang der Koningin-Moeder AFSCHEID VAN KONINGIN EMMA ALS REGENTES Dank aan de Koningin=Moeder WAT DE KONINGIN-MOEDER IS GEWEEST ZeÏÏ gezegend, was Zij anderen ten zegen Herinneringen uit een lang en welbesteed leven Op Dinsdag SO Augustus 1898 verscheen een buitengewoon nummer van de Nederlandsche Staatscourant. Daarin nam Koningin Emma af scheid als Regentes der Nederlanden. Zij deed dat met de volgende pro clamatie: De taak, die mij in 1890 werd toe vertrouwd, is weldra geëindigd. Mij valt het onwaardeerbaar voorrecht ten deel, Mijn beminde Dochter den leeftijd te zien bereiken, waarop Zij naar het voorschrift der Grondwet tot de regeering geroepen wordt. In de dagen van smart en rouw trad Ik op als Regentes van het Koninkrijk; thans schaart zich het geheele Volk in vreugde om den troon zijner jonge Koningin. God heeft Mij in deze jaren gesteund, Mijn dierbaarste wensch is vervuld. Aan allen, die Mij met raad en daad hebben ter zijde gestaan, en die Mij gesteund hebben door hunne liefde en gehechtheid, breng ik Mijnen dank. Moge het ons Land met zijn Bezit tingen en Koloniën, onder de regee ring van Koningin Wilhelmina wèl gaan! Het zij groot in alles, waarin ook een klein volk groot kan zijn! Ik treed af van de hooge plaats, die Ik in ons Staatswezen heb be kleed, met den diepgevoelden wensch dat op Koningin en Volk te zamen, door de nauwste banden vtreenigd, Gods zegen blijve rusten. EMMA. zeventigsten verjaardag onzer Konmgin- Moeder, dat hij haar eens ontmoet had op een tentoonstelling van artikelen in dienst der ziekenverpleging. Hij verklaarde getrof fen te zijn door haar hartelijk meeleven; ook was hij verbaasd over haar groote ken nis van zaken. En hoe belangstellend liet zij zich over alles inlichten. Als we haar als een echte Landsmoeder in het midden haars volks zagen: op zie kenbezoek, of krachtig meewerkend aan de bestrijding van de sombere krachten, die den bloei van ons volk ondermijnen hoe menigmaal hebben we dan gedacht aan het Bijbelwoord, dat onze Koningin-Moeder zich op den dag harer openbare belijdenis tot levensspreuk koos: God is liefde, en die in de liefde blijft, die blijft in God en God in hem! Liefde en dankbaarheid van ons volk Het Nederlandsche volk heeft Koningin Emma altijd groote liefde en dankbaarheid betoond. Toen zij als Regentes aftrad, wilde dat volk in een kostbaar bewijs, in een natio naal huldeblijk aan die dankbaarheid uiting geven. Uit alle standen door 't goud der rij ken, maar vooral ook door 't koper der ar men werd een som van drie-honderd duizend gulden bijeengebracht en Koningin Emma aangeboden. De Koningin-Moeder was diep getroffen door deze uiting der volksliefde. „Bij het einde van mijn taak zoo sprak zij Regentes en Koningin-Moeder, Duld, Koninklijke Vrouw, dat Nederland U huldigt. Met blijk van liefde en dank en eerbied diep en groot! Het is aan U 't behoud van 't Hoog Geslacht verschuldigd, D'at uit te sterven dreigde en opbloeide uit Uw schoot. U zegent uit zijn graf de Koning, wien Ge een zegen Des Hemels zijt geweest, op 't afgaand levenspad; U zegent van Haar Troon, aan Uwe hand bestegen, De Dochter, die in U de vroedste Moeder had; U zegent van rondom, uit hooge en lage woning, Een volk, dat, één van zin, Uw rijksstaf heeft gekust, Met eerbied voor de Weeuw van zijn beminden Koning, Verzekerd van Uw hart en op Uw deugd gerust. U zeeg'ne van omhoog, de God dien we U zien eeren, Met wat gelukkigst maakt en opheft boven 't stof Hij was Uw Sterkte en Licht bij zorgen en regeeren; Zijn Vrede bljjve Uw deel, met aller braven lof! Nicolaas Beets in 1898. Koningin Emma bij een bezoek aan Potter dam. Rechts de Burgemeester, Mr P« Droogleever Fortuyn. vind ik ln de liefde en den dank van het Nederlandsche volk, waarvan dit geschenk getuigt, de grootste, de schoonscbe voldoe ning voor wat ik gepoogd heb te doen in het belang van Land en Volk". Wat zij met de groote som geld deed? Het landgoed Oranje-Nassauoord bij Ren- kum gaf zij ten geschenke. En door het na tionaal huldeblijk werd zij in staat gesteld op dit landgoed het eerste Nederlandsche Sanatorium te stichten. Minstens éénmaal per jaar bracht de thans gestorven Vorstin een bezoek aan haar stichting, waar 't kranke lichaam een zorgvuldige verpleging vindt en waar te vens hoe zou 't ook anders kunnen? niet vergeten wordt wat de ziel voor ieven en sterven noodig heeft. De stichting van 't Oranje Nassau-oord was 't antwoord van Koningin Emma op de daad der dankbaarheid van 't Nederland sche volk. Inderdaad: ons stugge, koele, nuchtere Nederlandsche volk heeft Koningin Emma altijd groote dankbaarheid betoond. Er zijn in ons vaderland heel wat kerken' en scholen, pleinen en straten naar de Ko ningin-Moeder genoemd. Maar van veel grootere beteekenis is de plaats die zij in 't hart van ons volk heeft veroverd. Het Christelijk volksdeel zal dan ook bij al den rouw, die 't bedrijft over 't verschei den van deze zoo zeer beminde Vorstin, God danken voor de rijke gaven van hoofd en hart, zoovele jaren in Hare Majesteit Koningin Emma geschonken. De Koningin-Moeder! In den loop der tijden heeft deze naam een eigen be teekenis gekregen. Zij, die evenals ik het voorrecht' hadden als minister samen te werken met de Koningin-Moeder, toen zij Regentes was of later Haar mochten benaderen in moeilijke omstandig, heden en bewogen tijden, zij weten, wat zij geweest is voor Haar nieuw gekozen vaderland. De Koningin-Moeder heeft ons volk lief gekregen, want zij zag in ons volk, zijn zeden en gewoonten, bijna alleen het waardevolle en het goedespiegel beeld van Haar eigen moed, Zij heeft Haar liefde betoond door Haar trouw medeleven met allen, die Haar dien den, door Haar onvermoeide belang stelling in ziekenverpleging, in weten schap en kunst en door Haar stille hulp in nood. En ons volk heeft Haar liefde met liefde vergolden. Mr. A. P. W. CORT v, d. LINDEN, Oud-minister van Justitie tijdens het regentschap van de Koningin. Moeder., «- volk geschreven wat er tijdens haar regent schap is tot stand gekomen. 't Was een moeilijke tijd. De politieke partijen bestreden elkaar op de meest felle wijze; niet minder dan vier ministeries tra den tijdens het regentschap op, en vooral ook onze koloniën gaven vaak reden tot zorg. Dat Koningin Emma met wijsheid in al deze voor ons land zoo belangrijke gebeur tenissen optrad, bewijst wel het merkwaar dig oordeel van een buitenlander: „Deze Vrouw heeft binnen acht jaren de partijen meer tot verdraagzaamheid gevoerd dan drie Koningen in tachtig jaar". Had Koningin Emma reeds aanstonds bij haar komst in Nederland het hart van ons volk veroverd, het regentessetijdperk heeft die liefde niet weinig versterkt. En deze beleidvolle Regentes was tegelijk Koningin-Moeder. Zoo zag ons volk haar zelfs in de eerste plaats: als Moeder van het kind, dat eens zitten zou op den troon der Oranjes. „Ons Prinsesje" zou eens, zoo God wilde, Koningin der Nederlanden zijn en daarom lag in de handen der Koningin-Moeder zulk een gewichtige taak. Toen de rouwtijd voorbij was, maakte Koningin Emma zich op het Nederlandsche volk zijn toekomstige Koningin voor te stel len. Onvergetelijk is de tijd, die toen aanbrak. Dat is al weer vele, vele jaren geleden, maar de mannen en vrouwen, die van die eerste ontmoeting tusschen Koningin en volk getuigen waren, zijn 't nóg niet ver geten. Ja, 't Nederlandsche volk wist zich met sterke banden verbonden aan de matste spruite uit het oude Oranjehuis, 't Had zijn Koningin vurig lief, maar niet minder de Moeder, die zich zoo ten volle gaf aan de verheven en sclioone taak, die zij bij de aanvaarding van 't Regentschap met deze woorden op zich had genomen: Ik zal er mij hijzonder op toeleggen de Koningin gehechtheid aan de Grondwet en liefde voor haar volk in te boezemen. In het midden haars volks. Koningin Wilhelmina, die in 1898 den troon harer vaderen beklom, regeert nu reeds langer dan vijf-en-dertig over het Ne derlandsche volk. Het levensdoel: het door haar moeder ge geven voorbeeld na te volgen, bleef zij trouw. En daarvoor is en blijft ons volk haar dankbaar. Maar daarom blijft 't ook dankbaar de Koningin-Moeder, die door 's Heeren gunst ons zoo lang gespaard bleef. Toen haar dierbaarste wensch werd ver vuld, was Koningin Emma veertig jaar; en thans is zij op ruim 75-jarigen leeftijd zacht en kalm ontslapen Of er van die laatste vijf-en-dertig jaron veel te vermelden is? Onze Koningin-Moeder woonde in 't mid den haars volks. En zij leefde met dat volk mede in blijde en droeve gebeurtenissen. Als jong meisje verlangde zij pleegzuster te worden. Die wensch is niet in vervulling gegaan. En toch ook weer wel. Een pleeg zuster is het beeld der dienende liefde en wat is onze Koningin-Moeder heel haar lange leven anders geweest? Een geheel volk werd haar aangewezen en zij gaf zich aan dat voik met heel haar meevoelend en medelijdend hart. Ja, er is in die jaren veel gebeurd en ook van dien tijd zou veel te vermelden zijn. Als ons volk door ziekte of ramp getrof fen werd, betoonde Koningin Emma zich immer de Landsmoeder, die rusteloos in de weer was mee te helpen de geslagen wonde te heelen. In haar lange leven bewees zij, de levenslessen op Arolsen geleerd niet ver geten te zijn. Dikwijls lazen we tot voor eenige jaren telkens berichten over bezoeken, die onze Koningin-Moeder bracht aan een of ander ziekenhuis. Wat vriendelijk, beminnelijk, ja moeder lijk wist Koningin Emma met zieke men- schen om te gaan. Dat is een moeilijke kunst, die slechts weinigen verstaan. Maar de vroegere Prinses van Arolsen had 't, door de rijpe ervaring van een lang leven, in die heerlijke kunst ver gebracht. Menig patiënt keek verwonderd op, al9 die vriendelijke gestalte zich boog over 't bed en een deelnemende stem vroeg hoe 't er mee ging. Was dat nu de Koningin Moe der? 't Leek wel een gewone moeder, die eens kwam kijken hoe al die zieke men- schen 't maakten. En als een aangename herinnering aan 't verkwikkende bezoek bleef meestal een ruiker bloemen achfer. En wie denkt niet aan elk jaar terug- keerend Emma-bloempje, waardoor reeds vele tonnen gouds geofferd werden voor het prachtige werk der t.b.c.-bestrijding? Emma-bloempje! 'n Veelzeggende naam, die tevens een welverdiende hulde vertolk te aan haar, die op dit terrein zooveel tot stand heeft gebracht. Een sociaal-democraat schreef bij den Na een regeering van ruim 41 jaar over leed Koning Willem III op 23 Nov. 1890. Door dit sterven was de Nederlandsche Kroon overgegaan op Prinses Wilhelmina Maar de Prinses was toen nog maar tien jaar. Volgens de Grondwet zou zij eerst over acht jaar tot de regeering kunnen wor den gereepen. Tot dat tijdstip zou Koningin Emma als Regentes van het Koninkrijk op treden. Over haar arbeid als Regentes zouden vele bladzijden te vullen zijn eni s een heel dik boek verschenen. Toen de thans overleden Vorstin 2 Aug. f928 haar zeventigsten verjaardag mocht vieren, is dat dikke boek haar aangeboden. Daarin hebben de knapste mannen van ons Het paleis aan het Voorhout ta 's-Gro.ven.hage, waar de Koningin-Moeder overleed. Het slot Arolsen, waar de Koningin-Moeder 2 'Augustus 1858 werd geboren, Koningin Emma is niet meer Vrijdag kwam het eerste bericht van de krankheid van de door ons volk zoo geliefde Koningin-Moeder. Zaterdag luidden de berichten uit de zie kenkamer al ernstiger. Zondag werd reeds het ergste gevreesd, en nu ging de treur mare heel 't land door; Koningin Enuna is niet meer. Hoe vurig is op den laatsten rustdag in alle plaatsen en in alle kerken gebeden óf God dit kostbare leven nog wat sparen wil de, voor de koninklijke familie en voor heel ons volk. Maar Gods wegen waren anders. In 't zelfde jaar, dat wij do 25sten jaardag van onze Kroonprinses hopen te vieren,, werd 't leven afgesneden van Haar, aan wie ons volk zoo onnoembaar veel te danken heeft. En zoo zien we ons tamelijk onverwacht voor de taak gesteld eenige bijzonderheden te verhalen uit dit veelkleurige en rijk ge zegende leven. 't Zullen maar eenige grepen zijn. En veel nieuws zal daarbij niet zijn. Want ons volk had zijn Koningin-Moeder hartelijk lief. En 't wist welk een groote plaats zij ruim een halve eeuw lang in ons midden heeft in genomen. Koningin Emma was algemeen be mind. Zelfs bij hen, die dat openlijk niet durven zeggen. Maar wij achten 't ons een eere in dit blad, dat voor een groot deel gewijd is aan de dankbare nagedachtenis van de hooge en beminnelijke Koningsvrouwe, een en ander onder de aandacht te mogen brengen uit dit leven, dat onder ons ontlook, tot vollen wasdom kwam, in een langen levens avond nabloeide en nu tot hooger heerlijk heid werd bevorderd. 't Is plicht der dankbaarheid om te geden ken hoe voor dezen de Heere God ons ook in Koningin Emma heeft gunst bewezen. Jeugdjaren op Arolsen Onze Koningin-Moeder werd 2 Augustus 1858 geboren op 't slot Arolsen, de residen tie van Vorst George Victor van Waldeck- Pyrmont en zijn gemalin Vorstin Helena, geboren Prinses van Nassau. Het Huis-Waldeck-Pyrmont heeft 'n oude geschiedenis achter zich, met menige roem rijke bladzijde. Het werd gesticht in 777 door Wittekindus I, graaf \an Waldeck en Swalenberg. Toen onze Koningin-Moeder als kind in Arolsen speelde, was 't nog een echt oudcr- wetsch plaatsje met de meest gemoedelijke toestanden. Zoo wordt verteld, dat er maar één rij tuig was, wat den gasten van 't slot soms heel wat last bezorgde. Ook stond er een kleine gevangenis, die bijna altijd leeg was. Want de gevangenen haalden water of kloofden hout, en niemand van hen dacht er aan te ontvluchten. In zulk een omgeving werd Prinses Emma geboren en groeide zij op. Zij had drie oudere zusters: de Prinsessen Sophie, Pau line en Marie; op haar volgden Prinses Elisabeth en Prins Frederik. De vorstelijke ouders hadden dus zes kin deren op te voeden en niets lieten zij onbe proefd om die opvoeding zoo goed mogelijk te doen zijn. 't Was een gelukkig, vi-ooiijk gezin: daar op 't liefelijke Arolsen, in de nabijheid van Waldecks uitgestrekte bosschen. De kinde ren genoten een onbezorgde jeugd en hun blij gelach klonk luid op in de groote ka mers van 't oude slot of in de mooi aange legde en goed onderhouden tuinen. Prinses Emma's moeder was een zorg zame, ernstige vrouw; zij was niet sterk en had veel van jicht te lijden. Haar vader was een man, die opgeruimd en welgemoed zijn weg door 't leven ging; hij kende geen grooter genoegen dan zijn kinderen vroolijk en dartel om zich heen te zien geen wonder, dat 't zestal aan zulk een vader hing. Wat een prettige jeugd heeft onze Ko ningin-Moeder daar in 't ouderlijk huis doorleefd; steeds heeft zij dan ook dank baar aan dien gelukkigen tijd terug ge dacht Maar ook ging dóór de zon wel eens ach ter donkere wolken schuil. In welk huisge zin is 't altijd voorspoed en vreugde? De oudste dochter, Prinses Sophie, werd ziek. Dag en nacht was de trouwe moeder voor haar kind in de weer; en 't gelaat van den vroolijken vader werd versomberd door een donkere wolk. De knapste dokters werden ontboden, maar beterschap bleef uit. Toen werd ge tracht in 't zuiden van Engeland herstel te vinden, maar steeds ernstiger werden de berichten, die op Arolsen binnenkwamen. En in den zomer van 1869 werd Prinses Sophie, slechts 15 jaar oud, uit haar blijde jeugd weggerukt. En toen die slag gevallen was, pakten zich opnieuw donkere wolken hoven Arolsen samen: Vorstin Helena werd ziek. 't Smartelijk verlies van haar oudste dochter had de krachten van de toch al niet .sterke vrouw uitgeput. Weer raadden do dokters aan een milder klimaat te zoeken en aanstonds werd deze raadgeving opgevolgd: de geheele familie vertrok voor eenigen tijd naar Cannes. Zoo is droefheid en smart onze thans overleden Koningin-Moeder in haar jeugd niet gespaard. Arolsen heeft haar blijden lach gehoord, maar ook haar tranen gezien, geschreid in dagen van angst en rouw. Maar 't zij blijde of droeve dagen een gelukkig huisgezin was dat van Vorst George Victor en zijn gemalin Helena. Deze ouders hadden een groot gemeen schappelijk doel: hun kinderen gereed te maken voor 't wachtende leven. En niets lieten zij daarvoor onbeproefd. De beste leeraars werden uitgekozen tot het geven van onderwijs; maar zelf hielden de oudprs de opvoeding en leiding van hun kroost in handen. Hebben deze kinderen van hun onder wijzers ongetwijfeld veel geleerd dat hun in t later leven uitnemend te pas kwam van hun ouders hebben zij een nog groote ren schat meegekregen. Heel jong hebben zij geleerd met andere menschen mee te leven: vooral met menschen, die door ziekte of armoede lijden en ontberen. Geen won der, dat Prinses Emma als jong meisje meermalen den wensch uitsprak pleegzus ter te mogen worden. En zoo zaten de prinsessen daar op Arol sen vaak bijeen, druk bezig met het maken van kieedingstukken, die straks in de wo ningen der armen groote blijdschap en dankbaarheid zouden brengen. Van hun ouders hebben deze kinderen geleerd de nooden van anderen mee te hel pen dragen; en meermalen moest de spaar pot daarvoor worden leeggeschud. 't Is een groot voorrecht: als kinderen dat vroeg van hun ouders mogen leeren. Maar een nóg grooteren schat kunnen ouders hun kinderen meegeven op de reis door 't leven. Dat is de schat, waarvan de Heere Jezus sprak, toen Ilij zeide: Vergadert u geen schatten op de aarde, waar ze de mot en de roest verderft, en waar de dieven doorgra ven en stelen; maar vergadert u schatten in den hemel, waar ze noch mot noch roést verderft, en waar de dieven niet doorgraven noch stelen. Die schat was den Vorst van Waldeck- Pyrmont en zijn gemalin niet onbekend, en op dien grootsten aller schatten hebben zij kun kinderen ernstig gewezen. En dankbaar zullen deze ouders geweest zijn, toen 27 Juni 1874 hun beide dochters, de Prinsessen Marie en Emma in de Evan gelische kerk te Arolsen hun openbare ge- toolsbelijdenis deden. 't Was in die kerk gewoonte, dat ieder, die als lidmaat werd bevestigd, zich een levensspreuk koos. Prinses Emma koos de Steeds werd ieder getroffen door de eenvoud en ongedwongen hartelijkheid, waarmede de Koningin met oud en jong wist om te gaan. de Dr. L. R. Beynen enkele maanden op Arolsen. Prinses Emma kon geen beteren leermeester hebben, want Dr. Beynen gaf zich met groote toewijding aan zijn verant woordelijke taak. En de leermeester kon tevreden zijn over zijn leerlinge, die niet alleen blijk gaf van een helder verstand maar tevens groote belangstelling en liefde betoonde voor 't land, waar zij weldra zulk een plaats van beteekenis zou innemen. Er is die laatste maanden van 1878 op 't slot te Arolsen hard gewerkt, zoowel door leeraar als leerlinge. Maar toen die voor bereidingstijd voorhij was, waren heiden heel tevreden. Prinses Emma is haar bekwamen leer meester immer dankbaar gebleven voor zijn uitnemend onderwijs. En Dr. Beynen kende iater geen grooter genoegen dan te spreken over den tijd op 't slot Arolsen doorgebracht. Zoo naderde 7 Januari 1879: de dag, waar op Prinses Emma gemalin van Koning Willem III en daardoor Koningin der Ne derlanden worden zou. Nadat het huwelijk in het ouderlijk pa leis der Prinses voltrokken was, begaf het Koninklijk echtpaar zich naar de kapel van 't slot Arolsen, waar de kerkelijke inzege ning zou plaats hebben. De Ouders van wijlen Koningin Emma: Vorst George Victor van Waldeck-Pyrmont, en Vorstin Helena, geboren Prinses van Nassau, moeder van Koningin Emma. woorden uit 1 Joh. 4 16: God is liefde; en die in de liefde blijft, die blijft in God en God in hem. Koningin der Nederlanden. In 't einde van 1878 ging door Nederland 't gerucht, dat Koning Willem III cpnieuw in 't huwelijk zou treden. En 9poedig was bekend wie Neerlands nieuwe Koningin zou zijn: Adelheid Emma Wilhelmina Theresia Prinses van Waldeck-Pyrmont. Er moest echter nog heel wat gebeuren eer 't zoo ver was. Dat begreep de toekom stige Koningin zelf wel 't best. Daar ginds in 't Westen wachtte een land op haar, waarover zij Koningin zou moeten zijn. Maar zou zij dat waarlijk kunnen zijn, dan moest zij zich met de taal, met de geschie denis en met de gebruiken van dat land zooveel mogelijk vertrouwd maken. Om haar daarbij leiding te geven vertoef- De hofprediker Scipio, die een schoone rede hield naar aanleiding van Psalm 121, sprak op aangrijpende wijze de Koninklijke Bruid toe: „Gij geniet het voorrecht, dat gij zijt omgeven door uw Vorstelijke ouders, broeders en zusters, die trouw en liefdevol u herwaarts naar het altaar en ook op uw verderen levensweg met de bede begelei den, dat Gods liefde uw deel moge zijn uw heele leven lang, en dat gij aan de zijde van uw Koninklijken gemaal ten zegen moogt zijn voor zijn waardig en edel volk, opdat gij daarginds met geheel uw gemoed zeggen kunt: Uw volk is mijn volk". De intocht van Koningin Emma binnen de grenzen van Nederland werd een ware zegetocht. Dat begon al te Oldenzaal; dat bleek op Het Loo; en toen Koning Willem met zijn gemalin in Amsterdam en Den Haag verscheen, barstte de voik.sj.ubeI los in een schier eindeloos gejuich. Stormenderhand won de jonge Koningin de harten der Nederlanders. En een luide vreugdekreet daverde over de steden en dorpen en gehuchten van Oud-Holland, toen 31 Augustus 1880 Prinses WilhelmiDa ge boren werd.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1934 | | pagina 3