GIJ, SUIKERLIJDERS
MAAS- EN SCHEL DEBODE
ZATERDAG 17 MAART 1934
ZEESCHUIMERS EN
LISTIGE GOEREE-ERS
CENTRALE OP WIELEN
Schaakrubriek»
DROGISTERIJ VERWAAL
le Middellandstraat 49, ROTTERDAM
OM DE EER VAN DE VLAG
f
op Prince
hé bij het
(i Ribault
ntaire en-
avisky ge-
naam van
Landbouw
de omge-
ook heeft
nister van
■te relatie
het koo-
er de ad-
■sloten.
;ebroeders
de getui-
d. Ik heb
is Barmat
ankzaken.
ir der Pa
st, is door
ontheven,
tijdsgrens
gemaakt,
n recliter
ie vroege-
met ver-
GEVECHTEN MET VIJANDEN
De geschiedschrijvtr van Dam zegt dat
Goedereede een stad was, -,die van tijdt tot
lijdt oock is aeugegioeydt, soo dat ze e> 11de
lijck gelortiticeert is, en ,net ee11 stercke
Muyr omtog' n, verzien met heerlijcke Poor
ton en Valbruggen.
Eerstelijck soo is er een Hooftpoort, daar
men nae 't Hooit, gingb; nu wel genoema
bij de Inwoonders de Katharinapoort; dit
lieeft een schoon en heerlijk gebouw
geweest: gij gaet er noch aen de zuid
zijde met veel trappen op; boven sijnde
kuniv over alle de klingen en Bergen in zee
henen sien, dat een vermaekelijke gesicht
heelt, ende aan de andere sijde van dese
poort zijn sterke Gevangenissen ondtr en bo
ven gemaakt, en wel niet hechte ijsere Tra
liën voorsien. Daer men deur gaet, is een
hooge Booch tussclien beyde, die met zware
deuren wicrde toegesloten, gelijck als noch
eoude konn-en worden gedaen; dit was voorts
met een messive muyr omtrockcn tot de
Waterpoort toe; ook lagen de schepen daer
in meenighte.
De Waterpoorte was overwulft, so dat men
daer op konde woonen, ende wierd inet 0611
Boom afgesloten' deze Poort was soo hoog,
dat de grote schepen, ais haer masten gestie
ken waren, bequamelijck in de Haven konde
komen, ende aldaer gereed leggen, terwijl
de zee met een groote kracht, dikmaels te
gens de Muyr aanbonste, soodat de schepen
meest lagen tusschen de Hoofdpoort ende do
Waterpoort, voorts in de Have van de Stadt,
wanneer de Visscliers uyter Zee quamen.
smeten zij dickmaels de Vis uit haer Schee
pen over de muyren van de Stadt, gelijck
mij menigmael verhaeldt is. Aen de over
sijde van d*e Waterpoort stond mede een
poort, die men nu Beckaf noemdL
Dan hegt ghij vervolgens de Vrouw Mary-
Poort; op dese Poort heeft men oock eer
tijds konnen gaen, en was soo hoogh van
Metselwerk dat men daer op zijnde, over de
Klingen heene in drn vollen Oceaan sagh,
is oock overwulft en men rijdt er met wa
gens en Paerden door, die_ hem streckt tot
aen den Jonkerdij'k. Daer is ook een Poort
geweest aen den Speydijk, die de oude luy
den noemden het Stank'tsel; hier staet als
noch een Poortje, dat met Palissaden afge
zet is. Oock hebje dan de Koepoort, die nu
de Moolepoort genoemdt wordt, is mede seer
zwaer van Metselwerk en treffelijk over
wuift. Hier liepen de Vesten van de Stadt
henen, soodat hier een Valbrugge gheweest
is. In deze Poorte leggen nog
groote stukken geschut
in de schietgaten, die van oudts nog overge
bleven zijn. Voorts was er nog een doelpoort,
die mede met een Valbrugge was versien;
hieruit gingh men na den Doel toe, ook na
de Taenhuyzen ende Lijnbanen".
Van deze vestingwerken vindt men thans
niets meer.
Vanaf de muren had men vroeger een
fraai uitzicht op het omliggende land en le
aan de noordzijde gelegen duinen.
„Wanneer ghij de sfeenen Muren be
schouwt. s'o kunt gfhij deselve niet aanzien,
als met verwondering, die met zooveel kos
ten en adbeydt gemaakt zijn."
Aan de muren waren zeer hooge. en zware
steenen bogen gemetseld, zóó, dat twee of
drie personen gemakkelijk naast elkander
konden wandelen.
De burgers gebruikten die om hout in
te leggen.
Sommigen bewaarden en braakten daar
het vlas. Bij het stadhn's was vroeger
een fraaie markt.
Op de pui stonden de wapens der stad
Ook was daar „een groote schoone Vier
schaar", waar de burgers de wacht hielden:
een kamer voor Burgemeester en Schepenen
een secretarie enz.
Boven waren de gevangenhuizen en onder
de vleeschihalle. De Pieterstraat liep op de
markt uit aan de eene zijde; aan den ande
ren kant liep ze tot aan de „Staketting", ook
wel Spuidijk genaamd.
In de Visschersraat woonden de v'ssohers
en andere eenvoudige lieden. De Koepoort
leidde in de Molenstraat, diie zich tot. de
Noordstraat uitsrekte. Daar was oudtijds de
Varkensmarkt, waar echter ook koeien, scha
pen en andere dieren gebracht werden.
De Kerkstraat liep van de markt tot aan
de Noordstraat, welke zich voorbij de Doe.l-
straat uitstrekte. In de Peterstraat stonden
„schoone en kostelijke" huiizen, oudtijds
werden aan die in de muren aanwezige ijzers
de netten gedroogd.
Een schrijver uit die dagen zong:
„Goeree! uw stad is schioon en kostelijk
van huizen".
Dezelfde schrijver sprak over de schepen,
die welvaart en voorspoed verspreidden en
de inwoners in staat stelden fraai te bou
wen:
„Uw vaart bestaat ook meest in menigte
van buizen,
Waarmee gij af en aan, nu wijd, dan
weder in
Doorploegt het vochte veld met voor
spoed en gewin
Ook zendt g'uw scheepen uit naar 't
Oosten en naar 't West,
En stuurt uw waren heen ook op een
vreemd gewest.
Vermist de Oceaan tot u goedgunstig
vloeit,
Waardoor gij meer en meer allengs zijt
aangegroeid.
Gij hebt een Ree zeer schoon en haven
op je zq,
Soo dat je niet ontbreekt dan voorwind
en getij."
't Was in 't jaar 1283. op den 6en Februari
dat de dijken van Goedereede doorbraken
vanwege den ontzettemlen storm, die de
wateren opzweepte Ook 't Oudeland van
Ouddorp leed groote schade.
„Katharina storm is zeer ontzien
Zeeland leed toen last, siet elk, hoort
bijdien.
't Jacr veert ienhondert acht en tien is
afgebrandt
Goeree, en 't Lnnt verwoest door den
Hertog van Brabant,
Ook schankelijck berooft de Borgers en
de Boeren,
Den vijant in ortocht; dan weder henen-
voeren,
De scha der Borgerij en Boeren was
seer groot,
Daer bij veel arme Luy gebraght in
grooton noodt
In het genoemde jaar sloeg Jan van Brai"
bant, echtgenoot van Jacoba van Beiereu,
hel beleg voor Dordrecht en toog van daar
naar Goedereede, waar het krijgsvolk tal
van huizen in rook deed opgaan.
Tien jaren waren met rust voorbij gegaan,
toen bfnejen uit Zevenbergen hei Land van
Westvoome afstroopten groote schade be
rokkenden en alom geweld pleegden.
De moedige ingezetenen van Goedereede
sloegen eiken storm der vernielende troe
pen at en hidden het geluk, de stad te kun
nen behouden.
Aan dit feit herinnert nog het volgende
versje:
„Beroemde Goodereers, ick wil U niet
vergeten
En preise dese daedt, een yder mocht
't wel weten,
Hoe uw heldmoedigh Hert, der Helden
oorloghs Held,
Weerstond der Zeveuberghs haer uvt
terste Geweldt,
Haer aanloop, en veel storms kon u
gants niet verschrecken
Den Aenval was vergeefs, sij moest™
weer vertrecker,
Het platte Landt alleen dat diende haer
tot Roof,
Vervult met Brand en Moordt. O, wat
«en kleyn geloof.
Dat d'eene Broeder aan den anderen
komt ontrecken
't Geen hem in d'oude Dagh tot Levens
noot kon streCken
Vernielen Huis en Hof, en alles wat hij
heeft;
Ik schrick van sulken daedt, wie is er
die niet beeft'.'
Dit alles is gebeurt, doen 't jaergetal in
braglit,
(De Goereers tot verdriet) veertienhon-
dert en acht."
Door het stormloop™ des vijands hadden
de muren zeer geleden en zagen de inwo-
ners zich genoodzaakt, hun stad sterker to
fortificeeren". Ze vernieuwden de muren,
poorten en valbruggen, legden „bequam»
vestingen" en groeven diepe grachten.
Spoed;? zou bliiken, dat he> eerste gevaar
echter niet van de landzijde dreigde, maar
van den zeekant.
In het jaar 1475 omtrent Paschen, op het
eind van liet Bestand tusschen don Koning
van Frankrijk en den Hertog van Brabant,
als Graaf van Holland, verzamelden zich
eenige zeeroovers en besloten om met drie
vaartuigen op bult te gaan.
Na veel omzwervens landden zij op do
Zeeuwsche wateren en bemachtigden
eenige weerlooze visschers-
vaartuigen, die te Goedereede thuis behoor
den. De roovers namen de bemanning ge
vangen en zonden slechts eenigen terug om
losgeld te verzamelen voor hen, die in ge
vangenschap verkeerden.
Den 30steii April was de tijd verstreken,
dat het losgeld er zijn moest.
Voor dien tijd voeren de roovers naar Kat
wijk en Scheveningen en herhaalden aldaai
hetzelfde schandelijk bedrijf.
De visscliers van deze laatste plaats vol
deden aan den eisch van losgeld, brachten
het aan boord en redden hun vrienden. In-
tussclien was de tijd aangebroken, dat de
Goereeërs het benoodigde geld moesten be
zorgen; door echter list aan flinkheid te
paren, gelukte het hun niet alleen het los
geld te behouden, maar zelfs nog het roof
schip in triomf naar de stad te kunnen voe
ren, met ai wat er in en op was. Hoe dit
geschiedde?
Onder in 't vaartuig verborgen zij eenige
welgewapende mannen; op 't dek stonden
er een vijftal in hun gewone visschersklee-
ding, waaronder echter eenige wapens ver
borgen waren.
De roovers, die te Scheveningen geleerd
hadden voorzichtighe.d te betrachten (want
daar hadden de visschers ook geprobeerd er
den vijand te overrompelen), de roovers
waren op hun hoede, hielden van de kust
af en stevenden het open water in. Doch
de Goereeërs gaven een teekon, dat zij de
gevangenen kwamen lossen; dichter bijge
Het oude kasteel „Hardenbroek" te Driebergen, vooral ook bekend als geliefd conferen
tie-oord van vele Christelijke organisaties.
komen riejien zij den roovers toe:,, Komt gij
bij ons" of „wij bij U",
De kapitein antwoordde, dat zij maar
naar zijn schip moesten' komen.
Drie visschers verlieten hun schip met
een buidel geld, om het den kapitein te
geven, terwijl de overige twee hun aan liet
roofschip gemeerd vaartuig zoo sterk moge
lijk hielden aangeklampt.
Naast den Rooverkapitein stonden een
vijf- of zestal roovera. De Goereeërs zetten
het geld aan den voet van den grootcn mast
neor en vroegen of zij de gevangenen eens
zien mochten.
Op hetzelfde oogei.blik gaven de achterge
blevenen het sein; de gewapenden kwamen
uit de schuilhoeken
stortten zich op het Roofschip
en maakten zich meester van den hoofdman
en de vijf op liet roofschip aanwezige ma
trozen. Terstond namen zij hem een zilve
ren fluitje af, en spijkerden de luiken dicht
oin de vijanden die beneden waren, liet te
hulp snellen te beletten.
Spoedig waren zij meester van het schip
en in triomf voerden zij het naar Goede
reede.
Ze vonden 49 manschappen in het ruim.
een getal, dat hun bij onbedachtzaamheid
en mindere cordaatheid van hun zijde niet
zoo gauw in handen zou zijn gevallen.
Langen tijd hebben de roovers gevangen
gezeten: do voornaamsten werden voor een
losprijs vrijgelaten en de overigen wegge
zonden.
„Wie zal de Heldendaet der Goereërs
kunnen swijgen'?
Het heldenstuk is groot, de Eer die zij
verkrijgen.
Zijn I.auwren gevlecht, gekroont met Eeren
en Lof,
Een krans op 't Hooft, haer Eer, die vliegt
in 't Hof,
Van Keyzers, Koningen, van Graven,
Princen. Vorsten.
Wie sou naar sulken Eer als Goeree. niet
eens dorsten?'
PROEFRIT
DIESEL ELECTRISCHE TREIN
Maandag hebben de Ned. Spoorwegen de
Nederlandsche pers uitgenoodigd om tegen
woordig te zijn bij een proefrit met den
Diesel electrischen trein op de terrenen van
Werkspoor. Later volgt een proefrit op de
groote lijn, waarbij dan de topsnelheid zal
kunnen worden gedemonstreerd.
De uitnoodiging had ten doel om de pers
vertegenwoordigers in de gelegenheid te
stellen om de bedieni ng enz. te kunnen ga
deslaan. Tegenwoordig waren Ir. Hupke;
ohef van den dienst van Materieel en Werk
plaatsen; Ir. Bolleman Kylstra afd.
chef dor Ned. Spoorwegen, Ir. Minder-
houd directeur van Werkspoor, de heer
Reitsma, hoofdredacteur van het tijd
schrift Spoor- en Tramwegen en anderen.
De trein heeft Vrijdag reeds een proefrit
gemaakt van Utrecht naar Arnhem. Toen
werd een snelheid van 110 K.M. bereikt.
Meerdere snelheid wilde men aan den trein
nog niet geven omdat eerst alles goed
moest worden nagegaan. De rit van Vrijdag
had uitstekend voldaan en toen was geble
ken, dat de trein volkomen „deed" wat men
zich ervan had voorgesteld.
Ir. H u p k e s trad ook ditmaal zelf op
als wagenvoerder. Wij werden in de gelegen
heid gesteld om de bedieningswijze zeer
goed te zien, en het bleek ons, dat de wa
genvoerders een prettige taak krijgen
gansch ocidersohe den van de functie welke
machinisten hebben op stoomtreinen. Wan
neer de hoofdhandle is ingeschakeld, dan is
met eenige manipulaties van zeer eenvoudi-
gen aard de trein in beweging te brengen.
Vanaf zijn zitplaats kan de bestuurder all"
motoren controleeren op snelhc et, koelwater
temperatuur enz. De optreksnelheid van den
trein bleek zeer groot te zijn. in twee mi
nuten tijd kan een snelheid van honderd kilo
meter bereikt worden. Dit vormt een ontzag
lijk verschil met de stoomtreinen. Een stoom
trein van Utrecht naar Arnhem heeft zijn
grootste snelheid pas bereikt bij Ede. Juist
door die groote sneliie d van optrekken kan
veel tijd gewonnen worden.
In de wagens bemerkt men niets van geraas
van machines hoewel deze trein door het
gezelschap wel rupstrein genoemd door de
aaneengesloten vorm wel een rentraie
op wielen kan genoemd worden. Dit consta
teerden we in de machinekamer welke dee.l
denken aan een onderzeeër. Het ingewikkel
de mechanisme waardoor de Diesel clectri-
sclie tre n wordt voortbewogen maakt op
den leek een geweldigen indruk en liet is
haast onbegrijpelijk dut zulke ingewikkelde
machinerieën zoo makkelijk in en uit le
schakelen zijn vanaf de bestuurdersplaats.
De z tplaatsen in de couipó's zijn ruim en
gemakkelijk, zoowel in de derde als ook in
de tweede klasse. Comfort is volop aan we
zig, en hinder vau rook zal men niet «neer
heblien ook niet in de rookcoupé's.
De trein maakt wat liet uitwendige be
treft een prettig™ indruk, in zijn grijze kleur
afgezet met rood. Voor op den kop is een
zware roode streep geschilderd om het per
soneel op de baan in de gelegenheid te stel
len den trein spoedig te ai™ naderen. De
trein heeft geen fluit, maar een soort auto
signaal.
Werkspoor legt alle eer in met dit fabri
kaat en de Spoorwegen kunnen worden ge
luk gewenscht met deze prachtige aanwinst.
Veertien treinen zullen waarschijnlijk met
de n euwe dienstregeling in gebruik geno
men kunnen worden. I)e treinen zullen het
eerst worden ingelogd op de lijn Utrecht-
Arnhem. liet zal spoediduidelijk worden
hoezeer het publiek deze reusachtige verbe
teringen op prijs zal weten tc stellen door
toename van liet vervoer.
Dat de Spoorwegen deze revolutie op
s ioorwegg^bied aandurfden waardoor wordt
voldaan aan den wensch van het publiek:
veiligheid, comfort en groote snelheid, valt
zeer te waardeeren.
Later zullen we in de gelegenheid zijn om
nog meer van deze treinen te vertellen. D"
gelukkigen onder het publiek, die de Diesel
electrische treinen reeds op de stations za
gen, hebben uit eigen ervaring reeds be
merkt hoe prachtig de treinen er uit zen
van huiten. Over een korten tijd zullen de
reizigers kunnen genieten van de acco«no-
datie van binnen. Holland staat ook hier
weer vooraan.
Correspondentie deze rubriek betreffende te
nden aan F. W. NANKING, St. Gerardus-
laan 15, Eindhoven.
No. 333
De sleutelzet van probleemnummer 396 is
1. Pe3: met verrassende cross-check en vlucht
veld variant na 1Kd6:
Probleem 397 heeft tot sleutelzet 1. Dc4
dreigende 2. Le8f
Verdedigingen zijn o.a. 1Te6 2.
de6: Ook 1e6 2. d6. Nu gaat niet 2.
Le8 wegens 2Lc5!
Deze manoeuvre: Ant. Goethart, staat de
looper door de pion nog afgesloten, dan kan
wit 2- Le8: daarbij de looper ontspannende,
spelen.
Men kan altijd tot den oplossingswedstrijd
toetreden. Een goede oplossing van een
tweezet telt voor twee punten enz. Voor een
foutieve oplossing wordt een punt in min
dering gebracht. (Minimum aantal punten is
nul). Voor den maandelijkschen prijs van
f 2.50 moet men de meeste punten hebben.
Ook niet-abonnés zijn welkom. Heeft men tien
keer achtereen geen oplossing ingestuurd, dan
verliest men zjjn aantal punten. Een onoplos
baar probleem vervalt voor den wedstrijd.
Ter besparing van porti is de oplossings-
termyn op circa 4 weken gesteld, zoodat op
lossers meerdere oplossingen eventueel te
zamen tegelijk kunnen inzenden.
Problemen voor den wedstrijd
No- 403
J. P. COPPENS, Amsterdam
Eerste plaatsing
Zwart (1)
Wit (3)
Wit: Ke3, Da7, pi.e7
Zwart: Ke8
Wit geeft mat in vier (4) zetten
No. 404
B. WAGNER, Stad a. h. Haringvliet
Zwart (3)
Wit (11)
Wit: Kg2, Ta4 en e8, Lc2 en f8, Pb4 en f6,
pi.b6, d2, do, h l
Zwart: Ke5, pi.d7 en e6
„MAAS"-NYMPHEN.
EEN TWEELING
Een koe van den landbouwer J. M.
te O. bracht dezer dagen 2 kalveren
Ier wereld.
PI. Nieuws „Maas".
Een Ouddorpsch koebeest heeft het
[onlangs
Toch wel wat erg zwart-bont gemaakt
Al gun 'k haar dat z' in moederweelde
Een dubb'le portie heeft gesmaakt.
Ze kreeg een meisje en een jongen.
Das, gaat het daar als bij den mensch,
Dan had ze eensklaps de vervulling
Der veelgeroemde rijk-lui's-wensch.
Doch in deez' crisisdagen komen
Die koe-excessen niet te pas!
De zaak stond anders als er nu eens
Een incompleet aan loeiers was.
Maar nu hun ras zoo uitgebreid is
Dat, bij een speciale wet,
Tegen den voortgroei van hun stapel
Een teeltbeperking moest gezet,
Nu zooveel van haar soortgenooten
Ontijdig moeten opgeruimd,
In 't blik een roemloos einde vinden
En door werkloozen opgepruimd,
Een ander kwantum uitgevoerd wordt
Ten koste van 't belastinggeld
Zijn w' op zoo'n misbruik van
[vertrouwen
Nu niet bepaaldelijk gesteld.
Waarom kon deze stieren-eega
Niet met een enkel kalfje toe?
Dan was ze in de lijn gebleven
En werd ze even vroolijk „moe".
Wat baat het ons, als een minister,
Na lange studie, uitkomst weet
Wanneer het koeiendom de wetten
Maar zonder blozen overtreedt?
Wij mart'len onze arme hoofden
Bepeinzen 't hoe en het waarom
Zoo'n dier stuurt kalm den boel in 't
[honderd
Want het is, als een koe, zoo dom.
(Nadruk verboden.
HAK ATE.
Oplossing Eindspel no. 510
1. Tf8 Kf8 2. Pg6f Kf7 3. Pe5 fe5 4. g5 enz.
Eindspel no. 512
T.N.S.B.
Wit: Kgl, Dc7, Pdó en el, pi.aö, b4, d6 en e5
Zwart: Ka8, Dg3, Lb7, Pd7 en f7, l/.a7, b6,
c5, f3
Wit geeft mat in 5 zetten
LADDERWEDSTRIJD.
395 396 397 Totaal
J.
L. Braber (3)
81
2
2
85(1)
B
Wa'ner (1)
76
2
2
3
83
A,
Wagner
44
2
2
3
51
C.
van Gelder (2)
48
2
50(2);
D.
Kareis (3)
33
2
2
3
40
P.
Klein (2)
38
1
2
—1
38
J.
P. Coppers (6)
26
2
2
30(1)
F.
C. Laars (9)
13
2
2
3
20
B.
Vis (1)
2
2
3
7
J.
Floorijp
6
1
1
1
3
CORRESPONDENTIE
Probleem no. 399 blijft gelden voor den wed
strjjd.
die genezing zoekt, vraagt gratis
brochure „Kruidengeneeswijza
PRIESTER HAMON"
Een typische afbeelding van de stad Axel in Zeeuwsch-Vlaanderen in den jare 1786.
Historisch verheal over de gebeurtenissen
van 1830-1833
Door J. SNOEP Jr.
£18
NEGENDE HOOFDSTUK
Te Wapen
In de buitengewone zitting der Staten- Ge
neraal op 13 September was het meerendeei
der Belgische leden aanwezig. Dat werd door
velen als een gunstig voortee-ken beschouwd.
Ook was de toon bij de besprekingen wei-
wil end.
Maar toch werd zoowel door het Zuiden
als door het Noorden gevoeld, dat na al het
gebeurde instandhouding der Vereeniging
onmogelijk was.
Belg had telkens om scheiding gevraagd
het Brusiselsche oproer had in een rauwen
kreet dien eisch herhaald het ove.groote
deel van het Nederlandsohe volk was de
meening toegedaan dat tot die scheiding zoo
spoedig mogelijk moest worden overgegaan.
Zoowel de Tweede als de Eerste Kamer ver
klaarden zich dan ook vóór de scheiding.
Toen deze beslissing viel verkeerde heel
Nederland n een machtige beroering. Niet
om wat in Den Haag, maar om wat in Brus
sel was gebeurd. En duizenden burgers zagen
reikhalzend uit naar een oproeping van den
Kr ing om den simaad en de schande 't va-
uei ind aangedaan te wreken.
Ar'on Rijkers was waarlijk de eenige niet,,
die z.'n wapenrusting zorgvuldig in orde
29 September 1830,
bracht om bij 't eerste bevel gereed te zijn.
Droeve dingen waren in Brussel voorge
val len.
Op denzelfden dag, dat de Prins .van
Oranje Brussel verliet, uitgejouwd door het
Janhagel, werd de stad ook door 't garni
zoen verlaten. Dat had de Prins beloofd eu
hij hield woord.
Het opperbevel over de Nederlandsohe
troepen was door den Koning opgedragen
aan Prins Frederik, die zijn hoofdkwartier
te V' lvoorde had gevestigd.
De toestand in de stad werd met den dag
ellendiger; een kleine troep muitelingen
deelde er de lakens uit met een brutaliteit
of er geen wet en gezag bestond.
Dat kon zoo niet blijven; vele burgers van
Brussel verzochten Prins Frederik met den
meesten aandrang aan de macht van 't ge
peupel een einde te maken.
Eindelijk werd besloten, dat de troepen
naar Brussel zouden oprukken. En in een pro
clamate gaf de Prins aan de bei mera van
Brussel daarvan kennis.
„Wij zijn uwe medeburgers, uwe vrienden,
uwe broeders zoo schreef de Prins wij
brengen u geen wet der wraak, maar orde en
rust aan."
Maar tevens richtte Prin3 Frederik rich
tot de aanstokers van den opstand en hij
deed dit in even duidelijke taal. ,De hoofd-
aanleggers van bedrijven, welke te misda
dig zijn om het ontgaan van de gestreng
heid der wetten te kunnen verwachten; de
vreemdelingen, die van de gastvrijheid mis
bruik maken, wanorde in uw midden zijn
komen aanstoken, zullen alleen en terecht
achterhaald worden; hunne zaak heeft met
de uwe niets gemeens."
De aanstokers begrepen terecht, dat van
de koanst der troepen voor hen niets was
te hopen en alles te vreezen. En daarom be
sloten zij vol te houden in hun verzet tegen
het wettig gezag. Ze wisten te verhinderen
dat de proclamatie ter kennis van de bur
gerij werd gebracht, in plaats daarvan ver
spreidden zij vreeselij'ke wraakplannen van
't aanrukkende Nederlandsche leger.
Maar ze deden nog méér, de revolutieman
nen. Dag en nacht waren zij in de weer de
barricaden te versterken en de versperrin
gen te vermeerderen. Huizen werden in ves
tingen herschapen, muren doorgebroken,
kuilen gedolven langs de geheele breedte
van de toegangen naar de stad. Deze kuilen
werden met ongebluischte kalk gevuld en
daarna weer zoo veel mogelijk onzichtbaar
gemaakt
Al deze werkzaamheden geschiedden on
der zeer bekwame leid- ng: dezelfde mannen,
die de omwenteling te Parijs hadden geleid
waren naar Brussel gekomen om hun Bel
gische „broeders" in „de worsteling om do
vrijheid" bij te staan
In den vroegen morgen van Donderdag
23 September stond het leger voor de poorten
van Brussel. En aanstonds bleek dat de op
e4 an delingen alles op haren en snaren zou
den zetten. Toen de troepen de Schaerbeek-
sohe poort genaderd waren, barstte een
moorddadig vuur los, dat veie manschap
pen verwondde.
Maar luitenant-kolonel Seraris gaf geen
kamp: de barricade, die den toegang verhin
derde, werd opgeruimd, de gracht gedeenpt,
en de onverschrokken grenadiers marcheer
den naar het aangewezen punt: liet Park.
't Bataljon, dat door de Koningstraat het
zelfde punt zou bereiken, moest 't opgeven.
't Bestond voor het grootste gedeelte uit wei
mg geoefende mannen, die niet bestand ble
ken tegen den regen -an vuur cn lood door
de opstandelingen op hen afgezonden.
't Waren ook hier weer de grenadiers, die
deze taak overnamen -n wisten te volbren
gen maar vóór het Park werd bereikt,
was menig dapper strijder gevallen om nooit
meer op te staan
Beide partijen beseften, dat 't nu ging: er
op of er onder, en daarom werd aan beide
zijden met inspanning van alle krachten ge
vochten.
Toen eindelijk de avond van dezen bloe-
digen Donderdag wiel, was 't voordeel aan
den kant der opstandelingen. De troepen
hadden het Park en de paleizen weten te
bezetten. Dat was alles en dat had veel
bloed gekost
En wat wel 't meest beangstigend was: de
ingezetenen van Brussel hadden den feilen
strijd aangezien zonder 'n hand uit te ste
ken. Ze hadden Prins Frederik gesmeekt de
benarde stad toch te hulp te komen, maar
nu de Nederlandsohe troepen zich binnen
Brussel bevonden, geleek 't wel of heel de
stad met al haar inwoners hen vijandig ge-
a rid waren.
Ook de volgende dagen werden de ge
vechten met toenemende woede voortgezet.
En vele dappere mannen, die eervol hadden
gestreden op 't slagveld van Waterloo, von-
den een ellendigen dood in de straten of ste
gen der stad, die aan 't geweld der revolutie
was overgegeven
Het gelukte de oproerlingen door onder-
graving in het achterste gedeelte van 's Ko-
nings paleis en in 't gebouw der Staten-
Generaal door te dringen. Weldra sloegen
overal de vlammen uit en moesten de troe
pen zich snel terugtrekken zoo gingen ook
deze steunpunten voor 't Nederlandsche le
ger verloren
En scheer hopeloos werd de toestand
toen 't hevig begon te regenen. De opstande
lingen verscholen in gebouwen en woningen
hadden er geen hinder van; maar de sol
daten op straat zooveel te meer: het kruid
werd nat op de pan, de vuursteen-geweren
waren bijna niet te gebruiken.
Den strijd volhouden zou onverantwoor
delijk zijn reeds meer dan honderd man
schappen waren gedood en meer dan zes
honderd gewond. Men moest vechten tegen
een onzichtbaren vijand; in elke straat en
uit elk huis loerde de dood
Prins Frederik had den moed gehad teg™
't revolutienest op te rukken. Hij toonde
ook den moed niet meer mensohenibloed te
vergieten dan noodig was. In den avond van
26 September gaf hij bevel tot den terug
tocht, die in goede orde werd volbracht.
De oproermakers juichten. En toen eenige
dagen later bekend werd, dat de vergade
ring in Den Haag zich vóór scheiding vai
Noord en Zuid had uitgesproken, juichten zij
nog luider. De boeien van den Hollandschen
Koning waren verbroken; de macht van Jai
Kaas had afgedaan! Brussel daverde van het
zegelied der revolutie.
In verschillende landen van Europa werd
de Belgische omwenteling verheerlijkt en de
leiders der revolutie bewonderd. En men
lachte om dien Hollandschen Koning, die
plotseling de helft van zijn rijk zag verlo
ren gaan.
Toen steeg de overmoed der oproerlingen
tot. waanzin. De Hollanders moesten tot
achter den Moerdijk worden teruggeworpen!
riepen ze luide naar alle kanten. Het oude
Staatsch-Vlaan deren, Staatsch-Brabant,
StaatscliOpper-Gelder en Stoatsch-Limburg
moesten van 't Noorden worden afgenomen
en voortaan tot liet Zuiden beliooren!
Een groot gedeelte van het Belgische volle
word plots door een overwinningsroes aan
gegrepen. Men had de Hollandera uit Brus
sel gejaagd, men zou hen terugjagen tot ach
ter de breede wateren van 't Hollandscli
Diep!
En heethoofdige volksleiders, waarvan
velen gedreven werden door de zucht naai"
eigen voordeel, stookten 't verdwaasde
volk op.
De reeds lang smeulende haat tussche i
twee broedervolken werd van alle kanten
aangewakerd en in verschillende Belgische
steden zongen de meisjes op straat:
Indien dat g' in d' Hollandsctie velden,
Verslaat den Geus of Jan Galvien,
'k Zal u eeuwig mijn liefde melden,
Adieu totdat ik u wederzien.
De scheiding was uitgesproken.' De reeds
lang bestaande kloof tusschen Noord en Zuid
was onoverbrugbaar verwijd!
De revolutiehelden gaven den Holland
schen Leeuw nog een trap toe!
En wat zou die Leeuw, die zoo menigmaal
den vijand had doen beven, doen?
De gouden heldeneeuw der Nederlandai
was lang voorbij
Ook Nederland had gedanst om den vrij
heidsboom der Franscihe revolutie. En in
dien roes had 't zijn beste krachten verteerd.
Grootvader Rijkers zei 't meermalen en
telkens weer kwam 't uit: de Franscheu
waren reeds lang van den Vaderlandsqhen
grond verdreven, maar de geest der revolu
tie werkte nog onverzwakt voort,
.Wat zou Nederland doen
Ja