MAAS- EN SCHELDEBODE
WOENSDAG 7 MAART 1934
LEDENVERGADERING VAN
„SOMMELSDIJK"
ALGEM. LEDENVERGADERING
DER S.B.Z.
Ingezonden Stukken
OM DE EER VAN DE VLAG
De Vereen, ter bevordering van de verkrij
ging van onroerend goed door landarbeiders
„Sommelsdij-k" hield Donderdag j.l. in hotel
Spee te Sommelsdijk haar algemeene leden
vergadering.
De Voorzitter de heer Joh. van den
N i e u w e n d ij k, opent de vergadering niet
alle leden een hartelijik welkom toe te roe
pen.
Na het lezen der notulen komt de reke
ning 1933 in behandeling, welke door Com
missarissen van toezicht is nagezien en in
orde bevonden.
De secretaris der vereeniging, de heer
Jan Knape Mzn., geeft een overzicht van
het afgeloopen jaar. Spr. constateert, dat het
maken van een jaarveslag steeds moeilijker
wordt, omdat er ieder jaar meer nare din
gen zijn te vermelden. Ook van het jaar 1933
valt er weinig goeds te zeggen. We z tten
nog midden in de crisis en de toekomst is
donkerder dan ooit. Ook in het vereenigings
leven wordt dit steeds meer merkbaar. Dat
'blijfet ook uit het aantal leden, dat nog
steeds teruggaat en momenteel 97 bedraagt.
Er zijn nog veel arbeiders d- e geen lid zijn
der vereeniging. Ze kijken de zaak rustig
achterop.
De taak van het bestuur is allesbehalve
benijdenswaard, er behoort moed toe om het
schip niet aan de zee over te geven. Alleen
hum verantwoordelijkheidsgevoel doet de
leden op hun posten blijven.
Er staan nog verschillende pachten te be
talen. Veel daarvan zal dit voorjaar nog wel
binnenkomen. Met de Inning der pachten
wordt het grootst mogelijke geduld gebruikt
De arbe der is nu eenmaal niet kapitaal
krachtig. Verschillende pachters, die verle
den voorjaar nog pachten moesten betalen,
hebben dat in den zomer met enkele guldens
gelijk aangezuiverd. Spr. brengt felle critiek
uit op een paar pachters, die hadden kunnen
betalen, maar dat niet hebben gedaan.
Enkele pachters hebben de huur van hun
perceeltje land opgezegd. Dat heeft het be
stuur erg teleurgesteld. Het heeft eerst alle
moeite gedaan om land te krijgen en nu la
ten de arbeiders het bestuur er mee zitten.
Het is eigenlijk onverantwoordelijk zooals
die mensohen doen, maar spr. wil daar ver
der niet veel van zeggen. De maatschappij
heeft nooit veel gedaan om den arbeider een
hooge moraal bij te brengen. Maar voor hot
bestuur is bet een onprettige geschiedenis.
Enkele perceeltjes moesten beneden den
geldenden prijs van de hand worden gediaan
Spr. vindt het dom van die pachters, die
hun land hehben laten gaan. Als de boeren
ook eens gingen staken wat moest er dan
van ons e land terecht komen. Dan stonden
van de zomer alle arbeiders op straat. We
moeten er om denken dat de maatschappij
niet in stand gehouden wordt met wat werk
loozensteun. Br zal weer gewerkt moeten
worden! Spr. kan verschillende arbeiders
niet begrijpen, die liever dag aan dag komen
stempelen, dan .eens een kans te wagen. Drie
weken lang heeft spr. de opengekomen per-
ceelen geannonceerd in het stempellokaal.
Daar komen toch wel arbeiders! Maar er
was geen belangstelling voor, 't is of er de
fat uit is! Waarom probeeren ze het ook
niet eens. Een perceel land kunnen ze be
werken in de avonduren of in hun werkloo-
zen tijidL Of denken ze misschien, dat ze
van den zomer niet eens werkloos zullen we
zen, of dat er volop steun zal worden gedeeid
De tijden dat er honderd gulden en meer
aan een perceeltje verdiend werd zijn voor
bij, daar behoeven ze niet op te wachten.
Spr. begrijpt dat een arbeider op den duur
niet'met verlies kan werken. Maar er zijn
arbeiders, de er een vreemde berekening op
na houden. Ze eten uit hun perceeltje wat
het voor eetbaars oplevert en dan zeggen ze
als ik nu mijn loon ook nog reken, dan kom
ik er eigenlijk op tekort. Er waren zelfs
pachters, die hun land hebben laten gaan,
maar duur hofland behielden. Wat voor voor
deel zit daar nu in!
De pachten voor 1934 zijn verlaagd kun
nen worden tot 27 ets. per roede. Dat is een
gevolg van de omstandigheid, dat de Ge
meenteraad heeft toegestaan, om de aflos
singstermijn van de voorschotten te verlen
gen tot 75 jaren. Spr. brengt het Gemeentobe
stuur dank, dat het heeft ingez en, dat hier
iets gedaan kon worden voor den arbeider
van blijvende waarde. De groote bereidwil
ligheid, waarmede men de verlenging van
den aflossingstermijn heeft toegestaan heeft
ongetwijfeld een goeden indruk op de ar
beiders gemaakt.
Spr. zet uiteen hoe het komt dat verschil
lende andere vereenig. ngen meer van de
pacht af konden doen dan hier het geval
teas. Deze vereeniging heeft de voorechoften
indertijd reeds gekregen met een aflossings
termijn van 50 jaren. De pachten zijn heel
scherp berekend, zoo zelfs, dat spr. alleen
noodgedwongen in de bestuursvergadering
zijn stem er aan kon geven. Maar het be
stuur stond voor het feit, dat de pachten
naar beneden moesten, kostte wat het kostte
Daarom zal ook niet worden geduld, dat er
pacht achterblijft, en de n et verhuurde per
ceelen zullen zoo spoedig mogelijk aan den
man gebracht moeten worden.
Spr. eindigt met een woord van persoon
lijken aard in verband met zijn periodieke
aftreding. Hij heeft vanaf de reorganisatie
der vereeniging het secretariaat waaigeno-
men en heeft in d en tijd nog al wat erva
ringen geboekt, welke meestal niet van de
aangenaamste waren.
In het begin ging dat goed. De arbeiders
vviiden graag land hebben en spr. heeft zijn
tijd en werkkracht gegeven om de arbeiders
aan land te helpen.
De tijden veranderen en de arbeiders kwa
men met spr. ook in aanraking in zijn
kwalite t van orgaan voor de werkloozenzorg
in die kwaliteit heeft men spr. wel eens
minder aardig gevonden. Zelfs heeft bet or
gaan van den N'ederlandachen Bond van ar
beiders in het Landbouw, Tuinbouw en Zui
velbedrijf zich niet ontzien om
een leugenachtig bericht
te plaatsen om er politieke munt uit te slaan
Dat bericht is afkomstig van de arbeiders
en spr. heeft zich toen afgevraagd of hij dat
aan de arbeiders verdiend had.
Dat spr. het als orgaan der werkloozenzorg
niemand naar den zin kan maken behoeft
niet te verwonderen, want dat kan n e-
mancL Het is niet spr. bedoeling de werkloo
zenzorg ter sprake te brengen want dat be
hoort op deze vergadering niet thuis, maar
het is noodig, dat de positie tuseehen hem
en de arbeiders afgebakend wordt Daartoe
zal spr. een verklaring afleggen en dat -s
deze: dat hij met hart en ziel de belangen
der arbeiders is toegedaan! Maar dat niet
op één wijze. Spr. heeft altijd getracht zich
voor eenzijdigheid te hoeden. Er zijn meer
belangen in de maatschappij. En ook moet
geen enkel lid der vereeniging denken, dal
hij bij spr. als orgaan der werkloozenzorg
iets voor heeft boven anderen, die geen l.d
zijn.
Spr. werkt niet om mens-chengunst, want
dan zou zijn taak vaak minder moeilijk zijn
Het is heel wat gemakkelijker om het de
menseden naar den zin te maken, dan om
eerlijk en rechtvaardig te blijven.
Spr. heeft zich herkiesbaar gesteld, omdat
hij de vaste overtuiging heeft, dat God hem
onder het arheidersvolk een taak ter vervul
ling heeft gegeven. In de vervulling van die
taak heeft hij naar eigen overtuiging vaak
gedwaald, maar daarom verwacht hij het
ook niet van zichzelf maar alleen van God,
die hem tot zijn werk heeft bekwaam ge
maakt.
De heer Bom, commissaris van toezicht
der vereeniging, brengt den secretaris hulde
voor alles wat hij voor de vereenigng heeft
willen doen en stelt voor hem bij acclamatie
te herbenoemen, waarmee de vergadering in
stemt.
De heer Knape verklaart deze herbenoe
ming te aanvaarden, dankt de leden voor net
in hom gestelde vertrouwen en belooft ai
zijn krachten aan de vereeniging te zulien
geven.
Tot commissarissen van toezicht worden
herbenoemd de heeren J. Holleman en J.
Bom.
Nadat nog enkele leden verschillende on
derwerpen ter sprake hadden gebracht
word de vergadering gesloten.
Vrijdag 2 Maart werd te Goedereede de
algemeene ledenvergadering der S. B. Z.
gehouden.
Voorzitter de heer J. van Heest, in zijn
openingswooi-d constateert de Voorzitter dat
do vereeniging in het afgeloopen jaai met
moeilijkheden heeft te kampen gehad. Van
de gekweekte reserve is een belangrijk deel
aangesproken, aangezien het aantal uitzen
dingen grooter was dan ooit. Daarna me
moreert spr. het overlijden van den heer D.
Breen, die vanaf de oprichting do geldmid
delen heeft beheerd. In gevoelvolle bewoor
dingen schetst spr. den persoon van den
overledene en zijn verdiensten ten aanzien
van de S. R. Z. en zegt dat deze doodo voor
ons steeds levend zal blijven.
Hierna deelt spr. mede dat de vliegveld-
kwestie in de centrale eindelijk is beslecht
en wel in dien zin dat de zaak aan ande
ren is overgedragen. Spr. geeft een uiteen
zetting van de daarover gevoerde debatten
en verduidelijkt het standpunt, wat door de
Goerecërs steeds is ingenomen.
Voorts geeft hij een uitvoerige uiteenzet
ting van het ware karakter der S. B. Z.-
vereenigingen, omdat ook bij de leden nog
zoo vaak misverstand aanwezig is.
Komende tot de a-s. opening van het zie
kenhuis ie Dirksland zegt spr. dat het hem
een genoegen is te kunnen mededeelen dat
de aldaar geldende tarieven gelukkig geen
beletsel vormen voor het gaan naar Dirks
land, zoodat aan de vrije ziekenhuiskeuze
op geen enkele wijze behoeft getornd te
worden.
Spi. wijst er verder op dat in deze ver
gadering een bestuursverkiezing op groote
schaal moet plaats hebben. Voorzien moet
worden in de vacature van Heest, Snijder
en Troost, die periodiek aftreden, zonder
dat zij herkiesbaar zijn. Voor den heer
Breen moet epn opvolger worden aangewe
zen, terwijl op het laatste nippertje bericht
is ingekomen dat de secretaris Timmer
naar elders vertrekt. Hij wijst er op dat het
van groot gewicht is wie de S. B. Z. be
stuurt en geeft voor die besturing de richt
lijnen aan, weike steeds door de aftreden
den zijn gevolgd en die ook in de toekomst
richtsnoer moeten zijn.
De notulen der vorige vergadering wor
den daarna voorgelezen en onveranderd
vastgesteld. In een nauwkeurig jaarverslag
geeft de Secretaris daarna een opsomming
van de verrichtingen der S. B. Z. welke in
het afgeloopen jaar van een ongekenden
omvang zijn geweest. Aan het slot memo
reert de secretaris dat van den plaatselijken
geneesheer zoo weinig medewerking wordt
ondei-vonden, hetgeen te betreuren is, aan
gezien liet bestuur daardoor juist al enkele
malen kwestie met leden heeit gehad.
De Rekening over 1933, voorgedragen
door den Voorzitter, die in den loop van
het jaar de administratie van den heer
Breen overnam, wijst een verlies-saldo aan
van ruim f 1700.
Het beleid van het bestuur wordt, even
als jaarverslag en rekening zonder hoofde
lijke stemming goedgekeurd.
Tot leden der controle-commissie worden
lienoemd de heeren A. C. den Eerzamen, D.
Bruggeman Jzn. en G. Tanis en tot reserve
leden de heeren C. M. Markus, B. Jongste
en mej. H. P. Kievit.
De contributie voor 1934 blijft gehand
haafd op 2 cent per week voor de kinderen
cn 6 cent per week voor de volwassenen.
Een voorstel van het bestuur om het lid
maatschap der z.g. uitwonende kinderen
nader te omschrijven wordt zonder stem
ming aangenomen.
Overgaande tot de bestuursverkiezing
blijkt dat bij eerste stemming tot bestuurs
leden zijn gekozen de heeren A. den Eerza
men, C. de Giopper en J. Tanis Jzn. Jr., ter
wijl bij tweede vrije stemming nog worden
gekozen de heeren Bruggeman en J. de
Ronde.
Alle gekozenen begeeren hun benoeming
aan te nemen, waarna zij door den Voorzit
ter worden geluk gewenscht, die ook de
gansche vereeniging feliciteert met deze ge
lukkige oplossing der regeoringscrisis.
Alsnu neemt de vice-voorzitter den Eerza
men het woord en brengt aan de afgetre-
denen den dank der vereeniging voor alles
wat door hen voor de S. B. Z. is gedaan.
Spr. staat stil bij de voorbereiding en de
oprichting, waarna hij de moeilijkheden
schildert waarmede het bestuur in den aan
vang heeft moeten worstelen. Hij is echter
dankbaar dat de scheidende bestuursleden
steeds hun taak hebben verstaan en voor
die moeilijkheden niet zijn teruggedeinsd.
Het spijt hem dat zij het bestuur, waarin
immer een goede kameraadschap heersciite,
gaan verlaten en hij hoopt dat zij voort
durend belang zullen blijven stellen in de
zaken der S. B. Z.
De heer J. Tanis Jzn. Jr. voelt zich de
tolk der vergadering als tiij zicli namens de
leden aansluit bij de woorden van den heer
den Eerzamen. Spr. meent ecliter dat het
niet bij woorden alleen moet blijven, doch
dat op ondubbelzinnige wijze moet worden
getoond, hoe de prestaties der aftredenden
zijn gewaardeerd. Hij stelt daarom voor den
heer van Heest te benoemen tot eere-voor-
zitter en den heer Timmer tot eere-lid, welk
voorstel door de vergadering met applaus
wordt onderstreept.
De beide gedecoreerden danken voor de
hen verleende onderscheiding, waarbij de
heer van Heest er op wijst, dat, zoo min als
de stem van een zanger goed tot haar recht
komt zonder het orkest, een Voorzitter ooit
iets zal kunnen bereiken zonder de mede
werking van het bestuur. Het is dan ook
aan die medewerking te danken dat de
vereeniging is bestuurd kunnen worden,
zooals het geschiedde en als hij dan ook de
hem toegebrachte hulde aanvaard, dan
doet hij zulks als hoofd van het bestuur en
vat hij deze onderscheiding op als een de
coratie voor het gelieele college waarmede
hij heeft samengewerkt.
Hierna sluiting.
CENTRALE PROEFTUIN
GOEREE EN OVERFLAKKEE
JAARVERSLAG.
Vit het Jaarverslag van de Vereeniging
„Centrale Proeftuin voor Goeree en Over
flakkee", over het jaar 1933 nemen wij het
volgende over:
Opbrengst van den tuin. Door de
hoop op betere tijden en de uitkomsten van
1932 hebben wij het aangedurfd in (Ie be
grooting voor 1933 de opbrengst van den
tuin te ramen op f 4000. De uitkomst lieert
onze verwachtingen teleurgesteld want de
tuinbouwproducten daalden steeds in prijs
en waren soms zelfs onverkoopbaar. Van
grooten invloed is geweest de geringe op
brengst van druiven, tomaten en -roege
aardappels.
Gemiddeld besomden wij in 1931 voor
druiven 22 rent per pond, in 1932 nog 19
cent en in 19:13 slechts 14 cent.
Sla en bloemkool daalden ook, ofschoon
bloemkool niet tot de allerslechtste teelten
behoorde.
Het best in prijs waren do boonen en de
aardbeien. De opbrengst van fruit viel ook
tegen. Na deze korte opmerkingen zal het
wellicht nog verwondering wekken, dat de
opbrengst is ongeveer f 3300. terwijl het be
drag der diversen ruim f 400 is.
De teelt met versrhillende soorten bonnen
en sla wordt voortgezet en van de nieuwe
meststoffen zullen verschillende worden
aangewend.
In de laatste twee jaren ontvingen wij
veel verzoeken omtrent de teelt van witlof
Daarom wordt ook dit in den tuin gekweekt
want wanneer ons verzocht wordt, met t
een of ander gewas een proef te nemen,
wordt hipraan steeds gevolg gegeven, ook
waar 't geldt bemestingsproeven.
De qrootste vlieqtuiqwielen ter wereld, nl. die voor het qcweldiqe verkcersvlieqtuiq
der Imperial Airwaqs, op het vlieqvcld van Rochester.
De abnormale tijden hehben ons gedwon
gen de kweekkas voor andere doeleinden te
gebruiken dan de oorspronkelijke bedoeling
was. De kas is gebouwd om aan de omge
ving goede tomatenplanten te leveren op
den meest geschikten tijd. Nu evenwel geen
nieuwe kassen worden gebouwd, kunnen
worden gebouwd, moeten we wel andere
planten kweeken en ook bloemen. Your die
kas is een leening aangegaan en die moet
op tijd worden afgelost, zoodat we ons (Ie
weelde niet kunnen veroorloven het gebouw
renteloos te laten staan. Trouwens, van
hoogerhaml zijn we aangespoord alles aan
te wenden om die kas rendabel te maken
We hopen, dat ons pogen in dezen gesteund
moge worden, ook door de leden. Zijn we
de slechte jaren door, dan kan later des te
beter de tuinbouw worden gesteund.
Adviezen. De tijden zijn slecht, maar
van onverschilligheid op tuinbouwgebied
kan niet worden gesproken. Het vragen om
inlichtingen neemt eer toe dan af en t
geldt tegenwoordig meer de bedrijven die
in werking zijn. Vooral over de behande
ling van druiven wordt veel gevraagd en
vaak is het noodig dat ter plaatse mlich
tingen worden gegeven. I)it eiselit eclitei
van den tuin wel eens te veel opoffering
omdat in eigen bedrijf de leiding slecht ge
mist kan worden. Wij zelf profiteeren veel
van de adviezen van onzen tuinbouwconsu
lent dén heer Wiersma en zeggen hem
daarvoor bij dezen hartelijk dank. Ook de
leerlingen van den tuinbouwcursus vinden
in den proeftuin gelegenheid tot praktische
vorming. Bij opleving staat onze omgeving
er beter voor dan vroeger, omdat er nu oen
kern van jongelui is, die leiding kan geven.
Dat de hoop op betere tijden nng niet gewe
ken is moge blijken uit het feit. dat een
nieuwe tweejarige cursus in 't najaar van
1932 kon beginnen.
Bespuijingsproevon ,op vrur.btboornen wcr
"den bok wper gedemonstreerd, onk tegen
schurft en zoo gaat in dezen ook de voor
lichting via den proeftuin uit. We kunnen
zeggen, dat er geen gemeente is op 't eiland
die niet van den proeftuin profiteert cn
daarom zouden we onk van alle gemeenten
steun moeten ontvangen.
De exploitatiekosten moeten door subsi
dies worden gedekt en het zou zeer jammer
zijn wanneer de inrichting moest worden
opgeheven. Men moet niet vergeten, dat het
van het hoogste belang is, dat er een in
stelling is waar geheel belangeloos de best"
inlichtingen worden verstrekt, ook aan be
drijven, die in werking zijn. Bij een ge op
leving is het ook van groot gewicht, dat
aanwijzingen gegeven kunnen worden van
een inrichting udt, die op de hoogte van den
tijd is.
Geldmiddelen. Het was een 1 igen
valler, dat we van het Rijk over 1933 geen
500,— maar slec.hls 400,- zullen ontvan
gen. De Prowncie heeft 315,— toegezegd
De su'hsldieerende gemeenten vim't men
in de rekening vermeld en ook een rij van
donateurs. Wij zeggen hen hartelijk dann
voor hun medewerking.
Met genoegen vernielden wij nog de toe
treding tot donateur van de vereeniging van
oud-leerlingen van Tuinbouwcursussen Flan-
kee's Belang.
Het aantal leden bedroeg 163. Als ieder
lid nu eens een nieuw Ld aanbracht, daii
waren we in eens boven de 300.
Van de lan(llK>uwvereenigin.g, die ook de
belangen van de jaarmarkten te Sommels
dijk behartigt mochten wij een bijdrage van
100,— ontvangen waarvoor wij liartehik
dank zeggen.
We hadden gehoopt van alle boerenleen
banken op 't eiland steun te ontvangen. Tof
nog toe zijn het maar drie die als donateur
zijn toegetreden. Toen bij verschillende
landbouwers een streven ontstond één ol
meer kassen te bouwen, hebben wij een
kweekkas gesticht, teneinde ben in de ge
legenheid te stellen op alle wijzen van onze
voorlichting te dienen met i'oad en met daad.
Wie een kas heeft ondervindt dat nog
Waren de tijden niet zoo ernstig geworden
dan waren op 't eilarvd veel meer kassen
gebouwd en zoo zou de waarde van den
Proeftuin door veel meer boeren zijn erva
ren. 't Is dus in '1 belang van velen, dat de
inrichting blijft bestaan, bij believing waar
op wij allen hopen, vindt men d-e Proe'tuin
bereid .alle gegevens te verstrekV n.
Wij wijzen ook op 't belang van vr 1.1
hoornen de ervaring beeft hier goede et.
slechte soorten voor de omgeving leeren
kennen, terwijl wal de behandelin - «-
vruelitlxvomon betreft bel ""rijke gegevens
worden verstrekt.
Het zijn vooral ook landbouwers, die ons
adviezen vragen op velerlei "ohied
om hadden we gehoopt, dat elke Boeren
leenbank donateur zou worden om •- tracli
ten in deze zware tijden den Proeftuin op
de been te houden.
Wij hopen, dat een vroeger gedaan ver
zoek bij alle Boerenleenbanken een gunstig
onthaal moge vindc" en dat het getal D .-
natenrs van deze zijde vooral aanmerl.eljk
moge stijgen.
De kasverantwoording over 1933 wijst een
voordeelg saldo van 4325 en de exploi
tatierekening over dat jaar een nadeelig
slot van 1170,55.
UIT FLAKKEE!
Mocht ik eenige weken geleden onder
j ljQtz."U.(j.fi op^aheifi. pop opwekking doen, al
len voor één te zijn, dit vvei'd dezer dagen
bewezen en een hartelijk woord van dank
aan allen, zonder uitzondering, zoowel den
eigen boor als den armen pachter, deii am
bachtsman els den arbeider. Dat hieruit
moge blijken, dat spreken zilver, maar
zwijgen goud is. Sprak ik in mijn vorig
schrijven over executie en boerenafslach-
ting, thans is gebleken, dat het publiek
zulks niet wil, zij het dan op enkele uitzon
deringen, zooals o.G. een advocaat schreef.
Moge liet zóö blijven, ook bij verhuring, en,
indien mogelijk, om eventueele liefhebbers
te boycotten. Hier ligt de macht bij onze
diverse crisisinste.llingen, indien zij een der
gelijke voorwaarde opnamen.
Zeker zijn de tijden slecht, zeer slecht,
maar juist is het, dus dubbel waakzaam
te zijn voor onze drie Centrale Landbouw
Organisaties. Thans is de richtprijs van de
tarwe verlaagd, suikerbieten één gulden ai
richtprijs mindr met 10 minder uitzaai,
aardappelen zijn gehouden cip zelfde opper
vlakte als 1933, terwijl de prijs, indien er
geregeld moet worden, weer onvoldoende is.
Men kan zoo voort gaam, maar iedere boer
voor zichzelf weet liet het beste, en er zijn
hoeren, voor wie 1933 nog slechter was das
1932, ondanks meerdere steunmaatregelen,
en op het oogenblik ziet 1934 er geenszins
Hoopvoller uit. Toch pakt ieder weer flink
aan omdat het moet, in de hoop van beter,
dat tarwe oude richtprijs moge worden,
suikerbieten voldoende gesteund worden.
Vol vertrouwen en hoop, dat in 1934 door
geen enkel landbouwer gebrek en h-onger
geleden worde, daar dit reeds veel is gele
den. zooals een landbouwer erkende, dat hij
reeds drie jaren ontbering heeft geleden,
opdat na ingetreden verbetering bij de boe
ren, het ambachtsman en arbeider ten
goede komen zal.
Met dank, M. de R., voor verleende plaats
ruimte, W.
ANTWOORD VAN DEN HEER HOGEWEG
AAN DEN HEER BOEZEMAN
On liet eerste gedeelte van uw schrijven
ga ik maar niet in Dat is me de moeite niet
waard. Alleen wil ik u de raad geveil, voor
u weer zoo iets schrijft, eerst beter te intor
mee run. D.it is toch zeker de allerminste
eiscb w el, die men aan een leider mag stel
len? Toen ik namelijk op de vergadering
der H.V.L. te Middeiharnis sprak, was de
Generaal niet eens aanwezig.
Nu wat liet tweede betreft.
Ook hier maakt u een fout, omdat u niet
goed hebt gelezen of niet goed geïnformeerd.
U schrijft o.a., dat ik volgens de verslagen
der plaatselijke bladen (meervoud) lieli ge
citeerd uit een artikel van Jan Baars. Waar
hebt u dat gelezen in de „Maas"? Noch in
liet verslag dor vergadering van de B.V.L.,
noch in het verslag van de jaarvergadering
der Jongelingsvereeniging, kunt u dat vin
den.
Voorts maakt u de opmerking, dat liet
stukje niet voorkomt in de „Fascist" van
7 April.
Deze zin bewijst, hoe zwak u in deze zaak
staat. Als ik duidelijk zeg, dat liet stukje
voonkomt in „De Bezem" moet u niet zeg
gen, dat het niet staat in de „Fascist".
V/'l heb ik op de vergadering (en daar
over bent u zeker wat gepikeerd geweest)
gezegd dat ik uw partij, wat betreft de eer
bied voor het gezag, op een lijn stel met de
fascisten, die dat „mooie" stukje in „De
Bezem" hebben geschreven.
Of vindt u liet welopgevoed en blijk geven
van beschaving als er in u vv partijblad „I)o
Bezem", 2e jaargang, no 13, een open brief
wordt gezel aan den Koning van een be
vriende mogendheid met het opschrift:
Open brief aan Albert
en een aanspraaktitol: „Opperste Krijgs-
ineneerl".
De communisten kunnen liet niet bontet;
maken.
ik vraag u, is het aankweeken van eer
bied voor het wettig gezag, als in uw partij
blad een portret wordt geplaatst van den
Minister, die aan de V.A.R.A. óók radio-
zendtijd toestond, niet het onderschrift: De
radio-slaaf der S.D.A.P., terwijl er boven
geplaatst werd: Criminologie. „Een „onzer"
regeeidérs'(Let ook even op de aanhalings
teekens).
En dat uw partij revolutionair is, bleek
reeds bij liet verschijnen van de 1ste jaar
gang van uw partijblad. Daar vinden we:
„Hoog boven de ]aat-de-!loeven-los-mental,-
teit, staat het fascisme, dat de zware last
van het geweld voor anderer welzijn
wil torsen langs het pad des gevaars".
Voorts: „De leden van het Tweede Kamer
tje alleen ontvangen te zamen f 500.000
steun, f 5000 per stuk. Duldt gij dat? Mede
vverkloozen, weldenkende arbeiders van Ne
derland. als zij dan niets kunnen doen voor
ons, voor allen, jaagt ii en dan naar
huis!"
Dit stukje bezien in het licht van deze
zin uit uw partijblad: „De schrijver voert
niet graag pennestrijd, dat leidt maar af
van onze eigenlijke strijd met de vuist" heeft
zeker wel wat te zeggen.
Dat ook de heer Baars dit standpunt in
neemt. blijkt uit de bijlage van „De Bezem"
jaargang lil no 17, mede onderteekcnd door
den heer Baars, waar staat: „Alsof vv ij bang
waren voor een vechtpartij!"
Voorts uit „De Bezem" van 13 Nov. 1931
waar Baars zelf redacteur van was. Hierin
schrijft hij. als hij liet heeft over de Com
munisten bij de Hembrug: „Wanneet'
gooit de Regeering dergelijke individuen
buiten de poort? Terstond? ofmoeten
wij het doen?"
Aan de kop van het nieuwe blad „Dó
Fascist", redacteur de heer Baars, liet hij
drukken; „Als een Regeering niet mee;- re-
geeren kan houdt ze op wettig te zijn en
wie de macht heeft haar onderste-boven te
gooien, heeft er ook het recht en de
plicht toe".
Zoolang uw partij deze en nog veel meer
uitlatingen niet herroept, moet u mij nier.
kwalijk nemen, dat ik uw partij op één lijn
stel met de fascisten, die dat „mooie" stukje
in „De Bezem" hebben geschreven en met de
Communisten.
Voorts zeg ik tl dank, dat ik door uw toe-
doen liet revolutionair beginsel van uw
jvaitil even wat duidelijker naar voren heb
kunnen brengen.
Hoogachtend. A. A. HOGEWEG.
(Redactie. Dit schrijven van den
hetr Hogevveg moet ons reeds eenige weken
geleden toegezonden zijn. Door een niet meer
na te gane oorzaak heeft het ons ecliter
niet bereikt. Waar we indertijd het schrij
ven van den heer Boezeman opnamen, daar
plaatsen we natuurlijk ook dit antwoord van
den heer Hogevveg, die op ons verzoek be
reid was ons een duplicaat van zijn zoek
geraakten brief te zenden).
NIEUWE LOONSVERLAGING BIJ
DE SPOORWEGEN?
De Minister van Waterstaat heeft
aan de directie van de Nederlandsche
Spoorwegen zijn voornemen te ken
nen gegeven om met ingang van
1 Januari 1935 de ioonen en salarissen
van het spoorwegpersoneel opnieuw
met 5 pet. te verlagen.
Historisch verhaal over de gebeurtenissen
van 1830-1833
Door J. SNOEP Jr.
(16
Even hadden de jongens gezwegen, 't Was
toen ze 't nieuwe kerkhof bij 't Blauwhuis
voorbij gingen. Allen hadden ze denzelfden
kant uitgekeken: heelemaal rechts, bij die
groote zware treurwilgen.
.Daar ligt hij begraven", zei Geurt zacht
en Henk en Piet knikten met het hoofd.
Ze dachten nog wel eens aan Jan van
Zomeren er ging bijna geen dag voorbij
of Geurt moest aan z'n vroeg-gestorve.1
vrindje denken maar er was in dezen
tijd zooveel, dat al hun denken in beslag
nam.
Toen ze 't kerkhof voorbij waren, hadden
ze nog een poosje gezwegen; maar spoedig
had hun blijheid en levenslust alle andere
gedachten weer overwonnen, en flink had
den ze doorgestaipt tot vlak bij de kerk,
waar Piet zijn boodschap moest doen.
Hij had van Bosman zoo heette de
boer zes groote peren gekregen en die
eerlijk met z'n makkers gedeeld: ieder
twee en aanstonds hadden ze de jonge, gra
ge tanden er in gezet.
En nu zijn ze weer op den terugweg naar
Dordt. 't Is nog wel drie kwartier loopen,
maar ze maken geen haast. Voor stadsjou-
gens is 't een heerlijkheid buiten te zijn: in
de- vrije, frissohe natuur, waar je je heel
anjers' .voelt dan in de nauwe, bedompte
straten.
't is nog vroeg, ze kunnen best vóór don
ker thuis zijn, en daarom zegt Henk: .Da
ten we 'n poosje in 't gras gaan zitten".
Ze zitten daar naast elkaar en ze kijken
naar de hoornen en naar de koeien, die in
gindscihe weide loopen, en naar den molen
de statig z'n kop opsteekt boven 'n omtrek,
die al schijnt te sluimeren.
Henk heeft z'n peren al op, maar Piet en
Geurt zijn nog aan hun laatste bezig. En ze
nemen kleine hapjes om 't genot zoo Lang
mogelijk te rekken.
Ze zitten daar en praten en lachen met
elkaar, en niemand let op de zon, die bo
ven de stad ais een roode bol wegzinkt in
de kim.
Plots schrikken ze op. Ben groote hond
heeft Piet bijna in z'n beenen te pakken en
met woest geblaf rent 't wilde dier heen en
weer.
De jongens zijn opgesprongen. En Henk
houdt een grooten stok gereed: als de hond
hem te na mocht komen, zal hij er van lus
ten! Ze zijn niet bang en ook niet van plan
zioh zoo maar in de beenen te laten bijten.
„Ga je weg!" schreeuwt Henk en hij slaat
met z'n stok naar den hond, met 't gevolg,
dat 't beest nóg woester wordt en nog har
der te keer gaat.
„Daar zitten ze!" hooren de jongens op
eens roeipen en opkijkende zien ze een boe
renknecht in groote sprongen naderen. En
achter den knecht holt een oude man ia
blauwe kiel zeker de -boer zelf.
De jongens zijn zioh van geen kwaad be
wust, maar toch voelen ze ziich minder op
hun gemak. Wat heeft al dat lawaai te be-
teekenen
„Ja, dat zijn ze!" schreeuwt de boer en hij
holt nog harder om bij de jongens te komen.
„Dat zijn de perendieven!"
Nu er hulp nadert komt de hond weer
dichterbij en hij schiet op Henk af, dtie mei
z'n stok dreigt. Mar de jongen heeft z'n
oogen goed open en vóór 't woeste beest z'n
tanden kan gebruiken, krijgt 't een goed
gemikten slag boven op z'n kop. Jankend
drui.pt de hond af, met z'n staart tusschen
de pooten.
Maar door dit flink en snel handelen van
den knaap wordt de boer nog nijdiger.
„Durven d e perendieven nou ook m'n
arme Bello nog te slaan? Wacht, ik zal je!"
Nu staat hij met gebalde vuisten voor
Henk; de boosheid schittert in z'n oogen en
verwringt z'n gezicht.
„Perendieven! vaart hij uit. „Leelijke
schapekoppen!"
„Kijk, hij heeft nog 'n stuk peer in z'n
hand!" schreeuwt de knecht, op Geurt wij
zend, die er bleek en verschrikt bij staat
„Ik ben geen dief!" huilt de jongen, ter
wijl hem dé tranen in de oogen springen.
„Hoe Hom je dan aan die peer?"
•Dat gaat jou n-iks aanl" twoordt Itenk
en hij neemt z'n stok nog vaster in de ha"<l.
Voor een hond te hij niet bang, evenmin
voor een leelij.ken Ixierenknecht, die hen
voor dieven durft schelden.
De knecht raakt buiten zichzelf door drift
en nijd en hij wil zich op den jonger wer
pen. Maar Henk staat daar in dreigende
houding, den stok gereed om toe te slaan
Geurt en Piet kunnen niet veel meer en
dan afwachten hoe deze zonderlinge ge-
Schapekoppen is de meest bekende
scheldnaam, die Dordtenaars sedert écu oen
tot op dezen dag dragen.
schiede .is zal afloopon. En de oude boer,
die zioh buiten adem heeft geloopen, enut
den tijd om weer wat op verhaal te komen.
„Hier die stok!" schreeuwt de knecht,
dóch Henk denkt er niet a-a., zijn geducht
watten zoo maar af te geven. Maa-r met eer.
luiden gil laat hij opeens den stok zakken
De hond is onverwachts weer genaderd en
zet z'n tanden in Henks stevige beenen
„Koest Beiioi", roept de boer, en de hond
gaat achter z'n baas staan.
„Ga jij de veldwachter halen. Jaap!" zegt
de boer tot zijn knecht. ,Dan zullen we eens
kijken of dit do perendieven zijn". Hij zegt
dit met 'n triomfantelijken klank in z n
stem en de knecht holt al weg om dén veld
wachter te halen. Die woont vlak bij en kan
zoo hier zijp.
De boer heeft Henks stok genomen en
staat daar groot en dreigend vóór de jon
gens. Telkens werden in zijn boomgaard
peren en appelen gestolen. En hoe hij ook
op loer lag de d'even -en niet 'e vin
den. En nu opeens had een buurman ge
roepen, dat laags den dijik drie jongens pe
ren zaten te eten. Ze kwamen uit de rich
ting van zijn boomgaard had buurman er
bij gezegd, en do boer was aanstonds met
knecht en hond er op uitgetrokken om met
de dieven af te rekenen.
Nu héd hij ze daar was geen twijfel
aan, ook al zeiden de jongens, dat ze -tets
van den diefstal wisten. Maar dat zou
straks wel uitkomen de veldwachter kon
zóó bier zijn.
De hond had nog een poosje rond geloo
pen; als hij in de buurt van Henk kwam
liet hij z'n tanden z en. Maar toen een -oo
te griixp kater zicli in de buurt vertoonde,
scheen Bello de jongens en z'n baas te ver
geten, want in groote sprongen en onder
luid geblaf zette hij de kat achterna.
De boer was dus alleen bij ziin ec .nge-
nen achtergebleven; hij ging zóó stam, dat
de jongens aan ontvluchten niet behoefden
te denken.
Geurt en Piet blijven kalm: ze zijn on
schuldig aan 't kwaad, waarvan de boer hen
verdenkt, en als straks de veldwachter
komt kunnen ze hun onschuld bewijzen
ook. Alleen zucht Geurt als hij bemerkt, dal
't duister begint te worden. Ze hehben hun
moeder stellig moeten beioven vóór den
donker thuis te zijn. Moeder zal wel denken
dat ze het gehoorzaam willen zijn. Maar
wie kon ook vooruit den-ken aan een nijdigen
wantrouwenden boer? Ze zullen thuis alles
maar eerlijk vertellen. En Henk z'n been zal
bewijzen, dat ze volle waarheid spreken
Henk voelt de scherjje hondentanden nog
in z'n heen. Maar nog méér pijnt 't hom,
dat hij hier als een betrapte perendief moet
wachten tot de veldwachter komt. Hij zou
dien boer wel willen aanvliegen. Maar de
dikke stok houdt hem in toom en wie weet
of dat valsche moimel van 'n hond strak.»
weer niet zal komen aanvliegen. Maar om
hier als d i e f te moeten staan o. hij balt
z'n vuisten en de tranen springen hem in z'n
oogen.
De boer ziet de tranen en begint te grin-
ne.ken. „Ja, wacht maar, baasje de veld
wachter zal zóó hier zijn. En dan moet ie
nog maar eens zeggen dat je geen peren uit
m'n boogerd gestolen hebt'.
.Maar we zijn heelemaal niet in je boo
gerd geweest en weten zelfs niet waar die
is", huilt de jóngen, tot in z'n ziel veront
waardigd. Hij maakt een paar heftige be
wegingen met zijn armen.
De boer heft den stok reeds op: zoo'n
stadsohe jongen, die in 't nauw zit, is tot
alles in staat. „Blijf staan!" schreeuwt hij.
„Blijf staan! of ik zal je
Maar de jongen blijft niet staan. En de
boer heeft gejij-k: Henk Rijkers is pp dit
oogenblik tot alles in staat. Hij heeft heel
wat wandaden op z'n kerfstok en in huis
en op school heeft hij geleerd dat wie kwaad
doet ook z'n straf moet ondergaan. Henk
weet maar al te goed, dat hij heusch geen
heilig boontje is. Maar om tiier als perendief
te worden aangezien, terwijl geen haar
z'n hoofd er aan heeft gedacht peren ta
stelen o, due gedachte is den jongen on
dragelijk en als hij er goed over nadenkt
zou hij dien ouden, leelijken boer wel willen
aanvliegen.
Wat hij van plan is weet hij zelf niet,
maar hij bedankt er voor hier langer te blij
ven staan. En nu de boer dreigend den
stok opheft, wordt Henk woedend, 't Lijkt
wel of er vuur in zijn oogen schittert en
woest springt hij naar voren.
De boer schrikt er van. Zijn boosheid waa
ai heel wat bedaard, toen hij bij de jongens
de wacht hield. De veldwachter zou ze een
flinke schroblieering geven had hij bij
zichzelf bepeinsd en dan zouden de jon
gens misschien met een les voor heel hun
leven, naar huis ganMaar die grootste
scheen een heel brutale te zijn ja zoo'n
jongens was tot Alles in staat
Henk Rijkers springt vooruit en de boer
springt achteruit. En die plotselinge bewe
ging wordt den man z'n ongeluk. Hij lelie
wel op den jongen vóór hem, maar r.'et op
de sloot achter hem. Met een luiden
schreeuw tuimelt hij achterover en hij
plonst neer in de smerige moddersloot,