MAAS- EN SCHELDEBODE WOENSDAG 7 MAART 1934 LEDENVERGADERING VAN „SOMMELSDIJK" ALGEM. LEDENVERGADERING DER S.B.Z. Ingezonden Stukken OM DE EER VAN DE VLAG De Vereen, ter bevordering van de verkrij ging van onroerend goed door landarbeiders „Sommelsdij-k" hield Donderdag j.l. in hotel Spee te Sommelsdijk haar algemeene leden vergadering. De Voorzitter de heer Joh. van den N i e u w e n d ij k, opent de vergadering niet alle leden een hartelijik welkom toe te roe pen. Na het lezen der notulen komt de reke ning 1933 in behandeling, welke door Com missarissen van toezicht is nagezien en in orde bevonden. De secretaris der vereeniging, de heer Jan Knape Mzn., geeft een overzicht van het afgeloopen jaar. Spr. constateert, dat het maken van een jaarveslag steeds moeilijker wordt, omdat er ieder jaar meer nare din gen zijn te vermelden. Ook van het jaar 1933 valt er weinig goeds te zeggen. We z tten nog midden in de crisis en de toekomst is donkerder dan ooit. Ook in het vereenigings leven wordt dit steeds meer merkbaar. Dat 'blijfet ook uit het aantal leden, dat nog steeds teruggaat en momenteel 97 bedraagt. Er zijn nog veel arbeiders d- e geen lid zijn der vereeniging. Ze kijken de zaak rustig achterop. De taak van het bestuur is allesbehalve benijdenswaard, er behoort moed toe om het schip niet aan de zee over te geven. Alleen hum verantwoordelijkheidsgevoel doet de leden op hun posten blijven. Er staan nog verschillende pachten te be talen. Veel daarvan zal dit voorjaar nog wel binnenkomen. Met de Inning der pachten wordt het grootst mogelijke geduld gebruikt De arbe der is nu eenmaal niet kapitaal krachtig. Verschillende pachters, die verle den voorjaar nog pachten moesten betalen, hebben dat in den zomer met enkele guldens gelijk aangezuiverd. Spr. brengt felle critiek uit op een paar pachters, die hadden kunnen betalen, maar dat niet hebben gedaan. Enkele pachters hebben de huur van hun perceeltje land opgezegd. Dat heeft het be stuur erg teleurgesteld. Het heeft eerst alle moeite gedaan om land te krijgen en nu la ten de arbeiders het bestuur er mee zitten. Het is eigenlijk onverantwoordelijk zooals die mensohen doen, maar spr. wil daar ver der niet veel van zeggen. De maatschappij heeft nooit veel gedaan om den arbeider een hooge moraal bij te brengen. Maar voor hot bestuur is bet een onprettige geschiedenis. Enkele perceeltjes moesten beneden den geldenden prijs van de hand worden gediaan Spr. vindt het dom van die pachters, die hun land hehben laten gaan. Als de boeren ook eens gingen staken wat moest er dan van ons e land terecht komen. Dan stonden van de zomer alle arbeiders op straat. We moeten er om denken dat de maatschappij niet in stand gehouden wordt met wat werk loozensteun. Br zal weer gewerkt moeten worden! Spr. kan verschillende arbeiders niet begrijpen, die liever dag aan dag komen stempelen, dan .eens een kans te wagen. Drie weken lang heeft spr. de opengekomen per- ceelen geannonceerd in het stempellokaal. Daar komen toch wel arbeiders! Maar er was geen belangstelling voor, 't is of er de fat uit is! Waarom probeeren ze het ook niet eens. Een perceel land kunnen ze be werken in de avonduren of in hun werkloo- zen tijidL Of denken ze misschien, dat ze van den zomer niet eens werkloos zullen we zen, of dat er volop steun zal worden gedeeid De tijden dat er honderd gulden en meer aan een perceeltje verdiend werd zijn voor bij, daar behoeven ze niet op te wachten. Spr. begrijpt dat een arbeider op den duur niet'met verlies kan werken. Maar er zijn arbeiders, de er een vreemde berekening op na houden. Ze eten uit hun perceeltje wat het voor eetbaars oplevert en dan zeggen ze als ik nu mijn loon ook nog reken, dan kom ik er eigenlijk op tekort. Er waren zelfs pachters, die hun land hebben laten gaan, maar duur hofland behielden. Wat voor voor deel zit daar nu in! De pachten voor 1934 zijn verlaagd kun nen worden tot 27 ets. per roede. Dat is een gevolg van de omstandigheid, dat de Ge meenteraad heeft toegestaan, om de aflos singstermijn van de voorschotten te verlen gen tot 75 jaren. Spr. brengt het Gemeentobe stuur dank, dat het heeft ingez en, dat hier iets gedaan kon worden voor den arbeider van blijvende waarde. De groote bereidwil ligheid, waarmede men de verlenging van den aflossingstermijn heeft toegestaan heeft ongetwijfeld een goeden indruk op de ar beiders gemaakt. Spr. zet uiteen hoe het komt dat verschil lende andere vereenig. ngen meer van de pacht af konden doen dan hier het geval teas. Deze vereeniging heeft de voorechoften indertijd reeds gekregen met een aflossings termijn van 50 jaren. De pachten zijn heel scherp berekend, zoo zelfs, dat spr. alleen noodgedwongen in de bestuursvergadering zijn stem er aan kon geven. Maar het be stuur stond voor het feit, dat de pachten naar beneden moesten, kostte wat het kostte Daarom zal ook niet worden geduld, dat er pacht achterblijft, en de n et verhuurde per ceelen zullen zoo spoedig mogelijk aan den man gebracht moeten worden. Spr. eindigt met een woord van persoon lijken aard in verband met zijn periodieke aftreding. Hij heeft vanaf de reorganisatie der vereeniging het secretariaat waaigeno- men en heeft in d en tijd nog al wat erva ringen geboekt, welke meestal niet van de aangenaamste waren. In het begin ging dat goed. De arbeiders vviiden graag land hebben en spr. heeft zijn tijd en werkkracht gegeven om de arbeiders aan land te helpen. De tijden veranderen en de arbeiders kwa men met spr. ook in aanraking in zijn kwalite t van orgaan voor de werkloozenzorg in die kwaliteit heeft men spr. wel eens minder aardig gevonden. Zelfs heeft bet or gaan van den N'ederlandachen Bond van ar beiders in het Landbouw, Tuinbouw en Zui velbedrijf zich niet ontzien om een leugenachtig bericht te plaatsen om er politieke munt uit te slaan Dat bericht is afkomstig van de arbeiders en spr. heeft zich toen afgevraagd of hij dat aan de arbeiders verdiend had. Dat spr. het als orgaan der werkloozenzorg niemand naar den zin kan maken behoeft niet te verwonderen, want dat kan n e- mancL Het is niet spr. bedoeling de werkloo zenzorg ter sprake te brengen want dat be hoort op deze vergadering niet thuis, maar het is noodig, dat de positie tuseehen hem en de arbeiders afgebakend wordt Daartoe zal spr. een verklaring afleggen en dat -s deze: dat hij met hart en ziel de belangen der arbeiders is toegedaan! Maar dat niet op één wijze. Spr. heeft altijd getracht zich voor eenzijdigheid te hoeden. Er zijn meer belangen in de maatschappij. En ook moet geen enkel lid der vereeniging denken, dal hij bij spr. als orgaan der werkloozenzorg iets voor heeft boven anderen, die geen l.d zijn. Spr. werkt niet om mens-chengunst, want dan zou zijn taak vaak minder moeilijk zijn Het is heel wat gemakkelijker om het de menseden naar den zin te maken, dan om eerlijk en rechtvaardig te blijven. Spr. heeft zich herkiesbaar gesteld, omdat hij de vaste overtuiging heeft, dat God hem onder het arheidersvolk een taak ter vervul ling heeft gegeven. In de vervulling van die taak heeft hij naar eigen overtuiging vaak gedwaald, maar daarom verwacht hij het ook niet van zichzelf maar alleen van God, die hem tot zijn werk heeft bekwaam ge maakt. De heer Bom, commissaris van toezicht der vereeniging, brengt den secretaris hulde voor alles wat hij voor de vereenigng heeft willen doen en stelt voor hem bij acclamatie te herbenoemen, waarmee de vergadering in stemt. De heer Knape verklaart deze herbenoe ming te aanvaarden, dankt de leden voor net in hom gestelde vertrouwen en belooft ai zijn krachten aan de vereeniging te zulien geven. Tot commissarissen van toezicht worden herbenoemd de heeren J. Holleman en J. Bom. Nadat nog enkele leden verschillende on derwerpen ter sprake hadden gebracht word de vergadering gesloten. Vrijdag 2 Maart werd te Goedereede de algemeene ledenvergadering der S. B. Z. gehouden. Voorzitter de heer J. van Heest, in zijn openingswooi-d constateert de Voorzitter dat do vereeniging in het afgeloopen jaai met moeilijkheden heeft te kampen gehad. Van de gekweekte reserve is een belangrijk deel aangesproken, aangezien het aantal uitzen dingen grooter was dan ooit. Daarna me moreert spr. het overlijden van den heer D. Breen, die vanaf de oprichting do geldmid delen heeft beheerd. In gevoelvolle bewoor dingen schetst spr. den persoon van den overledene en zijn verdiensten ten aanzien van de S. R. Z. en zegt dat deze doodo voor ons steeds levend zal blijven. Hierna deelt spr. mede dat de vliegveld- kwestie in de centrale eindelijk is beslecht en wel in dien zin dat de zaak aan ande ren is overgedragen. Spr. geeft een uiteen zetting van de daarover gevoerde debatten en verduidelijkt het standpunt, wat door de Goerecërs steeds is ingenomen. Voorts geeft hij een uitvoerige uiteenzet ting van het ware karakter der S. B. Z.- vereenigingen, omdat ook bij de leden nog zoo vaak misverstand aanwezig is. Komende tot de a-s. opening van het zie kenhuis ie Dirksland zegt spr. dat het hem een genoegen is te kunnen mededeelen dat de aldaar geldende tarieven gelukkig geen beletsel vormen voor het gaan naar Dirks land, zoodat aan de vrije ziekenhuiskeuze op geen enkele wijze behoeft getornd te worden. Spi. wijst er verder op dat in deze ver gadering een bestuursverkiezing op groote schaal moet plaats hebben. Voorzien moet worden in de vacature van Heest, Snijder en Troost, die periodiek aftreden, zonder dat zij herkiesbaar zijn. Voor den heer Breen moet epn opvolger worden aangewe zen, terwijl op het laatste nippertje bericht is ingekomen dat de secretaris Timmer naar elders vertrekt. Hij wijst er op dat het van groot gewicht is wie de S. B. Z. be stuurt en geeft voor die besturing de richt lijnen aan, weike steeds door de aftreden den zijn gevolgd en die ook in de toekomst richtsnoer moeten zijn. De notulen der vorige vergadering wor den daarna voorgelezen en onveranderd vastgesteld. In een nauwkeurig jaarverslag geeft de Secretaris daarna een opsomming van de verrichtingen der S. B. Z. welke in het afgeloopen jaar van een ongekenden omvang zijn geweest. Aan het slot memo reert de secretaris dat van den plaatselijken geneesheer zoo weinig medewerking wordt ondei-vonden, hetgeen te betreuren is, aan gezien liet bestuur daardoor juist al enkele malen kwestie met leden heeit gehad. De Rekening over 1933, voorgedragen door den Voorzitter, die in den loop van het jaar de administratie van den heer Breen overnam, wijst een verlies-saldo aan van ruim f 1700. Het beleid van het bestuur wordt, even als jaarverslag en rekening zonder hoofde lijke stemming goedgekeurd. Tot leden der controle-commissie worden lienoemd de heeren A. C. den Eerzamen, D. Bruggeman Jzn. en G. Tanis en tot reserve leden de heeren C. M. Markus, B. Jongste en mej. H. P. Kievit. De contributie voor 1934 blijft gehand haafd op 2 cent per week voor de kinderen cn 6 cent per week voor de volwassenen. Een voorstel van het bestuur om het lid maatschap der z.g. uitwonende kinderen nader te omschrijven wordt zonder stem ming aangenomen. Overgaande tot de bestuursverkiezing blijkt dat bij eerste stemming tot bestuurs leden zijn gekozen de heeren A. den Eerza men, C. de Giopper en J. Tanis Jzn. Jr., ter wijl bij tweede vrije stemming nog worden gekozen de heeren Bruggeman en J. de Ronde. Alle gekozenen begeeren hun benoeming aan te nemen, waarna zij door den Voorzit ter worden geluk gewenscht, die ook de gansche vereeniging feliciteert met deze ge lukkige oplossing der regeoringscrisis. Alsnu neemt de vice-voorzitter den Eerza men het woord en brengt aan de afgetre- denen den dank der vereeniging voor alles wat door hen voor de S. B. Z. is gedaan. Spr. staat stil bij de voorbereiding en de oprichting, waarna hij de moeilijkheden schildert waarmede het bestuur in den aan vang heeft moeten worstelen. Hij is echter dankbaar dat de scheidende bestuursleden steeds hun taak hebben verstaan en voor die moeilijkheden niet zijn teruggedeinsd. Het spijt hem dat zij het bestuur, waarin immer een goede kameraadschap heersciite, gaan verlaten en hij hoopt dat zij voort durend belang zullen blijven stellen in de zaken der S. B. Z. De heer J. Tanis Jzn. Jr. voelt zich de tolk der vergadering als tiij zicli namens de leden aansluit bij de woorden van den heer den Eerzamen. Spr. meent ecliter dat het niet bij woorden alleen moet blijven, doch dat op ondubbelzinnige wijze moet worden getoond, hoe de prestaties der aftredenden zijn gewaardeerd. Hij stelt daarom voor den heer van Heest te benoemen tot eere-voor- zitter en den heer Timmer tot eere-lid, welk voorstel door de vergadering met applaus wordt onderstreept. De beide gedecoreerden danken voor de hen verleende onderscheiding, waarbij de heer van Heest er op wijst, dat, zoo min als de stem van een zanger goed tot haar recht komt zonder het orkest, een Voorzitter ooit iets zal kunnen bereiken zonder de mede werking van het bestuur. Het is dan ook aan die medewerking te danken dat de vereeniging is bestuurd kunnen worden, zooals het geschiedde en als hij dan ook de hem toegebrachte hulde aanvaard, dan doet hij zulks als hoofd van het bestuur en vat hij deze onderscheiding op als een de coratie voor het gelieele college waarmede hij heeft samengewerkt. Hierna sluiting. CENTRALE PROEFTUIN GOEREE EN OVERFLAKKEE JAARVERSLAG. Vit het Jaarverslag van de Vereeniging „Centrale Proeftuin voor Goeree en Over flakkee", over het jaar 1933 nemen wij het volgende over: Opbrengst van den tuin. Door de hoop op betere tijden en de uitkomsten van 1932 hebben wij het aangedurfd in (Ie be grooting voor 1933 de opbrengst van den tuin te ramen op f 4000. De uitkomst lieert onze verwachtingen teleurgesteld want de tuinbouwproducten daalden steeds in prijs en waren soms zelfs onverkoopbaar. Van grooten invloed is geweest de geringe op brengst van druiven, tomaten en -roege aardappels. Gemiddeld besomden wij in 1931 voor druiven 22 rent per pond, in 1932 nog 19 cent en in 19:13 slechts 14 cent. Sla en bloemkool daalden ook, ofschoon bloemkool niet tot de allerslechtste teelten behoorde. Het best in prijs waren do boonen en de aardbeien. De opbrengst van fruit viel ook tegen. Na deze korte opmerkingen zal het wellicht nog verwondering wekken, dat de opbrengst is ongeveer f 3300. terwijl het be drag der diversen ruim f 400 is. De teelt met versrhillende soorten bonnen en sla wordt voortgezet en van de nieuwe meststoffen zullen verschillende worden aangewend. In de laatste twee jaren ontvingen wij veel verzoeken omtrent de teelt van witlof Daarom wordt ook dit in den tuin gekweekt want wanneer ons verzocht wordt, met t een of ander gewas een proef te nemen, wordt hipraan steeds gevolg gegeven, ook waar 't geldt bemestingsproeven. De qrootste vlieqtuiqwielen ter wereld, nl. die voor het qcweldiqe verkcersvlieqtuiq der Imperial Airwaqs, op het vlieqvcld van Rochester. De abnormale tijden hehben ons gedwon gen de kweekkas voor andere doeleinden te gebruiken dan de oorspronkelijke bedoeling was. De kas is gebouwd om aan de omge ving goede tomatenplanten te leveren op den meest geschikten tijd. Nu evenwel geen nieuwe kassen worden gebouwd, kunnen worden gebouwd, moeten we wel andere planten kweeken en ook bloemen. Your die kas is een leening aangegaan en die moet op tijd worden afgelost, zoodat we ons (Ie weelde niet kunnen veroorloven het gebouw renteloos te laten staan. Trouwens, van hoogerhaml zijn we aangespoord alles aan te wenden om die kas rendabel te maken We hopen, dat ons pogen in dezen gesteund moge worden, ook door de leden. Zijn we de slechte jaren door, dan kan later des te beter de tuinbouw worden gesteund. Adviezen. De tijden zijn slecht, maar van onverschilligheid op tuinbouwgebied kan niet worden gesproken. Het vragen om inlichtingen neemt eer toe dan af en t geldt tegenwoordig meer de bedrijven die in werking zijn. Vooral over de behande ling van druiven wordt veel gevraagd en vaak is het noodig dat ter plaatse mlich tingen worden gegeven. I)it eiselit eclitei van den tuin wel eens te veel opoffering omdat in eigen bedrijf de leiding slecht ge mist kan worden. Wij zelf profiteeren veel van de adviezen van onzen tuinbouwconsu lent dén heer Wiersma en zeggen hem daarvoor bij dezen hartelijk dank. Ook de leerlingen van den tuinbouwcursus vinden in den proeftuin gelegenheid tot praktische vorming. Bij opleving staat onze omgeving er beter voor dan vroeger, omdat er nu oen kern van jongelui is, die leiding kan geven. Dat de hoop op betere tijden nng niet gewe ken is moge blijken uit het feit. dat een nieuwe tweejarige cursus in 't najaar van 1932 kon beginnen. Bespuijingsproevon ,op vrur.btboornen wcr "den bok wper gedemonstreerd, onk tegen schurft en zoo gaat in dezen ook de voor lichting via den proeftuin uit. We kunnen zeggen, dat er geen gemeente is op 't eiland die niet van den proeftuin profiteert cn daarom zouden we onk van alle gemeenten steun moeten ontvangen. De exploitatiekosten moeten door subsi dies worden gedekt en het zou zeer jammer zijn wanneer de inrichting moest worden opgeheven. Men moet niet vergeten, dat het van het hoogste belang is, dat er een in stelling is waar geheel belangeloos de best" inlichtingen worden verstrekt, ook aan be drijven, die in werking zijn. Bij een ge op leving is het ook van groot gewicht, dat aanwijzingen gegeven kunnen worden van een inrichting udt, die op de hoogte van den tijd is. Geldmiddelen. Het was een 1 igen valler, dat we van het Rijk over 1933 geen 500,— maar slec.hls 400,- zullen ontvan gen. De Prowncie heeft 315,— toegezegd De su'hsldieerende gemeenten vim't men in de rekening vermeld en ook een rij van donateurs. Wij zeggen hen hartelijk dann voor hun medewerking. Met genoegen vernielden wij nog de toe treding tot donateur van de vereeniging van oud-leerlingen van Tuinbouwcursussen Flan- kee's Belang. Het aantal leden bedroeg 163. Als ieder lid nu eens een nieuw Ld aanbracht, daii waren we in eens boven de 300. Van de lan(llK>uwvereenigin.g, die ook de belangen van de jaarmarkten te Sommels dijk behartigt mochten wij een bijdrage van 100,— ontvangen waarvoor wij liartehik dank zeggen. We hadden gehoopt van alle boerenleen banken op 't eiland steun te ontvangen. Tof nog toe zijn het maar drie die als donateur zijn toegetreden. Toen bij verschillende landbouwers een streven ontstond één ol meer kassen te bouwen, hebben wij een kweekkas gesticht, teneinde ben in de ge legenheid te stellen op alle wijzen van onze voorlichting te dienen met i'oad en met daad. Wie een kas heeft ondervindt dat nog Waren de tijden niet zoo ernstig geworden dan waren op 't eilarvd veel meer kassen gebouwd en zoo zou de waarde van den Proeftuin door veel meer boeren zijn erva ren. 't Is dus in '1 belang van velen, dat de inrichting blijft bestaan, bij believing waar op wij allen hopen, vindt men d-e Proe'tuin bereid .alle gegevens te verstrekV n. Wij wijzen ook op 't belang van vr 1.1 hoornen de ervaring beeft hier goede et. slechte soorten voor de omgeving leeren kennen, terwijl wal de behandelin - «- vruelitlxvomon betreft bel ""rijke gegevens worden verstrekt. Het zijn vooral ook landbouwers, die ons adviezen vragen op velerlei "ohied om hadden we gehoopt, dat elke Boeren leenbank donateur zou worden om •- tracli ten in deze zware tijden den Proeftuin op de been te houden. Wij hopen, dat een vroeger gedaan ver zoek bij alle Boerenleenbanken een gunstig onthaal moge vindc" en dat het getal D .- natenrs van deze zijde vooral aanmerl.eljk moge stijgen. De kasverantwoording over 1933 wijst een voordeelg saldo van 4325 en de exploi tatierekening over dat jaar een nadeelig slot van 1170,55. UIT FLAKKEE! Mocht ik eenige weken geleden onder j ljQtz."U.(j.fi op^aheifi. pop opwekking doen, al len voor één te zijn, dit vvei'd dezer dagen bewezen en een hartelijk woord van dank aan allen, zonder uitzondering, zoowel den eigen boor als den armen pachter, deii am bachtsman els den arbeider. Dat hieruit moge blijken, dat spreken zilver, maar zwijgen goud is. Sprak ik in mijn vorig schrijven over executie en boerenafslach- ting, thans is gebleken, dat het publiek zulks niet wil, zij het dan op enkele uitzon deringen, zooals o.G. een advocaat schreef. Moge liet zóö blijven, ook bij verhuring, en, indien mogelijk, om eventueele liefhebbers te boycotten. Hier ligt de macht bij onze diverse crisisinste.llingen, indien zij een der gelijke voorwaarde opnamen. Zeker zijn de tijden slecht, zeer slecht, maar juist is het, dus dubbel waakzaam te zijn voor onze drie Centrale Landbouw Organisaties. Thans is de richtprijs van de tarwe verlaagd, suikerbieten één gulden ai richtprijs mindr met 10 minder uitzaai, aardappelen zijn gehouden cip zelfde opper vlakte als 1933, terwijl de prijs, indien er geregeld moet worden, weer onvoldoende is. Men kan zoo voort gaam, maar iedere boer voor zichzelf weet liet het beste, en er zijn hoeren, voor wie 1933 nog slechter was das 1932, ondanks meerdere steunmaatregelen, en op het oogenblik ziet 1934 er geenszins Hoopvoller uit. Toch pakt ieder weer flink aan omdat het moet, in de hoop van beter, dat tarwe oude richtprijs moge worden, suikerbieten voldoende gesteund worden. Vol vertrouwen en hoop, dat in 1934 door geen enkel landbouwer gebrek en h-onger geleden worde, daar dit reeds veel is gele den. zooals een landbouwer erkende, dat hij reeds drie jaren ontbering heeft geleden, opdat na ingetreden verbetering bij de boe ren, het ambachtsman en arbeider ten goede komen zal. Met dank, M. de R., voor verleende plaats ruimte, W. ANTWOORD VAN DEN HEER HOGEWEG AAN DEN HEER BOEZEMAN On liet eerste gedeelte van uw schrijven ga ik maar niet in Dat is me de moeite niet waard. Alleen wil ik u de raad geveil, voor u weer zoo iets schrijft, eerst beter te intor mee run. D.it is toch zeker de allerminste eiscb w el, die men aan een leider mag stel len? Toen ik namelijk op de vergadering der H.V.L. te Middeiharnis sprak, was de Generaal niet eens aanwezig. Nu wat liet tweede betreft. Ook hier maakt u een fout, omdat u niet goed hebt gelezen of niet goed geïnformeerd. U schrijft o.a., dat ik volgens de verslagen der plaatselijke bladen (meervoud) lieli ge citeerd uit een artikel van Jan Baars. Waar hebt u dat gelezen in de „Maas"? Noch in liet verslag dor vergadering van de B.V.L., noch in het verslag van de jaarvergadering der Jongelingsvereeniging, kunt u dat vin den. Voorts maakt u de opmerking, dat liet stukje niet voorkomt in de „Fascist" van 7 April. Deze zin bewijst, hoe zwak u in deze zaak staat. Als ik duidelijk zeg, dat liet stukje voonkomt in „De Bezem" moet u niet zeg gen, dat het niet staat in de „Fascist". V/'l heb ik op de vergadering (en daar over bent u zeker wat gepikeerd geweest) gezegd dat ik uw partij, wat betreft de eer bied voor het gezag, op een lijn stel met de fascisten, die dat „mooie" stukje in „De Bezem" hebben geschreven. Of vindt u liet welopgevoed en blijk geven van beschaving als er in u vv partijblad „I)o Bezem", 2e jaargang, no 13, een open brief wordt gezel aan den Koning van een be vriende mogendheid met het opschrift: Open brief aan Albert en een aanspraaktitol: „Opperste Krijgs- ineneerl". De communisten kunnen liet niet bontet; maken. ik vraag u, is het aankweeken van eer bied voor het wettig gezag, als in uw partij blad een portret wordt geplaatst van den Minister, die aan de V.A.R.A. óók radio- zendtijd toestond, niet het onderschrift: De radio-slaaf der S.D.A.P., terwijl er boven geplaatst werd: Criminologie. „Een „onzer" regeeidérs'(Let ook even op de aanhalings teekens). En dat uw partij revolutionair is, bleek reeds bij liet verschijnen van de 1ste jaar gang van uw partijblad. Daar vinden we: „Hoog boven de ]aat-de-!loeven-los-mental,- teit, staat het fascisme, dat de zware last van het geweld voor anderer welzijn wil torsen langs het pad des gevaars". Voorts: „De leden van het Tweede Kamer tje alleen ontvangen te zamen f 500.000 steun, f 5000 per stuk. Duldt gij dat? Mede vverkloozen, weldenkende arbeiders van Ne derland. als zij dan niets kunnen doen voor ons, voor allen, jaagt ii en dan naar huis!" Dit stukje bezien in het licht van deze zin uit uw partijblad: „De schrijver voert niet graag pennestrijd, dat leidt maar af van onze eigenlijke strijd met de vuist" heeft zeker wel wat te zeggen. Dat ook de heer Baars dit standpunt in neemt. blijkt uit de bijlage van „De Bezem" jaargang lil no 17, mede onderteekcnd door den heer Baars, waar staat: „Alsof vv ij bang waren voor een vechtpartij!" Voorts uit „De Bezem" van 13 Nov. 1931 waar Baars zelf redacteur van was. Hierin schrijft hij. als hij liet heeft over de Com munisten bij de Hembrug: „Wanneet' gooit de Regeering dergelijke individuen buiten de poort? Terstond? ofmoeten wij het doen?" Aan de kop van het nieuwe blad „Dó Fascist", redacteur de heer Baars, liet hij drukken; „Als een Regeering niet mee;- re- geeren kan houdt ze op wettig te zijn en wie de macht heeft haar onderste-boven te gooien, heeft er ook het recht en de plicht toe". Zoolang uw partij deze en nog veel meer uitlatingen niet herroept, moet u mij nier. kwalijk nemen, dat ik uw partij op één lijn stel met de fascisten, die dat „mooie" stukje in „De Bezem" hebben geschreven en met de Communisten. Voorts zeg ik tl dank, dat ik door uw toe- doen liet revolutionair beginsel van uw jvaitil even wat duidelijker naar voren heb kunnen brengen. Hoogachtend. A. A. HOGEWEG. (Redactie. Dit schrijven van den hetr Hogevveg moet ons reeds eenige weken geleden toegezonden zijn. Door een niet meer na te gane oorzaak heeft het ons ecliter niet bereikt. Waar we indertijd het schrij ven van den heer Boezeman opnamen, daar plaatsen we natuurlijk ook dit antwoord van den heer Hogevveg, die op ons verzoek be reid was ons een duplicaat van zijn zoek geraakten brief te zenden). NIEUWE LOONSVERLAGING BIJ DE SPOORWEGEN? De Minister van Waterstaat heeft aan de directie van de Nederlandsche Spoorwegen zijn voornemen te ken nen gegeven om met ingang van 1 Januari 1935 de ioonen en salarissen van het spoorwegpersoneel opnieuw met 5 pet. te verlagen. Historisch verhaal over de gebeurtenissen van 1830-1833 Door J. SNOEP Jr. (16 Even hadden de jongens gezwegen, 't Was toen ze 't nieuwe kerkhof bij 't Blauwhuis voorbij gingen. Allen hadden ze denzelfden kant uitgekeken: heelemaal rechts, bij die groote zware treurwilgen. .Daar ligt hij begraven", zei Geurt zacht en Henk en Piet knikten met het hoofd. Ze dachten nog wel eens aan Jan van Zomeren er ging bijna geen dag voorbij of Geurt moest aan z'n vroeg-gestorve.1 vrindje denken maar er was in dezen tijd zooveel, dat al hun denken in beslag nam. Toen ze 't kerkhof voorbij waren, hadden ze nog een poosje gezwegen; maar spoedig had hun blijheid en levenslust alle andere gedachten weer overwonnen, en flink had den ze doorgestaipt tot vlak bij de kerk, waar Piet zijn boodschap moest doen. Hij had van Bosman zoo heette de boer zes groote peren gekregen en die eerlijk met z'n makkers gedeeld: ieder twee en aanstonds hadden ze de jonge, gra ge tanden er in gezet. En nu zijn ze weer op den terugweg naar Dordt. 't Is nog wel drie kwartier loopen, maar ze maken geen haast. Voor stadsjou- gens is 't een heerlijkheid buiten te zijn: in de- vrije, frissohe natuur, waar je je heel anjers' .voelt dan in de nauwe, bedompte straten. 't is nog vroeg, ze kunnen best vóór don ker thuis zijn, en daarom zegt Henk: .Da ten we 'n poosje in 't gras gaan zitten". Ze zitten daar naast elkaar en ze kijken naar de hoornen en naar de koeien, die in gindscihe weide loopen, en naar den molen de statig z'n kop opsteekt boven 'n omtrek, die al schijnt te sluimeren. Henk heeft z'n peren al op, maar Piet en Geurt zijn nog aan hun laatste bezig. En ze nemen kleine hapjes om 't genot zoo Lang mogelijk te rekken. Ze zitten daar en praten en lachen met elkaar, en niemand let op de zon, die bo ven de stad ais een roode bol wegzinkt in de kim. Plots schrikken ze op. Ben groote hond heeft Piet bijna in z'n beenen te pakken en met woest geblaf rent 't wilde dier heen en weer. De jongens zijn opgesprongen. En Henk houdt een grooten stok gereed: als de hond hem te na mocht komen, zal hij er van lus ten! Ze zijn niet bang en ook niet van plan zioh zoo maar in de beenen te laten bijten. „Ga je weg!" schreeuwt Henk en hij slaat met z'n stok naar den hond, met 't gevolg, dat 't beest nóg woester wordt en nog har der te keer gaat. „Daar zitten ze!" hooren de jongens op eens roeipen en opkijkende zien ze een boe renknecht in groote sprongen naderen. En achter den knecht holt een oude man ia blauwe kiel zeker de -boer zelf. De jongens zijn zioh van geen kwaad be wust, maar toch voelen ze ziich minder op hun gemak. Wat heeft al dat lawaai te be- teekenen „Ja, dat zijn ze!" schreeuwt de boer en hij holt nog harder om bij de jongens te komen. „Dat zijn de perendieven!" Nu er hulp nadert komt de hond weer dichterbij en hij schiet op Henk af, dtie mei z'n stok dreigt. Mar de jongen heeft z'n oogen goed open en vóór 't woeste beest z'n tanden kan gebruiken, krijgt 't een goed gemikten slag boven op z'n kop. Jankend drui.pt de hond af, met z'n staart tusschen de pooten. Maar door dit flink en snel handelen van den knaap wordt de boer nog nijdiger. „Durven d e perendieven nou ook m'n arme Bello nog te slaan? Wacht, ik zal je!" Nu staat hij met gebalde vuisten voor Henk; de boosheid schittert in z'n oogen en verwringt z'n gezicht. „Perendieven! vaart hij uit. „Leelijke schapekoppen!" „Kijk, hij heeft nog 'n stuk peer in z'n hand!" schreeuwt de knecht, op Geurt wij zend, die er bleek en verschrikt bij staat „Ik ben geen dief!" huilt de jongen, ter wijl hem dé tranen in de oogen springen. „Hoe Hom je dan aan die peer?" •Dat gaat jou n-iks aanl" twoordt Itenk en hij neemt z'n stok nog vaster in de ha"<l. Voor een hond te hij niet bang, evenmin voor een leelij.ken Ixierenknecht, die hen voor dieven durft schelden. De knecht raakt buiten zichzelf door drift en nijd en hij wil zich op den jonger wer pen. Maar Henk staat daar in dreigende houding, den stok gereed om toe te slaan Geurt en Piet kunnen niet veel meer en dan afwachten hoe deze zonderlinge ge- Schapekoppen is de meest bekende scheldnaam, die Dordtenaars sedert écu oen tot op dezen dag dragen. schiede .is zal afloopon. En de oude boer, die zioh buiten adem heeft geloopen, enut den tijd om weer wat op verhaal te komen. „Hier die stok!" schreeuwt de knecht, dóch Henk denkt er niet a-a., zijn geducht watten zoo maar af te geven. Maa-r met eer. luiden gil laat hij opeens den stok zakken De hond is onverwachts weer genaderd en zet z'n tanden in Henks stevige beenen „Koest Beiioi", roept de boer, en de hond gaat achter z'n baas staan. „Ga jij de veldwachter halen. Jaap!" zegt de boer tot zijn knecht. ,Dan zullen we eens kijken of dit do perendieven zijn". Hij zegt dit met 'n triomfantelijken klank in z n stem en de knecht holt al weg om dén veld wachter te halen. Die woont vlak bij en kan zoo hier zijp. De boer heeft Henks stok genomen en staat daar groot en dreigend vóór de jon gens. Telkens werden in zijn boomgaard peren en appelen gestolen. En hoe hij ook op loer lag de d'even -en niet 'e vin den. En nu opeens had een buurman ge roepen, dat laags den dijik drie jongens pe ren zaten te eten. Ze kwamen uit de rich ting van zijn boomgaard had buurman er bij gezegd, en do boer was aanstonds met knecht en hond er op uitgetrokken om met de dieven af te rekenen. Nu héd hij ze daar was geen twijfel aan, ook al zeiden de jongens, dat ze -tets van den diefstal wisten. Maar dat zou straks wel uitkomen de veldwachter kon zóó bier zijn. De hond had nog een poosje rond geloo pen; als hij in de buurt van Henk kwam liet hij z'n tanden z en. Maar toen een -oo te griixp kater zicli in de buurt vertoonde, scheen Bello de jongens en z'n baas te ver geten, want in groote sprongen en onder luid geblaf zette hij de kat achterna. De boer was dus alleen bij ziin ec .nge- nen achtergebleven; hij ging zóó stam, dat de jongens aan ontvluchten niet behoefden te denken. Geurt en Piet blijven kalm: ze zijn on schuldig aan 't kwaad, waarvan de boer hen verdenkt, en als straks de veldwachter komt kunnen ze hun onschuld bewijzen ook. Alleen zucht Geurt als hij bemerkt, dal 't duister begint te worden. Ze hehben hun moeder stellig moeten beioven vóór den donker thuis te zijn. Moeder zal wel denken dat ze het gehoorzaam willen zijn. Maar wie kon ook vooruit den-ken aan een nijdigen wantrouwenden boer? Ze zullen thuis alles maar eerlijk vertellen. En Henk z'n been zal bewijzen, dat ze volle waarheid spreken Henk voelt de scherjje hondentanden nog in z'n heen. Maar nog méér pijnt 't hom, dat hij hier als een betrapte perendief moet wachten tot de veldwachter komt. Hij zou dien boer wel willen aanvliegen. Maar de dikke stok houdt hem in toom en wie weet of dat valsche moimel van 'n hond strak.» weer niet zal komen aanvliegen. Maar om hier als d i e f te moeten staan o. hij balt z'n vuisten en de tranen springen hem in z'n oogen. De boer ziet de tranen en begint te grin- ne.ken. „Ja, wacht maar, baasje de veld wachter zal zóó hier zijn. En dan moet ie nog maar eens zeggen dat je geen peren uit m'n boogerd gestolen hebt'. .Maar we zijn heelemaal niet in je boo gerd geweest en weten zelfs niet waar die is", huilt de jóngen, tot in z'n ziel veront waardigd. Hij maakt een paar heftige be wegingen met zijn armen. De boer heft den stok reeds op: zoo'n stadsohe jongen, die in 't nauw zit, is tot alles in staat. „Blijf staan!" schreeuwt hij. „Blijf staan! of ik zal je Maar de jongen blijft niet staan. En de boer heeft gejij-k: Henk Rijkers is pp dit oogenblik tot alles in staat. Hij heeft heel wat wandaden op z'n kerfstok en in huis en op school heeft hij geleerd dat wie kwaad doet ook z'n straf moet ondergaan. Henk weet maar al te goed, dat hij heusch geen heilig boontje is. Maar om tiier als perendief te worden aangezien, terwijl geen haar z'n hoofd er aan heeft gedacht peren ta stelen o, due gedachte is den jongen on dragelijk en als hij er goed over nadenkt zou hij dien ouden, leelijken boer wel willen aanvliegen. Wat hij van plan is weet hij zelf niet, maar hij bedankt er voor hier langer te blij ven staan. En nu de boer dreigend den stok opheft, wordt Henk woedend, 't Lijkt wel of er vuur in zijn oogen schittert en woest springt hij naar voren. De boer schrikt er van. Zijn boosheid waa ai heel wat bedaard, toen hij bij de jongens de wacht hield. De veldwachter zou ze een flinke schroblieering geven had hij bij zichzelf bepeinsd en dan zouden de jon gens misschien met een les voor heel hun leven, naar huis ganMaar die grootste scheen een heel brutale te zijn ja zoo'n jongens was tot Alles in staat Henk Rijkers springt vooruit en de boer springt achteruit. En die plotselinge bewe ging wordt den man z'n ongeluk. Hij lelie wel op den jongen vóór hem, maar r.'et op de sloot achter hem. Met een luiden schreeuw tuimelt hij achterover en hij plonst neer in de smerige moddersloot,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1934 | | pagina 3