VOOR VROUW EN KIND AN' EEN KNIEVAL Opei MAAS- EN SCHELDEBODE ZATERDAG 3 MAART 1934 WOEN! IN ONZE PLAATS WAAROVER WIJ LAZEN - VOORDE IV ZONDAG .Indien gij dan Mij zoekt, zoo laat deze heengaan". Joh. 18 18b. iZe, hoe de Heere Jezus Zijn discipelen liefheeft. Zie, hoe dit Zijn werk is. dat Hij een plaatsbekleeder wil zijn voor hen. Waar de woede der vijanden ook tegen Zijn discipelen zich dreigt te keeren, daar wil Hij alleen alles verduren. Heel het lij den, den ganschen last van het Midde- laarswerk zal Hij alleen torsen, opdat de Zijnen van dien last ontheven zouden worden. Hier ziet Johannes het vleesch- geworden Woord vol van genade! Vol van genade. Want van veel erger dingen vrijwaart Hij de discipelen, dan die zij op dat oogenblik nog konden ver moeden. Tegen de bende, van de over- priesters gezonden, zegt Hij: Indien gij dan Mij zoekt, zoo laat deze heengaan". Maar dat zegt Hij ook tegen den dood en tegen de hel, die Hem aangrijnzen, dat zegt Hij ook tegen den Satan, die zich op maakt tot den aanval tegen Hem en Zijn discipelen. Alles, wat ons om der zonde wil bedreigt, het maakt zich nu op, om Jezus te zoeken. En de Heiland, Hij geeft Zich, om dien storm van kwellingen en verschrikkingen te verduren, mits maar Zijn discipelen vrij uitgaan. Ziet, welk een genade, welk een vol heid van genade, is op de lippen van den Koning uitgestort. Dit is de verlos sing, die Hij teweegbracht voor zondaren, dat Hij alles Zelf droeg, wat zij hadden moeten dragen. De dood en de hel, en de Satan zoeken ons. Zij zoeken ons niet ten onrechte en niet vergeefs. Want wij zijn door onze zonde hun rechtmatige prooi. Daarvan moet onze ziel wel vervaard worden en vol angst, als een opgejaagd, aan alle kant omsingeld, wild, als zij ontdekt wat doodsdreigingen haar omringen. Hoe benauwd wordt het den zondaar, die zijn werkelijk -n toestand gaat inzien. Hij ziet zich bedreigd door ontzettende machten, die op zijn ondergang loeren, die hem zoeken en hem naar het leven staan. En nu hebben in plaats van Jezus' jon geren, die verdervende machten Jezus zelf gezocht, opdat zij zouden ongedeerd heengaan en ontkomen. Dit moet ons 's Heilands lijden indach tig maken. Wij zien daarin den Heiland, die voor de Zijnen in de bres heeft ge staan met Zijn eigen lichaam, opdat de spiezen en pijlen, die ons hadden moeten doorboren en dooden, allen op Zijn borst zouden gericht worden, en in Zijn Mid- delaarshart zouden dringen. Zoo heeft Hij ons uit grooten nood en dood verlost, Zelf voor ons den dood ingaande. Komt nu met geloof tot Hem. Gij kunt zelf Uw behoudenis niet bewerken. Gij kunt niets beginnen tegen dood en hel, die U aan grimmen. Maar Hij heeft het alles voor U doorgemaakt. Komt dan met Uw geloof tot Uw Heiland, om Zijn werk te zien, en daarin deel te ontvangen. Al Uw vijanden, Uw doodsvijanden, die Uw ziel zoeken, zij vermogen niets te gen U, omdat de Heere Christus Zich voor U in de bres gesteld heeft. Zij heb ben Hem gezocht, tot Hij stierf. Verblijd U dan, Zijn borgtocht met dankbaarheid aannemende, verblijd U in Hem, die, te gen zoo schrikkelijke geweldenaars. Zich zelf als een beschermend schild voor ons plaatste. En roemt in Hem en Zijn Mid- delaarswerk :,,Dood, waar is Uw prikkel? Hel, waar is Uw overwinning? Gode zij dank, die ons de overwinning geeft, door Jezus Christus, onzen Heere". Hoe dierbaar zijn Zijn banden, die ons doen vrijuit gaan. Van hoeveel jammer en ellende vrijwaart Hij ons door Zijn borg tocht. Hoort Uw Middelaar pleiten, ja, bevelen: ,,Laat deze heengaan". Waar lijk, Hij is vol van genade. Vol van waarheid is Hij ook. Zijn trouw is groot. Dat is de uitlegging van Johannes zelf, die eraan toevoegt: „Op dat het woord vervuld zou worden, dat Hij gezegd had: „Uit degenen, die Gij Mij gegeven hebt, heb ik niemand verlo ren". Jezus zou voor Zijn discipelen lijden, maar dat beteekent niet, dat Hij ze altijd tegen alle leed zou beschermen. Zij zou den op hun tijd ook hun aandeel in Zijn lijden krijgen. Maar nu niet. Nu bezaten zij de kracht nog niet, om verdrukking en banden te verduren. Als de vijand in Gethsemane op hen was aangevallen, zij zouden Jezus ontrouw geworden zijn. Hierin is de trouw van den Heiland ge bleken, dat Hij hen niet laat beproefd worden, boven hetgeen zij vermogen, op dat zij niet bezwijken zouden en verloren gaan. Later, als zij den Heiligen Geest ontvangen hebben, zullen zij met Hem kun nen lijden. Nu moeten zij nog gespaard worden. Dit is de liefderijke zorg des Heilands voor het behoud van degenen, die den Vader Hem gegeven had. Hij weet wat Zijn jongeren dragen kunnen, en legt hun niet meer op. dan zij hebben kunnen. Hij vordert van Zijn zwakke discipelen niet, wat boven hun kracht gaat. Hij behoedt ze, dat ze niet schipbreuk lijden van hun geloof. Zulk een Heiland hebt gij, die U bij de verworven verlossing beschut en bewaart. Wij bezwijken wel eens in verzoeking, omdat wij ons overmoedig achter het be schermend schild vandaan wagen, dat de Heere voor ons houdt, het gevaar tartend in eigen, ingebeelde, kracht. Maar dat is eigen schuld, 's Heilands trouwe zorg brengt ons niet ontijdig in strijd en ge vaar. waarin wij omkomen. Zoo gij ach ter Hem blijft, zult gij bewaard worden tot het einde. Zoodat ook van U, straks, Hij tot den Vader zeggen kan: „Uit dege nen, die Gij Mij gegeven hebt, heb ik nie mand verloren". J. U. schrijft in „Onze Kinderen": MODERNE JEUGD Over dit onderwerp werd in Den Haag door Ds. Straatsraa een lezing gehouden. Afgaande op een verslag daarvan in „De Nederlander" moet de spreker dit gezegd heb ben: „Een education negative" (Rousseau) is hier een mogelijkheid. Uit een enquête onder zijn catechisanten is spreker de angst voor „geestelijke onbe scheidenheid" gebleken. „Blijf er af", is de raad, dien spreker aan de ouders geeft. Spreek meer met God over uw kind, dan met uw kind over God. 'k Wil hieraan zelf niets toevoegen, maar alleen iets laten volgen, wat Prof. Waterink in de Reformatie schreef onder den titel: „Opvoedingsonnatuur". Hij schreef o.a.: Er zijn gezinnen, waar Vader 's morgens, eiken morgen weer, langer dan een kwartier bidt voor het ontbijt, en wanneer dan de kin deren. die naar school moeten wat gaan schuifelen of hoesten of door hun oogspleten gluren naar de klok, dan worden die kinde ren straks hard gestraft. Er zijn ook ouders, die van hun kinderen eischen, dat zij Zondagsavonds luisteren zul len, als door Vader, als de heele familie om den disch zit, eerst de heele „Heraut" en dan de heele „Reformat::" hardop wordt voorge lezen. Het is mij bekend, dat zoo iets in d-n jare 1933 althans in twee families geschiedt. Bij dit voorlezen zijn jongens van 10, en 12 jaar, meisjes van 8, 11 en 13 jaar. De heele operatie duurt, als vader tenminste over het niet altijd even klare proza niet al te vaak struikelt (de andere vader slaat moeilijke woorden maar over, daar geldt het dus: „hoe moeilijker proza hoe beter") precies drie uur en 12 minuten, zoo vertelde mij. één der zoons. Men vergete niet, dat het oprecht vromer kan zijn met zijn kinderen wat te gaan stoeien of wat te gaan wandelen dan 's Zondagsavonds van klokke half zeven tot 12 minu^n over half 10 zware lectuur te lezen om dan de kinde ren na een lang avondgebed in bed re shoppen. Het is niet vroom met zijn kinder»ti den Zondag te ontheiligen, maar het is evenmin vroom om den Zondag ongenietbaar te maken. Daar tegenover staat, dat er steeds meer gezinnen aan te wijzen zijn waarin 'u 't geheel niet meer over de geestelijke d'r.gen met de kinderen wordt gesproken. Het „blijf er af" van Ds. Straatsma, wordt volgens ander^ predikanten reeds veel te veel toegepast. Prof. Waterink vervolgt: „Een vader zei eens aan het doodsbed van •t>il .r Het voederen der zwanen behoort in elk park lot de grootste attracties, 't Is dan ook altijd een interessant schouwspel, de groote ranke dieren aan hun maaltijd te zien. „Al deze dingen zal Ik U geven, in dien Gij, nedervallende, mij zult aan bidden". Mattheüs 4 9 „Val neder en aanbid, en alles is het Uwe!" Eén knieval en geen lijden, dat Hem wacht. Eén knieval en de wereld brengt Hem hulde. Eén knieval en geen volk, dat Hem veracht. Eén knieval en geen smaad van booze menschen. Eén knieval en geen wereld, die Hem haat. Eén knieval en geen spot van Zijne broeders. Eén knieval en geen vriend, die Hem verraadt. „Val neder en aanbid, en alles is het Uwe!" Eén knieval brengt de wereld aan Zijn voet. Doet ieder zich voor Hem ter neder buigen. Eerbiedig brengt de menschheid dan haar groet. Eén knieval en Gethsemané vliedt henen, En dan geen Golgotha, waarop het kruis Hem beidt, Maar juichend valt de wereld voor Hem neder, En onzen Heer' wacht 's werelds heerlijkheid. „Val neder en aanbid, en alles is het Uwe!" Maar gij, o kind van God, gij zijt uw Heiland kwijt. Uw schuld wordt niet betaald, uw zonden niet vergeven, En Satan wacht u in d'ontzettend' eeuwigheid. Eén knieval en vergeefs is al uw smeeken. Eén knieval en uw roep wordt niet verstaan. Eén knieval hoe gij uw schuld beweendet, God zag uw tranen en uw smart niet aan! „Val neder en aanbid, en alles is het Uwe!" O Heiland, o mijn Borg, mijn Middelaar, mijn Heer', Gij koost niet 's werelds roem, versmaaddet aardsche glorie, En boogt Uw knieën voor de hel niet neer. Gij koost het kruisen ik, ik buig mij neder. En stamel: „Heer', dat deedt Gij ook voor mij! Geef, dat ook ik voor Satan nimmer kniele, En dat mijn leven U behaaglijk zij!" zijn 18-jarigen zoon tegen me: „Ik heb nooit den moed gehad .iet hem over geestelijke dingen te praten. Ik heb nou den moed ge had ook maar te pogen om te weten ie ko men, hoe hij over God en over godsdienst dacht Bij zoo iets heeft men het gevoel, alsof de aarde zich beweegt, alsof er iets scheurt in de ziel. Als zoo de verbondsheiligheid en de ver- bondsplicht wordt opgevat, wat moet er dan van ónze jeugd, van óns volk. van Gods zaak. van Gods kerk worden.' Hier is de heilige opvoeding ontaard. Zoo groeit de klacht: „Hoe is het goud ver donkerd! Hoe zijn de kostelijke kinderen Zions vooraan op alle straten verworpen". „Blijf er af" enverbondsplicht". Ook hier zal (in 't algemeen) wel gelden: „Die goldene Mi-ceistarsse ist der Jugencl Weg". In, het tijdschrift ,,ln en om ons Huis" schrijft J. B.: IN ONZE UJN Wij hebben meermalen in ons blad gehan deld over den beroepsarbeid der gehuwde vrouw en dat wel in den meest afwijzenden 7 -'7 1,-5 De argumenten, die voor óns standpunt in dit ópsidit moesten pleiten, behoeven wij hier niet te herhalen, want het is den lezer be kend, dat deze alle zich concentreerden rond het principieele standpunt, dat we tegenover den beroepsarbeid van de gehuwde vrouw in nemen. Dezelaatste behoort krachtens haar aard, doch bovendien om haar goddelijk beroep als huisvrouw, haar levenstaak te zoeken in het gezin. Dit standpunt wordt door de feministen be schouwd als aartsconservatief, doch wij heb ben ons meermalen de vrijheid veroorloofd, om dit te ontkennen en te betoogen, dat onze gedachtenlijn zich in dit opzicht in de voor uitstrevende richting beweegt. Wij houden dit vol en wij zijn dankbaar, dat de meening meèr en meer veld wint, dat de plaats van de gehuwde vrouw in het gezin is, en de beroepsarbeid voor haar en haar gezin ondermijnend werkt. Zelfs vermogen wij te constateeren, dat dit veel besproken vraagstuk zijn oplossing nadert, en, zooals het zich laat voorzien, komt deze allerminst in feministische lijn te staan. Het is bekend, dat in tal van gemeenten de huwende ambtenares reeds eervol ontslagen wordt en steeds meerdere volgen dit voor* beeld. Voorts moge er op worden gewezen, dafc de Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen aan de Tweede Kamer een wets ontwerp heeft toegezegd, waarbij het ontslag van de huwende onderwijzeres zal worden ge regeld. Wij komen op deze wijze de oplossing van het hier bedoelde en zooveel besproken vraag stuk naderbij, want wanneer de overheid voor gaat en de huwende ambtenares niet meer in. haar dienst wil opnemen, dan zal dit ook vruchtbare gevolgen hebben in de maatschap- pij en het voorbeeld van de overheid daar in sterke mate worden gevolgd. Wij weten, dat van feministische zijde de hier bedoelde maatregelen ten aanzien van de huwende ambtenares door en door reaction- nair genoemd worden, doch wij zijn zoo vrij om deze aan te duiden als een stap in. voor uitgaande richting. Wanneer de overheid optreedt om ;de be roepskeuze voor de gehuwde vr-vuw te be perken en daardoor voor haaf deu weg vrij maakt voor baar taak als vrouw ep moeder in het gezin, dan kunnen we zeggen: dat gaat in onze lijn, zooals wij die steeds ook in dit blad hebben ontwikkeld, doch bovendien is dit een sterke voorwaar :sche beweging :n de richting van de vrijmaking van de vrouw ic dit opzicht, dat ze in het ^oor haar door God geschapen element teruggevoerd wordt. Vooral de gehuwde vrouw wordt in.deitX. beroepsarbeid, ondanks de zoo hoog doodde feministen adtógepffefëh' vrijheid' - cfér vrouw, duurzaam een slavin der gemeenschap. Het stemt dankbaar, dat deze meening onder ons volk veld wint, ook zelfs onder de links georiënteerde groepen, en dit geeft ons de vaste overthiging, dat het vraagstuk van dei? beroepsarbeid voor de gehuwde vrouw, de op' lossing zal brengenn zooals die voor haar er haar gezin het meest gewenscht is. EVEN UIT DE ZORGEN Op de gevaarlijke paden det journalistiek. Een provinciaal Geldersch blad meldt; „Naar wij in het Centrum lezen, is gisteren te Utrecht een cursus begonnen om werk- looze metselaars te vormen.1' Scheru Mevrouw: ,,Ja eigenaardig...... m'n man' praat aldoor in z'n slaap." Vriendin: „Dat komt, omdat je hem over dag niet aan 't woord laat." VOOR DE VROUW Het is soms wel eens goed een kijkje te nemen in wat buitenlandsche bladen, men kan er het beste in gewaarworden hoe men denkt en leeft buiten onze grenzen. Toen ik van de week eens zat te lezen in „Ladies Home Journal", trof mij in 't bijzonder een artikel over „Kinderen uit een gescheiden huwelijk De schrijfster van dat artikel is blijkbaar bewo gen met kinderen wier ouders zijn gescheiden. En terecht ook, want de kinderen zijn er de dupe van. Maar inplaats van wat ik verwacht had, dat de schrijfster meer zou pleiten voor de vastheid van het huwelijk, wees op de ernst van het huwelijk, dat men te voren zich zou bedenken ,en niet na een korte kennismaking maar tot het huwelijk be sluiten, om na een even korte periode maar weer van elkander te gaan. Dat zou tenminste beginnen zijn bij den wortel. Maar neen, de echtscheiding wordt als iets heel gewoons aanvaard. En als dan het kwaad geschied is, het huwelijk is ontbonden, dan begint men met een plan tot „lotsverbetering" van het kind of de kinderen. Hoe hopeloos naief of verblind moet men wel zijn om tot deze uitspraak te komen! Ik kan niet inzien, dat een kind, dat een der ouders verliest tengevolge van een scheiding meer verliest dan indien deze gestorven was. Ja als men zoo tegenover de echtscheiding en de gevolgen er van staat, dan hoeft men niet te re kenen op een nieuwe opbouw in de goede richting. Weet meft wat het groote gevaar van zoon denkwijze is, die men dan zoo heel populair in een damestijdschrift gaat behandelen? Dat men lang zamerhand de meening van het volk omzet. Als men echtscheiding, zoo maar om elke reden, niet meer ziet als zonde tegen God, maar als iets dat voor de kinderen onaangenaam is, dan draagt men daarmee een gevaar in het volksleven in. Men onderschatte niet de macht van de pu blieke opinie. De gedachte aan wat „men zegt' weerhoudt nog velen. Maar als de publieke opinie door tijdschrift zoo geleerd wordt, dat echtscheiding wel voor de kin deren een kwaad kan zijn, maar dat men met een beetje tact en goede wil heel wat bezwaren onder vangen kan, dan glijdt men ongemerkt, misschien langzaam, maar toch wel heel zeker van het goede standpunt af. Ernstig gepraat, goede bedoeling en teedere ge voelens voor die kinderen, helpen niet als men niet bij het begin begint, en zegt: het huwelijk is heilig. Toen ik dan las hoe de schrijfster met groote ernst pleitte voor het recht van een rustig veilig vertrouwd huis voor het kind en daarom zegt dat men het kind niet steeds heen en weer moet sturen, een periode naar vader, en dan bij moeder, maar dat één van beide, maar klaarblijkelijk de vader, maar zooveel onzelfzuchtigheid moet bezitten om het recht op z'n kind geheel af te staan, toen ik dat las, dacht ik: wat een vreemde barmhartigheid. Natuurlijk heeft een kind recht op een eigen vei lig vertrouwd tehuis, maar met een vader en moe der beide. De schrijfster zette als ondertitel boven het ar tikel: „Een plan om hen een thuis, liefde en trouw te geven". Ja maar, als men samen als man en vrouw eens begon, dat elkaar te geven, dan werd de samenleving niet tot zoon hel, dat men maar liefst van elkaar gaat. En inplaats van zelfverloochening van één om in het belang van het kind z'n rechten daarop af te staan, kwam men verder met zelfverloochening van beide, dan werd het huwelijk niet zoo gauw ontbonden, en had het kind een eigen thuis, met liefdetrouw, met vader en moeder beide. Jammer dat „Ladies Home Journal" zoo het hu welijk beziet. De krant, tijdschrift, het boek, zij met elkaar vormen zoon geduchte macht van de samenleving. Wat verdrietig dan als die te samen zich opmaken om wat vast was los te maken, en wat diep was te vervlakken. En in ons land? Wie wel eens een kijkje moet nemen buiten eigen Christelijke pers, weet dat wij op dit gebied allerminst kunnen roemen tegen onze buitenlandsche buren. Als het maar niet te laat is, als men het inziet! De Koninklijke Pellerij „Mercurius" zond ons het volgende recept. Nu weten wij wel, dat een echte Holandsche huisvrouw altijd graag haar kennis om trent de kookkunst wil verrijken, daarom geven we het volgende graag een plaats in ons hoekje. Nieuw recept om havermout te bereiden Ons verstrekt door een leerares aan een bekende Kookschool in Nederland Kook eerst de melk. Voeg dan de havermout toe. Ongeveer 75 gram op een liter. Als de melk weer kookt, dan gedurende twee minuten, al roerende, laten doorkoken. Om aanbranden en overkoken te voorkomen, doet men goed een asbestplaat te ge bruiken tusschen vlam en pan. In dat geval drie minuten laten doorkoken, Opmerkingen bij bovenstaand recept: 75 gram of 24 ons. Het vroegere ,JKopje" is geen betrouw bare maat! Er zijn kopjes die Yi, maar ook die meer dan eén ons inhoud hebben! Als de havermout twee (of drie) minuten ge kookt heeft, zet dan de pan van het vuur af! Niet laten doorsudderen! Kan men de havermout niet direct opdienen, pakt dan de pan in kranten of zet ze in de hooikist. Deze bereidingswijze geeft een lekkere, rulle, vlokkige en toch gebonden pap, niet lijmerig en niet taaiSmaken verschillen natuurlijk Wil men dunnere papslanke lijnneem dan half melk, half water Wil men meer gebonden, meer smeeige pap, laat ze dan gedurende vijf minuten zachtjes door koken. Wil men dikke pap, neem dan één ons haver mout in plaats van 24. Als U havermout bereidt volgens bovenstaand recept, dan kunt U genieten van de voedzame en krachtige bestanddeelen. VOOR DE JEUGD M'N BESTE NICHTJES EN NEEFJES. Ben paar weken geleden heb ik jullie al een beetje geplaagd en gezegd dat ik zulke hardloopers in m'n raadselfamilie had, want toen de zon een beetje scheen, en het niet meer vroor, gingen ze dadelijk al schrijven overden zomer. En nu, nu krijg ik haast zin om mee te doen. Maar nee hoor, ik praat toch niet over den zomer, ik denk aan 't voorjaar. Dat komt zeker omdat iemand mij van de week een bos kastanjetakken meebracht met van die mooie zware mahonie-kleurige knop pen. Zoo mooi. Dan moet je vanzelf wel aan 't voorjaar denken als uit de warmbruine buiten blaadjes weer zulke fijne teergroene blaadjes zullen komen. Ik ga nu mijn kastanjetakken goed verzorgen, misschien lukt het mij. de knoppen open te krijgen. Maar ik zal voorloopig nog geduld moeten hebben, veel geduld. Probeeren jullie het ook eens, als je een paar takken bemachtigen kunt. Maar als je de takken hebben mag, laat dan liever een groote die afsnijden, anders beschadig je wellicht den boom. Maar nu moeten jullie eens extra opletten. Er moet in 't vervolg een kleinigheid veranderd worden in onze briefwisseling. De briefjes moeten nu voortaan alt ij d Donderdagavond aan "t bureau van ons blad bezorgd, per post of zelf, dat mag je natuurlijk doen net ais je steeds gewend was. Dus één dag eerder dan we tot nu toe gewend waren, 't Is maar een kleinigheid, als je er maar om denkt. Doordat deze regeling nu ineens ingevoerd werd, kan het gebeuren, dat enkele neefjes en nichtjes die toch hun brief inzonden, nu tevergeefs naar een antwoord zoeken, Die krijgen de volgende maal met de briefjes dan wel een extra lang beurtje. Dus er om denken in 't vervolg Donderdag avond. De prijs werd nu gewonnen door TRIJNTJE MARIS TE FIJNAART „Toen Moeder er niet meer was". Nu allemaal heel veel genoegen van jullie TANTE TRUUS. Trijntje M. te Fijnaart. Je komt dagen te kort als er zooveel te doen is. Het is daar bij jullie op' 't dorp geloof ik echt gezellig wonen Breng mijn groeten maar eens over aan Juffrouw T. Je moet mi maar eens vertellen van dat stuk van Jantje voor de Zang: Het lijkt me dat Jantje nu niet in zoo'n al te best oord verkeert. ModcLrbrrr! Dank voor je nieuwe raadsel. Maarten van S. te Stellendam. Wel dat is leuk, dat ik er nu weer een Stellendammer bij heb. Ja nu hoef ik niet te vragen: kan je dan m'n andere raadselnichtjes ook, als je in de klas vlak bij elkaar zit. Nou schoolgaan, een fijne tijd. Ik hield meer van andere vakken. We hebben dus niet dezelfde keus. Maar gelukkig ook, als alle men-, schen eens precies eender dachten! Dinie van N. te Dirksland. Gezellig om met zoo'n clubje Fransché les te hebben. Doe maar flink je best, Later wordt het nog, leuker, dan kan je Fransche boekjes lezen. Zoo,, is tollen nu weef in de mode? Fijn spel! Kan je 't lang echter elkaar uithouden? Dat is 't 1-Hiksle. Nee aa^hob'er is niet zoo erg bekend, dat heb ik dan goed gemerkt de vorige maal. Pietje K. te Stellendam. Nee maar je vertelt me dat je een geheim hebt, maar je zegt niet wat. 't Is wat moois hoor, om mij zoo lang nieuwsgierig te laten. Je belooft wel het mij den volgenden keer te vertellen, maardat duurt nog twee weken. Dacht je dat ik het in St. .zou. komen verklappen, of dat ik het in de krant verraden zou? Niks hoor. Over geheimen zwijg ik alsja ik weet niet wat. Jij had nog al wat gezellige dingen in 't zicht. Hoe vond die kleine broer het dat hij jarig was? 'k Ben haast jaloersch dat jij zoo'n lief hondje hebt. Ida J. te Stellendam. Jij hebt ook al over zooveel feestelijks te vertellen. Ik zou er over denken gaan, om maar naar Stellendam te komen, 'k Ben benieuwd' wat voor cadeau er gekozen is. Ca- deaux kiezen is een verschrikkelijk moeilijk werk, vind je *t ook? Jan W. te Stad aan 't Haringrvliet. Wat schieten jullie al op in dat boek. Als 't uit is vind je het eigenlijk jammer. Je zou er nog veel meer van willen weten. Die gezellige groote D. met al dat dag er in was net als een kloek met kuiken.]e\ die aan alle kanten tusschen de veeren uitkijken. Jij van Oom gendag. Nellie W. te Stad aan 't Haringvliet, Och. och, wat vliegt die tijd toch. Ga jij er nu ook al over praten om afscheid van de school te nemen? Neen ik wist wel dat je daar die lessen kon nemen. Doe je dat graag? Die feuilleton waarover je schreef lees ik niet. Ik lees bijna nooit feuilletons. Te ver velend eiken keer zoo'n afgepast hapje te krijgen. Denk er om als je Keesje zoo lief wilt houden, dan mag jij hem niet meer verwennen, hoor. Die Hansje met z'n zuiver „Voor den Zondag" was best geteekend. Jozientje S. te Ouddorp. Nee maar wat zal er nu gewerkt worden in school, 'k Heb er eigenlijk nog geen erg in gehad dat 1 Mei al weer zoo dicht bij was. Maar ik merk in verschillende briefjes nu wel dat het al o zoo dicht bij is, want er wordt al weer druk over geschreven. Geen wonder, want het is een gewichtige dag. Overgang ofhee- lemaal van school afof zitten blijven. Maar dat laatste heb ik nog nooit van een uit m'n raad selfamilie gehoord. Dank voor je raadsel. Maartje A. te Ouddorp. Jammer dat 't gezellige klein buurtje nu verder weg woont. Maar nu is het Zaterdags een dubbel feest als je er een heelen middag mee spelen kan. Als je weven kunt, dan kan je een massa mooie dingen maken. Allemaal dingen die je in een kampr goed gebruiken kunt en die er zoo echt gezellig in staan. Mooie kleedjes, kussens, en als je heel knap bent ook al gordijnen. Je ziet wel, nog werk genoeg Grietje B. te Sommelsdijk. De plaat was keurig. Daar héb je zeker wel een heel werk aan gehad? Op zoo'n vuurtoren midden in zee zou ik toch niet graag zitten hoor. Jij zeker ook niet? Deze leek niet op onze Ouddorpsche toren. De kleuren heb je heel goed gekozen. Dank je wel voor je tee- kening. Marie B. te Sommelsdijk. Dat geloof ik graag, dat je voor zoo'n brief in rondschrift gerust wel een flinken middag noodig hebt. Maar je brief was nu toch ook keurig hoor, en toch nog een beetje versierd met dat rood. Dat staat een beetje feestelijk. Nelly K. te Sommelsdijk. Nee maar, ik wilde wel dat ie dicht in de buurt woonde hoor. Jij schrijft, dat je soms, 's avonds niet weet wat je doen moet. Was je wat dichter bij dan kon je mij wel helpen. Ik weet altijd best wat ik doen moet hoor. Doé jij ze allemaal heel veel groeten terug. Marie K. te Sommelsdijk. Van mij krijg Je nu ook niet zoo'n extra lange brief als ik van ioiï kreeg. Hoe vind je dat? Ik denk niet goed. Veel groeten hoor. Cornelis A. R. te Nieuwe Tonge. Nu die weg zoo mooi geworden is, is het maar een wipje voor jou op de fiets. Ik ben ook zóó blij, dat we nu weer langere lichte dagen hebben. Maar over fietsen denk ik nog niet, hoor. Veel te frisch nog. Vind jij dat niet? Cor O. te Middelhamis. Wel ja, doe maar trouw mee. En m'n trouwe klantjes komen vast voor een prijs in aanmerking. Arie W. te Stad aan 't Haringvliet. Heb je den prijs nu ontvangen? Wat zal dat weer leuk zijn als broertje in het loophek gaat rondspartelen. Dan is hij al een klein beetje groot. Die zendingsfilnt heb ik nog niet gezien. Wel veel over gehoord. Moet erg mooi zijn. Wat een boffer, dat jij met een auto mocht meerijden. Jij gaat geloof ik altijd' maar uit als 't vacanüe is. Verlang je er al naar? De oplossingen zijn: I. Perzik, abrikoos, aardbei. II. Peer, appel, noot, kers. III. Klap-roos, klaproos. Nieuwe raadsels: Zes letters in de plaats van de kruisjes ea stippen. X Op de Isterij Romeinsch cijfer voor 1000. X o Op de 2de rij de naam van een viervoetig dier. X o Op de 3de rij een getal bo ven 10 X Op de 4de rij een getal be* neden 10. X b e b Op de 5de rij de naam van^ een lichaamsdeel. X o h Op de 6de rij zooals hee! groote menschen genoemd worden. De letters op de plaats van de kruisjes, van boven naar beneden gelezen, noemen iemand van wie we altijd veel houden. II. Verborgen vogelnamen. Wij gierden het uit van het lachen. Zij waren de laatste weer die 't werk al hadden. Je hebt nogal eens pech Teun met die oude motor. Waarom kan Arie die boodschap nief doen? De oplossingen kunnen met vermelding van naam, voornaam, leeftijd en adres tot Donder* dag 8 Maart worden gezonden aan' Tantfc Truus, Bureau MAAS EN SCHELDEBODE, Sommelsdijk, it t 1 Deze Coi ABONN vooruitba AFZON Ij Op Vrijdad zal de officii Ziekenhuis dier inriohti De Minisil Koningin inl rijke gebeur| vereeren, de Minister zijn. Verechillei der Volksg zijn uitgeno| van de Stiio van het Fla zij, die tot dl ben medegel hiui6 bun wf Na afloop| noodigden, de gelegenl-J ting te bezil De Bungei| genocdigd omdat de li Koningin dl uitsteken va stelling blij! Op Maand biet Zieken}] opening ges - Kerk alhier! Het aantal geheel® Eilq der zaak opening vad Voor de d worden gerl dat toelaat toegelaten. Op denzei] den een be brengen. In de wel woners vanl den getoodei] en op Maa^ tingen voor den openge| De dagenI door het pif worden naq Omdat del blik in het T lijkt het nu mede te deq hoogstwaar anderen opl Pogingen dienend Zij reeds ingest) van Mej. Dirksland i Gemeente Die prRinl hurscomité, slotte, tot door de Sta] rinbting va] inedewerkii] Zuid-Hollar] Kruis en ril gingen tot Door eenl echen de li| geschonken Herv. Geml dank zij da combinatie! woners van èn voor de richting tol heeft geroef ving met omvang ka ïn Juni Een tijd! nrodiig getT eindöliijik dl schiet ligtj geen hooga activiteit vl met de tas ieder zioht| geenszins I of er ooit Oppervla derstelling Wanneeij zooveel nu spreekt, er] hu/lp van voerd, lij lel geld genoe| alag; wat mogelijken lijzen? ZijJ vanzelf ge heden, die om, zooaisl juist wercir kleed waal danig te sl viruohhtarq .van Dirk

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1934 | | pagina 6