VOOR VROUW EN KIND SCHAAKRUBRIEK MAAS- EN SCHELDEBODE -7- ZATERDAG 17 FEBRUARI 1934 De vrede Gods WAAROVER WIJ LAZEN WILLIG BLIND VOORDE1 ZONDAG ,,Ea de vrede Gods, die alle ver stand te boven gaat, zal Uwe harten en Uwe zinnen bewaren ig Christus Jezus". Fil. 4 7. Hier is sprake van een innerlijken vre de, een rusten van het gemoed in den raad Gods en in Zijn weg, waardoor alle inner lijke strijd en onrust wordt overwonnen. Deze innerlijke gesteldheid des harten is wel vrucht van den vrede Gods door het bloed des kruises, maar hij dient er toch van onderscheiden te worden. De vrede Gods is hier: het eenswillend zijn met Gods wil .zich vereenigen met Zijn doen, stille zijn in Zijn beleid. Het is: onderwor penheid aan, wat Hij beschikt, in de vaste overtuiging: wat God doet, is goed. Ziedaar, de verhooring van het gebed, waartoe de apostel in het voorgaande vers heeft opgewekt. Gebedsverhooring bestaat niet altijd daarin, dat gij krijgt, wat gij vraagt. Neen, uw lasten moet gij veelal toch wel blijven dragen. God geeft u dikwijls niet, wat gij van Hem afsmeekt, maar hierin bestaat de gebedsverhooring, dat God Zichzelf geeft. Hij komt met grooten vrede indalen in de ziel van den bidder. En dat is ook gebedsverhooring. Opmerkelijk is het, te lezen in Psalm 138. wat David daarvan zegt. Hij deelt mede: „Ten dage als ik riep, hebt gij mij verhoord". Hoe dan? Nam God zijn kruis van hem af? Onthief Hij hem van zijn last? Neen, maar hoor, wat er volgt: „Gij hebt mij met kracht versterkt in mijn ziel". Zulk een versterking der ziel is de vrede Gods, die Hij den geloovigen bidder schenkt. Die gewrocht wordt in het bin nenste. doordat God een klaar gezicht geeft op zijn werk, of uw ziel doet steu nen op Zijn eeuwig welbehagen, en U doet schuilen bij den Rotssteen, Wiens werk volkomen is. Dat is veel beter, dan dat alle dingen, die gij gevraagd hebt, U worden toegeworpen, als de Heere zélf Uw deel is. en gij in Hem rusten moogt. Deze vrede is het deel van hen, die aanhouden met bidden en smeeken. Ook daarom reeds diende er veel meer gebedsdrang te zijn, als nu soms openbaar wordt. Want wat schoone vrucht werkt niet zulk bidden! Het is „een vrede die alle verstand te boven gaat". De apostel bedoelt hier niet te zeggen, dat die vrede niet te begrijpen is. Zeer zeker, die vrede is niet te doorgronden. De wereld begrijpt er nog weer veel min der van, dan de Christen zelf. Maar hier wordt op iets anders de aan dacht gevestigd. Paulus wil zeggen, dat deze vrede de voorkeur verdient boven alle verstand. Zooals een nieuwe verta ling luidt: Een vrede, veel beter dan alle verstand. In de moeilijkheden, waarin menigeen tegenwoordig zit, waarin de heele wereld geraakt is, rijst de klacht wel: als ik maar een weg wist, om er uit te komen, als ik maar doorzicht had in het doolhof, waar in wij geraakt zijn. Wie vindt het verlos sende woord? Wiens geest zal het raadsel ontwarren? Wiens verstand zal over de ontzaglijke moeilijkheden zegevieren, die onze tijd biedt? De wereld zoekt naar de wijze, die de oplossing gevonden heeft. Waar is de man, die er ons uithelpt? Maar neen, zegt de christen, er is iets, dat meer waard is dan het verstand: dat is de vrede Gods. Deze lost niet alle raadsels op, neemt niet den nood weg, maar stelt ons in staat door innerlijke krachtsvernieuwing, om onzen last te dragen, en maakt de ziel stil tot God. Het uitnemende van dien vrede is ook, dat hij dienst doet als wachter bij Uw ziel. Hij waakt over Uw hart en over Uw zin nen. De vrede Gods zal Uwe harten en zinnen bewaren in Christus Jezus. Dat rusten in Gods aanbiddelijk beleid, dat erkennen van Gods wijzen raad houdt het hart in bedwang, dat zoo rebelsch is. en telkens tegen Gods weg in opstand komt, wanneer die weg voor het vleesch smar telijk is. Die vrede Gods is als een engel, die de wacht betrekt, opdat de Booze niet in ons hart inbreke, om er een steunpunt te ma ken in den strijd tegen den Heilige. Die vrede Gods verhoedt, dat wij tegen God in verzet komen en tegen Hem gaan morren. Hij bewaart ook onze zinnen, be- heerscht onze driften, zoodat wij door den nood, waarin wij verkeeren, niet gedron gen worden in een weg, die niet goed is, en niet tot plannen en praktijken verval len, die met Gods heilige wet in botsing ons brengen. Wie eigen lot in eigen han den meent te moeten nemen, gaat licht een verboden weg inslaan, om zijn doel te bereiken. De verzoeking is groot in onze dagen. Maar de vrede Gods. waarmee gij Uw lot leert geven in Gods hand. houdt van zulke experimenten terug. Hij be waart Uw zinnen, om U voor booze raad slagen en zondige praktijken te behoeden. Als gij nu maar verstaat, dat zulk een vrede, wanneer die komt en woont in U. niet Uw eigen verdienste is of Uw eigen werk. En wanneer die blijft, ondanks ern stige beproeving, niet tot eigen lof en zelfverheerlijking. U mag verleiden. Zoo die vrede Gods Uw harten bewaart, het is „in Christus Jezus" .In de gemeenschap met Uw Heiland, door de innige geloofs- vereeniging met Hem, kan alleen^die vre de u bijblijven, en zegenend Uw leven beheerschen. In Christus Jezus Zelf was die vrede Gods heerlijk. Ook in den diepsten kruis weg, ook in de grootste benauwdheid. Nimmer, in al Zijn lijden, week die vrede. Onuitroeibaar was bij Hem de overtui ging: Zijn weg was Gods weg. Welnu, die vrede komt ons uit Hem toe: uit kracht van Zijn gehoorzaamheid. Bidt om dien vrede, in den naam van Uw Midde laar Jezus Christus. Want de ziel van zulk een bidder zal, in den nood der tijden, door dien vrede vast zijn in den Heere, als een rots, rus tig temidden der woedende baren. „Een zee van ramp moog' met haar golven slaan. Hoe hoog zij ga, zij raakt hem zelfs niet aan. IN DE OPVOEDING EENVOUDIG Wij lezen in een paedagogisch tijdschrift. Fr zijn dingen, waarvan iedereen ver stand heeft. Wie weet er niet over geneeskunde, wie niet over paedagogiek of theologie te praten? Deze wetenschappen zijn te weinig exact, om er niet zijn opinies ove-r te hebben. Menschen, die niet eens ten ruwste weten, hoe het menschelijk organisme werkt, hebben middelen voor deze of gene kwaal en weten precies, hoe dit of dat ongemak kan voorkomen worden. Mannen en vrouwen, die nooit hebben gestaan voor de vorming van eigen kin deren, zijn dikwijls de grootste betwe ters en hebben vaak de scherpste critiek over de wijze, waarop vaders en moeders hun kinderen opvoeden. Ook heb ik paedagogen gekend, die dikke boeken schreven over de opvoeding maar wier eigen kinderen hun vader te schande waren en hun moeder tot vlij mend verdriet. Maar laten deze stuurlui-aan-den-wal maar blijven, waar zij staan. Die niet om hen behoeft te huilen doet 't beste om met hen een beetje te lachen. F.r zijn ook diep-inzichtige geleerden, die ernstig hebben nagedacht over de problemen der opvoeding; die stelsels hebben uitgewerkt en zóó logisch in elkaar gezet, dat er geen speld is tusschen te krijgen. .Methoden van opvoeding hebben ze aan de menschheid geschonken, die. als je ze maar punktelijk volgt, tot stellige resul taten moeten leiden. Gegeven zus en zoo een kind en daaron toegepast deze of die wijze van opvoeden en de uitkomst staat vast. Deze mannen hebben alles wel logisch beredeneerd, maar hun wijsgeerige be schouwingen Ioopen over het kind, dal maar een abstractie is en dus iti werke lijkheid niet bestaat. Weer andere hooggeleerden hebben, uitgaande van de onbewezen stelling, dat lichamelijke verschijnselen met de geeste lijke parallel loopen, door middel van vernuftig uitgedachte werktuigen de ver schillende zielefuneties onderzo"ht en op grond van deze navorschingen richtlüneo getrokken, waarlangs de opvoeder heeft te gaan. Xe halen 't menscheliike zieleleven uit elkaar, zoonis de horlogemaker, dat ons zakuurwerk doet, maar gaan er wel eens aan voorbij, dat ons geestelijlk wezen een samenstelling is van wondere stnftuur een totaliteit, waarvan elk onderdeel ai- leen betenk°nis hPPft in het fijne borduur sel van het geheel. Het diep verholen Ik. dat dn draden, die naar de afzonderlijke deeien van ons geestelijk organisme loopen, vast houdt, is een onbenaderbare geheimenis. De eenheid der persoonlijkheid is bij ieder een andere; elk mensch vertoont weer een nieuwe constellatie. Waar twee menschen samenkomen, is de verhouding tusschen het Ik van den een en het Gij van den ander verschil lend van die tussfiljén elk ander twee tal. Voor liet doorsneekind, dat niet wezenlijke, waarover de boeken spreken, zou men in bepaalde gevallen met goed gevolg zijn paedagogisch receptenboek kunnen raadplegen, maar voor het wer kelijke, dat met eigen lichaam en ziel voor ons zit, hebben we bij den besten wil meestal ge.n tijd om het op to slaan. In den regel ..meten we oogenhlikke- lijk komen tot de daad. Gewoonlijk heb ben we intuitief te weten, wat wc doen zullen. Veelal grijpen we in den donker, en toch heel dikwijls raak 't Is een aanvoelen, een vinden zon der te zoeken; een grijpen zonder tasten Die lief heeft, vindt vaak op den juisten tijd den goed treffenden maat regel. De rechte opvoedingsdaad is dus zoo wel eenvoudig in haar wording als in haar uitvoering. Maar nóg siinneler kan het. Goed op voeden is dikwijls meer een laten dan een doen, meer zwijgen dan sprelv.n. Mijn zachtmoedige, vrome vader was, al had hij geen boeken over paedago giek bestudeerd, een opvoeder bij de gratie Gods. Hii kende heelcmaal de lad dertjes niet, die de leerboeken den aan komenden paedagogen in de hand ga ven. Nooit is hii bewust hii ons geklommen \an afkeuring tot straf, of van goed keuring tot belooning. We zijn er onder die logische ge wrochten moeten komen. Maar dit weet ik wel, dat als ik wat verkeerds gedaan had, mijn vader mij zonder iets te zeggen of te doen, aan zag met een blik, die me nog treft, ter wijl ik dit schrijf. Niet straf en stug keek hij dan, maar er was, ja, iets in zijn oog, dat er was in den blik van den Heiland, toen Hij Petrus aanzag na de verloochening. INDIEN DE PERS ONDER VERORDENINGEN LEEFT Wij lezen in het tijdschrift „Ik zal Hand haven"; Wij, Nederlanders, zijn een vrij volk Wij hechten aan vrijheden in allcilei op zichten. En niet het minst in onze Pers. Soms wordt de vrijheid wel eens een beetje heel ruim opgevat, om niet te zag gen. dat zij wel eens in het ongebondene overgeslagen is; maar over'het algemeen bepaalt in de goede Pers (d.w.z. de niet al te hartstochtelijk-partijdige) het ge zond verstand de grenzen, welke bij mede deelingen en beoordeelingon worden in acht genomen. Binnen die grenzen, die eigenlijk de grenzen van welvoeglijkheid zijn, bestaat volle vrijheid en het Nederlandsche volk kan dan ook een zaak van beteekenis van alle kanten belicht zien en is daardoor in staat zijn eigen gevolgtrekkingen te maken, zijn eigen standpunt te bepalen. Voor ons, Nederlanders, is het dus moei lijk ons in te deuken in de toestand, welke is ontstaan in Duitschland. waai de vrijheid der Pers zoodanig aan ban den is gelegd, dat geen sprake kan wezen van eenigerlei voorlichting, die niet is goedgekeurd door de leiders, als de ver- ofdeninggexende instantie. Er is daar maar één inzicht en dat is het inzicht van de regeerders. Verschillende dagbla den houden op te bestaan of beperken hun oplaag, omdat niemand meer twee of meer bladen leest; ze zoggen alle het zelfde! Zelfs aan de vrijheid der buitenland- sche Pei-s wordt feitelijk getornd, door de wijze, waarop tegen de buitenlandsche journalisten wordt opgetreden. Ieder jour nalist, die zijn eigen visie op de zaken aan de eigen landgenooten in de eigen (niet-Duitsche) Pers mededeelt, loopt kans de behandeling te ondergaan van een Mohrer, Jhr de Marees van Swinde- ren, Noel Panter, nl. „festgenommen' te worden en daarna aan de deur gezet! Wij hebben ons niet te bemoeien met hetgeen den eigen (Duitschen) journalis ten wordt aangedaan. Alleen krijgen wij, door lezing dei' Duitsche organen, slechts een „officieels" kijk op de zaken. Waar aan wij niet gewoon' zijn. Voorts, kunnen wij alleen het volk beklagen, 'dat zoo éénzijdig wordt voorgelicht. Ter-wijl wij hij hetgeen omtrent de opvattingen van het volk in de nationale bladen wordt gezegd, met de wetenschap der verorde- ningen-taktiek moeten rekening houden. Voor 't oogenblik zeggen wij er niet meer van, dan dat wij ons gelukkig kun nen prijzen, dat onze Pers nog in staat is ons openhartige meeningen en eerlijke opvattingen ter kennis te brengen, waar door wij nog kunnen blijven denken aan het spreekwoord dat „du choc des opi nions jaillit la vérité". Dit Fransch spreekwoord brengt ons et- toe om de meening van den President der Frahscbe Republiek over de Pers hier over te nomen uit het Ochtendblad var. 't Algemeen Handelsblad van 14 Nov. '33 De heer Lebrun dan zeide: „De Pers is een der steunpilaren ge worden van de moderne maatschappij, althans in landep waar haar eenige vrij heid woi'dt gelaten en waar zij er zich niet mee tevreden stelt de bleeke. schuch tere. afspiegeling te zijn van de dictato riale gedachte". 0, Heiland! leer mijzelf mij kennen, Want 'k ben niet wat de wereld meent: Uw Geest schenkt aan mijn geest zijn pennen, Uw gunst is 't, die mij kracht verleent. Maar wil ik uit mijzelven leven, Hoe vangt mijn hart dan aan te beven. Bij 't denken aan Uw hoog gericht; Bij alles wat ik kan omvatten, Vindt toch mijn arme ziel haar schatten Alléén in Uw genadelicht Wat baat mij de ijdele eer der aarde? 't Is alles slechts verganklijkheid. Geen wereldsche eei kroon heeft meer waarde Als 't hart zich in den Heer vermeit Veel beter is 't, de ziel te sterken -v Door Jezus' offer, Jezus' werken, En als een zwak, gewillig kind, Aan Jezus' voet ter neer gezeten, Van Jezus' bloed alléén te weten. Voor al het and're willig blind. Dr. J. H. GUNNING J.Hzn. Correspondentie deze rubriek betreffende te zenden aan F. W. NANKING, St. Gerardus- laan 15, Eindhoven. No. 329 Een zeer verdienstelijke driezet vinden we in no. 392. De sleutelzet n 1. Tc3 dreigende 2. b6 3. b7 mat. Als zwart na de toren op bl wegspeelt, kan, die dreiging gepareerd worden door na '2. b6 te spelen 2. b D. Echter nu wordt telkens een op promotie otaande zwarte pion de promotie door inter ferentie onmogelijk gemaakt. Bijv. 1 Thl 2. h7 dreigt 3.. Dh8 mat. Dit is niet meer te pareeren. Hoewel de stand schijnbaar niet bereikt kan worden met de gewone spelregels, is dit toch het geval. De heer Laan heeft dit, door mid del van een partij bewezen. Genoemde heer stelt als prijs beschikbaar, voor de kortste partij, die dezen stand oplevert, een jaargang van het T.N.S.B. Inzendingen aan mij vóór 1 April a.s. Wij danken de heer Laan voor zijn belangstelling. Zij, die de stand kwijt zijn, vinden deze onder aan de rubriek nogmaals vermeld. Men kan altijd tot den oplossingswedstrijd toetreden. Een roede oplossing van een twee- zet telt voor twee punten enz. Voor een fou tieve oplossing wordt een punt in mindering gebracht. (Minimum aantal punten is nul). Voor den maandeljjkschen prijs van f 2.50 moet men de meeste punten hebben. Ook niet- abonnés zijn welkom. Heeft men tien keer ach tereen geen oplossing ingestuurd, dan ver- lifrt men zijn aantal punten. Een onoplosbaar' probleem vervalt voor den wedstrijd. Ter besparing van porti is de oplossings- termijn op circa 4 Wellen gesteld, zoodat op lossers meerdere oplossingen eventueel te zamen tegelijk kunnen inzenden. Trouwe vrienden. PROBLEEM VOOR DEN WEDSTRIJD No. 398 J. P. COPPENS, Amsterdam Eerste plaatsing Zwart (9) Wit (9) Wit: Khl, Dh4, Tdl, La3, Pd7, pi.d3, f2, f5 en g3 Zwart; Kd4, Le4 en gl, Pb7 en h7, pi.c3, do, f3 en h2 Wit geeft mat in twee (2) zetten Oplossingen inzenden vóór Zaterdag 17 Maart Oplossing Eindspel no. 505 1. Tg7 Kg7 2. f6 Lf6 3. Tg3 Lg5 4. Tg5 Dg3 5. Dg5 Kh8 6. Df6 KgS 7. Lf5 enz. Eindspel no. 506 T.N.S.B. 1, Dc2, Td3 en fl, pi.a2, b3, c4, f3, Ld4, pi.a7, b6, Wit; h2, Pg4 Zwart; Kg8, Dc7, Ta8 en c5, e6, f4, f7, h7. Wit begint en houdt remise- LADDERWEDTRIJD B. Vis J. L. Braber B. Wa-ner C. A. van Gelder A. Wagner D. Kareis P. Klein J. P. Coppens „X" F. C. Laan J. Floorijp Stand van no. 392 Wit: Ka8, Ta3 en d6, La4 en d4, Pa6, pi.bó, f6, g6, h6 (10) Zwart: KcS, Tbl, Lal, Pa7 en c6, pi.b2, c2, d2, e2, e6, f2, g2, li2, (13). 105 105(5) 71 2 3 3 79 63 2 3 3 71 35 2 3 3 43 31 2 3 3 39 23 2 3 3 31 29 2 3 1 33 13 2 3 3 21 14 14(7) 2 3 3 8 1 3 4 Dal, wal je niet hebt In den tijd der Napoleontische oorlogen zei een Fransch soldaat eens schamper tot een Oostenrijker: „Wij vechten om de eer, jelui voor geld." De Oostenrijker antwoordde: „Och ieder strijdt om dat, wat hij niet heeft." Hoffelijk maar niet kaufmannisch Dame ('bij den kapper)„Hebt u iets voor grijze haren?" Kapper: „Niets anders dan het grootste respect, mevrouw-" VOOR DE VROUW Eenigen tijd terug zette ik in ons hoekje een breipatroontje voor een randje dat men in de keuken langs pannenplank en in d,e kast kon ge bruiken. Nu vroeg een lezeres mij of ik nog eens zoo'n patroontje wilde geven, maar liefst iets breeder. 'k Ben blij dat ik direct kan helpen. Bij die keuken, in die leelijke roode kleur zooals nog geschreven werd, zou ik die randjes maar liefst in witte kleuren breien. Anders is het aardiger een kleur te kiezen die bij de keukenverf past. Ook de gekleurde breikaloens kunnen immers gewassohen worden. Wie het patroontje van DMC nabreit, heeft dan weer een fijn puntje voor in 't buffet of kamerkast. Zet op 14 steken. Alle even toeren worden gewoon recht gebreid, die worden dus n:et meer vermeld. lste toer 1 st. afh. 6 recht (omsl. mind., omsl., mind., omsl., mind., omsl., 1 recht). 3e toer: 1 st. afh., 7 recht, dan wat in toer 1 tusschen geplaatst is. 5e toer: lste afh., 8 recht, verder als bij toer 1. 1 st. afh., 9 recht, verder als bij 1 st. afh., 10 recht, verder als bij 7e toer: toer 1. 9e toer: t0eUe toer: 1 st. afh.. 11 recht, verder als bi toer 1. 13e toer: 1 st. afh.. 12 recht, verder als bij toer 1 15e toer: 1 st. afh.. 13 recht, verder als bij toer 1. 17e toer: 1 st. afh., 14 recht, verder als bij toer 1. 19e toer: 1 st. afh., 12 recht (mind, omsl., mind., omsl., mind., omsl., mind., omsl., mind.). 21e toer: 1 st. afh., 11 recht, dan verder zooals bij toer 19 tusschen staat. 23e toer: 1 st. afh., 10 recht, verder als bij toer 19. 25e toer: 1 st. afh., 9 recht, verder als bij toer 19. 27e toer: 1 st. afh., 8 recht, verder als bij toer 19. 29e toer: 1 st. afh., 7 recht, verder als bij toer 19. 31e toer: 1 st. afh., 6 recht, verder als bij toer 19. 33e toer: 1 st. afh., 5 recht, verder als bij toer 19. 35e toer: 1 st. afh., 4 recht, verder als bij toer 19. Na de 36ste toer weer bij toer 1 beginnen. Correspondentie: Mej. R. te B. U hebt waarschijnlijk intusschen m'n brief wel ontvangen. Die wordt u tenminste doorgezonden. VOOR DE JEUGD M'N BESTE NICHTJES EN NEEFJES. Dinsdagmiddag is 't, terwijl ik jullie schrijf. De zon schijnt heerlijk en ik denk m'n nichtjes en neefjes pra'en nu vast al, of 't zomer is. Daar zal je nog wat op moeten wachten. Dat geeft niets. Als we nu vast maar genieten van deze moo'e zonnedagen. De eschdoorp, vlak achter 't huis, knopt al rijkelijk. Zou die zich ook ver gissen en denken dat de zomer zoo dicht bij is? Wacht maar, hij kan nog wel een sneeuiwpakje aan krijgen. Maar ik geloof dat zijn knoppen wel tegen een beetje kou kunnen. Dat is maar goed. Nu zal ik eerst de prijswinner maar eens noemen. Dat is ARIE WAGNER te Stad aan het Haringvliet. Van een Schooljongen in Bataksland. Verder nu allereerst heel veel groeten van jullie TANTE TRUUS. Maaftje A. te Ouddorp. Ben jij al aan 't weven? Dat is knap. Zoo'nr kussen wordt vast wel. prach tig. Weet je wat heel goed zal staan? Als je de verschillende deelen met zwart aan elkaar zet. Zwart staat mooi tusschen die andere kleuren. Ben ie weer heelemaa! beter? Dank voor je nieuwe raadsels. Mare K. te Sommelsdijk. Wat een korte briei was dal! Vertel me maar eens gauw waar jij het zoo druk mee had. Spelen, handwerken, lezen? Nelly K. te Sommelsdijk. Van Dittie is erg kwiek, dat ze al zoo speelt. Ze zal vroeg les moeten hebben, anders went ze zich soms een ver keerde manier aan, en dat is later dubbel lastig als je die moet afleeren. Ik ken er wel meer Te al zoo jong begonnen zijn. Cornelia A. R. te Nieuwe Tonge. Zoo is de repetitietljd weer voorbij? Een kwade tijd hè? Maar je bent er goed doorgerold. Dat merk ik tenminste aan je rapportcijfers. Nu maar weer ha-d aan de gang voor 't nieuwe rapport Of ga je nu een heel klein beetje uitrusten? Dat magmaar, na vier uur. Ne'Jie W. te Stad aan 't Haringvliet. Gefelici teerd met den verjaardag van je broer. Wil je hem ook mijn hartelijke gelukwenschen overbrengen? En natuurlijk ook aan je Vader en Moeder. Wat een tref voor je, dat je zulke fijne boeken had. Fijn dat broertje zoo'n schat is. Verwen je hem niet een klein beetje? Wie was die mijnheer met dat blauwe pak en die gele pet? Thca van der S. te Middelharnis. De tijd naar jouw verjaardag schiet al aardig op. Zoo'n dag met verrassingen is altijd leuk. 'k Hoop dat je alles krijgt wat er op je verlanglijstje staat Jij hebt een goeie zus, die je zoo helpt. Maar voor zoo'n snip verkouden zusje hebt je wel wat over. 't Beste er mee. Kon je neg naar d;e Zendingsf'.lm? Ik lees ook zóó graag. Maar jij hebt een voorrecht, een adres te weten, waar je zulke mooie boeken kan leenen. Jan W. te Stad aan 't Haringvliet Ik kan heusch niet beloven hoor, dat van die boeken, 'k Weet niet eens of ze nog voorradig zijn. 'k Zal 't eens voor je vragen, dat kan ik wel dpen. Mis- sch:en heb ik ze ook al wel drie keer gelezen, zoo mooi. vind ik ze ook, Daarover zijn. we het-goed eens hè? Doe .jij Moe de groeten van mij terug. En jij van Oom veel groeten. Ben je weer heele- maal beter? Jammer dat je toen dat gedeelte van 't verhaal niet hoorde. Cor. O. te Middelharnis. Zoo, kom jij ook eens praten in ons hoekje. Dat is best! Doe maar trouw met ons mee. Schrijf je me den volgenden keer je leeftijd er even bij. Dat moet ik weten hoor. Riek P. te Numansd <rp. Als 't speldenkussen zoo mooi is, dan is 't haast te fijn om te gebrui ken. Het einde van je schooltijd komt dan al na In 't zicht. Gezellig om dan Moeder te gaan helpen. Die zal dan ook wel blijk zijn met zoo'n flinke hulp. Die uitvoering lijkt me prachtig te zijn ge< we est. Bram P. te Numansdorp. Ik kon heusch je prijs niet vergeten. Ik heb er dadelijk aan helpen her inneren dat die verzonden moest worden. Is 't nu in orde gekomen? Wat een mooi werk heb jij gedaan. Dat was zeker wel heel moeilijk? Tollen is een fijn spel, dat heb ik vroeger ook heel wat gedaan. Hoe- staat het met je spoorwagen? Heb je die al zomervacantie gegeven? Arie W. te Stad aan 't Haringvliet Dat een roodborstje, zoo in de kamer verdwaalt zalook niet dikwijls gebeuren, 't Heeft zeker nog al wat moeite gekost eer 't gevangen was. Gelukkig dat Vader 't beestje weer heeft laten wegvliegen. Wat zal dat diertje een angst hebben gehad. Sara B. te Den Haag. Wat heb jij een fijne avond gehad. Ik wilde maar wat graag, dat ik die ook meegemaakt had. Kan je voor dien zangavond kaarten koopen? Heb ik het met de raadsels moei lijk maakt? Een andere keer wat makkelijker hoor. Gien B. te Klundert Wat heb jij een fijnen lan gen brief geschreven. Ik vind dat jullie op een fijne manier aan die schaatsen zijn gekomen. Dat is een prachtidee. Heb je 't rijden nu al een beetje geleerd? Dat vriendinnet'e ken ik niet. Jij hebt door die verhuizing van haar het fijne vooruitzicht van een logeerpartij. Wat doet die meisjesclub? Watse K. te- IJmuiden. O wat een Wandeling was dat! Dat deed ik je- niet graag na, zoo heen- en terug achter elkaar. Vertel me eens wat van die ruïne van Brederode. Die heb ik nog niet gezien. Een fijn cadeau kwam er uit Friesland. Daar heb je allemaal pleizier van. In de zomeravonden kun je er ook echt van genieten. Hettie B. te Klundert. Een gezellig geheimpje is dat van dat huisje. Wie is op dat leuke idee ge komen? Je" zult er wel heel wat werk aan gehad hebben. Maar dat is juist het fijnste. Heeft jullie club voor den winter geen plannen? Dan zijn jullie eigenlijk een zomerclub. Maar het wordt nu al gauw fijn om eens te gaan wandelen. Als al die heel fijne knopjes weer te zien zijn. Ida J. te Stellendam. Dat was die keer dan wel een héél mcoi kinderuurtje, 'k Heb het niet ge hoord. Dapper hè van dat kleine meisje uit Indië. Zou jij het durven? Doe je ze thuis allemaal de groeten. Ketje Klink te Stellendam. Verjaardagen kunnen zoo echt feestelijk zijn. Jij hebt er zoo gezellig van verteld, dat het nu net is of ik het meegemaakt beb. Is je handwerk al af? In de winterdagen kun je heel wat af doen hè? 'Wat zou dat makkelijk zijn als we allemaal even per radio onze brieven konden zeggen, dat zou heel wat tijd besparen. Allemaal veel groeten. Jorentje S. te Ouddorp. Zoo'n rapport is de moeite waard hoor. Vader en Moeder waren zeker wel heel blij. Nou het heeft hier ook flink ge stormd. Dan is het juist mcoi op 't strand, als je maar niet te dichi bij de golven komt. Eigenlijk is de zee altijd mooi. Jij gaat zeker nogal 'eens kijken? Dat is voor later fijn. Als een ander nog beginnen moet, hebben die vluggertjes het kwaad ste al gehad. Doe ze allemaal veel groeten van mij terug. Dinie van N. te Dirksland. Ja dat raadsel kon ik :oen net goed gebruiken. Dat trof dus nogal. Jij had het daardoor wel erg gemakkelijk hè? Dat mag voor een keertje ook wel eens. Maar er zijn er die haast een beetje boos naar mij keken omdat ze-dat raadsel zoo moeilijk vonden. Maar dat vind ik niets erg hoor. Juist door moeilijkheden kom je vooruit. Marie B. te Sommelsdijk. Wat was die brief keurig geschreven, 't Moet je eerlijk verklappen, dat ik het in rondschrift nooit zoover gebracht heb. Al je letters waren even keurig en precies afge- werk. Dat boek heb ik gelezen, 'k Vind het heel mooi. Heb je het al uit? Grietje B. te Sommelsdijk. Je vertelt me wel van je handwerken, maar je zegt niet hoe je 't doet. Haken, borduren, of met den kruissteek. Vertel je me dat een anderen keer eens? Handwerk je graag? Marie H. N. te Middelharnis. Jammer toch, dat jullie nu niet verder vergaderen kunnen, 'k Hoop ook dat er maar gauw weer een goede leidsler gevonden wordt. Kleine Freda is zeker nu wel grootsch met dat pakje? Wat zal ze er leug uitzien. Wanneer ga jij eens wat voor haar maken? Dat is leuk werk. Probeer maar eens. De oplossingen zijn: I. Jan, kan, pan, van, Han, man, Dan. II. Aal-schol-ver. Aalscholver. III. Melkboeren, tamboeren, vischboeren. Nieuwe raadsels: I. Ingezonden door Maartje A. te Ouddorp. Welke vruchten maak je uit de volgende letters? z k r p i e. oraksobi. i r a b a e d. II. Ingezonden door Jannie van O. Beverwijk. Verborgen vruchten. Hij g'ng den berg op, eer 't avond was. Met kap, pelerine en regenscherm kon zij er tegen. Hij genoot van het gezellig gebabbel van den kleinen dreumes. Bij zijn makkers stond hij hoog in aanzien. III. Ingez. door Jannie van D. te Beverwijk. Het eerste deel is iets wat je niet graag krijgt. Het tweede deel is een mooie bloem. De oplossingen kunnen met vermelding van naam, voornaam, leeftijd en adres tot Vrijdag 23 Februari worden gezonden aan: Tante TRUUS, Bureau Maas en Scheldebode, Scirrrm^1

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1934 | | pagina 6