i I MAAS- EN SCHELDEBODE DE S. B. Z.-VEREENIGINGEN EN HET ZIEKENHUIS „BETHESDA" TE DIRKSLAND OM DE EER VAN DE VLAG I - 1 I I .1 dca Febrj April brdvrii i .wal f 4.75 sh. brd d wal f 6.05 prysh •or don, voor- INGEZONDEN STUKKEN In „Onze Eilanden" van 10 Febr. 1.1. komt een redactioneel stuk onder dezen titel voor, dat een niet al te weVwillemden geest ademt, ten opzichte van „Bethesda". 'k Wil hopen dat dit n et de geest van de redactie is. Met het oog op het groote belang voor de be handeling onzer zieken, dat met de a.s. ope ning van „Bethesda" verbondon is, voel ik me gedrongen deze zaak ook eens van een andere zijde te belichten, om zoodoende enkele plooien daarin glad te strijken, 't. Gaat hierbij voornamelijk over drie din gen: le de vrije Ziekenhuisketize ten 2e de Ziekenverplegingskosten in „Bethesda", ver geleken met (lie, welke tot heden betaald worden in de Rottordamsohe Ziekenhuizen of elders en ten 3e de vrije artsenkeuze in „Bethesda". 't Is het bestuur van „Bethesda" of Br. Boot. of ondergeteckende volstrekt er niet om te doen om de vrije ziekeuhuiskeuze voor de S. B. Z.-leden op te heffen ten gun ste van „Bethesda". Het Bestuur wil (leze vrije z:ekenhiudskeuze voor die leden juist laten bestaan of ingevoerd krijgen. Het vraagt slechts, om de bepalingen in die regiemeuten waardoor de loden in sommige E. B. Z.-vereeni-gingen in bepaalde gevallen peen vrije ziekenhuiskeuze hebben, te wij zigen of op te heffen, zoodat de leden ook in rle gevallen „Bethesda" zouden kunnen kiezen, als ze dat wilden., In Nieuwe lonen hadden vroeger de z.g. loopende patiënten geen vrije ziekenhuiskeuze maar moesten voor huu behandeling naar Leiden of Utrecht, Nu hadden dgze patiënten daar over 't algemeen niets mee op. Ten le om dat ze dan weer heel wat verder van huis werden gezonden, waar ze meestal geen familie hadden, wat het ziekenbezoek, voor- al in ernstige ziekte-omstandigheden veel bezwaarlijker maakte. Een tweede bezwaar werd gevonden in het herhaaldelijk onder zocht worden in de Universiteitsklinieken, waar ze wel volgens de bovenste plank be handeld worden, maar waar de geiioeskun dige studenten het geneeskund ig onderzoek op de daar liggende patiënten moeten lee- jen. Dit. is nu eenmaal liet gevolg van het dubbele van die inrichtingen voor hoogor onderwijs, maar veie patiënten zijn daar niets op gesteld. Boze onvrije ziekenhuis- keuze is dan ook in onze S. B. Z.-vereeni- ging weer opgegeven, ook al omdat de be sparing aan operatiekosten in de Universi teitsklinieken weer voor een groot deel moest worden uitgegeven in den vorm van grootere vei-voers- en bezoekkosten van pa tiënt en familie, zoodat 't aanvankelijk ge- hoopte voordeel in werkelijkheid herhaal delijk erg tegen viel. Maar in de S. B. Z. t ereeniging Middolharnis-Sommelsdijk bp- staat deze onvrijheid van ziekenhuiskamer in die gevallen nog steeds. Dat velen dezer patiënten do voorkeur aan „Bethesda zul len geven, verwacht, ik stellig, nu het al vrij algemeen hekend raakt, dat we daar een zeer bekwamen en geschikten operatour zullen krijgen. Reeds nu hebben enkele pa tiënten me gezegd, dat ze met hun gebrek zullen wachten tot ze naar Dirksland kun nen gaan. 't Is een algemeene regel dat pat.ient.en er de voorkeur aan geven in eigen omgeving behandeld te worden en dit geldt in dub bele mate op het zoo geïsoleerde Flakkee. I.aten we dus allen aansturen op werke- ij k. e vrije z i eken hu 's-k^u z emaar dan ook de patiënten vrij en frank in de gelegenheid stellen Bethesda" te kiezen, als ze hieraan de voorkeur geven. Wat de kosten betreft zoo is Bethesda zeker niet du,u,r en hier ko men we aan Ad II. De verplegingskosten per dag zijn voor S.B.Z-patiënten door .Bethesda" gesteld op 3.50. Nu is dit 0.50 duurder dun in de Rottordamsche zie henhuizen, maar daar staat tegenover, dat de geneeskundige (de z.g. interne) behan deling daar gratis verleend wordt door den geneesheer-directeur Dr. Boot. Verder zullen de aanzienlijke bedragen van ziekenvervoer en bezoek voor het overgroote deel komen te vervallen, als de patiënten in „Bethesda' verpleegd worden. Welke bedragen hiermee gemoeid zijn kan zoo ongeveer blijken uit de cijfers daaromtrent voor onze S. B. Z vereeniging. (Die van andere zijn me niet bekend). Aan die geneeskundige behande ling in 1933 werd uitgegeven 17Ü; aan ver voerskosten (waarin begrepen de kosten van vrij zie.kenbezoek der huisgenootenï pl.m f 1000.Samen (lus 1170.—; het aantal verpleegdagen bedroeg 630. Dus bijna 2 per verpleeg dag kwam hierdoor bij de ge wone verplegingskosten in Rotterdam. Nu bedroegen d-eze met inbegrip van kosten voor de operatiekamer, verband- en genees middelen pl.m. 4.—; zoodat de verplegmgs kosten per dag voor onze patiënten bedroe gen bijna 6 behalve dan nog de kosten .van de operatie. In Bethesda zouden die kosten (daar die van de operatiekamer enz. dezelfde zijn als in 't iDiaconessenhuis te Rotterdam) w.s. bedra gen hebben f 4.50; terwijl de vervoerkosten als de patiënten in Bethesda geholpen waren, volgens mijn berekening, pl.m. f50 zouden bedragen hebb- dus dit is van weinig betee- kenis Voor onze Vereeniging zou .Bethesda" ons groote 'elrlelijke voordeden hebben op geleverd. Nu is onze S. B. Z. Vereeniging. wel bijzonder rijgevig wat betreft de rech ten der leden, maar ook voor de zusterver- eeniginson zal verpleging in „Bethesda" voor deelig zijn, al is liet dan w. s. niet in die mate als voor de onze. Men zou hierbij ook kunnen wijzen op het geldelijk verlies, dat familieleden kunnen lijden doordat ze den geheel n dag uit hun werk zijn, als ze naar Rotterdam op zieke ibezoek moeten al gaat dat natuurlijk buiten de S. B, Z. vereeniging om. Maar 'k zou in (lit verhand willen op merken, dat het geldelijk voordeel hier eigen lijk nog maar bijzaak is, vergeleken bij den groolen vooruitgang in de geneeskundige be handeling. De schrijver van dit gewraakte ar tikel zegt, dat Bethesda geen enkel voordeel biedt dan vluggere opname en geriefelijker ziekenbezoek. Uit 't bovenstaande blijkt m.i. wel voldoet de 't weinig gegronde van deze bewering, maar ook overigens is ze niets be wijzend, dan dat de schrijver van de beteeke- nis van zijn woorden niet 't juiste begrip heeft. Want die v.ucgere opname is juist van het allergrootste belang in levensgevaarlijke omstandigheden. In de 33 jaar dat ik hier als Dokter werkzaam ben geweest, heb ik heel wat mee gemaakt en ook als lid van de zie ken transpor toommissie, ben ik wel meer dan eenig geneesheer op 't eiland hiermede he kend Heeft men nu een patiënt met door braak van een maag- of darmzweer of een beklemde breuk, of een ernstige blindedarm ontsteking of een kraamvrouw in gevaarlij ken toestand, dan is het zeer nadeelig voor die zieken, als ze hier nog moeten wachten vóór ze naar Rotterdam vervoerd worden en dat ze dan nog een lange reis daarheen moe ten maken. En dat zal juist het onschatbare voordeel 7" 1, dat die zieken in bijna alle ze- vallen in „Bethesda" snel en goed geholpen kunnen worden, zoodra de behandelende ge neesheer dit Doodig vindt. Het groote voor deel ook voor Dr. de Laive, zal zijn, dat hij de zieken in een veel vroeger stadium in be handeling krijgt, daar bij velen van die pa- tienten de genezings'.ansen van uur tot uur verminderd en na een zekeren tijd bepaald slechts geworden zijn. Dit alleen zou reeds opname in Bethesda rechtvaardigen al waren de kosten riuhhel zoo duur dan elders. En wat de gelegenheid betreft om in Rotterdam spe cialisten te raadplegen, nu daar heb ik een eigenaardige ervaring mee opgedaan, 't Re tro! een patient met huikaandoening, waar van 't nader moest worden uitgemaakt ot chirurgische of inwendige behandeling: de ereisehte was. 'k Gaf den operateur, naar wien ik eerst den patiënt vervoerd badin overweging hierbij in overleg te treden met den gensesli.-directeur. Maar daar moest hij niets van heblien, hij vond zoo iets volmaakt onnoodig en 01 gewenscht, en haast kreeg ik een standje, dat ik zoo iets durfde voorstel len. Wat dit betreft zal er in Bethesda m.i. meer overleg gepleegd worden met den ge neesheer voor inwendige zieken in twijfel achtige gevallen en overigens zullen pogin gen aangewend worden om ook aan Beth esda een neus-, keel- en oorarts en oogheel- dige verbonden te krijgen. Tenslotte rlan nog de vrije artsenkeus In de 3e klasse in „Bethesda" zullen patiënten, die niet geopereerd behoeven te worden, maar daar voor observatie en behandeling voor meer gewone, zg. inwendige ziekten liggen, behandeld worden door Dr Boot., die dit voor de S.B.Z.-Vereen. gratis zal doen: een belangrijk voordeel dus vergeleken bij Rotterdanische Ziekenhuizen. Nu kan men al dadelijk opmerken, dat liet voor den ge- regelden gang van zaken in .Bethesda" ge wenscht zou zijn, o.a. voor de opleiding (Ier leerling-verpleegsters, als iedere dokter zijn persoonlijke manier van ziekte-behandeling kwam uitvoeren. Men vergeet hierbij ook gewoonlijk, dat in de ziekenhuizen van (le groote gemeenten vrije artsenkeuze in liet geheel niet bestaat, d.w.z. in de stadszieken huizen. Al die honderdduizend patiënten in Rotterdam, Amsterdam enz., die over eer. hand geschoren kunnen worden met de 3de klas-patiënten in „Bethesda" hebben in de ziekenhuizen niet de minste kans hun eigen dokter, waarin zij mogelijk bijzonder ver trouwen hebben, daar als behandelend go neesheer te krijgen En 'k heb nog nooit ge hoord, dat één lid van den gemeenteraad dier steden of van de ziekenfondsen of SBZ vereenigingen daarin verandering geëischt heeft. En zelfs in den geneeskundigen kring op ons eiland weren er even veel, die het besluit van Bethesda goed als die het a keurden. Dus de kring als gehpel stond er neutraal tegenover. Nu heeft „Bethesda" nog een belangrijke tegemoetkoming gegeven hierin, doordat patiënten, die thuis wegens huiselijke omstandigheden moeilijk ver pleegd kunnen worden b-een patiënt met longontsteking in een zeer erg klein, slecht geventileerd huisie, zoo gewenscht. door hun eigen huisdokter in „Bethesda" ver pleegd kunnen worden, waardoor meerdere doktoren mee konden gaan met de beperkte dokterskeuze. Maar betreft 't patiënten met moeilijkheden hij de opsporing van den aard der ziekte en moet daarbij een nauwkeurig onderzoek ingesteld worden van 't bloed, van liet i-uggemergsvocht, van de maag inhoud of de ontlasting, dan moet de pa tiënt vanzelf geplaatst worden onder belian deling van Dr >ot, die voor al die onder zoekingen en bv. ook voor liet maken van X-foto's, in zulke gevhllen de noodige in strumenten in het ziekenhuis heeft en daar mee beter heeft leeren omgaan dan wijzelf en hij zal daarvoor ook heter den tijd heb ben of moeten krijgen. Behalve voor opera ties moet „Bethesda" juist voor zulke zie ken de noodige hulp en hulpmiddelen ver schaffen en de man, die daai-mee vertrouwd is. Zulke zieken moeten naast de operaties in de eerste plaats van .Bethesda" profi- teeren. De overige zieken kunnen best thuis behandeld worden door hun eigen huisarts. Maar bij de beproefde ruimte in „Bethesda" moeten de leidden daar in de eerste plaats bestemd blijven voor operatieve zieken en zij, die onderzoek noodig hebben met al de hulpmiddelen, die een goed ingericht zie kenhuis als .Bethesda" daarvoor bezit. Voor do enkele bedden, die dan wellicht nog be schikbaar blijven voor zieken met de zgn. maatschappelijke reder, voor opname als boven vermeid, kan vrije artsenkeuze ge handhaafd blijven, maar 't is nog de vraag of de zieken daaivan gebruik zullen wen-1 schen te maken, lu dit verhand wil ik ook hierop wijzen, dat hij vervoer van patiënten naar Rotterdam al dadelijk nagenoeg alle contact tusschon patiënt en huisarts verbro ken is, terwijl wij als huisartsen hier ons ioderen dag gemakkelijk naur „Bethesda" kunnen begeven, om te zien hoe het met onze patiënten gaat en daarbij overleg ple gen met Dr Boot of Dr De Laive. Alles bii elkaar is dit een kwestie waarvan men lang en breed het voor en tegen kan bespreken, maar die feitelijk zoo goed als geen prakti sche beteekenis heeft en die allerminst een reden mag zijn, om een minder welwillende houding tegenover „Bethesda" aan te nemen. 'k Geloof dan ook, dat, wat dit betreft, wij vol vertrouwen met „Bethesda" in zee kunnen gaan en 't bestuur dankbaar zijn, dat liet voor ons eiland zoo'n mooi en goed ingericht ziekenhuis tot stand gebracht heeft dat vooral voor ons geïsoleerde eiland tot grooten zegen kan en m.i. zal worrlen, als ieder vrij en frank daartoe zal willen mede werken. Moge dan „Bethesda" siioedig bloeien en groeien tot welzijn van de Flak- keesche bevolking, tot hulp en gemak der doktoren bij de dagelijksche behandeling hunner patiënten en vooral tot hulp, zoo mogelijk genezing, der daar hulp zoekende zieken. U. mijnheer de Redacteur, dankend voor de verleende plaatsruimte, Nieuwe Tonge, 12 Febr. 1934. Arts C. VAN GELDER. RIET EN BIET Mijnheer de Redacteur, Naar aanleiding van het verslag in de N. R. C. van de door den Vrijheidsbond ge houden vergadering, zij het mij vergund het volgende op te merken. Als er ooit eenheid in ons land noodig geweest is, dan is het zeker wel op den dag van heden. Nu zeer velen onzer in fin&n- cieele moeilijkheden verkeeren, nu een groot aantal lieden alles in het werk moe ten stollen om staande te blijven, nu men met den besten wil geen oplossing kan vin den om tekorten te dekken, zouden jalouzie en afgunst toch zeker geen hoogtij mogen vieren! Nu vooral is het dringend noodig (lat men met elkaar werkt 0111 uit rle mi sère te komen en juist nu is het fnuikend wanneer landbouw, veeteelt, handel, in dustrie en Scheepvaart elkander gaan be strijden. Met Ipedwezen las ik de rede, uitgespro ken door den heer Th. I.igthart op de ver gadering van den Vrijheidsbond. Genoemde heer stelde de vraag hoe het er in Rotter dam uit zou zien als de Scheepvaart in dezelfde mate gesteund zon worden als de landbouw. Op die vraag zou ik een weder vraag kunnen stellen: Hoe zag Rotterdam er uit toen het den „stoeren boer" finan cieel goed ging? Hoe zou Rotterdam er uit zien als de „stoere boer" totaal geruïneerd was, zoodat het platteland niets meer in de steden zou kunnen betrekken? De spre ker vergist zieh m.i. wanneer hij beweert dat de in ons land werkende suikerfabrie ken nutteloos zijn. Hij zegt tevens „de we reld is een warwinkel geworden". Indien dit zoo is, vindt dit mogelijk in vele lan den voor een grpot deel zijn oorzaak in het geharrewar tegen de regeeringsmaatre- gelen, in het ulioefenen van afbrekende critiek, in het voortdurend beweren dat het zus en zoo niet goed is, zonder aan te ge ven hoe hot dan wèl zou moeten geschie- dpn Het eigenaardige in do door den heer L uitgesproken rede is dat hij het eerst over Nederland, daarna over de geheele wereld heeft. Dat is voor ons, staatsburgers, een groot verschil. In de allereerste plaats djenen wij te zorgen voor het welzijn van onze eigen mensclien. In geen geval is het de schuld van onze rogeering dat de han delsbelemmeringen zijn ontstaan. Nooit en nimmer heeft Nederland daar aanleiding toe gegeven. Wei heeft ons land volgens velen veel te lang gewaeht om tegenmaat regelen te nemen. Spr. heeft gezegd ik riteer „men verkondigde overal de fraaie theorie dat de boerenstand noodig was voor de instandhouding van het ras, voor het verhinderen van een revolutie etc. en men steunde dus de boeren". Zeer be nieuwd hen ik te vernemen wie die men is en waar en wanneer dit verkondigd is. M.i. zijn er bijzonder weinig bopren revolu tionair aangelegd. Aan het feit dat Java kans loopt aan de dwaze politiek der ge heele wereld ten gronde te gaan, kan toeh zeker onze Hollandsehe boer niet schuldig zijn. Dat de productie van de suikerbieten de laatste twee jaar grooter is geweest dan in sommige voorafgaande jaren vindt voor het grootste deel zijn oorzaak in de guns tige weergesteldheid van de twee laatste zomers, waardoor de opbrengst per H.A. de gemiddelde opbrengst aan K.G. ver over schreden heeft. Spreker schijnt liet beter te vinden dat wij onze suiker van Java be trekken en onze fabrieken maar verdwij nen. Eerstens wil ik vragen: zou Java daarmee gered zijn? Ik weet het niet, maar wel weet ik wat dit betoekenen zou voor den landbouwer hier te lande. En niet al leen voor de landbouwers en de betrokken fabrikanten, doch liet zou een vooreerst niet te herstellen ramp zijn voor het alge meen Nederland is, zooals spr. zich uit drukt liet moederland van Java; daarom moet Nederland ook zorgen dat liet staan de kan blijven om de moede 1 taak te kun nen blijven vervullen. Indien de moeder meer aan liet kind geeft dun haar krachten toelaten, maakt ze haar kind tot wees. Spr. vraagt waarom men hier den bieten houw niet op wil geven? Wederom vraag ik waarom men dan op Java het verbou wen van riet niet staakt? Mij dunkt het is niet moeilijk op beide vragen oen antwoord te vinden. De heer Ligthart zegt, de argumenten der voorstanders van de suikerbieten zijn uitermate zwak, ja hij gaat zelfs zoo ver do vraag te stellen waarom de Redacties van diverse bladen nog plaats verleenen aan zulk partijdig, zwak geschrijf. Indien u, geachte heer, goede argumenten wilt hooien, dan noodig ik u uit om uw rede eens te gaan uitspreken in een gedeelte vau ons land waar voel suikerbieten verbouwd worrlen; ik verzeker u dat daar wel voor aanstaande landbouwers zijn, bereid om gp behoorlijke wijze met u te debatteeren en ik twijfel niet of uwe inzichten inzake riet en biet zullen dusdanig veranderen dat u niet meer zoo licht denken zult over het verdwijnen van de bietencultuur in Neder land. Het woord „partijdig" door u gebruikt, lijkt mij niet best gekozen. Eenmaal had u do vereerende taak, directeur van de Ja- vasche Bank te zijn. Het pleit voor uw karakter dat het wel en wee van Java u nog steeds zeer ter harte gaat. Doch ik vermeen te mogen schrijven dat indien K<" de helft van dien lijd ook directeur geweest waart van een Bank, gelegen midden in een bietenstreek, uw rede mogelijk een andere vorm zou hebben gehad. Hopende dat dit schrijven er toe moge bijdragen de eenheid tusselien platteland en stad te bewaren, resp, te versterken en spoedig de tijd moge aanbreken dat liet telen van riet en biet zóó loonend wordt dat voor de thans gegeven steun een extra belasting voor de verbouwers in de plaats kan treden. Hoogachtend tfl m Trouw ieder jaar op Dickens' verjaardag Londen een openlucht-voorstelling gegeven neel uit „Darid Copperjie d'\ wordt voor de historische George. Inn te naar een van Dickens' werken. Een too- Rotterdam, 12 Febr. 1034. M. DE HAAS „JONATHAN" EN „SAMUEL" TE DIRKSLAND GECOMBINEERDE JAARVERGADERING Vrijdagavond 2 Febr. hield de Hervorm de J.V. op G.G. „Jonathan in combinatie met de K.V. op G G. „Samuel" haar jaar vergadering in het Koor der Ned. Hcrv. Kerk te Dirksland. Toen het Koor nagpnoeg geheel gevuld was, opende de Eere voorziter, de WelEerw, heer Ds. C. v. d. Wal, de vergadering door te laten zingen Psalm 43 vers 3 en waarna hij voorging in gebed. Daarna las hij voor Spreuken 12 van het begin tot vers 26, naai aanleiding waarvan hij de aan wezigen het openingswoord toesprak. Spr wees voornamelijk op de Waarheid, die het leven van een iegelijk van zoo groot belang is en deed ons zien op Christus die gezegd heeft: „Ik hen de Weg, de Waar heid en liet Leven". Na dit mooie openings xvoord kreeg vr. J. Lugtenburg gelegenheid zijn bijbelinleiding voor te dragen die han delde over de ware Wijnstok. Ook dit on derwerp deed ons gevoelen, dat ons gan sche leven één moet zijn met Christus, die zelf de ware Wijnstok is, en dat alle rail ken die in Hem geplant zijn, vruchten zul Ion voortbrengen ter eere Gods en ter zalig heid van hnnne ziele. Aan de bespreking die hierop volgde namen verscheidene per- sonon deel. Na de resp. jaarverslagen van secretari sen en penningmeester, verplaatste vr. Best man van de K.V. ons in een tijd die onge veer drie eeuwen arhtrr ons ligt, door zij onderwerp over de Vierdaagsche Zeeslag in 1666, waarna hij ons deed hooren dat onze voorvaderen mannen van „Jan Kor daat" geweest zijn. We „zagen" de Jantjes klimmen ais katten in het want, we „hoor den" de overwinningskreten; we „gevoel den" de Kracht, waardoor die mannen streden. De voorzitter merkte tererlit op, dat te genwoordig de Jan Saliegeest meer en meer de plaats inneemt van die van Jan Kordaat Terecht een droevig verschijnsel Hierna werd gezongen Psalm 119 vers 53 en 65, terwijl intusschen eenige jonge mannen met de „borrc" rondgingen en zooals later werd hekend gemaakt de som van f 14.15 ophaalden, die ter .„spekking" van de kas diende. In de pauze die nu volgde werden de aanwezigen vergast op sigaren en chocolade Toen de geur van de Havanna's zich ai meer en meer verspreidde en de „soeke- laadjes" in de magen van de dames ver dwenen waren, werd de vergadering voort gezet. Vriend Matsinger van de K.V. boliandel- de voor ons een Bijbolsch onderwerp, ge titeld „In Fencië", waarna vr. F. Grooten boer op heel aardige wijze een gedicht voordroeg, over „Paulus voor Agrippa". Hierna kreeg vr. A. de Blois gelegenheid zijn onderwerp ten beste te geven getiteld „Mohammed". Het leven, de leer en de ge volgen van die leer, toen en nu werden achtereenvolgens behandeld, waarna hij er de opmerking aan toexoegde, dut niet Mo hammed de valsche profeet, maar Christus den van God Gezondene, alle eere toekomt tot in Eeuwigheid en dat alle tong, ook Mohammed eens zal belijden, dat Ilij is de Christus, de Zoon des levenden Gods. Een kleine bespreking volgde. Hierna bedankte de voorzitter der ver eeniging de lieer A. A. Jansen allen voor hun trouwe opkomst en sprak de wen ach uit, dat velen zich mochten aansluiten bij onze J.V. en K.V. Tot slot werd gezongen Psalm 86 6. waarna de zeer gezellige bijeenkomst met dankgebed gesloten werd. MEIS1ÏISVEREEN. „DORCAS" TE HERKINGEN VIJFDE JAARVERGADERING De vijfde jaarvergadering der Ned. Her\. (Geref.) Meisjesvereen. „Dorcas" te Herkin- gen, werd gehouden op Woensdag 7 Febr. j.l. in de Neu. Heiv. Kerk. De leiding van deze avond was in han den van de c<"ie-voorzitter der vereeniging, den heer J. Overwc.el. Aangevangen werd met liet zingen van Ps. 0810 en gebed, waarna gelezen w erd Spreuken 3! vanaf vers 10 tot liet einde. Als openingswoord koos spr. voor dezen avond Spreuken 31 20. Allereerst werden de talrijke aanwezigen hartelijk welkom ge liecten en aller medewerking 1 oor het doon slagen dezer vergadering ingeroepen. De ar beid van „Dorcas" aldus spr. is veelzijdig. We willen dat heden dankbaar godenken Allereerst is haar arbeid tot leniging van den nood der armen; nl. vervaardiging van kleedingstukken. In het afgeloopen jaar werden njet minder dan 254 stuks vervaar digd Dat alleen is een goede oefening, voo- al voor de jongere leden. Ook wordt het geestelijk element geenszins gemist. Weke lijks wordt de Heilige Schrift onderzocht. Kortom, het werk van de meisjesvereen. is philantropisch. In haar arbeid zien we iets van de veelomvattende arbeid van een deugdzame huisvrouw, genoemd in Spreu ken 31 20. Spr. wilde zijn gehoor bepalen bij een drietal punten en wel ten eerste: een open hand: ten tweede: een open oog; en ton der de: een open liuit. Een open hand aldus spr.. heeft ook de deugdzame huisvrouw uit Spr. 31, zij is philantropisch, doet weldadig heid, zoekt de nood der ellendigen te ver zochten. Zij kon dat doen. Een open hand was er ook dit jaar bij „Dorcas", daartoe in staat gesteld door Diaconie en andere vrij willige gaven. Doeli er is meer noodig. Ook een open oog evenals bi' de huisvrouw uit Spr. 31. Zij gaf niet alleen haar dienstmaag den haar bescheiden deel, maar ook Inuten haar huis. Ook „Dorcas" had het afgeloopen jaar een open oog voor de nooddruftigen. Het is echter moeilijk om zijn gaven juist ie plaatsen. We hopen echter, dat u dat ge lukt is. Van harte gefeliciteerd. Ook op u is van toepassing „en haar lamp ging des nachts niet uit". Wat een waardeering is er voor al uwen arbeid. Een open hart. Ook dit. mag niet ontbreken. (Spr. 31 30) „Een vrouw, die den Ileere vreest". Een open hart dus voor Gods gebod. Dan zoekt ge niet uzelf. Hoewel stilzwijgend en niet begeerd, wordt u dezen avond ongetwijfeld veel lof toegezwaaid. Dat mogen we tenminste ver onderstellen. l'r is hier veel belangstelling voor de arbeid \an ..Dorcas". Gij hebt dus vanavond ongevraagd en onbegeerd veel lof te aanvaarden. De deugdelijke huisvrouw uit Spr. 31 begeerde ze ook niet wellicht. Dat was eigenlijk ook niet noodig. Want Spr. 31 vers 31 laatste gedeelte, is ook op u van toepassing: „Laat haar werken haar prijzen ui de poorten". Vervolgens werden de jaarverslagen van secretaresse en penuingmeestesse rui voor lezing goedgekeurd De Moisjesx ereeniging zong vervolgens „11--uw op God en wacht Zijn zegen". Mej. R. v. d. Wende leverde vervolgens een keurig stuk Bijb. Geschiedenis „De Goede Herder" in aansluiting waaron da Moisjesverceniging zong „Jezus, de Goede Herd ei". Mei. C. Kievit vergastte de aanxx'ezigen op een gedicht getiteld ,,'t Verhoorde gebed". Jammer voor de verst-afzittenden, die door haar zachte stem, iiet geheel niet konden volgen. Niettemin een aangrijpende ge schiedenis. Dap zingen door de MA'. „Loof nu den Heer, o mijne ziele", waarna mej. L. van den Oct end een mooi stuk Zendings geschiedenis teil gelioore bracht, in aan sluiting daarop werd gezongen het „Zen dingslied". Gemeenschappelijk word nu gezongen Ps. 67 1 en 3 onderwijl gecollecteerd werd f 14.70%. Dan volgt een korte pauze, waarin de aanxvezigen een kleine traetatie te beurt viel. Vervolgens kwamen de afgevaardig den aan de beurt, n.l. de J.V. „Timotlicus" alhier on de K.V. „Benjamin" alhier, M.V. „I.ydia" te Somnielsdijk, welke haar feci 1 i- fatie in dichtvorm ten gelioore bracht, de M.V. „Martha" te Ooltgensplaat, de M.V. „Trvfosa" te Dirksland, de M V. „Monica" te Middetharnis en de M.V. „Draagt Elkan ders Lasten" te Nieuwe Tonge. Schriftelijke felicitaties waren binnen gekomen van de M.V. „Dorcas" te Oude Tonge, „Ora et Labora" te Middelharnis en van den consulent Ds. Polhuys. Allen mochten lmn beste wensehen voor de toe komst in liet midden der vergadering neerleggen. Mej. C. Iloghem brengt vervolgens ten gelioore een stukje varia getiteld: „Twee- erlei crisis". Dan zingen door M.V. „Dorcas" van „Steun mijn moede hart, o Heer", waarna mej. R. de Jong een gedicht getiteld „Als c:i t maar" geheel uit liet hoofd, met dui delijke stem voor droeg, waarna allen met liet grootste genoegen hebben geluisterd. Dan zong de M.V. „Geef uxv lot in han den van den Vader", waarna de presidente een onderwerp behandelde „Ons Bondslied en Insigne". Hot geheel was een keurig stuk werk. In aansluiting hierop zongen de verschillende afd. van den Ring, staande liet Bondslied, waarna de presidente nog een slotwoord heeft gesproken. Ook de Eere voorz voegde hieraan ten slotte nog een kort opwekkend woord toe, waarna gezongen werd Psalm 121 1 en geëindigd werd met gebed. De M.V. „Dorcas" mag op een uitnemend gep lagde jaarvergadering terugzien. Ken gehouden deurcollecte voor den Gere formeerden Zendingsbond heeft nog opge bracht f 5.87%, zoodat ook dit gedeelte van don arbeid in Gods Koninkrijk, van dezen avond zijn deel mocht ontvangen. Historisch verhaal over de gebeurtenissen van 18301833 Door J. SNOEP Jr. 12 Jan zit in 't bed met een paar kussens in dien rug, en al maar kijkt hij naar z n mo-e- Don-derdogsmorgens werkt moeder door heel 't buiis, m-aar 's middags komt ze, als 't ma-ar even kan, bij hem zitten. Dat is een heerlijkheid jammer maar, dat due middag altijd zoo heel gawv óm is. Moeder praat en vertelt, leest soms wat voor moeder weet altijd honderd prettige dingen te bedenken. Maar Jan mag zich niet te druk maken, heeft de dokter Maandag nog gezegd, en daarom houdt hii nu een beetje rust. „Er komt iemand binnen!" zegt hij opeens. En vóór zijn moeder kon opstaan om te zien wie 't is. heeft de oude Rijkers de kamer deur al geopend: De grijsaard is hier een goede bekende; meermalen komt -hij met Jan een praatje iriaken, en de jongen houdt van den ouden lilijmoedigen man, die zich altijd tot jonge menschen voelt aangetrokken. Moeder Rijkers kijkt verrast op; het be zoek van „Opa Rijkers", zooals hij ook hier ■wordt genoemd, is haar altijd welkom; zij haast zich den grijsaard een stoel aan te bieden. Rijkers zit vlak bij 't bed en nauwlettend «ijkt hij naar dat smalle, uitgeteerde ge zichtje daar vóór hem. Dominee van Kooten vertelde ii\ de Bree- straat, dat 't met Jan van Someren wel niet heel lang meer duren zal. Rijkers heeft wel eens gezegd: al kan onze dominéé slecht zien. hij is een halve dokter. Hij blijkt xveei goed gezien te hebben „Hoe gaat 't er mee, Jan?" „O, dat gaat wek opaVerleden week voelde 'k me erg ziek maar nu ben 'k wee'- 'n heetje beter" Moeder van Someren zi:-cht als ze haar jongen dat hoort zeggen; de oude man kijkt heel ernstig. ,Bid je wel eens, Ja.n?" De stem van den grijsaard klinkt hartelijk en warm en z'n hand vat 't witte, uitgeteerde handje van den knaap. De jongen kijkt hem met z'n groote bruine oogen verbaasd aan wat is opa Rijkers vanmiddag stil en ernstig. Vaak vertelde hij een leuke geschiedenis, waarom Jan soms sohaterlachte en waarover hij 't xveken later nog hadMaar nu lachte opa niet: hij spreekt weinig en kijkt heel ernstg. .Bid jewel eens, .Jan?" vraagt de grijsaard nog eens en de ziieke knaap knikt met 't hoofd. ,,'k Bid eiken morgen en avond of de lieve Heer me wil beter maken." Jan zegt 't zoo heel gewoon, op zoo'n echt kinderlijken toon men zou niet zeggen, dat hij al dertien jaar is. „Daar doe je goed aan, m'n jongen. Bij den Heere zijn alle dingen mogelijk. Hij kan en wil en zal in nood, zelfs bij 't nad'ren van den dood, volkomen uitkomst geven dat mooie Psalmvers ken je wel...%.-...." Weer knikt de jongen en in z'n oogen licht blijdschap o ja, hij kent dien Psalm: meer dan eens zei hij hem, in, stilte op en vooral dat woordje zal had hem vaak ge troost „Maar als je nu eens niet beter wordt, Janals God je eens wegnam -uit het leven Moeder Rijkers schrikt van die vraag. Ach, wat de oude Rijkers daar zegt, is voor haar geen vreemde taal; ze peinst er over dag en nacht. Maar nog nooit heeft ze 't haar jongen zóó gezegd, hoe zou ze ook kun nen? en daarom schrikt ze van de vraag, die de grijsaard zoo ernstig maar ook zoo kalm doet. Jan van Someren begint te schreien, eerst zacht, maar steeds luider. En weer denkt hij aan de zwarte mannen, die hem zullen weg brengen naar 't nieuwe kerkhof bij 't Blaauwhuis te Dubbeldam Met een ontroerd hart kijkt grootvader Rijkers naar den sohreienden knaap Hij heeft dezen jongen lief; ómdat hij hem lief heeft, deed hij die heel ernstige vraag. Er zijn menschen, die 't heelemaal verkeerd vinden zóó met een ziek kind te prateh, maar de grijsaard beschouwt dat ais zijn dure plicht 't Zal met Jan van Someren zoo heel lang niet meer duren geen mensch, die er aan twijfelt spoedig zal de dood hier xveer een jong leven afsnijden. En mag Rijkers dan zwijgen? Mag hij trachten hoop in te spre ken daar, waar geen hoop meer bestaat? Neen, dat mag niet dat zou verkeerd, laf en zondig zijn. De late namiddagzon sprenkelt in de ar melijke voorkamer v rooi ijk liolit: op de kast, over de stoelen en tegen 't bed. Maaj niemand let er op. De grijsaard heeft de hand van den jon gen nog steeds in de zijne en moeder van Somereu verbergt 't gezicht in haar schort. O, 't valt x'oor een liefhebbend moederhart zoo heel erg zwaar een kind te moeten mis sen. „Hij kan en wil en zal in nood, zelfs bij 't nad'ren x'an den dood, volkomen uitkomst gevenDe grijsaard spreekt deze xx-oor den nog eens en de zieke jongen luistert er naar als sprak een engel uit den hemel En grootvader Rij kens zegt nog meer; hij spreekt rustig en kalm en hij troost d>en zieken jongen en z'n bedroefde moeder. In 't spelende zonlicht heeft niemand erg, maar de glans van heerlijk eeuwigheidslicht verdrijft hier de duisternis van den dood. die reeds zijn schaduwen spreidt Grootx-ader Rijkers vertelt van den Heere Jezus, Die in de wereld kwam om te zoeken xvat verloren is en Die volkomen uitkomst z a I geven bij 't naderen van den dood En Jan van Someeen luistert met inge spannen aandacht Hij denkt niet meer aan de zxx'arte mannen en 't donkere graf. Opa Rijkers vertelt \ran de heerlijkheid van den hemel, waar Jezus woont, en 't is net of de poort van die hemelzalen op een kier ge opend wordt en een straal van licht, valt in deze xvoning aan de Gravenstraat. De zacht schreiende moeder xvordt ver kwikt door den rijken troost, die de grijs aard hier brengen mag -— maar toch is ook haar droefheid groot, want 't valt voor een moeder zoo heel erg zxvaar een kind te moe ten missen, ook al moet zij hard xverken om dat kind te kunnen geven wat 't noodig heeft. Vóór grootx-ader Rijkera heenghg, bad hij x-oor den zieken jongen. Hij vroeg niet of God Jan xvilde beter maken: maar xvel smeek te hij of de laatste strijd liolit mocht zijn en de Heere Jan van Someren een ruimen in gang wilde geven in 't Vaderhuis met de vele xvoningon. 't Was bijna donker, toen de oude man afscheid nam. Maar in de harten van Jan en z'n moe der was 't tóch licht. Jezus is het Licht der Wereld, en Zijn Licht troost en sterkt. En xveer dacht Jan net als vroeger en toch geheel anders aan dien mooien Psalm: „Hij kan en xx-il en zal in nood, zelfs hij 't naderen van den dood, volkomen uitkomst geven Op een morgen stoven de Dordtsche jon gons en meisjes, wild en luidruchtig als al tijd, de schooi binnen, De oude meester had moeite dien storm van uitgelaten levenslust tot bedaren te brengen. Maar toch maakte hij zich niet boos en dacht er zelfs niet aan van z'n ge- vreesden stok gebruik te maken. Hij xx-as heel ernstig Henk Rijkers had daar geen erg in, maar Geurt viel 't gelijk op- Als de oude schoolmeester bad, was de klas altijd stil en eerbiedig: hij had z'n kin deren geleerd, dat bidder iets heel ernst gs is: spreken met God, den allerhoogstcn Ko ning. Maar nu was 't nog stiller dan anders, en die vaak zoo wilde jongens en meisjes xver- den door een groote ontroering aangegre pen, toen zij hun meester in zijn ge/bed hoorden zeggen, dat in den vroegen morgen Jan van Zomeren gestorven was Geurt Rijkers sprongen de tranen in de oogen en hij deed geen moeite ze te verber gen. Zijn jü'-j-endje Jan was gestorven nooit zou hij die groote bruine oogen meor zien, nooit zou hij meer met heim kunnen praten Alle kinderen, die Jan gekend hadden, xvaren bedroefd, doch Geurt xvel 't meest van allen. Hier, in dezelfde bank, vlak naast hem, had Jan altijd gezeten. Maar dat xx-as nu voor altijd voorhij. En gedurig veegde Geurt met z'n linkermouw de tranen uit z'n oogen. Toen de meester ge-beden had, liet hij, zooals altijd, een Psalmvers zuigen. Sommige jongens zongen wel eens hard en ruw, wat den meester vaak uit z'n hu meur bracht; maar nooit werd zoo plechtig en ernstig gezongen als in dit morgenuur. En ze zongen den aangrijpenden Psalm van de broosheid en vergankelijkheid xau t mensohelijk leven: Gelijk het gras is ons kortstondig leven, Gelijk oen bloem, die, op 't veld verheven, x\ el sierlijk pronkt, maar krachtloos is Gii teer. Wanneet de wind zich over 't land laat hooren, Dan knakt haar steel, haar schoonheid gaat verloren; -xlen kent en vindt haar standplaats zelfs niet meer. Toen de Psalm gezongen xx-as zaten allen met gevouwen handen; in groote spanning xvaren alle oogen op den meester gericht. De oude man had moeite de juiste -voor den te vinden om de kinderen te vertellen xvat ze nu allen reeds wisten. Maar eindelijk begon hij te spreken, en zelfs Piet vau Dam hield z'n adem in. Wordt vervolgd^ tl A M

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1934 | | pagina 3