i
I
MAAS- EN SCHELDEBODE
DE S. B. Z.-VEREENIGINGEN EN HET
ZIEKENHUIS „BETHESDA"
TE DIRKSLAND
OM DE EER VAN DE VLAG
I
-
1
I
I .1
dca
Febrj
April
brdvrii
i .wal
f 4.75
sh. brd
d wal
f 6.05
prysh
•or don,
voor-
INGEZONDEN STUKKEN
In „Onze Eilanden" van 10 Febr. 1.1. komt
een redactioneel stuk onder dezen titel voor,
dat een niet al te weVwillemden geest ademt,
ten opzichte van „Bethesda". 'k Wil hopen
dat dit n et de geest van de redactie is. Met
het oog op het groote belang voor de be
handeling onzer zieken, dat met de a.s. ope
ning van „Bethesda" verbondon is, voel ik
me gedrongen deze zaak ook eens van een
andere zijde te belichten, om zoodoende
enkele plooien daarin glad te strijken,
't. Gaat hierbij voornamelijk over drie din
gen: le de vrije Ziekenhuisketize ten 2e de
Ziekenverplegingskosten in „Bethesda", ver
geleken met (lie, welke tot heden betaald
worden in de Rottordamsohe Ziekenhuizen
of elders en ten 3e de vrije artsenkeuze in
„Bethesda".
't Is het bestuur van „Bethesda" of Br.
Boot. of ondergeteckende volstrekt er niet
om te doen om de vrije ziekeuhuiskeuze
voor de S. B. Z.-leden op te heffen ten gun
ste van „Bethesda". Het Bestuur wil (leze
vrije z:ekenhiudskeuze voor die leden juist
laten bestaan of ingevoerd krijgen. Het
vraagt slechts, om de bepalingen in die
regiemeuten waardoor de loden in sommige
E. B. Z.-vereeni-gingen in bepaalde gevallen
peen vrije ziekenhuiskeuze hebben, te wij
zigen of op te heffen, zoodat de leden ook
in rle gevallen „Bethesda" zouden kunnen
kiezen, als ze dat wilden., In Nieuwe lonen
hadden vroeger de z.g. loopende patiënten
geen vrije ziekenhuiskeuze maar moesten
voor huu behandeling naar Leiden of
Utrecht, Nu hadden dgze patiënten daar
over 't algemeen niets mee op. Ten le om
dat ze dan weer heel wat verder van huis
werden gezonden, waar ze meestal geen
familie hadden, wat het ziekenbezoek, voor-
al in ernstige ziekte-omstandigheden veel
bezwaarlijker maakte. Een tweede bezwaar
werd gevonden in het herhaaldelijk onder
zocht worden in de Universiteitsklinieken,
waar ze wel volgens de bovenste plank be
handeld worden, maar waar de geiioeskun
dige studenten het geneeskund ig onderzoek
op de daar liggende patiënten moeten lee-
jen. Dit. is nu eenmaal liet gevolg van het
dubbele van die inrichtingen voor hoogor
onderwijs, maar veie patiënten zijn daar
niets op gesteld. Boze onvrije ziekenhuis-
keuze is dan ook in onze S. B. Z.-vereeni-
ging weer opgegeven, ook al omdat de be
sparing aan operatiekosten in de Universi
teitsklinieken weer voor een groot deel
moest worden uitgegeven in den vorm van
grootere vei-voers- en bezoekkosten van pa
tiënt en familie, zoodat 't aanvankelijk ge-
hoopte voordeel in werkelijkheid herhaal
delijk erg tegen viel. Maar in de S. B. Z.
t ereeniging Middolharnis-Sommelsdijk bp-
staat deze onvrijheid van ziekenhuiskamer
in die gevallen nog steeds. Dat velen dezer
patiënten do voorkeur aan „Bethesda zul
len geven, verwacht, ik stellig, nu het al
vrij algemeen hekend raakt, dat we daar
een zeer bekwamen en geschikten operatour
zullen krijgen. Reeds nu hebben enkele pa
tiënten me gezegd, dat ze met hun gebrek
zullen wachten tot ze naar Dirksland kun
nen gaan.
't Is een algemeene regel dat pat.ient.en er
de voorkeur aan geven in eigen omgeving
behandeld te worden en dit geldt in dub
bele mate op het zoo geïsoleerde Flakkee.
I.aten we dus allen aansturen op werke-
ij k. e vrije z i eken hu 's-k^u z emaar dan ook
de patiënten vrij en frank in de gelegenheid
stellen Bethesda" te kiezen, als ze hieraan
de voorkeur geven. Wat de kosten betreft
zoo is Bethesda zeker niet du,u,r en hier ko
men we aan Ad II. De verplegingskosten
per dag zijn voor S.B.Z-patiënten door
.Bethesda" gesteld op 3.50. Nu is dit
0.50 duurder dun in de Rottordamsche zie
henhuizen, maar daar staat tegenover, dat
de geneeskundige (de z.g. interne) behan
deling daar gratis verleend wordt door den
geneesheer-directeur Dr. Boot. Verder zullen
de aanzienlijke bedragen van ziekenvervoer
en bezoek voor het overgroote deel komen
te vervallen, als de patiënten in „Bethesda'
verpleegd worden. Welke bedragen hiermee
gemoeid zijn kan zoo ongeveer blijken uit
de cijfers daaromtrent voor onze S. B. Z
vereeniging. (Die van andere zijn me niet
bekend). Aan die geneeskundige behande
ling in 1933 werd uitgegeven 17Ü; aan ver
voerskosten (waarin begrepen de kosten van
vrij zie.kenbezoek der huisgenootenï pl.m
f 1000.Samen (lus 1170.—; het aantal
verpleegdagen bedroeg 630. Dus bijna 2
per verpleeg dag kwam hierdoor bij de ge
wone verplegingskosten in Rotterdam. Nu
bedroegen d-eze met inbegrip van kosten
voor de operatiekamer, verband- en genees
middelen pl.m. 4.—; zoodat de verplegmgs
kosten per dag voor onze patiënten bedroe
gen bijna 6 behalve dan nog de kosten
.van de operatie.
In Bethesda zouden die kosten (daar die
van de operatiekamer enz. dezelfde zijn als in
't iDiaconessenhuis te Rotterdam) w.s. bedra
gen hebben f 4.50; terwijl de vervoerkosten
als de patiënten in Bethesda geholpen waren,
volgens mijn berekening, pl.m. f50 zouden
bedragen hebb- dus dit is van weinig betee-
kenis Voor onze Vereeniging zou .Bethesda"
ons groote 'elrlelijke voordeden hebben op
geleverd. Nu is onze S. B. Z. Vereeniging.
wel bijzonder rijgevig wat betreft de rech
ten der leden, maar ook voor de zusterver-
eeniginson zal verpleging in „Bethesda" voor
deelig zijn, al is liet dan w. s. niet in die
mate als voor de onze. Men zou hierbij ook
kunnen wijzen op het geldelijk verlies, dat
familieleden kunnen lijden doordat ze den
geheel n dag uit hun werk zijn, als ze naar
Rotterdam op zieke ibezoek moeten al gaat
dat natuurlijk buiten de S. B, Z. vereeniging
om. Maar 'k zou in (lit verhand willen op
merken, dat het geldelijk voordeel hier eigen
lijk nog maar bijzaak is, vergeleken bij den
groolen vooruitgang in de geneeskundige be
handeling. De schrijver van dit gewraakte ar
tikel zegt, dat Bethesda geen enkel voordeel
biedt dan vluggere opname en geriefelijker
ziekenbezoek. Uit 't bovenstaande blijkt m.i.
wel voldoet de 't weinig gegronde van deze
bewering, maar ook overigens is ze niets be
wijzend, dan dat de schrijver van de beteeke-
nis van zijn woorden niet 't juiste begrip
heeft. Want die v.ucgere opname is juist van
het allergrootste belang in levensgevaarlijke
omstandigheden. In de 33 jaar dat ik hier als
Dokter werkzaam ben geweest, heb ik heel
wat mee gemaakt en ook als lid van de zie
ken transpor toommissie, ben ik wel meer dan
eenig geneesheer op 't eiland hiermede he
kend Heeft men nu een patiënt met door
braak van een maag- of darmzweer of een
beklemde breuk, of een ernstige blindedarm
ontsteking of een kraamvrouw in gevaarlij
ken toestand, dan is het zeer nadeelig voor
die zieken, als ze hier nog moeten wachten
vóór ze naar Rotterdam vervoerd worden en
dat ze dan nog een lange reis daarheen moe
ten maken. En dat zal juist het onschatbare
voordeel 7" 1, dat die zieken in bijna alle ze-
vallen in „Bethesda" snel en goed geholpen
kunnen worden, zoodra de behandelende ge
neesheer dit Doodig vindt. Het groote voor
deel ook voor Dr. de Laive, zal zijn, dat hij
de zieken in een veel vroeger stadium in be
handeling krijgt, daar bij velen van die pa-
tienten de genezings'.ansen van uur tot uur
verminderd en na een zekeren tijd bepaald
slechts geworden zijn. Dit alleen zou reeds
opname in Bethesda rechtvaardigen al waren
de kosten riuhhel zoo duur dan elders. En wat
de gelegenheid betreft om in Rotterdam spe
cialisten te raadplegen, nu daar heb ik een
eigenaardige ervaring mee opgedaan, 't Re
tro! een patient met huikaandoening, waar
van 't nader moest worden uitgemaakt ot
chirurgische of inwendige behandeling: de
ereisehte was. 'k Gaf den operateur, naar
wien ik eerst den patiënt vervoerd badin
overweging hierbij in overleg te treden met
den gensesli.-directeur. Maar daar moest hij
niets van heblien, hij vond zoo iets volmaakt
onnoodig en 01 gewenscht, en haast kreeg ik
een standje, dat ik zoo iets durfde voorstel
len. Wat dit betreft zal er in Bethesda m.i.
meer overleg gepleegd worden met den ge
neesheer voor inwendige zieken in twijfel
achtige gevallen en overigens zullen pogin
gen aangewend worden om ook aan Beth
esda een neus-, keel- en oorarts en oogheel-
dige verbonden te krijgen.
Tenslotte rlan nog de vrije artsenkeus In
de 3e klasse in „Bethesda" zullen patiënten,
die niet geopereerd behoeven te worden,
maar daar voor observatie en behandeling
voor meer gewone, zg. inwendige ziekten
liggen, behandeld worden door Dr Boot., die
dit voor de S.B.Z.-Vereen. gratis zal doen:
een belangrijk voordeel dus vergeleken bij
Rotterdanische Ziekenhuizen. Nu kan men
al dadelijk opmerken, dat liet voor den ge-
regelden gang van zaken in .Bethesda" ge
wenscht zou zijn, o.a. voor de opleiding (Ier
leerling-verpleegsters, als iedere dokter zijn
persoonlijke manier van ziekte-behandeling
kwam uitvoeren. Men vergeet hierbij ook
gewoonlijk, dat in de ziekenhuizen van (le
groote gemeenten vrije artsenkeuze in liet
geheel niet bestaat, d.w.z. in de stadszieken
huizen. Al die honderdduizend patiënten in
Rotterdam, Amsterdam enz., die over eer.
hand geschoren kunnen worden met de 3de
klas-patiënten in „Bethesda" hebben in de
ziekenhuizen niet de minste kans hun eigen
dokter, waarin zij mogelijk bijzonder ver
trouwen hebben, daar als behandelend go
neesheer te krijgen En 'k heb nog nooit ge
hoord, dat één lid van den gemeenteraad
dier steden of van de ziekenfondsen of SBZ
vereenigingen daarin verandering geëischt
heeft. En zelfs in den geneeskundigen kring
op ons eiland weren er even veel, die het
besluit van Bethesda goed als die het a
keurden. Dus de kring als gehpel stond er
neutraal tegenover. Nu heeft „Bethesda" nog
een belangrijke tegemoetkoming gegeven
hierin, doordat patiënten, die thuis wegens
huiselijke omstandigheden moeilijk ver
pleegd kunnen worden b-een patiënt met
longontsteking in een zeer erg klein, slecht
geventileerd huisie, zoo gewenscht. door
hun eigen huisdokter in „Bethesda" ver
pleegd kunnen worden, waardoor meerdere
doktoren mee konden gaan met de beperkte
dokterskeuze. Maar betreft 't patiënten met
moeilijkheden hij de opsporing van den aard
der ziekte en moet daarbij een nauwkeurig
onderzoek ingesteld worden van 't bloed,
van liet i-uggemergsvocht, van de maag
inhoud of de ontlasting, dan moet de pa
tiënt vanzelf geplaatst worden onder belian
deling van Dr >ot, die voor al die onder
zoekingen en bv. ook voor liet maken van
X-foto's, in zulke gevhllen de noodige in
strumenten in het ziekenhuis heeft en daar
mee beter heeft leeren omgaan dan wijzelf
en hij zal daarvoor ook heter den tijd heb
ben of moeten krijgen. Behalve voor opera
ties moet „Bethesda" juist voor zulke zie
ken de noodige hulp en hulpmiddelen ver
schaffen en de man, die daai-mee vertrouwd
is. Zulke zieken moeten naast de operaties
in de eerste plaats van .Bethesda" profi-
teeren. De overige zieken kunnen best thuis
behandeld worden door hun eigen huisarts.
Maar bij de beproefde ruimte in „Bethesda"
moeten de leidden daar in de eerste plaats
bestemd blijven voor operatieve zieken en
zij, die onderzoek noodig hebben met al de
hulpmiddelen, die een goed ingericht zie
kenhuis als .Bethesda" daarvoor bezit. Voor
do enkele bedden, die dan wellicht nog be
schikbaar blijven voor zieken met de zgn.
maatschappelijke reder, voor opname als
boven vermeid, kan vrije artsenkeuze ge
handhaafd blijven, maar 't is nog de vraag
of de zieken daaivan gebruik zullen wen-1
schen te maken, lu dit verhand wil ik ook
hierop wijzen, dat hij vervoer van patiënten
naar Rotterdam al dadelijk nagenoeg alle
contact tusschon patiënt en huisarts verbro
ken is, terwijl wij als huisartsen hier ons
ioderen dag gemakkelijk naur „Bethesda"
kunnen begeven, om te zien hoe het met
onze patiënten gaat en daarbij overleg ple
gen met Dr Boot of Dr De Laive. Alles bii
elkaar is dit een kwestie waarvan men lang
en breed het voor en tegen kan bespreken,
maar die feitelijk zoo goed als geen prakti
sche beteekenis heeft en die allerminst een
reden mag zijn, om een minder welwillende
houding tegenover „Bethesda" aan te nemen.
'k Geloof dan ook, dat, wat dit betreft,
wij vol vertrouwen met „Bethesda" in zee
kunnen gaan en 't bestuur dankbaar zijn,
dat liet voor ons eiland zoo'n mooi en goed
ingericht ziekenhuis tot stand gebracht heeft
dat vooral voor ons geïsoleerde eiland tot
grooten zegen kan en m.i. zal worrlen, als
ieder vrij en frank daartoe zal willen mede
werken. Moge dan „Bethesda" siioedig
bloeien en groeien tot welzijn van de Flak-
keesche bevolking, tot hulp en gemak der
doktoren bij de dagelijksche behandeling
hunner patiënten en vooral tot hulp, zoo
mogelijk genezing, der daar hulp zoekende
zieken.
U. mijnheer de Redacteur, dankend voor
de verleende plaatsruimte,
Nieuwe Tonge, 12 Febr. 1934.
Arts C. VAN GELDER.
RIET EN BIET
Mijnheer de Redacteur,
Naar aanleiding van het verslag in de
N. R. C. van de door den Vrijheidsbond ge
houden vergadering, zij het mij vergund
het volgende op te merken.
Als er ooit eenheid in ons land noodig
geweest is, dan is het zeker wel op den dag
van heden. Nu zeer velen onzer in fin&n-
cieele moeilijkheden verkeeren, nu een
groot aantal lieden alles in het werk moe
ten stollen om staande te blijven, nu men
met den besten wil geen oplossing kan vin
den om tekorten te dekken, zouden jalouzie
en afgunst toch zeker geen hoogtij mogen
vieren! Nu vooral is het dringend noodig
(lat men met elkaar werkt 0111 uit rle mi
sère te komen en juist nu is het fnuikend
wanneer landbouw, veeteelt, handel, in
dustrie en Scheepvaart elkander gaan be
strijden.
Met Ipedwezen las ik de rede, uitgespro
ken door den heer Th. I.igthart op de ver
gadering van den Vrijheidsbond. Genoemde
heer stelde de vraag hoe het er in Rotter
dam uit zou zien als de Scheepvaart in
dezelfde mate gesteund zon worden als de
landbouw. Op die vraag zou ik een weder
vraag kunnen stellen: Hoe zag Rotterdam
er uit toen het den „stoeren boer" finan
cieel goed ging? Hoe zou Rotterdam er uit
zien als de „stoere boer" totaal geruïneerd
was, zoodat het platteland niets meer in
de steden zou kunnen betrekken? De spre
ker vergist zieh m.i. wanneer hij beweert
dat de in ons land werkende suikerfabrie
ken nutteloos zijn. Hij zegt tevens „de we
reld is een warwinkel geworden". Indien
dit zoo is, vindt dit mogelijk in vele lan
den voor een grpot deel zijn oorzaak in
het geharrewar tegen de regeeringsmaatre-
gelen, in het ulioefenen van afbrekende
critiek, in het voortdurend beweren dat het
zus en zoo niet goed is, zonder aan te ge
ven hoe hot dan wèl zou moeten geschie-
dpn
Het eigenaardige in do door den heer L
uitgesproken rede is dat hij het eerst over
Nederland, daarna over de geheele wereld
heeft. Dat is voor ons, staatsburgers, een
groot verschil. In de allereerste plaats
djenen wij te zorgen voor het welzijn van
onze eigen mensclien. In geen geval is het
de schuld van onze rogeering dat de han
delsbelemmeringen zijn ontstaan. Nooit en
nimmer heeft Nederland daar aanleiding
toe gegeven. Wei heeft ons land volgens
velen veel te lang gewaeht om tegenmaat
regelen te nemen. Spr. heeft gezegd ik
riteer „men verkondigde overal de
fraaie theorie dat de boerenstand noodig
was voor de instandhouding van het ras,
voor het verhinderen van een revolutie etc.
en men steunde dus de boeren". Zeer be
nieuwd hen ik te vernemen wie die men
is en waar en wanneer dit verkondigd is.
M.i. zijn er bijzonder weinig bopren revolu
tionair aangelegd. Aan het feit dat Java
kans loopt aan de dwaze politiek der ge
heele wereld ten gronde te gaan, kan toeh
zeker onze Hollandsehe boer niet schuldig
zijn. Dat de productie van de suikerbieten
de laatste twee jaar grooter is geweest dan
in sommige voorafgaande jaren vindt voor
het grootste deel zijn oorzaak in de guns
tige weergesteldheid van de twee laatste
zomers, waardoor de opbrengst per H.A. de
gemiddelde opbrengst aan K.G. ver over
schreden heeft. Spreker schijnt liet beter
te vinden dat wij onze suiker van Java be
trekken en onze fabrieken maar verdwij
nen. Eerstens wil ik vragen: zou Java
daarmee gered zijn? Ik weet het niet, maar
wel weet ik wat dit betoekenen zou voor
den landbouwer hier te lande. En niet al
leen voor de landbouwers en de betrokken
fabrikanten, doch liet zou een vooreerst
niet te herstellen ramp zijn voor het alge
meen Nederland is, zooals spr. zich uit
drukt liet moederland van Java; daarom
moet Nederland ook zorgen dat liet staan
de kan blijven om de moede 1 taak te kun
nen blijven vervullen. Indien de moeder
meer aan liet kind geeft dun haar krachten
toelaten, maakt ze haar kind tot wees.
Spr. vraagt waarom men hier den bieten
houw niet op wil geven? Wederom vraag
ik waarom men dan op Java het verbou
wen van riet niet staakt? Mij dunkt het is
niet moeilijk op beide vragen oen antwoord
te vinden.
De heer Ligthart zegt, de argumenten
der voorstanders van de suikerbieten zijn
uitermate zwak, ja hij gaat zelfs zoo ver
do vraag te stellen waarom de Redacties
van diverse bladen nog plaats verleenen
aan zulk partijdig, zwak geschrijf. Indien
u, geachte heer, goede argumenten wilt
hooien, dan noodig ik u uit om uw rede
eens te gaan uitspreken in een gedeelte vau
ons land waar voel suikerbieten verbouwd
worrlen; ik verzeker u dat daar wel voor
aanstaande landbouwers zijn, bereid om gp
behoorlijke wijze met u te debatteeren en
ik twijfel niet of uwe inzichten inzake riet
en biet zullen dusdanig veranderen dat u
niet meer zoo licht denken zult over het
verdwijnen van de bietencultuur in Neder
land.
Het woord „partijdig" door u gebruikt,
lijkt mij niet best gekozen. Eenmaal had
u do vereerende taak, directeur van de Ja-
vasche Bank te zijn. Het pleit voor uw
karakter dat het wel en wee van Java u
nog steeds zeer ter harte gaat. Doch ik
vermeen te mogen schrijven dat indien K<"
de helft van dien lijd ook directeur geweest
waart van een Bank, gelegen midden in een
bietenstreek, uw rede mogelijk een andere
vorm zou hebben gehad.
Hopende dat dit schrijven er toe moge
bijdragen de eenheid tusselien platteland
en stad te bewaren, resp, te versterken en
spoedig de tijd moge aanbreken dat liet
telen van riet en biet zóó loonend wordt
dat voor de thans gegeven steun een extra
belasting voor de verbouwers in de plaats
kan treden.
Hoogachtend
tfl
m
Trouw ieder jaar op Dickens' verjaardag
Londen een openlucht-voorstelling gegeven
neel uit „Darid Copperjie d'\
wordt voor de historische George. Inn te
naar een van Dickens' werken. Een too-
Rotterdam, 12 Febr. 1034. M. DE HAAS
„JONATHAN" EN „SAMUEL"
TE DIRKSLAND
GECOMBINEERDE JAARVERGADERING
Vrijdagavond 2 Febr. hield de Hervorm
de J.V. op G.G. „Jonathan in combinatie
met de K.V. op G G. „Samuel" haar jaar
vergadering in het Koor der Ned. Hcrv.
Kerk te Dirksland.
Toen het Koor nagpnoeg geheel gevuld
was, opende de Eere voorziter, de WelEerw,
heer Ds. C. v. d. Wal, de vergadering door
te laten zingen Psalm 43 vers 3 en
waarna hij voorging in gebed. Daarna las
hij voor Spreuken 12 van het begin tot vers
26, naai aanleiding waarvan hij de aan
wezigen het openingswoord toesprak. Spr
wees voornamelijk op de Waarheid, die
het leven van een iegelijk van zoo groot
belang is en deed ons zien op Christus die
gezegd heeft: „Ik hen de Weg, de Waar
heid en liet Leven". Na dit mooie openings
xvoord kreeg vr. J. Lugtenburg gelegenheid
zijn bijbelinleiding voor te dragen die han
delde over de ware Wijnstok. Ook dit on
derwerp deed ons gevoelen, dat ons gan
sche leven één moet zijn met Christus, die
zelf de ware Wijnstok is, en dat alle rail
ken die in Hem geplant zijn, vruchten zul
Ion voortbrengen ter eere Gods en ter zalig
heid van hnnne ziele. Aan de bespreking
die hierop volgde namen verscheidene per-
sonon deel.
Na de resp. jaarverslagen van secretari
sen en penningmeester, verplaatste vr. Best
man van de K.V. ons in een tijd die onge
veer drie eeuwen arhtrr ons ligt, door zij
onderwerp over de Vierdaagsche Zeeslag
in 1666, waarna hij ons deed hooren dat
onze voorvaderen mannen van „Jan Kor
daat" geweest zijn. We „zagen" de Jantjes
klimmen ais katten in het want, we „hoor
den" de overwinningskreten; we „gevoel
den" de Kracht, waardoor die mannen
streden.
De voorzitter merkte tererlit op, dat te
genwoordig de Jan Saliegeest meer en
meer de plaats inneemt van die van Jan
Kordaat Terecht een droevig verschijnsel
Hierna werd gezongen Psalm 119 vers
53 en 65, terwijl intusschen eenige jonge
mannen met de „borrc" rondgingen en
zooals later werd hekend gemaakt de som
van f 14.15 ophaalden, die ter .„spekking"
van de kas diende.
In de pauze die nu volgde werden de
aanwezigen vergast op sigaren en chocolade
Toen de geur van de Havanna's zich ai
meer en meer verspreidde en de „soeke-
laadjes" in de magen van de dames ver
dwenen waren, werd de vergadering voort
gezet.
Vriend Matsinger van de K.V. boliandel-
de voor ons een Bijbolsch onderwerp, ge
titeld „In Fencië", waarna vr. F. Grooten
boer op heel aardige wijze een gedicht
voordroeg, over „Paulus voor Agrippa".
Hierna kreeg vr. A. de Blois gelegenheid
zijn onderwerp ten beste te geven getiteld
„Mohammed". Het leven, de leer en de ge
volgen van die leer, toen en nu werden
achtereenvolgens behandeld, waarna hij er
de opmerking aan toexoegde, dut niet Mo
hammed de valsche profeet, maar Christus
den van God Gezondene, alle eere toekomt
tot in Eeuwigheid en dat alle tong, ook
Mohammed eens zal belijden, dat Ilij is de
Christus, de Zoon des levenden Gods. Een
kleine bespreking volgde.
Hierna bedankte de voorzitter der ver
eeniging de lieer A. A. Jansen allen voor
hun trouwe opkomst en sprak de wen ach
uit, dat velen zich mochten aansluiten bij
onze J.V. en K.V.
Tot slot werd gezongen Psalm 86 6.
waarna de zeer gezellige bijeenkomst met
dankgebed gesloten werd.
MEIS1ÏISVEREEN. „DORCAS"
TE HERKINGEN
VIJFDE JAARVERGADERING
De vijfde jaarvergadering der Ned. Her\.
(Geref.) Meisjesvereen. „Dorcas" te Herkin-
gen, werd gehouden op Woensdag 7 Febr. j.l.
in de Neu. Heiv. Kerk.
De leiding van deze avond was in han
den van de c<"ie-voorzitter der vereeniging,
den heer J. Overwc.el.
Aangevangen werd met liet zingen van
Ps. 0810 en gebed, waarna gelezen w erd
Spreuken 3! vanaf vers 10 tot liet einde.
Als openingswoord koos spr. voor dezen
avond Spreuken 31 20. Allereerst werden
de talrijke aanwezigen hartelijk welkom ge
liecten en aller medewerking 1 oor het doon
slagen dezer vergadering ingeroepen. De ar
beid van „Dorcas" aldus spr. is veelzijdig.
We willen dat heden dankbaar godenken
Allereerst is haar arbeid tot leniging van
den nood der armen; nl. vervaardiging van
kleedingstukken. In het afgeloopen jaar
werden njet minder dan 254 stuks vervaar
digd Dat alleen is een goede oefening, voo-
al voor de jongere leden. Ook wordt het
geestelijk element geenszins gemist. Weke
lijks wordt de Heilige Schrift onderzocht.
Kortom, het werk van de meisjesvereen. is
philantropisch. In haar arbeid zien we iets
van de veelomvattende arbeid van een
deugdzame huisvrouw, genoemd in Spreu
ken 31 20.
Spr. wilde zijn gehoor bepalen bij een
drietal punten en wel ten eerste: een open
hand: ten tweede: een open oog; en ton der
de: een open liuit. Een open hand aldus
spr.. heeft ook de deugdzame huisvrouw uit
Spr. 31, zij is philantropisch, doet weldadig
heid, zoekt de nood der ellendigen te ver
zochten. Zij kon dat doen. Een open hand
was er ook dit jaar bij „Dorcas", daartoe in
staat gesteld door Diaconie en andere vrij
willige gaven. Doeli er is meer noodig. Ook
een open oog evenals bi' de huisvrouw uit
Spr. 31. Zij gaf niet alleen haar dienstmaag
den haar bescheiden deel, maar ook Inuten
haar huis. Ook „Dorcas" had het afgeloopen
jaar een open oog voor de nooddruftigen.
Het is echter moeilijk om zijn gaven juist
ie plaatsen. We hopen echter, dat u dat ge
lukt is. Van harte gefeliciteerd. Ook op u
is van toepassing „en haar lamp ging des
nachts niet uit". Wat een waardeering is er
voor al uwen arbeid. Een open hart. Ook dit.
mag niet ontbreken. (Spr. 31 30) „Een
vrouw, die den Ileere vreest". Een open
hart dus voor Gods gebod. Dan zoekt ge niet
uzelf. Hoewel stilzwijgend en niet begeerd,
wordt u dezen avond ongetwijfeld veel lof
toegezwaaid. Dat mogen we tenminste ver
onderstellen. l'r is hier veel belangstelling
voor de arbeid \an ..Dorcas". Gij hebt dus
vanavond ongevraagd en onbegeerd veel lof
te aanvaarden. De deugdelijke huisvrouw
uit Spr. 31 begeerde ze ook niet wellicht.
Dat was eigenlijk ook niet noodig. Want
Spr. 31 vers 31 laatste gedeelte, is ook op u
van toepassing: „Laat haar werken haar
prijzen ui de poorten".
Vervolgens werden de jaarverslagen van
secretaresse en penuingmeestesse rui voor
lezing goedgekeurd
De Moisjesx ereeniging zong vervolgens
„11--uw op God en wacht Zijn zegen".
Mej. R. v. d. Wende leverde vervolgens
een keurig stuk Bijb. Geschiedenis „De
Goede Herder" in aansluiting waaron da
Moisjesverceniging zong „Jezus, de Goede
Herd ei".
Mei. C. Kievit vergastte de aanxx'ezigen op
een gedicht getiteld ,,'t Verhoorde gebed".
Jammer voor de verst-afzittenden, die door
haar zachte stem, iiet geheel niet konden
volgen. Niettemin een aangrijpende ge
schiedenis. Dap zingen door de MA'. „Loof
nu den Heer, o mijne ziele", waarna mej.
L. van den Oct end een mooi stuk Zendings
geschiedenis teil gelioore bracht, in aan
sluiting daarop werd gezongen het „Zen
dingslied".
Gemeenschappelijk word nu gezongen
Ps. 67 1 en 3 onderwijl gecollecteerd werd
f 14.70%.
Dan volgt een korte pauze, waarin de
aanxvezigen een kleine traetatie te beurt
viel. Vervolgens kwamen de afgevaardig
den aan de beurt, n.l. de J.V. „Timotlicus"
alhier on de K.V. „Benjamin" alhier, M.V.
„I.ydia" te Somnielsdijk, welke haar feci 1 i-
fatie in dichtvorm ten gelioore bracht, de
M.V. „Martha" te Ooltgensplaat, de M.V.
„Trvfosa" te Dirksland, de M V. „Monica"
te Middetharnis en de M.V. „Draagt Elkan
ders Lasten" te Nieuwe Tonge.
Schriftelijke felicitaties waren binnen
gekomen van de M.V. „Dorcas" te Oude
Tonge, „Ora et Labora" te Middelharnis en
van den consulent Ds. Polhuys. Allen
mochten lmn beste wensehen voor de toe
komst in liet midden der vergadering
neerleggen.
Mej. C. Iloghem brengt vervolgens ten
gelioore een stukje varia getiteld: „Twee-
erlei crisis".
Dan zingen door M.V. „Dorcas" van
„Steun mijn moede hart, o Heer", waarna
mej. R. de Jong een gedicht getiteld „Als
c:i t maar" geheel uit liet hoofd, met dui
delijke stem voor droeg, waarna allen met
liet grootste genoegen hebben geluisterd.
Dan zong de M.V. „Geef uxv lot in han
den van den Vader", waarna de presidente
een onderwerp behandelde „Ons Bondslied
en Insigne". Hot geheel was een keurig
stuk werk. In aansluiting hierop zongen de
verschillende afd. van den Ring, staande
liet Bondslied, waarna de presidente nog
een slotwoord heeft gesproken. Ook de
Eere voorz voegde hieraan ten slotte nog
een kort opwekkend woord toe, waarna
gezongen werd Psalm 121 1 en geëindigd
werd met gebed.
De M.V. „Dorcas" mag op een uitnemend
gep lagde jaarvergadering terugzien.
Ken gehouden deurcollecte voor den Gere
formeerden Zendingsbond heeft nog opge
bracht f 5.87%, zoodat ook dit gedeelte van
don arbeid in Gods Koninkrijk, van dezen
avond zijn deel mocht ontvangen.
Historisch verhaal over de gebeurtenissen
van 18301833
Door J. SNOEP Jr.
12
Jan zit in 't bed met een paar kussens in
dien rug, en al maar kijkt hij naar z n mo-e-
Don-derdogsmorgens werkt moeder door
heel 't buiis, m-aar 's middags komt ze, als
't ma-ar even kan, bij hem zitten. Dat is
een heerlijkheid jammer maar, dat due
middag altijd zoo heel gawv óm is. Moeder
praat en vertelt, leest soms wat voor
moeder weet altijd honderd prettige dingen
te bedenken.
Maar Jan mag zich niet te druk maken,
heeft de dokter Maandag nog gezegd, en
daarom houdt hii nu een beetje rust.
„Er komt iemand binnen!" zegt hij opeens.
En vóór zijn moeder kon opstaan om te zien
wie 't is. heeft de oude Rijkers de kamer
deur al geopend:
De grijsaard is hier een goede bekende;
meermalen komt -hij met Jan een praatje
iriaken, en de jongen houdt van den ouden
lilijmoedigen man, die zich altijd tot jonge
menschen voelt aangetrokken.
Moeder Rijkers kijkt verrast op; het be
zoek van „Opa Rijkers", zooals hij ook hier
■wordt genoemd, is haar altijd welkom; zij
haast zich den grijsaard een stoel aan te
bieden.
Rijkers zit vlak bij 't bed en nauwlettend
«ijkt hij naar dat smalle, uitgeteerde ge
zichtje daar vóór hem.
Dominee van Kooten vertelde ii\ de Bree-
straat, dat 't met Jan van Someren wel niet
heel lang meer duren zal. Rijkers heeft wel
eens gezegd: al kan onze dominéé slecht
zien. hij is een halve dokter. Hij blijkt xveei
goed gezien te hebben
„Hoe gaat 't er mee, Jan?"
„O, dat gaat wek opaVerleden week
voelde 'k me erg ziek maar nu ben 'k wee'-
'n heetje beter"
Moeder van Someren zi:-cht als ze haar
jongen dat hoort zeggen; de oude man kijkt
heel ernstig.
,Bid je wel eens, Ja.n?" De stem van den
grijsaard klinkt hartelijk en warm en z'n
hand vat 't witte, uitgeteerde handje van
den knaap.
De jongen kijkt hem met z'n groote bruine
oogen verbaasd aan wat is opa Rijkers
vanmiddag stil en ernstig. Vaak vertelde
hij een leuke geschiedenis, waarom Jan
soms sohaterlachte en waarover hij 't xveken
later nog hadMaar nu lachte opa niet:
hij spreekt weinig en kijkt heel ernstg.
.Bid jewel eens, .Jan?" vraagt de grijsaard
nog eens en de ziieke knaap knikt met 't
hoofd.
,,'k Bid eiken morgen en avond of de lieve
Heer me wil beter maken." Jan zegt 't zoo
heel gewoon, op zoo'n echt kinderlijken toon
men zou niet zeggen, dat hij al dertien
jaar is.
„Daar doe je goed aan, m'n jongen. Bij den
Heere zijn alle dingen mogelijk. Hij kan en
wil en zal in nood, zelfs bij 't nad'ren van
den dood, volkomen uitkomst geven dat
mooie Psalmvers ken je wel...%.-...."
Weer knikt de jongen en in z'n oogen
licht blijdschap o ja, hij kent dien Psalm:
meer dan eens zei hij hem, in, stilte op en
vooral dat woordje zal had hem vaak ge
troost
„Maar als je nu eens niet beter wordt,
Janals God je eens wegnam -uit het
leven
Moeder Rijkers schrikt van die vraag. Ach,
wat de oude Rijkers daar zegt, is voor haar
geen vreemde taal; ze peinst er over dag
en nacht. Maar nog nooit heeft ze 't haar
jongen zóó gezegd, hoe zou ze ook kun
nen? en daarom schrikt ze van de vraag,
die de grijsaard zoo ernstig maar ook zoo
kalm doet.
Jan van Someren begint te schreien, eerst
zacht, maar steeds luider. En weer denkt hij
aan de zwarte mannen, die hem zullen weg
brengen naar 't nieuwe kerkhof bij 't
Blaauwhuis te Dubbeldam
Met een ontroerd hart kijkt grootvader
Rijkers naar den sohreienden knaap Hij heeft
dezen jongen lief; ómdat hij hem lief heeft,
deed hij die heel ernstige vraag. Er zijn
menschen, die 't heelemaal verkeerd vinden
zóó met een ziek kind te prateh, maar de
grijsaard beschouwt dat ais zijn dure plicht
't Zal met Jan van Someren zoo heel lang
niet meer duren geen mensch, die er aan
twijfelt spoedig zal de dood hier xveer een
jong leven afsnijden. En mag Rijkers dan
zwijgen? Mag hij trachten hoop in te spre
ken daar, waar geen hoop meer bestaat?
Neen, dat mag niet dat zou verkeerd,
laf en zondig zijn.
De late namiddagzon sprenkelt in de ar
melijke voorkamer v rooi ijk liolit: op de
kast, over de stoelen en tegen 't bed. Maaj
niemand let er op.
De grijsaard heeft de hand van den jon
gen nog steeds in de zijne en moeder van
Somereu verbergt 't gezicht in haar schort.
O, 't valt x'oor een liefhebbend moederhart
zoo heel erg zwaar een kind te moeten mis
sen.
„Hij kan en wil en zal in nood, zelfs bij
't nad'ren x'an den dood, volkomen uitkomst
gevenDe grijsaard spreekt deze xx-oor
den nog eens en de zieke jongen luistert er
naar als sprak een engel uit den hemel
En grootvader Rij kens zegt nog meer; hij
spreekt rustig en kalm en hij troost d>en
zieken jongen en z'n bedroefde moeder.
In 't spelende zonlicht heeft niemand erg,
maar de glans van heerlijk eeuwigheidslicht
verdrijft hier de duisternis van den dood.
die reeds zijn schaduwen spreidt
Grootx-ader Rijkers vertelt van den Heere
Jezus, Die in de wereld kwam om te zoeken
xvat verloren is en Die volkomen uitkomst
z a I geven bij 't naderen van den dood
En Jan van Someeen luistert met inge
spannen aandacht Hij denkt niet meer aan
de zxx'arte mannen en 't donkere graf. Opa
Rijkers vertelt \ran de heerlijkheid van den
hemel, waar Jezus woont, en 't is net of de
poort van die hemelzalen op een kier ge
opend wordt en een straal van licht, valt
in deze xvoning aan de Gravenstraat.
De zacht schreiende moeder xvordt ver
kwikt door den rijken troost, die de grijs
aard hier brengen mag -— maar toch is ook
haar droefheid groot, want 't valt voor een
moeder zoo heel erg zxvaar een kind te moe
ten missen, ook al moet zij hard xverken
om dat kind te kunnen geven wat 't noodig
heeft.
Vóór grootx-ader Rijkera heenghg, bad hij
x-oor den zieken jongen. Hij vroeg niet of
God Jan xvilde beter maken: maar xvel smeek
te hij of de laatste strijd liolit mocht zijn en
de Heere Jan van Someren een ruimen in
gang wilde geven in 't Vaderhuis met de
vele xvoningon.
't Was bijna donker, toen de oude man
afscheid nam.
Maar in de harten van Jan en z'n moe
der was 't tóch licht.
Jezus is het Licht der Wereld, en Zijn
Licht troost en sterkt.
En xveer dacht Jan net als vroeger en
toch geheel anders aan dien mooien
Psalm: „Hij kan en xx-il en zal in nood,
zelfs hij 't naderen van den dood, volkomen
uitkomst geven
Op een morgen stoven de Dordtsche jon
gons en meisjes, wild en luidruchtig als al
tijd, de schooi binnen,
De oude meester had moeite dien storm
van uitgelaten levenslust tot bedaren te
brengen. Maar toch maakte hij zich niet
boos en dacht er zelfs niet aan van z'n ge-
vreesden stok gebruik te maken.
Hij xx-as heel ernstig Henk Rijkers had
daar geen erg in, maar Geurt viel 't gelijk
op-
Als de oude schoolmeester bad, was de
klas altijd stil en eerbiedig: hij had z'n kin
deren geleerd, dat bidder iets heel ernst gs
is: spreken met God, den allerhoogstcn Ko
ning.
Maar nu was 't nog stiller dan anders, en
die vaak zoo wilde jongens en meisjes xver-
den door een groote ontroering aangegre
pen, toen zij hun meester in zijn ge/bed
hoorden zeggen, dat in den vroegen morgen
Jan van Zomeren gestorven was
Geurt Rijkers sprongen de tranen in de
oogen en hij deed geen moeite ze te verber
gen. Zijn jü'-j-endje Jan was gestorven
nooit zou hij die groote bruine oogen meor
zien, nooit zou hij meer met heim kunnen
praten
Alle kinderen, die Jan gekend hadden,
xvaren bedroefd, doch Geurt xvel 't meest
van allen. Hier, in dezelfde bank, vlak naast
hem, had Jan altijd gezeten. Maar dat xx-as
nu voor altijd voorhij. En gedurig veegde
Geurt met z'n linkermouw de tranen uit z'n
oogen.
Toen de meester ge-beden had, liet hij,
zooals altijd, een Psalmvers zuigen.
Sommige jongens zongen wel eens hard
en ruw, wat den meester vaak uit z'n hu
meur bracht; maar nooit werd zoo plechtig
en ernstig gezongen als in dit morgenuur.
En ze zongen den aangrijpenden Psalm
van de broosheid en vergankelijkheid xau
t mensohelijk leven:
Gelijk het gras is ons kortstondig leven,
Gelijk oen bloem, die, op 't veld verheven,
x\ el sierlijk pronkt, maar krachtloos is
Gii teer.
Wanneet de wind zich over 't land laat
hooren,
Dan knakt haar steel, haar schoonheid
gaat verloren;
-xlen kent en vindt haar standplaats zelfs
niet meer.
Toen de Psalm gezongen xx-as zaten allen
met gevouwen handen; in groote spanning
xvaren alle oogen op den meester gericht.
De oude man had moeite de juiste -voor
den te vinden om de kinderen te vertellen
xvat ze nu allen reeds wisten. Maar eindelijk
begon hij te spreken, en zelfs Piet vau
Dam hield z'n adem in.
Wordt vervolgd^
tl
A
M