SALADl
MAAS- EN SCHELDEBODE
Ouderavond Groen van Prinstererschool
ZATERDAG 10 FEBRUARI 1934
OM DE EER VAN DE VLAG
DS LAMAN
EN DE OPENBARE SCHOOL
De neutraliteit
In het gvrnnastieklokaal van de Open
bare Schooi te Middtelharnis werd de ouder
avond gehouden van de Groen van I rinste-
rersehool, waarvoor groote belangstelling
bestond. ,r
De Voorzitter, de heer J. V roeginde-
w e y, opende de bijeenkomst met het lezen
van Ps. 78 1—15, waarna hij voorging tn
gebed on vervolgens een kort welkomst
woord sprak.
Spr. doolde mede, dat Ds. de Blois, die
dozen avond zou spreken wegens gezond
heidsredenen niet kon komen.
Spr. heette in 't bijzonder welkom IJ».
L&man en Ds. van Asch, die beide een rede
zouden bondon.-
Vervolgens gaf hij allereerst het woord
aan Ds. Lama n, air. Geref. Predikant al
ii- er.
Spr. merkte allereerst op, dat hl] schrok,
toen do president aankondigde, dat spr. een
rede zou komen houden. Dit was niet
zijn bedoeling. Hij zou een woord
wcnschen te spreken uit 't hart en wel uit
een hart, dat gewond is door hetgeen er
in ons dorp oenigen tijd geledon heeft plaats
gevonden. Spr. wilde zijn critiek laten hoo
ren op hetgeen gesproken is op de gehouden
apenbare vergadering van 21 Nov. 1.1.
Ben ik vanavond hierheen gekomen om
eens te gaan vechten'? Ik wenseh geen cr.-
tiek u t te oefenen op hen, die ik onbevoegd
acht om over christendom te spreken. Als
dat zoo was dan zou ik liever verdwijnen
Toen ik het verslag van deze vergadering
las, is mijn hart gewond, ben ik bedroefd
geworden, niet omdat de eer van menschen
maar de eere Gods werd aangerand.
Spr. hooft spijt gevoeld, dat onze school
besturen geen contra-protestyergadering
hebben saamgeroepen. Spr. is blij dat hem
deze gelegenheid is gegeven om uit het hart
tot 11 te mogen spreken.
Do. ouders, wie het geldt, d<a>t zij hun kin-
deren naar de openbare school hebben ge
zonden zijn hier niet. t Zou best kunnen
zijn dat hier o!' daar een ouder]taai' zat,
maar dan zou spr. lien willen wijzen op
hun belofte bij don doop afgelegd en vra
gen of zij het dan verantwoorden kunnen
hu nkinderen toch te sturen naar de open
bare schoei'?
Maar al zou er hier in deze vergadering
niet één zijn, dan nog is het de roeping
van de Kerk des Hoeren om te getuigen te
.yen alles wat aan Gods Woord en Zijn eei
te kort doet.
Op de openbare vergadering van 2i Nov.
heeft het Hoofd van de openbare school van
Somme.lsdi.ik de leiding gehad. Op deze ver
gadering heeft de voorzitter vreeselijk atge-
gegeven op de menschen van het christelijk
onderwijs, die op niet nader te noemen lage
manieren probeeren scholen op te lichten.
En 't laatst heeft een predikant over het
christelijk karakter van het openbaar on
derwijs gesproken.
Over de tooneelstnnkjes die daar opgevoerd
werden wil spr. geen woorden verspillen.
Over dc leiding van den avond een enkel
woord!
De voorzitter heeft eerst algegeven op een
hoekje van een Gereformeerden predikant.
De leider van dozen avond heeft zich ge-
stooten aan de uitdrukking in dit vlug
schrift: „dat onze kinderen den Heere toe-
behooren!"
De persoon, die hierover sprak, heeft
echter absoluut geen bevoegdheid om op dit
woord 'n exegese te geven zoodanig met de
vraag te stellen: en hoe komt het dat zoo
vele mannen van christelijken huize zitting
hebben in het hoofdbestuur van de S.D.A.P.
enzoovoort.
U voelt vergadering, als dit de verklaring
van deze woorden was! Ik zou het dezen
man dadelijk vierkant in 't aangezicht dur
ven zeggen:
Dat is niet waar!
Ik ontneem u de bevoegdheid om deze exe
gese te geven! En ik zou hem zeggen: dat
als een christenouder een kind van God ont
vangt en hij mag een christen zijn, dit
mpp.r is da.11 ©on naam, dtat is geen etikc-t,
maar iets wezenlijks, iets essentieels, dan
jraat dc vader of de moeder naar het bid
vertrek met dat kind en dan zegt het niet:
Heere dat is uw kind, neen, dan in 't gebed
legt die vader of moeder dat pasgeboren
kind voor Godis aangezicht neer met de har
telijke begeerte, dat dit kind zich in zijn
leven mag laten leiden door de beginselen
van Gods Woord.
Dat is de verklaring en het is daarom dat
op iedere christenouder de dure plicht rust
om overeenkomstig de belofte bij den doop
afgelegd, dat kind zal onderwijzen, helpen
of doen onderwijzen overeenkomstig Gods
eisch en ordinantiën.
Dan heeft de bewuste leider van dezen
avond de oorzaken opgenoemd, waarom de
kinderen de christelijke school bezoeken. De
oorzaken die hij aangaf zijn te onbeduidend
om na te gaan. De kinderen zouden b.v. de
christelijke school bezoeken omdat het ge-
buw aantrekkelijker zou zijn!
Neen, gij die zoo spreekt, weet niet af van
beginselen, want als we leven u'i't beginse
len dan gaat het niet om uiterlijke dingen,
maar om eeuwige. En als de belijdenis van
het beginsel door het christelijk onderwijs
uitgedragen wordt, zal het de begeerte van
de ouders zijn om het kind daar te brengen.
De persoon, waarover wij handelen, zegt
verder, dat het openbaar onderwijs eerlijk en
gezond is!
Neutraal wil echter zeggen: geen van hei
den, wil zeggen: kleurloos, dat we er geen
meen rig op na houden!
Als dat waar is, dan is heel die avond
veroordeeld.
Wat doen die lui dan een dominéé te in-
viteeron.
Als dat waar is, wat doen wij vanavond
dan hier? Als dat waar is: dan kunnen we
alle christelijke scholen opheffen en allen
naar de openbare school gaan.
Deze menschen zijn te vergelijken als het
gaat over Bijbelsohe zaken, bij blinden die
geen kleuire-n kunnen onderscheiden. Zoo
ook de beschouwng van den voorzitter:
Dwing ze onr in te gaan!
Nu komt spr. tot de hoofdschotel van den
avond: de rede van den predikant als hij
spreekt over het christelijk karakter van (te
openbare school.
Ds. Westmijse zegt, dat de openbare
school opkomt uit liet beginsel van de pre
diking des evangelies hier in deze lage lan
den en dat we een school hebben en kerken
is daaraan te danken, dat God in deze dui
stere landen heeft laten schijnen de stralen
van de Zonne der Gerechtigheid en Zijn
lieflijk evangelie hoeft gegeven.
Spr. is het daaitnee eens, dadelijk wan
neer bet evangelie gepredikt wordt, zoodra
als Gods Woord verkondigd is, ziet ge, dat
een land en volk in beschaving zichtbaar
en tastbaar vooruitgaat.
Dat kwam omdat de kinderen naar de
kloosters werden gebracht, waar klooster
lingen en zendelingen den kindoren onder
wijs gaven. Dat zijn vruchten van het
christendom. Zonder het christendom zoudt
gij thans niet weten hoe ge uw land moet
ploegen.
Hij heeft het goed gezien dat we daarom
de scholen, ook de dhr. scholen hebben, zij
zijn vruchten van de belichting niet
het licht des Evangelies
Maar nu is dit de fout en we leven na twee
duizend jaren nog uit hetzelfde beg nsel en
dat is in de openbare school. Maar dat i»
een leugen en een wetenschappelijk mensch
die de historie van zijn schooi kent, mag
deze diingen niet debiteeren.
Er is een tijd geweest, dat er 'n openbare
school was, waar de Bijbel niet ontbrak.
Als ge den tijd neemt, waarin het geestelijk
leven zuiver was, m dien tijd was er geen
bijzondere school, toen was er een algemee-
ne school, maar bijzonder tevens.
En in de 17c eeuw hoe stonden toen de za
ken? Weet ge wel, dat na de synode van
1618 en 1619 alle onderwijzers de drie for
mulieren van Eenigheid moesten ondertee-
kenen! Dagelijks moesten de kinderen on
derwezen worden in Gods Woord. Aan alle
scholen moest de Ileidelbergscho Catechis-
m- s geleerd worden, geen twijfel aan, dat
was een bijzondere school, de school met
den Bijbel.
Maai- in het laatste kwartaal van de 18e
eeuw kwam de onzalige tijd, dat daar ver
andering in kwam. Toen kwam er oen n eu-
we geestelijke richting, die van de „Auf-
klarimg". Het „antieke" christendom hoeft
opgehouden te bestaan, we scheiden er uit
met het traditioneele gee loof. Neen, wij zijn
verlicht en gaan door onzen eigen br'l kij
ken en we bobben dat Woord van God niet
meer noodig. Die geest van de encyclopae-
disten in Frankrijk, van de Engelsche vcr-
lichtingsmannen, van de Duitsche „Auf-
klarung", die geest kwam toen ook oip Ne-
derlandisehen bodem en vond zijn samenvat
ting in de voorlichting van 't Nut van 't Al
gemeen. Men voelt wel, dat als uit dien geest
gedacht wordt waar bot dan wol met den
Bijbel heen zal gaan. Men begrijpt wel dat
men dan niet meer de eerste vraag van den
zondaar gaat slaken: Lieve Heere, Heere,
wat wilt Gij, dat ik doen zal? neen we zul-
uit onze eigen apotheek gaan leven en te
ruggaan tot de natuur, daaruit zullen we
onszelf en onze kinderen gaan voeden.
Toen is het gekomen, de doelstelling van
Mij tot Nut van 't Algemeen: Godis Woord
als bijzondere openbaring van de openbare
school af te voeren.
Zou men dan niet meer aan godsdienst
doen?
Ze voelden dat er dan een revolutie zou
ontstaan, die vergeleken kon worden met 't
verzet van enkele jaren geleden in Sovjet
Rusland. Neen, met de Rede gepantserd
zouidien ze trachten kind en mensch den
godsdienst af te nemen.
Het werd nog gev aarlij'ker. Ze gingen de
natuurlijke godsdienst prediken, die ge
dachte werd neergelegd in de schoolwet van
1806, n.l. dat in de scholen de kinderen
opgevoed moesten worden tot alle maat
schappelijke en christelijke deugden. Eerst
dus het maatschappelijke en wat bedoelden
ze met christelijke?
De verklaring vindt ge in een stuk van
een program van de Mij. tot Nut van 't Al
gemeen. Spr. citeert een gedeelte uit dit
stuk, waaruit blijkt, dat maatschappelijke
deugden geleerd moeten worden uit de
nieuwe verlicht ng, uit de rede, uit de na
tuur. Onder christelijke deugden verstaan
ze deuigden, die men als belijder van Jezus
alle maatschappelijke deugden in een veel
uitgebreider zin moet doen dan men als lid
van de maatschappij behoeft te doen.
Als dat Christendom is„ aldus spr., dan
dank ik u hartelijk voor dat Christendom.
I)at Christendom heeft, met den Bijbel niets
te maken. Deze gedachten heeft men ge
haald bij Plato, Socrates en Seneca. Als dat
Christendom is, dan zijn de menschen le
vende uit het heidendom, ook Christenen.
Stel u voor dat een deugdzaam leven op
aarde ook een aangename toekomst zou
brengen, hetgeen deze menschen loeren.
Een brave Hendr kken-leven aan doze
zijde van hot graf! Dank u, dat is goen
Christendom!
De Bijbel weg, dc Heidelbergcr Catechis
mus verdwenen van de school, geen predi
king meer van ellende, verlossing en dank
baarheid! De mensch die zoo redeneert, ont
steelt het kind de edelste gave die God m
Zijn algenreene en bijzondere goedheid heeft
gegeven! Als dat Christendom is, dan ns het
christelijk gehalto van dc openbare school
niet meer dian
verjongd heidendom.
Toon in 1810 de boekenlijst van leerboe
ken, die op de o|>enhare school gebruikt
zouden worden, samengesteld werd, ontbrak
do Bijbel. Officieel zei men: als men
Room sell en Protest an tsc'h onder één dak
wil brengen, moet men er voor zorgen, dat
de R.K. ouders niet gekweld worden met
den Bijbel der Protestanten. Officieel was
de Bijbel dus van de school af, offi cieus was
de Bijbel er op vele plaatsen nog wel.
Dat werd de openbare neutrale school.
Als dc zakep zoo staan, dat do. ojwnbare
scholen opvoeden tot alle maatschappelijke
en christelijke deugden, waar haalt de on
derwijzer zijn christelijkheid uit?
Was liet nog maar zoo, dat op de open
bare school de onderwijzers allen eerbied
en respect hadden voor het Christendom.
De geest van onzen ti'd doordringt alles,
hot ongeloof is ook daar doorgedrongen en
de onderwijzers bobben met Gods Woord af
gedaan. Er zijn onderwijzers, die de rii-
denkers- en vrijzinnige richt ng zijn toege
daan, ik weet dat er vrijdenkers zijn. In
Middelbands op de Openbare School is een
onderwijzer, die de Bijbel een muf fabuleus
geschrift noemt en mij toevoegde, aldus
«pr., toen hij mij zei, dat als ik geen ver
klaring kon geven van de overschaduwing
van de Heilige Moedermaagd en de he iige
ontvangenis, hij haar beschouwde als - een
hoer.
•Hij voegde er aan toe, dat hij geen propa
ganda voor zijn ideeën maakte.
Zeg mij of onze kindoren in zoo'n sfeer
niet daardoor geïnfecteerd worden? Het is
niet waar dat het openbaar onderwijs chris
telijk is. Daar komen elementen voor, ge
voed door den geesjt van den antichrist.
De strijd van het voor of tegen Christus
wordt voortgezet op de lagere school
voor de klas, waar onze kinderen z tten.
Spr. kwam vervolgens tot zijn tweede
principieel bezwaar.
Gaat het niet meer om de beginselen? Op
zijn schoonst gezegd is het standpunt van
de openbare sohoolmensdlven: verjongd hei
dendom!
Dat is het verlammende van onzen tijd,
dat er een Christendom wordt gepredikt,
dat de ziel niet meer heeft.
Ghandi, de mahatima, heeft een panthéon
Inger cht, waarin het portret van den Chris
tus Gods goplaatst staat naast Boeddha en
Mohammed.
Hem is op de universiteit van Cam
bridge waar hij gest; deerd heeft, een
christendom gaprcdikt, dat eenvoudig de
pit eu de ziel miste, waarin de Persoon des
ZaligmaJscrs niert getoond werd in Zijn zon
daarsl efde en als beheerschend het gan-
sdhe leven voor denken en doen.
Ghandi is naar Voor-Indië gegaan en hoeft
getracht Mohammed, Boeddha en Christus
te vereenigen. Als dat werkelijk waar was,
dan konden wij onze kinderen gerust sturen
naar de openbare school en moesten wij ons
schamen hier te staan. Dan konden wij a!
onze schooltjes opdoeken en een groote
school maken.
Maar omdat het liier gaat
om heilige beginselen
kan dat niet. Beginselen zijn voor deze men
schen stokken en palen, die men gemakke
lijk hij elkaar kan pakken, er zit geen le
ven in!
Maar 'n beginsel is als een boom met een
wortel. Het leven uit een he iig beginsel is
geen aardigheid van een of andere predi
kant, neon dat zijn de dure beginselen neer
gelegd in Gods getuigenis. Dat Woord Gods
laat zien, dat de persoon des Zaligmakers
niet gekomen is om vrede te brengen maar
het zwaard.
Maar, zult ge zeggen, ge bidt toch ook
om de eenheid der kerken? Maarwat
voor eenheid is dat?
Dat is eenheid uit één God opgekomen, uit
den Heiligen Geest, de eenheid die stoeit
in God, Die eenheid wordt daarmee be
doeld, waarom Jezurs had tot don Vader:
Vader gelijk als wij één zijn, laat ook zij
één zijn. Als het daarom gaat dan reik iiv
gaarne over mijn eigen kerkmuren de hand
aan al het volk van God, uit een geloof ge
voed, het geloof in den persoon des Zalig
makers. Dat is de eenheid uit God dooi
den Heiligen Geest! Dat is niet de eenheid
die hier plaats kan grijpen, dat is maar
plak- *n maakwerk, zooals de samenvoeging
van Nederland en België in de-vorige eeuw
heeft plaats gehad.
Deze eenheid is naar Gods Woord niet
ONTWAKEND LEVEN. Ook in de Dieren
tuinen brengt het voorjaar nieuw leren.
Moeder en kind poser ren voo'r de. fotograaf.
toelaatbaar. Goen scl.ipperpolitiek van èn.
èn. Eu de wereld, én wat godsdienst.
Als ge dat predikt, dan kunt ge taber
nakels bouwen waarin men tien duizend
menschen bij elkaar kan brengen. Wie is,
de vpivleelor? Niemand m mier dan «ie
Zaligmaker maakt scheiding tu.-sHien moor
denaar en moordenaar.
Daarom is het onmogelijk dat wij onze
kinderen afstaan aan hen, die opkomen uit
oen anderen geest dun waarin de Heilige
Geest arbodt.
Ons princ po moet lu/ihlen: ik zend mijn
kinderen naar de school waar nTn kinde
ren het meest principieel worden oj>ge\oed.
Daar moet uw kind ziui!
Is er (xp het Christelijk on denvijs ook wat
aan te merken? Een vorig jaar hefolxen wij
eerlijk mot elkaar geban Ie. i. W ij hebben
op elkander te letten. Niet vanuit de hoog
te, maar elkander in liefde zeggen: dat is
de fout! Als echter een communist of vrij
denker vergif staat in te geven: claar heb
ik geen controle op! De wet zegt wel: dat
/.ij garandeert, dat de kinderen zuiver neu
traal onderwijs kunnen krijgen! Dit hoorde
ik dezer dagen, aldus s»pr., zeggen, maar
wat komt er in de pract.k van terecht?
Een onderwijzer van de Openbare School
hier schetste de tachtigjarige oorlog als een
helangenzaakje(I) Daar gaan de heiligste
goederen voor onze kinderen. Klaag zoon
man eens aan! Hij zal zich er wel voor
hoeden zoo. iets tc zeggen als de inspecteur
er bij is. Dan wordt hij gesjeesd! Ze hebben
het er niet voor over eerlijk te zijn en zit
ten vast aan de zilveren koorden.
Op het openhaar onderwijs hebtt>en wij
geen controle, op het christelijk onderwijs
wel. Wij hcblxui tot taak de kinderen daar
heen te zenden en ze te brengen onder de
beademing van Gods Woord.
Spr. kwam bij de voorbereiding van het
geen hij op deze vergadering wilde zeggen
aan den profeet Eliza, den man Gods, toen
hij intrek had genomen in de opperkamer
van de Sunamietische vrouw. liet kind! van
deze vrouw werd doodziek, stierf en werd
dooi neergelegd op het bed van den man
Gods. Wat deed de man Gods? Hij hoog
eerst zijn knieën en smeekte of God deze be
proefde vrouw wilde heigeven wat Ilii haar
eerst had gegeven. Toen mat hij zich op dat
kind uit. Zijn oogen op des kinds oogon,
zijn mond op des kinds inonds. Kon dat?
Zoo'n groote man op zoo'n klein kind? Ilij
paste zich aan bij dat kind, naar de maten
van dat kind verkleind hij zich! Wie was
de man Gods? De drager van liet onfeilbaar
Woord van Jehova.
Wat hebben wij nu tot taak? Omdat
voorbeeld van den man Gods te mogen na
volgen. Wie zijn onze kinderen? Zij zijn ge
lijk wij. Dc kinderen zijn te vergelijken
bij den knaap. Ze zijn dood, niet in natuur
lijkheid, maar in geestelijkheid.
Do toestand van u en van mij en van
onze kinderen iis zoo hoogst ernstig. Onze
kinderen zijn geestelijk dood met ons. Ga
daar niets van afdoen ,want dat is gevaar
lijk! Wat hebben we noodig? Het Woord
Gods moet op dat doode kind worden ge
legd.
Is dat genoeg? Neen het ^verk van Eliza
ging gepaard met d.e krachtdadige werking
van den Heiligen Geest! Toen vvas or Gods
Woord en de pref eet! En wat was de
vrucht? „En het kind niesde tot zeven
malen!" Dan zal het krnd dat leven open
baren in liet schreien naar God. Spr.
vvenscht niets liever dan dat het christelijk
onderwijs dat voor oogon moge hebben, dat
de opvoeders van deze realiteit doordrongen
mogen wezen.
Van neutraliteit kan geen sprake zijn.
Wat ze in naam der. neutraliteit brengen
komt uit den geest van don afgrond. De
keuze is of den Geest van Ghrstus of de
geest van den overste dezer wereld.
God geve u en mij te kiezen en dan kie
zen we ook voor onze kinderen.
Dan zijn er menschen, die zeggen: al>
God niet bekeert dan zal het kind niet be
keerd zijn.
Spr. vraagt tenslotte: heeft Piliza zoo ge
sproken? Weineen, hij spreidde zich uit over
het kind! Als wij ook ons uitspro den ever
onze kinderen dan zullen we ho|>en dat
'God en Zijn Woord in dat kinderhart zich
zullen openbaren. Dan zullen we bidden:
Heere laat Uw werk ook aan onze kinderen
blijken, dan wordt U ook in hen verheerlijkt
en onze harten door Uw daden verblijd.
Ilierna was er pauze, waarin een kopje
thee werd gepresenteerd.
Na de paree sprak de heer Jansen,
hoofd der school, het onderwijs in de
Bi i be Isc.h e Gese 11 i ed enis.
Dat het onderwijs in
de Biibelsche Geschiedenis
in de lijst der leervakken opgenomen wordt,
spreekt voor zichzelf. Gods Woord alleen
kan vaste grondslag geven aan de opvoe
ding in gezin en school. Godis Woord is de
waarheid.
Spr. wees er vervolgents op, dat de juiste
verhouding gevonden moet worden tussclicn
gezin en school. De invloed van liet gezin
op de jeugd wordt steeds m nder. Gewaakt
moet worden, dat het gezin niet in ver
drukking komt. De intellectueele vorming
wordt hoe langer hoe meer geconcentreerd
en geaccentueerd. Het leven vraagt hoe
langer hoe meer van ons. De macht van
•de Staat heeft de school sterk gemaakt. Al
leiminst wordt bedoeld dat de school het
verlengstuk van liet gezin zou zijn. De on
derwijzer is niet het knechtje van de
orders. De school heeft een eigen plaats.
Men mag van de school niet meer verwach
ten dan ze geven kan. Als we zware e> schcn
stellen dan doen we dat aan de school, maar
ook aan het gezin.
Spr. wil het bijzonder hebben over de wij
ze van behandeling van de Bijbelsche ge
sell ieden is en merkt allereerst op, dat hun
werk gebrekkig blijft. In de eerete plaats
heeft de onderwijzer onvoorwaardelijk te
buigen voor het onfeilbaar Woord Gods.
Ms de opvoeder vertrouwen heelt in Gods
Woord dan alleen kan hij vertrouwen wek
ken hij de kinderen. liet onderwijs in de
Biil). Gcsch. mag niet zijn een gewoon leer
v a.k. Hot is Gods Woord brengen zoo, dat ze
liet kunnen verstaan. Ernstige voorbere -
diiiiff is noodig. Het moet op eenvoudige
wijze gebracht avom'jen. Al.s wij over en u;f
Gods Woord sore ken moet er zijn eerbied
en wijding, het is de iieilige gewijde ge
schiedenis.
Daarbij past geen voorstelling van zaken
die het werk van God aan zielen naar be
neden haait, geen platte wóórden, maar
huchterheid in 't heilige.
Voorts mogen we de mannen en vrouwen
uit den Bijbel niet anders voorstellen dan
menschen van gelijke beweg ngen als wij tot
hinken en tot zinken dadelijk geneigd. Al
leen mogen wij roemen in In n geloof. Geen
w»ort heiligen mogen we er van maken,
want dat zou de kinderzi elen neerdrukken
en niet aantrekken. Wc hebben ze te la
ten zien als menschen, die roemen in hun
zwakheid, omdat ze hebben loeren roemen
in God, die het alles doen moet.
Spr. stelde vervolgens de vraag of het
onderwijs subjectief moet zijn.
De juiste behandeling s zoowel het een
als het andere. De leerling moet Bijbelken
nis krijgen, maar tevens moet op zijn zon
dige hart gewezen worden. Leer den jongen
de eerste beginselen van den eisch zijns
wogs, maar de Heere moet het hart aanra
ken, liet is Gods werk.
Er zijn menschen, die zich verzetten tegen
het geloof aan wonderen, een wonder is niet
te verklaren, maar de kinderen zullen hoe
ren, dat bij God niets tc wonderlijk ie»
De vergadering zong op verzoek van den
heer Jansen Pa. 119:53.
I)s Van Asch van Sommelsdijk, hiold
de laatste toespiviak en begun met te zeggen
dat het hem ccn groot genoegen deed hier
velen tegenwoordig te zien.
Velen zijn er, aldus spr., die de kerk
reeds vaarwel gezegd hebben, en dit loopt
meestal uit op het vervreemden van don
Christus en men komt op het punt, waarop
men God ganseh vaarwel zegt.
Wij leven thans in een donkeren tijd, we
beleven thans een crisis, vooral een geeste^
lijke crisis. Overal openbaart zich een revo
lutiegeest, een ingaan tegen de ordinantiën
Gods. De klassenstrijd is in vollen gang en
die strijd laat geen plaats voor tucht en ge
zag en tracht ouders en kinderen los van
elkander te maken. Die geest is doorgedron
gen tot in liet kleinste dorp, omdat die ge&?t
aan knoop ingsipunt heeft bij elk mensch. Die
zelfde mensch heeft de hooge bestemming,
die God den mensch gegeven heeft, niet be
grepen, en Hem den rug toegekeerd.
In zulk een zondige wereld verkeeren wij.
Tegen deze revolutiegeest staat het Woord
Gods als een machtig bolwerk, vandaar dan
ook dat dit, ouders, die uit dat Woord nog
leven, oen groote verantwoordelijkheid op
legt. Alles behoort God, ook uw kind! Het
kind is des Hoeren, het ziin panden, die de
ouders worden toevertrouwd en indien gij
het niet tot ipzus brengt dan doet gij te kort
aan Gods eisch, dan miskent gij zijn heilig
recht.
Si»' handelde naar aanle'ding van het
tekstwoord in Dent. 6 6 en 7.
Welk een aantal beschuldigingen, aldus
vervolgde spr, riizen liiei niet op voor een
ieder die nog bij het Woord Gods leeft. „l)e/.e
woorden zullen n uw hart zij 11 en gij zult
ze uwen
kinderen inscherpen!
Deze woorden sprak de Heilige Geest door
den mond van *rezes tot liet volk van
Israël.
We kunnen gerust zeggen, dat hier bedoeld
is met deze woorden, aile rechten en inzet
tingen Gods. 'len opzichte daarvan wil de
Heere dat het volk van Israel twee dingen
zou doen. Niet alleen dat ze Let in hun mond
maar ook in hun hart zouden hebben. Dat
was noodig, want hot klonk niet vooi niets:
„Dit volk eeit mij net de lippen, maar huil
hart is ver van mij."
Wie de wet Gods in zi n hart heeft zal niet
glibberen.
De ouders moesten liefde ''oor hun kinde
ren hebben en lun welzijn op allerlei wijze
bevorderen! Ze moeiten hun kinderen tot
kennis leiden en in dienst stellen van du
vreezc Gods, die de grootste schat is, de
bron en s ringader des levens.
Ook lieden ten dage is dat nog van kracht.
De ouders hebl>en n lUWKeui'ig zorg te d a-
gen voor de opvoeding va i de kinderen. liet
mag niet zijn een van buiten laten loeren
van de geboden. Daarvoor hebben de ouders
de leiding noodig van den Heiligen Gee-t.
De christelijke sjhoM is langen tijd in min
achting geweest. Collega Lam an Jieeft u zoo
straks gezegd, wat de openbare school is.
God de Heere zal oordeel en een ieder, zonder
aanzien des persoons maar daarom moot liet
Chr. onderuiis zich aansluiten bij onze
tekst woo'den.
Dan zou ik zoo zeggen, aldus spr., dat
de keuze voor lion, die nog in twijfel staan,
niet moeilijk is. Niet dat go het van de
Chr. schooi verwachten kan. Yo<.rop staat,
dat deze woorden in u vv hart moeten staan!
Welk een voorrecht als de ouders hun
plicht t. o. hun kinderen verstaan.
Nu zijn er kringen, waar men zegt dot al
dat geheugen vv -rk, al dat inscherpen, niets
baat, ma-ar God is wijzer dian zij en de
wudbew die hun plicht verstaan en hun vcr-
Óntwoordelijkheid gevoelen t.o.v. hun doop
belofte, zullen dan oók aansluiting bij het
Christelijk onderwijs trachten te vinden.
Wol kunnen wij onze kin-deren niet hekee
ren, dat alleen kun Hij. Dat kunnen wij zelf
onto hart niet omdat het hart arglistig is.
Dat ligt veel te diep en doar kunnen wij
i iel onze handen niG bij. Wei ku-u.un wij
onze kinderen iinscherpen. Wij hebben znvd
te sticoien, de Heere al.-uen kari de wasdom
geven.
Ijaten daarom de ouders de kinderen voor
gaan i i huis en i.i t openbmi no nt mag
üc gedachte aan onze roe-ping ons verlaten
Veler oog zat dan geopend worden oor
de dwaalwegen die in Kerk en Sta it bewan
deld worden. Gre-ot iis daarom de verant
woord ei ijk! ieid die God dc Heere ais op do
schouders legt.
Hoe lieflijk klink het uit den mond dér
kinderen, w anneer zij staande aan de grroevo
van hun oudere, ook kunnen getuigen
„Hier ligt mijn vader, hier ligt mijn moeder,
die mij voortdurend ge-wezen heeft oj) Ilem,
die de Lvuiiwvorst ie-, waarvoor de dood moet
wijken".
Spr. hoopte tensktte dat de woorden, vair
avond gesproken, een on berouw-elij'ke bekee
ring van veucn met zich mede zullen brengen
Dc heer J. V r o e g i n d e vv e y, de voor
zit ter, dankte de sp-iekere van dezen avond
voor hun leerrijke uiteenzettiinigen en hoop
te, dat de opkomst, du'-e boven verwachting
was, liet volgend jaar ook z o. zou zijn.
Spr. dankte den gemeentesecretaris, den
heer Bloot, vrer zijn aanwezigheid, cu
bracht tenslotte nog dunk aan B. en W., die
zoo welwillend de zaal haddon afgestaan.
De avond werd besloten met het zingen
van Ps. 97 7, waarna Ds Larrian voorging
in dankgebed.
UNILEVER VERKOOPCENTRALE N.V. ROTTERDAM
FEUILLETON
Historisch verhaal over de gebeurtenissen
van 1830-1833
Door J. SNOEP Jr.
Grootvader Rijkers peinst en spreekt vaak
over deze dingen.
Hij spreekt er over met zijn zoon en
kleinkindoren, met dominee Van Kooien eu
vele and-eren.
Maar ook spwekt hij er over als hij 's
avond® alleen in 't kleine bovenikamertje is
Bij een stoel geknield, draagt hij dan de
nood-en van 1-and en volk en Vorst op aan
den Koning der koningen, Die alles regeert
cn zonder Wiens wil geen ding op aarde
geschiedt
En als de grijsaard zich eindelijk ter rus
te heeft gelegd, gebeurt 't menigmaal, dat
de slaap niet komen wil.
Als men oud is, heeft m-en zooveel slaap
niet meer noodig en er is zoo heel veel,
(lat verontrust en bang maakt voor de don
kere toekomst
Was die door velen zoo hoog geroemde en
verheerlijkte vereeniging van 1815 eigenilijk
niet een daad van ruw, revolutionair ge
weld? Was niet de lijn der historie, d'e God
toch immers maakt, door nietige mcnschen-
hand verbogen naar eigen bel-ieven?
Men zeide, dat er veel was om van Noord
pn Zuid één volk te ma-ken. Ja, maar had
men door vereeniging niet voor altijd on-
vereenigibaar geimaakt?
De vraag hield grootvader Rijkers me
nigmaal uien lang wakker.
Er was ook zoo heel veel dat verontrustte
en hang maakte voor de donkere toekomst...
ZESDE HOOFDSTUK
„Gelifk eene bloem des velds
Geiurt Rijkers -hield woord.
't W-as al weer ruim drie maanden gele
den, d-at de Prins van Oranje Dordt bezocht,
en bijna elke week bracht Geurt een mutje
door aan 't ziekbed van Jan van Zomeren.
De arme jongen verlangde e-r altijd weer
naar; als hij wist, wanneer Geurt zou ko
men, telde hij de uren, en wanneer z'n
makker eens een keer oversloeg, leek hem
de week wel tweemaal zoo lang.
Jan was een stil-le jongen. Kalim en rustig
kon hij uren lan-g op zijn bed li-ggien, terwijl
z'n groote bruine oogen naar buiten staar
den.
aar ook kon 't binnen in he-m wel eens
stoimen. Ais d-aar button de zon vroolijk
scheen en 't gejoel -en geravot van jongens
en meisjes tot hem doordrong o, dan viel
't niet altijd mee kalm en rustig te blijven...
Waarom moest hij,, nu al weken cn maan
denlang, hier in diie kleine kamer maar on
z'n bed liggen? Waarom kon hij n-iet naar
school gaan en spelen zooals alle andere
kinderen?
In een opstandige bui was hij wel eens op
gerezen van z'n bed, met in z'n oogen een
groot verlangen naar buiten, waar de hoo
rnen -in vollen zomerdos stonden en de vo
gels -hun mooiste wijsjes floten
Maar hij voelde zich zoo moe, zóó moe
en met 'n plof liet hij zich weer in z'n bed
vallen
Henk Rijkers was een keer met z'n broer
■meegekomen die groote, flinke Hienk,
met de gezondheid op z'n kooruen en in heel
z'n fonsche lijf. Jan had vroeger Henk wei
honderdmaal gezien, maar nooit zag hij
hem als toen, toen Henk voor z'n bed
stond; hij keek naar hem of hij iets won
derlijks zag.
Was hij toch ook maar gezond. Hoe was
-d-at versje ook weer, dat de meester noemde
„een gedichtje van Vader van Alphen"?
O ja
Gezondheid is een groote schat,
O-m vergenoegd te leven.
Ofschoon ik grooten rijkdom had
Wat voordeel zou het geven,
Zoo ik, doorknaagd van angst en pijn,
Mij zeiven tot een I-ast moest zijn?
Neen, van die angst en pijn wist -hij ge
lukkig weinig. Pijn had hij niet, alioen
voelde hij zich maar zoo moe zoo héél
erg moe
Jan was meest al-leen thuis met z'n va
der, die ook niet sterk was. Daarom ging
z'n moedap er bijna alle daigen op uit, om
geld en brood tc verdienen.
Jan had nog twee zusjes. Vier zusjes cn
twee broertjes had hij kunnen hebben
maar v.'er maal waren er in 't zwart ge-
kleede mannen in huis gekomen, die een
kistje meenamen naar 't kerkhofVan
twee kon Jan 't zidh goed herinneren
van Aaltje en Gijs maar toch wist hij,
dat de zwarte mannen v i e rmaal waren
geweest.
Gedurig weer moest Jan denken aan
dien Woensdagavond, een paar weken gele
den. Gourt had wel twee uur bij z'n bed
gezeten, 't W as een prettige middag, maai
de avond was heel droevig.
Hij voelde zich moe en kon toch niet sla
pen. Ilij lag niet gesloten oogen en dacht
nog eens over alles wat Geuit te vertollen
bad. Henk had bij 't H-rl's Merwede ge
zwommen, en Geurt bad 't óók willen doen,
maar de oude koddebeier had alles in de
war gestuurd. En dominee Van Kooten had
thuis alles verteld.
Jan hield z'n oogen dicht en merkte niet,
dat zijn moeder al een poosje voor z'n bed
stond. En z'n vader was ook gekomen.
„Wat ziet hij er toch slec-lit uit o God,
moeten we nu straks hém ook weer weg
brengen!" had hij opeens z'n moeder hoe
ren snikken. Vader zei gedurig weer: „Stil
niu toch!" en samen waren ze toen naar
de achterkamer gegaan.
Jan deed net of sliep, maar de slaap wii-l-de
dien avond n-iet komen. Een klok in de
Wijnstraat sloeg twaalf uur, één uur
en nóg was hij wakkerWat had z'n
moeder toch? Wat bedoelde zo met dat
„wegbrengen"?
De arme jongen begon onrustig en ang
stig te worden hij had 't warm en lag
tegelijk tn rillen onder de dc-keps.
Bedoelde moedermeer neen daar
nie-t aan denken, dat vreeselijke vér weg
houdenHij probeerde, aan wat anders
te denken, hij zei in z'n eigen een Psalm
vers op, tweemaal achter elkaar
Maar niets wiide helpen gedurig weer
moest hij aan dat „wegbrengen" denken
Bedoelde z'n moeder, diat dc zwarte man
nen wéér zouden komen en dan an h e m te
halen en weg te brengen naar 't nieuwe
Kerkhof bij 't Blaauwh-us te Dubbeldam1}.
Zou hij dan nooit meer beter worden?
De vriendelijke dokter, die vast ééns per
week naar hom kwam kijken, kce-k den
laatsten tijd zoo heel ernstig. Toen hij pas
ziek was, had de dokter gezegd: „We zeilen
ons best doen, Jan, dat je weer gauw naar
buiten kan gaanmaar de laatste
twee maanden had hij over buiten niet meer
gesproken. En ook had Jan gehoord, d-at de
dokter in de achterkamer lang met z'n va
der sprak
Jan van Zome-nen kon dien nacht maar
niet in siaa.p komen. I>e houten klop van
den nachtwacht en diens sleependen roep:
„Twee uur!" klonk door de stille straten
en nog vvas de jongen wakkerHij had
tranen in z'n giootr oogen cn begon opeens
hard te snikken. Hij schrok er zelf van en
bedaarde terstond vader en moed-er
moohten hem niet hooren.
„Moe-ten we nu straks hém ook wegbren
gen't was net of liij die vreeselijke
woorden telkens weer hoorde. En dat maak
te hem angstig en heel bedroefd.
Als men dertien jaar is, is 't leven zoo
-heel mooi en dan te moeten weten, dat
gauw zwarte mannen je zullen wegbren
gen naar t' kerkhof bij 't Blaawiwhu-is
Maar eindelijk, eindelijk kwam de si-aap,
en de arme jon-gen sliep tot den nieuwen
-morgen.
Neen, vrouw Van Zomeren had zach niet
noodeloós ongerust gemaakt. Een moeder
vergist zich niet gauw, vooral nie-t, wanneer
ze al vier kinderen op 't kerkhof heeft
't Ging met haar jongen op en neer en
zeker achteruit.
Ook dit kind, haar stillen, lier-en Jan zou
ze moe-teil ais-taan. 0, de weg was zoo erg
donker en zoo heei moé'lij-k, maar God geeft
geen rekenschap van Zijn daden.
Elke week werkte vrouw Van Zomeren '11
dag in een van de deftigste huizon aan do
Wijnstraat.
't Was diaar alles rij-k-dom cn pracht, maar
ook was in dat mooie huis e-cn groot ver
driet. De mevrouw, die daar woonde, zou.
zoo heel graag 'n kind hebben de groot
ste rijkdom was voor haar: moeder te mo
gen zijn. Maar dat geluk, die rijk-dom kwant
niet in haar bezit, en daarom voelde zirli,
aim, veel armer dan haar werkster, die voor
een man-en drie kind-eren had te sloven.
En als vrouw Van Zomeren 's avond*
thuis kwam, waar drie paar ooge.n al lang
met ongeduld op de komst van moeder
wachtten ja, d-an voelde ze zich soms
schatrijk -en zou ze voor al 't geld van de
wereld niet willen ruilen met dc rijke en
deftige mevrouw uit de Wijnstraat.
Maar n-u?AI viermaal had ze een
kind aan d-cn dood moeten afstaan. En zou
nu haar stille, lieve Jan d-e vijfde zijn?
't Is een sohoone Augustusmiddag cn
moeder Van Zomeren zit voor t raam in,
de voorkamer.
Donderdags blijft ze meestal thuis o-nt
haar eigen werk te doen. Dan is 't oo-U als
alle andere dagen van de week, een drukke
dag voor haar. Maar toch ook een leest dn,;-
voor haar en voor haar zieken jongen.
De twee lussen zijn naar school en haar
man d-oet een boodschap in de stad.
1De o-ude naam van de tegenwoordige.
DorritM-lie al gem eene begraafplaats, die I
Juli 1329 ii-n gebruik w erd genomen.
.(Wordt vervolgd.), j