ANTIREVOLUTIONAIR ORGAAN VOOR DE ZUIDHOLLANDSCHE EN ZEEUWSCHE EILANDEN
siqno
vinces
1934
WOENSDAG 7 FEBRUAR11934
48E JAARGANG N°. 4031
WAAR KOMEN DE ROOD
HUIDEN VANDAAN?
Voornaamste Nieuws.
WH,
3 ET
bloscn
ne
s leden
eden
ivaerhoy
claerheyt
;obus REVirs
Lje" van 'nauwe-
vriendelijk rijn
straffen, went
Je koffiepot rink
og hardop ni>-
ïs om en ik keu
k> graag willen,
overblijvui, (79
1 de scho-1 af''
is, wanl voor
it gaan. Niet uw
tegenoi er de
raaien voor wat
roeping is. Dut
ind op de school
at het in huis
de omgekeraa
een bepaald ge-
orlichting, man'
quent en recht-
len door drift of
if streng, maan
streng zijn, als
nd geldt
izeli een brevet
GEN
p uithangborden
p uithangborden
m de hersens in
in te sluiten
ir niet mag
vliegen buiten.
us, procureur
en notaris
ren of waar is.
en Apteker
is zeker
in daaglijkscb
brooi I
ziekte
ee om den doo l.
naam Is vrouw
sreis in Egypte
?.r pyramideni.
k dank aan wat
■n jaren zien hier
staat m'n hoed
Elk wat wils
t met haar maa
park. Een straat-
echtelieden halt
is wat fijne siga-
ndwerk!"
m'n mas:
de koopman aan
zestien niet een.
k '.rijg als ik zeg
voor de meesten
1 Haag. Ook wel-
)et jij een massa
n Haag. Nu ik
eens. Leuk dat
e schoolkinderen
ningin mochten
Jaar en die is
zien als je weer
O, wat heb jij
tke boek al uit
ijs, dat het heel
lat je niet mooi
weg, en dam lijkt
lezen toe komt,
naar je zin is.
k. Toon ik jou
10e ik het had.
el bij het lijstje
t 335. Of die regel
ik weet het niet,
r ik begreep best
graag eens weet
et nog heel wat.
gelezen, 't Is zoo
terug.
li
d o
ree
laan
Spree
L o e n e n
)r, Koor,
ISELS
5 Sommelsdijk.
n
keuken
n
straf
ongensnaam
van Jacob.
N. te Dirkslandj
graag visch eet
te Sommelsdijk:
met vermelding
ijd en adres tot
gezonden aa
US
3de, Sommeiaiijk
MAAS EN
ELDEBODE
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 0.90 by
vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
Uitgave N.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h. W. BOEKHOVEN
ZONEN, SOMMELSDIJK Tel. lnterc. No. 202 Postbus No. 2.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere
Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers.
Advertentiën 20 cent, Reclames 40 cent, Boekaankondiging 10 cent per
regel. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 1.per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 8 uur.
- HET JODEN-VRAAGSTUK
Vorige week wezen we in een driestar op
de veranderde mentaliteit in Jootlsche krin
gen ten opzichte van den Naam van Jezus
Christus.
In verband daarmede geven we hier nog
een merkwaardige uitspraak van Dr J. H
Gunning J.I-Izn, den bekenden redacteur
yan „Puiël":
De Joden wonen in ons midden cn zij
zijn trouwe Nederlanders. Of er onder
hen procentsgewijze méér vaderlands-
loozen, meer communistische revolutio
nairen zijn dan onder de niet-.ioilen
(„Christenen" durlt men onder de alge
meens ontkerstenin-i niet meer te schrij
ven) weet ik niet, maar ik geloof hot
niet. Doch een feit is het, dat zij voor ons
Christenen, die onze eer vinden in de
belijdenis van Jezus Christus, toch altijd
een ander volk zijn en blijven. Zij heb
ben hun eigen taal, hun eigen rustdag,
hun eigen kerk, hun eigen spijswetten,
hun eigen begraaijilaats. Zij zijn en blij
ven het raadsel der wereldgeschiedenis,
een raadsel, dat maar geen oplossing
vindt, hoevele- geleerden, staatslieden,
wijsgeeren cn theologen hun krachten e
ook aan hebben beproefd.
Alle eeuwen door zijn zij vervolgd, en
de meeste volken hebben zichzeli daar
door onteerd. Thans is het Duitschland,
dat helaas het lijden van Israel op zoo
droevige wijze verzwaart. Wij, Nederlan
ders, hebben weinig oorzaak tot zelfver
heffing, maar dit is althans een heuglijk
l'eit, dat pogroms, zelfs in gematigden
vo'm, bij ons ondenkbaar zijn en, schoon
onze toestanden maatschappelijk niet roos
kleurig zijn, toch nemen ook wij zonder
veel zuchten de slachtoffers van het Hit-
lerianisme, die toch heuseh niet voor hun
plezier vaderland en werkkring verlieten
met hartelijke deelneming in hun lij
den op.
Maar het Joden-vraagstuk blijft kna
gen en vragen om een oplossing en naar
mijn innige overtuiging zal er nooit rust
komen voor dit arme volk van zwervers
en verjaagden, totdat, zij zien zullen ir.
Wien zij gestoken hebben en den „Ge
hangene'' als hun langbeloofden en lang-
verwachten Messias hebben erkend.
Ook onze lezers kennen Ds Gunning wel.
Met politiek bemoeit hij zich meestal niet.
Van kerkelijke grenzen trekt hij ziel»
maar lieej weinig aan.
Daar was men zoo hier en daar wel eens
minder goed over te spreken.
Ma-ar t warme woord, dat wij hierboven
citeerden en waarin vooral de Christen
spreekt, zal ongetwijfeld bij al onze lezers
warme instemming vinden.
geneesmethoden gegroeid. De polikliniek
auto s van dit Ziekenhuis, die naar de verre
dessa's gaan en van plaats tot plaats de zie
ken behandelen, doen prachtig werk. Het
is een moeilijk werk: aan den kant van den
weg, in de open lucht, komen de zieken met
verwaarloosde wonden, met pijnlijke oogen,
daar brengen ze de zieke kindertjes zooals
de film te zien geeft.
Ongetwijfeld brengt de Java-film een
schitterend beeld van de uitstekende orga
nisatie, van de Gerei. Zending, deze film
moet gezien worden door geheel Christelijk
Nederland. De natuuropnamen brengen u
in groote bewondering voor onze Indien,
maar nog sterker zal ons volk zich door deze
aanschouwelijke, onopgesmukte, zakelijke
weergave hechten aan het bevel van Chris
tus: Predikt het Evangelie aan alle crea
turen!
Ds. P. A. Zeilstra dankte aan het slot van
dezen prachtigen avond, den heer Smits,
voor zijn heldere toelichting van het gepro
jecteerde en den heer Van der Meulen, voor
de aangename en vlotte wijze, waarop hij
de film had vertoond.
Spr. hoopte tenslotte, dat de liefde voor
de Zending dezen avond aangewakkerd
was, opdat het werk der Zending tot hei!
van de Indiërs voortgang zou kunnen vin
den.
De avond werd besloten met het zingen
van Psalm 73: „Ja, elk der vorsten zal zich
buigen en knielen voor Hem neer", waar
na Ds. Zeilstra voorging in dankgebed.
DE JAVA-FILM TE MIDDELHARNIS
EEN MOOIE AVOND IN DE GEREF. KERK
Dezer dagen werd in de Geref. Kerk te
Middeihamis do Java-film van de Zending
der Gercf. Kerken vertoond onder groote be
langstelling.
De heer M. B. Smits was zoo bereid
willig gevonden ons op de passages, waar
bij dit gewenscht was, nadere toelichting te
geven.
Het is een prachtige gedachte om de Zen-
dingdrijvende gemeenten in het vaderland
door middel van het trilbeeld iets nader te
brengen bij het heerlijke zendingswerk op
den gordel van smaragd, ons schoone In-
sulinde. Wel kan door do film niet de
geestelijke zijde van den Zenclingsarbeid
scherp naar voren worden gebracht, maar
niettenvin zijn wij er van overtuigd, dat de
Java-fiim op elk rechtgeaard Christen, op
elk mensch een diepen onvergetelijkon in
druk zal maken. De christelijke liefde, die
in de verpleging van het arme lijdende In
dische volk zoo schoon tot uiting komt, om
rolt zich op ontroerend treffende wijze 111
dit document van waarachtig, bloeiend,
practiseh Christendom
Meer dan de vlucht van Pelikaan en Post
jager, zal de vlucht van Gods blijde Bood
schap naar het animistische donker van de
Indische samenleving ons laaiend enthou
siast moeten maken.
Hoe denkbaar moet het ons stemmen,
dat God ons kleine volk verkiest boven
andere grootere volken als middel in Zijn
hand om vreugde en licht te mogen bren
gen daar waar millioenen wonen, die
eeuwen lang het felst verdriet, de afschu
welijkste pijnen hebben gedragen.
Duizenden wonden gebracht tot het licht
van Betlilehems' kribbe, hoe heerlijk, dat
wij als de wijzen van liet Oosten in onzen
Zendingsarbeid het Indische volk mogen
brengen tot een nieuw Licht: Jezus Chris
tus.
De Java-film laat in haar prachtige op
namen zien hoe het Christendom op Java
het leven op hooger plan brengt. Overal op
Java zijn gemepnten gesticht, geïnstitueerde
Kerken, zelfs sommigen al met eigen Ja-
vaanschen predikant.
Vooral ook het oudste en grootste Petro-
nella-Hospitaai van de Geref. Zending te
Djokja, brengt de film voor u als een spre
kend bewijs hoe de medische verzorging
door de Javanen gretig wordt aanvaard! Op
elk. uur van den dag melden zich nieuwe
patiënten aan. We zien de neo-salvarsan
behandeling waarvoor jaarlijks duizenden
patiënten toestroomen. Mede door deze be
handeling, die in de meeste gevallen zulke
snelle en zichtbare resultaten geelt, is het
.vertrouwen der bevolking in de Westersche
JAARVERGADERING VAN
..ORA ET LABORA"
GROOTE BELANGSTELLING
In het koor van de Ned. Herv. Kerk te
Middelharnis vierde bovengenoemde Ned.
Ilerv. Meisjesver. op Geref. grondslag haar
15e verjaardag. Het koor was nagenoeg ge
heel bezet. Jong en ond vierde dit heuglijke
feest met „Ora et Labora" mee.
Ds. van Asch, die de leiding van dit feest
op zich had genomen, opende hot samenzijn
door te laten zingen Psalm G810. Na het
geiied sprak Ds. \an Asch een kort maai
krachtig openingswoord uit. Spreker begon
niet de vereeniging Gods zegen toe te wen-
schen in het volgende vereonigingsjaar.
Daarna sprak hij eenigen tijd over enkele
verzen uit Lukas to, wel een toepasselijk
hoofdstuk voor „Ora et Labora". Spreker
schetste twee manieren waarop men Jezus
dienen kan. De manier waarop Martha en
de manier waarop Maria het deed. Martha
diende Jezus dooi- te trachten Hem zoo
aangenaam mogelijk te ontvangen. Inwen
dig vervulde dit haar geheel en al, uitwen
dig toonde ze dat door haar beredderende
bewegingen. Maria diende Jezus door zicli
aan z'n voeten neer te zetten en naar z'n
woorden te luisteren. Als Martha Maria
hierin laakt, krijgt ze van Jezus een terecht
wijzing, die bedoelt te zeggen dat Jezus
niet gekomen is om gediend te worden,
maar om te dienen. Maria had hot beste
deel gekozen, hetwelk zooals Jezus zeiite
niet van haar zal worden weggenomen. Als
straks Jezus van haar is weggenomen, heeti
ze, doordat ze Zijne woorden in haar hart
verborgen heeft, de kracht om de Satan te
weerstaan en het goede d.i. het geloof te
behouden. Maria had gemeenschap mei
Christus en dat is een eeuwig goed. Mar
tha bekommerde zich over vele dingen,
maar één ding is noodig en wel dat we ons
aan Jezus voeten zetten en naar Hem luiste
ren. De terechtwijzing van Jezus aan Mai-
tlia geldt ook voor ons. We kunnen (looi
bezig te zijn in allerlei Christelijke doel
einden het eenige goede vergeten. We zien
dan niet in, dat, will enwe anderen dienen,
we eerst door Jezus gediend moeten wor
den.
De gemeenschap met Christus, de Midde
laar der menschlieid is het beste, het
eeuwige deel.
Na deze kernachtige rede van Ds. van
Asch, volgde een aardig in elkaar gezette
en vlot voorgedragen samenspraak ttisschcn
de penningmepsteresse en de secretaresse.
Deze samenspraak gaf ons een beeld van
liet rijke vereenigingsleven van „Ora ct
Labora" in het afgeloopen jaar. Het leden
tal is nog hetzelfde van het vorige jaar ge
bleven en wel 17. Wat de financien betreft,
er is nog een groot voordeelig saldo wat 111
rie tegenwoordige toestanden zeer inooi ge
noemd mag worden. De vereeniging neeft
dit jaar ook een reisje naai' Middelburg ge
maakt dat door allen zeer gewaardeerd is
Er is door „Ora et Labora" hard ge werk:
in het geheel werden niet mindor dan 3D'
kleedingstukken gemaakt, die onder de
noodlijdenden zullen worden verdeeld. De
sfeer van de vereeniging was zeer goed en
wat het voornaamste is, de waarheid is op
ernstige wijze en met vrucht bestudeerd
„Ora et Labora" tracht er naar Martha en
Maria te vereenigen
C. Verwey, nog een jong lid, hield hierna
een inleiding over het onderwerp „De rijke
man en de arme Lazarus". De wijze waarop
ze dit doed getuigde van degelijke bcstudec
ring van het onderwerp, hetgeen we trou
wens van alle behandelde onderwerper
kunnen zeggen
Achtereenvolgens werden nog de volgen
de onderwerpen behandeld: „Ons Vorsten
huis", door K. Vijfhuize; „de II. Vuurproef
door S. v. Delft; „Naöman de Syriër", door
T. Kransse; „Sauls bekeering", door L
V roegindewey
Verder werden nog enkele gedichten »u
stukjes proza voorgedragen. Het geheel be
zorgde zoowel leden als bezoekers een aan
gename avond.
..GLORIA PATRI"
TE NIEUWE TONGE
DE EERSTE JAARVERGADERING,
DIE UITNEMEND SLAAGDE
De vergadering, welke gehouden werd In
de Ned. Herv. Kerk, was goed bezet.
De Voorzitter G. J. van Alphen, opent de
vergadering door het laten zingen van Ps.
119:5 en 17 en leest vervoflgens Prediker 11
en 12, waarna hij voorgaat in gebed. Dan
heet spreker alle aanwezigen hartelijk wol
kom cn vooral ook de verschillende J.V.'s
uit de omliggende plaateen. Maar iui het bij
zonder richt spr. een woord te ft. den heer Over
weel van Herkingen, dd§ aan de uitnoodiging
eehoor heeft gegeven, om deze vergadering
te bezoeken. Tenslotte staat spr. stil bij de
woorden Prediker 12 13b.
Vervolgens verkrijgt die heer O verweel
van Herkingen het woord, die sprak naar
aanleiding van Hebr. 12 1 en 12 en achter
eenvolgens wees op: le In 's levens worstel
perk, 2e. De hardnekkige worstelaars, 3e.
l)e belangstellende getuigen, 4e. Den gulden
levensregel, 5c. Het verheven voorbeeld en
de eervolle prijs. Onder aandachtig gehoor
wordt deze mooie rede, waar spr. in 't bij
zonder een wooid van vermaning en ver
troosting tot de J.V. zegt, beluisterd.
Daarna volgden verslagen van Secretaris,
Penningmeester en Bibliothecaris. Op keu
rige wijze werd dit verslag uitgebracht.
Vervolgens werd het Bondslied 1, 2 en 5
gezongen, hetwelk zeer in den smaak viel,
zoodat vele aanwezigen het meezongen.
Dan levert C. Vreeswijk een inleiding Bii-
belsóhe Geschiedenis „Ken waardige keuze",
naar aanleiding van Ruth 1.
Op deze inleiding volgde een leerzame be
spreking, waaraan verschillende personen
deelnamen.
Dan levert P. Grootenboor een inleiding
Vaderlandsche Geschiedenis „De geestelijke
achtergrond eener blijde verwachting". Ook
deze keurige inleiding werd onder grojte
aandacht beluisterd en er werd ook eenige
bespreking gehouden.
Hierna droeg A. Admiraal Cz. een gedicht
voor, getiteld „Job", en gaf P. van Moort
een inleiding Gewijde Geschiedenis Het
eene noodige" naar aanleiding van Hoog
lied 1 4b.
Dan brengen de afgevaardigden der J.V.'s
van Sommelsdijk, Oude Tcnge en Herkingen
hun felicitaties over. Hierna gaf S. Dekker
een inleiding over „Onze roeping ten op
zichte van geestelijk verwal en extremisme
in het kerkelijk leven". Ook hierop volgde
eenige bespreking.
Vervolgens leest A. C. Kats een gedicht
over „Prins Willem van Oranje" hetwelk
bijzonder in den smaak viel.
De Voorzitter deelt dan mede dat het pro
gramma afgewerkt is, en richt zich dan tot
de vergadering, en vraagt of dc ouders van
de leden der J.V. hun wokelijksche verga-
leringen wait meer willen bijwonen dan dat
tot heden toe het geval was.
Dan brengt Spr. dank aam allen, die heb
ben medegewerkt tot hot ertaigen van deze
vergadering. Ook aan do kerkvoogdij, in het
bijzonder, wegens het welwillend afstaan
van het kerkgebouw. Ook de J.V.'s uit de
omliggende plaatsen voor de felicitaties cn
hun belangstelling.
Daarna wordt nog gezongen Ps. 118 17,
waarna de Voorzitter de vergadering sluit
met dankgebed. De collecte, die tijdens de
vergaderins: voor de J.V. gehouden werd,
bracht 23.69 op.
De J.V. mag op een goed geslaagde ver
gadering terugzien.
ting geheel uit eigen beweging in kennis
stellen. Dit vindt zijn grond hierin, dat bij
de uitvoering van de reeds tot stand geko
men of in uitzicht gestelde nieuwe belas
tingen (bv. omzetbelasting; belasting naai
het vermogen van instellingen van de doode
hand) gegevens ter kennis van de belasting
administratie zullen komen, die dienstbaaj
zullen worden gemaakt aan de controle van
de aangiften voor de belastingen naar het
inkomen en vermogen. Deze controle kan
voor hen, die in het verleden onjuiste aan
giften van hun inkomen of vermogen heb
ben gedaan, en die de tot nu geboden ge
legenheid om hun aangiften vrijwillig te
verbeteren, ongebruikt lieten voorbijgaan,
ernstiee gevolgen hebben. Niet alleen zal bij
ontdekking van de fraude de te weinig ge
heven belasting, met viervoudige vorhoo-
ging worden nagevorderd, maar bovendien
ioopen zij de kans, dat een strafvervolging
tegen hen zal worden ingesteld.
De Minister van Financiën heeft echter
gemeend nog voor e e n m a a 1 de gelegen
heid te moeten gaven, om onder zoo weinig
mogelijk bezwarende omstandigheden, on
juiste aangiften te verbeteren. Van allen,
die in het verleden onjuiste aangiften moch
ten hebben gedaan, cn hun fout voor 1
Maart 1934 herstellen, door van dc ont
duiking mededeeling te doen aan den In
specteur, zal niet meer worden gevorderd
dan de enkelvoudige belasting over 't
belastingjaar of de belastingjaren, waarvoor
de aangifte onjuist is geweest. Daarbij zal
niet verder worden teruggegaan dan tot hei
belastii gjaar 1931-32.
Ilefffng van verhooging blijft dus achter
wege, terwijl strafvervolging niet zal wor
den ingesteld.
Dit zal ook het geval zijn, indien op het
tijdstip waarop de mededeeling van de ont
duiking wordt-gedaan, de Inspecteur de on
juistheid van de aangifte reeds vermoedde
of op het spoor mocht zijn gekomen en den
belastingplichtige tot het verstrekken van
inlichtingen of tot het geven van inzage van
hoeken en bescheiden mocht hebben uitge-
noodigd en zelfs ook dan, indien de verbete
ring een aangifte van een overledene zou
betreffen en de onjuistheid uil con in to
dienen successiememorie aan hot licht zou
komen.
Men vestigt er echter nadrukkelijk onze
aandacht op, dat op deze gunstige regeling
geen aanspraak zal kunnen maken:
a. hij, tegen wien, blijkens door den In
specteur gedane schriftelijke mededeeling,
een navordering van belasting loopcnde is;
b. hij, te wiens aanzien het openhaar mi
nisterie is verwittigd dat de aangifte opzet
telijk onjuist of onvolledig is srcdaan;
c. hij, die zich op of na 1 Maart 1934 aan
meldt;
d. hij, die zich vóór dien datum heeft aan-
VRIJWILLIGE AANGIFTEN
VAN VERZWEGEN, CO ONJUIST
AANGEGEVEN BELASTINGEN
De Inspecteur der Directe belastingen te
Hellevoetsluis verzoekt ons opname van 't
volgende:
Naar wij van bevoegde zijde vernemen,
heeft de Minister van Financiën aan de In
specteurs der belastingen medegedeeld, dat
alle aanschrijvingen worden ingetrokken,
waarbij hun werd opgedragen een tegemoet
komende houding aan te nemen tegenover
personen, die de belastingadministratie met
de door hen begane ontduikingen van in
komstenbelasting en van vermogen9belas-
AMERIKAANSCHE BRIEVEN
Een oude vraag maar wie weet het
rechte antwoord te geven
"Uit mijn voorgaande brieven hebben mijn lezers
iets gezien van de geweldige uitgestrektheid van
Noord-Amerika. En de reis, die wij moesten maken
was nog maar een gedeelte van het land.
Onwillekeurig komt de vraag op, waarom dit
gedeelte van de aardbol zoo lang onbekend is ge
bleven aan de bewoners der vroeger bekende
wereld. Want wel is waar heeft reeds in 1492 Co
lumbus Amerika ontdekt en is van dien datum af
aan Europa bekend geweest, dat Amerika bestond,
maar de eigenlijke geschiedenis van Amerika be
gint toch pas omstreeks 1600.
Henry Davenport heeft een boek geschreven over
de geschiedenis van Amerika. Opmerkelijk is, dat
volgens dezen schrijver, reeds in 1004 de Noor
mannen op onze kusten zijn geweest. Na hevige
gevechten met de roodhuiden zijn ze weer ver
trokken en hebben nadien nooit meer moeite ge
daan om aan de Amerikaansche kust voet aan wal
te krijgen. Men stelt onwillekeurig de vraag:
waarom zijn er vijf eeuwen heen gegaan zonder
dat er aan gedacht werd, hier land te zoeken?
Een andere vraag die dassiek is geworden is
deze: waar kwamen de Roodhuiden vandaan?
Toen eerst de Noormannen en later Columbus hier
aan wal kwamen troffen zij er de Roodhuiden aan.
Ze waren zeer talrijk, dus moesten ze reeds voor
vele eeuwen op dit ;deel der wereld zijn aange
komen. Hoe kwamen ze hier? Wanneer zijn ze
hier gekomen en waar kwamen ze vandaan? Dit
zijn allemaal vragen, die reeds vele malen zijn
gesteld geworden, waarom heen vele hypothesen
zijn opgebouwd maar waarop eigenlijk nog nooit
iemand een afdoend en bevredigend antwoord heeft
weten te geven.
Men heeft natuurlijk wel naarstig onderzoek
gedaan naar de historie der Roodhuiden, dat bi
zonder interessant ras, dat helaas langzamerhand
dank zij de Westersche cultuur aan het uitsterven
is. Men heeft uit opgravingen de conclusie ge
trokken, dat ze hier al voor duizend jaar moeten
geweest zijn, en dat zij perioden van hooge be
schaving en ontwikkeling moeten hebben gekend.
Zij zijn reeds vroeg met koper bekend geweest en
hebben hiervan zeer kunstzinnige voorwerpen ge
maakt, welke getuigen van fijne smaak en zin voor
schoone vormen. Ook hebben zij de bouwkunst
verstaan, getuige de uit architectonisch oogpunt
fraaie gebouwen, die zijn opgegraven op verschil
lende plaatsen van Amerika. Bizonder in Mariette
Ohio heeft men dergelijke opgravingen gedaan, die
het vermoeden hebben bevestigd, dat de Roodhui
den een tijdperk hebben gehad van hooge ontwik
keling en beschaving.
Maar toe de eerste settlers hier in Amerika hun
woonplaats zochten, troffen ze alleen maar schier
wilde volksstammen aan, die leefden van de jacht
en de buit uit de oorlogen, die zij tegen elkander
voerden. Ze leefden in primitieve hutten, die hun
vrouwen voor hen bouwden. Onbegrijpelijk is het,
dat dit volk na een periode van zoo hooge ontwik
keling weer zoo spoedig kon terug zinken tot het
niveau van onbeschaafde volkeren zooals we die
in Zuid-Afrika kennen.
Het zijn echter niet alleen de oude bewoners van
dit land, die zulke vragen doen rijzen, vragen
waarop misschien nooit een antwoord zal kunnen
gegeven worden, maar ook het gedierte van
Amerika stelt ons voor vragen, waarop men geen
antwoord weet. Het is bekend, ook al weer hoofd
zakelijk door opgravingen dat hier zoo goed als in
eenig ander werelddeel voorwereldlijke monsters
geleefd hebben met ongeloofelijke afmetingen. In
het bekende National Park staat het geraamte van
zulk een dier en als je daar voor staat denk je bij
jezelf: als die ook in de ark van Noach is geweest
met zijn eegade dan moet die ark heel wat grooter
geweest zijn dan de afmetingen die de Bijbel er van
geeft, ook al heeft men zich deze afmetingen goed
gerealiseerd. Hoe zijn die beesten hier gekomen?
(het zijn geen zeedieren maar beesten die op het
land geleefd hebben). Moet men aannemen, zooals
verschillende menschen van wetenschap aannemen,
dat er een tijd geweest is, dat Amerika niet ge
scheiden was van Europa en dat een gigantische
natuurramp, een watervloed (zond-vloed?) en aard
bevingen, groote veranderingen in het aardopper
vlak hebben teweeg gebracht?
Men weet, dat ook Dr. Kuyper sin een van zijn
werken deze mogelijkheid overweegt. Wie zal het
zeggen? Wij, die vasthouden aan wat de Bijbel ons
zegt, weten dat de menschheid uit één bloede is en
zich van uit het Paradijs over de wereld vermenig
vuldigd heeft. En dat de vloek der zonde ook op
het Indiaansche ras gevallen is bewijst heel hun
geschiedenis. Ze waren alle eeuwen door wreed
en wraakzuchtig, kenden geen erbarmen ten aan
zien van hun vijanden. Later toen ze onder de
tucht der Westersahe beschaving kwamen, hield
dat van zelf wel op.
Maar ik heb vroeger op mijn reizen door
Amerika wel in Roodhuidenkampen vertoefd en
daar persoonlijk kennis gemaakt met dit soort men
schen en dan ziet men hoe ook zij de vloek der
zonden dragen. Ze zijn neerslachtig, apathisch en
namen gauw de kwade eigenschappen der Wester
lingen over. Het zijn menschen van gelijke bewe
ging als wij. Vreemd doet het aan thans in de ge-
schiedboeken te lezen, dat kort na de ontdekking
door Columbus door een Pauselijke bul moest
worden uitgemaakt of de Roodhuiden wel tot het
menschelijke ras te rekenen waren! Men twijfeld
er aan! Gelukkig heeft de kerk later beter haar
taak begrepen en ook dit volk in aanraking met
het evangelie gebracht, in hen broeders en zusters
ziende, die mede de vloek dér zonde te dragen
hebben en door het Bloed van Christus gereinigd
moeten worden om het Koninkrijk Gods te kunnen
zien.
Maar vragen blijven er.
Het is nu maar de vraag wat we met die vragen
doen. Houden we vast aan het Bijbelsohe verhaal,
dat ook de Roodhuid uit Azië afkomstig moet zijn,
dan staan we voor onoverkomelijke raadselen.
Maar we hebben deze troost, dat als we dit ver
werpen en ons op het standpunt der evolutionisten
gaan stellen, de moeilijkheden nog veel groote.-
worden, en hun hypothesen tot veel grooter inconse
quenties leiden, dan wie zich houdt aan de een
voud van het Bijbelverhaal.
En dan nogmaals: wat doen we met dit alles?
Daar komt het maar op aan. En dan weten we,
dat God met dit deel der schepping ook bedoeld
heeft de Eere van zijn Naam.
Vlak bij ons rookt dag en nacht een groote
krater. Ik herinner mij, dat Multatuli in zijn Mil-
lioenen-studiën vertelt, dat toen hij in Indië woon
de bij zijn huis ook een krater steeds maar rooxte.
De eerste dagen meende hij, bedorven door de
schoolboekjes, zooals hij zegt, dat hij het mooi ei
indrukwekkend moest vinden. Maar al spoedig be
gon dat ding hem te vervelen en op laatst kon hij
het gezicht op dien berg niet meer uitstaan.
De Christen ziet dit alles met andere oogen.
Wanneer ik de zwarte damp zie opstijgen naar
omhoog, dan denk ik dat God hiermee bedoeld
heeft Zich een wierook te bereiden, dat als van
een machtig altaar uit het hart der aarde opstijgt
naar den hemel Hem tot eere.
Zien we het zoo, dan zien we het met
andere oogen, en weten we, dat bij alle dingen
uit de schepping waar we geen antwoord op
weten, waar we de oorsprong en het doel niet van
kennen, toch de diepste oorzaak, de prima causa
ons bekend is; de Eere van den Schepper, Die
eenmaal de aarde tot aanschijn riep alleen om Zijn
zelfs wil.
amerikaansche vriend,
Bijzonderheden uit Ouddorps Schoolverleden,
Waarschuwing van de Inspectie der Directe be-<
lastingen te Hellevoetsluis,
Een interessant artikel over de Roodhuiden
(Amerikaansche Brieven).
De Java-film te Middelharnis.
Jaarvergadering van de Ned. Herv, J.V. „Pre
diker 12 la" te Ooltgensplaat.
Jaarvergadering van de Ned. Herv. Meisjesver-
eeniging „Ora et Labora" te Middelharnis.
Jaarvergadering van „Gloria Patri" te Nieuwe
Tonge.
Jaarvergadering van de Ned. Herv. (Geref.) J.V„
„Timotheus" te Herkingen.
.oraeld, doch zijn verhouding tot den fiscus
toch nog niet geheel in het reine heeft ge-
bracht.
Kan de belastingplichtige het bedrag vans
de te weinig geheven ))elasting bezwaarlijk
dadelijk en ineens voldoen, dan kan hij in
overleg treden met den Ontvanger om hou
verschuldigde op eenigszins langen termij t
aan te zuiveren.
N. S. B. EN DE WERKLOOSHEID
KLIMMENDE VERBAZING BIJ MINISTER
SLOTEMAKER DE BRUINE.
De minister van Sociale Zaken heeft ia
een onderhoud dat hij met een journalist
had, gewezen op verschillende uitlatingen
inzake dc werkloosheid en haar bestrijding,
gedaan door Ir. Musscrt. De minister had
deze uitlatingen van de N. S. B. met klim
mende verbazing gelezen. Niet omdat men,
aldus de minister, „in die kringen de toe
standen op een bepaalde wijze teekent,
maar omdat men den indruk wekt in staat
te zullen zijn binnenkort den geesel dc."
werkloosheid voor jong en oud weg te ne.
men, doch zonder dat men concreet dc mid
delen aangeeft, die men gebruiken zal. YVia
ons \o!k liefheeft en oven een middel be
schikt om dit uit den nood der werkloos
heid te verlossen, doet weinig minder dan
een misdaad door dat middel niet concreet
aan te geven. Ik voor mij meen, dat de ie*
lofte tot opheffing van den nood door geen
verantwoordelijk man kan worden gegeven
en door niemand die nadenkt kan worden
geloofd. Wij zijn niet alleen aan nationale,
maar ook en vooral aan internationale om
standigheden gebonden".
Aan het startpunt voor de bob-wedstrijden in de magnifieke omgeving van Schierkr,
liet paar Grau-Brehme werd winnaar.