ANTIREVOLUTIONAIR ORGAAN VOOR DE ZUIDHOLLANDSCHE EN ZEEUWSCHE EILANDEN siqno vinces 1934 WOENSDAG 7 FEBRUAR11934 48E JAARGANG N°. 4031 WAAR KOMEN DE ROOD HUIDEN VANDAAN? Voornaamste Nieuws. WH, 3 ET bloscn ne s leden eden ivaerhoy claerheyt ;obus REVirs Lje" van 'nauwe- vriendelijk rijn straffen, went Je koffiepot rink og hardop ni>- ïs om en ik keu k> graag willen, overblijvui, (79 1 de scho-1 af'' is, wanl voor it gaan. Niet uw tegenoi er de raaien voor wat roeping is. Dut ind op de school at het in huis de omgekeraa een bepaald ge- orlichting, man' quent en recht- len door drift of if streng, maan streng zijn, als nd geldt izeli een brevet GEN p uithangborden p uithangborden m de hersens in in te sluiten ir niet mag vliegen buiten. us, procureur en notaris ren of waar is. en Apteker is zeker in daaglijkscb brooi I ziekte ee om den doo l. naam Is vrouw sreis in Egypte ?.r pyramideni. k dank aan wat ■n jaren zien hier staat m'n hoed Elk wat wils t met haar maa park. Een straat- echtelieden halt is wat fijne siga- ndwerk!" m'n mas: de koopman aan zestien niet een. k '.rijg als ik zeg voor de meesten 1 Haag. Ook wel- )et jij een massa n Haag. Nu ik eens. Leuk dat e schoolkinderen ningin mochten Jaar en die is zien als je weer O, wat heb jij tke boek al uit ijs, dat het heel lat je niet mooi weg, en dam lijkt lezen toe komt, naar je zin is. k. Toon ik jou 10e ik het had. el bij het lijstje t 335. Of die regel ik weet het niet, r ik begreep best graag eens weet et nog heel wat. gelezen, 't Is zoo terug. li d o ree laan Spree L o e n e n )r, Koor, ISELS 5 Sommelsdijk. n keuken n straf ongensnaam van Jacob. N. te Dirkslandj graag visch eet te Sommelsdijk: met vermelding ijd en adres tot gezonden aa US 3de, Sommeiaiijk MAAS EN ELDEBODE Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 0.90 by vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. Uitgave N.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h. W. BOEKHOVEN ZONEN, SOMMELSDIJK Tel. lnterc. No. 202 Postbus No. 2. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers. Advertentiën 20 cent, Reclames 40 cent, Boekaankondiging 10 cent per regel. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 1.per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 8 uur. - HET JODEN-VRAAGSTUK Vorige week wezen we in een driestar op de veranderde mentaliteit in Jootlsche krin gen ten opzichte van den Naam van Jezus Christus. In verband daarmede geven we hier nog een merkwaardige uitspraak van Dr J. H Gunning J.I-Izn, den bekenden redacteur yan „Puiël": De Joden wonen in ons midden cn zij zijn trouwe Nederlanders. Of er onder hen procentsgewijze méér vaderlands- loozen, meer communistische revolutio nairen zijn dan onder de niet-.ioilen („Christenen" durlt men onder de alge meens ontkerstenin-i niet meer te schrij ven) weet ik niet, maar ik geloof hot niet. Doch een feit is het, dat zij voor ons Christenen, die onze eer vinden in de belijdenis van Jezus Christus, toch altijd een ander volk zijn en blijven. Zij heb ben hun eigen taal, hun eigen rustdag, hun eigen kerk, hun eigen spijswetten, hun eigen begraaijilaats. Zij zijn en blij ven het raadsel der wereldgeschiedenis, een raadsel, dat maar geen oplossing vindt, hoevele- geleerden, staatslieden, wijsgeeren cn theologen hun krachten e ook aan hebben beproefd. Alle eeuwen door zijn zij vervolgd, en de meeste volken hebben zichzeli daar door onteerd. Thans is het Duitschland, dat helaas het lijden van Israel op zoo droevige wijze verzwaart. Wij, Nederlan ders, hebben weinig oorzaak tot zelfver heffing, maar dit is althans een heuglijk l'eit, dat pogroms, zelfs in gematigden vo'm, bij ons ondenkbaar zijn en, schoon onze toestanden maatschappelijk niet roos kleurig zijn, toch nemen ook wij zonder veel zuchten de slachtoffers van het Hit- lerianisme, die toch heuseh niet voor hun plezier vaderland en werkkring verlieten met hartelijke deelneming in hun lij den op. Maar het Joden-vraagstuk blijft kna gen en vragen om een oplossing en naar mijn innige overtuiging zal er nooit rust komen voor dit arme volk van zwervers en verjaagden, totdat, zij zien zullen ir. Wien zij gestoken hebben en den „Ge hangene'' als hun langbeloofden en lang- verwachten Messias hebben erkend. Ook onze lezers kennen Ds Gunning wel. Met politiek bemoeit hij zich meestal niet. Van kerkelijke grenzen trekt hij ziel» maar lieej weinig aan. Daar was men zoo hier en daar wel eens minder goed over te spreken. Ma-ar t warme woord, dat wij hierboven citeerden en waarin vooral de Christen spreekt, zal ongetwijfeld bij al onze lezers warme instemming vinden. geneesmethoden gegroeid. De polikliniek auto s van dit Ziekenhuis, die naar de verre dessa's gaan en van plaats tot plaats de zie ken behandelen, doen prachtig werk. Het is een moeilijk werk: aan den kant van den weg, in de open lucht, komen de zieken met verwaarloosde wonden, met pijnlijke oogen, daar brengen ze de zieke kindertjes zooals de film te zien geeft. Ongetwijfeld brengt de Java-film een schitterend beeld van de uitstekende orga nisatie, van de Gerei. Zending, deze film moet gezien worden door geheel Christelijk Nederland. De natuuropnamen brengen u in groote bewondering voor onze Indien, maar nog sterker zal ons volk zich door deze aanschouwelijke, onopgesmukte, zakelijke weergave hechten aan het bevel van Chris tus: Predikt het Evangelie aan alle crea turen! Ds. P. A. Zeilstra dankte aan het slot van dezen prachtigen avond, den heer Smits, voor zijn heldere toelichting van het gepro jecteerde en den heer Van der Meulen, voor de aangename en vlotte wijze, waarop hij de film had vertoond. Spr. hoopte tenslotte, dat de liefde voor de Zending dezen avond aangewakkerd was, opdat het werk der Zending tot hei! van de Indiërs voortgang zou kunnen vin den. De avond werd besloten met het zingen van Psalm 73: „Ja, elk der vorsten zal zich buigen en knielen voor Hem neer", waar na Ds. Zeilstra voorging in dankgebed. DE JAVA-FILM TE MIDDELHARNIS EEN MOOIE AVOND IN DE GEREF. KERK Dezer dagen werd in de Geref. Kerk te Middeihamis do Java-film van de Zending der Gercf. Kerken vertoond onder groote be langstelling. De heer M. B. Smits was zoo bereid willig gevonden ons op de passages, waar bij dit gewenscht was, nadere toelichting te geven. Het is een prachtige gedachte om de Zen- dingdrijvende gemeenten in het vaderland door middel van het trilbeeld iets nader te brengen bij het heerlijke zendingswerk op den gordel van smaragd, ons schoone In- sulinde. Wel kan door do film niet de geestelijke zijde van den Zenclingsarbeid scherp naar voren worden gebracht, maar niettenvin zijn wij er van overtuigd, dat de Java-fiim op elk rechtgeaard Christen, op elk mensch een diepen onvergetelijkon in druk zal maken. De christelijke liefde, die in de verpleging van het arme lijdende In dische volk zoo schoon tot uiting komt, om rolt zich op ontroerend treffende wijze 111 dit document van waarachtig, bloeiend, practiseh Christendom Meer dan de vlucht van Pelikaan en Post jager, zal de vlucht van Gods blijde Bood schap naar het animistische donker van de Indische samenleving ons laaiend enthou siast moeten maken. Hoe denkbaar moet het ons stemmen, dat God ons kleine volk verkiest boven andere grootere volken als middel in Zijn hand om vreugde en licht te mogen bren gen daar waar millioenen wonen, die eeuwen lang het felst verdriet, de afschu welijkste pijnen hebben gedragen. Duizenden wonden gebracht tot het licht van Betlilehems' kribbe, hoe heerlijk, dat wij als de wijzen van liet Oosten in onzen Zendingsarbeid het Indische volk mogen brengen tot een nieuw Licht: Jezus Chris tus. De Java-film laat in haar prachtige op namen zien hoe het Christendom op Java het leven op hooger plan brengt. Overal op Java zijn gemepnten gesticht, geïnstitueerde Kerken, zelfs sommigen al met eigen Ja- vaanschen predikant. Vooral ook het oudste en grootste Petro- nella-Hospitaai van de Geref. Zending te Djokja, brengt de film voor u als een spre kend bewijs hoe de medische verzorging door de Javanen gretig wordt aanvaard! Op elk. uur van den dag melden zich nieuwe patiënten aan. We zien de neo-salvarsan behandeling waarvoor jaarlijks duizenden patiënten toestroomen. Mede door deze be handeling, die in de meeste gevallen zulke snelle en zichtbare resultaten geelt, is het .vertrouwen der bevolking in de Westersche JAARVERGADERING VAN ..ORA ET LABORA" GROOTE BELANGSTELLING In het koor van de Ned. Herv. Kerk te Middelharnis vierde bovengenoemde Ned. Ilerv. Meisjesver. op Geref. grondslag haar 15e verjaardag. Het koor was nagenoeg ge heel bezet. Jong en ond vierde dit heuglijke feest met „Ora et Labora" mee. Ds. van Asch, die de leiding van dit feest op zich had genomen, opende hot samenzijn door te laten zingen Psalm G810. Na het geiied sprak Ds. \an Asch een kort maai krachtig openingswoord uit. Spreker begon niet de vereeniging Gods zegen toe te wen- schen in het volgende vereonigingsjaar. Daarna sprak hij eenigen tijd over enkele verzen uit Lukas to, wel een toepasselijk hoofdstuk voor „Ora et Labora". Spreker schetste twee manieren waarop men Jezus dienen kan. De manier waarop Martha en de manier waarop Maria het deed. Martha diende Jezus dooi- te trachten Hem zoo aangenaam mogelijk te ontvangen. Inwen dig vervulde dit haar geheel en al, uitwen dig toonde ze dat door haar beredderende bewegingen. Maria diende Jezus door zicli aan z'n voeten neer te zetten en naar z'n woorden te luisteren. Als Martha Maria hierin laakt, krijgt ze van Jezus een terecht wijzing, die bedoelt te zeggen dat Jezus niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen. Maria had hot beste deel gekozen, hetwelk zooals Jezus zeiite niet van haar zal worden weggenomen. Als straks Jezus van haar is weggenomen, heeti ze, doordat ze Zijne woorden in haar hart verborgen heeft, de kracht om de Satan te weerstaan en het goede d.i. het geloof te behouden. Maria had gemeenschap mei Christus en dat is een eeuwig goed. Mar tha bekommerde zich over vele dingen, maar één ding is noodig en wel dat we ons aan Jezus voeten zetten en naar Hem luiste ren. De terechtwijzing van Jezus aan Mai- tlia geldt ook voor ons. We kunnen (looi bezig te zijn in allerlei Christelijke doel einden het eenige goede vergeten. We zien dan niet in, dat, will enwe anderen dienen, we eerst door Jezus gediend moeten wor den. De gemeenschap met Christus, de Midde laar der menschlieid is het beste, het eeuwige deel. Na deze kernachtige rede van Ds. van Asch, volgde een aardig in elkaar gezette en vlot voorgedragen samenspraak ttisschcn de penningmepsteresse en de secretaresse. Deze samenspraak gaf ons een beeld van liet rijke vereenigingsleven van „Ora ct Labora" in het afgeloopen jaar. Het leden tal is nog hetzelfde van het vorige jaar ge bleven en wel 17. Wat de financien betreft, er is nog een groot voordeelig saldo wat 111 rie tegenwoordige toestanden zeer inooi ge noemd mag worden. De vereeniging neeft dit jaar ook een reisje naai' Middelburg ge maakt dat door allen zeer gewaardeerd is Er is door „Ora et Labora" hard ge werk: in het geheel werden niet mindor dan 3D' kleedingstukken gemaakt, die onder de noodlijdenden zullen worden verdeeld. De sfeer van de vereeniging was zeer goed en wat het voornaamste is, de waarheid is op ernstige wijze en met vrucht bestudeerd „Ora et Labora" tracht er naar Martha en Maria te vereenigen C. Verwey, nog een jong lid, hield hierna een inleiding over het onderwerp „De rijke man en de arme Lazarus". De wijze waarop ze dit doed getuigde van degelijke bcstudec ring van het onderwerp, hetgeen we trou wens van alle behandelde onderwerper kunnen zeggen Achtereenvolgens werden nog de volgen de onderwerpen behandeld: „Ons Vorsten huis", door K. Vijfhuize; „de II. Vuurproef door S. v. Delft; „Naöman de Syriër", door T. Kransse; „Sauls bekeering", door L V roegindewey Verder werden nog enkele gedichten »u stukjes proza voorgedragen. Het geheel be zorgde zoowel leden als bezoekers een aan gename avond. ..GLORIA PATRI" TE NIEUWE TONGE DE EERSTE JAARVERGADERING, DIE UITNEMEND SLAAGDE De vergadering, welke gehouden werd In de Ned. Herv. Kerk, was goed bezet. De Voorzitter G. J. van Alphen, opent de vergadering door het laten zingen van Ps. 119:5 en 17 en leest vervoflgens Prediker 11 en 12, waarna hij voorgaat in gebed. Dan heet spreker alle aanwezigen hartelijk wol kom cn vooral ook de verschillende J.V.'s uit de omliggende plaateen. Maar iui het bij zonder richt spr. een woord te ft. den heer Over weel van Herkingen, dd§ aan de uitnoodiging eehoor heeft gegeven, om deze vergadering te bezoeken. Tenslotte staat spr. stil bij de woorden Prediker 12 13b. Vervolgens verkrijgt die heer O verweel van Herkingen het woord, die sprak naar aanleiding van Hebr. 12 1 en 12 en achter eenvolgens wees op: le In 's levens worstel perk, 2e. De hardnekkige worstelaars, 3e. l)e belangstellende getuigen, 4e. Den gulden levensregel, 5c. Het verheven voorbeeld en de eervolle prijs. Onder aandachtig gehoor wordt deze mooie rede, waar spr. in 't bij zonder een wooid van vermaning en ver troosting tot de J.V. zegt, beluisterd. Daarna volgden verslagen van Secretaris, Penningmeester en Bibliothecaris. Op keu rige wijze werd dit verslag uitgebracht. Vervolgens werd het Bondslied 1, 2 en 5 gezongen, hetwelk zeer in den smaak viel, zoodat vele aanwezigen het meezongen. Dan levert C. Vreeswijk een inleiding Bii- belsóhe Geschiedenis „Ken waardige keuze", naar aanleiding van Ruth 1. Op deze inleiding volgde een leerzame be spreking, waaraan verschillende personen deelnamen. Dan levert P. Grootenboor een inleiding Vaderlandsche Geschiedenis „De geestelijke achtergrond eener blijde verwachting". Ook deze keurige inleiding werd onder grojte aandacht beluisterd en er werd ook eenige bespreking gehouden. Hierna droeg A. Admiraal Cz. een gedicht voor, getiteld „Job", en gaf P. van Moort een inleiding Gewijde Geschiedenis Het eene noodige" naar aanleiding van Hoog lied 1 4b. Dan brengen de afgevaardigden der J.V.'s van Sommelsdijk, Oude Tcnge en Herkingen hun felicitaties over. Hierna gaf S. Dekker een inleiding over „Onze roeping ten op zichte van geestelijk verwal en extremisme in het kerkelijk leven". Ook hierop volgde eenige bespreking. Vervolgens leest A. C. Kats een gedicht over „Prins Willem van Oranje" hetwelk bijzonder in den smaak viel. De Voorzitter deelt dan mede dat het pro gramma afgewerkt is, en richt zich dan tot de vergadering, en vraagt of dc ouders van de leden der J.V. hun wokelijksche verga- leringen wait meer willen bijwonen dan dat tot heden toe het geval was. Dan brengt Spr. dank aam allen, die heb ben medegewerkt tot hot ertaigen van deze vergadering. Ook aan do kerkvoogdij, in het bijzonder, wegens het welwillend afstaan van het kerkgebouw. Ook de J.V.'s uit de omliggende plaatsen voor de felicitaties cn hun belangstelling. Daarna wordt nog gezongen Ps. 118 17, waarna de Voorzitter de vergadering sluit met dankgebed. De collecte, die tijdens de vergaderins: voor de J.V. gehouden werd, bracht 23.69 op. De J.V. mag op een goed geslaagde ver gadering terugzien. ting geheel uit eigen beweging in kennis stellen. Dit vindt zijn grond hierin, dat bij de uitvoering van de reeds tot stand geko men of in uitzicht gestelde nieuwe belas tingen (bv. omzetbelasting; belasting naai het vermogen van instellingen van de doode hand) gegevens ter kennis van de belasting administratie zullen komen, die dienstbaaj zullen worden gemaakt aan de controle van de aangiften voor de belastingen naar het inkomen en vermogen. Deze controle kan voor hen, die in het verleden onjuiste aan giften van hun inkomen of vermogen heb ben gedaan, en die de tot nu geboden ge legenheid om hun aangiften vrijwillig te verbeteren, ongebruikt lieten voorbijgaan, ernstiee gevolgen hebben. Niet alleen zal bij ontdekking van de fraude de te weinig ge heven belasting, met viervoudige vorhoo- ging worden nagevorderd, maar bovendien ioopen zij de kans, dat een strafvervolging tegen hen zal worden ingesteld. De Minister van Financiën heeft echter gemeend nog voor e e n m a a 1 de gelegen heid te moeten gaven, om onder zoo weinig mogelijk bezwarende omstandigheden, on juiste aangiften te verbeteren. Van allen, die in het verleden onjuiste aangiften moch ten hebben gedaan, cn hun fout voor 1 Maart 1934 herstellen, door van dc ont duiking mededeeling te doen aan den In specteur, zal niet meer worden gevorderd dan de enkelvoudige belasting over 't belastingjaar of de belastingjaren, waarvoor de aangifte onjuist is geweest. Daarbij zal niet verder worden teruggegaan dan tot hei belastii gjaar 1931-32. Ilefffng van verhooging blijft dus achter wege, terwijl strafvervolging niet zal wor den ingesteld. Dit zal ook het geval zijn, indien op het tijdstip waarop de mededeeling van de ont duiking wordt-gedaan, de Inspecteur de on juistheid van de aangifte reeds vermoedde of op het spoor mocht zijn gekomen en den belastingplichtige tot het verstrekken van inlichtingen of tot het geven van inzage van hoeken en bescheiden mocht hebben uitge- noodigd en zelfs ook dan, indien de verbete ring een aangifte van een overledene zou betreffen en de onjuistheid uil con in to dienen successiememorie aan hot licht zou komen. Men vestigt er echter nadrukkelijk onze aandacht op, dat op deze gunstige regeling geen aanspraak zal kunnen maken: a. hij, tegen wien, blijkens door den In specteur gedane schriftelijke mededeeling, een navordering van belasting loopcnde is; b. hij, te wiens aanzien het openhaar mi nisterie is verwittigd dat de aangifte opzet telijk onjuist of onvolledig is srcdaan; c. hij, die zich op of na 1 Maart 1934 aan meldt; d. hij, die zich vóór dien datum heeft aan- VRIJWILLIGE AANGIFTEN VAN VERZWEGEN, CO ONJUIST AANGEGEVEN BELASTINGEN De Inspecteur der Directe belastingen te Hellevoetsluis verzoekt ons opname van 't volgende: Naar wij van bevoegde zijde vernemen, heeft de Minister van Financiën aan de In specteurs der belastingen medegedeeld, dat alle aanschrijvingen worden ingetrokken, waarbij hun werd opgedragen een tegemoet komende houding aan te nemen tegenover personen, die de belastingadministratie met de door hen begane ontduikingen van in komstenbelasting en van vermogen9belas- AMERIKAANSCHE BRIEVEN Een oude vraag maar wie weet het rechte antwoord te geven "Uit mijn voorgaande brieven hebben mijn lezers iets gezien van de geweldige uitgestrektheid van Noord-Amerika. En de reis, die wij moesten maken was nog maar een gedeelte van het land. Onwillekeurig komt de vraag op, waarom dit gedeelte van de aardbol zoo lang onbekend is ge bleven aan de bewoners der vroeger bekende wereld. Want wel is waar heeft reeds in 1492 Co lumbus Amerika ontdekt en is van dien datum af aan Europa bekend geweest, dat Amerika bestond, maar de eigenlijke geschiedenis van Amerika be gint toch pas omstreeks 1600. Henry Davenport heeft een boek geschreven over de geschiedenis van Amerika. Opmerkelijk is, dat volgens dezen schrijver, reeds in 1004 de Noor mannen op onze kusten zijn geweest. Na hevige gevechten met de roodhuiden zijn ze weer ver trokken en hebben nadien nooit meer moeite ge daan om aan de Amerikaansche kust voet aan wal te krijgen. Men stelt onwillekeurig de vraag: waarom zijn er vijf eeuwen heen gegaan zonder dat er aan gedacht werd, hier land te zoeken? Een andere vraag die dassiek is geworden is deze: waar kwamen de Roodhuiden vandaan? Toen eerst de Noormannen en later Columbus hier aan wal kwamen troffen zij er de Roodhuiden aan. Ze waren zeer talrijk, dus moesten ze reeds voor vele eeuwen op dit ;deel der wereld zijn aange komen. Hoe kwamen ze hier? Wanneer zijn ze hier gekomen en waar kwamen ze vandaan? Dit zijn allemaal vragen, die reeds vele malen zijn gesteld geworden, waarom heen vele hypothesen zijn opgebouwd maar waarop eigenlijk nog nooit iemand een afdoend en bevredigend antwoord heeft weten te geven. Men heeft natuurlijk wel naarstig onderzoek gedaan naar de historie der Roodhuiden, dat bi zonder interessant ras, dat helaas langzamerhand dank zij de Westersche cultuur aan het uitsterven is. Men heeft uit opgravingen de conclusie ge trokken, dat ze hier al voor duizend jaar moeten geweest zijn, en dat zij perioden van hooge be schaving en ontwikkeling moeten hebben gekend. Zij zijn reeds vroeg met koper bekend geweest en hebben hiervan zeer kunstzinnige voorwerpen ge maakt, welke getuigen van fijne smaak en zin voor schoone vormen. Ook hebben zij de bouwkunst verstaan, getuige de uit architectonisch oogpunt fraaie gebouwen, die zijn opgegraven op verschil lende plaatsen van Amerika. Bizonder in Mariette Ohio heeft men dergelijke opgravingen gedaan, die het vermoeden hebben bevestigd, dat de Roodhui den een tijdperk hebben gehad van hooge ontwik keling en beschaving. Maar toe de eerste settlers hier in Amerika hun woonplaats zochten, troffen ze alleen maar schier wilde volksstammen aan, die leefden van de jacht en de buit uit de oorlogen, die zij tegen elkander voerden. Ze leefden in primitieve hutten, die hun vrouwen voor hen bouwden. Onbegrijpelijk is het, dat dit volk na een periode van zoo hooge ontwik keling weer zoo spoedig kon terug zinken tot het niveau van onbeschaafde volkeren zooals we die in Zuid-Afrika kennen. Het zijn echter niet alleen de oude bewoners van dit land, die zulke vragen doen rijzen, vragen waarop misschien nooit een antwoord zal kunnen gegeven worden, maar ook het gedierte van Amerika stelt ons voor vragen, waarop men geen antwoord weet. Het is bekend, ook al weer hoofd zakelijk door opgravingen dat hier zoo goed als in eenig ander werelddeel voorwereldlijke monsters geleefd hebben met ongeloofelijke afmetingen. In het bekende National Park staat het geraamte van zulk een dier en als je daar voor staat denk je bij jezelf: als die ook in de ark van Noach is geweest met zijn eegade dan moet die ark heel wat grooter geweest zijn dan de afmetingen die de Bijbel er van geeft, ook al heeft men zich deze afmetingen goed gerealiseerd. Hoe zijn die beesten hier gekomen? (het zijn geen zeedieren maar beesten die op het land geleefd hebben). Moet men aannemen, zooals verschillende menschen van wetenschap aannemen, dat er een tijd geweest is, dat Amerika niet ge scheiden was van Europa en dat een gigantische natuurramp, een watervloed (zond-vloed?) en aard bevingen, groote veranderingen in het aardopper vlak hebben teweeg gebracht? Men weet, dat ook Dr. Kuyper sin een van zijn werken deze mogelijkheid overweegt. Wie zal het zeggen? Wij, die vasthouden aan wat de Bijbel ons zegt, weten dat de menschheid uit één bloede is en zich van uit het Paradijs over de wereld vermenig vuldigd heeft. En dat de vloek der zonde ook op het Indiaansche ras gevallen is bewijst heel hun geschiedenis. Ze waren alle eeuwen door wreed en wraakzuchtig, kenden geen erbarmen ten aan zien van hun vijanden. Later toen ze onder de tucht der Westersahe beschaving kwamen, hield dat van zelf wel op. Maar ik heb vroeger op mijn reizen door Amerika wel in Roodhuidenkampen vertoefd en daar persoonlijk kennis gemaakt met dit soort men schen en dan ziet men hoe ook zij de vloek der zonden dragen. Ze zijn neerslachtig, apathisch en namen gauw de kwade eigenschappen der Wester lingen over. Het zijn menschen van gelijke bewe ging als wij. Vreemd doet het aan thans in de ge- schiedboeken te lezen, dat kort na de ontdekking door Columbus door een Pauselijke bul moest worden uitgemaakt of de Roodhuiden wel tot het menschelijke ras te rekenen waren! Men twijfeld er aan! Gelukkig heeft de kerk later beter haar taak begrepen en ook dit volk in aanraking met het evangelie gebracht, in hen broeders en zusters ziende, die mede de vloek dér zonde te dragen hebben en door het Bloed van Christus gereinigd moeten worden om het Koninkrijk Gods te kunnen zien. Maar vragen blijven er. Het is nu maar de vraag wat we met die vragen doen. Houden we vast aan het Bijbelsohe verhaal, dat ook de Roodhuid uit Azië afkomstig moet zijn, dan staan we voor onoverkomelijke raadselen. Maar we hebben deze troost, dat als we dit ver werpen en ons op het standpunt der evolutionisten gaan stellen, de moeilijkheden nog veel groote.- worden, en hun hypothesen tot veel grooter inconse quenties leiden, dan wie zich houdt aan de een voud van het Bijbelverhaal. En dan nogmaals: wat doen we met dit alles? Daar komt het maar op aan. En dan weten we, dat God met dit deel der schepping ook bedoeld heeft de Eere van zijn Naam. Vlak bij ons rookt dag en nacht een groote krater. Ik herinner mij, dat Multatuli in zijn Mil- lioenen-studiën vertelt, dat toen hij in Indië woon de bij zijn huis ook een krater steeds maar rooxte. De eerste dagen meende hij, bedorven door de schoolboekjes, zooals hij zegt, dat hij het mooi ei indrukwekkend moest vinden. Maar al spoedig be gon dat ding hem te vervelen en op laatst kon hij het gezicht op dien berg niet meer uitstaan. De Christen ziet dit alles met andere oogen. Wanneer ik de zwarte damp zie opstijgen naar omhoog, dan denk ik dat God hiermee bedoeld heeft Zich een wierook te bereiden, dat als van een machtig altaar uit het hart der aarde opstijgt naar den hemel Hem tot eere. Zien we het zoo, dan zien we het met andere oogen, en weten we, dat bij alle dingen uit de schepping waar we geen antwoord op weten, waar we de oorsprong en het doel niet van kennen, toch de diepste oorzaak, de prima causa ons bekend is; de Eere van den Schepper, Die eenmaal de aarde tot aanschijn riep alleen om Zijn zelfs wil. amerikaansche vriend, Bijzonderheden uit Ouddorps Schoolverleden, Waarschuwing van de Inspectie der Directe be-< lastingen te Hellevoetsluis, Een interessant artikel over de Roodhuiden (Amerikaansche Brieven). De Java-film te Middelharnis. Jaarvergadering van de Ned. Herv, J.V. „Pre diker 12 la" te Ooltgensplaat. Jaarvergadering van de Ned. Herv. Meisjesver- eeniging „Ora et Labora" te Middelharnis. Jaarvergadering van „Gloria Patri" te Nieuwe Tonge. Jaarvergadering van de Ned. Herv. (Geref.) J.V„ „Timotheus" te Herkingen. .oraeld, doch zijn verhouding tot den fiscus toch nog niet geheel in het reine heeft ge- bracht. Kan de belastingplichtige het bedrag vans de te weinig geheven ))elasting bezwaarlijk dadelijk en ineens voldoen, dan kan hij in overleg treden met den Ontvanger om hou verschuldigde op eenigszins langen termij t aan te zuiveren. N. S. B. EN DE WERKLOOSHEID KLIMMENDE VERBAZING BIJ MINISTER SLOTEMAKER DE BRUINE. De minister van Sociale Zaken heeft ia een onderhoud dat hij met een journalist had, gewezen op verschillende uitlatingen inzake dc werkloosheid en haar bestrijding, gedaan door Ir. Musscrt. De minister had deze uitlatingen van de N. S. B. met klim mende verbazing gelezen. Niet omdat men, aldus de minister, „in die kringen de toe standen op een bepaalde wijze teekent, maar omdat men den indruk wekt in staat te zullen zijn binnenkort den geesel dc." werkloosheid voor jong en oud weg te ne. men, doch zonder dat men concreet dc mid delen aangeeft, die men gebruiken zal. YVia ons \o!k liefheeft en oven een middel be schikt om dit uit den nood der werkloos heid te verlossen, doet weinig minder dan een misdaad door dat middel niet concreet aan te geven. Ik voor mij meen, dat de ie* lofte tot opheffing van den nood door geen verantwoordelijk man kan worden gegeven en door niemand die nadenkt kan worden geloofd. Wij zijn niet alleen aan nationale, maar ook en vooral aan internationale om standigheden gebonden". Aan het startpunt voor de bob-wedstrijden in de magnifieke omgeving van Schierkr, liet paar Grau-Brehme werd winnaar.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1934 | | pagina 1