VOOR VROUW EN KIND
AN'
MAAS- EN SCHELDEBODE
ZATERDAG 3 FEBRUARI 1934
WAARHEEN
MET UW ZORGEN?
WAAROVER WIJ LAZEN
VOORDE1
ZONDAG
„Weest in geen ding bezorgd, maar
laat uwe begeerten in alles met bid
den en smeeken, met dankzegging,
bekend worden bij God".
Fil. 4 6.
Welk een voorrecht is dat, om, wat
zich zoo benauwend kan ophoopen daar
binnen, en zoo berstensvol ons hart ma
ken kan, te mogen uitlaten bij Gods luiste
rend oor. Wij zijn daar soms zoo traag
in. en dan wordt het al moeilijker, al
droefgeestiger tobben, totdat de Geest des
Heeren ons dringt, den weg van het ge
bed op. En dan is het, als het opengaan
van sluizen voor een hoogstuwenden
vloed. Dan loopen wij den Heere aan, als
een waterstroom. Steeds sterker aandrang
uitoefenend.
Twee woorden worden hier gebezigd
om daar uitdrukking aan te geven: bidden
en smeeken. Bidden is zich tot God wen
den, maar smeeken is inniger en dringen
den, een uitgieten der zielsnood, een uit
storten van het hart voor God, een wijd
openzetten der sluizen, om als een stroom
op den Heere aan te loopen, met krach-
tigen aandrang.
Daartoe roept de Heere ieder geloo-
vige, dat hij zijn begeerten met bidden en
smeeken bij God bekend make. Door den
weg des gebeds moeten onze zorgen voor
zijn troon gebracht worden en al onze
bezorgdheden, waarmee wij in deze we
reld en in dezen moeilijken tijd zitten,
weggedaan worden, achtergelaten bij den
Heere. Opdat wij weder zouden kunnen
verder gaan, met krachtig vertrouwen op
God, die alle dingen welmaakt en die niet
beschaamt degenen, die op Hem hopen.
Daarbij behoeft niets te worden ver
zwegen, mag niets verzwegen worden.
Wij moeten al onze nooden voor God
brengen. Geen enkele bekommering, geen
enkele klacht of zucht zelfs, behoeft, als
wij tot God komen, op ons hart ge
smoord te worden. Mits er Zijn eer niet
mee worde te kort gedaan, wij mogen het
alles vrij uit zeggen, wat ons deert en
ontbreekt. Hij is onze Vader. Geen vader
sloeg met grooter mededoogen op 't teeder
kroost ooit Zijn ontfermende oogen, dan
Isrels Heer op ieder, die Hem vreest.
Niets van u is Hem onbelangrijk. Breng
het alles maar voor Hem, gij moogt het
Hem gerust zeggen, pn vragen, ook wat
gij nog niet eens weet, of het wel goed
voor u is. Laat het maar aan den Heere
over, als gij het Hem gezegd hebt, dat Hij
voor u kieze. En zeg er bij: ..wat Gij wilt.
Heere."
,.In alles" mogen uw begeerten bekend
worden bij God. In alles, wat u bezig
houdt en u met zorg vervult, de veront
rustende dingen in de groote wereld, in
eigen land. en kerk, ook in eigen gezin en
bedrijf. Het een met het ander mag niet
verzwegen worden in uw bidden tot God
Niet alleen eigen nood, maar anderer nood
weegt bij u toch ook, da? gaat u toch ook
aan. 't heeft toch ook een plaats in uw
smeeking? Laat alles bekend worden bij
God. Om dat goed te kunnen doen moet
de dankzegging daarbij niet achterwege
blijven. Die wordt er hier bij genoemd.
Ze mag niet vergeten. Want het be
taamt, den Heere te erkennen in de vele
zegeningen, die Hij nog schenkt. Het kan
wel eens zoo zijn, dat wij zoo vol zijn van
onze nooden, dat wij voorbijzien wat God
aan ons nog doet en vergeten, wat Hij te
voren aan ons gedaan heeft. De nood der
tijden kan ons dermate in beslag nemen,
dat wij Gods weldadigheden, die toch zoo
vele zijn. niet meer opmerken. En dan
wordt bidden en klagen zoo licht: een be
schuldigen en aanklagen, alsof God te
kort geschoten is.
Wel vérre van dat! Dankzegging moet
het gebed dragen, moet het heele gebed
doordringen. Met al onze nooden moeten
wij ons tegelijk zoo rijk weten, zoo over
vloedig gezegend met gaven, die wij uit
onverdiende goedheid ontvingen, dat er
verbaasdheid, telkens opnieuw, is, dat
God nog zooveel aan ons doen wilde.
Zoo blijft ons smeeken, een ootmoedig
smeeken.
Een roepen om genade, tevens dank
zeggend voor genade. Immers niets komt
ons toe naar recht. Het is alles om Chris
tus' wil, uit louter genade ons geschonken.
Als wij nog iets van God ontvingen, het
is louter ongehouden goedertierenheid.
En nu wij zooveel mogen genieten, welk
een dankbetuiging past ons! Zoo zal ons
bidden en smeeken, met dankzegging
moeten zijn, als wij leerden opmerken,
wat God doet. en wat wij waardig zijn.
En als wij zoo opweg gaan met onze
zorgen naar Gods genadetroon, dan wordt
het zulk een krachtig middel, om onze
bezorgdheden kwijt te raken, dat naderen
tot den Heere met dankzegging. Bezorgd
heid doet met sombere blikken in de toe
komst staren, maar dankbaarheid doet ons
in het verleden zien: al de liefde en trouw
en gunst, door den Heere betoond.
En wanneer wij daarop zien, geloovig
zien, welk een trouw en weldadig God, de
Heere in 't verleden was, dan kan het
soms wel zoo ruim in ons binnenste wor
den, dan ademen wij weer zoo gemak
kelijk. dan glijdt de last af, die ter aarde
drukte, dan komt de heilige onbezorgd
heid. die zegt: ,,De Heere is getrouw, Hij
zal het maken". Hij heeft menigmaal mijn
druk, doenveranderen ,in geluk. Zoo
storte elk zijn hart uit voor den Heere. en
gedenke Zijn weldadigheid daarbij, om
daarmee opgebeurd te worden, zoodat
voor klachten, dankbre tonen klinken:
'k Zal gedenken, hoe vóór dezen
Mij de Heer heeft gunst bewezen,
'k Zal de wond'ren gadeslaan.
Die gij hebt van ouds gedaan.
'k Zal nauwkeurig op uw werken
En derzelver uitkomst merken.
En inplaats van bittre klacht.
Daarvan spreken, dag en nacht.
DE NACHTKUS
In het Tijdschrift „Onze Kinderen" lezen
wij over:
De kleine knietjes zijn een oogenblik
gebogen geweest.
De eenvoudige avondbede is gefluisterd
met di- n eigenaardigen klank van kin-
de rvroomilh ei d, waarop wij, groote men
seden, zoo jaloersch kunnen worden.
-Misschien vooraf de vraag: „Voor zieke
'broertje ook, Moes?"
En dan valt, mogelijk nog na een
Ibuiteiingetje, het hoofdje op het kussen.
Met een zucht van zelf nog onverklaard
genot.
En moeder buigt zich neer. En er is
ietsmag i'k het zeggen? iets wat op
den Doop lijkt in den kus, die op het
nog zoo rimpcllooze voorhoofdje wordt ge
drukt
't Is heel lang geleden, maar uu ik 't
doordenk, zie ik nog dat gewijde oogen
blik zich telken avond weer herhalen,
toen mijn kinderen nog klein waren. Ge
zegend oogenblik!
Nu draait het kopje zich om* en
de slaap is ervredig schoon.
De aanleiding, om hierover meer op
zettelijk te denken, ligt in het lezen van
een paar behartigimgswaarde opmerkin
gen in „National Kindergarten Associa
tion", een Amerikaansch blad voor de
Fröbel school, met bijblad voor de huise
lijke opvoeding.
Het begint zoo: „Hebt ge wel eens
door een moeder hooren zeggen: als je
stout bent, krijg je van avond geen
nachtkus?"
Ernstig wordt dit afgekeurd.
Vrij zeker heeft het kind tegen den
avond al lang vergeten, dat het iets heeft
misdreven hoe luttel soms! en
dan, geen nachtkus. Een schok, waarvan
wij vaak de kracht niet kunnen bereke
nen. Misschienals do deur is geslo
ten. kennen de tranen. Kindertranen, ja,
maar niet door Moeder gedroogd, zooclat
het zonnetje aanstonds weer door de
wolken breekt.
Er staat ergens: de zon ga niet onder
over uwe toornigheid.
Het slapen gaan. moet een oogenblik
van vrede zijn, een tijd van vergeven
en vergeten. Als het kind uw lieve ver
trouwelijkheid gevoelt in den nachtkus,
zal het, zonder redeneeren, morgei zoe
ken boter op te passen. Hier is een kans
van stil begrijpen van Moeder.
Ik denk aan de woorden: „en Hij
schreef in de aarde".
Erger wordt het, als we hebben ver
geten, dat we hadden gedreigd, en dan
ons zelf beloven: morgen kom ik er op
terug. Moet het kind dan beslist den last
van gisteren optassen hij dien van van
daag?
Als 't ernstig is, maak het terstond
en ernstig af; maar speciaal ten opzich
te vain uw kind gelde: de zon ga niet
onder, enz.
Het artikeltje, waaruit ik een paar re
gels aanhaalde, sluit met de-ze woorden:
„Vinden wij het aangenaam om in te
slapen, ons denken bedekt met donkere
wolken? Herinneren wij ons mogelijk
dien avond, toen wij zelf schreiend in
sliepen? Als dat zoo is, breng clan dat
wee niet over uw eigen kind. Het is een
stuk tragedie in het leven van een kind,
als het inslaapt zonder Moeders nacht
kus".
ASSISTENTIE GEVRAAGD
In een Chr. Opvoedkundig tijdschrift
schrijft de heer IT. W. Aalders:
Daar zijn moeders, die met d'r kleine
lievelingen heel wat te stellen hebben,
die vaak met de handen in 't haar zitten
en ten einde ra-ad zijn, wat met den klei
nen bengel aan te vangen, of hoe het bij
dehante zusje te regeeren. Waar dat van
daan komt is maar niet zoo in een hand
omdraai uft te maken. Het kan liggen aan
de verkeerde manier van opvoeden; het
bederf vindt dan vaak reeds zijn oorzaak
in de eerste levensjaren, als Tommy nog
zoo'n „schattig krullebolletje" of Tilly nog
zoo'n „poes van een kindje" is. Dan wor
den ze verwend, door en door verwend en
later heeft moeder er den last van. En als
vader al eens wat harder wil optreden,
het teere, gevoelige moederhart neemt
de(n) kleine in bescherming. Of, als moe
der de overdreven liefde van vader be
merkt en er tegen in wil gaan, komt va
der er tegen op, want Tommy of Tilly is
zijn afgodje.
Ja, dat is verkeerd, en 't vreemde is,
dat zulke vaders en moeders het je on
middellijk toegeven ook, maar ze doen
het toch.
Zeker er zijn, helaas, ook van die exen-
trieke naturen onder kinderen, die on
danks goede leiding en juiste opvoeding,
hinderlijk balsturig en wederstrevig, ob
stinaat en kregelig zijn.
Maar dat zijn zeldzaamheden. Denk
nooit te gauw, dat uw kind zoo'n kind is.
Als echter het feit er eenmaal toe ligt
en moeder weet met zoo'n brak van een
jaar of vijf, zes, bijna zeven tegenwoor
dig, geen huis meer te houden, wat is
ze dan blij, dat hij naar school kan. Dan
zal de juffrouw of de meneer het daar
wel opknappen.
En ja, het komt herhaaldelijk voor dat
zoo'n kind, als 't eenmaal op school is,
daar niet de minste zorg baart. De
consequentie van de strengere orderege
len aanvaardt het en schikt zich in liet
onvermijdelijke „Vreemde oogen" zegt
dan moeder „dwingen het best".
Hot is waar. maar vergeten mag niet
worden, dat de eigen oogen het even
goed kunnen, als men daar eenzelfden
systematischen gang volgt.
Gewoonlijk is het dan zoo, dat het
kind op school zich ordelijk gedraagt,
doch in huis, althans voor moeder, on
handelbaarder is clan ooit te voren. Het
is, of het dan z'n scha in de uren thuis
wil inhalen en vergoeding zoekt, voor
de uren, die liet onder den hand Heeft
doorgebracht.
Ja. en dan kon het voorkomen, dat
moeder, of vader tenslotte assistentie
komt vragen aan de school.
„Meester", schrijft een vader met ferme
hand en kloeke letters, „wilt u Kees
eens flink onderhanden nemen, want,
toen ik hem, om z'n groote mond tegen
z'n moeder een draai om z'n ooren gaf,
zei hij: „Je hoeft me niet te slaan!" En
hij werd zoo abels driftig, dat ik hem
toen maar heb laten gaan. Meester, geef
hem maar een flink pak slaag, dat heeft
hij verdiend en voor u is hij bang.
Help u mij om 't ouderlijk gezag hoog
te houden."
Assistentie gevraagd dus.
En daarmee eigen zwakheid bekend en
onmacht beleden. Of zou het gemakzucht
zijn?
Vriendelijker nog was de uitnoodiging
aan de juffrouw van de klas door een
Een zwerm meerkoeten.
Op den voorgrond een
toppereend en geheel
links een kuifeend.
MORGEN-GEBET
Int oosten ciaer la-et Wosen
De dageraet
De fiefelijcke rosen
Van haer gelaet.
O helle morgensterre
Gods eeuwich soon
Schiet op ons hert van verre
Uw stralen schoon.
Vermeert tot uwen love
Het crancke licht
Van onse cleyn gelo\e
En toeversicht.
Maekt wacker al ons leden
En traech gemoet
Om vlytich in te treden
U paden goet.
Tot dat wy eens in waerhey
Verheven hooch
Aenschouwen uwe claerheyt
Van ooch tot ooch.
JACOBUS REVIl'S
moeder van een „patientje" van 'nauwe
lijks zeven!
„Juffrouw zou u zoo vriendelijk zijn
om Sientje eens flink te straffen, want
ze heeft thuis met opzet de koffiepot stuk
gesmeten en me toen nog hardop ui'-
gelacheu. Ze geelt nergens om en ik keu
er geen haas. Ik zou zoo graag willen,
dat ze 's middags mocht overblijvn. (ze
woonde tien huizen van de school af:
als m'n man niet thuis is, want voor
hem is ze bang."
Neen, zoo moet liet niet gaan. Niet uw
onmacht laten merken tegenoi er de
school en die laten opdraaien voor- wat
uw ouderlijke plicht en roeping is. Dut
is geen goede weg. Het kind op de school
te laten straffen voor wat het in huis
heeft misdaan. Het is de omgekerde
wereld.
Weet ge geen raad in een bepaald ge.
val, vraag advies en voorlichting, man'
handel zelf. wees consequent en recht
vaardig. Laat u niet leiden door drift of
gekrenkt eergevoel. Straf streng, maan
in liefde. Liefde kan ook streng zijn, als
het 't belang van uw kind geldt.
Assistentie vragen is uzelf een brevet
van onvermogen geven.
EVEN UIT DE ZORGEN
Opschriften op uithangborden
Wat onze voorvaderen op uithangborden
zetten:
Hoedenmaker:
Hier maakt men hoeden om de hersens in
in te sluiten
Opdat het los verstand daar niet mag
vliegen buitea.
Notaris:
Hier woont Jacobus Hoccius, procureur
en notaris
Van alle zaken, of 't leugen of waar is.
Aanspreker:
Bidder, dokter, doodgraver en Apteker
Dat zijn vier vrienden, dit is zeker
Wanneer zij bidden om hun daaglijkscb'
brood
Zoo bidden er twee om de ziekte
en twee om den dood,
nw naam is vrouw
Ze zijn op hun huwelijksreis in Egypte
en toeve.n aan den voet de.r pyramid-eaï.
Hij (ontroerd): „Liefste, ik dank aan wat
Napoleon eens zei: Duizenden jaren zien hier
op ons neer!"
Zij: „O, kijk eens gauw; staat m'n hoed
wel goed?"
Elk wat wils
Mevrouw Snibben-burg zit met haar man
■Jodocus op een bank in 't park. Een straat-
koopman nadert en bij de echtelieden halt
houdend, vraagt hij beleefd:
„Meneer, kan ik u niet es wat fijne siiga-
ren verkoopen? Prima! Handwerk!"
Mevrouw (venijnig): „Néé m'n ma»
rookt niet."
Grijnzend vraagt hierop de koopman aan
VOOR DE VROUW
In ons blad van Zaterdag j.l. las ik met
grooto belangstelling het ingezonden stuk
van mevr. Gossehaik-De Haas.
Hebben we het misschien over liet hootrt
gezien of heeft de rubriek ingezonden stuk
ken doorgaans uw interesse niet?
Daarom zal ik zekerheidshalve in 't kort
de hoofdzaak herhalen.
in April wordt er in Den Haag een ten
toonstelling gehouden van poppen, gekleed
in de plaatselijke kleederdracht uit alie
streken van ons land en Ncd. Oost-Indié. Dc
baten dezer tentoonstelling komen aan de
Centrale Vereen, tot bestrijding der T.B.C.
in Nederland en Ned Oost-Indië ten goede.
Mevr. Gosschalk zegt in haar ingezonden
stuk: „Daar mag Flakkee niet ontbreken
Neen, natuurlijk, daar mag Flakkee niet
ontbreken!
Enkele jaren geleden toen de lighallcn-
commissie een bazar organiseerde, waren
daar ook twee jxippen gekjeed in oud-Fl-ak-
keesche kleederdracht
Ieder die de poppen in haar mooie oud-
Flakkeesche dracht gezien heeft, zal dat
niet iicht vergeten. Menige oudere vrouw
heli ik er met aandacht naar zien kijken
en 'k hoorde menige uiting als: „Ja, dat was
vroeger zoo, dat weet ik er nog van oi.
„dat heeft mijn grootmoeder ook nog zoo ge
dragen". Van deze poppen was er een nl. de
ft vrouw, door twee II.B.S. jonge dames aan
gekleed en de man door de meisjes van do
naaivereeniging Bid en Werk te Middel-
harnis.
Voor die oude costuums waren mooie ge
kleurde platen niet kleederdrachten h-.el
welwillend in bruikleen afgestaan.
De wording en voltooiing van dat ni.ui-
nencostuum heb ik indertijd meegemaakt
'k Herinner me nog zeer wel, wat een
aardig en animeerend werk dat was. Ei' zat
heel wat grappige voorbereiding aan vast.
En naar ik hoorde verging het de aankleed-
sters van de vrouw-pop evenzoo.
Oude kleeding moet wil het eent zijn, odk
gemaakt worden van ouderwetsche stoffen.
Toen die bij navraag in geen enkele winkel
meer te bekomen waren, gingen de leden'
der vereenrging maar te bedel iiij oudere
kennissen of verwanten of die wellicht in
kast of kastlade nog een oud kleedingstuk
hadden, dat dienen kon 0111 lapjes stof te
-n voor het poppeneostuum
ii.l goede uoel toen, schijnt de harten vrij
gevig gemaakt te hebben, want het is won
derwel gelukt de poppon in een mooi oud-
Flakkeesch costuum te steken.
Weet men eigenlijk nu nog wel hoe mooi
vroeger circa 1700, de Flakkeesche dracht
wei was?
Wie slaan nu de handen weet eens ineen
om zoo'n pop aangekleed te krijgen, zoodat
in April Flakkee niet ontbreken zal?
Mevr. Gosschalk zegt nog, dat wie genegen
is zoo'n pop aan te kieeden, een poji kan
krijgen.
Mevr. Gosschalk zal het mij, hoop ik, niet
euvel duiden, als ik weer even haar adres
hier geef, opdat degene, die voor haar plan
iets voelt, haar naclere inlichtingen kan
vragen.
Het is: Mevr. Gosschalk Mauvestraat 4,
Den Haag.
Indien men ook nu die oude dracht wil
namaken, en als men liet mij dan even wil
laten weten, via 't bureau van ons blad, dan
wil ik gaarne aan liet adres aankloppen,
waar men ens indertijd zoo bereidwillig die
mooie duidelijke platen afstond. Wellicht
vvii men ook nu helpen.
Flakkee hoeft in dp reeks kleederdrachten
niet te ontbreken. Er was epn mooie kleedij
en er zijn nu vaardige handen genoeg.
VOOR DE JEUGD
M'n beste nichtjes en neefjes.
'k Heb 1111 al zevenentwintig brieven ge
schreven, ik schrijf dit praatje nadat, ik
jullie briefjes beantwoord heb, nu begrijpen
jullie wel, dat. ik nu niet weer eens hier
eon langen brief ga schrijven, 'k Heb ook
niet veel meer op m'n hart. Enkel maar
dat de prijs gewonnen is door
ALBERT GROENENDIJK te Sommelsdijk.
v. d. Hulst, Ouwe Bram.
Allemaal nog vele groeten
Juffie TANTE TRUUS.
Sara B. te Den Haag. Gelukkig dat je
weer zoo gauw beter was. Op bed valt het
schrijven raiet mee, dat is waar. Maar je
had hot dan wel met potlood mogen doen
Dat. je door diie bruiloft, dat vergeten ben,
neem ik je niets kwalijk. Had mij ook
kunnen overkomen. Dank voor je nieuwe
raadsel.
Cornelia A. R. te Nieuwe Tonge. Dat trof
dan met dien prijs wel dubbel goed. Heb je
't boek al uit. Wat zou ik ook luisteren als
er een zoo fijn over Indië vertelde, die er
zelf geweest is. Jij zou zeker ook wel eens
graag zoo'n reis maken. Nou, ik ook.
Bram P. te Numansdorp. 'k Zal zoo gauw
mogelijk probeeren het over d en pi-ijs in
orde te maken. Ik weet heuscli niet hoe het
komt dat jij (lie nog niet hebt ontvangen,
maar het komt niet omdat ik aan hut
schoonmaken ben. Daar d-enk ik voorloopig
nog niet aan. Jongen je joeg me eigen-lijk
den schniik op 't lijf door er over te begin
nen. Ik dacht zoover kunnen - we. toch nog
niet zijn. Maar gelukkig, nog zeker twee
maanden vrij daarvan.
Riek P. te Numansdorp. 'k Hoop dat jul
lie zanguitvoering uitstekend slaagt. Je ver
telt er mij toch zeker wel van alles van hé?
'k Zou dat. feest best willen meemaken. Je
handwerkt heel wat in school. Zooveel ver
stellen vlak ma elkaa-r lijkt me niet zoo
leuk. Is 't speldenkussen al af? Pa Moe en
je oudste broer de groeten terug.
Bram W. te Stad aan 't Haringvliet, 'k
Ben blij dat ik na den laatsten nog weer
eens oen laatsten brief kreeg, omdat ik
vooral dezen fijn vond. Zoo is het.zeker.
Voor hen die zoo de toekomst zien èh die
ook niet alius van zichzelf of menschen-
hulp verwachten, en die ook met alle
kracht zelf werken, op welke wijze dan ook
voor zulkea heb ik ook nog veel hoop dat
ze zull'on slagen. Je groeten heb ik over
gebracht.
Nel W. te Stad aan 't Haringvliet. Nee,
maar, donk je nu al een nieuwen wedstrijd?
En ik zit nog uit te nisten van dco vorigen
Als jij zoo gedwongen vacantia hebt, kun
je aardig wat lezen. Als je tenminste nu
Bram's boek al uit hebt 'k Help liet je
wenschen dat je die Zencltragsf'ilm mag
gaan zien. Maar dan moet je mij er later
alles van vertellen, wamt ik weet er niets
van. Wie waren d'ie voetballers?
Arie W. te Stad aan 't Haringvliet. Je
zult nog gedaild moeten oefenen, vriend,
want. hot is nog lang geen zomer. Ik houd
ook veel van dien zomer, maar ik vind 111
dezen tijd met de lichter wordende dagen,
ook zooveel prettige dingen, al was 't alleen
maar, dat het nu zooveel rustiger is, dat ik
juist deze tijd in liet jaar ook heerlijk
vind.
Jczientje S. te Ouddorp. Niet leuk om zoo
op eens in donker te zitten. Gelukkig dat 't
gamw verholpen kon worden, 'k Had laatst
precies hetzelfde. De verkoudheid hecto
rn a al over? Pas nu maar op. 't Is nog echt
de tijd om te niesen en te hoesten.
Jannie van D. te Beverwijk. Zoo'n laatste
halfjaar voor 't examen gaat het er nog al
eens spannen, 'k Kan me begrijpen, dat je
zooveel tiid voor huriswenk noodig hebt. Is
het truitje al af? Dank voor je nieuwe naad
seis.
Jan W. te Stad aan 't Haringvliet. Ik
denk, dal Jaap liever nog een beetje vrij
rondwaalt. Maar als hij een poosje op schooi
gaat, vindt hij dat ook wei weer prettig.
Hoe is 't met de hoofdpijn-patiënten? Van
Oom veel groeten terug. Dank voor je raad
sels. Aan Moe veel groeten lenig.
Marie H. N te Middelharnis. Ik wilde wel
dai het bij mij toch ook altijd nog zoo goed
uitkwam. Jij kon eerst geen begin vinden
en ten slotte werd het nog een brief, die een
groote hap van je mooie postpapier nam.
Gefeliciteerd met de verjaardig van kleine
Freda, 'k Had wei mee willen eten toen.
Jullie werken flink voor de Zending. Dat
vind ik fijn. Je moet denken: Jong geleerd,
oud sredaan. Nu eindig ik met een spreek
woord.
Pietje K. te Stellendam. Vriendelijk dank
aan jou en allen thuis voor de felicitaties.
Hoe komt het, dat ,p liet zoo druk had. Ge
lukkig, dat men brief er met bij behoefde in
te schieten, 'k Mis m'n trouwe klantjes nu
eenmaal niet graag.
Ida H. J. te Stellendam, 'k Was echt blij
'met dat aparte hoekje in je brief. Wil je
m'n dank daarvoor overbrengen? Heb je 'i
hoek nu uit' 'k Ben blij, dat je 't zoo niooi
vindt. Pietje denkt er not goed over. Ieder
eens op z'n beurt. Leuk, dat er gymnastiek
is. Van Oom heel veel groeten terug. Waar
zit Lies toch?
Sihilla N. te Zuitlland. Wel, is het voor
jou ook al zoover, dat je afscheid van ons
gaat nemen? Wat heb jij het den laatsten
tijd erg rlruk gehad! Het is heerlijk, dat het
nu met de zieke weer zooveel beter gaat.
Ik wenseh haar van harte een spoedige en
gsh-eele beterschap toe. Die kiek "wil ik na
tuurlijk dan heel graag h-ebben. 'k Zal dan
maar wachten tot. van den zomer. Jij ook
het boste toegewenscht.
Neeltje N. te Zuidland. Nee maar daar
begrijp ik niets vaij hoor. Help me maar
eens om d.'e kwestie op te lossen. Ik weet
niet waarom jij nu afscheid van ons wil
nemen. Zus daar begrijp ik het van, want
die is nu zoo langzamerhand boven ons
hoekje uitgegroeid, maar jij hebt nog lang
zoo'n eerbiedwaardige- leeftijd niet hoor. Jij
kunt gerust zonder zus niet ons mee blij
ven doen. Allen de groeten terug.
Hettie B. te Klundert. Het is natuurlijk
host (lat jij. met ons meedoet. Leuk dat ik
jiu er vier in m'n hoekje heb, die nu behal
ve krantëinnichitjes ook echte nichtjes van
elkaar zijn. Hoe is het nu? Weer heeiemaal
beter? Gefeliciteerd met je jarige zus. Het
brievenschrijven gaat best dat voor een be
gin.
Gien B. tc Klundert. Net als zus Hettie,
ook welkom in onze kranten-familie. Leer
jij al Fnamsch? Hoe lanig ben je daar mee
bezig? Je schrijft, dat het wel leuk vindt
dan gaat het zeker ook wel goed, want als
het niet zoo best vlot, houd je er meestal
ook niet van. Wie weet krijg iik dan over
een poos een Fransc.hen brief.
Watse K. te IJmuiden. Eerst jou maar
feliciteeren mot het feest. Wil je vader en
moeder ook van mij feliciteeren. Dat zou
leuk zijn ais ik eens even kon komen, maar
de afstand iis tc ver om even 0111 een kopje
thee te -komen. Zoo'n bloeiende Azalia is
een feestelijk gezicht hé? Met een beetje
oppassen kan je daar lang plezier van heb
ben. Die pottem-bakkerij had ik ook wel
eeins willen zien.
Marie B. te Sommelsdijk. Het is fijn, dat
je nu gunstig bericht van de ziekte kan
vertellen. Wat zullen jullie, daar hiij mee
zijn. 'k Geloof graag dat je het druk had.
Maar daar ben je ook Moeders hulp voor.
Dat is toch ook veel waard. Dank voor je
nieuwe raadsel.
Grietje B. te Sommelsdijk. Dan is het
dezen keer al heel vlot gegaan met de op
lossingen als je ze al gc-von-dein had voor je
't briefje las. En 't brievenschrijven gaat
ook best, dat zie ik wel. Wel dan ben jij
met alles klaar in een wip.
Dinie van N. te Dirksland. Jij doet ineens
fl-ink mee, door me een nieuwe raadsel in
te sturen. Dat vind ik gezellig, als m'n
nichtjes en neefjes met alles goed meedoen.
Zoo hoort het ook in een kranite.nfamilie als
wij met elkaar vormen. Ik geloof dat Vader
of Moeder in je brief geen enkel foutje ge
vonden hebben, want 'k zag tenminste geen
enkele verbetering.
Albert G. te Sommelsdijk. O, o, wat een
korte brief. Zoo weinig nieuws? Dan zus
eens. Dank voor je raadsel.
Liesje G. te Sommelsdijk. Die jarige
Hannie toch. 'k Ha.d liern wel een-s willen
zien met het schortje aan. Hoe oud is hij
nu? Is de kiek goed geslaagd? Het was
misschien nog wel moeilijk voor Hon om
stil te staan.
Julie an P. te Den Haag. Wat een ver
jaardag heil jij gehad! Je kon alles zeker
best gebruiken. Heli je voor je brief aan mij
hl van 'e nieuwe post gebruikt. Dat was in
ieder geval keurig. Nu ga ik je eerst maar
eens vertellen, dat ik m'* nichtjes en neef-
!es heusch niet van dien respectabelen leef
tijd heb. 'k Heb er heel wat van negen en
tien j-aar ook -bij en van zestien niet een.
Dan voel je wel dat ik gelijk '.rijg als ik zeg
(lal die bedoelde opgave voor de meesteü
te moeilijk zou vallen.
Petrus J. L. van P. te Den Haag. Ook wel
kom .in ons hoekje. Wat weet jij een massa
goeds te ven-tellen van Den Haag. Nu ik
ben het heeJemaal met je eens. Leuk dat
jij daar hij was toen al die schoolkinderen
in den tuin van onze Koningin mochten
komen. De Langeweg is klaar en die is
heel mooi, dat zal je wel zien als je weer
eens naar Flakkee gaat,
Marie K. te Sommelsdijk. O, wat heb jij
gehzon, ais je n.u dat dikke boek al uk
hf-bt. Dat is het bes-te bewijs, dat het heel
mooi is, waait een boek dat je niet mooi
vindt leg je maar telkens weg, en dam lijkt
toet not of je niet aan het lezen toe komt.
Ik vind het fijn, dat 't zoo naar je ziin is.
Nellie K. te Sommelsdijk. Toen ik jou
brief k-reeg, wiet ik niet hoe ik liet had.
'k Herinner me dat jij wel bij het lijstje
van de vermeid-en stond met 235. Of die regel
er tussohen uit geraakt is, ik weet liet niet.
Je hol wel geen prijs, maar ik begreep best
diat je na zooveel werk, toch graag eens weet
hoeveel -er good was. Je ziet nog heel wat.
Dat boekje heb ik al eens gelezen, 't Is zoo
mooi. Allemaal vee) groeten terug.
De oplossingen zijn:
I. Scheerzeep.
IL Ij
d o
r e o
laan
Spree
L o e n e a
III. Boor, Goor, Moor, Noor, Koor,
NIEUWE RAADSELS
I. Ingez. door Marie B. te Sonnnelsdijk.
Met J. lis t een jongensnaam
Met k vindt men het in d-e keuken
Met p kookt men er eten in
Met b was 't vroeger een straf
Met H is 't een verkorte jongensnaam
Met m is 't g-c-en vrouw
Met D is 't één der zonen van Jacob.
II. Ingez. door Dinie van N. te Dirksland;
Mijn eerste is een visch
Mijn tweede is een visch
Mijn derde is niet dicht bij
Het ge-heel is een vogel die graag- visch eet
III. ingez. door Albert G. tie Sommelsdijk:
Wolke boeren zaaien niet?
De oplossingen kunnen met vermeld-ing
van naam voornaam leeftijd en adres tot
Vrijdag 9 Februari worden gezonden aa.
TANTE TRUUS
Bureau: Maas en Sciteldebode, Sommeisilyk
Dezer da
Middelharr
der Geref.
langstelling
De heer
willig gevo
hij dit gew
geven.
Het is eei
dingdrijven
door midde
brengen bi,
den gordel
sulinde.
geestelijke
scherp naa
niettemin
Java-film
- elk menscl
druk zal
in de verp
dische volli
.rolt zich
(lit documi
practisch
Meer dar
jager, zal
schap naai
Indische s:
siast moet(
Hoe
dat God
andere gro
hand om
gen daar
eeuwen la:
welijkste
Duizende
van Bethle
wij als de
Zendingsar
brengen
tus.
De Java-
namen zie:
het leven
Java zijn
Kerken, zei
vaanschén
Vooral
neiia-Hos'pi
Djokja, bre
kond hewi
door de Ja-
elk uur
patiënten
behandelini
patiënten
handeling,
snelle en
.vertrouwen