VOOR VROUW EN KIND MAAS- EN SCHELDEBODE ZATERDAG 16 DECEMBER 1933 GEZEGEND WAAROVER WIJ LAZEN ZONDAG „Gij zijt gezegend onder de vrouwen". Lucas 1 28c. ..Gezegend". Zoo wordt Maria ge noemd door den Engel Gabriël. als hij haar verscheen en de geboorte van haar Goddelijken Zoon haar aankondigde. Gezegend onder de vrouwen". Wat haar gebeuren gaat, is wel zoo iets heel bijzon ders. zulk een groote weldaad Gods zal haar bewezen worden, zulk een hooge onderscheiding valt haar ten deel, dat de enge! haar boven alle vrouwen geze gend acht Maar dit heel bijzondere voor Maria is toch tevens een oorzaak van bh'jdschan voor heel het tnenschelijk ge slacht. Maria gezegend, maar in Maria heel het vrouwelijk geslacht, heel het menschdom gezegend. Het was bijzonder de vrouw, die onder den vloek der zonde gebukt ging. Zij. die een werkzaam aandeel genomen had in den val des menschen, de eerste was ge weest, om in de verzoeking te bezwijken, om vervolgens de verleidster van Adam te worden, waardoor zulk een zee van jammer en ellende over heel de wereld werd uitgestort, zij was niet het minst in het oordeel gevallen. God had tot de vrouw in het bijzonder gesproken: „Ik zal zeer vermenigvuldigen uwe smart, name lijk uwer dracht: met smart zult gij kinde ren baren, en tot uw man zal uw begeerte zijn: en hij zal over u heerschappij heb ben". Deze heerschappij is. om der zonde wil. mede door de ontaarding van het tnen schelijk geslacht, door de eeuwen heen, veelal een drukkende, zeer vernederende geweest voor de vrouw. En nu is dit de blijde boodschap ook. die in de woorden van den engel Gabriël wordt overgebracht: dat de Heere dcor Zijn komst in het vleesch beziq is, dien vloek van over de vrouw op te heffen, en die te vervangen door een zegen. Christus, de Heere zal de vrouw ook vrij maken en opheffen uit de vernedering en de slavernij, waarin zij s!nds de zonde val geraakt was. Hij heeft ook van de vrouw de versmaadheid, waarin zij ver zonken was bij vele volken,-weggenomen. De vrucht van Zijn komst in 't vleesch en Zijn verlossingswerk is ook deze. dat in de geslachten en onder de volken, die den Christus aannamen, de vrouw uit de diepe vernedering van eeuwen her. weer in de zetel der eere kwam te zitten. Zij heeft den Heiland der wereld onder het hart mogen dragen, en ontvangt in die hooge onderscheiding door Go^s ge nade, volledig eereherstel. Zij ziet daarin den tijd van haar boete verstreken, en het oogenblik aangebroken, waarin de vloek, die sinds het paradijs oo haar lag, weg genomen wordt. Waarlijk, er is reden voor den engel, om niet slechts over Maria ais de „begenadigde" te spreken, maar haar ook „de gezegende onder de vrouwen" te noemen Bijzonder voor haar, maar mede voor al haar sexegenooten, wordt nu de vloek Gods in een zegen verkeerd En dit getuigt nu van de alles vernieu wende kracht van Christus' verschijning in 't vleeseh. Dit is mede een boodschap voor heel het geslacht der menschen dat onder den vloek der zonde lag. Jezus neemt den vloek weg, die op heel het menschdom lag sinds het paradijs. Welk een blijde boodschap brengt toch de engel Gabriël in de aankondiging van de geboorte van Jezus! Nu gaat de dag aanlichten, de nieuwe, blijde dag voor menschen, die eeuwen lang in diepe ellende en vernedering heb ben gebukt en gezucht. Wie zal beseffen en wegen alle smart, door vrouwen geleden, om der zonde wil, en om den vloek, die God daarover bracht? Maar wie zal ook kunnen schatten de rijkdom van zegen, die Christus voor vrouwen heeft meegebracht Hij neemt den vloek weg. Zelf een vloek geworden zijnde. Hij is het, die anders maakt wat eeuwen lang niet anders kon zijn. Omdat Hij met God verzoent, neemt Hij de vloek Gods over het zuchtende schepsel weg. In Maria is heel het vrouwelijk geslacht gezegend, is heel het menschdom geze gend. Zoo gij maar mede tot het bewust zuchtende schepsel gingt bchooren. Het schepsel, dat zucht onder den vloek Gods, maar dat ook leerde zuchten onder de zonde, en daarmee vluchten leerde tot Hem, die gekomen is. om ons van zonde en ongeval te ontslaan. De Heere Christus zal een zegen voor u ook zijn. zoo gij in Hem slechts gelooft. Het is niet zonder reden, geen gewaagde onderstelling, welke de kerk altijd heeft gemaakt dat de zegenende nadering van Christus tot Maria, ook een vrome vrouw in Maria vond. Want de Heilige Schrift legt ver band tusschen tusschen ons geloof en Gods wonderwerken in ons en aan ons. De Heiland, komende tot de menschen, kon soms niet vele krachten doen van wege hun ongeloof. Geef u daarom met geloove aan den Heere, zoo geeft Hij zich aan u, tot grooten zegen, tot groote won derwerken aan uw ziel en in uw leven, tot groote blijdschap van u zelf en allen, die den Heere vreezen. Zet dan de uitganr de deuren van uw hart verlangend vv.jd open, om den Heere te ontvangen. Zoo wil de Heere zegenend naderen en groote dingen aan uw ziel doen. Sta het werk van Zijn Hei ligen Geest, waardoor Hij woning bij u maakt, door uw verkeerdheid en ongeloo- vigheid piet tegen. Zoo zal eenmaal, om Christus' wil. en om wat Hij in u wrocht, 's Heeren stem u toeroepen, niet meer: „Gaat weg van mij, gij gevloekten", maar het verblijdende: „Komt in, gij gezegenden mijns Vaders, beërft het Koninkrijk". DE ADVENTSWEKEN IN TWENTE In de Jonge Vrouw lezen wij over alt onderwerp: We leven In een tijd van voorbereiding. Nog slechts een luttel aantal dagen en over 't rond der aard zal overal, waar de Christus der Schriften wordt beleden, het Kerst-evangelie worden gebracht tn velerlei vorm en taal. Reeds kliflkt daar over de sneeuw^edekte akker* de eenzame heideveld*» van het Twenteland de eenton ge galm van de» midwinterhoorn. Bij den aanvang van de Acfventsweken is de hoornbla zer op ?lj» post en wijduit schalt In den stillen winteravond h-t bekende fl«luld, dcor bosschen en heuvelen honderdvoudig weerkaatst. Bij a) het nieuwe dat in den loop der jaren het Oude kwam verdringen, is deze tre>:tie be waard gebleven u t een ver verleden. Van geslacht op geslacht is het weinig-sierlijke in strument cewaard en de plicht om het gebruik te bestendigen is immer van vader op zoon overgegaan. Voor ben die de Kerstboodschap verstaan, hebben deze klanken een eigenaardige bekor ng. Vgor hen echter die in Twente zijn geboren vormen ze het preludium van het groote Mees erstuk. Zij hooren daarin reeds bij voor baat de stem van den bode. die ben ter bruiloft noodt. Als een zoete melodie vangt hun oor die geliefde klanken op. In den geest pien zij het Twentsche boerenerf, de scheefgezakte put Dcor de kleine ruitjes schijnt het gelig lamplicht ep naast de put staat devcot de Twentenaar en zendt over de sluimerende velden zijn ro?p- stem uit. De nljvre landman hoort en bij denkt aaq het licht van den komenden dag. van den blijden morgen. De hedendaagsche levensbe schouwing is aan dien hoornblazer vreemd. Hij hièjd slechts dit eeuwenoude gebruik 'n eere als een symbool van vromen zin en een vast ver trouwen op de kracht van de trad'tie. Als het stille avonduur is gekomen en de lichten van de groote stad la de wijde verte duidelijk zijn te cpderkennen. neemt hij zijn eenzame plaats in. Tot dk Kerstklokken z ogen en jubelen het aloude lied van Jezus' komst in het vleesch. Dan zijn in het nachtelijk uur de Roomsche kerken gevuld met de honderdtallen. devQtelijk geknield, de handen plat tegen het lichaam, biddend en z'ngend. me het orgel, met het koor: „Welkom, kindeke. door Maria ge haard." En zij, die geen altaarvereering en menscbvergod ng du'den, zingen in hun Gods huizen ter eere van den Benige, die Is gegeven to' Zaligheid. Daarom zijn voor den Twentenaar de klan ken van den midwinterhoorn als een schoone melodie. Zij spreken tot hem van wegbereiding en nooden tot het m'dw nterfeest. Daarom neemt hij he: Kerstfeest ook bij voorkeur „mid winterfeest". Het moge dan waar züo dat het midwinter- hoornblaTen ls een oud Angelsaksisch gebruik en als zoodanig aan het heidendom ontleend, eh Het moge eveneens waar zijn dat het in zijn oorsprong n'ets met het Chr's'endom heeft uit te staan, toch hebben de vele jaren van groeiend Chrjsteliik gemeenschapsleven er van gemaakt een symbool van groote beteekenis. Dat dan dit Adventsgeklank cus brenge. de eeuwige boodschap van het Licht, dat de duis ternis overwint! GEBOORTF-VIERING IN DEN OUDEN TIJD In het tijdschrift ..E'gen Haard" lezen wfj: Het loont wellicht de moeite u met een enkel woord eens Iets te vertellen over sommige oude gebruiken, die in he. bijzonder heirekking heb ben op de geboorte en den doop. waaruit moge blijken, dat ln de 17e eeuw geen gelegenheid werd verzuimd om een huiselijk feest te geven, als het gezin was vermeerderd, hetgeen dan ook een tijdgenoot aanle'dlng gaf te schrijven: „Het waren festijnen op festijnen tót op de geboorie van den tweeden 20on." „Een goed dopper," zei Sijtje buur, Jst geen oneer voor 't huus." Zoodra het belangrijke nieuws der geboorte in d£ buurt was rondgezegd, hechtte de baker het k'oppertje aan de deur, onderwijl door de hee'e buurt achter dè vensterglazen begluurd! Zoo'n kloppertje bestond uit een eikenhouten plankje, dat overtrokkep was mèt rozeroode zijde, waarover fijngep!o©ide kant was gespan nen. in de vier hoeken w*ariersge^ijze saam- getrokken. Volgens een oude overlevering zou men ter gedachtenis aan het bevel v»n den Spaanschen bevelhebber, in het laar 1573 aan z'n soldaten gegeven, om de hu.zen d*r kraamvrouwen te sparen. In Haarlem dit sieraad hebhen inge voerd. Het was gebruikelijk, dat gedurende den tijd. dat de klopper hing. de kraamheer niet met geweld door scfculdeiscbers mocht werden ge moeid. cm de kraamvrouw et te verontrusten. Sommige aanzienlijke families Raakten van deze kloppers ware pronkstukken eu hingen 's Zondags een roooleren klopper aan de huis deur dan op de overige dagen van de week. En het gaf de kraamvrouw groote reden tot blijdschap, wanneer de buren den klopper „wonderwel ckleed" venden! He>: doopgebru k. dat de peters en meters het kind een ..p'.llegave" schonken, is zeer Qud. Reeds in de He en 15e eeuw, onder de graven en grav.nnen van Holland, bestond deze ge woonte. Behalve Prinsen vaq Oranje, vorsten en edelen, werden cpk steden tot het peterschap ultgenoodlgd. Onder de talrijke voorbeelden, waarbij zeer kostbare „plllegav*q" werden ae- schcnken, noem ik hier een enkel voorbeeld- Zoo schonk de stad Haarlem aan de Paltsgra vin Elizabeth een wieg. oorkussen, bakerkorf met het daarbij behoorend lijnwaad, ter waarde van f 50.000, terwijl Amsterdam niet onderdeed met een gift aan kostbaarheden ter waarde van f 150.000. Doorgaans bestond echter een piJJe- gift uit een rentebrief in een gouden doos, die door de afgevaardigden der peters of meters met de neodige stat*e en plechtigheid werd overhandigd. Ook over de „Van-tijd" het ontvangen van kraambezoek en Jiet ganr.chten van t begankenismaal het doopfestijn zijn kos telijke gegevens bewaard Negen dagen nadat bet kloppertje was uit gebannen, brak een gewichtige tijd aan in d^ kraamkamer. Alles was voor den Van keurig in qrde geranak'.; de kraamheer had bi) d!e 0e~ legenheid voor 't laatst de kraamrauu op en rperde. Gaar cud gsbru k, d*n karjdeelstqk- Hoe méér feestma'en en drinkgelafen, hoe „grooter eer van t kynd«" Sicans h:e den deze 6 volle weken aan: kraampret volgde op kragm- pret, kendeeltjes cp I and-e'tjes v erden regzxen enln dien tusschen tijd verdiende de man niet. Dan was tenslcttp de borse geleegd en 't buys met scl.uld beswaerdl Êvenm'n werden korten gespaard aan het doopmaal, dat n-'et zelden een herhaling was van de bru:lcft. want op deze uitbundige wijze meende men aap den hiiize en aan den nieuwen were'dburper eer te bewii-en! Maar ook de buurck'nderen kregen hun deel van de pret! Als er eep broertje gegroe:d was uit de kook of eep zusje ui: de rosmarijn, dan mochten zij allemaal komen ki'ken naar het n'euwe k'nd'e, en werd intusschen het „kln- dermaandstik" rondgedeeld. Geert de kinderen geeft het stick Vaq fijne blom piet aieren en cruyt, Ter lieve vap de móer Em pas geboren spruyt. En de ..kyeren hadden hun deel van de pret en aten hun s ick, doch maeekte nioer lastigb, en de craemvrouw cqnt naeuw harden!" Van die blommige dierst'ek mogen we ver moedelijk het hedendaagsche gebruik van de onvolprezen „beschuit met muisjes" afleideH, de KERSTVERLANGEN O wat goede, blijde tijding. Meldt de schoone Eng'lenstêm: Van den hemel is gebonden. 't Offerlam v@or 's werelds zonden 't Rijkst geschenk van 's Vaders troo^ Jezus, d'Eengeboren Zoon! Komt, laat ons in stil aanbidden, Nad'ren tot den Vredevorst. Welk een groot en teer meedoogen Schittert nu vanuit den Hoogen, Zondaarsliefde, zonder peil! Vrede, vreugde, Godd'lïjk heil! En wij staam'len bij Zijn kribbe Met een vreugdevol gemoed: Dierbaar zijt gij vcor ons. Koping, In Uw nederige woning, Want gij brengt, o zalig lot. Schuldverzoening aan bij God! Gij zijt ons de Weg ten leven. 't Licht in droeven zondenacht. U. van Wien de Eng'len roemen. Mogen wij „Verlosser" noemen, Zaligmaker, bron van vreugd! Jezus, Die ons hart verheugt Hoe mooi L het Hollandsche landschap ook in den winte" tractatie aan jong er oud van den modernen ooievaar!! Maar tot verdere uitbundige festijnen komt he: doorgaans niet. Wij zouden ons trouwens moeilijk kunnen voorstellen, dat deze in onze tegenwoordige maatschappij neg zoudeL pas.cen« En tóchleeft gchter die ouderwetsche nei ging om elk famil egeqpuren met vee. omhaal van woorden en dingen te herdenken, niet de kern van een wel eens wat onbezorgd, maar toch innig familieleven? Hoe we n'.g van deze overdaad aan bruirenden levenslust en oyer- moedigen geest hebben wij weten te bewaren! Met deze kostbare erfenis onzer voorvaderen zouden wij talrijke gapend? leegten in het ver- nuchterde g?z n"!?ven van onzen modernen tijd kunnen aanvullen! B. Kr. S. In Christelijk Vrouwenleven schrijft Mevr. A- v. H.—S. over Japan: De Japansche kinderen zijn heel anders dan de Eur ?sche, van hun geboorte af aan zijn ze gev m voorz chtig met al-es om te gaan. De belc e;d zit ze in het bloed, ze zien niet anders cm zich heen. Schelden, leefijke woor den zeggen, op harden toon spreken is een ze d- zaamheid in Japan; de beer Brieux, lief van de Fransche academie, beweert zelfs, dat elke Japanner beschaafder is dan elk andere Euro peaan van zijn eigen stand. Eens zag hij twee fietsers tegen elkaar rijden. Het was in Kioto. Schrijve»- zag ze vallen. opsaan, zich van het stof ontdoen, de fiets oprapen, toen naar elkaar toegaan, gl mlachen, een buiging maken en met elkaar over het on geval spreken. Hij herinnei\,e 2ich een dergelijk geval in Parijs, teen het schuim van woede een der fietsers op de lippen kwam en een vloed van leelijke, vieze, onbetamelijke taal werd uit gebraakt. Velen beweren zelfs, dat er niet eens woor den zijn in de Japansche taal om elkaar uit te schelden. We moeten niet vergeten, dat. als we vafi de ontmoetingen lezen van Dr. Kagawa ln Je Japansche achterbuurten, hij daar het diepst gezonken gedeelte van het volk vindt en dat bet heel dwaas zou zijn om nu te denken: zoo Zijn nu de Japanners; even dwaas als wanneer een vreemde! ng ons Hollanders wilde beoor- deelen naar de gedragingen van sommigen van ons bij een oploop of straatgevecht. De kinderen in Japan zijn tot nog toe beleefd tegenover vreemde! ngen en pijnlijk beleefd tegenover hun ouders. Maar de beleefdheid is wederkeerig. Ki ideren behoeven niet ges'aoen en getuch igd te worden als zoovelen van hun Europeesche broertjes en zusjes; de beheer- sching. d e ze van af hun prille jeugd leeren. bewaart de ouders vcor de geïrriteerdheid die zoo velen vaders en moeders hier de gemoeds rust beneemt. Miss Gertrude Adam Fish er. die haar aardige bock schreef: „Een vrouw alleen ln het hart van Japan", vertelt, hoe er wel eens drie en twint'g van die kleine wezentjes voor haar deur zaten en hoe aardig ze waren, en opge vangen vreemde woorden herhaalden als: „je ben: aardig, zoet kie n meisje, ik houd van je." Niet zonder eenige beschaming denken we aan somm'ge kinderen van ons volk in somm ge streken, die het den vreemdelingen vaak zoo lastig kunnen maken. VCOR DE VROUW AJs je zelf elke week zoo'n krantenhoek je voor Je rekening hebt, dan houd je van zelf ook wat meer kranten en tijdschriften hij, dan anders he* geval zou zijn. Nu s er onder het vele leesmateriaal, een tijdschrift, géén speciaal vrouwenblad, één, dat wel voor de dames altijd een pagina ge reserveerd houd'. Dat is werkelijk geen nieuws zal men zeggen, komt tegenwoordig algemeen voor. Ja, doch daar op die pagina vindt men geen modosnnfies voor nieuwe mantels, ja ponnen, enz. hu shoudwenken, of recepten, die bij het lezen ai doen watertanten. Neen, op die pagina vindt men, ja eigen- liik toch, recep en, maar dan zulke hoe men zijn. of liever hanr uiterlijk op kan knap pen of tenminste op peil kan houden. Ais ik vertel, dat 'k altijd even met in teresse die pagina inzie, mag mon daaruit heusrh niet de gevo'g rekking maken, dat ik mij week aan week iaat voorlichten, hoe ik met all rlel kunstnvcldcltjes m'n uiter lijk opgeknapt kan krijgen. Al zou ik willen,er zijn toch al dadelijk twee practisciip en grondige bezwaren, na melijk lijd en geld, die me zouden weer houden. Maar laat ik er ter geruststelling maar hij vertellen, dat ik voor zooveel kunstlie- werkingen allereerst n et veel voel omdat ik ze ui: den booze aclit. Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat men, hij vinnig koud weer met rafeltjes vel aan het gezicht moet blijven loapen, omdat een 'beschut end crème-laagje niet zou mogen worden aangebracht. Of dat wie rijk met zomersproeten versierd s. dat euvel maar ongestoord order moet laten tieren. Welntcn, zoo denkt immers niemand er over. Zulke euvels kan en mag men best verhelpen. Daarvoor behoeft men werkehjk nog niet een slavin van eigen uiterlijk te wezen. Daar komt meer bij te pas. Ziet men wat rimpeltjes n 't gelaat, Is de tint minder mooi, de nagels wel vatbaar voor goede lak, de slanke lijn wel correct. Geef je dan over aan een schoonheids expert en je staat versteld over jezelf. Week uan week hebben de dames veel te vragen over voleriei. wat aan haar schoon heid onthreckt. Het zjj tot hun eer gezegd, dat ik slechts zéér zéér sporadisch mannelijk gezelschap n die rubriek ontwaar. Zooveel zorg aan eigen uiterlijk, dat over schrijdt grenzen, die wij onszelven stellen n:et alleen om de practisehe redenen van tijd en geld maar ock om de principièele re den, dat wij een hooger levensdoel hebben dan die cultiveer ng van ons ui erlijk. Ons lichaam Is een gave Gods, dat moeten we verzorgen, en wel zoo goed mogelijk, doch tusschen verzorging, en verzorging kan een wijd verschil liggen. Je vraagt jezelf wel eens af, zouden die vrouwen, die uren verploetcren aan hun u terlijk dan niet eens beseffen, dat het le ven mooier en waardevoller dingen kent. Stel je voor zooveel tijd om rimpeltjes weg te werken, wenkbrauwen bij te schilderen, neus te poederen, lippen op juiste kleur te houden, nagels lakken. Een hopeloos iets. Morgen weer bijwerken, bijschilderen. Zooiets is een catastrophe voor je dagverdeel ng. Ik denk, dat onze lezeressen 's morgens al vrij wat nu tiger bezigheden te verrich ten hebben. Dat er aan den anderen kant ook vrou wen zijn, die men van deze overdreven zorg vast niet beschuldigen zal, maar veeleer van het tegendeel, is ook waar. Meestal zijn het goede huismoeders. Zoo onder ons in een vrouwenhoekje geklapt, hoor je dan we! eens half in erns', half in scherts, nou ja, ik ben toch getrouwd. Het is waar, meestal zijn, die dat zeggen, beste huisvrouwen, die niet stil op hun stoel kunnen blijven zitten ais er een pluis je op den grond lig:, of als er stof op een r chel te zien is. Daar kunnen ze niet naar kijken, die ergernis moet eerst weg. Dat is hun eere. Maar dat manlief en de kinderen tegen een grauwig werkpakje aan moeten kyken en tegen rafelpiekig haar, dat schijnt niet te deren. Zelf zien d e ijverige huisvrouwen het niet. Tijd om in de spiegel te kiiken is er niet, of het moet terloops even zijn onder het afstoffen. Maar niettemin anderen zien het, vinden het ongezellig. Nu ja, zai men met een welbekend gebaar van duim en wijsvinger zeggen: „Mooi kost geld". Dat hoeft niet waar te zijn, want ik be doel net, dat men zich telkens maar van nieuwe japonnetjes zal voorzien. Dat zou een raad zijn. die ik zelf niet graag opvolg de. Maar er is verschil tusschen netjes er uil zien of met afgezakt haar en afgezakte klee- d'ng rond te sukkelen door 't huis. Een poosje geleden hoorde 'k eens van een arbeidersvrouw, moeder uit een zeer groot en druk gezin, die er onbewust iets van voelde. Ze zei: ,.'k Zorg dat 'k altijd een schoone keuvel opheb en op tijd een schoon schort, dan hen ik altijd knapjes, én voor de kinderen 's 't ook gezelliger. Om je 's avonds es op "e knappen, als je klaar hen, daar komt niet van, want ik ben eigenüik nooit klaar. Daarom doe ik 't maar zoo". Het was waar. Zelfs in 't drukste werk was ze, wat ze zelf noemde: „knapjes" en de kinderen waren grootsch op moeder. Nu d e moeder wier huishouden ondanks de talrijke bevolking, werkelijk keurig was, had vast niet elk seizoen een nieuwe japon en naar 'k vermoed nog niet pens elk jaar, want naar e gen zeggen: „de kinderen kos ten zooveel en die laat Je als moedér meestal maar voorgaan". Om er prettig uit te zien hoeft ons huls japonnetje nog geen Parijsch modenieuwtje te zijn. Voor vreemden zou men zich allicht gauw wat opknappen, maar :k vind eigen huis- genooten meer waard. En die kijken eiken dag tegen moeder de vrouw aan, en voor hen geld' ook: „'t oog wil ook wat hebbon". De gezellige sfeer wint er bij, dat moet ons veel waard zijn. VOOR DE JEUGD M'N BESTE NICHTJES EN NEBFJEft. Haast in alle briefjés wérd gevraagd, Tante heeft Sint u óok goed bedacht? Nou wat dachten jullie? 'k Pas'e wat goed op hoorden loafsten tijd. Eén ge- ruststcll'ng heb je als je groot b.en, Je kunt toch lekker niet ver ln de zak worden gestopt. Maar 't was niet m odig ook. Zoo, nu heb ik al die vragen in é!.n keer voor allemaal gelijk behandeld, anders had ik n elk brief je 't zelfde moeten zeggen, sn dat is geen leuk werkje. Aan liet werk voor onzen wedstrijd heb hen jullie zeker nog niet veel gedaan. Nu 't heeft den tijd nog wel even. Als ik nu een spreekwoord hoor of lees, dan denk ik, hè dat zou goed zijn voor nn- zen wedstrijd. Maar ja, iel f mag ik natu.ir Hik niet meedoen, en k mag er ook geer een verklappen aan een neófje of niche,», dat zou niet eerlijk zijn. 't I* anders jiua mer, want nu ik er op let, weet ik er juist zoo'n massa. We zullen maar zien, of jullie er ook zoo veel weten. Nu vertel :k nog dat BIESJE GROENENDIJK te Sommelsdljk den prijs: Een vreemde avond gewonnen heeft. Allemaal veel groeten van jullie TANTE TRUUS Nellie K. te Sommelsdljk. Wat fijn dat m'n patroon je zoo goed geholpen heef Heb je de aangegeven kleuren ook gebruikt? Vertel me nu maar eens hoe 't met D. ge gaan is9 Was ze erg blij met de verrassing? Doe je Vader en Moeder de hartelijke groe ten terug. Marie K. te Sommelsdljk. Ik denk dat je het zoo druk had door Sint-Nicolaas en de ijspret, dat er geen tijd voor een lange brief voor mij overschoot. Heb ik goed geraden? Jozlentje S. te Ouddorp. Zoo'n cadeau is fijn, daar heb je dubbel plezier van. Eerst het maken is al leuk en als 't af is, heb je een mooi voorwerp om naar te kijken. Wel ke kleuren koos ie er voor? Dat boek heb ik niet gelezen. Is 't mooi? Als je maar zoo even bij de kachel kunt zitten, kun Je 't eigenlijk beter niet doen, want later heb je 't dubbel koud. Ik zal over je prijs het nog wel eens hebben. Dan krijg je d e wol gauw Cornelia A. B. te Nieuwe Tonga. Van jou heb ik nu 'wee brieven te beantwoorden. Ge zellig om Meester met elkaar te verrassen. Om 's avonds wat te leeren is wei fjjn. Dan kun je 't met elkaar zoo echt hebben om de tafel. Dan leer je voor je pleizier. Nellie W. te Stad aan 't Haringvliet. Wat een schilderij was dat in je brief. Om in een lijst te zetten. Dat is waar, ieder, die je spreekt begon te vertellen, da1 het koud is. Alsof je dat aan je e gen koude neus en tintelende vingers allang al niet gemerkt had. Maar weet je wat grappig is? Voor je er erg in hebt doet je zelf mee en je zegt: „Koud hé?" Jan VV. te Stad aan 't Haringvliet. O, en mijn portret was het ook niet, en ik zeg net als jij. gelukk g maar niet. Dan ver el je mij volgende maal maar van Sint. 'k Hoop dat je me veel goeds te vertellen hebt. Van Oom veel groeten terug. En aan Moe ook veel groeten. Jaap W. te Stad aan t Herlngvllot. Jij weet me wel te vertellen van Sint. Dan beo Hij een vluggerd. Heb je de tol al gehru'kt. of h?.d je 't te druk met liet ijs? En dat boek, hoe staat het daarmee, al he.elemaal ijit? «rata W. te Stad aan 't Haringvliet, Na tuurlijk mag jij nog aan den weds'rijd mee doen. Eerlijk gezegd verwachtte ik ook n et anders. Honderd vier en veertig brievcp heb je geschreven. Heel wat hè? Fijne eadeaux heb je gehad. Donk er om, lot slot krijg ik zeker nu met den wedstrijd wel eens een fermen brief? Ida J. te Stellendam. Fijn hé. zqlke ver rassingen. Daar heb je allemaal wot aan. Zoo'n boek met verschillende vertellingen v nd ik ook juist zoo fijn. Dat lees je niet zoo in éénen uit. Heb je later nog dikwijls wat aan. Hoe gaat het met schaatsenrijden.' Zeker nog wel eens een paar flinke buildin gen gemaakt? Zoo moet je 't leeren. Leuk als je eens even kon aankemen. Deze raad sels lijken me voor ons hoekje niet zoo ge schikt. Doe je ze thuis allemaal de groe ten Arie W. te Stad aan 't Haringvliet Nou zeg, wat heeft Sint je goed bedacht. Als je soms eens bij me zou komen, zal ik eer?t maar vragen of je dat geweer maar thuis- gelaten hebt. Dat lijkt me gevaarlijk hoor. Maar niet pr-breren of 't door de ruiten gaat. En rog een zik.mes ook! Jij bent nu een gevaarlijke klant. Daar heb ik respect voor. Van Oom veel groeten terug. En aan Moe veei groeten. Heljo K. te Stellendam. Wat een brief, fijn lang. Geen wonder cok, jarig en Sint. dan valt er wat te verteilen. Wie heeft dat zoo leuk voor Vader en Moeder bedacht en ge maakt? Ik kan haast niet tellen hoeveel menschen er wel aan je verjaardag gedacht hebben. Als ik in de buurt was hield ik vast m'n zakdoek op om de eau de cologne eens te probreren. Waar is nummer drie van 't klaverblad? Sara B. te Den Haag. Wel. dat is een eer, dat ik het eerste velletje van dat keurige pos papier krijg. Het is fijn. Gefeliciteerd tnet de jarige. De feesten houden niet op, zoodoende. Hoe slaat 't met schaatsenrij den? Al wat aangeleerd? Reken alvast maar op een paar flinke buitelingen Dtar moet ieder die schaatsenrijden leert doorheen Aardige troost, hè? Trijntje M. te Fijnaart. Zoo'n uitvoering is de moeite nog eens waard Die had ik ooi; wel eens willen zien. Je vriendinnetje is er dan niet hest afgekomen. Je moet ze maar d kwijls bezoeken. Dat is prettig voor haar. Sint heeft je goed bedacht, 't Schrijven was nog best hoor. Moe en de zusjes verl groe ten terug. Loos de K. te Sommelsdljk. Is de trui al af? Blokjes breien is een secuur werkje. Maar het staat e.g leuk. Hoe ben |e van plan je sjaal te breien? Zoo'n broer die fi- guurzagen kan moet je ia eere houden. Die kan heel wat meoie dingen maken. Of hier een ijsbaan is? Schitterend gewoon. Groot en zonder gevaar, want he' is ondergeloopen land. I'a en Moe de groeten terug. Liesje G. te Sommclsdijk. Jij zou het ze- kar wel fun vinden als er veel sneeuw Kwam en dan de I.angpweg afglijden? Fijn op de slee. maar o wee als je er dan achter loopen moet. Kan ie al schaatsenrijden9 Albert G. te Sommelsdljk. Ai heb je dan in hnast geschreven, je brief zag er toch keurig uit, maarhij was wel een beetje kort. B.-am P. te Numansdorp. S'nt wist precies wat ,e graag had hè? Hoeveel wagonnetjes htb je nu? Zeker al een heele trein? Dan kan je de heele familie mee op reis nemen. Als de reis hier langs komt, stap je zeker wel eens uit Zeg, ik moest denken waar- om zoo'n aapje van chocolade? Zeg. wst-i je, tegen een rakker van een jongen z'ggea ze wel eens: ondeugende aap. Maar dat was voor jou toch niet, hé? .lij past al ijd goed opvlak vóór S'nt! Ik ook! Riek P., te Numansdorp. Ja, in zoo'n tijd als er zulk kostelijk ijs is, moest je heel geen schooi hebben. Zoo dacht ik er vroeger tenminste over. Maar groote menschen den ken in zoo'n geval vaak pj-ecies andersom. Las ig hé? Sint dacht goed om je. Om van te watertanden toen ik d e opsomming las. Dank voor je raadsel. Pa en Moe de groe ten terug. De oplossingen zijn: I. L'euw. panter, koe, beer. II. Oost west, thuis bes'. III. Haud, band, land, wand, zand. Nieuwe raadsels: Ingez. door Riek P., te Numansdorp: Het geheel bestaat uit 30 letters, wordt I Januari veel gezegd. 28, 10, 17, ?9 is een meisjesnaam I, 23, 7, 8, 16, 15, 13 is een plaats waar men groente <m fruit verhandelt 5, '24, 20, 20, 6, 21, zoo noemt men de ver blijven op passagiersschepen.' 25, 2, 13 onmisbaar voor het verkeer. 20, 18, 9, 26 is een goede volksdrank. II, 19, li is een groot water. 28, 10, 27, 3, i, 22, 12, 30 is een fijn bloempje II. Een windstreek en een water in Noord-IIolland vormen samen een Noord- hollandsch dorp. HL Welke tafels gebruikt men niet om wat op te zet en? De oplossingen kunnen met vermeld'ng van naam, voornaam, leeftijd en adres tot Vrijdag 22 December Worden gezonden" aau TANTE TRUUS, SommeiS'üjK. Bureau Maas- ea Scheldebode.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1933 | | pagina 5