VOOR VROUW EN KIND
MAAS- EN SCHELDEBODE
ZATERDAG 16 DECEMBER 1933
GEZEGEND
WAAROVER WIJ LAZEN
ZONDAG
„Gij zijt gezegend onder de vrouwen".
Lucas 1 28c.
..Gezegend". Zoo wordt Maria ge
noemd door den Engel Gabriël. als hij
haar verscheen en de geboorte van haar
Goddelijken Zoon haar aankondigde.
Gezegend onder de vrouwen". Wat haar
gebeuren gaat, is wel zoo iets heel bijzon
ders. zulk een groote weldaad Gods zal
haar bewezen worden, zulk een hooge
onderscheiding valt haar ten deel, dat
de enge! haar boven alle vrouwen geze
gend acht Maar dit heel bijzondere voor
Maria is toch tevens een oorzaak van
bh'jdschan voor heel het tnenschelijk ge
slacht. Maria gezegend, maar in Maria
heel het vrouwelijk geslacht, heel het
menschdom gezegend.
Het was bijzonder de vrouw, die onder
den vloek der zonde gebukt ging. Zij. die
een werkzaam aandeel genomen had in
den val des menschen, de eerste was ge
weest, om in de verzoeking te bezwijken,
om vervolgens de verleidster van Adam
te worden, waardoor zulk een zee van
jammer en ellende over heel de wereld
werd uitgestort, zij was niet het minst in
het oordeel gevallen. God had tot de
vrouw in het bijzonder gesproken: „Ik zal
zeer vermenigvuldigen uwe smart, name
lijk uwer dracht: met smart zult gij kinde
ren baren, en tot uw man zal uw begeerte
zijn: en hij zal over u heerschappij heb
ben".
Deze heerschappij is. om der zonde wil.
mede door de ontaarding van het tnen
schelijk geslacht, door de eeuwen heen,
veelal een drukkende, zeer vernederende
geweest voor de vrouw.
En nu is dit de blijde boodschap ook.
die in de woorden van den engel Gabriël
wordt overgebracht: dat de Heere dcor
Zijn komst in het vleesch beziq is, dien
vloek van over de vrouw op te heffen, en
die te vervangen door een zegen.
Christus, de Heere zal de vrouw ook
vrij maken en opheffen uit de vernedering
en de slavernij, waarin zij s!nds de zonde
val geraakt was. Hij heeft ook van de
vrouw de versmaadheid, waarin zij ver
zonken was bij vele volken,-weggenomen.
De vrucht van Zijn komst in 't vleesch en
Zijn verlossingswerk is ook deze. dat in
de geslachten en onder de volken, die den
Christus aannamen, de vrouw uit de diepe
vernedering van eeuwen her. weer in de
zetel der eere kwam te zitten.
Zij heeft den Heiland der wereld onder
het hart mogen dragen, en ontvangt in
die hooge onderscheiding door Go^s ge
nade, volledig eereherstel. Zij ziet daarin
den tijd van haar boete verstreken, en het
oogenblik aangebroken, waarin de vloek,
die sinds het paradijs oo haar lag, weg
genomen wordt. Waarlijk, er is reden
voor den engel, om niet slechts over
Maria ais de „begenadigde" te spreken,
maar haar ook „de gezegende onder de
vrouwen" te noemen
Bijzonder voor haar, maar mede voor al
haar sexegenooten, wordt nu de vloek
Gods in een zegen verkeerd
En dit getuigt nu van de alles vernieu
wende kracht van Christus' verschijning
in 't vleeseh. Dit is mede een boodschap
voor heel het geslacht der menschen dat
onder den vloek der zonde lag. Jezus
neemt den vloek weg, die op heel het
menschdom lag sinds het paradijs.
Welk een blijde boodschap brengt toch
de engel Gabriël in de aankondiging van
de geboorte van Jezus!
Nu gaat de dag aanlichten, de nieuwe,
blijde dag voor menschen, die eeuwen
lang in diepe ellende en vernedering heb
ben gebukt en gezucht.
Wie zal beseffen en wegen alle smart,
door vrouwen geleden, om der zonde wil,
en om den vloek, die God daarover
bracht?
Maar wie zal ook kunnen schatten de
rijkdom van zegen, die Christus voor
vrouwen heeft meegebracht Hij neemt
den vloek weg. Zelf een vloek geworden
zijnde. Hij is het, die anders maakt wat
eeuwen lang niet anders kon zijn. Omdat
Hij met God verzoent, neemt Hij de vloek
Gods over het zuchtende schepsel weg.
In Maria is heel het vrouwelijk geslacht
gezegend, is heel het menschdom geze
gend. Zoo gij maar mede tot het bewust
zuchtende schepsel gingt bchooren. Het
schepsel, dat zucht onder den vloek Gods,
maar dat ook leerde zuchten onder de
zonde, en daarmee vluchten leerde tot
Hem, die gekomen is. om ons van zonde
en ongeval te ontslaan. De Heere Christus
zal een zegen voor u ook zijn. zoo gij in
Hem slechts gelooft. Het is niet zonder
reden, geen gewaagde onderstelling,
welke de kerk altijd heeft gemaakt dat de
zegenende nadering van Christus tot
Maria, ook een vrome vrouw in Maria
vond. Want de Heilige Schrift legt ver
band tusschen tusschen ons geloof en
Gods wonderwerken in ons en aan ons.
De Heiland, komende tot de menschen,
kon soms niet vele krachten doen van
wege hun ongeloof. Geef u daarom met
geloove aan den Heere, zoo geeft Hij zich
aan u, tot grooten zegen, tot groote won
derwerken aan uw ziel en in uw leven,
tot groote blijdschap van u zelf en allen,
die den Heere vreezen.
Zet dan de uitganr de deuren van
uw hart verlangend vv.jd open, om den
Heere te ontvangen. Zoo wil de Heere
zegenend naderen en groote dingen aan
uw ziel doen. Sta het werk van Zijn Hei
ligen Geest, waardoor Hij woning bij u
maakt, door uw verkeerdheid en ongeloo-
vigheid piet tegen.
Zoo zal eenmaal, om Christus' wil. en
om wat Hij in u wrocht, 's Heeren stem u
toeroepen, niet meer: „Gaat weg van mij,
gij gevloekten", maar het verblijdende:
„Komt in, gij gezegenden mijns Vaders,
beërft het Koninkrijk".
DE ADVENTSWEKEN IN TWENTE
In de Jonge Vrouw lezen wij over alt onderwerp:
We leven In een tijd van voorbereiding. Nog
slechts een luttel aantal dagen en over 't rond
der aard zal overal, waar de Christus der
Schriften wordt beleden, het Kerst-evangelie
worden gebracht tn velerlei vorm en taal. Reeds
kliflkt daar over de sneeuw^edekte akker*
de eenzame heideveld*» van het Twenteland de
eenton ge galm van de» midwinterhoorn. Bij den
aanvang van de Acfventsweken is de hoornbla
zer op ?lj» post en wijduit schalt In den stillen
winteravond h-t bekende fl«luld, dcor bosschen
en heuvelen honderdvoudig weerkaatst.
Bij a) het nieuwe dat in den loop der jaren
het Oude kwam verdringen, is deze tre>:tie be
waard gebleven u t een ver verleden. Van
geslacht op geslacht is het weinig-sierlijke in
strument cewaard en de plicht om het gebruik
te bestendigen is immer van vader op zoon
overgegaan. Voor ben die de Kerstboodschap
verstaan, hebben deze klanken een eigenaardige
bekor ng. Vgor hen echter die in Twente zijn
geboren vormen ze het preludium van het groote
Mees erstuk. Zij hooren daarin reeds bij voor
baat de stem van den bode. die ben ter bruiloft
noodt. Als een zoete melodie vangt hun oor die
geliefde klanken op. In den geest pien zij het
Twentsche boerenerf, de scheefgezakte put
Dcor de kleine ruitjes schijnt het gelig lamplicht
ep naast de put staat devcot de Twentenaar en
zendt over de sluimerende velden zijn ro?p-
stem uit. De nljvre landman hoort en bij denkt
aaq het licht van den komenden dag. van den
blijden morgen. De hedendaagsche levensbe
schouwing is aan dien hoornblazer vreemd. Hij
hièjd slechts dit eeuwenoude gebruik 'n eere als
een symbool van vromen zin en een vast ver
trouwen op de kracht van de trad'tie.
Als het stille avonduur is gekomen en de
lichten van de groote stad la de wijde verte
duidelijk zijn te cpderkennen. neemt hij zijn
eenzame plaats in. Tot dk Kerstklokken z ogen
en jubelen het aloude lied van Jezus' komst in
het vleesch. Dan zijn in het nachtelijk uur de
Roomsche kerken gevuld met de honderdtallen.
devQtelijk geknield, de handen plat tegen het
lichaam, biddend en z'ngend. me het orgel, met
het koor: „Welkom, kindeke. door Maria ge
haard." En zij, die geen altaarvereering en
menscbvergod ng du'den, zingen in hun Gods
huizen ter eere van den Benige, die Is gegeven
to' Zaligheid.
Daarom zijn voor den Twentenaar de klan
ken van den midwinterhoorn als een schoone
melodie. Zij spreken tot hem van wegbereiding
en nooden tot het m'dw nterfeest. Daarom
neemt hij he: Kerstfeest ook bij voorkeur „mid
winterfeest".
Het moge dan waar züo dat het midwinter-
hoornblaTen ls een oud Angelsaksisch gebruik
en als zoodanig aan het heidendom ontleend,
eh Het moge eveneens waar zijn dat het in zijn
oorsprong n'ets met het Chr's'endom heeft uit
te staan, toch hebben de vele jaren van groeiend
Chrjsteliik gemeenschapsleven er van gemaakt
een symbool van groote beteekenis.
Dat dan dit Adventsgeklank cus brenge. de
eeuwige boodschap van het Licht, dat de duis
ternis overwint!
GEBOORTF-VIERING IN DEN
OUDEN TIJD
In het tijdschrift ..E'gen Haard" lezen wfj:
Het loont wellicht de moeite u met een enkel
woord eens Iets te vertellen over sommige oude
gebruiken, die in he. bijzonder heirekking heb
ben op de geboorte en den doop. waaruit moge
blijken, dat ln de 17e eeuw geen gelegenheid
werd verzuimd om een huiselijk feest te geven,
als het gezin was vermeerderd, hetgeen dan
ook een tijdgenoot aanle'dlng gaf te schrijven:
„Het waren festijnen op festijnen tót op de
geboorie van den tweeden 20on."
„Een goed dopper," zei Sijtje buur, Jst geen
oneer voor 't huus."
Zoodra het belangrijke nieuws der geboorte
in d£ buurt was rondgezegd, hechtte de baker
het k'oppertje aan de deur, onderwijl door de
hee'e buurt achter dè vensterglazen begluurd!
Zoo'n kloppertje bestond uit een eikenhouten
plankje, dat overtrokkep was mèt rozeroode
zijde, waarover fijngep!o©ide kant was gespan
nen. in de vier hoeken w*ariersge^ijze saam-
getrokken.
Volgens een oude overlevering zou men ter
gedachtenis aan het bevel v»n den Spaanschen
bevelhebber, in het laar 1573 aan z'n soldaten
gegeven, om de hu.zen d*r kraamvrouwen te
sparen. In Haarlem dit sieraad hebhen inge
voerd.
Het was gebruikelijk, dat gedurende den tijd.
dat de klopper hing. de kraamheer niet met
geweld door scfculdeiscbers mocht werden ge
moeid. cm de kraamvrouw et te verontrusten.
Sommige aanzienlijke families Raakten van
deze kloppers ware pronkstukken eu hingen
's Zondags een roooleren klopper aan de huis
deur dan op de overige dagen van de week.
En het gaf de kraamvrouw groote reden tot
blijdschap, wanneer de buren den klopper
„wonderwel ckleed" venden!
He>: doopgebru k. dat de peters en meters het
kind een ..p'.llegave" schonken, is zeer Qud.
Reeds in de He en 15e eeuw, onder de graven
en grav.nnen van Holland, bestond deze ge
woonte. Behalve Prinsen vaq Oranje, vorsten
en edelen, werden cpk steden tot het peterschap
ultgenoodlgd. Onder de talrijke voorbeelden,
waarbij zeer kostbare „plllegav*q" werden ae-
schcnken, noem ik hier een enkel voorbeeld-
Zoo schonk de stad Haarlem aan de Paltsgra
vin Elizabeth een wieg. oorkussen, bakerkorf
met het daarbij behoorend lijnwaad, ter waarde
van f 50.000, terwijl Amsterdam niet onderdeed
met een gift aan kostbaarheden ter waarde van
f 150.000. Doorgaans bestond echter een piJJe-
gift uit een rentebrief in een gouden doos, die
door de afgevaardigden der peters of meters
met de neodige stat*e en plechtigheid werd
overhandigd.
Ook over de „Van-tijd" het ontvangen
van kraambezoek en Jiet ganr.chten van t
begankenismaal het doopfestijn zijn kos
telijke gegevens bewaard
Negen dagen nadat bet kloppertje was uit
gebannen, brak een gewichtige tijd aan in d^
kraamkamer. Alles was voor den Van keurig
in qrde geranak'.; de kraamheer had bi) d!e 0e~
legenheid voor 't laatst de kraamrauu op en
rperde. Gaar cud gsbru k, d*n karjdeelstqk-
Hoe méér feestma'en en drinkgelafen, hoe
„grooter eer van t kynd«" Sicans h:e den deze
6 volle weken aan: kraampret volgde op kragm-
pret, kendeeltjes cp I and-e'tjes v erden regzxen
enln dien tusschen tijd verdiende de man
niet. Dan was tenslcttp de borse geleegd en
't buys met scl.uld beswaerdl
Êvenm'n werden korten gespaard aan het
doopmaal, dat n-'et zelden een herhaling was
van de bru:lcft. want op deze uitbundige wijze
meende men aap den hiiize en aan den nieuwen
were'dburper eer te bewii-en!
Maar ook de buurck'nderen kregen hun deel
van de pret! Als er eep broertje gegroe:d was
uit de kook of eep zusje ui: de rosmarijn, dan
mochten zij allemaal komen ki'ken naar het
n'euwe k'nd'e, en werd intusschen het „kln-
dermaandstik" rondgedeeld.
Geert de kinderen geeft het stick
Vaq fijne blom piet aieren en cruyt,
Ter lieve vap de móer
Em pas geboren spruyt.
En de ..kyeren hadden hun deel van de pret
en aten hun s ick, doch maeekte nioer lastigb,
en de craemvrouw cqnt naeuw harden!"
Van die blommige dierst'ek mogen we ver
moedelijk het hedendaagsche gebruik van de
onvolprezen „beschuit met muisjes" afleideH, de
KERSTVERLANGEN
O wat goede, blijde tijding.
Meldt de schoone Eng'lenstêm:
Van den hemel is gebonden.
't Offerlam v@or 's werelds zonden
't Rijkst geschenk van 's Vaders troo^
Jezus, d'Eengeboren Zoon!
Komt, laat ons in stil aanbidden,
Nad'ren tot den Vredevorst.
Welk een groot en teer meedoogen
Schittert nu vanuit den Hoogen,
Zondaarsliefde, zonder peil!
Vrede, vreugde, Godd'lïjk heil!
En wij staam'len bij Zijn kribbe
Met een vreugdevol gemoed:
Dierbaar zijt gij vcor ons. Koping,
In Uw nederige woning,
Want gij brengt, o zalig lot.
Schuldverzoening aan bij God!
Gij zijt ons de Weg ten leven.
't Licht in droeven zondenacht.
U. van Wien de Eng'len roemen.
Mogen wij „Verlosser" noemen,
Zaligmaker, bron van vreugd!
Jezus, Die ons hart verheugt
Hoe mooi L het Hollandsche landschap ook in den winte"
tractatie aan jong er oud van den modernen
ooievaar!!
Maar tot verdere uitbundige festijnen komt
he: doorgaans niet. Wij zouden ons trouwens
moeilijk kunnen voorstellen, dat deze in onze
tegenwoordige maatschappij neg zoudeL pas.cen«
En tóchleeft gchter die ouderwetsche nei
ging om elk famil egeqpuren met vee. omhaal
van woorden en dingen te herdenken, niet de
kern van een wel eens wat onbezorgd, maar
toch innig familieleven? Hoe we n'.g van deze
overdaad aan bruirenden levenslust en oyer-
moedigen geest hebben wij weten te bewaren!
Met deze kostbare erfenis onzer voorvaderen
zouden wij talrijke gapend? leegten in het ver-
nuchterde g?z n"!?ven van onzen modernen tijd
kunnen aanvullen!
B. Kr. S.
In Christelijk Vrouwenleven schrijft Mevr. A-
v. H.—S. over Japan:
De Japansche kinderen zijn heel anders dan
de Eur ?sche, van hun geboorte af aan zijn
ze gev m voorz chtig met al-es om te gaan.
De belc e;d zit ze in het bloed, ze zien niet
anders cm zich heen. Schelden, leefijke woor
den zeggen, op harden toon spreken is een ze d-
zaamheid in Japan; de beer Brieux, lief van de
Fransche academie, beweert zelfs, dat elke
Japanner beschaafder is dan elk andere Euro
peaan van zijn eigen stand.
Eens zag hij twee fietsers tegen elkaar rijden.
Het was in Kioto. Schrijve»- zag ze vallen.
opsaan, zich van het stof ontdoen, de fiets
oprapen, toen naar elkaar toegaan, gl mlachen,
een buiging maken en met elkaar over het on
geval spreken. Hij herinnei\,e 2ich een dergelijk
geval in Parijs, teen het schuim van woede een
der fietsers op de lippen kwam en een vloed
van leelijke, vieze, onbetamelijke taal werd uit
gebraakt.
Velen beweren zelfs, dat er niet eens woor
den zijn in de Japansche taal om elkaar uit te
schelden.
We moeten niet vergeten, dat. als we vafi de
ontmoetingen lezen van Dr. Kagawa ln Je
Japansche achterbuurten, hij daar het diepst
gezonken gedeelte van het volk vindt en dat
bet heel dwaas zou zijn om nu te denken: zoo
Zijn nu de Japanners; even dwaas als wanneer
een vreemde! ng ons Hollanders wilde beoor-
deelen naar de gedragingen van sommigen van
ons bij een oploop of straatgevecht.
De kinderen in Japan zijn tot nog toe beleefd
tegenover vreemde! ngen en pijnlijk beleefd
tegenover hun ouders. Maar de beleefdheid is
wederkeerig. Ki ideren behoeven niet ges'aoen
en getuch igd te worden als zoovelen van hun
Europeesche broertjes en zusjes; de beheer-
sching. d e ze van af hun prille jeugd leeren.
bewaart de ouders vcor de geïrriteerdheid die
zoo velen vaders en moeders hier de gemoeds
rust beneemt.
Miss Gertrude Adam Fish er. die haar aardige
bock schreef: „Een vrouw alleen ln het hart
van Japan", vertelt, hoe er wel eens drie en
twint'g van die kleine wezentjes voor haar
deur zaten en hoe aardig ze waren, en opge
vangen vreemde woorden herhaalden als: „je
ben: aardig, zoet kie n meisje, ik houd van je."
Niet zonder eenige beschaming denken we aan
somm'ge kinderen van ons volk in somm ge
streken, die het den vreemdelingen vaak zoo
lastig kunnen maken.
VCOR DE VROUW
AJs je zelf elke week zoo'n krantenhoek
je voor Je rekening hebt, dan houd je van
zelf ook wat meer kranten en tijdschriften
hij, dan anders he* geval zou zijn.
Nu s er onder het vele leesmateriaal, een
tijdschrift, géén speciaal vrouwenblad, één,
dat wel voor de dames altijd een pagina ge
reserveerd houd'. Dat is werkelijk geen
nieuws zal men zeggen, komt tegenwoordig
algemeen voor.
Ja, doch daar op die pagina vindt men
geen modosnnfies voor nieuwe mantels, ja
ponnen, enz. hu shoudwenken, of recepten,
die bij het lezen ai doen watertanten.
Neen, op die pagina vindt men, ja eigen-
liik toch, recep en, maar dan zulke hoe men
zijn. of liever hanr uiterlijk op kan knap
pen of tenminste op peil kan houden.
Ais ik vertel, dat 'k altijd even met in
teresse die pagina inzie, mag mon daaruit
heusrh niet de gevo'g rekking maken, dat
ik mij week aan week iaat voorlichten, hoe
ik met all rlel kunstnvcldcltjes m'n uiter
lijk opgeknapt kan krijgen.
Al zou ik willen,er zijn toch al dadelijk
twee practisciip en grondige bezwaren, na
melijk lijd en geld, die me zouden weer
houden.
Maar laat ik er ter geruststelling maar
hij vertellen, dat ik voor zooveel kunstlie-
werkingen allereerst n et veel voel omdat ik
ze ui: den booze aclit.
Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat men,
hij vinnig koud weer met rafeltjes vel aan
het gezicht moet blijven loapen, omdat een
'beschut end crème-laagje niet zou mogen
worden aangebracht. Of dat wie rijk met
zomersproeten versierd s. dat euvel maar
ongestoord order moet laten tieren.
Welntcn, zoo denkt immers niemand er
over. Zulke euvels kan en mag men best
verhelpen. Daarvoor behoeft men werkehjk
nog niet een slavin van eigen uiterlijk te
wezen.
Daar komt meer bij te pas.
Ziet men wat rimpeltjes n 't gelaat, Is de
tint minder mooi, de nagels wel vatbaar
voor goede lak, de slanke lijn wel correct.
Geef je dan over aan een schoonheids
expert en je staat versteld over jezelf.
Week uan week hebben de dames veel te
vragen over voleriei. wat aan haar schoon
heid onthreckt.
Het zjj tot hun eer gezegd, dat ik slechts
zéér zéér sporadisch mannelijk gezelschap
n die rubriek ontwaar.
Zooveel zorg aan eigen uiterlijk, dat over
schrijdt grenzen, die wij onszelven stellen
n:et alleen om de practisehe redenen van
tijd en geld maar ock om de principièele re
den, dat wij een hooger levensdoel hebben
dan die cultiveer ng van ons ui erlijk.
Ons lichaam Is een gave Gods, dat moeten
we verzorgen, en wel zoo goed mogelijk,
doch tusschen verzorging, en verzorging kan
een wijd verschil liggen.
Je vraagt jezelf wel eens af, zouden die
vrouwen, die uren verploetcren aan hun
u terlijk dan niet eens beseffen, dat het le
ven mooier en waardevoller dingen kent.
Stel je voor zooveel tijd om rimpeltjes weg
te werken, wenkbrauwen bij te schilderen,
neus te poederen, lippen op juiste kleur te
houden, nagels lakken.
Een hopeloos iets. Morgen weer bijwerken,
bijschilderen. Zooiets is een catastrophe
voor je dagverdeel ng.
Ik denk, dat onze lezeressen 's morgens
al vrij wat nu tiger bezigheden te verrich
ten hebben.
Dat er aan den anderen kant ook vrou
wen zijn, die men van deze overdreven zorg
vast niet beschuldigen zal, maar veeleer van
het tegendeel, is ook waar. Meestal zijn het
goede huismoeders. Zoo onder ons in een
vrouwenhoekje geklapt, hoor je dan we!
eens half in erns', half in scherts, nou ja, ik
ben toch getrouwd.
Het is waar, meestal zijn, die dat zeggen,
beste huisvrouwen, die niet stil op hun
stoel kunnen blijven zitten ais er een pluis
je op den grond lig:, of als er stof op een
r chel te zien is. Daar kunnen ze niet naar
kijken, die ergernis moet eerst weg. Dat is
hun eere. Maar dat manlief en de kinderen
tegen een grauwig werkpakje aan moeten
kyken en tegen rafelpiekig haar, dat schijnt
niet te deren.
Zelf zien d e ijverige huisvrouwen het
niet. Tijd om in de spiegel te kiiken is er
niet, of het moet terloops even zijn onder
het afstoffen.
Maar niettemin anderen zien het, vinden
het ongezellig.
Nu ja, zai men met een welbekend gebaar
van duim en wijsvinger zeggen: „Mooi kost
geld".
Dat hoeft niet waar te zijn, want ik be
doel net, dat men zich telkens maar van
nieuwe japonnetjes zal voorzien. Dat zou
een raad zijn. die ik zelf niet graag opvolg
de. Maar er is verschil tusschen netjes er uil
zien of met afgezakt haar en afgezakte klee-
d'ng rond te sukkelen door 't huis.
Een poosje geleden hoorde 'k eens van
een arbeidersvrouw, moeder uit een zeer
groot en druk gezin, die er onbewust iets van
voelde. Ze zei: ,.'k Zorg dat 'k altijd een
schoone keuvel opheb en op tijd een schoon
schort, dan hen ik altijd knapjes, én voor de
kinderen 's 't ook gezelliger.
Om je 's avonds es op "e knappen, als je
klaar hen, daar komt niet van, want ik
ben eigenüik nooit klaar. Daarom doe ik
't maar zoo".
Het was waar. Zelfs in 't drukste werk
was ze, wat ze zelf noemde: „knapjes" en
de kinderen waren grootsch op moeder.
Nu d e moeder wier huishouden ondanks
de talrijke bevolking, werkelijk keurig was,
had vast niet elk seizoen een nieuwe japon
en naar 'k vermoed nog niet pens elk jaar,
want naar e gen zeggen: „de kinderen kos
ten zooveel en die laat Je als moedér meestal
maar voorgaan".
Om er prettig uit te zien hoeft ons huls
japonnetje nog geen Parijsch modenieuwtje
te zijn.
Voor vreemden zou men zich allicht gauw
wat opknappen, maar :k vind eigen huis-
genooten meer waard. En die kijken eiken
dag tegen moeder de vrouw aan, en voor
hen geld' ook: „'t oog wil ook wat hebbon".
De gezellige sfeer wint er bij, dat moet
ons veel waard zijn.
VOOR DE JEUGD
M'N BESTE NICHTJES EN NEBFJEft.
Haast in alle briefjés wérd gevraagd,
Tante heeft Sint u óok goed bedacht?
Nou wat dachten jullie? 'k Pas'e wat
goed op hoorden loafsten tijd. Eén ge-
ruststcll'ng heb je als je groot b.en, Je kunt
toch lekker niet ver ln de zak worden
gestopt.
Maar 't was niet m odig ook. Zoo, nu heb
ik al die vragen in é!.n keer voor allemaal
gelijk behandeld, anders had ik n elk brief
je 't zelfde moeten zeggen, sn dat is geen
leuk werkje.
Aan liet werk voor onzen wedstrijd heb
hen jullie zeker nog niet veel gedaan. Nu 't
heeft den tijd nog wel even.
Als ik nu een spreekwoord hoor of lees,
dan denk ik, hè dat zou goed zijn voor nn-
zen wedstrijd. Maar ja, iel f mag ik natu.ir
Hik niet meedoen, en k mag er ook geer
een verklappen aan een neófje of niche,»,
dat zou niet eerlijk zijn. 't I* anders jiua
mer, want nu ik er op let, weet ik er juist
zoo'n massa.
We zullen maar zien, of jullie er ook zoo
veel weten.
Nu vertel :k nog dat
BIESJE GROENENDIJK te Sommelsdljk
den prijs: Een vreemde avond gewonnen
heeft.
Allemaal veel groeten van jullie
TANTE TRUUS
Nellie K. te Sommelsdljk. Wat fijn dat
m'n patroon je zoo goed geholpen heef Heb
je de aangegeven kleuren ook gebruikt?
Vertel me nu maar eens hoe 't met D. ge
gaan is9 Was ze erg blij met de verrassing?
Doe je Vader en Moeder de hartelijke groe
ten terug.
Marie K. te Sommelsdljk. Ik denk dat je
het zoo druk had door Sint-Nicolaas en de
ijspret, dat er geen tijd voor een lange brief
voor mij overschoot. Heb ik goed geraden?
Jozlentje S. te Ouddorp. Zoo'n cadeau is
fijn, daar heb je dubbel plezier van. Eerst
het maken is al leuk en als 't af is, heb je
een mooi voorwerp om naar te kijken. Wel
ke kleuren koos ie er voor? Dat boek heb ik
niet gelezen. Is 't mooi? Als je maar zoo
even bij de kachel kunt zitten, kun Je 't
eigenlijk beter niet doen, want later heb je
't dubbel koud. Ik zal over je prijs het nog
wel eens hebben. Dan krijg je d e wol gauw
Cornelia A. B. te Nieuwe Tonga. Van jou
heb ik nu 'wee brieven te beantwoorden. Ge
zellig om Meester met elkaar te verrassen.
Om 's avonds wat te leeren is wei fjjn. Dan
kun je 't met elkaar zoo echt hebben om de
tafel. Dan leer je voor je pleizier.
Nellie W. te Stad aan 't Haringvliet. Wat
een schilderij was dat in je brief. Om in een
lijst te zetten. Dat is waar, ieder, die je
spreekt begon te vertellen, da1 het koud is.
Alsof je dat aan je e gen koude neus en
tintelende vingers allang al niet gemerkt
had. Maar weet je wat grappig is? Voor je
er erg in hebt doet je zelf mee en je zegt:
„Koud hé?"
Jan VV. te Stad aan 't Haringvliet. O, en
mijn portret was het ook niet, en ik zeg net
als jij. gelukk g maar niet. Dan ver el je
mij volgende maal maar van Sint. 'k Hoop
dat je me veel goeds te vertellen hebt. Van
Oom veel groeten terug. En aan Moe ook
veel groeten.
Jaap W. te Stad aan t Herlngvllot. Jij
weet me wel te vertellen van Sint. Dan beo
Hij een vluggerd. Heb je de tol al gehru'kt.
of h?.d je 't te druk met liet ijs? En dat
boek, hoe staat het daarmee, al he.elemaal
ijit?
«rata W. te Stad aan 't Haringvliet, Na
tuurlijk mag jij nog aan den weds'rijd mee
doen. Eerlijk gezegd verwachtte ik ook n et
anders. Honderd vier en veertig brievcp heb
je geschreven. Heel wat hè? Fijne eadeaux
heb je gehad. Donk er om, lot slot krijg ik
zeker nu met den wedstrijd wel eens een
fermen brief?
Ida J. te Stellendam. Fijn hé. zqlke ver
rassingen. Daar heb je allemaal wot aan.
Zoo'n boek met verschillende vertellingen
v nd ik ook juist zoo fijn. Dat lees je niet
zoo in éénen uit. Heb je later nog dikwijls
wat aan. Hoe gaat het met schaatsenrijden.'
Zeker nog wel eens een paar flinke buildin
gen gemaakt? Zoo moet je 't leeren. Leuk
als je eens even kon aankemen. Deze raad
sels lijken me voor ons hoekje niet zoo ge
schikt. Doe je ze thuis allemaal de groe
ten
Arie W. te Stad aan 't Haringvliet Nou
zeg, wat heeft Sint je goed bedacht. Als je
soms eens bij me zou komen, zal ik eer?t
maar vragen of je dat geweer maar thuis-
gelaten hebt. Dat lijkt me gevaarlijk hoor.
Maar niet pr-breren of 't door de ruiten
gaat. En rog een zik.mes ook! Jij bent nu
een gevaarlijke klant. Daar heb ik respect
voor. Van Oom veel groeten terug. En aan
Moe veei groeten.
Heljo K. te Stellendam. Wat een brief, fijn
lang. Geen wonder cok, jarig en Sint. dan
valt er wat te verteilen. Wie heeft dat zoo
leuk voor Vader en Moeder bedacht en ge
maakt? Ik kan haast niet tellen hoeveel
menschen er wel aan je verjaardag gedacht
hebben. Als ik in de buurt was hield ik vast
m'n zakdoek op om de eau de cologne eens
te probreren. Waar is nummer drie van 't
klaverblad?
Sara B. te Den Haag. Wel. dat is een eer,
dat ik het eerste velletje van dat keurige
pos papier krijg. Het is fijn. Gefeliciteerd
tnet de jarige. De feesten houden niet op,
zoodoende. Hoe slaat 't met schaatsenrij
den? Al wat aangeleerd? Reken alvast maar
op een paar flinke buitelingen Dtar moet
ieder die schaatsenrijden leert doorheen
Aardige troost, hè?
Trijntje M. te Fijnaart. Zoo'n uitvoering
is de moeite nog eens waard Die had ik ooi;
wel eens willen zien. Je vriendinnetje is er
dan niet hest afgekomen. Je moet ze maar
d kwijls bezoeken. Dat is prettig voor haar.
Sint heeft je goed bedacht, 't Schrijven was
nog best hoor. Moe en de zusjes verl groe
ten terug.
Loos de K. te Sommelsdljk. Is de trui al
af? Blokjes breien is een secuur werkje.
Maar het staat e.g leuk. Hoe ben |e van
plan je sjaal te breien? Zoo'n broer die fi-
guurzagen kan moet je ia eere houden. Die
kan heel wat meoie dingen maken. Of hier
een ijsbaan is? Schitterend gewoon. Groot
en zonder gevaar, want he' is ondergeloopen
land. I'a en Moe de groeten terug.
Liesje G. te Sommclsdijk. Jij zou het ze-
kar wel fun vinden als er veel sneeuw Kwam
en dan de I.angpweg afglijden? Fijn op de
slee. maar o wee als je er dan achter loopen
moet. Kan ie al schaatsenrijden9
Albert G. te Sommelsdljk. Ai heb je dan
in hnast geschreven, je brief zag er toch
keurig uit, maarhij was wel een beetje
kort.
B.-am P. te Numansdorp. S'nt wist precies
wat ,e graag had hè? Hoeveel wagonnetjes
htb je nu? Zeker al een heele trein? Dan
kan je de heele familie mee op reis nemen.
Als de reis hier langs komt, stap je zeker
wel eens uit Zeg, ik moest denken waar-
om zoo'n aapje van chocolade? Zeg. wst-i
je, tegen een rakker van een jongen z'ggea
ze wel eens: ondeugende aap. Maar dat was
voor jou toch niet, hé? .lij past al ijd goed
opvlak vóór S'nt! Ik ook!
Riek P., te Numansdorp. Ja, in zoo'n tijd
als er zulk kostelijk ijs is, moest je heel
geen schooi hebben. Zoo dacht ik er vroeger
tenminste over. Maar groote menschen den
ken in zoo'n geval vaak pj-ecies andersom.
Las ig hé? Sint dacht goed om je. Om van
te watertanden toen ik d e opsomming las.
Dank voor je raadsel. Pa en Moe de groe
ten terug.
De oplossingen zijn:
I. L'euw. panter, koe, beer.
II. Oost west, thuis bes'.
III. Haud, band, land, wand, zand.
Nieuwe raadsels:
Ingez. door Riek P., te Numansdorp:
Het geheel bestaat uit 30 letters, wordt I
Januari veel gezegd.
28, 10, 17, ?9 is een meisjesnaam
I, 23, 7, 8, 16, 15, 13 is een plaats waar men
groente <m fruit verhandelt
5, '24, 20, 20, 6, 21, zoo noemt men de ver
blijven op passagiersschepen.'
25, 2, 13 onmisbaar voor het verkeer.
20, 18, 9, 26 is een goede volksdrank.
II, 19, li is een groot water.
28, 10, 27, 3, i, 22, 12, 30 is een fijn bloempje
II. Een windstreek en een water in
Noord-IIolland vormen samen een Noord-
hollandsch dorp.
HL Welke tafels gebruikt men niet om
wat op te zet en?
De oplossingen kunnen met vermeld'ng
van naam, voornaam, leeftijd en adres tot
Vrijdag 22 December Worden gezonden" aau
TANTE TRUUS, SommeiS'üjK.
Bureau Maas- ea Scheldebode.