:r :l n.v. i Gemeenteraad van Ouddorp N'S MET U is blad :R 1933 MAAS- EN SCHELDEBODE WOENSDAG 6 DECEMBER 1933 t>P«J en van n.v. luwen -11 de openbare dorpsschool opgeheven pi e4 g5. Ph6 pi d6 g4. zetlen. >edapest 1933 ,b8. c8: Pd8. £8; pi e2 e3; Pc6 pi b4 g4 g6. Iteu. Zaterdag 30 Dec. ilossingswedstrijd toe- van een tweezet telt •en foutieve oplossing gebracht. (Mnimura den raaandelijkschen e meeste punten heb- welkom. Heeft men sssing ingestuurd, dan en. Een onoplosbaar wedstrijd. di oplossingstermijn oodat oplossers meer- 1 tezamen kunnen ipel 493 ra6 Kbl. 4. Tb6 Kcl. 7. Tel Kd3. 8. Te3. 494 b2 h4, 5 b7 c4 g6 h5. gewonnen door: Is li kapitaal, nndrr en in Nederland, RKSLAND IN F.FFECTEN |81 LINOLEUMS AGSTE PRIJZEN f 24 f 24 f 36 f 10 50 f43 f 36 SLAAPKAMER- fGOEDKOOP 55466 derklooding. Kachels en t: elegante tels in hoog igen vanaf leerencostu- rijzen vanaf onze groote jzen vanaf ;n andere entedienst BRIEL straat 62 RLEM 9, Tel. 10196 Een raadsdebat in harmonie? DE SCHOOL AAN DEN OOSTDIJK BLIJFT Zaterdagmorgen half elf kwam de Raad dezer gemeente bijeen onder voorzitterschap van den burgemeester, don heer Gobius du Sart Aanwezig alle leden. De VOORZITTER gaat voor in gebed, waarna de notulen an de vorige vergade ring golezen worden, welke onveranderd Worden goedgekeurd De VOORZITTER doelt vervolgons mede, dat deze vergadering belegd is op verzoek van de heeren A. Padmos, Mastenbroek, Grinwis, J. Padmos, T. Tanis on Bosland Spr. wijst er vervolgens op, dot allereerst de kwestie aan de orde gesteld zal worden, waarover het allereerst gaat: de beantwoor ding van don brief van Gedep. Staten aan gaande de opheffing van de school aan den Oostdijk. Dit wonscht de Voorzvter als punt 1 aan de orde te stellen. Alvorens daartoe over tc gaan, veraoekt spr. den secretaris don brief van Gedep. Staten, d.d. 1 Aug. 1933 voor to lezen, waaraan de secretaris gevolg geeft De VOORZITTER' Er wordt niet gevraagd om afdoende maatregelen te treffen tot op heffing van één der openbare scholen. Do beantwoording van den brief van Gedep staten is in den Raad gebracht Spr. ver zoekt don raadsleden in hun beschouwin gen zakelijk te zijn en zich alleen tot dit punt te bepalen. B. en W koesterden aan vankelijk hoop de school aan den Oostdijk nog te kunnen bewaren. Sinds de vorige raadsvergadering is mij gebleken, dat, ge zien de groote bezuinigingen, welke toege past moeten worden, de school aan den Oostdijk opgeheven zou moeten worden. Ook B. en W. zien zich tot hun leedwezen genood zaakt er toe over te gaan. Overal elders moeten strenge bezuinigingsmaatregelen genomen worden en het gemeentebestuur stelt dan ook voor aan den wonsch van Gedep. Staten tegemoet te komen. We moe ten de zaak niet beschouwen van Ouddorps standpunt, maar geheel beschouwen uit hot oogpunt: de berooiing van onze geldmidde len, om, zooals Minister Marchant terecht opmerkte, om tc maken, dat het onderwijs niet heelemaal en overal te gronde gaat. Het is een harde zaak, dat ook vrij onder de bezuiniging vallen. Was er misschien nog een mogelijkheid om de school voor 1933 te behouden, liet is mij uit gegevens, die ik uit Den Haag ontvangen heb, gebleken, dat dit voor 1934 absoluut niet mogolijk is Behalve de 324 scholen, die reeds door den Minister van Onderwijs op de lijst van op geheven scholen zijn geplaatst, zullen er volgend jaar nog vóel meer scholen opge heven worden. In de vorige vergadering hadden wij nog eenige hoop; op 't oogenblik hebben we die hoop niet meer. Wij stellen dus voor de school aan den Oostdijk op te heffen; lc, wegens bezuiniging; 2e. om mogelijk hier door erger te voorkomen. De heer ABR. PADMOS zegt, met voldoe ning den wensch van den voorzitter te heb ben gohoord om kort en zakelijk te zijn. Het is spr. persoonlijk opgevallen, dat de voor zitter met meer nadruk dan anders het for muliergebed voorlas. Tevens heeft het spr'.s aandacht getrokken, dat het reglement van orde op tafel ligt. Alles is een wensch van den voorzitter deze vergadering ln een zakelijk teeken te laten staan. Om dan zakelijk te wezen, wil spr. op eeni-gszins breedvoerige wijze zeggen, wat zijn bedoeling in deze is. Spr. kan de gedachte niet onderdrukken, dat het schrijven van Gedep. Staten een ge volg is van een ministerieel senrijven, het welk B. en W. gehad hebben. Houdt mo ten goede, aldus spr., wanneer ik me vergis. Om de een of andere reden is het schrijven van den Minister veronachtzaamd. De raad heeft nimmer iets van dezen brief gehoord. Gedep. Staten hebben thans ingegrepen, nu de raad uitgesloten is. Spr. hee.t zijn betoog op pa pier gezet, omdat hem dit verstandiger leek. Rede van den heer Padmos. M. de V. Het heeft ons bevreemd, dat u aan ons_ verzoek tot een spocdeischende vergadering geen gevolg hebt gegeven, maar den wettelijlcen tijd hebt afgewacht tol voldoening aan ons verzoek. Verder doet het ons vreemd aan dat U punt 1 van de agenda liet luiden: „Be slissing opheffing 2e O.L. School" daar ons verzoek was als punt 1 dor be handeling: „Afdoende maatregelen te treffen inzake de opheffing van één der Openbare Scholen". In deze formulcering hebben wij thans bezwaar, of u moest thans met de officicele werkelijkheid aan kunnen toonen, dat de opheffing van de school no. 2 al een feit is. We hopen dat we hier met geen frum mel truc te doen hebben, maar dat wij zakelijk en klaar deze publieke schoolzaak, die het waard is vanwege de financieele ge volgen voor Rijk en Gemeente, geleidelijk en kalm af kunnen wikkelen. Dat wij kalm zijn in deze, hebben wij be wezen in de voorgaande zitting. We had den toen de gelegenheid kunnen benutten om direct te stemmen en school no. 1 te odviseeren tot verdwijning. Wij hebben zulks niet gedaan, maar gedacht aan het gezegde uit de jachtvvereld, dat een goede jasrf1" nooit, het haas in 't lccer schiet maar oeze de gelegenheid nog biedt om te ont snappen. Dat wachten heeft ons geleerd, dat in die SO dagen die ons van de vorige Raadsver gadering scheiden, de oude latente eigen schappen die vroegere regentenpartijen zoo kenmerkten, weer naar voren zijn gekomen Die iarht van 30 dagen op de volkszielen om leerlingen te werven voor de openbare school no. 1 is een schandejacht geweest De wervers daarvoor hebben niet in het minst rekening gehouden met de bezuini gingsplannen van den Minister, maar als het ware zoo onneleefd mogelijk getoond dat zii de woorden van Z. Exc. den Minis ter niet alleen in den wind hebben gesla gen, maar het hebben aangedurfd om wei do stok tusschen zijn beenen t steken tot verijdeling zijner plannen Dat is dus hmr geschied, en dat mont aan de ooren van den Minister worden gebracht Wij zeggen dit hier met nadruk in den stcl- ligsten vorm en vreeien geen onderzoek naar onze gezegden. Samensprekingen met overgehaalde ouders van leerlingen hebben het bewijs geleverd, dat d e ouders door niipeiule nood en niets geen zonnestralen op hun levens weg ziende, zich hebben laten bewegen om aan de „vriendelijke" uitnoodiglng om over te komen naar de Openbare School gehoor hebben gegeven. Die wijzo van leer- lingenjacht spreekt voor zich zelf. De woorden door een vader gesproken: „Ik moest wel wat doen voor mijn gezin" peilen de diepe nood waarin de licht over te balen ouders thans verkeeren. Wij vallen hen in ons oordeel daarover niet hard, maar bunnen niet genoeg laken de pogingen van de wervers voor het vermeerderen van het aantal leerlingen. Nu kunnen we gereedelijk aannemen, dat die run wel ongeveer geluwd is. en het toppunt van het aantal wel bereikt zal zijn. Zoo zijn wij thans genaderd aan het mo ment waarop wij als Raad een beslissing zullen moeten nemen. M. de V.l Meer dan ooit gevoelen wij thans de beteekenis van Vondels satire: „Het kussen is begeerlijk. De tubbert ~ier- lijk en Raadsheerlijk", indien wij letton op de tongen en pennen die de laatste dagen zijn losgekomen over het actief optreden van de meerderheid van onzen Raad. Dat de Schoolstrijd thans hier na langen rusttijd opnieuw is gaan ontbranden is een noodzakelijk gevolg der omstandigheden, die door een verkeerde zet op Ouddorps politieke schaakbord door de frontmakers voor de Openbare School, is ingeluid. Wjj hebben dit reeds al in een vorige ver gadering gezegd, en behoeven dit thans niet meer breedvoerig aan te toonen. Alleen willen wij hier doen opmerken, dat wat de minderheid van den Itaad meent te maken van dezen strijd, geheel puiten de werkelijkheid omgaat Het gaat bij de meerderheid van den Raad niet om het voor of tegen van liet Christelijk of van het openbaar onderwijs hier ter plaatse, maar het gaat vooral om Z. Exc. den Minister van Onderwijs geen tand in de ongen te werpen, maar zakelijk «n duidelijk te laten weten hoe de werke lijke toestand hier ter plaatse is. Wij kunnen bij deze aangelegenheid nu eens echt blijk geven, dat zonder politieke bijbedoelingen een plattelandsche gemeente raad zich weet aan te passen aan de mu gistrale greep van den Minister, en zich lan ook weet te ontworstelen aan het klein gedoe van leidende mindere grootheden, zoo dat wij het betrekkelijke medezeggingschap »oolang wij kunnen als Raad zullen blijven handhaven. Ik meen de meerderheid van den Raad aan mijn zijde te hebben, wanncor ik hier verklaar, dat uit bezuinigheidsoogpunt ge zien liet beter is, dat de Openbare School op het dorp worde opgeheven dan die van het buurtschap den Oostdijk; en zou evenwel de betrokke Minister het tegen overgestelde ten uitvoer leggen, wij dan niet schromen, om van deze plaats te zeg gen, dat hij omtrent de plaatselijke toe stand schromelijk zou zijn misleid. Derhalve stel ik dan ook voor, dat de Raad hier tot het besluit kome, om open lijk uit te spreken, dat bij het hoogst ge- vvenscht acht dat de Openbare School uan den Oostdijk blijft bestaan, en daar er een weg moet, hij dan kan adviseeren, dat de school op het dorp meer termen hoeft om te verdwijnen dan die aan den Oostdijk. Ik stel de Raad daarom voor om de Openbare School no. 1 op 't dorp in deze vergadering op te heffen en den Minister van Onder wijs met welomschreven redenen aan te toonen, dat het voor den Oostdijk om meer dan mateerieele belangen hoogst noodzake lijk is dat daar die school blijft bestaan. Ziehier M. de V., in het kort de meening van de meerderheid van dezen raad, en we dringen er thans op aan om met bekwamen spoed dit te nemen raadsbesluit, dat het be lang van Gemeente- en Rijksfinanciën op het oog heeft, ter kennis te brengen van de betrokken autoriteiten. Spr. stelt tenslotte voor da opento. school no II, in het dorp op te heffen en do school aan den Oostdijk te behouden. De VOORZITTER heeft geen behoefte om op alles, wat de hoer Padmos gezegd heeft, in te gaan. De hoer Padmos heeft het ech ter doen voorkomen, alsof door het niet to kennen geven en veronachtzamen van een brief van den Minister, dit de oorzaak zou zijn, dat Gedep. Stalen ingegrepen hebben. Het verwondert mij niet, dat de heer Pad mos blijk geeft van volkomen onkunde. Als hij beter geïnformeerd had, was hij hier niet mee naar voren gekomen. Ik wil u, aldus spr., echter wel uitleggen, hoe het komt, dat Gedep. Staten ons dit schrijven richtten. Volgens art. 22 van do Lager-onderwijs- wet hebben Gedep. Staten tot taak te zor gen, dat er voldoende onderwijs gegeven wordt, en toe to zien, dat er ner gens een teveel ontstaat. Sinds 1922 staat de school aan den Oostdijk hij Gedep. Staten aangeschreven als een school, die ojigehe ven dient te worden. Ik meen vorige keer gozegd te hebben, dat de school niet opge heven zou worden, indien men er oen bij zondere school zou stichten. Nu het getal kin-deren op CO is gekomen, is dit een aan leiding voor Gedep. Staten om de school op te heffen. Dit alles heeft met den Minister niets to maken. Wel heb Lk geïnformeerd of de oerste en tweede school op last van het departement zal worden opgezegd. Van den Minister heb ben we echter nog niets gehoord. Op het bekende lijstje wordt door den Minister geen onzer scholen genoemd. De missive, waarover u spreekt, aldus spr. tot den heer Padmos, hoeft er niets mee te maken. Gedeputeerden hebben een schrij ven aan B. en W. gericht naar aanleiding van het onderzoek, dat in de maand Januari naar het onderwijs in de provincie is inge stel cl. Weth. BREEN merkt op, dat de heer Padmos over bezuiniging heeft gesproker. Spr zou wel eens willen vragen, hoe de voor standers van de school no I zich die bezui niging gedacht hadden. De heer ABR. PADMOS zegt, dat hij als volkomen onkundig d.ior den voorzitter in een hook wordt geduwd. Wij zijn echter in deze zaak onkundig gehouden. Er is een schrijven van den Minister geweest aan den Raad om deze zaak te onderzoeken. De VOORZITTER: Over deze zaak niet! De heer PADMOS: Ik dacht, dat alle ge meenten een dergelijk schrijven gekregen hebben. Volgens spr. heeft do raad hot recht om zich in deze zaak tegenover Gedep. Sta ten te stellen. Wat weth. Breens opmerking betreft: na tuurlijk is er een onnoemelijk groot voor- i deel aan verhonden als school no I ver dwijnt. De secretaris heelt de bescheiden, die za] het wel precies kunnen zeggen. Weth. BREEN: Dat is geen afdoend ant woord. Ik hoor niets! De heer ABR. PADMOS leest enkele cij fers voor van het verschil in de kosten per leerling tusschen de openbare school en do bijzondere school, om aan te tuonen, dat het hijzonder onderwijs de schatkist aanmer kelijk minder kost. In 1918 was het bedrag [icr leerling f 58.80 voor het openhaar on derwijs, voor het bijzonder onderwijs f 22.92 ln 1921 was dit cijfer voor de openbare school f 123 02, voor de bijzondere school f 82.08. In 1929 voor het oi>enbaar onder wijs f 127.01. voor het bijzonder onderwijs f 87.05. De openbare scholen kosten de publieke kassen veel meer! Wethouder BREEN: Al die cijfers geven geen antwoord oj> mijn vraag. De heer Pad mos vergeet, dat de ouders vrij zijn om hun kinderen naar de schooi te zenden, die za wenschen. Moeten die kinderen dan naa'- hot hijzonder onderwijs? Dat gelooft do heer Padmos toch niet? De hoer ABR. PADMOS' Er zijn mis schien 10 of 11 die hun kinderen uit prin cipe naar de openbare school sturen. Meer niet! Wethouder BREEN. Ik moen dat de heer Padmos zich dan schromelijk vergist. Do VOORZI TTER. Allo ondors van do kinderen van de ojienbare school bobben een schrijven gericht tot B. en W„ waarin zij berichten, dat de ouders openbaar onder wijs voor hun kinderen blijven begecrcn en dat zij er niets voor voelen om hun kinderen naar een bijzondore school te stu ren. Zeer terecht vraagt Wethouder Breeu wat de effectieve bezuiniging over de ge meente wanneer de school van het dorp in tegenstelling met de schooi aan den Oost dijk ojigeheven wordt. Ik had gehoojit, dat u hier met cijfers voor den dag was geko men. De heer ABR. PADMOS. Dat zijn toch waarheden als koeien. De secretaris moet dit toch direct kunnen zeggen! Wethouder BREEN. Men kan de ouders toch niet diw ingen hun kinderen naar do bijzondere sehool te zenden. De lieer PADMOS Kan men wel tegen den wensch van den Minister ingaan? De VOORZITTER Het leerlingental van de openbare school js in stijgende lijn. Er zijn thans plm. 56 leerlingen' Loten we de bespreking zakelijk houden en daarom de vraag van Wethouder Breen bespreken, welke bezuiniging zien de voorstanders van opheffing der openbare school No. 1. in te genstelling met de ojjheffing van de school aan den Oostdijk. De heer GRINWIS: Hierin zit een groot voordoet. Het gebouw van school no. 1 kan veel gemakkelijker tegen een boogen prijs verhuurd worden. Hel gebouw kan vooi allerlei doeleinden gebruikt worden. Wethouder BREEN. En waar moeten we dan met de kinderen blijven? Jle 'neer GRINWIS Dat zal de tijd loeren' Wethouder BREEN. Het gevolg is, dal de kinderen naar de school aan den Oostdijk zullen gaan en dat die schooi dan spoedig uitgebreid za! moeten worden, netgeen ook woer meerdere uitgaven voor do gemeente beteekent. De VOORZITTER vraagt zich af, waarom de oudere gedwongen moeten worden hun kinderen naar een andere school Ie sturen. Waarom moeten ze door een andere macht gedwongen worden hun kinderen naar den Oostdijk of Goeree te zenden? Spr zou ernstig willen waarschuwen! De voorstanders tot opheffing van de school op het dorp spelen buitengewoon hoog spel. Zeer zeker, met ontroering heb ik bol for muliergebcd gelezen. Vragen zij zich we' af, of ze het waarachtig gemeentebelang o» het oog hebben, hetgeen ik absoluut betwijfel Zit brengen een zaak naar voren, waarbij we do kans zouden kunnen loopen, dat do scholen beide bezuinigd worden. Minister Marchant wil bezuinigen cn als de gemeen teraad dan zelf zegt; de dorpsschool is over bodig, dan geeft men den Minister de wa penen in de handen. Is het dan verant woord daaraan mee te werken, zoodat we allebei de scholen kwijtraken, t Gaat niet om oen schoolstrijd. Daar wil het college zich boven plaatsen' Het belang van bezuinigen noodzaakt on« de school aan den Oostdijk op te heffen. Hel is echter absoluut niet in het gemeente belang om allebei de schalen op te ruimen, gezien de tegenwoordige omstandigheden, dat nog steeds de oudere van 110 kinderen openbaar ondorwiis begeeren. Daar hebben we rekening mee te houden. Doen we den ouders geen onrecht aan als we meewerken en geen rekening houden met de omstan dig,eden? De heer ARR. PADMOS. Het blijkt dat u zich ontpopt als voorstander van de open bare sehool' De VOORZITTER (met stemverheffing). Ik protesteer tegen deze opmerking. Ik plaats mij boven de belangen en wil onpar tijdig zijn. Ik duld niet, dat de rechten dei ouders vertrapt en vernietigd worden. Met alle kracht zal ik daar tegen opkomen. De heer ARR. PADMOS: Ze kunnen on dergebracht worden bij de Christelijke school! De heer EOSLAND zegt dat terecht door Padmos is opgemerkt, dat de propaganda voor de openbare school op verkeerde wijz" den laatsien tijd gemaakt is. Waarom gaat het niet van de oudere van de kinderen zelf uil en moeten zij zelfs met dwang er toe gebracht worden hun kinderen naar nc onenbnre school te zenden. Er zijn kindoren dip altijd naar de rhristelijko school gegaan zijn, maar eerst den laatrien tijd de open- hare school bereeken. Wethouder BREEN. Hel is jammer dat er tweedracht gezaaid wordt De heeren zullen zelf de vruchten plukken van hun scheu ring maken. Do heer GRINWIS: Dan moet ie de ouders vrij laten en pr niet mee gaan praten. De heer HAMEETEMAN zegt dat de monden over bezuiniging niet stilstaan. Men moet het echter kunnen aantoonen. Toen de lieer Rrussaard tot hoofd van de openbare school werd henoemd, heeft <le heer KI. Westhoeve gezegd: ik hoop maar dat do heer Brussaard een goede leerkracht is, want anders gaan er vele kinderer naar de bijzondore school over en dan zou daar vlug een stuk aangebouwd moeten worden. Daarbij komt, dat al« de ouders openhaar onderwijs blijven begeeren zij hun kinderen naar de openbare school nan don Oostdijk zullen zenden, deze school ook weer verbouwd zal moeten worden, dat is ook geen bezuiniging. Dat er actie gevoerd wordt door de voor standers van het openbaar onderwijs, is heel goed te begrijpen, vooral omdat zij niet van honger hand maara door een groep ie reeds aangevallen worden. Een groepje raadsleden wil dat doen. Dat denken ze tenminste. Daarbij wees spr. er tenslotte op, dat. indien do open be re school opgeheven werd. "r dan toch een bijzondere neutrale school zou komen en is dat zoo'n voordeel voor de gemeente? De ouders wenschen hun kinderen niet naar de Christelijke School te zenden. De heer GRINWIS: Als de kinderen van de onenhare school naar de Christelijke zouden komen, zou er plaats voor wezen! De heer ABR. PADMOS zegt: al kloppen- dp op een zak kan men ronstateeren of het een koolzak ot een meelzak is. De frontma- kors voor het openbaar onderwijs komen naar voien. Wat verstaat de heer Hamoeto- man ondor een bijzonder neurtlae school? De heer HAMEETEMAN antwoordt, dat hij daarin ziet de voortzetting van het ge woon openbaar onderwijs. De kinderen wor den dan opgevoed langs lijnen, die het be stuur van zulk een school aan zal geven. De heer ARR. PADMOS: Als u dat ver staat onder bijzondere neutrale school, dan kosten de voorstanders van zulk een school het Rijk niet zooveel en de gemeente heeft cr ook nog voordeel van. Laten de ouders liet zelf maar eens betalen, dat hebben de ouders voor het Chr. onderwijs ook moeten doen' De heer HAMEETEMAN: Als zulk een school 60 leerlingen heeft, dan kost het de gemeente per kind meer dan thans. De heer ABR. PADMOS: Wij zijn blij, met het perspectief van een bijzon dere openbare school. De VOORZITTER merkt op, dat als hij het goed begrepen heeft, de heer Hameete- man heelemaal niet bedoelt, dat er een bijzondere neutrale school moet komen. Do iieer Hamoetenian heeft dit idee in zijn ge dachten bij uitersten noodzaak, niet? De beer HAMEE'I F.MAN: Ja! De VOORZITTER vraagt of de raadsle den er ook wel aan geducht hobbon, dat de afstand vour Je kinderen van den Oost dijk naar Goeree heel wat minder is, dan de afstand van Ouddorp naar den Oost dijk. Als de kinderen naar den Oostdijk moeten, is dat dan billijk? Gedeputeerde Staten hebben wel rekening niet dit feit gehouden en stellen voor een overeenkomst aan te gaan met Goeree. Zij houden er re- koning mee. maar de gemeenteraad zou dat niet doen? Nog eens: dc heeren spelen hoog spel met het vooi stel tot ojiheffen van de dorps school. Ik weet wel, dat dit door sommige grop|ien gewild wordt, maar dat is niet in bet waarachtig belang van de gemeente. De hoer ARR. PADMOS: Dat durven wij best san! De heer T. TANIS wijst erop. dat hij vast wil houden aan zijn voorstel in de vorige vergadering gedaan om de schoo, in bet dorj) op te heffen en de school aan den Oostdijk te bewaren, omdat er voor deel voor de gemeente aan zit Spr zegt dat de voorzitter de Oostdijkers zand in de oogen gestrooid heeft, want spr. is hij een lid van Gedeputeerde Staten ge weest om deze zaak te onderzoeken en deze hei r deelde sjir mede, dat de voorzitter zelf Gedeputeerde Stalen voorgesteld heeft de school op den Oostdijk op te heffen en op een vprgadering aan de ouders van de school aan den Oostdijk beloofd heeft, dat hi| alle pogingen 'n het werk zou stellen om dc school tc behouden. De VOORZITTER: II, tart u om te bewij zen, dat er door mij na de vergadering van dei' Oostdijk, niet alle pogingen aangewend zijn om dc school te behouden, omdat ik aanvankeliik van meening hen gewepst, dat het nog zou gaan. Ik wil u de namen noemen van de ambtenaren van de griffie, met wie ik er over gesproken heb. Ik heo echter vernomen, dat er 'n ieder geval een school ongcheven zal worden.Gerieputeerde Staten haddei1 daarbij, zoo.'ils gebleken is op het oog de school aan den Oostdijk. Nooit hob ik echter pressie uitgeoefend tot ophef fing van de school aan den Oostdijk Als er dan toch een school ojigcheveri moest worden, dan 'n vredesnaam de sriiooj aan den Oostdijk. Deden wil hot niet. dan deden God Staten het en dan hadden we nog kans dat de dorpsschool door den minister opgehP-ven weid. De heer TAN'LS zegt, dat het lid van Ged. Staten zelf gezegd heeft, dat de school op voorstel van den voorzitter ongehoven wordt Gn.at u dan met mij mee. Dan kun nen we het onderzoeken. De VOORZITTER- Met jon niet! Ik zou je danken' Dergelijke verdaebtmakingen ben 'k gewend. Hoe kan toeh zoo iris ge zegd worden. Ik heb tot het laatste toe ge- poogd de school te bohoudon Eindelijk, loon ik voelde, dat er in Ouddnrp een school weg moest, heb ik gezegd, dat dan d school ip bet buurtschap maar weg moest. De lieer TANIS: Dat is een onwaarheid' De VOORZITTER: Wil je niet interrum- pec-ran! Doe dat meer ergens anders, maat iiicr niet! De heer BOSLAND: Wie moeten we ge- looven? Do VOORZITTER- lk wij hier naar voren brengen, dat het een pertinente leugen is. dat ik den Oostdijkere zand in de oogen zou hebben gestrooid. Toen ik kiezen moest, heb ik niet de dorpsschool maar de school van liet buurtschap genomen. Wethouder WESTHOEVE: Ik kan mo er zoo zonder moor maar niet mee vcreonigen. Dal is de kern van de zaak. Daar staat of valt bet mep. Dat voelen jullie wel! De heer BOSI.AND: Dc-ze zaak moeten we grondig onderzoeken. Wethouder WLS'1 HOEVE: We moeten de zaak zuiver stellen. Van het onderzoek hangt ailes af. De SECRETARIS: Wat heeft Tanis nu eigenlijk gezegd? De VOORZITTER- Tanis doet het voor komen alsof ik de Oostdijkers zand in de oogen gestrooid heb Het is echter juist het tegenovergestelde. De heer TAMS: Ik heli het duidelijk ge noeg gezegd. Ik heb het ook nog gehoord van inspecteui Brundsma. U weet wel, die zat in dezelfde cou|ié van de tram als U en ik, toen u met uw rug naar mij toezat. De VOORZITTER: U bent 's Maandags avonds bij dat lid van Gedeputeerde Staten geweest en een week later ben ik bij meneer Heukals geweest. I' bent dus 6 November hij den beer Heukels geweest? De heer TANIS' Ik heb beloofd, dat ik die meneer zi.in naam niet mag noemen. Ik hen bij een lid van Ged. Staten geweest De VOORZITTER. Bij datzelfde lid ben ik een week later geweest Hoe kan nu dat betrokken lid van Ged. Staten zoo iets tegen u zeggen. Ik heb die meneer nog nooit eer der gesjiroken lk hPb do zaak met eon ambtenaar van de Prov. Griffie besproken, de school te behouden. Zelfs heh ik met den hoofdambtenaar zoo afgesproken,, dat in ieder geval de school tot 1 Mei open zal blijven. We hebben toen nog nagegaan of de school op de lijst van 324 door den minis ter op te heffen scholen voorkwam. Dat was echter niet het geval. Ik begrijp niet, hoe men zoo iets kan zeggen. De heer TANIS: Ga dan mee! De VOORZITTER: Och, men kan me op een gegeven moment wel beschuldigen f2000 'e bobben gestolen. Ik kan me te hoog voe len voor dergelijke beschuldigingen. Ik heb dat lid van God. Staten nooit eerder ge sproken. Wethouder WESTHOEVE: Er is hier Vorige week Vrijdag werd Mr. E. P. Verkerk, de nieuwe Burgemeester van Boskoop, in zijn ambt geïnstalleerd. De oudste wethouder, de heer E. Guldemond, sprak hem op hartelijke wijze toe en hing hem den ambtsketen om. een misverstand, j Dat is een moeilijke factor in het spel. Het kan geen bezwaar zijn. dit te onderzoeken. De lieer ARR PADMOS zou willen voor stellen een commissie van eergericht in te stellen! De VOORZITTER: Een commissie van eer- gericht! Als iemand me valsch beschul digt behoef ik daar toch niet op in lo gaan! De heor ABR. PADMOS: Ik heb zoo straks al eens gezegd. Klojd men op een zak dan kan men zien of het een koolzak of een meelzak is! Er moet eens onderzocht worden boe bet hij de regeoringsapparaten loegaat. Het is gebleken dat Gedeputeerde Staten niet altijd aan dezelfde touwtjes IreKken. Het komt voor, dat de hoofdambte naren op de dejiui tementen zonder den Minister in kennis te stollen handelen. Dat moest pons uit wezen' Wethouder WKSTHOEVE: Ik hen er voor om de zaak aai: te houden. De toestand is niet zuiver voor een goeden gang van zaken. De VOORZI'l TER' Wat heeft het met de zaak te maken! Do heer BOSLAND: Dat heeft het wel Eén van twee heeft een onwaarheid ge sproken! De VOORZEITEB: Hoe kan het gemeente bestuur van Ouddorp Ged. Staten voorstel len de school aan den Oostdijk op te heffen. De liPer TANIS: U hebt de menschen van den Oostdiik zand in de oogen gestrooid. Dat is mij gebleken. Ik weet er alles van! De VQORZITTER: Zand in de oogen ge strooid Waaruit is u dat gebleken? De Ijeer TANIS: Dat weet ik niet (hila riteit)' De "5FCRETARIS: Noch Ged. Staten nooh de Minister hebben een dergelijk schrijven ontvangen. De heei TANIS: Men kan met den mond veel meer klaar maken dan op jiapier. La ten we het dan onderzoeken. Dn VOORZITTER: Daar voel ik niets voor. Meedere raadsleden dringen er op aan Dc VOORZITTER: Ik doe bet niet! Afge- loopen! De school stond bij Ged. Staten in 1925 reeds op dp nominatie om opgeheven te worden. Tot bet oogenblik vanaf de laat ste raadsvergadering heb ik alles gedaan om de school te behouden. Daarna is mij gebleken, dot bet niet ging. Dat is de heele zaak! Wethouder WESTHOEVE zegt nog eens dat hij eerst helderheid in deze zaak wil hebben. De VOORZITTER. Och, dat heeft niets met de zaak te maken! Wethouder WESTHOEVE: Het kan toch een misverstand zijn. F.r is verschil tusschen liet advies van den Voorzitter en van Tanis. Ik voel er niets voor om deze zaak zoo af tc handelen Ik kan niet uitmaken wie er ge lijk hepft Do VOORZITTER merkt op, dat het geen manier is om hem er van te beschuldigen den Oostdiijkecs zand in de oogen 'e strooien. Wethouder WESTHOEVE: We zijn h cr toch bij elkander ln goede harmonie! De VOORZITTER: Dat kan ik moeilijk zeggen! De heer TANIS: Ik heb de vorige verga dering reeds gezegd dat ik geonuurzou nis- ton voor-lat ik de zaak voor elkaar had. Da! heb ik gedaan. Ik ban bij Gedeputeerde Sta ten geweest en heb de heele zaak onder zocht Ik ben er d reet den volgenden dag op uitgegaan. De heer PADMOS: We hadden het zoo straks over harmonie. In het woord har monie De VOORZITTER (tegen Tanis): U hebt valsche beschuldigingen legen mij. De heer TANIS: Het voorstel van B. en W was al weg toen ik b j een lid van G:d. Stnton ben gewees Dat lid deelde mij mede dat hij er niets van begreep, want het voor stel van B. en W. tot ophoff ng van de school van de.i Oostddijk was allang bin nen. „De school aan den Oostdijk was al weg" zei hij tege» ene. De SECRETARIS: Hoe kan iemand dat zoggen! Wan', het moot toch ook gebeurd zijn. Wij hebben niets aan Ged. Staten ge schreven. Wetho -der WESTHOEVE: Er moet eerst helderheid komen in deze zaak! De heer ABR. PADMOS zegt. dat er zoo straks over goeie harmonie gesproken Is. Ik wil er op wijzen, aklus spr., dat bij harmo nie altijd consonanten en dissonanten noo dig zijn. Hoofdzaak is, da! we als de zaak op oen ondergeschikt punt, op ee>n tusschen- liggonde kwestie a< ige-hou ten wordt, de frontmakere voor liet openbaar onderwijs weer 30 of 60 dagen gelegenheid geven om nieuwe oogst van leerlingen binnen te ha len. VoM je dat nou niet! We moeten de zaak afmaken! De heer BOSLAND: Padmos heeft gelijk, da' de laatste dagen d-e voorstanders van het open-baar onderwijs alle mddelen te baat numen om kindoren op hun school te krijgen. Echter een van twee spreekt een onwaarheid! De hoer PADMOS zegt nog eens dat deze Ikwestie van ondergeschikt belang Ls. We Imoeten ni-et het kind met het waschwater hvejgwerpen. Deze kwestie kan de zaak maar verwikke len. De VOORZITTER brengt het vooretel- iPadmos in stemm ng, doch vraagt alvorens idanrloe over te gaan of de heer Pad.-n-os zich er mee kan vereenigen, dat in hot voorstel wordt opgenomen, dat de opheffing van de school eers' ingaat op den eersten dag van de volgende maand na het tijdstip waar op de beslissing van de Kroon (de besliss ng In hooger beroep) is gevallen. Het voorstel van den heer Padmos wordt tnct 8 tegen 3 stemmen aangenomen. De heerer. Hamceteman, Westdij-k en Breen stemmen tegen. De raad heMt dus besloten de ojaenbare lagere school in het dorp op te heffen en tc trachten de school aan dm Oostdijk te behouden. De VOORZITTER brengt vervolgens in 'behandeling, punt 2 van de agenda: De in stelling van een commissie van advies i.z. werkverschaffing en s'eunverleening. Wie van de heeren wensoht ov-cir dt door hen zelf naar voren gebrachte punt het woord. De heer TANIS wijst erop, dat de stcun- uitkeeringen meerdere malen verkeerd zijn toegojiast. Sjir. noemt enkele gevallen op, waarbij men cr geen recht op had. Men pro beert zoo veel mogelijk te krijgen! De hoe ren Wcstdijk en Bosland hebben mij ge zegd, dat ze wel zitting in die commissie •w Hen hebben. De heer WESTDIJK: Tanis is tegen mij begonnen over een commissie van bijstand 'maar i.k en Bosland bobben geen ja ol neen gezegd. Mijn conclusie is: Tanis kan wel andoren voor oen appel en een ei aan z.jn le.band krijgen, maar daarvoor kan hij mij niet Krijgen. Ik heb alleen tegen Tams ge zegd: als het een rechtvaardige zaak is li-'b ik Jak aan nujn jvartij. De heer BUSLAND: Ik weet van de zaak niet af. De heer HAMEETEMAN zegt, dat de commissie evenmin als B. en W. all s n et weet, De Minister is er echter voor om alles in banden van II. en W. te houden. De Baad kan altijd inlicht ngan vragen of klaoht n indienen bij B. en W. Wethouder WESTHOEVE zegt, dat het hem verwondert, dat dit punt op dc agen da is gebracht. De Raad heeft zich altijd tegen commis sies verklaard. Do Commssie had alleen zin wanneer B. W. hun plicht in dit op zicht niet deden. De heer TAMS: In aJle gemeenten cn ook op Melissant weer pas, is cr een comcnisse van bijstand ingesteld, d-ie de klacii en be- hunde.t en tegengaat dat er gezegd wordt: 'k krijg nooit werk en die en d-ie zit ait.jd in de werkverschaffing. De heer PADMOS: Dan moet Westdijk er toch voor zijn. De heer W ESTDIJK: Ik ben er niet voor! Do heer PADMOS: Het domme puhliCk, ik behoor daar volgens dea voorzitter ook bij De heer WESTDIJK: Dat kan lk begrij- oenl De VOORZITTER: Niet persoonlijk wor den! De heer PADMOS: Laten ze mijn kinde ren ook naar de openbare school sturen, dan kom ik ook in aanmerking voor de werk- verschaff ng! Do VOORZITTER hamert en vraagt waar om niet eerder over vergissingen van vorig jaar gesproken is en men daar eerst nu la December mee komt. Als de raad zijn plicht gedaan had dan was het niet nood-ig gewees:. Er zijn nooit mensoben bij ons geweest met klachten. En dat men door moo e kind 'ren in hot gevlei kan komen, dergelijke verdachtma kingen leggen we naust ons neer bij de andere. Hue had de heer Padmos zich echter de taak van zoo'n commissie voor gesteld. De heer PADMOS antwoordt dat de com missie B. en W. advies ge'ift in het uitzoe ken van werkvolk en het vaststellen van «ventucele ste nu. t'kceringen. De VOORZITTER: En wie dacht u te be noemen ln die commissie? De heer ABR. PADMOS: Westdijk. De heer WESTDIJK: Nooitl De heer PADMOS.' Bosland en als er dan niemand meer zou zijn: ikzelf. De VOORZITTER: lk voel do behoefte van een commiss e heelemaal niet De heer ABR. PADMOS: De Raad kan toch de wenschelijkheid uitspreken. Het voorstel tot instelling'van eun com missie wonlt met de stemmen van de heo- I ren Hamee ema-n, W stdijk, Wetih. Breen, Weth. Westhoeve, KI. Westhoeve en Bos land tegen verworpen. De VOORZITTER deelt vervolgens me le, dat aan de werkloozen goedkoope marga rine en goedkoop vleesch beschikbaar zal ■worden gesteld. Vervolgens wordt de begroo'ang 1934 van het Burgerlijk Armbestuur, welke op de worige vergadering vergeten was in behan deling te brengen, goedgekeurd m:t een ■eindbedrag aan inkomsten en uitgaven van 1800.91. Tenslotte wordt het verzoek van enkele w nkeli-crs om op 0 December a.s. de winkels tot 10 uur op>en te mogen hebben, doo.' den raad met algeneane stennm ingewilligd. Daarna gaat de raad over in geheime, ■zitting, waarin Wethouder Breen nog enkele medodeel-ingen zou doen.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1933 | | pagina 5