ORGAAN
siyno
vinces
BINNENLAND*
IMERCURIUS
HAVERMOUT
25 cent per pondspak
ZATERDAG 25 NOVEMBER 1933
48E JAARGANG N<>. 4010
TWEEDE KAMER
Voornaamste Nieuws.
MAAS EN
ELDEBODE
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 0.90 bij
vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
Uitgave N.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h. VV. BOEKHOVEN
ZONEN, SOMMELSDIJK Tel. Interc. No. 202 Postbus No. 2.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere
Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers.
Advertenliën 20 cent, Reclames 40 cent, Boekaankondiging 10 cent per
regel. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 1.per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 8 uur.
SCHAPER EN TROELSTRA
Na de Gedenkschriften van wijlen Mr. P.
J. Troelstra heeft nu ook het bekende soc.
dem. Kamerlid J. H. Schaper zijn herinne
ringen in 't licht gegeven.
Op een partij-conferentie moet de heer
Srhaper eens gezegd hebben, dat Mr. Troel
stra tegen de groote momenten niet opge
wassen was gebleken. In antwoord daarop
schreef Mr. Troelstra in zijn Gedenkschrif
ten: „Van Schaper verwacht men nu een
maal niet allereerst billijke en goed-gemo-
tiveerde oordeelen over personen".
Deze terechtwijzing van den grooten lei
der moet den heer Schaper wel diep ge
griefd hebben. Want aldus schrijft hij hier
over in zijn „Herinneringen":
„Hoe hij aan deze laatste felle beoordee
ling van mijn persoon kwam, is mij niet
duidelijk. Wel duidelijk is, dat hij dit bit
tere vonnis over mij velde, zonder er eeni-
ge nadere motiveering voor aan te voeren!
Ik vlei niet gaarne, en begeer niet te wor
den gevleid. Maar ik kan zeer wel waardee-
ren de personen met wie ik verkeer. Ik
meen hen altijd billijk te behandelen, al
heb ik mij zeker wel eens scherp uitgelaten
over sommige medestrijders en'tegenstanders,
die mij in hun gedragingen wat oprechtheid,
waarheidsliefde en integriteit aanging te
leur stelden. Troelstra is door mij steeds
zeer gewaardeerd, al was ik niet blind voor
zijn fouten en moest ik hem weieens be
strijden in het openbaav. In al zijn moei
lijkheden in de Partij met de extremisten
heb ik hem steeds zooveel mogelijk trouw
verdedigd. Zoo maakte ik voor het eerst
vijandschap met mevr. Holst, toen deze
hoogstaande vrouw in een polemiek Tr.
mede door slecht eiteeren verweet, dat hi]
het beginsel „wilde daarlaten" en "ik hem
daartegen in een artikel „Het bog-int weer"
(in „Het Volk" van 19 Maart 1902) in be
scherming nam. Voorzoover ik mij herinner
heeft hij mij nimmer verdedigd tegen lage
aanvallen, ook als hij het geheel met mij
eens was. Men heeft mij dan ook resp. in
brochures en couranten (zoo in de Haag-
sche Post van 23 November 192S) zijn
„schoothondje" en „schildknaap" genoemd.
Wat moest ik, wat moest Vliegen die
ook aangevallen werd doen, toen onze
oude strijdmakker vanaf zijn ziekbed zulke
dingen over ons schreef'? Moest ik mij ver
weren? Maar bij de teergevoeligheid van
Troelstra op dit gebied liep ik veel gevaar,
hem bij dat verweer te kwetsen. Wie weet
of er zijn laatste sprankje gezondheid niet
mee gemoeid zou geweest zijn. Onmogelijk
kon ik de verantwoordelijkheid daarvan op
mij nemen."
Voor ieder, die belang stelt in de ontwik
keling van en de verschillende strijdvragen
in de S.D.A.P. gedurende den tijd van haar
bestaan, is het boek van den heer Schaper
Van groot belang.
Maar ook voor wat hij o. m. opmerkt
over godsdienst en geloof. Schrift en Kerk.
Daarop hopen we in een volgend num
mer even te wijzen.
VERDERE LOONSVERLAGING
BIJ DE SPOOR
In de op 22 Nov. gehouden ver
gadering van de Personeelraad der
Nederlandsche Spoorwegen kwam
aan de orde een schrijven van de
Directie van de Nederlandsche
Spoorwegen, waarin werd mede
gedeeld, dat naar het gevoelen der
Regeering verdere loonsverlaging
onvermijdelijk is.
In verband hiermee wenscht de
directie de geldigheid van het
R.D.V. (Reglement Dienst-Voor-
waarden) met twee maanden, tot
1 Maart 1934, te verlengen, ten
einde tijd tot voorbereiding der
loonsverlaging te vinden.
In een gemotiveerd schrijven heeft
de Personeelraad zijn ernstige be
zwaren tegen de voornemens tot
verlaging der loonen ter kennis
der Directie gebracht en haar om
een onderhoud verzocht.
NEDERLANDJCH FABRIKAAT
DE GARNALENVISSCHER. Voor stndsche lezers zou deze mooie foto wj I h i eeltige
verklaring behoeven. Maar voor eilandbewoners is 't zulk een vertrouwd beeld, dal elke
toelichting overbodij kan worden geacht.
VOORTGEZTTE BEHANDELIJK VAN DE
RIJKSBEGROOTING 1934
Onvermijdelijk, absoluut onvermijdelijk
zijn de finanrieele maatrogclen der Regee
ring, heeft Minister Oud Dinsdag in de
Tweede Kamer betoogd. De overgrootc meer
derheid is hem bij zijn voorstellen gevolgd,
zoodaf achtereenvolgens:
1. 6Vó millioen beschikbaar gestold werd
voor noodlijdende gemeenten;
2. De uitkeeringen uit het Gemeentefonds
werden verminderd met 10.9 millioen, waar
van 714 millioen aan het dienstjaar 1931/35
ten goede komt,
3. Gecontinueerd werden de reeds be
staande 30—150 opcenten op de Gemeente
fondsbelasting en 30 opcenten op de Vermo-
ensbelasting. (Opbrengst 2-1.339.000, waar
van 16.260.000 voor het a.s. dienstjaar);
4. Verschillende heffingen ten bate van het
Leeningsfonds met 5 jaar verlengd werden.
Opbrengst 19.230.000.
5. Voortgezet werden de heffing van en
kele tijdelijke invoerrechten en verhoogde
invoerrechten op sommige opcenten. Op
brengst 40.900.000.
Alles bij elkaar 'n dikke S0 millioen gul
den die dienen moeten ter gedeeltelijke dek
king van ons begroot ingstekort.
De Kamer toont den moed tot daden. Al
leen de soc. dem. met nog enkele eenlingen
vergenoegden zich met de gemakkelijke rol
van tegenstemmen.
Niet geslaagde interpellatie.
De reputatie van de,n soc.-dem. heer Cra
mer, die in verhand met diens bekende uit
lating, dat de berichten over de muiterij op
do „Zeven Provinciën" hem zoo „verduiveld
goed" deden, toch al niet ongeschonden
was, heeft Woensdag door eigen toedoen een
nieuwen deuk ontvangen.
De heer Cramer mocht interpelleeren met
betrekking tot de politieke gebeurtenissen
in Indië. Dio gebeurtenissen waren voorge
vallen in de maand Augustus en concen
treerden zich voornamelijk om de arresta
tie van den opruier Ir. Soekarno, leider van
de Paitai Indonesia. Sinds is in Indië deze
zaak in den Volksraad een en andermaal
ampel besproken en in antwoord op vragen
terzake van den heer Vliegen had de Mi
nister van Koloniën op 19 October j.l een
uitvoerige nota aan de Tweede Kamer doen
toekomen, waarin in den breede de ver
schillende regeeringsmaatregeien werden
toegelicht.
Gevoegelijk had het
daarbij kunnen blijven en
de heer Cramer zou wijs
hebben gedaan, indien hij
zijn interpellatie niet had
gehandhaafd en wat er
nog te bespreken viel
en dat was niet veel
had bewaard tot aan de
behandeling dei' Indische
begrooting. De heer Cra
mer heeft dat niet ge
daan, met het gevolg, dat
de Kamer zoo wat drie en
een half uur besteed heeft
aan 'n interpellatie, waar
aan de grondslag ontvallen was, waarin
niets nieuws naar voren kwam en die voor
den interpellant tot een- groot fiasco is ge
worden.
De interpellant had niets nieuws te rele-
veeren: het waren altemaa! oude klanken.
Ook de minister begon met de mededeeling
dat hij weinig meer kon toevoegen aan het
geen aan de Kamer alreeds bekend was en
de „tusschenkomcnde sprekers" beijverden
Ir Cramer
zich eveneens om te verklaren, dat geen
stof voor gedachtenwissMing was gehdden
en dat zij voor zoover zij niet tot de re
volutionaire groepen behoorden zich
slechts achter de Itegeering konden plaat
sen. Met korte verklaringen of redevoerin
gen werd volstaan.
Voor de zooveelste maal werd duidelijk,
dat de soc.-dem. ten opziciite van revolu
tionaire bewegingen den moed missen om
een scherp belijnd standpunt in te n»mcn.
Hot is steeds een sparen van de kool en de
geit: spreken over gezag en lonken naar de
revolutionairen, aan wie vooral niet al te
spoedig iets in den weg moet worden ge
legd. Er is toch niets ernstigs gebeurd, zoo
was ook nu de redeneering, en waarom dan
zoo scherpe maatregelen ter beteugeling
van agitatie genomen?
De heer Cramer trachtte zijn figuurnog
te redden door een motie in te dienen, die
zoo vleesch-noch-visch was. dat niemand er
een gonrt woord voor over had. Zij vroeg in
de eerste plaats van de regeering om. het
recht van vereeniging en vergadering zoo
veel mogelijk te eerbiedigen. Maar dat ge
beurt; alleen onverstandige volksleiders
kunnen haar dat ruime standpunt onmo
gelijk maken. Voorts vroeg de motie, in at-
wachting van wijziging of afschaffing der
exorbitante rechten, deze niet meer toe te
passen. Aan zulk een dwaasheid kon na
tuurlijk de minister niet denken.
Met 50 tegen 20 stemmen werd de motie
verworpen. Zij verwierf slechts de zuiver
revolutionaire stemmen.
Nog steeds: de zomertijd.
Na de interpellatie werd met de begroo
ting van Binnenlandscho Zaken begonnen;
tegelijk kwam daarbij in behandeling het
initiatief-voorstel van de heeren v. d. Heu
vel en Bakker tot afschaffing van den
zomertijd.
Bij de algemeene beschouwingen stond
dit voorstel wel in het midden der belang
stelling. De bekende bezwaren voor en te
gen dén zomertijd werden aangevoerd.
De soc.-dem. Dr. v. d. Wacrden kwam
met een tusschenvoorstel voor den dag. Hij
zou een onderzoek willen zien ingesteld
naar de mogelijkheid om in ons land inden
winter dén West-Europeeschen tijd te vol-
gen en des zomers den Middel-Europee-
schen tijd. Daarin ligt een tegemoetkoming
aan de bezwaren van het platteland, ter
wijl we dan voorts ons aansluiten bij de
tijdregelingen in ons omringende landen.
Donderdagmiddag werd deze motie aange
nomen met 46 tegen "29 stammen, waardoor
het voorstel v. d. Heuvel van de baan was.
Tegen stemden de Anti-Rev., enkele Chr.-
hist. en R.-K. en de Staatk. Geref.
De heer Van den Heuvel heeft daarop
schorsing gevraagd van de behandeling van
zijn initiatief-voorstel tot afschaffing van
den Zomertijd, teneinde de Regeering in de
gelegenheid te stellen haar standpunt be
kend te maken.
Over crematie.
Een ander punt, dat van meer dan één
zijde besproken werd, was de crematie. Er
is ter zake overleg gaande om een eind te
maken aan het conflict, dat bestaat tus-
schen wet en practijk.
De heer v. d. Heide hoopte al hij voor
baat op volledige vrijheid in de naaste toe
komst, Minister de Wilde gaf hem echter
te verstaan, dat deze zaak een principieel
karakter draagt en als er een oplossing
komt, zal deze dus ook in principieelen in
moeten uitvallen.
RAPPORT
COMMISSIE-SCHOUTEN
SLECHTS NORMEN EN RICHTLIJNEN
De leidende gedachte
De Commissie-Schouten, in het leven ge
roepen om na te paan welke toetsingsnor
men kunnen wor
den aangelegd voor
de heoordoeling van
de bezoldiging van
het personeel in
dienst van provin
ciën, gemeenten,
enz. heelt thans
haar rapport inge
diend.
Waar haar oordeel
behoort de Regec-
rinir wijziging in de
salarisregolingen te
bc\ orderen, c.q. de
ze zelf vast te stel- Jan Schovtr.n
len:
a. hij het bestaan van klaarblijkelijk on
juiste salaris verhoudingen binnen het ka
der ccncr regeling, ol van excessen op be
paalde punten bij vergelijking met de daar
voor in aanmerking komende regeling;
1». bij de aanwezigheid van een wanver
houding tusschen het salarispeil van een
bepaald publiekrechtelijk orgaan en dal
van soortgelijke, in ongeveer gelijke om
standigheden verkooronde organen of tus-
schen dat van een zoodanig orgaan, en het
salarispeil \an het Rijk;
c. bij de aanwezigheid van een wanver
houding tusschen hot salarispeil van oen la
ger publiekrechtelijk orgaan en den loon
en levensstandaard in dezelfde streek of
plaat*.
De toepassing aan de practijk.
Indien uit de toetsing volgt-, dat een be-
zoldigingsVegcling van oen lagere publiek
rechtelijk** corporatie wijziging behoeft, zal
het daarheen zijn te leiden dat de excessen
door die wijziging, eventueel door het vest
stellen van een nieuwe regeling, volledig
worden weggenomen. Het verdient daarbij
aanbeveling, de gewijzigde of nieuwe rope
ling onmiddellijk in werking te doen tre
den. Voor nieuw In dienst komend perso
neel levert zulks geen be?\vaar op. Doch
ook ten aanzien van de -eeds in dienst zijn
de ambtenaren ware do gecorrigeerde rege
ling aanstonds toe te passen. Daarbij dient
echter een te groote en te plotselinge ver
mindering van levenspeil van deze ambte
naren te worden voorkomen.
Naar het oordeel der Commissie bestaat
aanleiding tot hot. treffen van een over
gangsbepaling .indien door de inwerking
treding1 van de gecorrigeerde regeling de
netto-wedde van den in dienst zijnden amb
tenaar, die gehuwd of kostwinner van een
gezin is, meer dan 10 pet. of van den
ongehuwden ambtenaar, niet-kostwinner
zijnde, meer dan 15 pet,. op eenmaal zou
achteruitgegaan. In dat geval ware den amb
tenaar hij wijze van overgangsmaatregel
een persoonlijke toelage toe te kennen, in
dier voege, dat zijn inkomen per jaar niet
meer dan 10 resp. 15 pet. vermindert,
In geval tengevolge van het ingrijpen der
regeering de salarissen van b e p a a 1 d i
ambt aren of he paalde groepen van amb
tenaren met meer dan 20 pet voor gehuw
den en 30 pet. voor ongehuwden teruggaan,
ware te overwegen, of voor deze ambtena
ren niet een afzonderlijke overgangsrege
ling in het leven behoort te worden geroe
pen, ten einde don overgang voor het meer
dere meer geleidelijk te doen plaats heb
ben.
HET VEER
TERNEUZEN-VLISSINGEN
Een Terneuzensche onderneming heeft
aan de Prov. Staten van Zeeland bericht
gezonden, dat zij voornemens is, een stoom-
Eootdienst voor het vervoer van passagiers
en goederen tusschen Terneuzen en Vlissin-
gen te gaan exploiteeren van don datum af,
dat de provincie, oveieenknmstig het voor
stal van Ged. Staen haar dienst zal ophef
fen. Zij vraagt alsdan in de gelegenheid te
worden gesteld twee der bij de provincie
overcomplete schepen te koopen.
DE IJMUIDENSCHE TRAWL-
VISSCHERIJ
CONCLUSIES DER COMMISSIE VAN
ONDERZOEK.
Verschenen is het verslag \an de com
missie van onderzoek naar de oorzaken
van den ongunstigen toestand, waarin het
trawlvisscherijhedrijf te IJmuiden verkeert,
ingesteld hij beschikking van don minister
van Binnonlandsche Zaken en Landbouw
van 1G Juli 1031.
Onder voorbehoud, dat eenige ledrpi op
sommige punten verder gaande maatrege
len noodzakelijk achten, kan de commissie,
in haar geheel, zich met de navolgende
conclusion vereenigen.
1. Beperking \an den aankoop van te
«nule huitenlandschc visschersvaartuigen,
vlooi* bepaling, dat deze vaartuigen, voor
zoover die 1G jaar en ouder zijn, niet meer
onder do Nederlandsche wet kunnen wor
den gebracht; 2. Verbod van den aanvoei
van platvischpuf; 3. Maatregelen tegen
den aanvoer van kleine schelvisch; 5 Be
vrijding van 't Staatsvisschershavenhedrijl
van de kosten van de havens; 5. Tn verband
hiermede herziening van de erfpachtsvoor-
waarden en verlaging van de tarieven,
ook voor de uitgifte van gronden in erf
pacht on het gebruik der commercieele en
andere inrichtingen van 't Staatsvisschers-
havenhedrijf; 6. Verleéning van medewer
king door de regec-ring voor de stichting
van ©en onderlinge scheepsverzekering;
Coöperatieve samenwerking on het gebied
van den aankoop van diverse benoodigd-
heden ten behoeve der visscherij en on het
gebied van het onderhouden en tepareeren
van de schepen; 8. Het mechani-eeren van
het laden der schepen met kolen (aanbren
gen kolentip) en het lossen drr schepen
(gebruik van electrisrhe lieren): 9. Bevor
dering van: a. het binnenlandsch vischgo-
bruik door de belanghebbenden, met steun
\an de overheid; b. de afzetmogelijkheden
•n het buitenland; 10. Instelling \an een
Commissie van Advies inzake belangrijke
bcdrijfsaangelegenheden als bedoeld in het
verslag van de commissie van onderzoek
van 't staat^vissehershavenbedrijf te IJmui
den van 1929; 11. Bevordering \an hét vak
onderwijs voor dek. en maehinepersoneel:
12. Bevordering van permanent contact,
"ventueel via de vorming win een Bedrijfs-
raad, tusschen de werkgevers- en de arbei
dersorganisaties, ter verzekering van sta
biele arbeidsvoorwaarden en rust in het
bedrijf.
ONZE LEGATIE TE LONDEN
EEN KWART MILLIOEN VOOR EEN
VAST GEBOUW
Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging en
verhooging van het derde hoofdstuk der Rijksbe-
grooting ^oor 1933.
De toelichting zegt o.ra. het volgende.
Te Londen werd tot dusver aan H. Ms. gezant
overgelaten, een woning te huren.
De tegenwoordige titutaris bewoont sinds 1928
het hoekhuis aan de N.W.-zijde van Portman
Square. Jhr. de Marees van Swinderen verkreeg
van dit gebouw de dusgenaamde „leasehold" (soort
van erfpacht). Jhr. de Marees van Swinderen, die,
evenals de regeering, het belang inziet van 'n wel
verzekerde goede huisvesting van H. Ms. gezant
schap te Londen, heeft zich bereid verklaard, zijn
recht van „leasehold", dat nog tot 15 Maart 1981
loopt en zoowel hoofd- als bijgebouwen omvat,
over te dragen aan het rijk, voor f 243.000, een in
de omstandigheden redelijken prijs.
Het rijk dient dit bod te aanvaarden, aldus zou
voor ongeveer een halve eeuw de beschikking
worden verkregen over een alleszins geschikt ge
zantschapsgebouw met kanselarij, gelegen in een
daartoe zeer goed gelegen gedeelte van Londen.
Het jaarlijksch erfpachtsrecht bedraagt 450 pond,
dat voor rekening van het Rijk zal komen. Daar
tegenover staat, dat de huur van de kanselarij,
waarvoor het rijk thans een gelijk bedrag betaalt,
zou komen te vervallen, terwijl de (reeds ten vo-
rigen jare aanmerkelijk verlaagde) verblijfsvergoe
ding van Jhr. de Marees van Swinderen uit hoofde
van huisvesting in een re geer ingsge bouw nader
met f 3000 ware te verminderen, zulks in overeen
stemming met den regel.
De Rijksbegrooting in de Tweede Kamer,
Het rapport van de Commissie-Schouten.
De steun aan telers van suikerbieten.
Bij de verkiezingen in Spanje behaalde de rech
terzijde de overwinning.
Van der Lubbe is plotseling aan 't spreken ge
slagen.
MAAS"-NYMPHEN
MIJLPAALTJES
Als dit liedje, Vrijdagavond
Afgedrukt staat in, de krant
Is er voor den Nymphen-rijmer
Iets bijzonders aan de hand.
Want dan mogen we beleven
Dat, als ik me niet vergis,
't Aantal versjes, wat ik hier gaf,
Op den kop af, honderd is.
Honderdmaal verscheen ik voor V
Plichtsgetrouw, van weck tot weck,
Om hier met V. te bespreken,
Wat me daar geschikt voor leek.
Somtijds was 't van droeve dingen,
Rampen, rouwe of verdriet,
Maar 'k onthield U de satyre
En d' onsrhuld'ge humor niet.
Af en toe. hoord' ik zoo wel eens
Wat men van mijn versjes dacht.
Meestentijds was het waardeerend
Maar 'k vernam ook wel de klucht
Dat 'k te weinig op Flakkee bleef
En heel vaak de stof niet zag
Die er op ons vriend'lijk eiland
Toch zoo maar voor 't grijpen lag.
Als ik de balans eens opmaak
Valt dit werkelijk wel mee:
Ongeveer de helft der honderd
Werd g< boren op Flakkee.
Wilt U echter dat dit hoekje
Speciaal „eiland'lijk" blijft?
Goed! Aceoord! Maar dan is 't noodig
Dat U af en toe mij schrijft
Wat er hier of daar gebeurd is
't Geeft niet waar of hoe of wat
Mits 't bericht te controleeren
En geschikt is voor ons blad.
't Opschrift van dit 'week'lijksch versjè
Staat in 't meervoud, zoo U ziet.
Ja, dit honderdste gedichtje
Is de een'ge mijlpaal niet:
Vrijdagavond jubileer ik
Met m'n trouwe lezers hier.
Zondag met m'n vrouw en zoontje
Als ik koop'ren bruiloft vier.
(Nadruk verboden.)
HAK ATE.
Elk jaar weerverschvjnen ze
in de groote sleden: de primi
tievc wagentjes, waar de pri
ma Zeeuwsctie mosselen ver-
kröqbaar zijn. Voor heel wat
stedelingen behooren ze tol de
heerlijkste versnaperir 7en, die
maar te bedenken zijn.