Gemeenteraad van Den Bomme! I MAAS- EN SCHELDEBODE ZATERDAG 18 NOVEMBER 1933 MAAS M Gemengd Nieuws, HET DE UITKEERING VAN HET RIJK Verhuring grond aan Dorschvereen. INWERKINGSTELLING STEUNREGELING Dinsdagmiddag om half drie kwam de Raad dezer gemeente bijeen onder voorzitterschap van Burgemeester Donkersloot. Tegenwoordig waren alle leden. De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en heet de raadsleden welkom, in het bij zonder den heer J. Buth die na een langdurige ongesteldheid weer aanwezig is en spreekt den wensch uit, dat God hem de kracht moge geven nog langen tijd de belangen van de oemeente te mogen behartigen. Daarna leest de secretaris de notulen van de vorige vergadering, die onveranderd worden goed gekeurd. Aan de orde zijn vervolgens de ingekomen stukken Allereerst een schrijven van de slaqersvereeni- ging „Ons .-vilei Belang" op Goeree en Overflakkee inhoudende een verzoek om de tarieven in h-'t keuringsdistrict in overeenstemming te brengen met de overige districten op het eiland Goeree en Over flakkee. In laatstgenoemde districten (Middelhar- nis en Dirksland) zijn de tarieven f 4 per koe, f 4 per varken en f 2 per pink. B. en W. stellen voor dit schrijven naar B. en VJ. terug te verwijzen, waarna B. en W. zich in verbinding kunnen stellen met de overige gemeen ten. Aldus wordt besloten. Vervolgens is ingekomen de gasrekenlng der Gascentrale „Oost-FIakkee" over de maanden Mei en Juni 1933, welke rekening door den gemeente- opzichter is nagekeken en in orde is bevonden, tot een bedrag van f 482.85. Ingekomen is voorts een rapport van den keu ringsdienst voor waren voor het gebied Dordrecht over het 3e kwartaal. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Ten vierde zijn circulaires binnen gekomen van de Ministers van Sociale Zaken, Binnenlandsche Zaken en Financiën betreffende de uitkeering van het Rijk In verband met de kosten voor de werkverschaffing. De circulaires houden ongeveer het volgende in: le dat voor deze gemeente de subsidie over 1933 zal bedragen 76 pet., 2e dat voor 1934 gerekend kan worden op 46/76 van dit bedrag, waarvan het gevolg is dat een dekken der uitgaven van pl.m. 5800 moet worden gevonden. De VOORZITTER zegt, dat het zeer lastig gaan zal en wijst er vervolgens op, dat den Minis ter aangetoond zal moeten worden, dat Den Bom mel recht heeft op een verhooging van 6 pet., welke mogelijkheid in deze circulaire geopend is. Lukt het ons niet, aldus spr., den Minister daarvan te overtuigen, dan zullen wij over moeten gaan tot verhooging van de opéenten op de personeele be lasting. Spr. merkt vervolgens op, dat met de circulaires -geen rekening gehouden kon worden wat de begroo ting 1934 betreft. De circulaires zijn niet voor 1 November ingekomen en de begrooting was voor dien tijd al verzonden. Spr. stelt tenslotte voor de circulaires voor kennisgeving aan te nemen. Aldus wordt besloten. Ingekomen is een schrijven van den Rijksdienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbemidde ling betreffende voorloopig ten laste van de ge meente komende extra subsidiebedragen in verband met de crisisregeling 1933 voor het 3e kwartaal 1933, welk bedrag op f 235 is geraamd. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Ingekomen is een schrijven van denzelfden Rijksdienst waarin het normaal bedrag der subsi die is berekend op f 235. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Ingekomen is een schrijven van C. M. Boogaart te Oude Tonge met verzoek in aanmerking te mo gen komen voor den aanleg van een plantsoen in deze gemeente. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Ingekomen is een schrijven van het Provinciaal Bestuur van Zuid-Holland waarin goedkeuring is verleend aan een raadsbesluit tot wijziging van de begrooting 1933. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Ingekomen is een schrijven van het Provinciaal Bestuur, inhoudende bemerkingen aangaande de instructie voor den secretaris. Na voorlezing dezes alsmede van het ontwerp-instructie wordt de in structie voor den secretaris met algemeene stem men vastgesteld. Ingekomen is een schrijven van bewoners van den Beneden Oostdijk, waarin verzocht wordt over te gaan tot het plaatsen aldaar van een lantaarn. B. en W. stellen voor dit schrijven naar B. en W. te verwijzen voor onderzoek en te trachten al daar een verlichting aan te brengen. Aldus wordt besloten. Vervolgens is aan de orde: belegging waarborgsommen van huurders van de woningen in Tuindorp bij de Coöperatieve Boerenleenbank te Den Bommel. De VOORZITTER wijst erop, dat de besluiten tot belegging van kasgeld bij de Boerenleenbank de goedkeuring vereischen van Ged. Staten. Gezien de houding van de Boerenleenbank al- bier stellen B. en W. voor het kasgeld te blijven beleggen bij de Boerenleenbank en dit Gedep. Staten mede te deelen. Aldus wordt besloten. Dan is aan de orde: het voorstel van B. en W. tot verlenging van de rekening-courant-overeen komst met N.V. Bank van Ned. Gemeenten. Na uiteenzetting van den voorzitter en na voor lezing van de ontwerp-overeenkomst door den secretaris, besluit de Raad het voorstel van B. en W. tot het aangaan van een rekening-courant- overeenkomst met genoemde bank aan te gaan. Vervolgens komt in bespreking het voorstel van B. en W. tot verhuring van perceel grond aan de Dorschvereeniging alhier; met toestemming om op dien grond een loods te bouwen. Wethouder JONGELING merkt op, dat het beter is, wanneer toestemming werd gegeven om een loods te bouwen, dat de bepaling wordt gemaakt, dat deze afgebroken moet worden indien dit noodig mocht blijken te zijn. Van Oostrom kan wel voor 10 jaar de grond huren, maar deze restrictie wil spr. maken, want de loods kan wel eens in den weg komen te staan. Daarbij wil spr. erop wijzen, dat de loods niet zoo wordt gebouwd, dat het dempen van de sloot niet plaats kan hebben. De heer HOKKE: Dat zal hij doen! De heer v. d. MAST wijst erop, dat de grond destijds de gemeente veel geld gekost heeft en acht het bedrag voor huur te gering. De VOORZITTER. We mogen blij zijn, dat we den grond kunnen verhuren, want nu brengt hij niets op. Daarbij beschouwen wij het als tuin grond, waar een loods opgezet wordt. De heer v. d. MAST: Zoo kom je er altijd! Zoo kan men alle grond, waarop gebouwd wordt, tuin grond noemen. Spr. acht het gewenscht om dezen grond als bouwgrond te beschouwen. De VOORZITTER: Ik wil hier uitdrukkelijk aan toe voegen, dat B. en W. de plaats aange ven, waar de loods moet komen te staan. De heer v. d. MAST: Het is mijns inziens bouw grond. Het wordt per slot van rekening zoo, dat de Dorschvereeniging voor niets kan bouwen. Het bedrag van de huur is te gering. Zie er voor te krijgen, M. de V.. een bedrag, hetwelk billijk is. De VOORZITTER antwoordt, dat, aL het als bouwgrond beschouwd moest worden, ook de heer Bakelaar b.v. een hoogere huur moet betalen, want deze heer heeft een duiventil gebouwd. Spr. wijst erop, dat aan de slobjes en steegjes daar eigen lijk wel iets veranderd moet worden. Op 't oogen- blik kan dat echter niet. Als bouwgrond heeft de grond echter absoluut geen waarde en daarom be schouwen wij het als tuingrond. De heer v. d. MAST: Ik wou dat U een recht hief zoo hoog, dat de loods er altijd kan blijven staan. Dat kan me niet schelen! De VOORZITTER: Al komt die loods er niet, dan krijgen we de last met die sloot toch. De heer v. d. MAST: De sloot had altijd ge dempt moeten worden! Wethouder JONGELING: En daar willen wij juist niet aan! De VOORZITTER: Dat is een ander punt. Ik heb al nagegaan, dat als het gebeurde er gerio- leerd zou moeten worden. Welke huurprijs zou de heer v. d. Mast dan voor willen stellen? De heer MAST: f 8 moet je uitgeven alleen al aan afrastering en dergl. Ik vind het te weinig. De VOORZITTER: De sloot wordt gedempt afgezien van de aarage van de Dorschvereeniging. De heer RUTH acht het billijk indien voor den bebouwden grond alleen meer betaald wordt De VOORZITTER: Dan moet hetzelfde ook met van Oorschot bepaald worden. Wethouder JONGELING wijst er nog eens op, dat het tuingrond is. De heer v. d. MAST: Is de grond bij den heer Lemkes ook tuingrond? De VOORZITTER: Dat is bouwgrond. Wat er bij den Schaapsweg zit, is bouwgrond. Spr. merkt op, dat als de Raad het anders ziet, B. en W. er zich bij neer zullen leggen. Misschien heeft de heer Hokke nog iets in het midden te brengen, hij is hier de vertegenwoordiger van de Dorschvereeniging. De heer HOKKE Ik dacht dat ik als betrokken zijnde bij de Dorschvereeniging beter mijn mond kon houden. De VOORZITTER: Het is een corporatie, waar U ook lid van bent, dus zult u er allicht een goed inzicht in hebben. De heer HOKKE: Ik vind het «en algemeen be lang en ik kan me niet begrijpen, dat de heer Mast zich zoo tegen dien huurprijs verzet. Het voorste gedeelte van den grond zouden we wel willen hebben, en we zouden er ook wel meer voor willen betalen, maar dan alleen voor grond voor de schuur. Wij zullen den weg zelf verhar den tot de sloot toe. De heer MAST toont aan dat de Dorschvereeni ging geen algemeen belang dient. Het is Ti gewone zaak, die winst tracht te maken. Als dat een alge meen belang is, dan zijn alle andere zaken ook een algemeen belang. De VOORZITTER: Als de Dorschvereeniging alleen het voorste gedeelte zou nemen, blijft het achterste stuk nog over. Het is daar een janboel, een rommel en we moeten daarom zoo gauw mo gelijk een bestemming geven aan den grond. Het voorstel van den Mast tot verhooging van huur wordt niet ondersteund. Het voorstel van B. en W. wordt met alg. stemmen aangenomen. Aan de orde is vervolgens de inwerking stelling van een steun regeling. De VOORZITTER deelt mede dat er enkele verzoeken dienaangaande zijn binnengekomen van den Modernen Landarbeidersbond, afd. Den Bom mel, van den Chr. Bond, afd. Den Bommel, van den Bouwvakarbeidersbond en van het Nederl. Vakverbond, welke organisaties allen verzoeken een steunregeling in het leven te roepen of een werkverschaffingsplan uit te voeren. De voorzitter begint met op te merken, dat B. en W. de zaak bekeken hebben en tot de over tuiging zijn gekomen, dat er iets gedaan moet worden. B. en W. geven de vooikeur. zooals ook alle organisaties doen, aan werkverschaffing, maar aangezien het thans wintertijd is, en het uitdiepen van slooten in dit jaargetijde niet wenschelijk is; zijn B. en W. tot de conclusie gekomen, dat er geen andere objecten van werkverschaffing zijn en overgegaan moet worden tot het instellen van een steunregeling. B. en W. vragen den Raad thans of hij daarmee accoord kan gaan. Ook de bouwvakarbeiders zullen er in begrepen zijn. De heer v. d. MAST: U zegt dat er geen Werk verschaffingsobjecten zijn. Is er op Lombok niets te doen? Het graven van een kade langs het terrein bijvoorbeeld. VOOR 'T EERST PENSIOEN UIT EIGEN BEDRIJFSFONDS P00Z e afdeeUn(j Kampen van den Chr. Bond van Sigarenmakers en Tabakbewerkers in Nederland werd in een plechtige samenkomst van besturen zittenden gepensio neerden (staande) de eerste maal het pensioen uitgereiktverkregen uit een pensioen- t't t !n^snm^nwe^d'(] met Patroons- en Werklièdenórganisaties in de sigarenindustrie De VOORZITTER: Voor dat werk kunnen we beter wachten tot het voorjaar. Thans hebben we veel last van 't hooge water. De heer v. d. MAST: Ik heb liever Werkver schaffing, maar als het niet anders De VOORZITTER: Er zijn geen productieve Werkverschaffingsobjecten te vinden. Er is nog wel een plan van mijn voorganger, de inpoldering van het gors Willemien. De Heide Mij. heeft een plan gemaakt en naar men mij meedeelde is het reeds in een ver stadium van ontwikkeling geko men. Er blijft niets anders over dan steunverlee- ning. De heer HOKKE: Ik zou één ding willen vra gen. Ik juich het toe, dat B. en W. met een steun regeling komen. Maar is het noodig? De steun regeling is toch vorig jaar reeds in het leven ge roepen? De VOORZITTER: Zij is nooit goedgekeurd. Dit is echter dezelfde met eenige wijzigingen. De heer HOKKE: Vorig jaar is een steunrege ling door den Raad aangenomen. De VOORZITTER merkt op, dat zijn voorgan ger wel in Den Haag zal zijn geweest, maar vorig jaar wilde men werkverschaffing en steunregeling samen laten gaan en dat krijgt men in Den Haag niet gedaan. De heer HOKKE: Hij is nooit in Den Haag ge weest. (vroolijkheid). Wethouder Jongeling en ik wilden vorig jaar een rouleersysteem. Wethouder JONGELING: Nee, ik geloof, dat hij hun in zijn zak had toen hij hier vandaan ging. Hij is dus wél in Den Haag geweest (vroolijkheid). De heer HOKKE: De steunregeling is toch maar nooit ingevoerd! De VOORZITTER: Wanneer je twee zaken tegelijk wil bespreken in Den Haag dan kom je niet klaar. Ik betwijfel of mijn voorganger een ver zuim gepleegd heeft. Over twee zaken tegelijk spreken, lukt in Den Haag niet. Men wil niet over werkverschaffing spreken als men ook om een steunregeling vraagt en andersom. Momenteel is er geen werkobject; op grond daarvan stel ik voor de steunregeling te aanvaarden. Over de steunre geling hebben wij ons in verbinding gesteld met den Minister en haar op zijn aanwijzig'ngen vast gesteld, zoodat de regeling wel spoedig goedge keurd zal worden. Spr. gaat vervolgens over tot voorlezing van de steunregeling, waaraan wij het volgende ont kenen. Voor de uitgetrokkenen Art 1. De onvrijwillig geheel of gedeeltelijk werklooze valide arbeiders in het landbouw- en bouwvakbedrijf, die in de 12 maanden, of voor zooveel korter als burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen meenen te moeten aanne men, voorafgaande aan het tijdstip, waarop zij werkloos werden in de gemeente Den Bommel woonden, ontvangen, indien zij geen recht meer hebben op uitkeering uit de werkloozenkas hunner organisatie, omdat zij zijn uitgetrokken, zoolang zij naar het oordeel van B. en W. daarvoor in aan merking komen, en ten hoogste gedurende het aan tal weken te hunnen aanzien bepaald, een weke- lijksche ondersteuning in geld. Art. 2. Bij de beoordeeling van de vraag of, en in welke mate ondersteuning noodig is, wordt, met inachtneming van de na te noemen normen, die als maxima gelden, nauwlettend met den toestand van elk gezin in het bijzonder rekening gehouden. Art. 3. Als kostwinners worden alleen diege nen beschouwd, die door hun loon geheel of bijna geheel in het onderhoud voorzagen van het gezin, waartoe zij behooren. Art. 5. De ondersteunde is verplicht aangebo den werk, waarvoor hij lichamelijk geschikt kan worden geacht, te aanvaarden. Art. 6. De steun bedraagt ten hoogste: a. voor gehuwden en ongehuwde kostwinners f 6 j.er week, benevens f 0.40 ^er week per gezinslid boven de drie personen tot een maximum van drie personen; b. voor kostgangers f 4.50 per week. Art. 7. Van de inkomsten, zoowel van den uitgetrokkene zelf als van de leden van diens ge zin, wordt, voor zoover zij een bedrag ad f 4 per week te boven gaan, 3/4 van dat meerdere bedrag in mindering gebracht op zijn steun, vastgesteld overeenkomstig het vorige artikel. Art. 8. Aan personen, die gedurende zes weken of langer onafgebroken werkzaam zijn geweest en in die periode normaal loon hebben genoten, kan, alvorens hun steun wordt toegekend, een wachttijd van één week worden opgelegd. Art. 9. Slechts één lid van het gezin kan voor steun overeenkomstig deze regeling in aanmerking komen. Art 10. Geen uitkeering wordt verstrekt aan diegenen, die den leeftijd van 65 jaren overschre den hebben. Art. 11. Aan de uitgetrokkenen kan per kalen derjaar, op grond van deze regeling steun worden verleend gedurende ten hoogste: a. 18 weken aan kostgangers; b. 24 weken aan gehuwden en ongehuwde kost winners. -» Heeft een uitgetrokkene ged rende het te zijnen opzichte bepaalde aantal weken steun genoten, dan behoort hij tot de dubbel uitgetrokkenen. Art. 12. De steunbedragen worden voor eiken persoon wekelijks vastgesteld door B. en W. en namens hen uitgekeerd door den gemeente-ontvan- ger. In afwijking daarvan worden de steunbedragen aan georganiseerden uitbetaald door de penning meesters van de vakorganisaties. Art. 14. B. en W. gaan steeds na of in de om standigheden van den gesteunde of diens gezin wij zigingen zijn gekomen, welke op de vaststelling van het steunbedrag van invloed kunnen zijn. Voor de chibbel-uitgetrokkenen en ongeorganiseerden Art. 18. Voor de hierbovengenoemde groepen geldt het volgende tarief van steunverleening. De steun bedraagt ten hoogste: a. voor gehuwden en ongehuwde kostwinners f 4 per week, benevens f 0.40 per week per gezinslid boven de drie personen tot een maximum van drie personen; b. voor kostgangers f 4 per week. Art. 19. Aan gehuwden en ongehuwde kost winners, die ingevolge artikel 18 onder a steun ontvangen kan door B. en W. een z.g. kolenbon tot een maximum van f 1 per week worden ver- strekt. Art. 20. Aan deze groepen kan per kalender jaar op grond van deze regeling steun worden ver leend gedurende ten hoogste: le. dubbel-uitgetrokkenen: a. 15 weken aan kostgangers; b. 21 weken aan gehuwden en ongehuwde kost winners. 2e. reglementair nog niet rechthebbenden en on georganiseerden; a. 26 weken aan kostganöers; b. 35 weken aan gehuwden en ongehuwde kost winners. De overige bepalingen der steunregeling voor uitgetrokkenen zijn, voor zoover mogelijk, ook op deze personen van toepassing. Debat over de Steunregeling De VOORZITTER deelt vervolgens mede. dat in de commissie van Bijstand, welke B. en W. zal helpen bij het bepalen van het steunbedrag voor elk gezin afzonderlijk, zitting zullen hebben: l lid van den Modernen Landarbeidersbond, 1 lid van den Chr. Landarbeidersbond, 1 lid van de R. K. organisatie en een lid-werkgever. De heer HOKKE vraagt het woord. In de eerste plaats, aldus spr., bemerk ik, dat de steunregeling gebaseerd is op de uitkeering uit de werkloozenkassen. Ik maak me sterk, dat de orga nisaties hierdoor zullen verdwijnen! De VOORZITTER: Geen sprake van! De heer HOKKE: De kindertoeslag is ook ge wijzigd, zelfs tot f 1.20 toe. De menschen, die uit de werkloozenkassen trek ken krijgen niets. Degenen die ongeorganiseerd zijn kunnen direct gaan trekken en krijgen even veel. De VOORZITTER: Geen sprake van: f 2 min der. De georganiseerde werkloozen krijgen f 7.20 en de ongeorganiseerden f 5.20. Dan wat de werkloozenkassen betreft, degenen die uit de werkloozenkassen trekken zien hun steuntijd met 6 weken verlengd. Eerst krijgen ze uit de werkloozenkassen en daarna van de ge meente. En die f 2 meer is voor de organisaties van groot belang. De heer HOKKE: Wanneer we vaststellen dat er f 26 contributie per jaar betaald wordt, blijft er van die f 2 niet veel over. De VOORZITTER: Het voordeel is tweemaal f26.'—. Nu betalen ze 50 ct per week contributie en ontvangen daardoor 6 weken langer uitkeering plus f26 voordeel per jaar. De heer v. d. MAST: Zes en twintig weken is anders abnormaal veel. De VOORZITTER: Dat weet je niet. Er kan toch een tijd komen, dat er geen objecten voor werk verschaffing meer zijn, zoodat in den zomer de werkloosheid er ook is. Daarom is het van het grootste belang. De steunregeling is precies een der als de regeling, vorig jaar door de raadsleden goedgekeurd en vastgesteld, allee.i is er wat ver schil omdat we niet boven de werkloozenkassen uit kunnen gaan. De heer HOKKE wijst er op, dat in de oude steunregeling opgenomen staat, dat er toeslag op de werkloozenkassen zal worden gegeven. De VOORZITTER. Dat hebben we in deze steunregeling niet opgenomen, omdat er thans geen sprake van kan zijn uit de gemeentekas zonder rijkssteun toeslag op de werkloozenkassen te ver strekken. De heer HOKKE: Is het onbillijk, dat de ge meente een toeslag verleent? Die zes of acht we ken, dat steungetrokken wordt uit de werkloozen- kassen, kost het de gemeente niets! De VOORZITTER vindt het niet alleen onge- wenscht maar ook onbillijk. Waarom hebben de or ganisaties niet bij den Minister een hoogere rijks- uitkeering bedongen, en zouden wij nu uit onze eigen zak toeslag gaan geven? De bonden hebben jarenlang gelegenheid gehad om de zaak te be spreken. Wanneer we een toeslag gaan verleenen, wordt de steunregeling niet goedgekeurd. De heer v. d. MAST acht de steunregeling aan de lage kant. Spr. acht het geen bevordering van den werklust wanneer als een Dedrag van f 2 ver diend is, tweederde wordt afgetrokken. Nu hebben de menschen geen prikkel meer om twee dagen te werken. Wanneer het maximum bedrag, dat ver diend mag worden, op f 4 gebracht wordt, is de prikkel om te werken grooter. De heer HOKKE bepleit nogmaals een toeslag op de werkloozenkas. De VOORZITTER: Neem de steunregeling aan zooals ze is, want met een dergelijke toeslag wordt ze niet goedgekeurd. De heer v. d. MAST: De Raad kan de toeslagen toch verhoogen. Spr. acht dit gewenscht. De VOORZITTER: We hebben de steunrege ling volgens de rijksregeling gemaakt. Zetten we er een toeslag in dan hebben we de regeling bin nen 8 dagen weer terug en dan "zijn wij even ver. De heer v. d. MAST: Ik heb het niet over de toe slag aan de werkloozenkassen. De Raad kan toch de steunbedragen vaststellen? De VOORZITTER: O, dan heb ik u verkeerd begrepen. Dat is zoo. De raad kan verandering brengen in de cijfers. Wethouder JONGELING vindt de steunregeling ook aan den lagen kant. We moeten echter trach ten de steunregeling zoo gauw mogelijk goedge keurd te krijgen. Toch gevoelt spr. voor het idee van Van der Mast om als prikkel voor het werken het maximum bedrag van f 2 op f 4 te stellen. De VOORZITTER: Ik geloof niet dat ze daar bezwaar tegen zullen maken. Op 't oogenblik is de aftrek in de groote steden We zullen het wel gedaan krijgen, maar toch moeten we letten op de finantiën der gemeente. We hebben ook al een ko lenbon van f 1.maar willen de heeren het, dan zullen we besluiten dat de inkomsten tot f4 vrij blijven van aftrek. De heer RUTH zegt dat hij zich met het voor stel, vgn den heer Van der Mast kan vereenigen. Wethouder JONGELING acht het gewenscht om een vlugge afhandeling van de steunregeling te verkrijgen, niet alleen het bedrag te verhoogen maar ook den aftrek, bijv. op De VOORZITTER: Ja, je komt zoo tegemoet aan de verlangens van den Minister en van de werkloozer Dan zullen we daartoe besluiten en de steunregeling in dier voege wijzigen. Na een telefonisch gesprek dat wij met het departement voerden, heb ik, aldus spr., de vaste overtuiging dat we spoedig ons werk bekroond zullen zien. De geheele stetuiregel'ng wordt daar na in stemming gebracht. Met alg. stemmen werdt zij goedgekeurd. De heer v. d. MAST vraagt waarom er maar één lid-werkgever in de commissie van bijstand zit? De VOORZITTER: Ook B. en W. hebben er zitting in en daar zitten ook al twee werkgevers in. De heer MAST: Neemt u me niet kwalijk. Ik ver gat B. en W. In verband met de instelling van een ste-m- regeling stellen B. en W. vervolgens voor de be grooting 1933 te wijzigen: de post steunverleening te verhoogen met f 1200, de post onvoorzien te ver lagen met f288.— en de Rijksbijdrage te verhoo gen met f 900. Deze wijzigingen worden goedgekeurd. De VOORZITTER deelt vervolgens me !e, dat B. en W. voorstellen, de gemeen tewonin ge a op kosten van de gemeente aan te sluiten aan de waterleiding. Aangezien er den laatsten tijd herhaaldelijk ver zoeken om huurverlaging zijn binnengekomen, ach ten B. en W. het een goedverlaging van huur, wanneer de gemeente de kosten van het waterver bruik en den aansluiting in de toekomst voor haar rekening neemt. Het zijn allemaal 3 kamerwoningen, die f 1.50 per maand aan water moeten betalen. Per jaar dus f 18. Dit komt voor rekening van de gemeente dus. Het voorstel van B. en W. wordt met algemeene stemmen aangenomen. De heer v. d. MAST vraagt of de beloften door de waterleiding gedaan gestand gehouden worden, zoodat de vrijwillige aansluiters niet de dupe kun nen worden van hen, die niet aansluiten. De VOORZITTER: Er bestaat geen enkele re den voor deze gedachte. Ik kan alleen maar aan raden: sluit zoo gauw mogelijk aan! Ook in dezen crisistijd kunnen de finantiën voor veel menschen een bezwaar zijn. De menschen zijn echter door een actie tegen het bedrijf ingesteld te gen de waterleiding en het slot kan zijn, dat de ge meentekas bij zal moeten springen. Op de volgende vergadering zal een voorstel door B. en W. worden ingediend om een verordening in het leven te roepen dienaangaande. Zij die aanslui ten, behoeven echter niet bang te zijn, dat ze later voor de anderen moeten betalen! De heer HOUTHUYZEN vraagt of door de waterleiding de onderberm van den weg te Acht huizen niet verbeterd kan worden. De VOORZITTER: Vanmorgen heb ik me ook zelf overtuigd van den verschrikkelijken toestand op den Oostdijk. Ik heb met mijnheer Valk afgesproken dat de ge meentewerklieden het op zouden knappen en dat de waterleiding en de gemeente samen het grind betalen om de straat te verharden. Hij zou in Acht huizen met keislag komen. De heer HOUTHUYZER: Als hij dan maar niet te lang wacht! De VOORZITTER: Hij heeft me beloofd het direct te zullen doen. De heer HOUTHUYZEN vraagt daarna, hoe lang reeds door de werkloozen gemeld wordt. De SECRETARIS: Vanuit Achthuizen komen ze niet! De VOORZITTER: Vanaf 13 October wordt er gemeld. Deheer HOUTHUYZEN vraagt of er nu niets aan te doen is, dat die menschen des Zaterdags ,wat geld krijgen. NIEUWE NED. HERV. KERK TE ROTTERDAM De Prinsenkerk in het Blij dorpkwartier te Rotterdam, die haar voltooiing nadert en spoedig in gebruik zal worden genomen De VOORZITTER: Dat zou dan moeten zijn van het Burgerlijk Armbestuur of uit de gemeen tekas. De heer HOUTHUYZEN acht het noodig om de menschen Zaterdags wat te geven. Ze kunnen de huishuur niet betalen enz. Alleen zij, die zich gemeld hebben zou ik dit willen geven en wel van terugwerkende kracht. De SECRETARIS zegt, dat de Minister ge schreven heeft, dat geen enkele uitkeering zonder zijn goedkeuring mag plaats vinden. De VOORZITTER: Dit schrijven zal opgezocht worden. De heer Houthuyzen wil de uitkeering van terugwerkende kracht doen zijn. Spr. vraagt echter cf geen schifting gemaakt moet worden. De heer HOUTHUYZEN: Als ze een volle week niets verdijd hebben het volle bedrag; als ze twee dagen niet gewerkt hebben vallen ze er buiten. Als ze drie dagen gewerkt hebben krijgen ze f 5. De VOORZITTER zegt, dat dan de kas van het Buigerlijk Armbestuur te hulp zal moeten ko men als de Minister het verbiedt. Spr. vraagt of het voorstel van den heer Hout huyzen ondersteund wordt. Allereerst moet besloten worden volgens het reglement van orde of 't voorstel thans behan deld moet worden of in een volgende vergadering. De SECRETARIS vraagt of door den heer Houthuyzen ook rekening is gehouden met de ge- zinsinkomste*. De VOORZITTER vraagt den heer Houthuy zen of hij aan ziin voorstel toe wil voegen: mits er uit anderen hoofde geen gezinsinkomsten zijn. De heer HOUTHUYZEN heeft hier tegen geen bezwaar. De heer v. d. MAST: Kunnen we de dagen, waarop niet gewerkt is, niet uitbetalen volgens de steunregeling. De VOORZITTER: Dus f 1 per dag. De heer JONGELING: Kan niet gevraagd wor den of de steunregeling van terugwerkende kracht mag worden dan zijn we er heelemaal mee klaar. De VOORZITTER: Neen dat kan niet Spr. vraagt of de heeren Hokke en Houthuyzen de georganiseerden en ongeorganiseerden in dezen ge lijkelijk willen behandelen. De heer HOKKE: Ja. De heer MAST acht f 1.20 per dag ook goed. De SECRETARIS: Kan men over de afgeloopen weken nog nagaan hoeveel er verdiend is? De heer v. d. MAST: De loonboekjes zijn er toch nog! Verschillende raadsleden halen hun schouders op. De SECRETARIS deelt mede, dat er 275 da gen in 't geheel gemeld zijn. De VOORZITTER zegt, dat het dus een be drag van f 330 zal worden. We kunnen het zoo aan den Minister voordragen, aldus spr. De heer BUTH stelt voor om f 7.50 uit te kee- ren aan hen die 6 dagen niet gewerl hebben. De heer MAST vindt, als er meer gezinsinkom sten zijn geweest dan f 10 per week, dat dan geen steun aan de werkloozen moet worden verleend. De VOORZITTER betreurt het, dat dit voor stel niet enkele dagen eerder is ingediend. De draagwijdte van dergelijke voorstellen is niet zoo in eens te overzien. De heer HOKKE: Het is mijn vaste meening, dat u dit nooit goedgekeurd krijgt De VOORZITTER: Dat vrees ik ook. Het verwondert mij, dat in de raadsvergadering van 19 October niemand van de raadsleden voorgesteld heeft iets in deze richting te doen, of een steun regeling in 't leven te roepen. De heer HOKKE: Ik was van meening, dat we al een steunregeling hadden. De heer MAST vraagt zich af waarom het idee van Houthuyzen niet door B. en W. overgenomen kan worden. Er moet iets voor deze menschen ge daan worden. De VOORZTTER: Deze zaken behooren meer tot de competentie van B. en W. Zoo'n voorstel kan ik zoo maar niet overzien. B. en W. hadden een prae-advies kunnen geven, wanneer men het voorstel van te voren ingediend had. Thans is er haast bij. Ik zou dat in *t vervolg gaarne willen voorkomen. Wethouder Jongeling merkt op, dat het wel heel mooi is, dat de menschen zich gemeld hebben» maar men moet zich ook in kunnen denken, waar om velen niet zijn komen stempelen. Het had voor hen geen zin. Die menschen staan echter bulten de steun, door de heeren Houthuyzen en v d Mast voorgesteld. De heer HOKKE: Dat vind ik wel billijk. De menschen moeten komen melden. De heer MAST: Wie niet gemeld heeft, heeft niets te elsehen.-53CÏS9R De VOORZITTER: Ik ben het ook wel eens met Wethouder Jongeling, maar ik kan geen steun regeling gaan beginnen of de menschen moeten komen melden. Wethouder JONGELING licht nog toe, waarom hij in de vorige raadsvergadering niet over de steunregeling is begonnen. Er waren toen maar een paar werkloozen. waarvan enkele toch geen recht op uitkeering zouden hebben. Het voorstel van den heer MAST wordt daarop met algemeene stemmen goedgekeurd. Daarna volgt sluiting. GEVAARLIJK SUJET GESNAPT Reeds eenigen tijd werden de omstreken van Aalsmeer onveilig gemaakt door een z.g.n. dokter, die het er vooral op toelegde jonge meisjes te behandelen. De kerel kwam op de fiets naar verschil lende plaatsen en deed zich af en los vo-jr als verkooper van schrijfbenoodigdheden Dit koopmanschap is ten slotte h. oorzaak geworden van een vrij spoedige arrestatie, aldus de Tel. Hij had op een bepaald adres voor nogal een belangrijk bedrag verkoc.it. Een paar dagen later kwam hij terug maar hij had het beter niet kunnen doen. De men schen, die zijn rommel hadden gekocht voelden zich bedrogen. Men hiel.l tem aan de praat en waarschuwde inmiddels de gemeentepolitie, die 's mans naam en adres noteerde. De agent, die dit deed, zag chter kort daarna dat de man in het r-olitieblad stond gesignaleerd en ook was hem reeds gebleken, dat naam en adres vaisrli waren opgegeven. Na lang zoeken is de polilie er in geslaagd te weten te komen, da! de man te Amsterdam ergens met een vouw op een kamertje leefde. Toen men daar echter kwam, Was de vogel gevlogen naar elders Toch gaf de politie het niet op en toen de man naar Amsterdam terugkeerde wat men vermoedde dat geschieden 'nu volg de zijn arrestatie, juist toen hij wi'de gaai. visschen. Hij gaf weer een vaUchen naam op ontkende alle schuld, doch verschillende personen zagen van de foto en bij .ersocn lijke confrontatie den „dokter", die thans opgesloten is. BRANDSTICHTING DOOR EEN RAADSLID Dinsdagmorgen is de heer A. F., raadslid van de gemeente Barneveld, voor den officier van justitie geleid als verdacht van brand stichting. De vergadering van den gemeen teraad ging niet door. Toen de voorz tter de vergadering op de gebruikelijke wijze had geopend, vroeg vóór met de afwerking van de agenda een aanvang koh worden ge maakt, de heer Van Zandbergen, het oudste raadslid, het woord tot het indienen van de volgende motie: Naar aanleiding van de omstandigheid, dat een van de leden van onzen raad gister avond van zijn vrijheid is beroofd en gevan kelijk is weggevoerd, stel ik den raad voor deze vergadering voorloopig te schorsen zonder evenwel iets betreffende de schuld of onschuld van het belroffe.n lid, den heer F., te zeggen. De stemmen staakten over dit voorstel. Re glementair zou dus in een volgende vergade ring over dit voorstel beslist moeten worden. In dit geval zou dit natuurlijk slechts een paskwil zijn geweest, omdat dan toch de vergadering was doorgegaan. Na een.ge discussie deelde de voorzitter de vergadering mee, dat de vergadering tot Vrijdag verdaagd werd. OVERTREDING VAN HET UNIFORMVERBOD Woensdaigvoormiddag zagen de ohef-veld- wachtar en de rijksveldwachter te Bodegra ven, in de bebouwde kom drier gemeente een rood open auto'tje, waarin, behalve de bestuurder drie personen gezeten waren, optima forma gekeed in de uniform van de fascistische partij- De auto kwam uit de richting Den Haag en reed in de richting Utrecht met een sneJ- heid van ciroa 30 tot 40 K.M. per uur. Op een afstand van onyeveer 100 M. gaf de chef-veldwachter, die, in uniform gekleed, midden op den weg ging staan, een duide lijk teeken, dat de auto stojrpen moest. Zonder zich iets om dat teeken te hekom meren, reed de bestuurder op den veldwach ter in en ware deze jrp het laatste trogenblik niet opzij gesprongen, hij zou zeker onder de auto geraaKt zijn. Ook de rijksveldwach ter, dóe in burger gekleed was, sommeerde herhaaldelijk om te stoppen, doch de be stuurder zoowel nis de overige inzittenden doken zoo diep mogelijk in hun jassen weg om onherkenbaar te b'ijven en verdwenen in de richting Utrecht- De chef-veld wachter had echter tijdens tet passeeren nog gelegenheid het nummer van de aiuto op te nemen. Het bleek, dat dit was afgegeven aan den "asdst Baars, te Den Haag. Onmiddellijk werd de politie te Den Haag en te Utrecht mot het geval in kenni6 ge steld en dank zij het duidelijk signalement zoo van den beer uurder a's van de auto en de maatregelen door de stedelijke politie gencmen, mocht het de verkeerspolitie te Utrecht in den namiddag gelukken bedoelde aulo aan te houden. Even voor de aanhou ding veroorzaakte de bestuurden- te Utrecht nog een aanrijding. De bestuurder bleek niet in het bezit te zijn van de vererschte papieren en geen rij bewijs te bezitten. De a.idere drie heeren hadden onderweg van kleeding verwisseld- De auto. die toebeboirt aan den heer Baars te Den Haag, hadden zij, zooals zij verklaar- der., zonder voorkennis te Den Haag mee genomen ei waren daar een toertje mee gaan maken naar Utrecht. Voorts bleek, dat zij na de ontmoeting te Bodegraven buiten de kom dier gemeente de binnenwegen hadden genomen en terug gereden zijn naar Amsterdam en vandaar - dus met een erooten omweg in Utrecht gekomen zijn, om zoo de politie te ontwijken. De politie te Bodegraven heeft zich ter stond naar Utrecht begeven en heeft daar den bestuurder en de endere inzittenden verhoord, terwijl de auto voorloopig in be waring is gehouden aan het bureau te Utrecht. Tegen den bestuurder is proces-verbaal opgemaakt. f 4

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1933 | | pagina 4