BINNENLAND. MAAS- EN SCHELDEBODE ZATERDAG 11 NOVEMBER 1933 DE MUITERS VAN DE „ZEVEN PROVINCIËN" TEGEN HET ZEDENBEDERF REGELING VAN HET SPELLINGVRAAGSTUK HET VERHAAL VAN DEN HOOFDMU1TER SOERABAJA, 6 Nov. (Aneta). De Zee- krijgsraacl heeft aan de pers toegestaan om inlage te nemen van de 4000 foJio-veilen, die betrekking hebben op liet onderzoek inzake de muiterij aan boord van de „De Zeven Provinciën", in welk dossier de verhooreu van beklaagden en getuigen zijn vervat, ten gevolge waarvan het thans mogelijk is een geregeld verhaal te geven omtrent de visia en de handelingen van den hoofdmuiter J. K. Kawilarang, Inlandsch matroos der eer ste klasse. Op Donderdag 2 Februari kwam de „De Zeven Provinciën" te Sabang aan, om des avonds weer voor Oleh-Leh ten anker .te gaan. Den volgenden dag werden de pers berichten ontvangen over de 425 dienst weigeraars te Soerabaja en na het lezen daarvan zag Kawilarang den korporaal-tele grafist Rumambi, den ziekenverplegerGosal en den matroos der eerste klasse Paradja bij een tafel staan. Zij waren de drie hoofdmuiters, die allen in Straat Soenda gedood zijn, toen do bom op de „De Zeven Provinciën'' ontplofte. Aan die tafel spraken deze drie schepe lingen over een plan, om op Zaterdagavond 4 Februari om negen uur met de „De Zeven Provinciën" onder stoom te gaan teneinde den Commandant der Marine te verzoek"!! om aan boord te komen en hem te vragen om de gearresteerde dienstweigeraars vrij te laten. Hierop werd afgesproken om het schip den volgenden avond om negen uur te over meesteren. Kawilarang zou een stoot geven op de bootmansfluit als signaal, dat deovei meestering zou beginnen. Het signaal gegeven Den volgenden avond om tien uur gaf Kawilarang een scherpe stoot op de boots- mansfluit. Even later zag hij een zoeklicht schijnen. Alle sloepen werden geheschen, behalve de kapiteinssloep. „De Zeven Provinciën" stoomde toen op met een vaart van drie mijlen. Op dit oogenblik hoorde Kawilarang op den gouvernementsstoomer „Aldebaran" alarm fluiten. Vanaf het lichtdek werd ge roepen, dat de „Aldebaran" onder stoom ging. Hierna hoorde Kawilarang, dat er ge roepen werd. dat de "V2 c.m. kanonnen moesten worden geladen. Op een gegeven moment, aldus vertelt Kawilarang, kwam Paradja, die met een pistool gewapend was, vertellen, dat er bij de radio hut twee officieren stonden. Kawi larang is toon ongewapend ngar het tentdek gegaan orn te zien, welke officieren dat waren. Op het tentdek gekomen, zag hij bij de radio-hut zes met geweren gewapende Inlanders staan, zoomede de luitenant ter zee derde klasse De Vos van Steenwijk met nog een andere officier. Bij deze officieren stond de korporaal-machinist Bosschart te praten. Kawilarang is toen weer terugge gaan naar de brug, waar een gewapende schildwacht kwam vertellen, dat een paar officieren wilde komen spreken met hem, die de leiding hadden Paradja zeitoen tot den s'childiwacht. dat dit nu niet kon, maar wel den volgenden dag. Waar gaat gij heen?... Een poosje later werd op de brug door den tamboer Bakker een radio-gram gebracht van den volgenden inhoud: „Waar gaat gij heen, wat is uw doei, en kvat zijn uw plannen?" Kawilarang stak het telegram in zijn zak. Dit telegram is niet beantwoord. Inmiddls voer „De Zeven Provinciën" in Noord-Westelijke richting...... Achtervolging Zondagmorgen werd een wit schip zicht baar. Later werd het herkend^ als de gou vernementsstoomer „Aldebaran". Het achtervolgende schip liep steeds meet op de „De Zeven Provinciën" in. Kawilarang verklaart, dat hij j1 Mjiver op den achter volger richtte en een sein van drie vlaggen zag waaien, dat de beteekenis bleek te heb ben: „Ik wensch u te spreken". De matroos Ardani ging naar boven en even later woei van „De Zeven Provin ciën" een vlaggensein, dat de beteekenis had van: „Ik za] op de booten schieten, die trachten langszij te komen". Kawilarang had voor dit sein geen order gegeven. Wel had hij gezegd, dat het spre ken van „De Zeven Provinciën" met de „Aldebaran" door middel van seinen kon geschieden. Later zag Kawilarang weer een ander sein van ..De Zeven Provinciën" waaien, dat zooiets beteekent als: „Ik kan niet Hierna kwam Rumambi. een der hoofd aanleggers, die door den bom gevallen is, op de brug mcdedeelen, dat er geen seiner, meer mochten worden geheschen zonder toestemming van de bemanning. De „Aldebaran" zakt af. Vanaf dat oogenblik, aldus gaat het ver haal verder, zakte de „Aldebaran" en voer nu verder achter de „De Zeven Provinciën" aan. Kawilarang hoordo het sluitstuk van een kanon, openmaken. Toen schreeuwde li ij onmiddellijk naar beneden: ,Nict schieten wanneer ik daarvoor geen order geef". Buiten boord kijkend zag hij enkele ka nonnen gebakst en de noodige granaten ge reed liggen, naar zijn schatting wel dertig stuks. Naai do ontknooping Xntusschen was er niets meer gezien van den achtervolgenden gouverncmenlsstoomer „Aidebaran". Later echter merkte men de gouvernementsstoomer „Eridanus" op, die „De Zeven Provinciën" bleef volgen. Op Vrijdag 10 Februari vertoefde Kawilarang op de brug met den koi'poraai Bosschart en toen hoorde hij deze zeggen: „Als ze een bom gooien zullen ze voor <'e eerste keer wei misgooien". Kawilarang zegt dat hij toen nog niet be greep waar zulk een bom vandaan zou ko men, want hij had nog geen vliegtuigen gezien. Bosschart had ook nog gezegd. „Als je iets bijzonders ziet moet ii direct stop pen, want je kan het niet winnen tegen zooveel schepen". Toen heeft Kawilarang gevraagd of de menschen op de hrug dan misschien bericht hadden gekregen dat er een hom zou wor den gegooid. Hierop overhandigde Rumambi hem een telegram dat het ultimatum bevatte Nadat Kawilarang het bericht vernomen had nam Rumambi hem het bericht weer uit de han den. Rumambi nam daarop een pistool en verklaarde dat hij op dat oogenblik de commandant was en dat iedereen die niet naar hem luisterde zou warder, neerge schoten. De korporaal Bosschart had intusschen de brug verlaten. Rumambi was verder baas op de brug. Vliegtuigen in de lucht Kawilarang vertelt dat er toen plotseling van de bovenbrug werd geschreeuwd: .Vliegtuigen in de lucht". Kawilarang zag een vliegtuig boven de „De Zeven Provinciën". Hij zag het met het bloote oog en keek er ook naar met den kijker. Paradja had nog tegen hem gezegd, over het ultimatum, dat dit maar bangmakerij was en dat ze torh geen bom gooien op een setup dat onder de Nederlandsche vlag voer. Toen Kawilarang 't vliegtuig boven „De Zeven Provincuën bekeekbemerkte hij ondei het vliegtuig iets dat op rook leek. Hierop hoorde hij een soort gesis langs zich heen gaan Toen viel de bom langs den brugvieugel aan bakboord. Op het tentdek waar de hom viel stonden vele mu'ters. Kawilarang was erg duizelig en begaf.zich van de brug naar de zieken boeg. Onderweg zag hij op het dek eenige dooden liggen. In de ziekenboeg trof hij den luitenant Iteynierse aan, met een pistool, waarmede hij de gewonden bedreigd. De korporaal Bosschart zeide tegen dezen officier, dat hij zijn revolver maar moes' opbergen, want dat er reeds dooden genoeg waren. Hierna ging luitenant Reynierse weg. Kawilarang is toen verbonden en overge bracht naar den „Gouden Leeuw" en ten slotte naar de „Java". Tijdens de vaart daarheen zag hij de witte vlag aan den vuor stag van de brug van de „De Zeven Pro vinciën' waaien. Hij verklaarde dat hij vrij willig met de muiterij had 1 pegedaan uir medelijden met zijn te Soerabaja opgeslo ten kameraden. Hij had verwacht dat zij door het uitvaren van de „De Zevn Pro vinciën" in vrijheid zouden worden ge.stela WAARSCHUWING VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN. De minister van Binnenlandsche Zaken heeft de volgende circulaire aan de ge- meeiilebestuien doen toekomen: In den afgeloopen zomer hebben zich op vele plaatsen excessen geopenbaard in liet strand- en badleven en bij de bioefening van de watersport. Deze excess! n bestonden vo ir namelijk hieruit, dat personen zich in het openbaar vertoonden in een kleedij, welke den toets eener zeer gematigde c itiek op het punt van wehoe„e ijkheid niet kon door staan. Zulks schept het gevaar, dat de grondslag wordt gelegd voar een steeds meer om zich heengrijpende zedenverwildering. In liet algemeen is daartegen onvoldoende opgetreden. In verschillende gemeenten werd aan de bestaande voorscbri'ten op g ond waarvan onwelvoegelijke kleeding kan worden ge- woerd, niet of niet voldoende de hand ge houden, in andere gemeenten werd ver zuimd zoodanige maatregelen te nemen. De Regeering ziet met zorg deze hoe zeer well chl aan mode onderhevige en dus tijdelijke ontwikkeling tegemoet en meent niet te mogen nalaten, ernstig te wijzen op de gevaren, niet liet minst voor de op- groe ende jeugd, verbonden aan een vrij heid van opvattingen omtient betamelijk heid van in het openbaar te dragen klee ding, die op zichzelf reeds als een exces moet worden beschouwd dan wel recht streeks aanleiding geeft tol excessen. Gezorgd dient te worden dat de jeugd, waarin kracht;ge opbouwende el menlen en ideëele stioomingen werken, in de maat- schappij kenmerken van beheersching en ze- deliike orde aantreft. Zij is van oordeel dat hier allereerst een taak te vervullen is voor de plaatselijke overheidsorganen, aan wie het stellen en handhaven van regelen betreffende open bare orde en zedelijkheid is opgedragen Deze toch zijn het best in staat, zoodanige re gelen te doen aanpassen aan de plaatselijke omstandigheden. De Regeering vertrouwt dat Uw bestuur reeds thans, nu de gelegenheid tot hei Iref- fen van de noodige maalregelen nog ruim schoots bestaat, zijn bijzondere aandacht aan d t onderwerp zal wijden en het noo dige verrichten, opdal niet alleen de moge lijkheid tol het tegengaan van excessen wordt geschapen (strafverordeningen, con cessies enz.,) maar ook van de reeds be staande mogelijkheden dan toe méér dan tol dusver een daadwerkelijk gebruik zal wor den gemaakt. In dit verhand moge ik nog afzonderlijk gewag maken van een in den laatsten tijd toenemend verscliijns I, de oprichting van zg. natuurbaden, waarbij veelal de gelde lijke voordeelen, voor een gemeente aan die oprichting verbonden, een niet onbelan rij ken invloed op de beslissing uiloefenen. O >k Ie dezer zake moge hier een waarschuwend woord zijn plaats vinden en een aanmaning om de zedelijke goederen, welke hier op het spel staan, niet te verwaarloozen. HET VERTREK VAN DE LINDBERGHS NA EERST WEER NAAR ONS LAND TE ZIJN TERUGGEKEERD. Dinsdagmiddag omstreeks halfvijf zijn de Lindberghs met hun vliegtuig gedaald in de Waalhaven. Dit onverwachte bezoek was het gevolg van het buitengewoon slechte weer, dat zij op hun toclit naar Genève bo ven Frankrijk hebben ontmoet en dat hen noopte terug te keeren. Om ruim halftwaalf waren zij te Sehellingwoude gestart en zij hebben ongeveer 350 K.M. in de richting van het doel hunner tocht afgelegd. Het was, vooral boven Frankrijk, buiten gewoon mistig. Lindbergh vloog dan ook boven den mist op zijn instrumenten. Toen hij ver in Frankrijk was heeft hij getracht een gaatje te vinden 0111 zich te kunnen oriënteeren. Het was echter potdicht. Aan gezien de weerberichten voor het Zuiden ongunstig waren en die voor het Noorden gunstiger, werd besloten terug te keeren. Lindbergh is toen op zijn instrumenten in Noordelijke richting teruggevlogen. Het weer werd toen langzamerhand beter. Oorspronkelijk was hij van plan naar Am sterdam door te vliegen, maar toen hij zich boven Rotterdam bevond, achtte hij het in verband met de invallende duisternis raad zamer aldaar te dalen. Hij vloog eerst 'enige malen boven het vliegveld om de aandacht te trekken en voer de daarna de daling uit. Personeel van het vliegveld Waalhaven schoot onmiddellijk toe met roeibootjes om assistentie te verleenen. Het toestel werd aan een vlonder gemeerd. Nadat het echtpaar Lindbergh in het ge bouw de Aeroclub was ontvangen heeft het zich naar hotel Weimar begeven. Naar Gen've vertrokken. Woensdagmiddag twaalf uur is Lindbergh van Waalhaven gestart en naar het buiten land vertrokken. Het vertrek had een vlut verloop. In goeden welstand is het echtpaar te Genève aangekomen. Tijdens den start is hiit-kolone! Van Hoogerhuyze, vertegenwoordiger namens de K.L.M., van den steiger gevallen en te water geraakt. Omstanders hebben hem op het droge geheschen, waarna hij in het hotel van de K.L.M. op Waalhaven van droge kleeren is voorzien. De plotselinge terugkeer van Lindbergh in de Waalhaven te Botterdam. Mannen van de K. L. M. zijn. bezig hei toestel vast te maken, DE NIEUWE BURGEMEESTER VAN BOSKOOP Begin dezer week is mr. E. P. Ver kerk, thans burgemeester van Hodel en Kerkwijk, benoemd tot burgemeester van Boskoop. Mr. Verkerk werd 25 Juli 1899 te Kuilen burg geboren en studeerde te Utrecht in de rechten. Se dert 12 Aug. 1925 is hij burgemeester der genoemde ge meenten. Zijn duurste plicht was daar, zoo ver nemen wij uit de gemeente zelf, om de financiën gezond Ie houden en dit is wonderwel gelukt, want de rekening van de kleine gemeente llcdel. die slechts 1089 inwoners telt, sloot over het jaar 1932 nog met een batig saldo van f 4141. Wij meenen, dat Boskoop een burgemees ter krijgt, zooals deze gemeente noodig heeft; Mr. Verkerk weet wat hij wil en zal zich met groote toewijding geven aan zijn nieuwe taak. De nieuwe burgemeester behoort tot de anli-rev. partij rn is lid der Ned. Herv. Kerk. Als secretaris van het Prov. Comité van Anti-rev. Kiesvereenigingen heeft hij veel voor de propaganda en veel voor de Christelijke pers gedaan. Met leedwezen ziet lledel zijn burgemees ter gaan; van harte gunt men echter den burgemeester de gelegenheid om zijn gaven en talenten in dienst van een grootere ge meente te stellen. WINTERCAMPAGNE DER CHR. ORANJEVEREEN. Mr. DONNER VOOR DE MICROFOON. De Bond van Christel. Oranjeverenigin gen in Nederland, welke thans 'n bloeiend bestaan heeft en in 92 afdeelingen 20.000 leden telt, heeft besloten voortaan eiken winter minstens twee groote samenkom sten te houden in plaatsen waar groote af deelingen bestaan en begint voor dezen winter met de eerste dezer samenkomsten te Rotterdam op Donderdag 16 Nov. as. Deze samenkomst, opgeluisterd door zang en muziek, vindt plaats in de Groote of St. Laurenskerk. Opening door ds. I. Voor st eegh, van 's-Gravenhage, bondsvoor zitter; spreker de oud-minister van justitie mr. dr. J. D o n n e r; slotwoord dr. J. R. Callenbach, Ned. Herv. predikant te Rotterdam. Voorts is nog een bijzonderheid, dat deze samenkomst niet alleen via Huizen (N.C..R.V.) per radio zal worden uitgezon den, maar dat de Bond van Chr. Oranjever ecnigingen ook al haar afdeelingen ver zocht heeft dien avond vergaderingen te beleggen en mede te luisteren. Men hoopi zoodoende de wintersamenkomst tegelijk een nationalen feestavond voor Christelijke Oranjevereenigingen in het geheele land te kunnen maken. GIFT VAN EEN TON AAN DEN STAAT. De Minister van Financiën maakt be kend, dat ten behoeve van 's Rijks schat kist van een onbekende is ontvangen een b°drag van f 100.512,50i Te Katwijk aan Zee werd j.l. Woensdag de Provinciale Diaconale Conferentie der Ned. lterv. Gemeenten in Zuid-Holland gehouden, Ken foto van de deelnemers aan deze confer tie. EEN COMMISSIE BENOEMD Naar de „Tel." verneemt, ligt het in de bedoeling van den Minis ter van Onderwijs zich over het spellingvraagstuk te laten voor lichten door een commissie, waar van de instelling dezer dagen te verwachten is. Men verwacht dat in deze com missie o. a. zitting zullen nemen prof. dr. C. G. W. de Vooys uit Utrecht en prof. dr. Van Ginneken uit Nijmegen. Van het resultaat van de besprekingen zal het afhan gen of de minister later nog zal overgaan tot het instellen van een staatscommissie. BELEEDIGING VAN MINISTER DONNER Het Haagsrhe Gerechtshof heeft Woensdag arrest gewezer. in de zaak tegen den 15 jarigen accountant II. Heine, gewezen hoofd van den Rijksaccountantsdienet te Rotter dam, die door do rechtbank aldaar wegens beleediging van de oud-Minister van Justitie Mr J .Donner, is veroordeeld tot 14 dagen gevangenisstraf. liet Gerechtshof heeft, met vernietiging van het vonnis van de Rotterdamsche reent bank, den verdachte schuldig verklaard aan eenvoudige beleediging van een ambtenaar in de uitoefening van zijn funcfie. en nei vonnis wat de straf betreft, bevestigd. ALBERT VOGEL OVERLEDEN GEHARNAST STRIJDER VOOR ONZE WOORDKUNST. Op59-jarigen leeftijd is Woensdagavond na een korte ongesteldheid te 's-Gravenhage overleden de voordrachtkunstenaar Louis Albert Anthing Vogel. De lieer Albert Vogel werd den 18en Juni 1874 te Bergen op Zoom geboren. Na de H. B. S. te Haarlem en te Leiden te hebben be zocht, volgde hij aan den hoofdcursus te ALBERT VOGEL Kampen de opleiding voor officier. Na 7 jaren actieven dienst als officier ging de thans ontslapene over naar de reserve, waarbij hij laatstelijk den rang van luite nant-kolonel bekleedde. De heer Vogel was leeraar in weispre kendheid aan de Hoogere Krijgsschool en aan de Universiteit te Leiden. Voorts was hij Kamerrecitator van wijlen Koningin Eli sabeth van Roemenië (Carmen Sylva), ter wijl hij stichter en algemeen voorzitter was van de Maatschappij tot Bevordering van de Woordkunst. Van de hand van den thans ontslapene verschenen 0. m. de volgende werken: Het Japansche tooneel (1910); Je Maintiendrai (een boek voor leger en volk) (1917); voor drachtkunst (1918); Dialogen (1927) en Rhetorica (1931). Reeds in zijn actieven diensttijd was de lieer Vogel als voordrachtkunstenaar opge treden. Hij werd later oprichter van de Maatschappij tot Bevordering van de Woord kunst en in die organisatie nam hij het initiatief tot het instellen van wedstrijden in welsprekendheid voor jongelui. Als voor- drachtpaedagoog was hij een man van groote beteekenis en als voordrachtkunste naar is hij zeer op den voorgrond getreden, waarhij hij zijn gehoor steeds wist te boeien en te verrukken door zijn programma's uit Nederlandsche en huitcnlandsche klassie ken. Ook als tooncelspeler in klassieke drama's is hij meermalen naar voren ge treden. In 1907 en 1908 maakte hij een kunstreis in Ned. Inriië en Japan. Maandag j.l.' heeft hij in de Mij. voor Woordkunst nog het woord gevoerd ter her denking van Herman Poort. TWEEDE KAMER BEHANDELING RIJKSBEGROOTING 1934. Dat de Algemeene Beschouwingen over de rijkshegrooting voor 1934 van bijzondere be teekenis zullen worden, zal door weinigen worden verwacht. Reeds is kort na het optreden van het Crisiskabinet-Colijn een polit'ek debat ge voerd. Daarover wordt thans niet meer ge sproken. En voor 't overige zijn er weinig groote punten, die thans zullen worden door gesproken. Dc geweldige crisis maakt alles abnormaal, zoodat van normale politieke beschouwingen moeilijk snrake kan zijn. Mr. Aalberse, die ditmaal sterk met Thor berko en Bnvs werkte, zocht heil in een staatscommissie oin de cori>oratieve gedachte te doen onderzoeken. De Regeering wensclit dit denkbeeld niet te volgen. De heer Aal herso legde er zich bij neer, al schoof hij de verantwoordelijkheid van zich af. Hij kan d! t o.i. zonder bezwaar doen. Immers (ie ror poratieve g« lachte door Dr. Kuyper voor meer dan een halve eeuw in ons politieke leven geïntroduceerd is op geen stukken na uitgewerkt en ook is het de vraag «I onze maatschappij voor de verwezenlijking er van reeds voldoend zou ziin. In h"t hu'tenland bestaat te dezen aanzien geen en kei navoigenswaa g voorbeeld, zoodat we met een Nederlandsch rornoratief staatsbe stel van den grond af beginnen moeten. De verschillende politieke partijen zullen goed doen eei'st voor zirii zelf over deze aange legenheid eenige klaarheid te verschaffen Leuzen en groote woorden behooren immers inhoud te hebben, willen ze politieke bruik baarheid verkrijgen. Pe heer Albarda, die aan het Kabinet loyale medewerking toezegde en enkele wen schen naar voren bracht, vond de houding der Regeering tegenover do Mussert-béwe ging niet zeer duidelijk. We begrijpen die vraag; zij leeft bij velen. De heer Albarda ging veel verder en stelde het optreden der Regeering tegenover de N. S. B. eigenlijk als met-onpartijdig voor Als extremisten van links worden getuchtigd, moeten die van rechts gelijk lot ondergaan. Daar zijn we het niet oneens mee; we zou dpn zelfs de linksche heeren nog gaarne wat straffer aangepakt zien. Onder soc.-dem. - b.v. in woord en geschrift is er nog heel wat, dat de jverken te buiten gaat en op den duur niet kan blijven geduld. We den ken daarbij ook aan hun aether-pronaganda. De sor.-dem. leider sprak ditmaal zeer ge matigd. De ernst van de cris's erkende hij, maar als onverbeterlijk optimist reeds jarenlang profeteerde hij op eiken Kerstdag beter weer, hoezeer ook de economische storm voortdurend in hevigheid toenam volgde de verklaring, dat we het dieptepunt wel voorbij zouden zijn. Het was ecg gedurfd bij zoo wrakke bewijsvoering. Op krasse wijze verloochende de heer Al barda de bekende revolutionaire liefdesver klaring van den lieer Cramer in verband met de ..Zeven Provinciën" Het mooie ging er echter weer af door de toevoeging, dat de heer Cramer zijn woorden wel zou hebben ingetrokken, als men hem er niet zoo heel erg lastig over gevallen was. Ze blijven van kracht en ten laste der soc.-dem. genoteerd De heer Albarda, die zijn interpellat e over de aantasting van de vrijheid der ambtena rencritiek had ingetrokken, behandelde dit punt vrij uitvoerig. Wat de Regeering ha 1 gedaan, was naar zijn meening heelemaal mis, gelijk ook haar optreden tegenover soc.- dem. georganisee-de amhtpnaren. De heeren vergeten gauw en krijgen weer vrijmoedigheid. De toestand van onbetame lijkheid echter, d e ook op dit gebied, ver was voortgeschreden, moge de Regeering krachtig blijven bestrijden; zoo lang haar or der nog vrijmoedig als „muilkorfpolitiek" en zoo kon worden gekwalificeerd in de roode pers, komt het ons voor ,dat van overdreven hardheid aan de zijde der Regeering nog moeilijk kan worden gesproken. De heer Schouten behandelde eerst finan- cieeïe en economische aangelegenheden, om met een bespreking van den politieken toe stand te eindigen. Na de leeningsdenkbeelden der soc.-dem. te hebben gewraakt en het pleit voor den gouden standaard en gezonde staats-, ge meente- en Indische financiën Ie hebben ge voerd, werd der Regeering verzocht of zij haar voornemens ten opzichte van de ver goeding in de crisislasten der gemeenten niet zou willen herzien. De gedachte werd aan de hand gedaan om de gemeenten die zich nog geheel of grootendeels zelf redden kunnen, voor zich zelf te laten zorgen; wat daardoor bespaard wordt, zou dan aan meer benarde gemeentebesturen ten goede kunnen komen. Ernstige critiek ondervond wat mot de suiker geschiedt. Vooral minister Verschuur heeft het daarbij liont gemaakt. Voor 't oogenblik is er weinig aan te doen, maar bij de a.s. herziening van het tarief van in voerrechten moet deze zaak in orde worden gebrarht. Wat de economische volksbelangen be treft werd betoogd, dat we met den land bouwsteun wel aan het eind zijn en voor de industrie voorloopig de werking van onze nieuwe crisiswetgeving dienen af te wachten. De ontwikkeling van nieuwe organen in de maatschappij, zoo werd voorts uiteen gezet, stuit voor een belangrijk deel af op hen, die den klassenstrijd voeren. Tot het politieke gedeelte van zijn rede komende, wees de heer Schouten erop, dat de Regeering weer moet regeeren. Dat moet, ook door de lagere organen gevoe'd worden. Met grooten nadruk en onweerlegbaar werd aangeloond, dat la"i nationaal-socialis- me moet culmineeren in staatsabsolutisme en de geestelijke vrijheid aantast. En deze laatste kan toch slechts in vrijheid gedijen. Aangetoond werd ten slotte het revolu tionaire '".ralster van den N. S. B„ de or- gantraiie van Mussert. /ij behoort te wor- d"A behandeld als alle en-'ere revolutio naire 'ga- isaties, verklaarde de heer „MAAS"-NYMPHEN. HET BEZOEKUUR. Hoe verheiden de patiënten Met verlangen weer den dag Vat 't familielid, de kennis Hen een uur bezoeken mag. Als die dag is aangebroken Hunlc'ren ze naar het moment Vut de zaalklok kwart-voor-drie wijst En ze zitten overend Om te zien wie of vanmiddag Hen met een bezoek verblijdt Wie hen nu eens komt vertroosten In de stille eenzaamheid. Op de gang staan de bezoekers Wachtend tot de zuster zegt: „Het bezoekuur gaat beginnen! „Eén voor één kunt U terecht!" En de meesten brengen bloemen Voor de arme lijders mee Scheppen gi ur en fleur en leven Om der kranken legerstee. Bloemen kunnen zoo vertolken Wat de brenger voor je voelt. Bloemen zeggen, meer dan woorden, Hoe d' oprechte vrind 't bedoelt. Niets is den patiënt zoo welkom Als zoo'n kleurenrijk boeket Voor een vriendelijke zuster Netjes op een vaas gezet. Als je zoo eens op zoo'n zaal zit En je ziet dat alles aan Kun je 't smachten naar 't bezoekuur Door den lijder, best verstaan. Zie maar eens dat lieve vrouwtje Zitten aan het ledikant Met haar man gezellig keuv'lend Oog in oog en hand in hand. Kijk eens naar zoo'n kleine jongen Nu z'n vader bij hem staat. Kijk hem gnuiven en genieten Met z'n oud're kameraad. Maarzie ook die arme stakker Waar geen sterveling aan hangt Vie geen bloemen krijgt of vruchten Een die nooit bezoek ontvangt. Als ge ooit naar 't gasthuis toe gaat Kijk dan langs de beddenrij Meestal is er wel zoo'n eenling Zoo'n verlaten lijder bij, Geef hem dan wat van je bloemen En, als zoete medicijn, Ook een hart'lijk vriend'lijk troost- En hij zal je dankbaar zijn. [woord (Nadruk verboden.) HAKATE. Schouten en hij verzocht de Regeering op dit punt haar houding te herzien. Met een aangrijpende peroratie eindigde de voorzit ter der anti-rev. fractie zijn rede. Na hem zegden Dr. Bierema en Mr. Joc- kes der Regeering hun steun toe. Laatstge noemde sloot zich ten aanzien van den N. S. B. bij den heer Schouten aan. De heer Jan ter Laan hield zijn gebruike- fiike boetpredikatie tegen de salarispolitiek der Regeering, terwijl de lieer Vervoorn met een kalm landbouwspeechjic den dag sloot. MAJESTEITSSCHENNIS WAT HET VOLK MOET WETEN Op een fascistenvergadering liet een de bater zich zeer onbehoorlijk uit over het in komen der Kroon. Waaraan is dat toe te schrijven, vraagt Bte in „De Vrijheid". En hij antwoordt: Eenvoudig aan onvoldoende kennis van zaken. Wanneer de menschen, die zóó den ken of spreken, eens wisten, hoe weinig van deze groote inkomens (hoe hoog ze precies zijn, doet niet veel ter zake) door de leden der Koninklijke Familie voor eigen gebruik wordt aangewend en hoeveel daarvan be stemd is om anderen in het leven te hel pen houden, dan zouden zij een geheel an deren kijk op de dingen krijgen. Weet men om maar iets te noemen, dat niet minder dan 500 personen, in dienst der Koningin, met hun gezinnen uit haar inko men hun levensnderhoud trekken; dat er daarnaast 375 gepensionneerden zijn, die met hun gezinnen uit dat in inkomen leven? Weet men. welke enorme bedragen aan steun tallooze instellingen en partieulieren uit de inkomens der Koninklijke Familie ontvangen? Bedenkt men wel eens, hoe belangrijk de bestellingen zijn, die de Nederlandsche nij verheid uit die inkomens krijgen, hoeveel de winkeliers, de ambachtslieden, de arbei ders in ons land aan leveringen en werk zaamheden ten behoeve van de Koninklijke Familie en haar paleizen enz. verdienen, hoeveel werkgelegenheid daardoor in dezen tijd van crisis en werkloosheid aan tulloo- zen verschaft wordt? Wanneer men dat al les in aanmerking neemt, dun moet men het een zegen achten, dat de Koninklijke Fami lie de beschikking heefl over ruime inkom sten omdat zij daarmede, dank zij de op vatting welke zij heeft van haar sociale taak en haar plirhten jeeens het Nederland sclie volk, in zon ruimen kring kan weldoen en zoo velen werk en brood kan verschaffen. T

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1933 | | pagina 3