BINNENLAND.
MAAS- EN SCHELDEBODE
ZATERDAG 11 NOVEMBER 1933
DE MUITERS
VAN DE „ZEVEN PROVINCIËN"
TEGEN HET ZEDENBEDERF
REGELING VAN HET
SPELLINGVRAAGSTUK
HET VERHAAL
VAN DEN HOOFDMU1TER
SOERABAJA, 6 Nov. (Aneta). De Zee-
krijgsraacl heeft aan de pers toegestaan om
inlage te nemen van de 4000 foJio-veilen, die
betrekking hebben op liet onderzoek inzake
de muiterij aan boord van de „De Zeven
Provinciën", in welk dossier de verhooreu
van beklaagden en getuigen zijn vervat, ten
gevolge waarvan het thans mogelijk is een
geregeld verhaal te geven omtrent de visia
en de handelingen van den hoofdmuiter J.
K. Kawilarang, Inlandsch matroos der eer
ste klasse.
Op Donderdag 2 Februari kwam de „De
Zeven Provinciën" te Sabang aan, om des
avonds weer voor Oleh-Leh ten anker .te
gaan. Den volgenden dag werden de pers
berichten ontvangen over de 425 dienst
weigeraars te Soerabaja en na het lezen
daarvan zag Kawilarang den korporaal-tele
grafist Rumambi, den ziekenverplegerGosal
en den matroos der eerste klasse Paradja
bij een tafel staan.
Zij waren de drie hoofdmuiters, die allen
in Straat Soenda gedood zijn, toen do bom
op de „De Zeven Provinciën'' ontplofte.
Aan die tafel spraken deze drie schepe
lingen over een plan, om op Zaterdagavond
4 Februari om negen uur met de „De Zeven
Provinciën" onder stoom te gaan teneinde
den Commandant der Marine te verzoek"!!
om aan boord te komen en hem te vragen
om de gearresteerde dienstweigeraars vrij
te laten.
Hierop werd afgesproken om het schip
den volgenden avond om negen uur te over
meesteren. Kawilarang zou een stoot geven
op de bootmansfluit als signaal, dat deovei
meestering zou beginnen.
Het signaal gegeven
Den volgenden avond om tien uur gaf
Kawilarang een scherpe stoot op de boots-
mansfluit. Even later zag hij een zoeklicht
schijnen. Alle sloepen werden geheschen,
behalve de kapiteinssloep.
„De Zeven Provinciën" stoomde toen
op met een vaart van drie mijlen.
Op dit oogenblik hoorde Kawilarang op
den gouvernementsstoomer „Aldebaran"
alarm fluiten. Vanaf het lichtdek werd ge
roepen, dat de „Aldebaran" onder stoom
ging. Hierna hoorde Kawilarang, dat er ge
roepen werd. dat de "V2 c.m. kanonnen
moesten worden geladen.
Op een gegeven moment, aldus vertelt
Kawilarang, kwam Paradja, die met een
pistool gewapend was, vertellen, dat er bij
de radio hut twee officieren stonden. Kawi
larang is toon ongewapend ngar het tentdek
gegaan orn te zien, welke officieren dat
waren. Op het tentdek gekomen, zag hij bij
de radio-hut zes met geweren gewapende
Inlanders staan, zoomede de luitenant ter
zee derde klasse De Vos van Steenwijk met
nog een andere officier. Bij deze officieren
stond de korporaal-machinist Bosschart te
praten. Kawilarang is toen weer terugge
gaan naar de brug, waar een gewapende
schildwacht kwam vertellen, dat een paar
officieren wilde komen spreken met hem,
die de leiding hadden
Paradja zeitoen tot den s'childiwacht. dat
dit nu niet kon, maar wel den volgenden
dag.
Waar gaat gij heen?...
Een poosje later werd op de brug door den
tamboer Bakker een radio-gram gebracht
van den volgenden inhoud:
„Waar gaat gij heen, wat is uw doei, en
kvat zijn uw plannen?"
Kawilarang stak het telegram in zijn zak.
Dit telegram is niet beantwoord.
Inmiddls voer „De Zeven Provinciën"
in Noord-Westelijke richting......
Achtervolging
Zondagmorgen werd een wit schip zicht
baar. Later werd het herkend^ als de gou
vernementsstoomer „Aldebaran".
Het achtervolgende schip liep steeds meet
op de „De Zeven Provinciën" in. Kawilarang
verklaart, dat hij j1 Mjiver op den achter
volger richtte en een sein van drie vlaggen
zag waaien, dat de beteekenis bleek te heb
ben: „Ik wensch u te spreken".
De matroos Ardani ging naar boven en
even later woei van „De Zeven Provin
ciën" een vlaggensein, dat de beteekenis
had van: „Ik za] op de booten schieten, die
trachten langszij te komen".
Kawilarang had voor dit sein geen order
gegeven. Wel had hij gezegd, dat het spre
ken van „De Zeven Provinciën" met de
„Aldebaran" door middel van seinen kon
geschieden.
Later zag Kawilarang weer een ander
sein van ..De Zeven Provinciën" waaien,
dat zooiets beteekent als: „Ik kan niet
Hierna kwam Rumambi. een der hoofd
aanleggers, die door den bom gevallen is,
op de brug mcdedeelen, dat er geen seiner,
meer mochten worden geheschen zonder
toestemming van de bemanning.
De „Aldebaran" zakt af.
Vanaf dat oogenblik, aldus gaat het ver
haal verder, zakte de „Aldebaran" en voer
nu verder achter de „De Zeven Provinciën"
aan.
Kawilarang hoordo het sluitstuk van een
kanon, openmaken. Toen schreeuwde li ij
onmiddellijk naar beneden: ,Nict schieten
wanneer ik daarvoor geen order geef".
Buiten boord kijkend zag hij enkele ka
nonnen gebakst en de noodige granaten ge
reed liggen, naar zijn schatting wel dertig
stuks.
Naai do ontknooping
Xntusschen was er niets meer gezien van
den achtervolgenden gouverncmenlsstoomer
„Aidebaran". Later echter merkte men de
gouvernementsstoomer „Eridanus" op, die
„De Zeven Provinciën" bleef volgen. Op
Vrijdag 10 Februari vertoefde Kawilarang
op de brug met den koi'poraai Bosschart en
toen hoorde hij deze zeggen: „Als ze een
bom gooien zullen ze voor <'e eerste keer
wei misgooien".
Kawilarang zegt dat hij toen nog niet be
greep waar zulk een bom vandaan zou ko
men, want hij had nog geen vliegtuigen
gezien. Bosschart had ook nog gezegd. „Als
je iets bijzonders ziet moet ii direct stop
pen, want je kan het niet winnen tegen
zooveel schepen".
Toen heeft Kawilarang gevraagd of de
menschen op de hrug dan misschien bericht
hadden gekregen dat er een hom zou wor
den gegooid.
Hierop overhandigde Rumambi hem een
telegram dat het ultimatum bevatte Nadat
Kawilarang het bericht vernomen had nam
Rumambi hem het bericht weer uit de han
den.
Rumambi nam daarop een pistool en
verklaarde dat hij op dat oogenblik de
commandant was en dat iedereen die niet
naar hem luisterde zou warder, neerge
schoten.
De korporaal Bosschart had intusschen
de brug verlaten. Rumambi was verder baas
op de brug.
Vliegtuigen in de lucht
Kawilarang vertelt dat er toen plotseling
van de bovenbrug werd geschreeuwd:
.Vliegtuigen in de lucht".
Kawilarang zag een vliegtuig boven de
„De Zeven Provinciën". Hij zag het met
het bloote oog en keek er ook naar met den
kijker.
Paradja had nog tegen hem gezegd, over
het ultimatum, dat dit maar bangmakerij
was en dat ze torh geen bom gooien op een
setup dat onder de Nederlandsche vlag voer.
Toen Kawilarang 't vliegtuig boven „De
Zeven Provincuën bekeekbemerkte hij ondei
het vliegtuig iets dat op rook leek. Hierop
hoorde hij een soort gesis langs zich heen
gaan
Toen viel de bom langs den brugvieugel
aan bakboord.
Op het tentdek waar de hom viel stonden
vele mu'ters. Kawilarang was erg duizelig
en begaf.zich van de brug naar de zieken
boeg. Onderweg zag hij op het dek eenige
dooden liggen.
In de ziekenboeg trof hij den luitenant
Iteynierse aan, met een pistool, waarmede
hij de gewonden bedreigd.
De korporaal Bosschart zeide tegen dezen
officier, dat hij zijn revolver maar moes'
opbergen, want dat er reeds dooden genoeg
waren.
Hierna ging luitenant Reynierse weg.
Kawilarang is toen verbonden en overge
bracht naar den „Gouden Leeuw" en ten
slotte naar de „Java". Tijdens de vaart
daarheen zag hij de witte vlag aan den vuor
stag van de brug van de „De Zeven Pro
vinciën' waaien. Hij verklaarde dat hij vrij
willig met de muiterij had 1 pegedaan uir
medelijden met zijn te Soerabaja opgeslo
ten kameraden. Hij had verwacht dat zij
door het uitvaren van de „De Zevn Pro
vinciën" in vrijheid zouden worden ge.stela
WAARSCHUWING VAN DE MINISTER
VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN.
De minister van Binnenlandsche Zaken
heeft de volgende circulaire aan de ge-
meeiilebestuien doen toekomen:
In den afgeloopen zomer hebben zich op
vele plaatsen excessen geopenbaard in liet
strand- en badleven en bij de bioefening van
de watersport. Deze excess! n bestonden vo ir
namelijk hieruit, dat personen zich in het
openbaar vertoonden in een kleedij, welke
den toets eener zeer gematigde c itiek op
het punt van wehoe„e ijkheid niet kon door
staan. Zulks schept het gevaar, dat de
grondslag wordt gelegd voar een steeds meer
om zich heengrijpende zedenverwildering.
In liet algemeen is daartegen onvoldoende
opgetreden.
In verschillende gemeenten werd aan de
bestaande voorscbri'ten op g ond waarvan
onwelvoegelijke kleeding kan worden ge-
woerd, niet of niet voldoende de hand ge
houden, in andere gemeenten werd ver
zuimd zoodanige maatregelen te nemen.
De Regeering ziet met zorg deze hoe
zeer well chl aan mode onderhevige en dus
tijdelijke ontwikkeling tegemoet en meent
niet te mogen nalaten, ernstig te wijzen op
de gevaren, niet liet minst voor de op-
groe ende jeugd, verbonden aan een vrij
heid van opvattingen omtient betamelijk
heid van in het openbaar te dragen klee
ding, die op zichzelf reeds als een exces
moet worden beschouwd dan wel recht
streeks aanleiding geeft tol excessen.
Gezorgd dient te worden dat de jeugd,
waarin kracht;ge opbouwende el menlen en
ideëele stioomingen werken, in de maat-
schappij kenmerken van beheersching en ze-
deliike orde aantreft.
Zij is van oordeel dat hier allereerst een
taak te vervullen is voor de plaatselijke
overheidsorganen, aan wie het stellen en
handhaven van regelen betreffende open
bare orde en zedelijkheid is opgedragen
Deze toch zijn het best in staat, zoodanige re
gelen te doen aanpassen aan de plaatselijke
omstandigheden.
De Regeering vertrouwt dat Uw bestuur
reeds thans, nu de gelegenheid tot hei Iref-
fen van de noodige maalregelen nog ruim
schoots bestaat, zijn bijzondere aandacht
aan d t onderwerp zal wijden en het noo
dige verrichten, opdal niet alleen de moge
lijkheid tol het tegengaan van excessen
wordt geschapen (strafverordeningen, con
cessies enz.,) maar ook van de reeds be
staande mogelijkheden dan toe méér dan tol
dusver een daadwerkelijk gebruik zal wor
den gemaakt.
In dit verhand moge ik nog afzonderlijk
gewag maken van een in den laatsten tijd
toenemend verscliijns I, de oprichting van
zg. natuurbaden, waarbij veelal de gelde
lijke voordeelen, voor een gemeente aan die
oprichting verbonden, een niet onbelan rij
ken invloed op de beslissing uiloefenen. O >k
Ie dezer zake moge hier een waarschuwend
woord zijn plaats vinden en een aanmaning
om de zedelijke goederen, welke hier op
het spel staan, niet te verwaarloozen.
HET VERTREK VAN DE LINDBERGHS
NA EERST WEER NAAR ONS LAND TE
ZIJN TERUGGEKEERD.
Dinsdagmiddag omstreeks halfvijf zijn de
Lindberghs met hun vliegtuig gedaald in
de Waalhaven. Dit onverwachte bezoek was
het gevolg van het buitengewoon slechte
weer, dat zij op hun toclit naar Genève bo
ven Frankrijk hebben ontmoet en dat hen
noopte terug te keeren. Om ruim halftwaalf
waren zij te Sehellingwoude gestart en zij
hebben ongeveer 350 K.M. in de richting
van het doel hunner tocht afgelegd.
Het was, vooral boven Frankrijk, buiten
gewoon mistig. Lindbergh vloog dan ook
boven den mist op zijn instrumenten. Toen
hij ver in Frankrijk was heeft hij getracht
een gaatje te vinden 0111 zich te kunnen
oriënteeren. Het was echter potdicht. Aan
gezien de weerberichten voor het Zuiden
ongunstig waren en die voor het Noorden
gunstiger, werd besloten terug te keeren.
Lindbergh is toen op zijn instrumenten in
Noordelijke richting teruggevlogen. Het
weer werd toen langzamerhand beter.
Oorspronkelijk was hij van plan naar Am
sterdam door te vliegen, maar toen hij zich
boven Rotterdam bevond, achtte hij het in
verband met de invallende duisternis raad
zamer aldaar te dalen.
Hij vloog eerst 'enige malen boven het
vliegveld om de aandacht te trekken en voer
de daarna de daling uit. Personeel van het
vliegveld Waalhaven schoot onmiddellijk toe
met roeibootjes om assistentie te verleenen.
Het toestel werd aan een vlonder gemeerd.
Nadat het echtpaar Lindbergh in het ge
bouw de Aeroclub was ontvangen heeft het
zich naar hotel Weimar begeven.
Naar Gen've vertrokken.
Woensdagmiddag twaalf uur is Lindbergh
van Waalhaven gestart en naar het buiten
land vertrokken. Het vertrek had een vlut
verloop. In goeden welstand is het echtpaar
te Genève aangekomen.
Tijdens den start is hiit-kolone! Van
Hoogerhuyze, vertegenwoordiger namens de
K.L.M., van den steiger gevallen en te water
geraakt. Omstanders hebben hem op het
droge geheschen, waarna hij in het hotel
van de K.L.M. op Waalhaven van droge
kleeren is voorzien.
De plotselinge terugkeer van Lindbergh in de Waalhaven te Botterdam. Mannen van
de K. L. M. zijn. bezig hei toestel vast te maken,
DE NIEUWE BURGEMEESTER
VAN BOSKOOP
Begin dezer week is mr. E. P. Ver
kerk, thans burgemeester van Hodel en
Kerkwijk, benoemd
tot burgemeester
van Boskoop. Mr.
Verkerk werd 25
Juli 1899 te Kuilen
burg geboren en
studeerde te Utrecht
in de rechten. Se
dert 12 Aug. 1925 is
hij burgemeester
der genoemde ge
meenten.
Zijn duurste plicht
was daar, zoo ver
nemen wij uit de
gemeente zelf, om
de financiën gezond
Ie houden en dit is wonderwel gelukt, want
de rekening van de kleine gemeente llcdel.
die slechts 1089 inwoners telt, sloot over het
jaar 1932 nog met een batig saldo van f 4141.
Wij meenen, dat Boskoop een burgemees
ter krijgt, zooals deze gemeente noodig
heeft; Mr. Verkerk weet wat hij wil en zal
zich met groote toewijding geven aan zijn
nieuwe taak.
De nieuwe burgemeester behoort tot de
anli-rev. partij rn is lid der Ned. Herv.
Kerk. Als secretaris van het Prov. Comité
van Anti-rev. Kiesvereenigingen heeft hij
veel voor de propaganda en veel voor de
Christelijke pers gedaan.
Met leedwezen ziet lledel zijn burgemees
ter gaan; van harte gunt men echter den
burgemeester de gelegenheid om zijn gaven
en talenten in dienst van een grootere ge
meente te stellen.
WINTERCAMPAGNE
DER CHR. ORANJEVEREEN.
Mr. DONNER VOOR DE MICROFOON.
De Bond van Christel. Oranjeverenigin
gen in Nederland, welke thans 'n bloeiend
bestaan heeft en in 92 afdeelingen 20.000
leden telt, heeft besloten voortaan eiken
winter minstens twee groote samenkom
sten te houden in plaatsen waar groote af
deelingen bestaan en begint voor dezen
winter met de eerste dezer samenkomsten
te Rotterdam op Donderdag 16 Nov. as.
Deze samenkomst, opgeluisterd door zang
en muziek, vindt plaats in de Groote of St.
Laurenskerk. Opening door ds. I. Voor
st eegh, van 's-Gravenhage, bondsvoor
zitter; spreker de oud-minister van justitie
mr. dr. J. D o n n e r; slotwoord dr. J. R.
Callenbach, Ned. Herv. predikant te
Rotterdam.
Voorts is nog een bijzonderheid, dat deze
samenkomst niet alleen via Huizen
(N.C..R.V.) per radio zal worden uitgezon
den, maar dat de Bond van Chr. Oranjever
ecnigingen ook al haar afdeelingen ver
zocht heeft dien avond vergaderingen te
beleggen en mede te luisteren. Men hoopi
zoodoende de wintersamenkomst tegelijk
een nationalen feestavond voor Christelijke
Oranjevereenigingen in het geheele land te
kunnen maken.
GIFT VAN EEN TON AAN DEN STAAT.
De Minister van Financiën maakt be
kend, dat ten behoeve van 's Rijks schat
kist van een onbekende is ontvangen een
b°drag van f 100.512,50i
Te Katwijk aan Zee werd j.l. Woensdag de Provinciale Diaconale Conferentie der Ned. lterv. Gemeenten in Zuid-Holland gehouden,
Ken foto van de deelnemers aan deze confer tie.
EEN COMMISSIE BENOEMD
Naar de „Tel." verneemt, ligt
het in de bedoeling van den Minis
ter van Onderwijs zich over het
spellingvraagstuk te laten voor
lichten door een commissie, waar
van de instelling dezer dagen te
verwachten is.
Men verwacht dat in deze com
missie o. a. zitting zullen nemen
prof. dr. C. G. W. de Vooys uit
Utrecht en prof. dr. Van Ginneken
uit Nijmegen. Van het resultaat
van de besprekingen zal het afhan
gen of de minister later nog zal
overgaan tot het instellen van een
staatscommissie.
BELEEDIGING VAN MINISTER
DONNER
Het Haagsrhe Gerechtshof heeft Woensdag
arrest gewezer. in de zaak tegen den 15
jarigen accountant II. Heine, gewezen hoofd
van den Rijksaccountantsdienet te Rotter
dam, die door do rechtbank aldaar wegens
beleediging van de oud-Minister van Justitie
Mr J .Donner, is veroordeeld tot 14 dagen
gevangenisstraf.
liet Gerechtshof heeft, met vernietiging
van het vonnis van de Rotterdamsche reent
bank, den verdachte schuldig verklaard aan
eenvoudige beleediging van een ambtenaar
in de uitoefening van zijn funcfie. en nei
vonnis wat de straf betreft, bevestigd.
ALBERT VOGEL OVERLEDEN
GEHARNAST STRIJDER VOOR ONZE
WOORDKUNST.
Op59-jarigen leeftijd is Woensdagavond na
een korte ongesteldheid te 's-Gravenhage
overleden de voordrachtkunstenaar Louis
Albert Anthing Vogel.
De lieer Albert Vogel werd den 18en Juni
1874 te Bergen op Zoom geboren. Na de H.
B. S. te Haarlem en te Leiden te hebben be
zocht, volgde hij aan den hoofdcursus te
ALBERT VOGEL
Kampen de opleiding voor officier. Na 7
jaren actieven dienst als officier ging de
thans ontslapene over naar de reserve,
waarbij hij laatstelijk den rang van luite
nant-kolonel bekleedde.
De heer Vogel was leeraar in weispre
kendheid aan de Hoogere Krijgsschool en
aan de Universiteit te Leiden. Voorts was
hij Kamerrecitator van wijlen Koningin Eli
sabeth van Roemenië (Carmen Sylva), ter
wijl hij stichter en algemeen voorzitter was
van de Maatschappij tot Bevordering van
de Woordkunst.
Van de hand van den thans ontslapene
verschenen 0. m. de volgende werken: Het
Japansche tooneel (1910); Je Maintiendrai
(een boek voor leger en volk) (1917); voor
drachtkunst (1918); Dialogen (1927) en
Rhetorica (1931).
Reeds in zijn actieven diensttijd was de
lieer Vogel als voordrachtkunstenaar opge
treden. Hij werd later oprichter van de
Maatschappij tot Bevordering van de Woord
kunst en in die organisatie nam hij het
initiatief tot het instellen van wedstrijden
in welsprekendheid voor jongelui. Als voor-
drachtpaedagoog was hij een man van
groote beteekenis en als voordrachtkunste
naar is hij zeer op den voorgrond getreden,
waarhij hij zijn gehoor steeds wist te boeien
en te verrukken door zijn programma's uit
Nederlandsche en huitcnlandsche klassie
ken. Ook als tooncelspeler in klassieke
drama's is hij meermalen naar voren ge
treden. In 1907 en 1908 maakte hij een
kunstreis in Ned. Inriië en Japan.
Maandag j.l.' heeft hij in de Mij. voor
Woordkunst nog het woord gevoerd ter her
denking van Herman Poort.
TWEEDE KAMER
BEHANDELING RIJKSBEGROOTING 1934.
Dat de Algemeene Beschouwingen over de
rijkshegrooting voor 1934 van bijzondere be
teekenis zullen worden, zal door weinigen
worden verwacht.
Reeds is kort na het optreden van het
Crisiskabinet-Colijn een polit'ek debat ge
voerd. Daarover wordt thans niet meer ge
sproken. En voor 't overige zijn er weinig
groote punten, die thans zullen worden door
gesproken. Dc geweldige crisis maakt alles
abnormaal, zoodat van normale politieke
beschouwingen moeilijk snrake kan zijn.
Mr. Aalberse, die ditmaal sterk met Thor
berko en Bnvs werkte, zocht heil in een
staatscommissie oin de cori>oratieve gedachte
te doen onderzoeken. De Regeering wensclit
dit denkbeeld niet te volgen. De heer Aal
herso legde er zich bij neer, al schoof hij de
verantwoordelijkheid van zich af. Hij kan
d! t o.i. zonder bezwaar doen. Immers (ie ror
poratieve g« lachte door Dr. Kuyper voor
meer dan een halve eeuw in ons politieke
leven geïntroduceerd is op geen stukken
na uitgewerkt en ook is het de vraag «I
onze maatschappij voor de verwezenlijking
er van reeds voldoend zou ziin. In h"t
hu'tenland bestaat te dezen aanzien geen en
kei navoigenswaa g voorbeeld, zoodat we
met een Nederlandsch rornoratief staatsbe
stel van den grond af beginnen moeten. De
verschillende politieke partijen zullen goed
doen eei'st voor zirii zelf over deze aange
legenheid eenige klaarheid te verschaffen
Leuzen en groote woorden behooren immers
inhoud te hebben, willen ze politieke bruik
baarheid verkrijgen.
Pe heer Albarda, die aan het Kabinet
loyale medewerking toezegde en enkele wen
schen naar voren bracht, vond de houding
der Regeering tegenover do Mussert-béwe
ging niet zeer duidelijk. We begrijpen die
vraag; zij leeft bij velen.
De heer Albarda ging veel verder en stelde
het optreden der Regeering tegenover de
N. S. B. eigenlijk als met-onpartijdig voor
Als extremisten van links worden getuchtigd,
moeten die van rechts gelijk lot ondergaan.
Daar zijn we het niet oneens mee; we zou
dpn zelfs de linksche heeren nog gaarne wat
straffer aangepakt zien. Onder soc.-dem. -
b.v. in woord en geschrift is er nog heel
wat, dat de jverken te buiten gaat en op
den duur niet kan blijven geduld. We den
ken daarbij ook aan hun aether-pronaganda.
De sor.-dem. leider sprak ditmaal zeer ge
matigd. De ernst van de cris's erkende hij,
maar als onverbeterlijk optimist reeds
jarenlang profeteerde hij op eiken Kerstdag
beter weer, hoezeer ook de economische
storm voortdurend in hevigheid toenam
volgde de verklaring, dat we het dieptepunt
wel voorbij zouden zijn. Het was ecg gedurfd
bij zoo wrakke bewijsvoering.
Op krasse wijze verloochende de heer Al
barda de bekende revolutionaire liefdesver
klaring van den lieer Cramer in verband
met de ..Zeven Provinciën" Het mooie ging
er echter weer af door de toevoeging, dat de
heer Cramer zijn woorden wel zou hebben
ingetrokken, als men hem er niet zoo heel
erg lastig over gevallen was. Ze blijven van
kracht en ten laste der soc.-dem. genoteerd
De heer Albarda, die zijn interpellat e over
de aantasting van de vrijheid der ambtena
rencritiek had ingetrokken, behandelde dit
punt vrij uitvoerig. Wat de Regeering ha 1
gedaan, was naar zijn meening heelemaal
mis, gelijk ook haar optreden tegenover soc.-
dem. georganisee-de amhtpnaren.
De heeren vergeten gauw en krijgen weer
vrijmoedigheid. De toestand van onbetame
lijkheid echter, d e ook op dit gebied, ver
was voortgeschreden, moge de Regeering
krachtig blijven bestrijden; zoo lang haar or
der nog vrijmoedig als „muilkorfpolitiek" en
zoo kon worden gekwalificeerd in de roode
pers, komt het ons voor ,dat van overdreven
hardheid aan de zijde der Regeering nog
moeilijk kan worden gesproken.
De heer Schouten behandelde eerst finan-
cieeïe en economische aangelegenheden, om
met een bespreking van den politieken toe
stand te eindigen.
Na de leeningsdenkbeelden der soc.-dem.
te hebben gewraakt en het pleit voor den
gouden standaard en gezonde staats-, ge
meente- en Indische financiën Ie hebben ge
voerd, werd der Regeering verzocht of zij
haar voornemens ten opzichte van de ver
goeding in de crisislasten der gemeenten
niet zou willen herzien. De gedachte werd
aan de hand gedaan om de gemeenten die
zich nog geheel of grootendeels zelf redden
kunnen, voor zich zelf te laten zorgen; wat
daardoor bespaard wordt, zou dan aan
meer benarde gemeentebesturen ten goede
kunnen komen.
Ernstige critiek ondervond wat mot de
suiker geschiedt. Vooral minister Verschuur
heeft het daarbij liont gemaakt. Voor 't
oogenblik is er weinig aan te doen, maar
bij de a.s. herziening van het tarief van in
voerrechten moet deze zaak in orde worden
gebrarht.
Wat de economische volksbelangen be
treft werd betoogd, dat we met den land
bouwsteun wel aan het eind zijn en voor
de industrie voorloopig de werking van
onze nieuwe crisiswetgeving dienen af te
wachten.
De ontwikkeling van nieuwe organen in
de maatschappij, zoo werd voorts uiteen
gezet, stuit voor een belangrijk deel af op
hen, die den klassenstrijd voeren.
Tot het politieke gedeelte van zijn rede
komende, wees de heer Schouten erop, dat
de Regeering weer moet regeeren. Dat moet,
ook door de lagere organen gevoe'd worden.
Met grooten nadruk en onweerlegbaar
werd aangeloond, dat la"i nationaal-socialis-
me moet culmineeren in staatsabsolutisme
en de geestelijke vrijheid aantast. En deze
laatste kan toch slechts in vrijheid gedijen.
Aangetoond werd ten slotte het revolu
tionaire '".ralster van den N. S. B„ de or-
gantraiie van Mussert. /ij behoort te wor-
d"A behandeld als alle en-'ere revolutio
naire 'ga- isaties, verklaarde de heer
„MAAS"-NYMPHEN.
HET BEZOEKUUR.
Hoe verheiden de patiënten
Met verlangen weer den dag
Vat 't familielid, de kennis
Hen een uur bezoeken mag.
Als die dag is aangebroken
Hunlc'ren ze naar het moment
Vut de zaalklok kwart-voor-drie wijst
En ze zitten overend
Om te zien wie of vanmiddag
Hen met een bezoek verblijdt
Wie hen nu eens komt vertroosten
In de stille eenzaamheid.
Op de gang staan de bezoekers
Wachtend tot de zuster zegt:
„Het bezoekuur gaat beginnen!
„Eén voor één kunt U terecht!"
En de meesten brengen bloemen
Voor de arme lijders mee
Scheppen gi ur en fleur en leven
Om der kranken legerstee.
Bloemen kunnen zoo vertolken
Wat de brenger voor je voelt.
Bloemen zeggen, meer dan woorden,
Hoe d' oprechte vrind 't bedoelt.
Niets is den patiënt zoo welkom
Als zoo'n kleurenrijk boeket
Voor een vriendelijke zuster
Netjes op een vaas gezet.
Als je zoo eens op zoo'n zaal zit
En je ziet dat alles aan
Kun je 't smachten naar 't bezoekuur
Door den lijder, best verstaan.
Zie maar eens dat lieve vrouwtje
Zitten aan het ledikant
Met haar man gezellig keuv'lend
Oog in oog en hand in hand.
Kijk eens naar zoo'n kleine jongen
Nu z'n vader bij hem staat.
Kijk hem gnuiven en genieten
Met z'n oud're kameraad.
Maarzie ook die arme stakker
Waar geen sterveling aan hangt
Vie geen bloemen krijgt of vruchten
Een die nooit bezoek ontvangt.
Als ge ooit naar 't gasthuis toe gaat
Kijk dan langs de beddenrij
Meestal is er wel zoo'n eenling
Zoo'n verlaten lijder bij,
Geef hem dan wat van je bloemen
En, als zoete medicijn,
Ook een hart'lijk vriend'lijk troost-
En hij zal je dankbaar zijn. [woord
(Nadruk verboden.)
HAKATE.
Schouten en hij verzocht de Regeering op
dit punt haar houding te herzien. Met een
aangrijpende peroratie eindigde de voorzit
ter der anti-rev. fractie zijn rede.
Na hem zegden Dr. Bierema en Mr. Joc-
kes der Regeering hun steun toe. Laatstge
noemde sloot zich ten aanzien van den N.
S. B. bij den heer Schouten aan.
De heer Jan ter Laan hield zijn gebruike-
fiike boetpredikatie tegen de salarispolitiek
der Regeering, terwijl de lieer Vervoorn
met een kalm landbouwspeechjic den dag
sloot.
MAJESTEITSSCHENNIS
WAT HET VOLK MOET WETEN
Op een fascistenvergadering liet een de
bater zich zeer onbehoorlijk uit over het in
komen der Kroon. Waaraan is dat toe te
schrijven, vraagt Bte in „De Vrijheid". En
hij antwoordt:
Eenvoudig aan onvoldoende kennis van
zaken. Wanneer de menschen, die zóó den
ken of spreken, eens wisten, hoe weinig van
deze groote inkomens (hoe hoog ze precies
zijn, doet niet veel ter zake) door de leden
der Koninklijke Familie voor eigen gebruik
wordt aangewend en hoeveel daarvan be
stemd is om anderen in het leven te hel
pen houden, dan zouden zij een geheel an
deren kijk op de dingen krijgen.
Weet men om maar iets te noemen, dat
niet minder dan 500 personen, in dienst der
Koningin, met hun gezinnen uit haar inko
men hun levensnderhoud trekken; dat er
daarnaast 375 gepensionneerden zijn, die met
hun gezinnen uit dat in inkomen leven?
Weet men. welke enorme bedragen aan
steun tallooze instellingen en partieulieren
uit de inkomens der Koninklijke Familie
ontvangen?
Bedenkt men wel eens, hoe belangrijk de
bestellingen zijn, die de Nederlandsche nij
verheid uit die inkomens krijgen, hoeveel
de winkeliers, de ambachtslieden, de arbei
ders in ons land aan leveringen en werk
zaamheden ten behoeve van de Koninklijke
Familie en haar paleizen enz. verdienen,
hoeveel werkgelegenheid daardoor in dezen
tijd van crisis en werkloosheid aan tulloo-
zen verschaft wordt? Wanneer men dat al
les in aanmerking neemt, dun moet men het
een zegen achten, dat de Koninklijke Fami
lie de beschikking heefl over ruime inkom
sten omdat zij daarmede, dank zij de op
vatting welke zij heeft van haar sociale
taak en haar plirhten jeeens het Nederland
sclie volk, in zon ruimen kring kan weldoen
en zoo velen werk en brood kan verschaffen.
T