A.D.OVER STRIJD BRANDING MAAS- EN SCHELDEBODE ZATERDAG 4 NOVEMBER 1933 INGEZONDEN STUKKEN UIT 'T LEVEN VAN DIMITROFF VREESELIJK ONGEVAL BIJ ONBEWAAKTEN OVERWEG Marktberichten». (Buiten verantwoordelijkheid der redactie) „BUSSEN" Als men zoo eens zit to wroeten In de bussen-romantiek, Dan zijn er toch heel veel bussen En, ook bussen-politiek. Bussen zijn er voor cle groen\n, Voor het schoensmeer, voor kaneel; Klapper- en paneermeelbussen, Bussen voor ons kindermeel. Bussen voor carbid en pinda's, Voor benzine en voor fruit; Karnemelk- en waterbussen. Voor cacao en voor beschuit. Bussen om te collecteeren, Voor de verf, en voor vernis; Vuilnisbussen, donderbussen, Bussen voor gemalen visch. Bussen voor pastei en peper, Voor de zeep en voor ijsco's, Brievenbussen, brokkenbussen, Buss n voo rde stembureaus. Bussen voor sardienebeesten, Voor cornedbeef en bruine teer; Kwj-bussen Jako-bussen, Bussen voor het wagensme6r. Bussen voor plamuur en olie, Voor tofiees en offertjes Autobussen ziektebussen Zijn maar voor de boffertjes. Bussen zijn voor condensatie, Autobussen voor vervoer; ZieKtebussen zijn voor zieken. Of men kruier is, of boer. Maar helaas, het ziektenbusje Is niet safe, is lek misschien? Wellicht zou de een of ander Hierin nog een re-bus zien. 't Is geen puzzle of geen rebus, 't Is een droeve werk'lijkheid; Vut een dokter met zijn busje Bokken van de schapen scheidt. Ziektebussen zijn voor zieken, Of je geld hebt of crediet; Of je ziek bent of verkouden, Of je maaz'len nebt, of niet. Makkers, „bssen-candidaten", Wier gestel te veel mankeert. Worden om het plat te zeggen Netjes uit de bus geweerd. Bussen-loden, zij. die offren Voor „sporadisch" ziek te zijn, Zijn steeds graag geziene klanten, Vormen, saam een zilvermijn. Want, de zwakken zijn de duursten, Voor den medicijnen-man; Maar de offers der gezonden, Ja. daar hee.'t ie nog iets an. 't Gaat dus niet om menschenliefde, Doch om Mammon's rooden duit; 't Zoete schaapje, dat mag bussen, 't Zondebokje blijft er uit Dirksland, Oct. '33 B. L. G. CRISIS RUNDVEE CENTRALE Veehandel en beëedigd makelaar in vee Mijnheer de Redacteur, Telkens nemen leden van ofizen Zuid-Holland- schen Bond van Veehandelaren aanstoot aan een advertentie van een lid van onzen Bond, wat be treft de uitdrukking beëedigd makelaar In vee. Ook dezer dagen werd mij gevraagd èn door boeren èn door veehandelaren of dit in verband stond met de Crisis Rundvee Centrale. „r<Nu, word ik verplicht tusschen belde te komen, ai hoewel dit niet zoo gemakkelijk is, daar ik gaarpe voor alle leden van onzen Bond dezelfde wil zijn. Wat de levering aan de C. R. C. betreft staan we allen gelijk, zoowel landbouwer als veehande laar; de bedoelde advertentie heeft dus in verband met de C. R. C. niet den minsten zin. Niet één ^veehouder is verplicht hierin de bemiddeling van <een veehandelaar in te roepen. Iets anders is, dat levering aan de C. R. C. ■wel degelijk vakkundigheid eischt, vooral niet minder dan het markten van vee, als men tenminste gaarne de hoogste mogelijke waarde voor zijn vee maakt. Praatjes, als ik al door veehouders heb hooren uiten, b.v.: ja, vroeger had je veehandelaars noodig, dat markten is niet ieders werk, maar nu kunnen we het zelf, zijn dan ook denkbeeldig en niets is minder waar. Ik kom hier nader op terug. Om hlbrover door ervaring goed te kunnen oor- deelen nam ik vanaf den eersten dag proeven, te beginnen op 17 Oct. te Rotterdam met 7 verschil lende koeien, herhaalde dit 21 Oct. te Utrecht, 24 Oct. te Rotterdam, ook kocht ik 25 Oct. te Hoorn, waar niet werd afgenomen, doch 26 Oct. wel te Schagen. Ook liet ik 8 mooie voorjaarskal veren vaarzen uit N. Holland afreizen naar Utrecht, waar ik j.l. Zaterdag 28 Oct. weer afle verde. Zooals u ziet wou ik ook weten wat men in andere provincies deed. Toen j.l. Zaterdag te Utrecht 400 beesten waren overgenomen en het bleef aanstroomen gaf de heer Hartog het teeken van stoppen en verklaarde geen dieren meer te kunnen afnemen, daar men er aan de fabrieken geen raad meer mee wist, zoodat een overschot van plm. 150 stuks buiten de deuren van de veemurkthal stonden te loeien om toch maar binnen gelaten te worden; echter zonder succes en kregen retour. De eigenaren wilden zich desnoods tevreden stellen met een belofte door de C.R.C. dat ze volgende week Dinsdag te Rotterdam zou den worden afgenomen, doel) ook dit werd gewei- ^Waarora de veehandelaren niet overbodig zijn? Wij, georganiseerde veehandelaren, hadden het voorrecht, dat onze voorzitter van den Nederland- schen Bond deel mocht uitmaken van de directie van de C.R.C. Deze, een groot melkveehouder en veehandelaar, was een goede keus voor alle par tijen. De ruimte welke nooit weg te werken is voor een veehandelaar om zijn brood te verdienen, is gelegen In de volgende feiten: Lang niet alle beesten zijn met voordeel te leveren, integendeel zelfs. B.v. een prima beest voor het spoelingsdis trict heeft alleen groote waarde afgekalfd; melk- gelegenheid speelt hoegenaamd geen rol; dit beest krijgt een slechte klas als kalfbeest geleverd aan de C.R.C. dus kan duurder verkocht worden aan een veehandelaar die zorgt voor afkalven en ver dere bestemming. Een mooie zware kalfkoe, ge schikt voor export, krijgt, door zijn vele k.G., geen hooge klas, dus is meer waard voor den veehandel dan de boer zou trekken van de C.R.C. Een jonge vleeschtypige, doch onkantig in 't uier, krijgt een heele slechte klas, terwijl het de^uitverkorene in den handel is. Zoo werd Dinsdag 24 Oct. door mij gekocht een mooie jonge dikvette stamboekkoe, Maart kal ven, van de bekende modelboerderij de Vaan, voor f 210. Deze hoorde volgens mij niet bij de C.R.C., maar op de vette markt; daar was ze waard slachtgewicht 850 p. x 28 cent f 238. De heer Huisman, hoewel nog geen nummeren of iets had plaats gehad, verbood echter (en te recht) wat binnen was, het teirein te verlaten. Ik zat in de kooi. De taxateurs behandelden mij gracelijk, omdat even te voren een mijner koeien feitelijk te laag geklassificeerd was, en kreeg ik voor deze iets extra, dus klasse A. Gewicht 's middags 3 uur, heel dun, 696 K.G. a 30 c. f 208.80 min f 1 f 207.80; verlies alzoo f 2.20 aan een goedkoope koe die f 238 waard was en eerlijk werd geklassi ficeerd. Door gunst van een vorige haalt deze koe A, anders valt ze in B 696 x 25 f 174 mir» f 1 f 173 of f 65 minder dan handelswaarde. Men' dient dus als vakman te kunnen waardeeren vóór ons dier bi.men ce poen is d:r CR C. b.v. hij weegt 600 K.U., is writ-rd op dc pewa^e markt f 165 f 170. Klasse A kan mei! nv\ niet geven, dus ik knjq B 600 f 25 c. f 15C :n.n f i f 149; wat beteekent f 16 a f 21 schade per beest? Er zijn nog veel meer factoren, o.a. haarkleur en tal van andere eigenschappen waarmee wel de particulier doch onmogelijk door de C.R.C. reke ning kan worden gehouden. Ik hoop met een en ander te hebben aangetoond dat de C.R.C. streeft naar een goede regeling; maakt gij echter fouten dan is het niet hun schuld. De handel op de boerderij blijft van zelf gewoon. Niet één veehouder kan maken voor een koppel vee bij de C.R.C. wat ze waard is voor een han delaar die deze stuk voor stuk weet te verdeelen naar de juiste bestemming. Eén letter verschil, klasse A B of C, gebeurt om iets zeer gerings, wat vakmenschen alléén kunnen beoordeelen, doch waar een kalfbeest van 600 K.G. f 30 mee valt. Op vragen van enkele leden over de wijze van betaling kan ik zeggen, dat 25 Oct. de chèque ar- riveerd van de eerste partij koeien, geleverd op 17 Oct.; ik stel mij echter niet voor dat de vol gende zoo vlug zullen komen; zeer begrijpelijk dat partijeL koelen als j.l. Vrijdag te Leeuwarden 1200 stuks en procentsgewijze zoo over 't heele land, wel een uitzoekerij en een heele administratie is. Uit een en ander blijkt dus voldoende dat u zorgt er geen kwartje door de centen rolt, want achter de kali van de C.R.C. valt eerst geer eisch, maar direct uitspraak waaraan men zich heeft te onderwerpen. In het vertrouwen mijn verschillende vragers hiermee te hebben beantwoord en U. M. de R„ dankend voor dc verleende plaatsruimte. H. GROOTENBOER Az. Bestuurslid Z. H. B. v. V. MISLEIDENDE BESTRIJDING II (Ingekort) Het tweede punt, waarin de Antl-Rev. Partij zich volgens den heer van Eek had te herzien, wilde zij bruikbaar zijn en „aanvaardbaar" voor de groep van de Herv. Gereformeerden, betrof de bevoorrechting der (kerkelijk) gereformeerden bij benoemingen. Als voorbeeld wordt dan gewezen op de benoeming van den burgemeester van Alphen aan den Rijn, den heer P. A. Colijn. De schrijver wijst er zelf reeds op, dat de Ge reformeerden de kern van de partij vormen, en dat zij derhalve grooten invloed uitoefenen. Dit is onmiskenbaar juist. Wij erkenden het reeds in ons vorig artikel, en wezen er op, hoe dat zoo ge worden is, namelijk, doordat de Hervomden zich veelal te laks betoonen, en van de verschillende partij vergaderingen thuis blijven. Niemand zal kunnen tegenspreken, dat de gereformeerden in de Anti-Rev. Partij een invloedrijke plaats innemen. Maar mag men daaruit afleiden, dat de Her vormden welbewust en stelselmatig achteruitgezet worden? Integendeel. De jongste Kamerverkiezing is daarvan het bewijs. Nauwlettend heeft Je partij leiding er voor zorg gedragen, dat er tenminste 4 Hervormden en een Chr. Gereformeerde van de Tweede Kamerfractie deel zouden uitmaken. In de HOOGSTRAAT223 ROTTERDAM vacatures, die ontstaan waren door het uittreden van Prof. Severijn en Dr. Beumer, zijn twee ai.drre Hervormden gekozen: de heere-i Mr. van Dobben de 3r il l pr P. Wielenga. Daarnaast hebben de H.H. Prof Visscher en Duymaer van Twist nog zitting. In de Eerste Kamer waren tot verleden jaar van de zes Anti-Revolutionairen er 3 Hervormd (Van Citters, de Veer (thans overleden) en Brict) In het Dag. Bestuur van de Dr. Kuyperstichting hebben 2 Hervormden een plaats: Ds. van Grieken en Mr. Briët. Van de beide juristen aan de Kuyperstichting verbonden is er één HeiVormd: Dr. C. Beeken kamp. En zoo zouden we kunnen doorgaan. De schrij ver geeft zelf aan, dat er reeds vele Herv. Anti- Rev. burgemeesters zijn, doch verzuimt alweer te bewijzen, dat er benoemingen van Gereformeerden plaats hadden, waar eer» Hervormde recht had. Trouwens, dat „recht" is ook nergens omschre ven. De regeering (d i e benoemt, en niet de partij!) houdt zooveel mogelijk rekening met de p o 1 i t ie k e schakeering der bevolking, en m.i. terecht. Het partijbestuur kan hoogstens bij den Commissaris der Koningin of bij den Minister van Binnenlandsche Zaken de a dacht op iemand ves tigen. Van voordragen is zelfs geen sprake. Als er dus eens een benoeming geschiedt, die Hervormden niet welgevallig zou zijn, dan is dat te wijten niet aan de Anti-Rev. Partij, maar aan de Kroon. Bepaald belachelijk is het verwijt dat de A.R. Partij zou hebben nagelaten om de Hervormden tot zich te trekken en politiek op te voeden. Staat de partij niet open voor ieder, die haar beginsel program onderschrijft? Neen, hier treft niet de partij een verwijt, maar de leidinggevende figuren in de Herv. Geref. kring, die hebben nagelaten hun menschen politiek op te voeden: de predikanten, hoofden van scholen, en de leiding van de Jonge- lingsvereenigingen, welke laatste angstvallig de po litiek buiten haar erf heeft gehouden, tot haar schande. De heer van Eek tracht hier de rollen om .e draaien. 3. Het derde punt betreft de veelgesmade coali tie-politiek. Bekende klanken in de ooren van de Staatk. Gereformeerden! Dit getuigt alweer van weinig politiek inzicht. Het bestek van dit artikel gedoogt natuurlijk niet, dat wij breedvoerig het coalitie-vraagstuk aan de orde stellen. Maar wij mogen toch wel een vraag stellen aan den heer van Eek, als hij spreekt van coalitievruchten, die alleen den Katholieken en Gereformeerden toe vallen. Wij willen slechts één vrucht noemen: de gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs, ongetwijfeld een gevolg van den strijd, die de voor standers van bijzonder onderwijs gezamenlijk mochten voeren en onder Gods zegen tot een ge lukkig einde brengen. Va i deze coalitie is de Her vormde School te Stellendam ook een vrucht en deelt dus meester van Eek en de zijnen, Ds. Ker sten lustig mee. Hoevele Hervormde Scholen en Scholen van Staatkundig Geref. zijde zijn er al op gericht en genieten er van de vruchten tier pacifi catie! Als dan de coalitie een verkeerde boom is (gelijk Ds. Kersten beweert) dan moeten ook des- zelfs vruchten verkeerd zijn, want de Schrift leert ons, dat een kwade boom geen goede vruchten kan voortbrengen. Gebiedt nu de consekwcntie eigenlijk niet, dat men voor zijn eigen scholen geen gebruik maakt van de zegeningen der veel gesmade coalitie? 4. Het vierde benvaar van den heer van Eek richt zich op het feit, dat er ook ethischen lid zijn van de Anti-Rev. Partij, ja. zelfs daarin zelf een vooraanstaande plaats bekleeden (Talma, Beu mer). Sterker nog: de partij zoekt contact met deze groep in de Herv. Kerk, liever dan met de Herv. Gereformee»den. Ik zou willen vragen waar de heer van Eek deze nonsens van daan haalt. Ik kan positief ont kennen, dat ooit contact is gezocht met de ethi schen als groep. Wel was er zij her offi cieus, maar daarom niet minder reëel contact met groep van de Gereformeerden in de Hervorm de Kerk. Dat menschen als Talma en Beumer e.a. zich bij de Anti-Rev. Partij aangesloten hebben, zal hier vandaan komen, -dat zij zich aangetrokken gevoel den tot de staatkundige beginselen van het Cal vinisme. Dat wil overigens niet zeggen, dat ze alle leerstellingen van het geref. protestantisme aanvaarden. Ik heb wel eens gehoord dat niemand minder dan Groen v. Prinsterer zich min of meer aarzelend uitgelaten heeft over de uitverkiezing. Hoe dit ook zij, niemand heeft ooit Talma of Beumer c.s. kunnen betrappen op een antirevolu tionaire ketterij. Als de heer van Eek er een weet, moet hij het maar zeggen. 5. Vervolgens snijdt de heer van Eek het kerke lijk vraagstuk aan. Ook Dr. Colijn heeft dat gedaan bij zijn recente bespreking van het program van beginselen der Anti-Rev. Partij in de Stan daard. Ik weet niet of de heer van Eek die belang wekkende artikelen heeft gelezen. Zoo ja, dan kan hij weten, hoe Dr. Colijn over deze dingen denkt en dat Zijne Excellentie van ooraeel is dat de organisatie der Herv. Kerk van 1816 buiten het politieke erf valt. „Al zijn we, zoo »ees ik in de Standaard van 15 Sept. 1932 ook van oordeel, dat die organisatie de ontwikkeling van een gezond kerkelijk leven geschaad heeft en al meenen we dat het kerkelijk vraagstuk op zijn beurt een funesten invloed heeft uitgeoefend op de ontwik keling der politieke toestanden in ons land, dui delijk is het ook, dat politieke inmenging hier veel meer bedreven dan goedmaken kan, waarom ons program terecht op dit punt zwijgt. Alleen spreekt ons beginselprogram van de doorsnijding der zilveren koorde. Zoolang echter in den boezem der belanghebbenden geen overeen stemming nopens dit punt bestaat, zal art. 22 van ons program wel een doode letter blijven. En in ieder geval steekt ons art. 22 gunstig af bij het zeer vaag geformuleerde art. 5 van het St. Geref. beginselprogram, waarin overigens ook van de oplossing van het kerkelijk vraagstuk binnen de Hervormde Kerk en terecht gezwegen wordt. 6. De waarborg, welke de heer van Eek in zijn zesde programpunt eischt, dat n.l. de stichting van Hervormde Scholen door de Anti-Rev. Partij niet tegengewerkt worde, is absoluut overbodig. De Stichting toch van bijzondere scholen wordt gere geld in de Lager Onderwijswet 1920. Voldoet een schoolvereeniging aan de wettelijke vereischten, Waarvan hij at zoo verdacht wordt Een der weinigen, die ons zoo nu en dan met de langdurigheid van het proces-Van der Lubbe verzoenen, is de Bulgaarsehe anarchist Dimitroff. Hij speelt het enfant terrible, beheerscht weliswaar do Duitsche taal geenszins, maar brengt met zijn brutaal gebrabbel tenminste de lachspieren van den geduldigen luisteraar weer eens in beweging Vergeleken met de andere beklaagden valt bij op door z'n uiterlijk: hij beschikt over '11 levendigen geest, bezit een slagvaardigheid, waar menige advocaat hem om benijden kan en schijnt ook lichamelijk onder zijn langdurige arrestatie niet geleden te heb ben. Naast den bleeken Torgler en den ver waarloosd uitzienden Van dei I-ubbe valt hij op door zijn gezond en gesoigneerd uiter lijk. Er gaat geen dag voorbij of Dimitroff provoceert een intermezzo. Hierdoor stelt hij het geduld van den senaatspresident Bünger van wien me verteld werd, dat hij vroeger lid was van do katholieke centrum-partij zwaar op de proef, maar tevens bevordert hij met zijn driest optreden de spanning onder het pit bliek, dat nu al ruim twee weken op het genot eener sensationeel? wending zit te wachten. Dimitroff fungeert als do agitator op de bank der beklaagden, hij geeft allerlei tips aan de vertegenwoordigers eener pers, welke het tegenwoordige Duitschland niet al te best gezind is, brengt de twijfelaars aan liet wankelen, bevordert het gevoel van onzekerheid, dat iederen neutralen toehoor der bevangt en geeft met zijn malle gebaren vaak den stoot tot een homerisch gelach. Hij krijgt dan weliswaar een standje, maai dat neemt hij graag op den koop toe, want het beoogde succes is niet uitgebleven en de wereldpers bemoeit zich weer eens met Dimitroff. Maar ondanks deze vroolijke oogenblik- ken, vveiko een kwajóngensachtigen indruk op mij maken, mag niet vergeten worden, dat we hier met een uiterst gevaarlijken communist te dom hebben. Er bestaat een frappant verschfl tusschen Dimi troff en zijn geestverwant Torgler, die met zijn jeugdig gelaat, zijn sympathieke stem en zijn beheerscht optreden eerder aan een letterkundige doet denken, aan een dichter, die ernaar streeft, zijn gedachten in een gaven vorm weer te geven. En toch was deze Torgler jaren achtereen een felle tegen stander van de nationaal-socialistische be weging, komt een deel van da bloedige vecht partijen, welke Berlijn eertijds onveilig maakten, voor zijn rekening en behoorde hij tot hen, die inktkokers en stoelen be- dan kan geen enkel gemeenteraadslid de stichting van zoo'n school tegenhouden, zelfs al zou hij het willen. Want de Kroon, bij wie men in beioep kan gaan, spreekt hier het laatste woord. 7. Val al hetgeen de heer van Eek beweert is dc kwestie van de benoeming van socialisten in colleges, waaraan ook anti's meegewerkt hebbe.i, het eenige punt waarover te praten ware. Ik geloof intusschen. dat de veranderde omstandigheden niet nagelaten heben ook ten dezen een keer in de goede richting ie brengen. Trouwens, het kan den heer van Eek bekend zijn, dat in den boezem der anti-rev. parti] op oit punt ook vroeger verschil van gevoelen bestond. Overigens heeft deze kwes tie naar mijn oordeel al heel weinig te maken met de specifiek Hervormde belangen, welker verdedi ger de heer van Eek wenscht tc -zijn. Men behan delt zulke dingen ook niet per ingezonden stuk, maar in de kiesvereemging en in de hooj^re partij instanties. Dat eindelijk de vroeger benoemde rood? bur gemeesters ook maar niet alles kunnen doen wat zij willen, bewijst wel het „peccavi", dat de bur gemeester van Koog a. d. Zaan, den heer Verste gen, heeft moeten doen hooren, op last van Minis ter de Wilde. 8. Ten slotte raakt de heer van Eek nog op een rare manier de kwestie v^n de oprichting der Herv. anti-rev. kiesvereenigingen aan. Wat hij daaromtrent beweert, houdt geen steek. De Anti- Rev. Partij is i n t e r k e r k e 1 ij k, en wanneer nu bepaalde groepen om particuliere rendenen zich afsplitsen van de officieele ter plaatse bestaande kiesvereeniging, "dan heeft het Centraal Comité groot gelijk, dat ze die separatisten niet erkent. Dit doende, zou men van hoogerhand de tweespalt in de partij in de hand werken. Dat de partij overigens geen specifiek Hervorm de anti-rev. kiesvereeniging erkent, is onjuist. In Overijsel weet ik er een, die wel erkend is. De heer van Eek roept ten slotte om kerkelijke eenheid. Dat is lofwaardig. Doch daarnaast ware ook te streven naar politieke eenheid. Het wil mij voorkomen, dat men om het laatste te bereiken niet behoeft te wachten, totdat de eerste daarge- steld is. Terecht merkt de schrijver op dat dan nog wel lang zou gewacht moeten worden. Wie waarlijk bewogen is met de nooden van land en volk, moet streven èn naar kerkel'jke èn naar politieke eenheid. Zoolang wl], hoe dan ook, die eenheid in den weg staan, verhinderen wij door onze houding de wereld te gelooven dat Jezus de gezondene des Vaders is (joh. 17:21). Jezus vindt deze eenheid zóó belangrijk, dat Hij in het Hoogepriesterlijk gebed tot den Vader er over spreekt. Bidden wij er ook om? En werken wij er voor? Laat ons eerst in de schuld komen, voordat wij gaan critiseeren. P. BOM Ambtenaar ter secretarie OoltgensplaaL Ooltgensplaat. nutten, om hun blinde woede tot uiting te brengen. Dimitroff is geen Duifscher en voelt zich derhalve veiliger. Hij doet, wat binnen zijn vermogen ligt, om zich te verdedigen en vindt hiertoe bij het langdradig verhoor van ondergeschikte getuigen, gelegenheid ge noeg, Hij at zijn meening over Van dei Lubbe als volgt samen: „Volgens mijn op vatting is Lubbe onmogelijk alleen de aan stichter van den Ifijksdagbrund. Lul-be is 111 dit treurspel het type van den Faust. Den Mephisto bobben wij nog altijd niet gevon den. Deze zielige Faust staat geheel alleen. De man, die in dezen zou kunnen spreken, zegt geen woord". Het is voor ons de vraag hoever het communisme met zijn verschillende organen achter dezen Dimitroff staal? Welke rel werd dezen Bulgaar door Moskou toegedacht? In hoeverre is Dimi troff verbonden met den historischen gang van de communistische internationale? Her antwoord \an deze vragen zou wat moer licht op den achtergrond van dit proces w ernen. D1M1TKOFF Radek moet te Moskou tot een Duitschon journalist gezegd hebben: „Aan Torgler hechten wij hier weinig waarde. Hij is een salonbolsjewiek en daar hebben we niets aan. Dimitroff is onze man". Mocht dus ook Dimitroff schuldig bevonden worden, dan is de kans niet gering, dat men vanuit Moskou alles zal doen, om iiem aan de handen van hot geiecht te onttrekken. Wordt daarentegen Torgler veroordeeld, dan zal men dezen waarschijnlijk aan zijn lot overlaten. Hot is dus begrijpelijk, dat men zich ook te Berlijn voortdurend met Dimitroff bezig houdt eti graag zooveel mogelijk omtrent zijn levens loop wil weten. Beeds hij het begin van liet Van der Lubbe proces werd eraan herinnerd, dat hij in Bulgaiijo meerdere malen, eenmaal zelfs tot de doodstraf, is veroordeeld. Zijn aanslag op de cathedraal te Soiia. gold als voorbeeld van zijn revolutionair verleden. Dienaangaande weet men het vol gende: Den 16en April had de ontploffing in de cathedraal te Sofia plaats. Twee dagen te voren hebben communisten den in Bulgarije bekenden majoor Georgijeff vermoord. Deze man moest vermoord worden, om hij zijn begrafenis den koning, de ministers en andere hooge persoonlijkheden naar de ca thedraal te lokken. Tijdens den dienst wilde men dan de kerk in de lucht laten vliegen, om met één slag allen te dooden. Dit demo nische plan werd slechts voor een deel ten uitvoer gebracht. De koning en zijn minis ters konden allen levend het kerkgebouw verlaten, maar niettemin vielen 225 men schen bij de ineenstorting van de cathedraal ten offer. Bij het onderzoek is vastgesteld. daf Moskou hierbij trokken was. direct be- Te Wecnen had men een voltrekkings comité gevormd en dit stond onder leiding van Dimitroff, bijgestaan door een aantal Bulgaarsehe communisten. Als agenten waren Russen, Polen, Oostenrijkers en .Joden werkzaam, die over valsche passen beschik ten. Zij kwamen als ingenieurs of zakenlui naar Sofia. Voor de gansche actie was een bedrag van 150.000 dollars beschikbaar, wat naar den toenmaligm stand van het Bul gaarsehe geld 200 miilioen leva betee-kende. De leiding te Sofia was in handen van zeke ren Friedmann, die door Dimitroff in relatie stond met Moskou. De onderhandelingen vonden geregeld te Berlijn jilaats. Hier ging het initiatief uit van Tscheka-agenten en een O.S.P.U. man. zekeren dr Leon Goldstein. Deze had te Moskou twee jaar de Tsrlicka onder zijn bewind en is toon naar Berlijn gekomen, om hier liet Europeesclio werk te leiden. Men heeft vastgesteld, dat Goldstein in dc tweede helft van 1024 alle onderdeelen van liet operatieplan heeft uitgewerkt met Dimitroff. In Moskou was men overtuigd, dat Bulgarije volkomen rijp was voor bols jewistisch régime. De aanval op de cathe draal zou pas liet begin eener radicale om wenteling beteekenen. Moskon gaf hiervoor in twee miilioen dollars uit. totaal In Belgrado werden cle laatste voorberei dende maatregelen getroffen en hier werd ook aan Dimitroff meegedeeld, wie in op dracht van de Sowjetregeering na de revo lutie in Bulgarije de leiding in handen moest nemen. Dimitroff moest eerst dit do cument door Goldstein naar Moskou mee- LAATSTE NIEUWS TWEE DOODEN Men meldt ons uit Tilburg: Bij wachtpost 14 aan den onbewaakten overweg aan de spoorlijn TilburgBreda is door den trein, die te 11.14 uur uit Breda in de richting Tilburg vertrekt, een vracht auto aangereden. De twee inzittenden, de chauffeur van den expediteur S. van de Brande uit Til burg en de veehandelaar PIi. Roksnoer, eveneens uit Breda, werden op slag ge dood. Het uitzicht op den overweg is goed, zoodat de chauffeur, vermoedelijk door den regen, niet goed heeft uitgekeken. Het voorste gedeelte van de vrachtatuo, de ca bine. werd door den trein als het ware af gescheurd. DE MIJDRECHTSCHE MILLIOENENZAAK. Nog zeven getuigen gehoord Het Gerechtshof te Amsterdam wees een interlocutoir arrest in de zaak tegen den Mijdrerhtschcn kweeker, die door middel van valsche stukken gepoogd zou hebben de zeer groote erfenis van mevr. van Wie- ringen uit Mijdrecht te bemachtigen. De reclithank te Utrecht had hem tot twee jaar en zes maanden veroordeeld. Het Hof bepaalde in het interlocutoir arrest, dat op Vrijdag 17 November nog zeven getuigen moeten worden gehoord, omdat het onder zoek niet volledig is. DOODELIJK AUTO-ONGELUK Dezer dagen had op den Utrechtscheweg onder Jutphaas, een aanrijding plaats, waarbij een gemeentewerkman van Utrecht, die aan het uogdek arbeidde, aan 't hoofd nog al ernstig werd gewond, door een vrachtauto. De man is naar de Rijksklinieken over gebracht, waar hij, naar wij thans verne men, aan do gevolgen is overleden. geven ter officieele ondei'teekening. Beweerd wordt, dat ook de bekende aan slag op koning Boris van den 14 Juli 1925 door Dimitrofi is georganiseerd. Door zijn zolfbebceiselling 011 koelbloedigheid wist de koning zich toen te redden. De „An- griff" merkt hierbij op: „Verbluffend is do overeenstemming tusschen de aanvallen in Bulgarije, de ontploffing in de cathedraal en den rijksdagbrand. Toen in Berlijn een algerneeno <1 - ivondenheid heerschte over allerlei mooi 1 aanvallen en ongeregeldhe den, stond plotseling het .Wallotliuis in vuur en vlammen. Net als in Bulgarije werden ook te Berlijn buitenlanders aange wend, van wie alleen van der Lubbe de politie tegen het lijf liep. Zooals bekend, vond men later bij Popoff en '-'aneff groote geldbe dragen in dollars, maar op zichzelf is dit geen afdoend bewijs voor hun medeplich tigheid." Dimitroff en dat is niet aan twijfel onderhevig werkt sedert jaar en dag in dienst van het communisme en als men zijn verleden nagaat dan moet men erken nen, dat hij ten onrechte thans in het rijksdagproces de vervolgde onschuld imi teert. Wat was hij anders dan een in strument in de handen van Moskon? En waarom zou het hem beter gaan dart zijn partijgenoot Torgler, die door Moskou werd prijsgegeven? Veilingbericht van Woensdag 1 Nov. 1935. Savoye kool 1.503.per 100 suks. Boode kool 1.303.per 100 stuks Witte kool 4.205.40 per 100 stuks Andijvie 0.500.90 per 100 stuks Peen 1.60—3.10 per 100 bos. Kroten 1.802.per 100 bos Witlof 12-0 per 100 K.G. Knollen 0.50 per 100 K.G. Spruiten 9.per 103 K.G. Veldsla 1.lier 100 K.G. Kleiperen 5.707.90 per 100 K.G. Giesor Wildemans 4.5012.per 100 K.G. Brederodc 4.500.50 per 100 K.G. Bergamotten 0.80 per 100 K.G. Ponsperen 4,50 per 100 K.G. Armgaard 7.108.70 per 100 K.G. Goudre netten 7.2012.per 100 K.G. Bellefleurs 4.00—7.50 per 100 K.G. Druiven 15.5017.80 per 100 pond Boter 0.S00.81 per pond CENTRALE VEILING TE MIDDELHARNIS Veilingbericht van Donderdag 2 November 1933, Kipeieren 44—50 K.G. ƒ2.753.50; idem 57—58 K.G. f 4.65—4.SO: idem 58—61 K.G. 4.85—5.30; idem bruin 59 K.G. 5—5.35. Aanvoer 50000 eieren. Vanaf Dinsdag 7 November groentenveillng op Dinsdag en Vrijdag. FEUILLETONi K. H. MARINUSSEN (41 „Ik kon plotseling een paar dagen extra verlof krijgen. Overmorgen*moet ik weer weg. Bijna had ik ge_egd: was het maar waar, dat men mij wegge aagd had". ••Man, man, dien naam zou je toch niet willen hebben?" ,.Ik zei: bijna, 't Wordt morilijk, Meule mans ,.Ik begrijp het, m?n. Maar er is één troost. Het is het werk van onzen God. We begrijpen Hem niet. Maar Hij heeft met den oorlog waaraan maar geen eind schijnt te komen, Zijn wijze bedoeling. Ik weet niiet, hoe het moet. De toestanden worden al er ger. Op den duur loopt het ook in on-j land spaak met de voedselvoorziening, enz. Maar als we bu ten den oorlog bh ven, mogen «oVxmi0euen wi^ dankbaar zijn. En wat de ia betreft> we redden ons wei. hoor. Er M tl aan Wbeteren". ik +0 s ms heel moeilijk. D ar loop en miji schooU.?"" tenminste ^rekkelijk, ho'üni moed verliezen, makker. Wat vuren g staan ftKWS hebbe" we' V00i' ge„ ,an- Koni ]e vanavond met ie vrouw aanloopen of zullen wij komen?" „Het,laatste is misschien beter, 'k Heb namelijk een logé meegebracht". „Je moeder? Of Annie? Hoe maken zij het? J „Goed gelukkig. Maar geen van beiden is nier. Dolf is ook met verlof". •Polir vroeg de ander verrast. „Is het in orde tusschen julle?" „Het is in orde. Da>t wilde ik je ook komen vertellen „Goed nieuws. We komen vanavond, hoor. Of zou Dolf he: liever niet hebben''" „Hij heeft er geen bezwaar t g:n. En voor- ai niet als het Meulemans ge.dl. Hij weet wel, dat die hem niet gaat bepreeken". „Neen, dat dient nergens toe. A'.leen' een woord op zijn pas, dat is voldoende. Hij is zeker nog de oude?" ,,'k Dacht het niet, maar 'k heb geen ze kerheid. 'k Zou morgen je oordeel wel eens willen vernemen'. „Zal ik niet kunnen geven. Want dan zou ik opzettelijk met hem er over moeten spre- k n. En dat doe ik niet, als er g en aanlei ding toe is". „Nu, we zullen wel eens zien," vond Frits. ,,'k Wilde oierige.ns heel gaarne, dat je eens met Dolf sprak. Het is ze:r wel rmgclijk. dat hij meer naar een vreemde luUtert dan naar eigen." De wensch van Frits werd vervuld. Maar anders dan hij had gedacht. Want niet in de woning van het schoolhoofd hadden Meu lemans en Dolf een ernstig gesprek, maar in Meulemans' huis zelf. De voorzitter van het schoolbestuur ont moette Dolf op het dorp, vlak bij zi jn woning begroette hein har'elijk, zonder te laten blij ken, dat Frits hem op de hoogte had ge bracht. „Ga mee, een sigaar rooken," noodde hij. „Mijn vrouw is niet thuis, maar ik kan ook thee zetten. Volgens mijn vrouw is zij alleen wat sterk, maar daar kan een goed soldaat wei tegen". Dolf aarzelde even om de uitnoodiging aan te nemen. Maar dan stemde hij toe en zat weldra met Meulemans te praten, die honderd en één vragen dee l, a'le op tien dienst betrekking hebbend. Van de verbeter de verhouding tusschen do beide broers repte hij met geen woord. ,,'t Zijn anders vreeselijke toestanden, ke rel. Zaken worden ontwricht, huigezinnen zijn gescheurd. En wie zal zeggen, wanneer het eind er is. Je wordt ook ieelijk in je studie gehandicapt. Er komt in dienst zeker niet veel van?" „Niets van beteekenis. 'k Ga eer achteruit. Al d;e maanden zijn verloren. En misschien duurt de mobilisatie nog maanden," zei Dolf on somberen t on. „De kans is groot. Er was op een korten oorlog gerekend. Maar dat is nu wel uitge sloten De Duitschers zitten diep in Frank rijk, maar de laatste weken komen zij geen stan verder". „Wees u nu eens eerlijk," barstte Dolf op eens uit. „vindt u dien he-len oorlog niet een krankzinnige dwaasheid?" „Ja," antwoordde Meulemans, vol overtui ging en diep ernstig, „zóó denk ik er ook over en elk verstandig mensch. Ik hoop vurig, dat er een eind aan gemaakt wordt. F.n dan het liefst zonder dat er een over winnaar is. Anders worden de grondslagen voor een volgenden oorlog gelegd." •De menschen zullen wel wijzer zijn. Ze zien nu, wat oorlog is en zullen zich wachten voor den volgenden". „Dat ben ik niet met je eens. Maar dat ■s het verschil in onze levensopvatting. Je schakelt de zonde uit en die is juist de oor zaak van de ellende. F.n die ellende zal blij ven, als de volkeren niet de knieën voor God huigen. Als deze oorlog, die wel een wereld oorlog kan worden genoemd, tot verootmoe diging leidt, dan heeft hij winst gebracht, Vilders alleen verlies. De volken gaan croor de smeltkroes van Gods toorn, zóó is het, nolf, en niet anders. Maar ik wil daarove" niet met je gaan twisten, want je ziet het anders." ,,'k Weet het niet, Meulemans," bekende Dolf. „Mijn zekerheid ben ik kwijt." „Ga dan op de knieën jongen," zeide Meu lemans hartelijk, „We kunnen heele ge sprekken voeren, maar op de knieën krijg je de zekerheid, want God zal je hooren. Dat is de een.ge weg. Je hebt gemeend, het zonder Hem te kunnen stellen, maar dat is een misvalting. Ik kan niet anders zeggen, dan: keer je tot God en je zult bespeuren, dat de zoozeer gewenschte vrede komt. Er was geruimen tijd stilte. En toen vroeg Dolf opeens: „Waarom vond u het goed, dat ik haar Leiden ging?" „Dat vond ik niet goed. Maar je wilde met alle geweld er heen en toen vond ik het ver keerd je tegen te houden. Maar dat je broer zich verzette, was zeer verklaarbaar. De uit komst heeft het bewezen. Je bent er in Lei den niet op vooruitgegaan. Ik hoorde zelfs, da't je er socialist geworden bent," „U beschouwt het socialisme verkeerd. Het laat ieder vrij in zijn godsdienst." „Kom mij met dat praatje niet aandragen. Wie socialist wordt, is voor de gemeente Gods verloren. Hij verliest zijn geloof. Hat socialisme is niet een of ander economisch stelsel. Het is een wereldbeschouwing, die lijnrecht indruischt tegen de christelijke. Ben je werkelijk overtuigd socialist?" ,,'k Weet niet, of ik het geweest ben, maar mi ben ik het niet meer. De oorlog heeft mij tot irikeer gebracht. Het socialisme zou don oorlog tegenhouden, maar liet wa ren schoone woorden." „Natuurlijk. In rust'ge tijden heeft het socialisme een grooten mond, maar in tij den van gevaar is het machteloos. En dat komt alleen, omdat het het brallend woord van den mensch spreekt ,die het zonder God meent te kunnen stellen, wat altijd falikant uitloopt. Ik ben blij, da't je ingezien hebt, dat het socialisme den menschen steenen' voor brood geeft. Maar wat wil je nu,?" „Niets", zei Dolf. „Ik ben niets. En bet wordt niets met mij." „Was dan maar socialist gebleven," merk te Meulemans op. En ziende het verwonderd gezocht van zijn bezoeker: „Zeker, dal meen ik. Dan heb je althans een ideaal, al deugt het niet. Een mensch, die niets is, is wel zeer diep te beklagen. Wat voor levensdoel heb je nu nog?" „Als die ellendige dwaasheid van oorlog voeren voorbij is, ga ik natuurlijk door- studeeren en mij later een positie veroveren. Ik moet toch leven." „Wou je leven zonder beginselen? Dan heeft het leven heel geen doei." „Dan maar een doelloos bestaan," vond Dolf onverschillig. „Je zoudt er ook een eind aan kunnen maken, zei Meulemans met nadruk. „Zet 11 mij op tot zelfmoord?" vroeg Dolf, den gewezen boer verbaasd aanstarend. „Opzetten niet. Ik constateer alleen, dat leven zonder doel en .er een .eind aan maken op hetzelfde neerkomt. Wat geeft het ook?' Als er geen God ds „Maar er is een God," zei Dolf. „Ik voel het, ik voel het, ik T "E1' 's zeker een God, Die alles bestuurt. IIij hoort ook ons gesprek, mijn jongen. En ITij is mot diepe ontferming bewogen over een jongeling, die van Hem is afgedwaald. E11 dat weet die jongeling wel. Ik spreek niet als tot iemand, die onkundig is. Je vrome vader heelt het je anders geleerd. En m Botterdam bidt een moeder aldoor voor haar k nd. Zal je de verzenen tegen de prikkels blijven slaan? Ik geloof het niet. Je bent zoekende. Maar jongen, het heil ligt voor liet grijpen. Als „de verloren zoon" tot den Vader gaat, is het in orde. Wacht daar mee nu niet langer Dolf. Als je op het ziek bed kwam ti' liggen en stierf, wat dan?'' „Dan was ik voor eeuwig verloren, Meu lemans. Ik weet het." „Waarom grijp je dan niet?" „Ik kan niet," steunde Dolf. Meulemans had diep medelijden; dat. was één, die van kindsbeen wist. En hij verzette zich met alle kracht. „O God, grijp Gij dat jonge leven." bad hij in zijn ziel. Als het beeld der wanhoop vertrok Dolf eenigen tijd later. Nadat hij had afgeslagen het aanbod van den boer, om samen te bidden (Wordt vervolgd);

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1933 | | pagina 7