A.D.OVER STRIJD
BRANDING
MAAS- EN SCHELDEBODE
ZATERDAG 4 NOVEMBER 1933
INGEZONDEN STUKKEN
UIT 'T LEVEN VAN DIMITROFF
VREESELIJK ONGEVAL BIJ
ONBEWAAKTEN OVERWEG
Marktberichten».
(Buiten verantwoordelijkheid der redactie)
„BUSSEN"
Als men zoo eens zit to wroeten
In de bussen-romantiek,
Dan zijn er toch heel veel bussen
En, ook bussen-politiek.
Bussen zijn er voor cle groen\n,
Voor het schoensmeer, voor kaneel;
Klapper- en paneermeelbussen,
Bussen voor ons kindermeel.
Bussen voor carbid en pinda's,
Voor benzine en voor fruit;
Karnemelk- en waterbussen.
Voor cacao en voor beschuit.
Bussen om te collecteeren,
Voor de verf, en voor vernis;
Vuilnisbussen, donderbussen,
Bussen voor gemalen visch.
Bussen voor pastei en peper,
Voor de zeep en voor ijsco's,
Brievenbussen, brokkenbussen,
Buss n voo rde stembureaus.
Bussen voor sardienebeesten,
Voor cornedbeef en bruine teer;
Kwj-bussen Jako-bussen,
Bussen voor het wagensme6r.
Bussen voor plamuur en olie,
Voor tofiees en offertjes
Autobussen ziektebussen
Zijn maar voor de boffertjes.
Bussen zijn voor condensatie,
Autobussen voor vervoer;
ZieKtebussen zijn voor zieken.
Of men kruier is, of boer.
Maar helaas, het ziektenbusje
Is niet safe, is lek misschien?
Wellicht zou de een of ander
Hierin nog een re-bus zien.
't Is geen puzzle of geen rebus,
't Is een droeve werk'lijkheid;
Vut een dokter met zijn busje
Bokken van de schapen scheidt.
Ziektebussen zijn voor zieken,
Of je geld hebt of crediet;
Of je ziek bent of verkouden,
Of je maaz'len nebt, of niet.
Makkers, „bssen-candidaten",
Wier gestel te veel mankeert.
Worden om het plat te zeggen
Netjes uit de bus geweerd.
Bussen-loden, zij. die offren
Voor „sporadisch" ziek te zijn,
Zijn steeds graag geziene klanten,
Vormen, saam een zilvermijn.
Want, de zwakken zijn de duursten,
Voor den medicijnen-man;
Maar de offers der gezonden,
Ja. daar hee.'t ie nog iets an.
't Gaat dus niet om menschenliefde,
Doch om Mammon's rooden duit;
't Zoete schaapje, dat mag bussen,
't Zondebokje blijft er uit
Dirksland, Oct. '33
B. L. G.
CRISIS RUNDVEE CENTRALE
Veehandel en beëedigd makelaar in vee
Mijnheer de Redacteur,
Telkens nemen leden van ofizen Zuid-Holland-
schen Bond van Veehandelaren aanstoot aan een
advertentie van een lid van onzen Bond, wat be
treft de uitdrukking beëedigd makelaar In vee. Ook
dezer dagen werd mij gevraagd èn door boeren èn
door veehandelaren of dit in verband stond met
de Crisis Rundvee Centrale.
„r<Nu, word ik verplicht tusschen belde te komen,
ai hoewel dit niet zoo gemakkelijk is, daar ik
gaarpe voor alle leden van onzen Bond dezelfde
wil zijn.
Wat de levering aan de C. R. C. betreft staan
we allen gelijk, zoowel landbouwer als veehande
laar; de bedoelde advertentie heeft dus in verband
met de C. R. C. niet den minsten zin. Niet één
^veehouder is verplicht hierin de bemiddeling van
<een veehandelaar in te roepen.
Iets anders is, dat levering aan de C. R. C.
■wel degelijk vakkundigheid eischt, vooral niet
minder dan het markten van vee, als men tenminste
gaarne de hoogste mogelijke waarde voor zijn vee
maakt.
Praatjes, als ik al door veehouders heb hooren
uiten, b.v.: ja, vroeger had je veehandelaars noodig,
dat markten is niet ieders werk, maar nu kunnen
we het zelf, zijn dan ook denkbeeldig en niets is
minder waar.
Ik kom hier nader op terug.
Om hlbrover door ervaring goed te kunnen oor-
deelen nam ik vanaf den eersten dag proeven, te
beginnen op 17 Oct. te Rotterdam met 7 verschil
lende koeien, herhaalde dit 21 Oct. te Utrecht,
24 Oct. te Rotterdam, ook kocht ik 25 Oct. te
Hoorn, waar niet werd afgenomen, doch 26 Oct.
wel te Schagen. Ook liet ik 8 mooie voorjaarskal
veren vaarzen uit N. Holland afreizen naar
Utrecht, waar ik j.l. Zaterdag 28 Oct. weer afle
verde. Zooals u ziet wou ik ook weten wat men
in andere provincies deed.
Toen j.l. Zaterdag te Utrecht 400 beesten waren
overgenomen en het bleef aanstroomen gaf de heer
Hartog het teeken van stoppen en verklaarde geen
dieren meer te kunnen afnemen, daar men er aan
de fabrieken geen raad meer mee wist, zoodat een
overschot van plm. 150 stuks buiten de deuren van
de veemurkthal stonden te loeien om toch maar
binnen gelaten te worden; echter zonder succes en
kregen retour. De eigenaren wilden zich desnoods
tevreden stellen met een belofte door de C.R.C.
dat ze volgende week Dinsdag te Rotterdam zou
den worden afgenomen, doel) ook dit werd gewei-
^Waarora de veehandelaren niet overbodig zijn?
Wij, georganiseerde veehandelaren, hadden het
voorrecht, dat onze voorzitter van den Nederland-
schen Bond deel mocht uitmaken van de directie
van de C.R.C. Deze, een groot melkveehouder en
veehandelaar, was een goede keus voor alle par
tijen. De ruimte welke nooit weg te werken is
voor een veehandelaar om zijn brood te verdienen,
is gelegen In de volgende feiten: Lang niet alle
beesten zijn met voordeel te leveren, integendeel
zelfs. B.v. een prima beest voor het spoelingsdis
trict heeft alleen groote waarde afgekalfd; melk-
gelegenheid speelt hoegenaamd geen rol; dit beest
krijgt een slechte klas als kalfbeest geleverd aan
de C.R.C. dus kan duurder verkocht worden aan
een veehandelaar die zorgt voor afkalven en ver
dere bestemming. Een mooie zware kalfkoe, ge
schikt voor export, krijgt, door zijn vele k.G., geen
hooge klas, dus is meer waard voor den veehandel
dan de boer zou trekken van de C.R.C. Een jonge
vleeschtypige, doch onkantig in 't uier, krijgt een
heele slechte klas, terwijl het de^uitverkorene in
den handel is.
Zoo werd Dinsdag 24 Oct. door mij gekocht
een mooie jonge dikvette stamboekkoe, Maart kal
ven, van de bekende modelboerderij de Vaan,
voor f 210. Deze hoorde volgens mij niet bij de
C.R.C., maar op de vette markt; daar was ze
waard slachtgewicht 850 p. x 28 cent f 238. De
heer Huisman, hoewel nog geen nummeren of iets
had plaats gehad, verbood echter (en te recht)
wat binnen was, het teirein te verlaten. Ik zat in
de kooi. De taxateurs behandelden mij gracelijk,
omdat even te voren een mijner koeien feitelijk te
laag geklassificeerd was, en kreeg ik voor deze iets
extra, dus klasse A. Gewicht 's middags 3 uur,
heel dun, 696 K.G. a 30 c. f 208.80 min f 1
f 207.80; verlies alzoo f 2.20 aan een goedkoope
koe die f 238 waard was en eerlijk werd geklassi
ficeerd. Door gunst van een vorige haalt deze koe
A, anders valt ze in B 696 x 25 f 174 mir»
f 1 f 173 of f 65 minder dan handelswaarde.
Men' dient dus als vakman te kunnen waardeeren
vóór ons dier bi.men ce poen is d:r CR C. b.v.
hij weegt 600 K.U., is writ-rd op dc pewa^e markt
f 165 f 170. Klasse A kan mei! nv\ niet geven,
dus ik knjq B 600 f 25 c. f 15C :n.n f i
f 149; wat beteekent f 16 a f 21 schade per
beest?
Er zijn nog veel meer factoren, o.a. haarkleur
en tal van andere eigenschappen waarmee wel de
particulier doch onmogelijk door de C.R.C. reke
ning kan worden gehouden.
Ik hoop met een en ander te hebben aangetoond
dat de C.R.C. streeft naar een goede regeling;
maakt gij echter fouten dan is het niet hun schuld.
De handel op de boerderij blijft van zelf gewoon.
Niet één veehouder kan maken voor een koppel
vee bij de C.R.C. wat ze waard is voor een han
delaar die deze stuk voor stuk weet te verdeelen
naar de juiste bestemming. Eén letter verschil,
klasse A B of C, gebeurt om iets zeer gerings, wat
vakmenschen alléén kunnen beoordeelen, doch
waar een kalfbeest van 600 K.G. f 30 mee valt.
Op vragen van enkele leden over de wijze van
betaling kan ik zeggen, dat 25 Oct. de chèque ar-
riveerd van de eerste partij koeien, geleverd op
17 Oct.; ik stel mij echter niet voor dat de vol
gende zoo vlug zullen komen; zeer begrijpelijk dat
partijeL koelen als j.l. Vrijdag te Leeuwarden 1200
stuks en procentsgewijze zoo over 't heele land, wel
een uitzoekerij en een heele administratie is.
Uit een en ander blijkt dus voldoende dat u
zorgt er geen kwartje door de centen rolt, want
achter de kali van de C.R.C. valt eerst geer eisch,
maar direct uitspraak waaraan men zich heeft te
onderwerpen.
In het vertrouwen mijn verschillende vragers
hiermee te hebben beantwoord en U. M. de R„
dankend voor dc verleende plaatsruimte.
H. GROOTENBOER Az.
Bestuurslid Z. H. B. v. V.
MISLEIDENDE BESTRIJDING
II (Ingekort)
Het tweede punt, waarin de Antl-Rev. Partij
zich volgens den heer van Eek had te herzien,
wilde zij bruikbaar zijn en „aanvaardbaar" voor
de groep van de Herv. Gereformeerden, betrof de
bevoorrechting der (kerkelijk) gereformeerden bij
benoemingen. Als voorbeeld wordt dan gewezen
op de benoeming van den burgemeester van
Alphen aan den Rijn, den heer P. A. Colijn.
De schrijver wijst er zelf reeds op, dat de Ge
reformeerden de kern van de partij vormen, en
dat zij derhalve grooten invloed uitoefenen. Dit
is onmiskenbaar juist. Wij erkenden het reeds in
ons vorig artikel, en wezen er op, hoe dat zoo ge
worden is, namelijk, doordat de Hervomden zich
veelal te laks betoonen, en van de verschillende
partij vergaderingen thuis blijven. Niemand zal
kunnen tegenspreken, dat de gereformeerden in de
Anti-Rev. Partij een invloedrijke plaats innemen.
Maar mag men daaruit afleiden, dat de Her
vormden welbewust en stelselmatig achteruitgezet
worden? Integendeel. De jongste Kamerverkiezing
is daarvan het bewijs. Nauwlettend heeft Je partij
leiding er voor zorg gedragen, dat er tenminste 4
Hervormden en een Chr. Gereformeerde van de
Tweede Kamerfractie deel zouden uitmaken. In de
HOOGSTRAAT223 ROTTERDAM
vacatures, die ontstaan waren door het uittreden
van Prof. Severijn en Dr. Beumer, zijn twee ai.drre
Hervormden gekozen: de heere-i Mr. van Dobben
de 3r il l pr P. Wielenga. Daarnaast hebben de
H.H. Prof Visscher en Duymaer van Twist nog
zitting.
In de Eerste Kamer waren tot verleden jaar van
de zes Anti-Revolutionairen er 3 Hervormd (Van
Citters, de Veer (thans overleden) en Brict)
In het Dag. Bestuur van de Dr. Kuyperstichting
hebben 2 Hervormden een plaats: Ds. van Grieken
en Mr. Briët.
Van de beide juristen aan de Kuyperstichting
verbonden is er één HeiVormd: Dr. C. Beeken
kamp.
En zoo zouden we kunnen doorgaan. De schrij
ver geeft zelf aan, dat er reeds vele Herv. Anti-
Rev. burgemeesters zijn, doch verzuimt alweer te
bewijzen, dat er benoemingen van Gereformeerden
plaats hadden, waar eer» Hervormde recht had.
Trouwens, dat „recht" is ook nergens omschre
ven. De regeering (d i e benoemt, en niet de
partij!) houdt zooveel mogelijk rekening met de
p o 1 i t ie k e schakeering der bevolking, en m.i.
terecht. Het partijbestuur kan hoogstens bij den
Commissaris der Koningin of bij den Minister van
Binnenlandsche Zaken de a dacht op iemand ves
tigen. Van voordragen is zelfs geen sprake. Als er
dus eens een benoeming geschiedt, die Hervormden
niet welgevallig zou zijn, dan is dat te wijten niet
aan de Anti-Rev. Partij, maar aan de Kroon.
Bepaald belachelijk is het verwijt dat de A.R.
Partij zou hebben nagelaten om de Hervormden
tot zich te trekken en politiek op te voeden. Staat
de partij niet open voor ieder, die haar beginsel
program onderschrijft? Neen, hier treft niet de
partij een verwijt, maar de leidinggevende figuren
in de Herv. Geref. kring, die hebben nagelaten hun
menschen politiek op te voeden: de predikanten,
hoofden van scholen, en de leiding van de Jonge-
lingsvereenigingen, welke laatste angstvallig de po
litiek buiten haar erf heeft gehouden, tot haar
schande. De heer van Eek tracht hier de rollen
om .e draaien.
3. Het derde punt betreft de veelgesmade coali
tie-politiek. Bekende klanken in de ooren van de
Staatk. Gereformeerden! Dit getuigt alweer van
weinig politiek inzicht. Het bestek van dit artikel
gedoogt natuurlijk niet, dat wij breedvoerig het
coalitie-vraagstuk aan de orde stellen. Maar wij
mogen toch wel een vraag stellen aan den heer
van Eek, als hij spreekt van coalitievruchten, die
alleen den Katholieken en Gereformeerden toe
vallen. Wij willen slechts één vrucht noemen: de
gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs,
ongetwijfeld een gevolg van den strijd, die de voor
standers van bijzonder onderwijs gezamenlijk
mochten voeren en onder Gods zegen tot een ge
lukkig einde brengen. Va i deze coalitie is de Her
vormde School te Stellendam ook een vrucht en
deelt dus meester van Eek en de zijnen, Ds. Ker
sten lustig mee. Hoevele Hervormde Scholen en
Scholen van Staatkundig Geref. zijde zijn er al op
gericht en genieten er van de vruchten tier pacifi
catie! Als dan de coalitie een verkeerde boom is
(gelijk Ds. Kersten beweert) dan moeten ook des-
zelfs vruchten verkeerd zijn, want de Schrift leert
ons, dat een kwade boom geen goede vruchten kan
voortbrengen. Gebiedt nu de consekwcntie eigenlijk
niet, dat men voor zijn eigen scholen geen gebruik
maakt van de zegeningen der veel gesmade
coalitie?
4. Het vierde benvaar van den heer van Eek
richt zich op het feit, dat er ook ethischen lid zijn
van de Anti-Rev. Partij, ja. zelfs daarin zelf een
vooraanstaande plaats bekleeden (Talma, Beu
mer). Sterker nog: de partij zoekt contact met
deze groep in de Herv. Kerk, liever dan met de
Herv. Gereformee»den.
Ik zou willen vragen waar de heer van Eek
deze nonsens van daan haalt. Ik kan positief ont
kennen, dat ooit contact is gezocht met de ethi
schen als groep. Wel was er zij her offi
cieus, maar daarom niet minder reëel contact
met groep van de Gereformeerden in de Hervorm
de Kerk.
Dat menschen als Talma en Beumer e.a. zich bij
de Anti-Rev. Partij aangesloten hebben, zal hier
vandaan komen, -dat zij zich aangetrokken gevoel
den tot de staatkundige beginselen van het Cal
vinisme. Dat wil overigens niet zeggen, dat ze
alle leerstellingen van het geref. protestantisme
aanvaarden. Ik heb wel eens gehoord dat niemand
minder dan Groen v. Prinsterer zich min of meer
aarzelend uitgelaten heeft over de uitverkiezing.
Hoe dit ook zij, niemand heeft ooit Talma of
Beumer c.s. kunnen betrappen op een antirevolu
tionaire ketterij. Als de heer van Eek er een weet,
moet hij het maar zeggen.
5. Vervolgens snijdt de heer van Eek het kerke
lijk vraagstuk aan. Ook Dr. Colijn heeft dat
gedaan bij zijn recente bespreking van het program
van beginselen der Anti-Rev. Partij in de Stan
daard. Ik weet niet of de heer van Eek die belang
wekkende artikelen heeft gelezen. Zoo ja, dan
kan hij weten, hoe Dr. Colijn over deze dingen
denkt en dat Zijne Excellentie van ooraeel is dat
de organisatie der Herv. Kerk van 1816 buiten
het politieke erf valt. „Al zijn we, zoo »ees ik in
de Standaard van 15 Sept. 1932 ook van oordeel,
dat die organisatie de ontwikkeling van een
gezond kerkelijk leven geschaad heeft en al meenen
we dat het kerkelijk vraagstuk op zijn beurt een
funesten invloed heeft uitgeoefend op de ontwik
keling der politieke toestanden in ons land, dui
delijk is het ook, dat politieke inmenging hier veel
meer bedreven dan goedmaken kan, waarom ons
program terecht op dit punt zwijgt.
Alleen spreekt ons beginselprogram van de
doorsnijding der zilveren koorde. Zoolang echter
in den boezem der belanghebbenden geen overeen
stemming nopens dit punt bestaat, zal art. 22 van
ons program wel een doode letter blijven.
En in ieder geval steekt ons art. 22 gunstig af
bij het zeer vaag geformuleerde art. 5 van het St.
Geref. beginselprogram, waarin overigens ook van
de oplossing van het kerkelijk vraagstuk binnen de
Hervormde Kerk en terecht gezwegen wordt.
6. De waarborg, welke de heer van Eek in zijn
zesde programpunt eischt, dat n.l. de stichting van
Hervormde Scholen door de Anti-Rev. Partij niet
tegengewerkt worde, is absoluut overbodig. De
Stichting toch van bijzondere scholen wordt gere
geld in de Lager Onderwijswet 1920. Voldoet een
schoolvereeniging aan de wettelijke vereischten,
Waarvan hij at zoo verdacht wordt
Een der weinigen, die ons zoo nu en dan
met de langdurigheid van het proces-Van
der Lubbe verzoenen, is de Bulgaarsehe
anarchist Dimitroff. Hij speelt het enfant
terrible, beheerscht weliswaar do Duitsche
taal geenszins, maar brengt met zijn brutaal
gebrabbel tenminste de lachspieren van den
geduldigen luisteraar weer eens in beweging
Vergeleken met de andere beklaagden valt
bij op door z'n uiterlijk: hij beschikt over '11
levendigen geest, bezit een slagvaardigheid,
waar menige advocaat hem om benijden
kan en schijnt ook lichamelijk onder zijn
langdurige arrestatie niet geleden te heb
ben. Naast den bleeken Torgler en den ver
waarloosd uitzienden Van dei I-ubbe valt
hij op door zijn gezond en gesoigneerd uiter
lijk.
Er gaat geen dag voorbij of Dimitroff
provoceert een intermezzo.
Hierdoor stelt hij het geduld van den
senaatspresident Bünger van wien me
verteld werd, dat hij vroeger lid was van
do katholieke centrum-partij zwaar op de
proef, maar tevens bevordert hij met zijn
driest optreden de spanning onder het pit
bliek, dat nu al ruim twee weken op het
genot eener sensationeel? wending zit te
wachten. Dimitroff fungeert als do agitator
op de bank der beklaagden, hij geeft allerlei
tips aan de vertegenwoordigers eener pers,
welke het tegenwoordige Duitschland niet
al te best gezind is, brengt de twijfelaars
aan liet wankelen, bevordert het gevoel van
onzekerheid, dat iederen neutralen toehoor
der bevangt en geeft met zijn malle gebaren
vaak den stoot tot een homerisch gelach.
Hij krijgt dan weliswaar een standje, maai
dat neemt hij graag op den koop toe, want
het beoogde succes is niet uitgebleven en
de wereldpers bemoeit zich weer eens met
Dimitroff.
Maar ondanks deze vroolijke oogenblik-
ken, vveiko een kwajóngensachtigen indruk
op mij maken, mag niet vergeten worden,
dat we hier met een uiterst gevaarlijken
communist te dom hebben. Er bestaat
een frappant verschfl tusschen Dimi
troff en zijn geestverwant Torgler,
die met zijn jeugdig gelaat, zijn sympathieke
stem en zijn beheerscht optreden eerder aan
een letterkundige doet denken, aan een
dichter, die ernaar streeft, zijn gedachten in
een gaven vorm weer te geven. En toch was
deze Torgler jaren achtereen een felle tegen
stander van de nationaal-socialistische be
weging, komt een deel van da bloedige vecht
partijen, welke Berlijn eertijds onveilig
maakten, voor zijn rekening en behoorde
hij tot hen, die inktkokers en stoelen be-
dan kan geen enkel gemeenteraadslid de stichting
van zoo'n school tegenhouden, zelfs al zou hij het
willen. Want de Kroon, bij wie men in beioep kan
gaan, spreekt hier het laatste woord.
7. Val al hetgeen de heer van Eek beweert is
dc kwestie van de benoeming van socialisten in
colleges, waaraan ook anti's meegewerkt hebbe.i,
het eenige punt waarover te praten ware. Ik geloof
intusschen. dat de veranderde omstandigheden niet
nagelaten heben ook ten dezen een keer in de
goede richting ie brengen. Trouwens, het kan den
heer van Eek bekend zijn, dat in den boezem der
anti-rev. parti] op oit punt ook vroeger verschil
van gevoelen bestond. Overigens heeft deze kwes
tie naar mijn oordeel al heel weinig te maken met
de specifiek Hervormde belangen, welker verdedi
ger de heer van Eek wenscht tc -zijn. Men behan
delt zulke dingen ook niet per ingezonden stuk,
maar in de kiesvereemging en in de hooj^re partij
instanties.
Dat eindelijk de vroeger benoemde rood? bur
gemeesters ook maar niet alles kunnen doen wat
zij willen, bewijst wel het „peccavi", dat de bur
gemeester van Koog a. d. Zaan, den heer Verste
gen, heeft moeten doen hooren, op last van Minis
ter de Wilde.
8. Ten slotte raakt de heer van Eek nog op
een rare manier de kwestie v^n de oprichting der
Herv. anti-rev. kiesvereenigingen aan. Wat hij
daaromtrent beweert, houdt geen steek. De Anti-
Rev. Partij is i n t e r k e r k e 1 ij k, en wanneer
nu bepaalde groepen om particuliere rendenen zich
afsplitsen van de officieele ter plaatse bestaande
kiesvereeniging, "dan heeft het Centraal Comité
groot gelijk, dat ze die separatisten niet erkent. Dit
doende, zou men van hoogerhand de tweespalt
in de partij in de hand werken.
Dat de partij overigens geen specifiek Hervorm
de anti-rev. kiesvereeniging erkent, is onjuist. In
Overijsel weet ik er een, die wel erkend is.
De heer van Eek roept ten slotte om kerkelijke
eenheid. Dat is lofwaardig. Doch daarnaast ware
ook te streven naar politieke eenheid. Het wil
mij voorkomen, dat men om het laatste te bereiken
niet behoeft te wachten, totdat de eerste daarge-
steld is. Terecht merkt de schrijver op dat dan
nog wel lang zou gewacht moeten worden.
Wie waarlijk bewogen is met de nooden van
land en volk, moet streven èn naar kerkel'jke èn
naar politieke eenheid. Zoolang wl], hoe dan ook,
die eenheid in den weg staan, verhinderen wij door
onze houding de wereld te gelooven dat Jezus de
gezondene des Vaders is (joh. 17:21). Jezus
vindt deze eenheid zóó belangrijk, dat Hij in het
Hoogepriesterlijk gebed tot den Vader er over
spreekt.
Bidden wij er ook om?
En werken wij er voor?
Laat ons eerst in de schuld komen, voordat wij
gaan critiseeren.
P. BOM
Ambtenaar ter secretarie
OoltgensplaaL
Ooltgensplaat.
nutten, om hun blinde woede tot uiting te
brengen.
Dimitroff is geen Duifscher en voelt zich
derhalve veiliger. Hij doet, wat binnen zijn
vermogen ligt, om zich te verdedigen en
vindt hiertoe bij het langdradig verhoor van
ondergeschikte getuigen, gelegenheid ge
noeg, Hij at zijn meening over Van dei
Lubbe als volgt samen: „Volgens mijn op
vatting is Lubbe onmogelijk alleen de aan
stichter van den Ifijksdagbrund. Lul-be is 111
dit treurspel het type van den Faust. Den
Mephisto bobben wij nog altijd niet gevon
den. Deze zielige Faust staat geheel alleen.
De man, die in dezen zou kunnen spreken,
zegt geen woord".
Het is voor ons de vraag
hoever het communisme met zijn
verschillende organen achter dezen
Dimitroff staal?
Welke rel werd dezen Bulgaar door
Moskou toegedacht? In hoeverre is Dimi
troff verbonden met den historischen gang
van de communistische internationale? Her
antwoord \an deze vragen zou wat moer
licht op den achtergrond van dit proces
w ernen.
D1M1TKOFF
Radek moet te Moskou tot een Duitschon
journalist gezegd hebben: „Aan Torgler
hechten wij hier weinig waarde. Hij is een
salonbolsjewiek en daar hebben we niets
aan. Dimitroff is onze man". Mocht dus ook
Dimitroff schuldig bevonden worden, dan is
de kans niet gering, dat men vanuit Moskou
alles zal doen, om iiem aan de handen van
hot geiecht te onttrekken. Wordt daarentegen
Torgler veroordeeld, dan zal men dezen
waarschijnlijk aan zijn lot overlaten. Hot is
dus begrijpelijk, dat men zich ook te Berlijn
voortdurend met Dimitroff bezig houdt eti
graag zooveel mogelijk omtrent zijn levens
loop wil weten.
Beeds hij het begin van liet Van der Lubbe
proces werd eraan herinnerd, dat hij in
Bulgaiijo meerdere malen, eenmaal zelfs
tot de doodstraf, is veroordeeld.
Zijn aanslag op de cathedraal te Soiia.
gold als voorbeeld van zijn revolutionair
verleden. Dienaangaande weet men het vol
gende:
Den 16en April had de ontploffing in de
cathedraal te Sofia plaats. Twee dagen te
voren hebben communisten den in Bulgarije
bekenden majoor Georgijeff vermoord. Deze
man moest vermoord worden, om hij zijn
begrafenis den koning, de ministers en
andere hooge persoonlijkheden naar de ca
thedraal te lokken. Tijdens den dienst wilde
men dan de kerk in de lucht laten vliegen,
om met één slag allen te dooden. Dit demo
nische plan werd slechts voor een deel ten
uitvoer gebracht. De koning en zijn minis
ters konden allen levend het kerkgebouw
verlaten, maar niettemin vielen 225 men
schen bij de ineenstorting van de cathedraal
ten offer. Bij het onderzoek is vastgesteld.
daf Moskou hierbij
trokken was.
direct be-
Te Wecnen had men een voltrekkings
comité gevormd en dit stond onder leiding
van Dimitroff, bijgestaan door een aantal
Bulgaarsehe communisten. Als agenten
waren Russen, Polen, Oostenrijkers en .Joden
werkzaam, die over valsche passen beschik
ten. Zij kwamen als ingenieurs of zakenlui
naar Sofia. Voor de gansche actie was een
bedrag van 150.000 dollars beschikbaar, wat
naar den toenmaligm stand van het Bul
gaarsehe geld 200 miilioen leva betee-kende.
De leiding te Sofia was in handen van zeke
ren Friedmann, die door Dimitroff in relatie
stond met Moskou. De onderhandelingen
vonden geregeld te Berlijn jilaats. Hier ging
het initiatief uit van Tscheka-agenten en een
O.S.P.U. man. zekeren dr Leon Goldstein.
Deze had te Moskou twee jaar de Tsrlicka
onder zijn bewind en is toon naar Berlijn
gekomen, om hier liet Europeesclio werk te
leiden.
Men heeft vastgesteld, dat Goldstein in
dc tweede helft van 1024 alle onderdeelen
van liet operatieplan heeft uitgewerkt met
Dimitroff. In Moskou was men overtuigd,
dat Bulgarije volkomen rijp was voor bols
jewistisch régime. De aanval op de cathe
draal zou pas liet begin eener radicale om
wenteling beteekenen.
Moskon gaf hiervoor in
twee miilioen dollars uit.
totaal
In Belgrado werden cle laatste voorberei
dende maatregelen getroffen en hier werd
ook aan Dimitroff meegedeeld, wie in op
dracht van de Sowjetregeering na de revo
lutie in Bulgarije de leiding in handen
moest nemen. Dimitroff moest eerst dit do
cument door Goldstein naar Moskou mee-
LAATSTE NIEUWS
TWEE DOODEN
Men meldt ons uit Tilburg:
Bij wachtpost 14 aan den onbewaakten
overweg aan de spoorlijn TilburgBreda is
door den trein, die te 11.14 uur uit Breda
in de richting Tilburg vertrekt, een vracht
auto aangereden.
De twee inzittenden, de chauffeur van
den expediteur S. van de Brande uit Til
burg en de veehandelaar PIi. Roksnoer,
eveneens uit Breda, werden op slag ge
dood. Het uitzicht op den overweg is goed,
zoodat de chauffeur, vermoedelijk door den
regen, niet goed heeft uitgekeken. Het
voorste gedeelte van de vrachtatuo, de ca
bine. werd door den trein als het ware af
gescheurd.
DE MIJDRECHTSCHE MILLIOENENZAAK.
Nog zeven getuigen gehoord
Het Gerechtshof te Amsterdam wees een
interlocutoir arrest in de zaak tegen den
Mijdrerhtschcn kweeker, die door middel
van valsche stukken gepoogd zou hebben
de zeer groote erfenis van mevr. van Wie-
ringen uit Mijdrecht te bemachtigen. De
reclithank te Utrecht had hem tot twee
jaar en zes maanden veroordeeld. Het Hof
bepaalde in het interlocutoir arrest, dat op
Vrijdag 17 November nog zeven getuigen
moeten worden gehoord, omdat het onder
zoek niet volledig is.
DOODELIJK AUTO-ONGELUK
Dezer dagen had op den Utrechtscheweg
onder Jutphaas, een aanrijding plaats,
waarbij een gemeentewerkman van Utrecht,
die aan het uogdek arbeidde, aan 't hoofd
nog al ernstig werd gewond, door een
vrachtauto.
De man is naar de Rijksklinieken over
gebracht, waar hij, naar wij thans verne
men, aan do gevolgen is overleden.
geven ter officieele ondei'teekening.
Beweerd wordt, dat ook de bekende aan
slag op koning Boris van den 14 Juli 1925
door Dimitrofi is georganiseerd. Door zijn
zolfbebceiselling 011 koelbloedigheid wist
de koning zich toen te redden. De „An-
griff" merkt hierbij op: „Verbluffend is do
overeenstemming tusschen de aanvallen in
Bulgarije, de ontploffing in de cathedraal
en den rijksdagbrand. Toen in Berlijn een
algerneeno <1 - ivondenheid heerschte over
allerlei mooi 1 aanvallen en ongeregeldhe
den, stond plotseling het .Wallotliuis in
vuur en vlammen.
Net als in Bulgarije werden ook
te Berlijn buitenlanders aange
wend,
van wie alleen van der Lubbe de politie
tegen het lijf liep. Zooals bekend, vond men
later bij Popoff en '-'aneff groote geldbe
dragen in dollars, maar op zichzelf is dit
geen afdoend bewijs voor hun medeplich
tigheid."
Dimitroff en dat is niet aan twijfel
onderhevig werkt sedert jaar en dag in
dienst van het communisme en als men
zijn verleden nagaat dan moet men erken
nen, dat hij ten onrechte thans in het
rijksdagproces de vervolgde onschuld imi
teert.
Wat was hij anders dan een in
strument in de handen van
Moskon?
En waarom zou het hem beter gaan dart
zijn partijgenoot Torgler, die door Moskou
werd prijsgegeven?
Veilingbericht van Woensdag 1 Nov. 1935.
Savoye kool 1.503.per 100 suks.
Boode kool 1.303.per 100 stuks
Witte kool 4.205.40 per 100 stuks
Andijvie 0.500.90 per 100 stuks
Peen 1.60—3.10 per 100 bos.
Kroten 1.802.per 100 bos
Witlof 12-0 per 100 K.G.
Knollen 0.50 per 100 K.G.
Spruiten 9.per 103 K.G.
Veldsla 1.lier 100 K.G.
Kleiperen 5.707.90 per 100 K.G.
Giesor Wildemans 4.5012.per 100 K.G.
Brederodc 4.500.50 per 100 K.G.
Bergamotten 0.80 per 100 K.G.
Ponsperen 4,50 per 100 K.G.
Armgaard 7.108.70 per 100 K.G.
Goudre netten 7.2012.per 100 K.G.
Bellefleurs 4.00—7.50 per 100 K.G.
Druiven 15.5017.80 per 100 pond
Boter 0.S00.81 per pond
CENTRALE VEILING TE MIDDELHARNIS
Veilingbericht van Donderdag 2 November 1933,
Kipeieren 44—50 K.G. ƒ2.753.50; idem 57—58
K.G. f 4.65—4.SO: idem 58—61 K.G. 4.85—5.30;
idem bruin 59 K.G. 5—5.35.
Aanvoer 50000 eieren.
Vanaf Dinsdag 7 November groentenveillng op
Dinsdag en Vrijdag.
FEUILLETONi
K. H. MARINUSSEN
(41
„Ik kon plotseling een paar dagen extra
verlof krijgen. Overmorgen*moet ik weer
weg. Bijna had ik ge_egd: was het maar
waar, dat men mij wegge aagd had".
••Man, man, dien naam zou je toch niet
willen hebben?"
,.Ik zei: bijna, 't Wordt morilijk, Meule
mans
,.Ik begrijp het, m?n. Maar er is één
troost. Het is het werk van onzen God. We
begrijpen Hem niet. Maar Hij heeft met den
oorlog waaraan maar geen eind schijnt te
komen, Zijn wijze bedoeling. Ik weet niiet,
hoe het moet. De toestanden worden al er
ger. Op den duur loopt het ook in on-j land
spaak met de voedselvoorziening, enz. Maar
als we bu ten den oorlog bh ven, mogen
«oVxmi0euen wi^ dankbaar zijn. En wat de
ia betreft> we redden ons wei. hoor. Er
M tl aan Wbeteren".
ik +0 s ms heel moeilijk. D ar loop
en miji schooU.?"" tenminste ^rekkelijk,
ho'üni moed verliezen, makker. Wat
vuren g staan ftKWS hebbe" we' V00i'
ge„ ,an- Koni ]e vanavond met ie
vrouw aanloopen of zullen wij komen?"
„Het,laatste is misschien beter, 'k Heb
namelijk een logé meegebracht".
„Je moeder? Of Annie? Hoe maken zij
het? J
„Goed gelukkig. Maar geen van beiden is
nier. Dolf is ook met verlof".
•Polir vroeg de ander verrast. „Is het in
orde tusschen julle?"
„Het is in orde. Da>t wilde ik je ook komen
vertellen
„Goed nieuws. We komen vanavond, hoor.
Of zou Dolf he: liever niet hebben''"
„Hij heeft er geen bezwaar t g:n. En voor-
ai niet als het Meulemans ge.dl. Hij weet
wel, dat die hem niet gaat bepreeken".
„Neen, dat dient nergens toe. A'.leen' een
woord op zijn pas, dat is voldoende. Hij is
zeker nog de oude?"
,,'k Dacht het niet, maar 'k heb geen ze
kerheid. 'k Zou morgen je oordeel wel eens
willen vernemen'.
„Zal ik niet kunnen geven. Want dan zou
ik opzettelijk met hem er over moeten spre-
k n. En dat doe ik niet, als er g en aanlei
ding toe is".
„Nu, we zullen wel eens zien," vond Frits.
,,'k Wilde oierige.ns heel gaarne, dat je eens
met Dolf sprak. Het is ze:r wel rmgclijk.
dat hij meer naar een vreemde luUtert dan
naar eigen."
De wensch van Frits werd vervuld. Maar
anders dan hij had gedacht. Want niet in
de woning van het schoolhoofd hadden Meu
lemans en Dolf een ernstig gesprek, maar in
Meulemans' huis zelf.
De voorzitter van het schoolbestuur ont
moette Dolf op het dorp, vlak bij zi jn woning
begroette hein har'elijk, zonder te laten blij
ken, dat Frits hem op de hoogte had ge
bracht.
„Ga mee, een sigaar rooken," noodde hij.
„Mijn vrouw is niet thuis, maar ik kan ook
thee zetten. Volgens mijn vrouw is zij alleen
wat sterk, maar daar kan een goed soldaat
wei tegen".
Dolf aarzelde even om de uitnoodiging
aan te nemen. Maar dan stemde hij toe en
zat weldra met Meulemans te praten, die
honderd en één vragen dee l, a'le op tien
dienst betrekking hebbend. Van de verbeter
de verhouding tusschen do beide broers
repte hij met geen woord.
,,'t Zijn anders vreeselijke toestanden, ke
rel. Zaken worden ontwricht, huigezinnen
zijn gescheurd. En wie zal zeggen, wanneer
het eind er is. Je wordt ook ieelijk in je
studie gehandicapt. Er komt in dienst zeker
niet veel van?"
„Niets van beteekenis. 'k Ga eer achteruit.
Al d;e maanden zijn verloren. En misschien
duurt de mobilisatie nog maanden," zei
Dolf on somberen t on.
„De kans is groot. Er was op een korten
oorlog gerekend. Maar dat is nu wel uitge
sloten De Duitschers zitten diep in Frank
rijk, maar de laatste weken komen zij geen
stan verder".
„Wees u nu eens eerlijk," barstte Dolf op
eens uit. „vindt u dien he-len oorlog niet
een krankzinnige dwaasheid?"
„Ja," antwoordde Meulemans, vol overtui
ging en diep ernstig, „zóó denk ik er ook
over en elk verstandig mensch. Ik hoop
vurig, dat er een eind aan gemaakt wordt.
F.n dan het liefst zonder dat er een over
winnaar is. Anders worden de grondslagen
voor een volgenden oorlog gelegd."
•De menschen zullen wel wijzer zijn. Ze
zien nu, wat oorlog is en zullen zich wachten
voor den volgenden".
„Dat ben ik niet met je eens. Maar dat
■s het verschil in onze levensopvatting. Je
schakelt de zonde uit en die is juist de oor
zaak van de ellende. F.n die ellende zal blij
ven, als de volkeren niet de knieën voor God
huigen. Als deze oorlog, die wel een wereld
oorlog kan worden genoemd, tot verootmoe
diging leidt, dan heeft hij winst gebracht,
Vilders alleen verlies. De volken gaan croor
de smeltkroes van Gods toorn, zóó is het,
nolf, en niet anders. Maar ik wil daarove"
niet met je gaan twisten, want je ziet het
anders."
,,'k Weet het niet, Meulemans," bekende
Dolf. „Mijn zekerheid ben ik kwijt."
„Ga dan op de knieën jongen," zeide Meu
lemans hartelijk, „We kunnen heele ge
sprekken voeren, maar op de knieën krijg
je de zekerheid, want God zal je hooren.
Dat is de een.ge weg. Je hebt gemeend, het
zonder Hem te kunnen stellen, maar dat is
een misvalting. Ik kan niet anders zeggen,
dan: keer je tot God en je zult bespeuren,
dat de zoozeer gewenschte vrede komt.
Er was geruimen tijd stilte. En toen vroeg
Dolf opeens: „Waarom vond u het goed, dat
ik haar Leiden ging?"
„Dat vond ik niet goed. Maar je wilde met
alle geweld er heen en toen vond ik het ver
keerd je tegen te houden. Maar dat je broer
zich verzette, was zeer verklaarbaar. De uit
komst heeft het bewezen. Je bent er in Lei
den niet op vooruitgegaan. Ik hoorde zelfs,
da't je er socialist geworden bent,"
„U beschouwt het socialisme verkeerd. Het
laat ieder vrij in zijn godsdienst."
„Kom mij met dat praatje niet aandragen.
Wie socialist wordt, is voor de gemeente
Gods verloren. Hij verliest zijn geloof. Hat
socialisme is niet een of ander economisch
stelsel. Het is een wereldbeschouwing, die
lijnrecht indruischt tegen de christelijke.
Ben je werkelijk overtuigd socialist?"
,,'k Weet niet, of ik het geweest ben,
maar mi ben ik het niet meer. De oorlog
heeft mij tot irikeer gebracht. Het socialisme
zou don oorlog tegenhouden, maar liet wa
ren schoone woorden."
„Natuurlijk. In rust'ge tijden heeft het
socialisme een grooten mond, maar in tij
den van gevaar is het machteloos. En dat
komt alleen, omdat het het brallend woord
van den mensch spreekt ,die het zonder God
meent te kunnen stellen, wat altijd falikant
uitloopt. Ik ben blij, da't je ingezien hebt,
dat het socialisme den menschen steenen'
voor brood geeft. Maar wat wil je nu,?"
„Niets", zei Dolf. „Ik ben niets. En bet
wordt niets met mij."
„Was dan maar socialist gebleven," merk
te Meulemans op. En ziende het verwonderd
gezocht van zijn bezoeker: „Zeker, dal meen
ik. Dan heb je althans een ideaal, al deugt
het niet. Een mensch, die niets is, is wel
zeer diep te beklagen. Wat voor levensdoel
heb je nu nog?"
„Als die ellendige dwaasheid van oorlog
voeren voorbij is, ga ik natuurlijk door-
studeeren en mij later een positie veroveren.
Ik moet toch leven."
„Wou je leven zonder beginselen? Dan
heeft het leven heel geen doei."
„Dan maar een doelloos bestaan," vond
Dolf onverschillig.
„Je zoudt er ook een eind aan kunnen
maken, zei Meulemans met nadruk.
„Zet 11 mij op tot zelfmoord?" vroeg Dolf,
den gewezen boer verbaasd aanstarend.
„Opzetten niet. Ik constateer alleen, dat
leven zonder doel en .er een .eind aan maken
op hetzelfde neerkomt. Wat geeft het ook?'
Als er geen God ds
„Maar er is een God," zei Dolf. „Ik voel
het, ik voel het, ik
T "E1' 's zeker een God, Die alles bestuurt.
IIij hoort ook ons gesprek, mijn jongen. En
ITij is mot diepe ontferming bewogen over
een jongeling, die van Hem is afgedwaald.
E11 dat weet die jongeling wel. Ik spreek
niet als tot iemand, die onkundig is. Je
vrome vader heelt het je anders geleerd. En
m Botterdam bidt een moeder aldoor voor
haar k nd. Zal je de verzenen tegen de
prikkels blijven slaan? Ik geloof het niet.
Je bent zoekende. Maar jongen, het heil ligt
voor liet grijpen. Als „de verloren zoon" tot
den Vader gaat, is het in orde. Wacht daar
mee nu niet langer Dolf. Als je op het ziek
bed kwam ti' liggen en stierf, wat dan?''
„Dan was ik voor eeuwig verloren, Meu
lemans. Ik weet het."
„Waarom grijp je dan niet?"
„Ik kan niet," steunde Dolf.
Meulemans had diep medelijden; dat. was
één, die van kindsbeen wist. En hij verzette
zich met alle kracht.
„O God, grijp Gij dat jonge leven." bad
hij in zijn ziel.
Als het beeld der wanhoop vertrok Dolf
eenigen tijd later. Nadat hij had afgeslagen
het aanbod van den boer, om samen te
bidden
(Wordt vervolgd);