341
uiaue i i.so
Antire volutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
OER
IN HOC SIGNO VINCES
FEUILLETON
branding
No. 3983
WOENSDAG 23 AUGUSTUS 1933
48ste JAARGANG
antiou wei* IJ
itterdam
RS J. BOET'S
Sluiting
van de Tentoonstelling
„Flabéla"
Boekbespreking.
1 Paasschen
Kruiskade 42, Botterdam.
FHEID
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ
v.h. W. BOEKHOVEN <S ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN t 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentlën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
«kit® takken voor de Redactie bestemd, AdvertontiSn ©as verdere Adm jalatraH» frame» toe te arenden aan de Uitgever»
de natuur van socialisten.
De sociaal-democratie is voor de eenzijdige
I ontwapening, gezien hun pacifistische interna
tionale ideeën. Zelfs zij. die tot dienstweigering
I over zouden gaan, bewijzen daarmede „dappere
ongehooizaamhed", zooals ir. Albarda het eens
gezegd heeft.
Men wil eigen land opofferen om hun ideaal
te verwezenlijken: de socialistische internationale.
Plotseling is daarin echter verandering ge
komen tengevolge van de nationaal-socialistische
regeering in Duitschland. Nu komt de aap uit
den mouw. Jarenlang hebben de socialisten het
volk de gruwelijkheid, de onmenschelijkheid van
I den oorlog geschilderd. Plots is dit echter ver
anderd en niets liever zouden zij willen dan
vernietiging van het nazi-regime met wapen-
geweld.
„Het Volksblad" van Donderdag j.l. laat zien
hoe de Nederlandsche sociaal-democraten er
over denken
Onze tijd eischt betrouwbaarheid, het socia
lisme zal daarom vernietigd worden.. Een schip
zonder deugdelijk compas kan bij ruw weer
onmogelijk koers houden en in veilige haven
komen.
,EF. 11005 .n 11946
iACHINEHANDEL.
Rotterdam. Tel. 36430
n Royal Underwood
on Schrijfmachines.
KLAS MERKEN,
jines in voorraad. Vrij.
demonstratie 11
OONMAAKTIJD er
en naar het goedkoope
elpapierhuis,
t 50, Rotterdam,
kvol behang en voor'
8 ets. per rol.
noodig verder als
STRAAT 50.
D. VISSER.
„Een inval van Beieren uit (in Oostenrijk,
Red.) zou noch de regeering Dollfuss, noch
de sociaal-democratie van Oostenrijk bereid
vinden1 tot de toepassing van het woord
weersta den booze niet. Vierhonderd jaar ge
leden hebben de Turken voor Weenen het
hoofd gestooten, aan de barbaren van de
twintigste eeuw zal Weenen niet worden
overgeleverd zonder bloedig verweer. En in
dien dit conflict eenmaal uitbrak, zouden de
volken van Europa niet blijven toezien met
gekruiste armen, Tsjecho-Slowakije en Polen
zouden weten, dat zij na Oostenrijk aan de
beurt zouden komen, en noch de democra
tische regeering van het eene, noch de dicta
toriale van het ander land lijden aan Tol-
stoïanisme.
„Het is ook een illusie, te meenen, dat het
Fransche volk, bij een aanval van Hitler's
Hunnen op Oostenrijk, waartegen de Oosten-
rijksche sociaal-democratie zich tot het uiterste
zou verdedigen, lijdelijk zou blijven toezien.
„D e natuur is sterker can de
leer, en wij zijn overtuigd, dat voor de ver
dediging van de democratie tegen het bar
barendom de socialistische arbeiders hun
Oostenrijksche broeders te hulp zouden snel
len. De Fransche, en als het noodig is, ook
die van de andere landen."
Nu kunnen we nagaan welke edele motieven
achter het marxistisch pacifisme zitten. Maakt
de socialist een uitzondering op den mensch van
alle eeuwen
Het Christendom en de historie zegt, dat de
mensch van nature boos en verdorven is.
De socialist zegt, dat de natuur sterker
is dan de leer.
Zij stemmen eerst nu toe, wat wij reeds tien
tallen jaren gezegd hebben.
De snelheid der feiten plaatst het socialisme
wel in een tragische positie. Wat vandaag ge
leerd wordt, moet morgen overboord
het gokspel „straperlo".
Steeds meer komt het straperlo-gokspel in
zwang, vooral in de groote steden en de bad
plaatsen.
Men heeft het langen tijd, vooral van de zijde
der belanghebbenden, zoo voorgesteld alsof dit
spel niets te maken heeft met gokspel.
In een der bladen lazen wij de volgende be
oordeeling van dit spel
„Toen1 ik in uw blad van Vrijdag j.l. het
artikel over Straperlo las, was ik teleurgesteld,
omdat in het bewuste artikel totaal niet gerept
wordt over het bedriegelijke element, hetwelk
in Straperlo verborgen ligt. Hoe het mogelijk
is, dat de overheid dit onkruid heeft laten wortel
schieten, is voor mij eenivoudig verbijsterend.
Ik wil niet trachten u te doen gelooven, dat
aan de speelbank menlschen financieel en gees
telijk worden gebroken; ik zou u daaromtrent
tragische geschiedenissen kunnen vertellen, doch
daar ik geen namen mag noemen, zou het geven
van dergelijke voorbeelden weinig of geen waar
de hebben. Bovendien zou het niemand van het
spelen terughouden. Doch niettemin kan een
kind begrijpen, dat het weinig minder dan een
volkskanker is, wanneer iedereen mits over
eenig geld beschikkende op elk uur van den
dag zijn goklust kan botvieren."
Het behoeft geen betoog, dat een verbod van
de Regeering aan dit gokspel geen einde zal
maken. Het onkruid is reeds zoover voortge
woekerd, dat uitroeiing van dit volksontaarden-
de spel langen tijd zal duren.
Toch zouden Regeeringsmaatregelen zeer zeker
spoedig noodig zijn.
Burgemeester De Vlugt van Amsterdam heeft
het Straperlo-spel, hetwelk in den korten tijd,
dat het in ons land is ingevoerd, reeds vele
slachtoffers heeft gemaakt, verboden.
Het Christelijk-Historische blad „Ons Blad"
schrijft zeer terecht
,JDe beslist afwijzende houding van Burge
meester De Vlugt tegen dit voortwoekerende
kwaad voortwoekerend zoolang de regeering
er geen einde aan maakt verdient steun en
instemming. Al de zoogenaamde behendigheids
spelen hebben met behendigheid maar zeer wei
nig van doen. Zij zijn in werkelijkheid hazard
spelen, die het geld van velen; doen verdwijnen
in de zakken van enkelen. Speelzucht en spil
zucht gaan hand in hand; beide zijn oorzaken
van ontaarding en verlaging van het volks
karakter. Een te dure prijs voor de materieele
voordeelen, die de speleni wellicht beperkten
kringen kunnen bieden.
Ook op Flakkee bemerkt men hier en daar
iets van gokspelen.
Moge het bovenstaande een ernstige waar
schuwing zijn voor hen, die zich er aan over
mochtem geven.
op 19 augustus 1933, door den
voorzitter h. van heest.
Dames en Heeren
Wij weten reeds bij het begin van alles, wat
we ondernemen, dat het einde tegemoet kan
worden gezien.
Zoo zijn we dan ook aan het einde van deze
eerste tuinbouwtentoonstelling gekomen.
Ik heb gedurende de drie tentoonstellings-
dagen zoo hier en daar mijn oor te luisteren
gelegd en steeds heb ik tot mijn genoegen mogen
vernemen, dat onze tentoonstelling niet alleen
goed in den smaak is gevallen, doch dat ze alle
verwachtingen heeft overtroffen. Eén der be
zoekers deelde me mede, dat ze hem 100
mee viel, m. a. w. zijn verwachtingen waren
gelijk nul.
Ik meen dan ook te mogen aannemen, dat
onze eerste tentoonstelling in alle opzichten als
geslaagd kan worden beschouwd, hoewel enkele
booze tongen, die geen gewicht in de schaal
hebben gelegd, gaarne een negatief resultaat
hadden gezien.
Dat er nog vele fouten zijn gemaakt, daarvan
is ons comité overtuigd, doch deze zijn er om
verbeterd te kunnen .worden.
De heer Barendse, lid van de jury, liet het
bijde opening in zijn rede zoo duidelijk uit
komen, dat de puntjes op de i's ontbreken.
Hij zei dit niet uit hatelijkheid. Integendeel;
hij had daarmede uitsluitend de bedoeling om
de jonge lui er op te wijzen, dat men hetgeen
men op een tentoonstelling brengt, het beste van
het beste moet zijn.
Ik hoop, wanneer men weer een dergelijke
tentoonstelling zal organiseeren, dat de woorden
van den heer Barendse nog niet vergeten zullen
zijn.
Bij informatie is me gebleken, dat de stand
houders, die hunne artikelen, benoodigd voor
den land- en tuinbouw, onder de aandacht van
het Flakkeesche publiek hebben gebracht, inder
daad tevreden zijn.
Dit doet me een groot genoegen en ik hoop,
als ze weer een inschrijvingsbiljet voor een door
ons te houden tentoonstelling zullen ontvangen,
ze geen oogeniblik zullen aarzelen, om dit direct
ingevuld aan den secretaris te retourneeren.
Mochten onze land- en tuinbouwers toch eens
met denzelfden geest bezield zijn en zich eens
wat meer moeite getroosten, om hunne produc
ten aan den man te brengen. Met de productie
alleen is men niet klaar. De factor „verkoop"
is minstens zoo urgent.
De tuinbouw is met zijn veilingen reeds op
den goeden weg, doch het handelsgedeelte van
den landbouw wordt totaal verwaarloosd.
Door den tuinbouw wordt telken jare door
middel van het Centraal Bureau van Veilingen
een groote som gelds voor reclamedoeleinden
besteed, in den vorm van receptenboekjes, re
clameplaten, lichtreclame enz., doch het is me
niet bekend, dat de landbouw één cent besteedt
voor een georganiseerde reclame voor den ver
koop zijner producten.
Ik gevoel me genoodzaakt om voor één stand
op onze tentoonstelling een uitzondering te ma
ken Dit is die van den Plantenziektenkundigen
Dienst. Deze stand heeft niet ten doel om iets
te verkoopen, doch is uitsluitend op onze ten
toonstelling vertegenwoordigd, om de kweekers
te laten zien, door welk een massa insecten
zwammen enz. onze producten voor een vlotte
ontwikkeling worden bedreigd en welke be
strijdingsmiddelen daarvoor moeten worden aan
gewend. De vertegenwoordiger, de heer Van
Soest, heeft met tal van land- en tuinbouwers
kennis gemaakt en ze op aangename wijze van
advies gediend, en ingelicht wat den Planten
ziektenkundigen Dienst voor onze land- en tuin
bouw beteekent. Er is bijna geen land meer
denkbaar, dat geen certificaat van gezondheid
onzer producten, afgegeven door genoemden
Dienst, eischt. Namens onzen geheelen Flak-
keeschen land- en tuinbouw zeg ik den heer
Van Soest voor alles hartelijk dank.
Voorts betuig ik mijn oprechten dank aan
allerr, die hebben medegewerkt om deze ten
toonstelling te doen slagen.
Ook den bezoekers zeg ik hartelijk dank voor
hun steun en ik verheug mij er in, dat alles
zoo ordelijk is verloopen. Geen wanklank is op
onze tentoonstelling gehoord.
Ten slotte verzoek ik het strijkje, om nog
één nummertje ten beste te geven, waarmede ik
de tentoonstelling als geëindigd beschouw.
Daarna vroeg en verkreeg de heer B a lk
van de Kali-Maatschappij het woord, die het
bestuur der tentoonstelling namens de stand
houders dank bracht voor de schitterende rege
ling der tentoonstelling Standhouders zijn buiten
gewoon tevreden! over de medewerking, die zij
van hun mochten ontvangen.
De heer Van Soest dankte daarna den
voorzitter voor zijn woorden van waardeering,
die hij sprak aan het adres van den Plantenziek
tenkundigen Dienst.
AANTAL bezoekers.
In totaal hebben 1882 personen de Flabéla-
tentoonstelling te Middelharnis bezocht. De
eerste avond brachten 414 personen een be
zoek, de tweede 477 en de derde 1091.
Voorwaar een mooi resultaat
bevrachtingscommissie voor
dordrecht en omstreken.
De bevrachtingscommissie voor Dordrecht en
omstreken voor de evenVedige vrachtverdeeling
in de binnenscheepvaart verzoekt ons te willen
mededeelen, dat haar kantoor gevestigd is
Nieuwe Haven 24 te Dordrecht, alwaar alle
noodige formulieren kunnen worden aange
vraagd.
Zij vestigt de aandacht er op, dat 7 Septem
ber a.s. de Wet van 5 Mei 1933 in werking zal
treden en dat, van dien datum, ingevolge art. 7
der wet, het inladen of in lading nemen) in een
vaartuig van goederen, voor vervoer naar bin
nen het rijk gelegen plaatsen, zoomede het ver
voer dier goederen in dat'vaartuig verboden
zal zijn, tenzij dit vervoer geschiedt blijkens een
daarvan overgelegd bewijs
a. krachtens een overeenkomst, ten aanzien
van welke door eene bevrachtingscommissie
„tusschenkomst", „goedkeuring" of „ontheffing"
is verleend
b. volgens verklaring van eene bevrachtings
commissie: anders dan krachtens overeenkomst.
Tot het district van de bevrachtingscommissie
behooren
1. het district van de K. v. K. en F. te Dor
drecht, te wetenhet eiland Goedereede en
Overflakkee, het eiland Beijerland, het eiland
Tien Gemeten, het eiland van Dordrecht, op
het eiland IJselmonde de gemeenten Heerjans-
dam, Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht, de
Alblasserwaard en Vijfheeren landen, Land van
Altena benoorden de Zuidgrens der gemeenten
Veen en Almkerk.
2. Een gedeelte van het district van de K. v.
K. en F. te Tiel, n.l.": de Bormnelerwaard, de
Neder-Betuwe bewesten de Oostgrens der ge
meenten Beusichem, Buren, Wadenoyen en
Qphemert. Benevens de gemeenten Dreumel en
Heerewaarden.
Voorloopig zullen agentschappen gevestigd
worden te Middelharnis, Gorinchem en Nieu-
waal.
,jde wandelaar".
Zooeven verscheen bij den uitgevbr A. G.
Schoonderbeek te Laren de Augustus-aflevering
van ,JDe Wandelaar", maandblad, gewijd aan
natuurstudie, natuurbescherming, heemschut, geo
logie, folkfore, buitenleven en toerisme.
A. F. Binsbergen publiceert een genoegelijke
causerie, die vooral op 't fotografeeren van de
dodaars betrekking heeft. I. F. Damsté-Muller
vertelt van een Alpenreis in 1791, van wijlen
dr. H. van Cappelle, den bekenden geoloog, is
een autobiografie opgenomen en J. L. A. Kremer
1 gewaagt van de bekoringen onzer onvolprezen
Veluwsche bosschen. Met A. Bayer Clumper
zwerven} wij opnieuw door het westelijk deel
van den Balkan, dr. A. C. de Koek weidt uit
over de levensgeschiedenis der sterren, terwijl
onderscheidenlijk P. L. Rusticus en G. D. Duur-
sma zich bezighouden met de bloemenglorie in
den Augustustuin en met de wereldberoemde
cactussenkweekerij der firma De Laet in Con-
tich bij Antwerpen.
In de rubriek „Van en voor de lezers" (na
tuurhistorisch allerlei) wordt o.a. uiteengezet,
dat men zelfs in de stad nog wel prachtige
botaniseerkansen heeft.
Feitelijk is het overbodig mede te deelen,
dat ook aan het illustratieve gedeelte der af
levering weer groote zorg is besteed: talrijk zijn
de fraaie en groote foto's, die op nagenoeg alle
blijdzijden zijnopgenomen.
In de mededeelingenl der directie lezen wij,
dat wederom een fotowedstrijd wordt uitge
schreven.
DOOR
k. h. marinussen.
ELHARNIS
doorverbinding
FOON 196.
ELHARNIS
de administratie, koop
uur en verhuur van
igen, landerijen, bouw*
isschen inbegrepen 50,
iduleeren 30, Wasschen
nt voor Heeren 75 ct.
d Hotel Central).
ook ouderdoms.
rverkalking, loopen.
brommen, suizen,
s in het hoofd, enz.
loos brochure No. 1
nt genezing.
?YNBERG
15 Amsterdam
22)
,,'k Moet morgen in dienst, moeder. Naar
Zutphen."
Hij toonde zijn zakboekje.
Zijn wanhopigen blik vergaten mevrouw Wol-
dinga en Annie nooit meer.
't Was de blik van een, die het stuur kwijt
was
HOOFDSTUK XI.
De recruut.
Honderden militairen verdrongen zich op het
station DelftschePoort, zoekend een plaats in
lange treinen, waarlangs officieren liepen.
„Geen burgers
Met kracht werden de burgers geweerd. Al
leen militairen mochten voorloopig vervoerd.
Voor een enkel dringend geval werd een uitzon
dering gemaakt.
Op het stationsplein stonden de vrouwen, de
moeders, de zusters, de vaders opeengepakt:
afscheid nemend van de vertrekkenden; op het
perron werd niemand toegelaten.
„Zal je spoedig schrijven?'
'ja, ja, naar Laarwoud I"
Annie Woldinga schreide. Een uur geleden
had zij Fred naar den trein gebracht. Hij be
hoorde tot 'het wapen van de genie en was
an het Maasstation naar Utrecht gereisd.
Toen was Dolf aan de beurt. Hij had gewild,
lat zij hij moeder thuis bleef, maar zij wilde
het niet. En moeder ook niet. Tot het station
zou zij hem uitgeleide doen, al ging het schier
boven haar kracht.
Vreemde tooneelen op het stationsplein
schreiende verwantenonverschilligheid, die
niet dan gemaakt was soms gevloek hier ge
lach, ook al niet gemeend. De bron van alles
nervositeit.
„Ga nu naar huis, Annie. Over een kwartier
vertrekt de trein pas, misschien nog wel later.
Dat is geen! wachten. Groeten nog aan moeder.
Ik zal zoo gauw mogelijk schrijven, waar ik
beland. Want in Zutphen zal ik wel niet blij
ven."
„Ja, ik ga maar, Dolf."
Annie snikte hartbrekend, toen zij afscheid
nam.
„God zij met je, Dolf. O, jongen
Hij scheurde zich los
„Groet moeder nog, Annie."
Dan ijlde hij weg, het station binnen, waar
spoedig een op schildwacht staand marinier
hem tegenhield.
„Geen burgers met den trein de eerste dagen."
Hij liet zijn zakboekje zien.
„Accoord. Passeer."
Geen burgers met den trein? Natuurlijk niet.
Dat was zoo logisch mogelijkMaar dan
konden moeder en Annie dien dag ook niet
naar La'arwoud
Hij keek op de klok, had nog wel tien) mi
nuten. Waarom 'hij ijlings naar de publieke tele
fooncel liep, het kantoor van Hilderink opbel
lend.
„Met een kantoorjuffrouw van Hilderink
vroeg hij, een meisjesstem vernemend.
„Met Lucie Hild^fink."
Dolf schrok had hij het kantoor dan niet
Enfin, zóó was het ook goed.
O, ik dacht, dat ik het kantoor had. Maar..."
„u hebt het kantoor. Wat belieft u
„Zeg, Lucie
„Ben jij) dat, Dolf? Ik herkende je stem niet.
Ja, ik bera op kantoor; Fred isweg
En vaderWaar ben je nu?"
Dolf voelde, hoe het meisje aan de andere
zijde van den draad in de war, minstens even
in de war als hij
Maar dan vermande hij zich.
„Ik ben aan station Delftsche Poort. Straks
gaat mijn trein naar Zutphen. Maar nu hoor ik,
dat er de eerste dagen geen burgers vervoerd
worden. En moeder en Annie wilden,, zooals
je weet, vandaag naar Laarwoud. Kun je niet
een boodschap sturen en zeggen, dat zij pas
Maandag of Dinsdag kunnen reizen."
„Wel natuurlijk Ik zal zelf even gaan. Ben
je alleen naar den trein gegaan
„Neera, 'k wilde het wel. Maar dat lukte niet.
Annie heeft me gebracht."
„Arm kind. Wat een zware dag voor haar.
Eerst Fred, toen jou."
„Fred was het ergste. Deze oude zondaar
telt niet zoo mee."
„DolfDat is
„Stil maar, Lucie. Laat me maar wat dwaas
doen. Ik geloof niet, dat ik normaal ben. Alle
menschen) zijn in de war. Wat leven we toch
in een ellendige wereld. Neen, ga nu niet pree-
ken. Misschien kibbelen we later nog wel eens.
Gek is het, maar van jou kan ik het hebben.
Nou, Lucie, het beste hoor. We zullen maar
zeggentot ziens. Misschien kom ik wel met
de een) of andere Geldersche schoone aandragen.
Soldaten zijn op het oogenblik in trek. Lands
verdedigers, moet je weten
„Ik hang den haak aan de telefoon, hoor.
Is dat nu praten) op d i t oogenblik."
„Je hebt gelijk. Als altijd. Ik geloof, dat je
geboren bent, om iemand terecht te zetten. Met
mij gelukt je dat misschien ook nog wel. Nu,
ik moet gaan, hoor. Groeten thuis nog. Het
beste. Misschien rijden we in Januari weer
schaatsen."
„Dolf, Dolf, wanneer zal je toch eens ver
anderen. Ik
„Dag, Lucie. Denk maar niet aan mij. Aan
mij is toch niets verloren. Da-ag."
„Dolf Woldinga, je bent een ploert," zeide
hij bijna hardop, toen hij de telefooncel verliet.
„Met opzet wondt je het meisje, dat je liefhebt
en dat jou liefheeftBen je nu heelemaal
dwaas
Min of meer scheldend op zichzelf liep hij
langs dert vollen trein, om ten slotte nog een
plaatsje te veroveren tusschen een aantal mili-
J tairen van wie enkelen elkaar blijkbaar ken
den.
Eindelijk dan, een half uur over tijd, zette
de ellenlange trein zich met hijgenden locomo
tief in beweging.
Tot zijn voldoening bemerkte Dolf, dat hij
was aangeland in een gezelschap nette jongens.
Het bleek hem weldra, dat er zich enkele ge
huwden onder bevonden. Van luidruchtigheid
was niet in het minst sprake. Aanvankelijk zelfs
werd zoo goed als geen woord gesproken, daar
elk aan eigen) gedachten en overleggingen meer
dan genoeg had.
Maar dan werden er toch enkele woorden
gewisseld, die langzamerhand uitdijden tot een
gesprek, doordat één der mannen iemand
met een zéér sympathiek uiterlijk een op
merking maakte, die van doordenken getuigde
en die diepe teleurstelling te kennen gaf. Zij
trof Dolf, die worstelde met het probleem, diep.
„Hoe is het mogelijk, dat in een beschaafden
tijd als de onze, nog een oorlog kan ontstaan
dat zelfs ons land er in betrokken kan worden."
„Nederland blijft er wel buiten," meende
een optimist.
„We weten er niets van hopen het alleen.
Maar dat heeft ook niets te maken met mijn
opmerking. Er is oorlog. En er komen mis
schien nog meer oorlogsverklaringen. Hoe is
het mogelijk in dezen tijd
„Waarom in dezen tijd niet?"
Aller oogen richtten zich op den vrager, ge
zeten in een hoek van de coupé en starend naar
het voorbij ijlende, lage landschap, dat zich
baadde in zomerzonnegloed. Want 'het was
heet. De raampjes der coupé stonden aan
weerszijden) open, maar de lucht, die binnen- i
kwam, was warm.
De vrager had het hoofd omgewend naar
den spreker. Hij leek Dolf iemand van een vijf,
zes en twintig jaar toe. Op zijn arm had hij
smalle, goudeni strepen. Dolf wist uit den tijd,
dat hij te Zutphen het gymnasium bezocht, dat
hij met een sergeant te doen had en het nummer
wees uit met een sergeant van zijn regiment.
„Waarom in dezen tijd niet
„Nou, sergeant, dat is ook een vraag. Oor
log in een beschaafden tijd, als de onze
„De tijd doet er niets toe. In alle tijden kwa
men oorlogenl voor en zij zullen voor het ver
volg ook in alle tijden voorkomen. Wat er ook
verandert ik spreek nu maar niet van be
schaving, want beschaving kan zeer wel een
uiterlijk iets zijn 'het hart van den mensch
verandert niet. En uit dat hart komen haat-
en wraakgevoelens, dat beteekentoorlog."
„De menschen moesten toch verstandiger
zijn," hield de ander vol. „Waarom voorkomen
wij met z'n allen niet een oorlog
„Waarom ga je eigenlijk naar je garnizoen
vroeg de onderofficier, ,,'k Was thuisgebleven,
als ik jou was."
„Onzin natuurlijk. We worden opgeroepen.
Dus we gaan."
,,'k Had het niet gedaan. In een beschaafden
tijd, als de onze, spelen we geen soldaatje
meer."
„U steekt den draak met mijn woorden, ser
geant."
„Qeen denken aan. Ik spreek in vollen ernst
en wijs alleen op de consequentie van je woor
den. Als je meent, dat het verstandiger is, niet
te gaan, moet je thuisblijven."
„Om in de gevangenis te gaan of den kogel
te krijgen? We moeten eenvoudig. Er is
geert keus."
„Zeg, wil je eens een eerlijk, onomwonden
antwoord geven op de vraag, die ik je stel
Toen je gisteravond hoorde, dat je opgeroepen
werd, heb je toen bij jezelf overlegdik moet
maar gaan, anders kom ik in de gevangenis?"
(Wordt vervolgd),