341 uiaue i i.so Antire volutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. OER IN HOC SIGNO VINCES FEUILLETON branding No. 3983 WOENSDAG 23 AUGUSTUS 1933 48ste JAARGANG antiou wei* IJ itterdam RS J. BOET'S Sluiting van de Tentoonstelling „Flabéla" Boekbespreking. 1 Paasschen Kruiskade 42, Botterdam. FHEID Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h. W. BOEKHOVEN <S ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN t 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentlën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. «kit® takken voor de Redactie bestemd, AdvertontiSn ©as verdere Adm jalatraH» frame» toe te arenden aan de Uitgever» de natuur van socialisten. De sociaal-democratie is voor de eenzijdige I ontwapening, gezien hun pacifistische interna tionale ideeën. Zelfs zij. die tot dienstweigering I over zouden gaan, bewijzen daarmede „dappere ongehooizaamhed", zooals ir. Albarda het eens gezegd heeft. Men wil eigen land opofferen om hun ideaal te verwezenlijken: de socialistische internationale. Plotseling is daarin echter verandering ge komen tengevolge van de nationaal-socialistische regeering in Duitschland. Nu komt de aap uit den mouw. Jarenlang hebben de socialisten het volk de gruwelijkheid, de onmenschelijkheid van I den oorlog geschilderd. Plots is dit echter ver anderd en niets liever zouden zij willen dan vernietiging van het nazi-regime met wapen- geweld. „Het Volksblad" van Donderdag j.l. laat zien hoe de Nederlandsche sociaal-democraten er over denken Onze tijd eischt betrouwbaarheid, het socia lisme zal daarom vernietigd worden.. Een schip zonder deugdelijk compas kan bij ruw weer onmogelijk koers houden en in veilige haven komen. ,EF. 11005 .n 11946 iACHINEHANDEL. Rotterdam. Tel. 36430 n Royal Underwood on Schrijfmachines. KLAS MERKEN, jines in voorraad. Vrij. demonstratie 11 OONMAAKTIJD er en naar het goedkoope elpapierhuis, t 50, Rotterdam, kvol behang en voor' 8 ets. per rol. noodig verder als STRAAT 50. D. VISSER. „Een inval van Beieren uit (in Oostenrijk, Red.) zou noch de regeering Dollfuss, noch de sociaal-democratie van Oostenrijk bereid vinden1 tot de toepassing van het woord weersta den booze niet. Vierhonderd jaar ge leden hebben de Turken voor Weenen het hoofd gestooten, aan de barbaren van de twintigste eeuw zal Weenen niet worden overgeleverd zonder bloedig verweer. En in dien dit conflict eenmaal uitbrak, zouden de volken van Europa niet blijven toezien met gekruiste armen, Tsjecho-Slowakije en Polen zouden weten, dat zij na Oostenrijk aan de beurt zouden komen, en noch de democra tische regeering van het eene, noch de dicta toriale van het ander land lijden aan Tol- stoïanisme. „Het is ook een illusie, te meenen, dat het Fransche volk, bij een aanval van Hitler's Hunnen op Oostenrijk, waartegen de Oosten- rijksche sociaal-democratie zich tot het uiterste zou verdedigen, lijdelijk zou blijven toezien. „D e natuur is sterker can de leer, en wij zijn overtuigd, dat voor de ver dediging van de democratie tegen het bar barendom de socialistische arbeiders hun Oostenrijksche broeders te hulp zouden snel len. De Fransche, en als het noodig is, ook die van de andere landen." Nu kunnen we nagaan welke edele motieven achter het marxistisch pacifisme zitten. Maakt de socialist een uitzondering op den mensch van alle eeuwen Het Christendom en de historie zegt, dat de mensch van nature boos en verdorven is. De socialist zegt, dat de natuur sterker is dan de leer. Zij stemmen eerst nu toe, wat wij reeds tien tallen jaren gezegd hebben. De snelheid der feiten plaatst het socialisme wel in een tragische positie. Wat vandaag ge leerd wordt, moet morgen overboord het gokspel „straperlo". Steeds meer komt het straperlo-gokspel in zwang, vooral in de groote steden en de bad plaatsen. Men heeft het langen tijd, vooral van de zijde der belanghebbenden, zoo voorgesteld alsof dit spel niets te maken heeft met gokspel. In een der bladen lazen wij de volgende be oordeeling van dit spel „Toen1 ik in uw blad van Vrijdag j.l. het artikel over Straperlo las, was ik teleurgesteld, omdat in het bewuste artikel totaal niet gerept wordt over het bedriegelijke element, hetwelk in Straperlo verborgen ligt. Hoe het mogelijk is, dat de overheid dit onkruid heeft laten wortel schieten, is voor mij eenivoudig verbijsterend. Ik wil niet trachten u te doen gelooven, dat aan de speelbank menlschen financieel en gees telijk worden gebroken; ik zou u daaromtrent tragische geschiedenissen kunnen vertellen, doch daar ik geen namen mag noemen, zou het geven van dergelijke voorbeelden weinig of geen waar de hebben. Bovendien zou het niemand van het spelen terughouden. Doch niettemin kan een kind begrijpen, dat het weinig minder dan een volkskanker is, wanneer iedereen mits over eenig geld beschikkende op elk uur van den dag zijn goklust kan botvieren." Het behoeft geen betoog, dat een verbod van de Regeering aan dit gokspel geen einde zal maken. Het onkruid is reeds zoover voortge woekerd, dat uitroeiing van dit volksontaarden- de spel langen tijd zal duren. Toch zouden Regeeringsmaatregelen zeer zeker spoedig noodig zijn. Burgemeester De Vlugt van Amsterdam heeft het Straperlo-spel, hetwelk in den korten tijd, dat het in ons land is ingevoerd, reeds vele slachtoffers heeft gemaakt, verboden. Het Christelijk-Historische blad „Ons Blad" schrijft zeer terecht ,JDe beslist afwijzende houding van Burge meester De Vlugt tegen dit voortwoekerende kwaad voortwoekerend zoolang de regeering er geen einde aan maakt verdient steun en instemming. Al de zoogenaamde behendigheids spelen hebben met behendigheid maar zeer wei nig van doen. Zij zijn in werkelijkheid hazard spelen, die het geld van velen; doen verdwijnen in de zakken van enkelen. Speelzucht en spil zucht gaan hand in hand; beide zijn oorzaken van ontaarding en verlaging van het volks karakter. Een te dure prijs voor de materieele voordeelen, die de speleni wellicht beperkten kringen kunnen bieden. Ook op Flakkee bemerkt men hier en daar iets van gokspelen. Moge het bovenstaande een ernstige waar schuwing zijn voor hen, die zich er aan over mochtem geven. op 19 augustus 1933, door den voorzitter h. van heest. Dames en Heeren Wij weten reeds bij het begin van alles, wat we ondernemen, dat het einde tegemoet kan worden gezien. Zoo zijn we dan ook aan het einde van deze eerste tuinbouwtentoonstelling gekomen. Ik heb gedurende de drie tentoonstellings- dagen zoo hier en daar mijn oor te luisteren gelegd en steeds heb ik tot mijn genoegen mogen vernemen, dat onze tentoonstelling niet alleen goed in den smaak is gevallen, doch dat ze alle verwachtingen heeft overtroffen. Eén der be zoekers deelde me mede, dat ze hem 100 mee viel, m. a. w. zijn verwachtingen waren gelijk nul. Ik meen dan ook te mogen aannemen, dat onze eerste tentoonstelling in alle opzichten als geslaagd kan worden beschouwd, hoewel enkele booze tongen, die geen gewicht in de schaal hebben gelegd, gaarne een negatief resultaat hadden gezien. Dat er nog vele fouten zijn gemaakt, daarvan is ons comité overtuigd, doch deze zijn er om verbeterd te kunnen .worden. De heer Barendse, lid van de jury, liet het bijde opening in zijn rede zoo duidelijk uit komen, dat de puntjes op de i's ontbreken. Hij zei dit niet uit hatelijkheid. Integendeel; hij had daarmede uitsluitend de bedoeling om de jonge lui er op te wijzen, dat men hetgeen men op een tentoonstelling brengt, het beste van het beste moet zijn. Ik hoop, wanneer men weer een dergelijke tentoonstelling zal organiseeren, dat de woorden van den heer Barendse nog niet vergeten zullen zijn. Bij informatie is me gebleken, dat de stand houders, die hunne artikelen, benoodigd voor den land- en tuinbouw, onder de aandacht van het Flakkeesche publiek hebben gebracht, inder daad tevreden zijn. Dit doet me een groot genoegen en ik hoop, als ze weer een inschrijvingsbiljet voor een door ons te houden tentoonstelling zullen ontvangen, ze geen oogeniblik zullen aarzelen, om dit direct ingevuld aan den secretaris te retourneeren. Mochten onze land- en tuinbouwers toch eens met denzelfden geest bezield zijn en zich eens wat meer moeite getroosten, om hunne produc ten aan den man te brengen. Met de productie alleen is men niet klaar. De factor „verkoop" is minstens zoo urgent. De tuinbouw is met zijn veilingen reeds op den goeden weg, doch het handelsgedeelte van den landbouw wordt totaal verwaarloosd. Door den tuinbouw wordt telken jare door middel van het Centraal Bureau van Veilingen een groote som gelds voor reclamedoeleinden besteed, in den vorm van receptenboekjes, re clameplaten, lichtreclame enz., doch het is me niet bekend, dat de landbouw één cent besteedt voor een georganiseerde reclame voor den ver koop zijner producten. Ik gevoel me genoodzaakt om voor één stand op onze tentoonstelling een uitzondering te ma ken Dit is die van den Plantenziektenkundigen Dienst. Deze stand heeft niet ten doel om iets te verkoopen, doch is uitsluitend op onze ten toonstelling vertegenwoordigd, om de kweekers te laten zien, door welk een massa insecten zwammen enz. onze producten voor een vlotte ontwikkeling worden bedreigd en welke be strijdingsmiddelen daarvoor moeten worden aan gewend. De vertegenwoordiger, de heer Van Soest, heeft met tal van land- en tuinbouwers kennis gemaakt en ze op aangename wijze van advies gediend, en ingelicht wat den Planten ziektenkundigen Dienst voor onze land- en tuin bouw beteekent. Er is bijna geen land meer denkbaar, dat geen certificaat van gezondheid onzer producten, afgegeven door genoemden Dienst, eischt. Namens onzen geheelen Flak- keeschen land- en tuinbouw zeg ik den heer Van Soest voor alles hartelijk dank. Voorts betuig ik mijn oprechten dank aan allerr, die hebben medegewerkt om deze ten toonstelling te doen slagen. Ook den bezoekers zeg ik hartelijk dank voor hun steun en ik verheug mij er in, dat alles zoo ordelijk is verloopen. Geen wanklank is op onze tentoonstelling gehoord. Ten slotte verzoek ik het strijkje, om nog één nummertje ten beste te geven, waarmede ik de tentoonstelling als geëindigd beschouw. Daarna vroeg en verkreeg de heer B a lk van de Kali-Maatschappij het woord, die het bestuur der tentoonstelling namens de stand houders dank bracht voor de schitterende rege ling der tentoonstelling Standhouders zijn buiten gewoon tevreden! over de medewerking, die zij van hun mochten ontvangen. De heer Van Soest dankte daarna den voorzitter voor zijn woorden van waardeering, die hij sprak aan het adres van den Plantenziek tenkundigen Dienst. AANTAL bezoekers. In totaal hebben 1882 personen de Flabéla- tentoonstelling te Middelharnis bezocht. De eerste avond brachten 414 personen een be zoek, de tweede 477 en de derde 1091. Voorwaar een mooi resultaat bevrachtingscommissie voor dordrecht en omstreken. De bevrachtingscommissie voor Dordrecht en omstreken voor de evenVedige vrachtverdeeling in de binnenscheepvaart verzoekt ons te willen mededeelen, dat haar kantoor gevestigd is Nieuwe Haven 24 te Dordrecht, alwaar alle noodige formulieren kunnen worden aange vraagd. Zij vestigt de aandacht er op, dat 7 Septem ber a.s. de Wet van 5 Mei 1933 in werking zal treden en dat, van dien datum, ingevolge art. 7 der wet, het inladen of in lading nemen) in een vaartuig van goederen, voor vervoer naar bin nen het rijk gelegen plaatsen, zoomede het ver voer dier goederen in dat'vaartuig verboden zal zijn, tenzij dit vervoer geschiedt blijkens een daarvan overgelegd bewijs a. krachtens een overeenkomst, ten aanzien van welke door eene bevrachtingscommissie „tusschenkomst", „goedkeuring" of „ontheffing" is verleend b. volgens verklaring van eene bevrachtings commissie: anders dan krachtens overeenkomst. Tot het district van de bevrachtingscommissie behooren 1. het district van de K. v. K. en F. te Dor drecht, te wetenhet eiland Goedereede en Overflakkee, het eiland Beijerland, het eiland Tien Gemeten, het eiland van Dordrecht, op het eiland IJselmonde de gemeenten Heerjans- dam, Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht, de Alblasserwaard en Vijfheeren landen, Land van Altena benoorden de Zuidgrens der gemeenten Veen en Almkerk. 2. Een gedeelte van het district van de K. v. K. en F. te Tiel, n.l.": de Bormnelerwaard, de Neder-Betuwe bewesten de Oostgrens der ge meenten Beusichem, Buren, Wadenoyen en Qphemert. Benevens de gemeenten Dreumel en Heerewaarden. Voorloopig zullen agentschappen gevestigd worden te Middelharnis, Gorinchem en Nieu- waal. ,jde wandelaar". Zooeven verscheen bij den uitgevbr A. G. Schoonderbeek te Laren de Augustus-aflevering van ,JDe Wandelaar", maandblad, gewijd aan natuurstudie, natuurbescherming, heemschut, geo logie, folkfore, buitenleven en toerisme. A. F. Binsbergen publiceert een genoegelijke causerie, die vooral op 't fotografeeren van de dodaars betrekking heeft. I. F. Damsté-Muller vertelt van een Alpenreis in 1791, van wijlen dr. H. van Cappelle, den bekenden geoloog, is een autobiografie opgenomen en J. L. A. Kremer 1 gewaagt van de bekoringen onzer onvolprezen Veluwsche bosschen. Met A. Bayer Clumper zwerven} wij opnieuw door het westelijk deel van den Balkan, dr. A. C. de Koek weidt uit over de levensgeschiedenis der sterren, terwijl onderscheidenlijk P. L. Rusticus en G. D. Duur- sma zich bezighouden met de bloemenglorie in den Augustustuin en met de wereldberoemde cactussenkweekerij der firma De Laet in Con- tich bij Antwerpen. In de rubriek „Van en voor de lezers" (na tuurhistorisch allerlei) wordt o.a. uiteengezet, dat men zelfs in de stad nog wel prachtige botaniseerkansen heeft. Feitelijk is het overbodig mede te deelen, dat ook aan het illustratieve gedeelte der af levering weer groote zorg is besteed: talrijk zijn de fraaie en groote foto's, die op nagenoeg alle blijdzijden zijnopgenomen. In de mededeelingenl der directie lezen wij, dat wederom een fotowedstrijd wordt uitge schreven. DOOR k. h. marinussen. ELHARNIS doorverbinding FOON 196. ELHARNIS de administratie, koop uur en verhuur van igen, landerijen, bouw* isschen inbegrepen 50, iduleeren 30, Wasschen nt voor Heeren 75 ct. d Hotel Central). ook ouderdoms. rverkalking, loopen. brommen, suizen, s in het hoofd, enz. loos brochure No. 1 nt genezing. ?YNBERG 15 Amsterdam 22) ,,'k Moet morgen in dienst, moeder. Naar Zutphen." Hij toonde zijn zakboekje. Zijn wanhopigen blik vergaten mevrouw Wol- dinga en Annie nooit meer. 't Was de blik van een, die het stuur kwijt was HOOFDSTUK XI. De recruut. Honderden militairen verdrongen zich op het station DelftschePoort, zoekend een plaats in lange treinen, waarlangs officieren liepen. „Geen burgers Met kracht werden de burgers geweerd. Al leen militairen mochten voorloopig vervoerd. Voor een enkel dringend geval werd een uitzon dering gemaakt. Op het stationsplein stonden de vrouwen, de moeders, de zusters, de vaders opeengepakt: afscheid nemend van de vertrekkenden; op het perron werd niemand toegelaten. „Zal je spoedig schrijven?' 'ja, ja, naar Laarwoud I" Annie Woldinga schreide. Een uur geleden had zij Fred naar den trein gebracht. Hij be hoorde tot 'het wapen van de genie en was an het Maasstation naar Utrecht gereisd. Toen was Dolf aan de beurt. Hij had gewild, lat zij hij moeder thuis bleef, maar zij wilde het niet. En moeder ook niet. Tot het station zou zij hem uitgeleide doen, al ging het schier boven haar kracht. Vreemde tooneelen op het stationsplein schreiende verwantenonverschilligheid, die niet dan gemaakt was soms gevloek hier ge lach, ook al niet gemeend. De bron van alles nervositeit. „Ga nu naar huis, Annie. Over een kwartier vertrekt de trein pas, misschien nog wel later. Dat is geen! wachten. Groeten nog aan moeder. Ik zal zoo gauw mogelijk schrijven, waar ik beland. Want in Zutphen zal ik wel niet blij ven." „Ja, ik ga maar, Dolf." Annie snikte hartbrekend, toen zij afscheid nam. „God zij met je, Dolf. O, jongen Hij scheurde zich los „Groet moeder nog, Annie." Dan ijlde hij weg, het station binnen, waar spoedig een op schildwacht staand marinier hem tegenhield. „Geen burgers met den trein de eerste dagen." Hij liet zijn zakboekje zien. „Accoord. Passeer." Geen burgers met den trein? Natuurlijk niet. Dat was zoo logisch mogelijkMaar dan konden moeder en Annie dien dag ook niet naar La'arwoud Hij keek op de klok, had nog wel tien) mi nuten. Waarom 'hij ijlings naar de publieke tele fooncel liep, het kantoor van Hilderink opbel lend. „Met een kantoorjuffrouw van Hilderink vroeg hij, een meisjesstem vernemend. „Met Lucie Hild^fink." Dolf schrok had hij het kantoor dan niet Enfin, zóó was het ook goed. O, ik dacht, dat ik het kantoor had. Maar..." „u hebt het kantoor. Wat belieft u „Zeg, Lucie „Ben jij) dat, Dolf? Ik herkende je stem niet. Ja, ik bera op kantoor; Fred isweg En vaderWaar ben je nu?" Dolf voelde, hoe het meisje aan de andere zijde van den draad in de war, minstens even in de war als hij Maar dan vermande hij zich. „Ik ben aan station Delftsche Poort. Straks gaat mijn trein naar Zutphen. Maar nu hoor ik, dat er de eerste dagen geen burgers vervoerd worden. En moeder en Annie wilden,, zooals je weet, vandaag naar Laarwoud. Kun je niet een boodschap sturen en zeggen, dat zij pas Maandag of Dinsdag kunnen reizen." „Wel natuurlijk Ik zal zelf even gaan. Ben je alleen naar den trein gegaan „Neera, 'k wilde het wel. Maar dat lukte niet. Annie heeft me gebracht." „Arm kind. Wat een zware dag voor haar. Eerst Fred, toen jou." „Fred was het ergste. Deze oude zondaar telt niet zoo mee." „DolfDat is „Stil maar, Lucie. Laat me maar wat dwaas doen. Ik geloof niet, dat ik normaal ben. Alle menschen) zijn in de war. Wat leven we toch in een ellendige wereld. Neen, ga nu niet pree- ken. Misschien kibbelen we later nog wel eens. Gek is het, maar van jou kan ik het hebben. Nou, Lucie, het beste hoor. We zullen maar zeggentot ziens. Misschien kom ik wel met de een) of andere Geldersche schoone aandragen. Soldaten zijn op het oogenblik in trek. Lands verdedigers, moet je weten „Ik hang den haak aan de telefoon, hoor. Is dat nu praten) op d i t oogenblik." „Je hebt gelijk. Als altijd. Ik geloof, dat je geboren bent, om iemand terecht te zetten. Met mij gelukt je dat misschien ook nog wel. Nu, ik moet gaan, hoor. Groeten thuis nog. Het beste. Misschien rijden we in Januari weer schaatsen." „Dolf, Dolf, wanneer zal je toch eens ver anderen. Ik „Dag, Lucie. Denk maar niet aan mij. Aan mij is toch niets verloren. Da-ag." „Dolf Woldinga, je bent een ploert," zeide hij bijna hardop, toen hij de telefooncel verliet. „Met opzet wondt je het meisje, dat je liefhebt en dat jou liefheeftBen je nu heelemaal dwaas Min of meer scheldend op zichzelf liep hij langs dert vollen trein, om ten slotte nog een plaatsje te veroveren tusschen een aantal mili- J tairen van wie enkelen elkaar blijkbaar ken den. Eindelijk dan, een half uur over tijd, zette de ellenlange trein zich met hijgenden locomo tief in beweging. Tot zijn voldoening bemerkte Dolf, dat hij was aangeland in een gezelschap nette jongens. Het bleek hem weldra, dat er zich enkele ge huwden onder bevonden. Van luidruchtigheid was niet in het minst sprake. Aanvankelijk zelfs werd zoo goed als geen woord gesproken, daar elk aan eigen) gedachten en overleggingen meer dan genoeg had. Maar dan werden er toch enkele woorden gewisseld, die langzamerhand uitdijden tot een gesprek, doordat één der mannen iemand met een zéér sympathiek uiterlijk een op merking maakte, die van doordenken getuigde en die diepe teleurstelling te kennen gaf. Zij trof Dolf, die worstelde met het probleem, diep. „Hoe is het mogelijk, dat in een beschaafden tijd als de onze, nog een oorlog kan ontstaan dat zelfs ons land er in betrokken kan worden." „Nederland blijft er wel buiten," meende een optimist. „We weten er niets van hopen het alleen. Maar dat heeft ook niets te maken met mijn opmerking. Er is oorlog. En er komen mis schien nog meer oorlogsverklaringen. Hoe is het mogelijk in dezen tijd „Waarom in dezen tijd niet?" Aller oogen richtten zich op den vrager, ge zeten in een hoek van de coupé en starend naar het voorbij ijlende, lage landschap, dat zich baadde in zomerzonnegloed. Want 'het was heet. De raampjes der coupé stonden aan weerszijden) open, maar de lucht, die binnen- i kwam, was warm. De vrager had het hoofd omgewend naar den spreker. Hij leek Dolf iemand van een vijf, zes en twintig jaar toe. Op zijn arm had hij smalle, goudeni strepen. Dolf wist uit den tijd, dat hij te Zutphen het gymnasium bezocht, dat hij met een sergeant te doen had en het nummer wees uit met een sergeant van zijn regiment. „Waarom in dezen tijd niet „Nou, sergeant, dat is ook een vraag. Oor log in een beschaafden tijd, als de onze „De tijd doet er niets toe. In alle tijden kwa men oorlogenl voor en zij zullen voor het ver volg ook in alle tijden voorkomen. Wat er ook verandert ik spreek nu maar niet van be schaving, want beschaving kan zeer wel een uiterlijk iets zijn 'het hart van den mensch verandert niet. En uit dat hart komen haat- en wraakgevoelens, dat beteekentoorlog." „De menschen moesten toch verstandiger zijn," hield de ander vol. „Waarom voorkomen wij met z'n allen niet een oorlog „Waarom ga je eigenlijk naar je garnizoen vroeg de onderofficier, ,,'k Was thuisgebleven, als ik jou was." „Onzin natuurlijk. We worden opgeroepen. Dus we gaan." ,,'k Had het niet gedaan. In een beschaafden tijd, als de onze, spelen we geen soldaatje meer." „U steekt den draak met mijn woorden, ser geant." „Qeen denken aan. Ik spreek in vollen ernst en wijs alleen op de consequentie van je woor den. Als je meent, dat het verstandiger is, niet te gaan, moet je thuisblijven." „Om in de gevangenis te gaan of den kogel te krijgen? We moeten eenvoudig. Er is geert keus." „Zeg, wil je eens een eerlijk, onomwonden antwoord geven op de vraag, die ik je stel Toen je gisteravond hoorde, dat je opgeroepen werd, heb je toen bij jezelf overlegdik moet maar gaan, anders kom ik in de gevangenis?" (Wordt vervolgd),

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1933 | | pagina 1