n ES 4 n tirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. eisje IN HOG SIGNO VINCES UIS FEUILLETON No. 3979 WOENSDAG 9 AUGUSTUS 1933 48STE JAARGANG llfi zljran luces es! >aren en Zn. terdam REE H erdam undiqe Gemeenteraad. ig IS 'Vaa-4 BRANDING door ken 200 lang naar een en tijd beter een auto- >ouwen. „Succes". te Scheve* >egen in de zaak n STEGMAN's jen. 35304 35308 dt ingestaan, bij IKSLAND r£N r. 5b am sre 8 Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. bij vooruitbetaling. UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h. W. BOEKHOVEN <S ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Alie stukken tooh* de Redactie bestemd, Advertenties* en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers 'nsdag O lin Hotel )E TONOE, isdag 16 3, in Hotel beide dagen van café met dijk No. 5tt, Terhoeve. ISPE'LENI. het mUIS Tan Kerk. Spotprijzen. enmengsels. OOK IN DE S. D. A. P. Ir. Albarda schreef de vorige week in de „Voorwaarts", dat in de S.D.A.P. geen en in alle overige burgerlijke partijen! w e 1 fas- cistisohe elementen aangetroffen werden. De onjuistheid' van deze bewering komt aan het Jicht door het verschijnen van ëen brochure van „partijgenoot" dr. P. Bouman, die letter lijk en figuurlijk een zwart schaap blijkt te zijn» want hij is de fascistische beginselen toegedaan. Over de gezags- en bestuurskwestie zegt de schrijver „Wij bevinden ons thans in een geweldige sociale en| cultureele crisis. Alles hangt af van de mogelijkheid uit den chaos tot een synthese te komen. Snel en doortastend handelen is noo- dig en mag men daarvoor vertrouwen op de langzame compromispolitiek der democratie 7 Een schip in nood heeft een kapitein met on beperkt gezag noodig, geen college van stuur lieden, die bij ieder opdoemend gevaar eens rustig keuvelen over alle mogelijke oplossingen. Ligt het schip in de haven of bevindt het zich met windstil in<volle zee, dan is een democratisch systeem van stemrecht voor de geheele be manning niet verwerpelijk. Het zijn de omstandighedeni die moeten be slissen over de keus tusschen democratie en sterk gezag. De staatsleer van het fascisme en het nationaal-socialisme is geen vernuftig uit gedacht systeem, maar een instinctief gevonden weg, om door de moeilijke jaren heen te komen. Later, als het eerste élan verdwenen is, zullen zich misschien nieuwe vormen van democratie ontwikkelen" Van hoeveel waarde de redevoeringen van den heer Albarda zijn, zal elk onbevooroordeeld mensch thans wel kunnen bepalen) Ook onwaar heden zeggen is een bezigheid, waarin men het ontzettend ver kan brengen. Ir. SOEKARNO GEARRESTEERD. De vorige week werd in Nederlandsch-Indië h. Soekarno gearresteerd. Deze arrestatie hield verhand met Soekarno's brochure: „Mentjapai Indonesia Merdika" (Het streven naar een Vrij Indonesië) en met bepaalde artikelen in zijn blad „Fikirian Rajat". Iri Soekarno is leider van een revolutionaire inlandsche beweging, welke het Nederlandsch gezag niet wil erkennen en op omverwerping van dit gezag aanstuurt. Langen tijd heeft de Indische regeering dezen onruststoker groote vrijheid gelaten, maar in deze tijden was een dergelijke revolutionaire actie niet meer toelaatbaar. Algemeen wordt deze arrestatie toegejuicht. DEMOCRATIE EEN EUXE? De hoofdredacteur van de Groene Amster dammer heeft een hoofdartikel gewijd aan de democratie in de crisis. Steeds blijkt het, dat de democratie bij de menschen, die hun 'beginselen putten uit men- schelijke wijsheid en speciaal uit de Fransche Revol-utie van 1789, niet veilig is. Komen er moeilijke tijden, dan gaat de „rots" der democratie bij deze menschen aan het wan kelen. Luistert wat deze man er over zegt „De democratie is een regeeringsvorm, die beter gedijt in tijden van welvaart dan bij een dalende conjunctuur. Men) zou zelfs kunnen be weren, dat de democratie een luxe is, die slechts beschaafde en welvarende volkeren zich kunnen veroorloven." „De economische crisis, waarin wij verkee- ren, beteekent ook een crisis van de democratie. Wanneer de welvaart stijgt en dientengevolge de loonen toenemen, is het gemdkkelijk democra tisch te zijn en alles wat op sociaal gebied be reikt wordt, toe te schrijven aan de democratie." Democratie dus een| luxeDat durft men thans te beweren en nog wel een vap de voor naamste liberale tijdschriften Werpen deze menschen hun beginselen niet overboord 7 Het Calvinisme blijkt toch steeds weer de eenige waarborg te zijn voor onze constitutioneele vrijheden, voor de democratie. Dit is voor ons geen „luxe", maar noodzakelijk gevolg van de eeuwige beginselen, die ons op staatkundig ter rein leiden. De hoofdredacteur van de Groene Amster dammer besluit zijn artikel aldus „De democratie zal gelouterd uit de crisis te voorschijn treden, wanneer de democratie het inzicht 'en' den moed toonen de lessen van de crisis ter harte te nemen." Zoolang men het vrijzinnige beginsel als fun dament neemt voor het gebouw der democratie, zal men steeds bedrogen uitkomen. De Calvinistisch-democratische gedachte kan stormen trotseeren en brengt de democratie ge louterd door een crisis als de tegenwoordige. VAN LONDEN NAAR OUCHY Nu de economische wereldconferentie mislukt zal de door Minister-president Colijn aan gegeven richting ingeslagen moeten worden en zal toenadering gezocht moeten wordën, nog meer dan tot dusver is geschied met landen als België en( Luxemburg. Nederland is een landbouwland, België een industriestaat. Zij zouden zich dus bijzonder goed aan kunnen vullen. Alleen deze overweging reeds zou een motief tot toenadering kunnen zijn. De heer P. L. Michott-e van het Geogra- phisch Instituut der Universiteit van Leuven heeft in de Mei-aflevering van het Bulletin de la Société beige d' Etudes Geographiques een opmerkelijk artikel geschreven over de wensche- lijkheid van een Hollandsch-Belgische toena dering Hierin bepleit deze Belgische schrijver een tolverbond tusschen beide landen, gezi'en hun geographische saamhoorigheid en hun econo mische structuur. De heer Michotte schrijft o.m. „De terugslag van een tolverbond op denl Nederlandsch-Belgischen ruilhandel zou niet zoo groot zijn als door sommigen wordt gevreesd, terwijl uit handelsstatistieken blijkt, dat de Bel gische en Nederlandsche markten sterk aan elkaar verbonden zijn. Toenadering blijkt dan ook ten zeerste wenschelijk. Een tolunie in den vollen zin van het woord, heeft weinig kans in afzienbaren tijd te worden verwezenlijkt. Wat dan 7 In ingewikkelde en delicate kwesties als deze kan men niet te veel geduld aan den dag leggen: het rythme van den tijd is anders voor de volken dan voor de individuen. Men kan de vraag stellen, of met het verdrag van de Kleine Entente, de weg niet wordt getoond. Bij artikel 7 is voorzien: „Er wordt een Econo mische Raad der Staten van de kleine Entente opgericht, belast met de geleidelijke ordening van de economische belangen der drie staten, hetzij onderling, hetzij in hun betrekkingen met andere landen." Zulk een Economische Raad zou zeer zeker nut hebben en steeds meer gaan er stemmen op voor de oprichting van een Economische Raad, die dan tot zeer ruime taak zou moeten hebbeni: de economische belangen van België, Luxemburg en Nederland te bestudeeren en te ordenen, zoowel onderling als in hun betrekkingen met andere landen. Men verplicht zich hierin tot niets en de oprichting van een permanenten raad alleen reeds zou ons prestige in de economische wereld verhoogen. Het is te hopen, dat de landen hierin spoedig tot overeenstemming kunnen komeni Het is de eenige manier om nog iets te bereiken. Vergadering van den Raad der gemeente MIDDELHARNIS op Vrijdag 4 Aug., des nam. hall drie uur. Tegenwoordig alle leden. De Voorzitter, weth. Struik, opent de ver gadering met gebed, waarna de notulen der laatste vergadering worden gelezen 'en onver anderd vastgesteld. De heer J. VAN DER MEIDE vraagt hoe het geloopen is met de rioleering van de Visscher- straat, waartoe in de vorige vergadering is besloten. De VOORZITTER deelt mede, dat besloten is die rioleering te maken, mits het niet meer kost dan 250 voor de gemeente. Wij hebben daarop prijs gevraagd van de benoodigde gres- buizen en| die alleen kosten meer dan 350. Daarbij kwam dan nog het werkloon, zoodat niet tot uitvoering overgegaan kan worden. De heer C. VAN DER MEIDE vraagt waar om niet op de agenda voorkomt een punt inzake de rioleering van de Nieuwstraat, waartoe even eens besloten was. De VOORZITTER zegt, dat deze vergade ring belegd is om de noodigste zaken af te doen. Bovendien is de rioleering nabij de gasfabriek momenteel veel urgenter, zoodat die het eerst wordt gemaakt. Ingekomen stukken Een verzoek van den heer P. de Vries om ontslag als lid van den Raad. Van 'het Centraal Stembureau, dat in diens plaats is benoemd verklaard de heer G. van der Kooij. Proces-verbaal van de kasopname bij den gemeente-ontvanger. Een schrijven van Ged. Staten, inhoudende een verzoek om advies inzake bezoldiging van de ambtenaren van den Burgerlijken Stand, die na 15 Juni zijn of worden benoemd, om die geen salaris meer toe te kennen, als de betrokken menschen reeds in dienst der gemeente zijn als ambtenaar ter secretarie, gemeenlte-secretaris of burgemeester. B. en W stellen voor op deze nieuwe regeling goedgunstig te beschikken. De heer VROEGINDEWEIJ meent, dat dit zeer gevaarlijk is. De benoemde ambtenaar, die reeds in dienst der gemeente is, behoeft dat ambt niet te aanvaarden, dat niet gehonoreerd wordt. Ten tweede is het een verantwoordelijk baantje, dat veel accuratesse vereischt en verantwoor delijk is, want het zou niet de eerste maal zijn, dat e'en' ambtenaar proces-verbaal kreeg wegens foutieve handeling. Spr. zegt niet te kunnen begrijpen, dat Ged. Staten met een dergelijk plan kunnen komen. Ik zou de bezuiniging liever uit een andere richting gezien.' hebben. Echter kan ik me nog met een dergelijke strekking ver eenigen, als de Gemeenltewet gewijzigd wordt in dien1 zin, dat de secetaris, burgemeester en gemeente-ambtenaren verplicht zijn die werk zaamheden te doen zonder salaris toe te kennen. Spr. stelt voor nu afwijkend te adviseeren. B. en W. meenen, dat een bezuinigingsplan van Ged. Staten toch niet verworpen kan wor den. De 'heer VERMAAS stelt voor dit stuk maar voor kennisgeving aan te nemen. De VOORZITTER zegt, dat zulks niet gaat. men moet Ged. Staten adviseeren. Het voorstel van B. en W. komt daarna in stemming en wordt aangenomen met 7 tegen 3 stemmen, die van de heeren Vroegindeweij, J. Slis en J. v. d. Meide. B. en W. stellen daarna voor de begrooting van de N.V. E.M.G.O. vast te .steil'en. De heer J. VROEfGINDEWEIJ zegt zijn stem er niet aan te kunnen geven. Ik kan er niets van zeggen, want ik weet er ook niets van. De heer DOORNBOS En al zeggen wij er wat van, dat helpt toch niet, want wij hebben niets te zeggen, alles gaat toch door eni daarom stem ik blanco. De heer KOESE zegt dat die begrooting veel 9 te beknopt wordt ingediend, daaraan heeft men totaal niets. Men kan er niets in vinden. De heer VERMAAS stelt voor een uitgebrei der begrooting te vragen en die bij de raads leden te laten circuleeren, dan kunnen wij onze opmerkingen kenbaar maken bij den vertegen woordiger voor deze gemeente, die ze dan resp. weer in het bestuur kan behandelen. De heer C. VAN DER MEIDE zou gaarne de begrooting ingedienjd zien zooals de gasfa briek dat doet. Dan kan tenminste iets overzien worden. Nu weet men niets omtrent salarissen enz. Allen zijn z.i.z. nog tijdelijk, doch wanneer die tijdelijkheid 2 jaar duurt, wordt het automa tisch vast en daarom zou de raad uitvoeriger gaarne worden ingelicht. De heer KOOTTE Ik heb gezien dat de uit gaven zullen bedragen 136000,'— én dat er 15000.— winst geraamd wordt. Dat kan ten minste nog helpen, dan kunnen wij daaruit wel eens wat gaan putten. De heer VOGELAARDat zal nog niet gaan, want men dient het bedrijf toch eerst eens sterk te maken met de reserve. De heer J. VAN DER MEIDE: Ik lees ook steeds van een bouwbureau, ik zou dat liever zoo spoedig mogelijk opheffen en eens een de finitieve directeur aangesteld zien, inplaats van iemand, die eens in de 14 dagen een paar dagen hier is. De heer VOGELAAR Er is een directeur die 1800.— verdiend en een Directeur die re gelmatig voor het bedrijf hier is zal meer moe ten kosten. De heer J VAN DER MEIDE Bij dat salaris komen toch zeker reis- en verblijfkosten. De heer VOGELAAR Neen, beslist niet. De VOORZITTER: Och, ook B. en W. we ten er zoo weinig van af. De heer VROEjGINDEWEIJ vraagt of het niet mogelijk is dat alle raadsleden van het di strict der E.M.G.O. een rekening krijgen, dan weten zij daaruit tenminste wat 'en dan ben ik tevreden. Dat zal ook niet veel kosten, wat maken nu een 100 boekjes meer uit in de kos ten. Tenfclotte wordt besloten een uitvoeriger be grooting te vragen. De begrooting van het Weeshuis wordt met af- en overschrijvingen gewijzigd. De heer VERMAAS vraagt of B. en W. nu al hebben nagegaan wanneer die gevonden ef fecten zijn aangekocht door het Weeshuis-be stuur. De VOORZITTER Dat is niet meer na te gaan. Aangeboden wordt de gemeente-rekening, re kening van het Weeshuis, Burg. Armbestuur en Gasfabriek. De gemeente-rekening sluit in gewonen dienst met een voordeclig saldo van 2027.39 en in kapitaaldienlst een voordeelig saldo van 24073.\7}/2' Dc rekening der gasfabriek sluit een voordeelig saldo van 2236.91. Tot leden van de commissie van onderzoek voor de rekening der Gemeente en Gasfabriek worden benoemd de heeren J. Vroegindeweij, J. van der Meide éri H. Vermaas, en voor die vafl het Weeshuis en Burg Armbestuur de hee ren Vogelaar, Kootte en C. van der Meide K. H. MARINUSSEN. 18) O, wat had zij gedaan 7 In volle zwaarte voelde zij haar schuld. Wetend, dat van een verbintenis nooit sprake zou kunnen zijn, als Dolf niet veranderd werd, -was zij het geweest, die hem had geïnviteerd, met het clubje mee te gaan rijden, in de stille hoop, dat Dolf haar begeleider zou zijn. Z ij zocht toenade ring tot een, die totaal ongeloovig wasO, zij verloochende, als Petrus, bewust haar Hei land De vroolijke, opgewekte Lucie schreide als een klein kind. En zij kon er niet toe komen, op de knieën te vallen. Met het beeld van Dolf, dien zij liefhad, in haar hart, zou zij bidden. En dat kon toch niet Eindelijk besefte zij, dat zij, om geen argwaan te weken, naar beneden moest gaan. Zij bette haar rood beschreide oogen, om even1 later de kamer te betreden, waar zij alleen haar vader, moeder en Fred vond, die alle drie even vroo- lijk keken, waarvan Lucie onmiddellijk de oor zaak 'begreep. „Al gauw, morgfen reeds, komt Annie hier in een nieuwe functie in huis, Lucie", zeide haar vader. Met uitgestrekte hand liep zij op Fred toe en omhelsde hein onstuimig. „Wel gefeliciteerd, broer. Ik dacht vanmiddag wel, dat dat er achter zat. Nu, het verrast ons niet. We hadden het onweer allang zieni aan komen, niet, moeder?" Zij was druk, sprak haastig, lachte schril, terwijl haar hart schreide: dit mocht en zij met DolfMaar dan: wat was zij toch dwaas Wist zij, dat Dolf van haar hield „Dank je wel, zus, voor je gelukwensch. 'k Heb al gehoord, dat jullie er op rekenden, maar snap er niets van." „Och, we hebben het al lang gezien. Zelfs Dolf, die jullie beiden toch zoo goed als nooit bij elkaar heeft gezien', begreep er alles van. Volgens Dolf is Annie een schat van een kind. Nu, dat is niet teveel gezegd. Wat zal zij ge lukkig zijnZij houdt zooveel van je, Fred, dat weet ik, al heeft zij het mij nooit gezegd. Je weet, hoe ik ben. Ik heb wel eens geprobeerd haar te polsen hoe 'het tussch'en, jullie stond, maar handig draaide zij er zich altijd uit. Waar om komt Annie vanavond niet meer. Of ga jij er heen 7" „Neen, 'k heb met mevrouw enj Annie afge sproken, dat ik haar morgenmiddag ophaal. En Dolf kan natuurlijk ook meekomen, als hij trek heeft." „Dolf gaat morgen naar Leiden", zeide Lucie. „Neen, Maandag." „Morgen. Hij heeft het me zelf gezegd. Hij bracht me tot huis." „Mievrouw en Annie weten niet beter, of hij gaat Maandag." „Ja, dat was ook de bedoeling. Maar hij zei veranderd te zijn van voornemen'." „Zoo. Dat zal Annie spijten. Zij had hem zoo gaarne hier gezien." „Heb je vanmiddag met Dolf Woldinga ge reden, Lucie „Ja, vader. Fred en Annie lieten ons in d'en steek." „Was het gezellig „O ja, Dolf is een prettig causeur." „Hij is een aardige venjt. Met een helderen kop. Jammer voor den jongen, dat hij niet beter zien wil. Hij weet toch zoo goed." „Hij kan niet huichelen, vader", verdedigde Lucie vol vuur. „Natuurlijk niet. Dat mag ook niet. Ik waar deer die eerlijkheid. Maar daarom blijft het jammer, dat hij in verkeerd vaarwater zit." Mevrouw Hilderink had, zonder te spreken, Lucie onopgemerkt zeer opmerkzaam gadege slagen van het oogenblik af, dat zij het vertrek was binnengekomen, waarbij zij onmiddellijk had bespeurd, dat Lucie geschreid had. Er was iets voorgevallen. Kon het zijn tusschen Dolf en 'haar De jongeling, over wiën gesproken en gedacht werd, was, na Lucie verlaten te hebben, niet onmiddellijk naar huis gegaan, maar de Hoog straat opgeloopen, waar hij in eem restaurant een kop koffie dronk en de courant las. Eerst na een half uur beklom hij den trap op den Goudschen weg, overtuigd, dat Fred, dien hij niet had willen ontmoeten- en dien hij bij moeder en Annie vermoedde, wel vertrokken zou zijn. Daarin vergiste hij zich niet. Hij trof alleen zijn moeder en Annie aan, die toebereidselen maakten voor het avondmaal. „Ik heb honger als een paard gekregen", zeide Dolf. Heb je je geamuseerd, Annie „O best", lachte zij gelukkig. „Fred bracht me thuis en heeft even met moeder alleen gepraat." „En moeder vond het natuurlijk goed. Wel gelukgewenscht, zusje. Je krijgt een ffinken man aan Fred. En 't is een heele geruststelling voor moeder en Frits, dat hij er een van het goede soort is." „Dolf „Stil maar, moeder, 't Is niet zoo erg gemeend. Ik ben1 met u blij om Annie. Lucie en ik hebben vanmiddag uitgemaakt, dat die twee voor el kaar bestemd zijn." „Hebben jullie dan over Fred en mij ge praat 7" „Wat anders Jullie maakten het er naar Maar 't was niet erg. We begrepen de situatie. Het heeft me alleen verbaasd, dat de ontknoo ping niet eerder kwam." „Had jij dan ook een vermoeden „Natuurlijk. En moeder ook. En bij de Hilde- rinks ook allemaal. Je hebt het niet handig1 aan gelegd, Annie." „Ik heb niets aangelegd. Ik „Neen, 't was gekheid, hoor. Maar wij hebben het toch bespeurd." A an tafel vroeg Annie Dolf, of hij den vol genden dag meeging naar de Hilderinks, maar hij verklaarde, naar Leiden te moeten gaan, en niet te kunnen wachten tot Maandag. Tegen spreken baatte niet. Zijn besluit stond vast. Later op den- avond, even met Annie alleen, verklaarde hij spontaan. Alle spot was ver- dwen'en. Annie meende zelfs smart te bespeuren. „Je verbaast je er over. dat ik morgen ver trek. Dat heeft een| bedoeling. Maar jij en Fred staan er buiten hoor. Ik mag jullie allebei graag. En ik wil later gaarne eens bij jullie logeeren, mits alle gekibbel vermeden wordt." „Zoover is het nog lang niet, hoor", lachte zij. „Maar waarom ga je dan weg, jongen 7 Wat is dat nu weer voor onzin 7" „Ik moet weg, Annie, spreek er met geen sterveling over, hoor. Met geen sterveling, versta je 7 Ook niet met moeder. Maar aan één moet ik het zeggën. En dat ben jij natuurlijk. Neen, schrik niet. 'k Heb geen moord gedaan. Maar ik moet Lucie Hilderink niet meer ontmoeten. Dat is voor mijn gemoedsrust niet goed. En misschien voor de hare ook niet." „Dolf „Stil. Daar komt moeder. Zwijg, als het graf» hoor. 't Is ellendig genoeg, dat jullie allemaal in die verstarde dogma's verward zitten." HOOFDSTUK IX. Het mobilisatiebevel. Als een bal van gloeiend koper stond de zon eiken dag aan den hemel Wanneer de avond viel, zonder verkwikking te brengén, dan hing over de velden- rondom Laarwoud een nevel, schier van een manshoogte, voorspellend een) nieuwen, warmen dag. Dag en nacht stonden de ramen van Woldin ga's school wijd open, maar geen] zuchtje kwam naar binnen. Want er was geen aasje wind. Er werd niet gewerkt van be teekenis op dien middag van den 31 sten1 Juli 1914. En Woldinga nam het zijn leerlingen niet kwalijk, dat zij hangerig en lusteloos waren. Hij zelf was het ook. Hij was blijde, dat twee dagen later de groote vacantie zou beginnen. Met die tropische hitte was het geen leeren. Je stond 's morgens op en eer je je gcwasschen en gekleed had, had jc het snikheet. Hij liet, tegen zijn gewoonte, zijn leerlingen ten deele aan hun lot over. I Maar niet alleen van de warmte had hij last. "Zijn gedachten zwierven ver weg. Met spanning las hij eiken avond de courant, die met verontrustende buitemlandsche berichten kwam. Zeker, bang werden de lezers niet ge maakt, maar verheeld werd toch niet, dat het in het buitenland niet zuiver zat. Wel was er het vorig jaar in Den Haag een algemeene vredesconferentie gehouden. Wel stond daar het Vredespaleis, dat dan een sym bool moest zijn van den wil der volkeTen, om den oorlog te voorkomen Maar Frits Woldinga was nuchter genoeg, om te weten, dat de oorlog niet geheel gebannen worden kon, zoolang de zonde woelde in het leven van den mensch en werkte in het leven der volkeren. Nu al eenige weken gistte het in de buiten- landsche politiek. Het was begonnen in dat broeinest, den Balkan, waar reeds meer een oorlog was ontketend. In het begin van Juli waren de Oosfenrijksche troonopvolger en zijn gemalin in Serajewo dood geschoten. 't Was de daad van een revolutio nair, zeker. Maar het was ook een beangstigend symptoon van den Servischen) haat tegen al wat Oostenrijker was. Even was de wereld door dien moord opge schrikt. Maar dan de Balkan was zoo ver weg. A1 s het een conflict werd zoover was het nog niet eens dan werd het vanzelf ge- localiseerd tot Oostenrijk en' Servië; mogelijk werd nog een andere Balkanstaat er bij be-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1933 | | pagina 1