n
ES
4 n tirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
eisje
IN HOG SIGNO VINCES
UIS
FEUILLETON
No. 3979
WOENSDAG 9 AUGUSTUS 1933
48STE JAARGANG
llfi
zljran
luces
es!
>aren
en Zn.
terdam
REE
H
erdam
undiqe
Gemeenteraad.
ig
IS
'Vaa-4
BRANDING
door
ken 200 lang naar een
en tijd beter een auto-
>ouwen.
„Succes".
te Scheve*
>egen in de zaak
n STEGMAN's
jen. 35304
35308
dt ingestaan, bij
IKSLAND
r£N
r. 5b
am
sre
8
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.—
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
bij vooruitbetaling.
UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ
v.h. W. BOEKHOVEN <S ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Alie stukken tooh* de Redactie bestemd, Advertenties* en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers
'nsdag O
lin Hotel
)E TONOE,
isdag 16
3, in Hotel
beide dagen
van
café met
dijk No. 5tt,
Terhoeve.
ISPE'LENI.
het
mUIS Tan
Kerk.
Spotprijzen.
enmengsels.
OOK IN DE S. D. A. P.
Ir. Albarda schreef de vorige week in de
„Voorwaarts", dat in de S.D.A.P. geen en
in alle overige burgerlijke partijen! w e 1 fas-
cistisohe elementen aangetroffen werden.
De onjuistheid' van deze bewering komt aan
het Jicht door het verschijnen van ëen brochure
van „partijgenoot" dr. P. Bouman, die letter
lijk en figuurlijk een zwart schaap blijkt te zijn»
want hij is de fascistische beginselen toegedaan.
Over de gezags- en bestuurskwestie zegt de
schrijver
„Wij bevinden ons thans in een geweldige
sociale en| cultureele crisis. Alles hangt af van
de mogelijkheid uit den chaos tot een synthese
te komen. Snel en doortastend handelen is noo-
dig en mag men daarvoor vertrouwen op de
langzame compromispolitiek der democratie 7
Een schip in nood heeft een kapitein met on
beperkt gezag noodig, geen college van stuur
lieden, die bij ieder opdoemend gevaar eens
rustig keuvelen over alle mogelijke oplossingen.
Ligt het schip in de haven of bevindt het zich
met windstil in<volle zee, dan is een democratisch
systeem van stemrecht voor de geheele be
manning niet verwerpelijk.
Het zijn de omstandighedeni die moeten be
slissen over de keus tusschen democratie en
sterk gezag. De staatsleer van het fascisme en
het nationaal-socialisme is geen vernuftig uit
gedacht systeem, maar een instinctief gevonden
weg, om door de moeilijke jaren heen te komen.
Later, als het eerste élan verdwenen is, zullen
zich misschien nieuwe vormen van democratie
ontwikkelen"
Van hoeveel waarde de redevoeringen van
den heer Albarda zijn, zal elk onbevooroordeeld
mensch thans wel kunnen bepalen) Ook onwaar
heden zeggen is een bezigheid, waarin men het
ontzettend ver kan brengen.
Ir. SOEKARNO GEARRESTEERD.
De vorige week werd in Nederlandsch-Indië
h. Soekarno gearresteerd. Deze arrestatie hield
verhand met Soekarno's brochure: „Mentjapai
Indonesia Merdika" (Het streven naar een
Vrij Indonesië) en met bepaalde artikelen in
zijn blad „Fikirian Rajat".
Iri Soekarno is leider van een revolutionaire
inlandsche beweging, welke het Nederlandsch
gezag niet wil erkennen en op omverwerping
van dit gezag aanstuurt.
Langen tijd heeft de Indische regeering dezen
onruststoker groote vrijheid gelaten, maar in
deze tijden was een dergelijke revolutionaire
actie niet meer toelaatbaar.
Algemeen wordt deze arrestatie toegejuicht.
DEMOCRATIE EEN EUXE?
De hoofdredacteur van de Groene Amster
dammer heeft een hoofdartikel gewijd aan de
democratie in de crisis.
Steeds blijkt het, dat de democratie bij de
menschen, die hun 'beginselen putten uit men-
schelijke wijsheid en speciaal uit de Fransche
Revol-utie van 1789, niet veilig is.
Komen er moeilijke tijden, dan gaat de „rots"
der democratie bij deze menschen aan het wan
kelen. Luistert wat deze man er over zegt
„De democratie is een regeeringsvorm, die
beter gedijt in tijden van welvaart dan bij een
dalende conjunctuur. Men) zou zelfs kunnen be
weren, dat de democratie een luxe is, die
slechts beschaafde en welvarende volkeren zich
kunnen veroorloven."
„De economische crisis, waarin wij verkee-
ren, beteekent ook een crisis van de democratie.
Wanneer de welvaart stijgt en dientengevolge
de loonen toenemen, is het gemdkkelijk democra
tisch te zijn en alles wat op sociaal gebied be
reikt wordt, toe te schrijven aan de democratie."
Democratie dus een| luxeDat durft men
thans te beweren en nog wel een vap de voor
naamste liberale tijdschriften Werpen deze
menschen hun beginselen niet overboord 7 Het
Calvinisme blijkt toch steeds weer de eenige
waarborg te zijn voor onze constitutioneele
vrijheden, voor de democratie. Dit is voor ons
geen „luxe", maar noodzakelijk gevolg van de
eeuwige beginselen, die ons op staatkundig ter
rein leiden.
De hoofdredacteur van de Groene Amster
dammer besluit zijn artikel aldus
„De democratie zal gelouterd uit de crisis
te voorschijn treden, wanneer de democratie het
inzicht 'en' den moed toonen de lessen van de
crisis ter harte te nemen."
Zoolang men het vrijzinnige beginsel als fun
dament neemt voor het gebouw der democratie,
zal men steeds bedrogen uitkomen.
De Calvinistisch-democratische gedachte kan
stormen trotseeren en brengt de democratie ge
louterd door een crisis als de tegenwoordige.
VAN LONDEN NAAR OUCHY
Nu de economische wereldconferentie mislukt
zal de door Minister-president Colijn aan
gegeven richting ingeslagen moeten worden en
zal toenadering gezocht moeten wordën, nog
meer dan tot dusver is geschied met landen als
België en( Luxemburg.
Nederland is een landbouwland, België een
industriestaat. Zij zouden zich dus bijzonder
goed aan kunnen vullen. Alleen deze overweging
reeds zou een motief tot toenadering kunnen
zijn.
De heer P. L. Michott-e van het Geogra-
phisch Instituut der Universiteit van Leuven
heeft in de Mei-aflevering van het Bulletin de
la Société beige d' Etudes Geographiques een
opmerkelijk artikel geschreven over de wensche-
lijkheid van een Hollandsch-Belgische toena
dering
Hierin bepleit deze Belgische schrijver een
tolverbond tusschen beide landen, gezi'en hun
geographische saamhoorigheid en hun econo
mische structuur.
De heer Michotte schrijft o.m.
„De terugslag van een tolverbond op denl
Nederlandsch-Belgischen ruilhandel zou niet zoo
groot zijn als door sommigen wordt gevreesd,
terwijl uit handelsstatistieken blijkt, dat de Bel
gische en Nederlandsche markten sterk aan
elkaar verbonden zijn. Toenadering blijkt dan
ook ten zeerste wenschelijk. Een tolunie in den
vollen zin van het woord, heeft weinig kans
in afzienbaren tijd te worden verwezenlijkt. Wat
dan 7 In ingewikkelde en delicate kwesties als
deze kan men niet te veel geduld aan den dag
leggen: het rythme van den tijd is anders voor
de volken dan voor de individuen. Men kan de
vraag stellen, of met het verdrag van de
Kleine Entente, de weg niet wordt getoond. Bij
artikel 7 is voorzien: „Er wordt een Econo
mische Raad der Staten van de kleine Entente
opgericht, belast met de geleidelijke ordening
van de economische belangen der drie staten,
hetzij onderling, hetzij in hun betrekkingen met
andere landen."
Zulk een Economische Raad zou zeer zeker
nut hebben en steeds meer gaan er stemmen op
voor de oprichting van een Economische Raad,
die dan tot zeer ruime taak zou moeten hebbeni:
de economische belangen van België, Luxemburg
en Nederland te bestudeeren en te ordenen,
zoowel onderling als in hun betrekkingen met
andere landen. Men verplicht zich hierin tot
niets en de oprichting van een permanenten raad
alleen reeds zou ons prestige in de economische
wereld verhoogen.
Het is te hopen, dat de landen hierin spoedig
tot overeenstemming kunnen komeni Het is de
eenige manier om nog iets te bereiken.
Vergadering van den Raad der gemeente
MIDDELHARNIS op Vrijdag 4 Aug.,
des nam. hall drie uur.
Tegenwoordig alle leden.
De Voorzitter, weth. Struik, opent de ver
gadering met gebed, waarna de notulen der
laatste vergadering worden gelezen 'en onver
anderd vastgesteld.
De heer J. VAN DER MEIDE vraagt hoe het
geloopen is met de rioleering van de Visscher-
straat, waartoe in de vorige vergadering is
besloten.
De VOORZITTER deelt mede, dat besloten
is die rioleering te maken, mits het niet meer
kost dan 250 voor de gemeente. Wij hebben
daarop prijs gevraagd van de benoodigde gres-
buizen en| die alleen kosten meer dan 350.
Daarbij kwam dan nog het werkloon, zoodat niet
tot uitvoering overgegaan kan worden.
De heer C. VAN DER MEIDE vraagt waar
om niet op de agenda voorkomt een punt inzake
de rioleering van de Nieuwstraat, waartoe even
eens besloten was.
De VOORZITTER zegt, dat deze vergade
ring belegd is om de noodigste zaken af te doen.
Bovendien is de rioleering nabij de gasfabriek
momenteel veel urgenter, zoodat die het eerst
wordt gemaakt.
Ingekomen stukken
Een verzoek van den heer P. de Vries om
ontslag als lid van den Raad.
Van 'het Centraal Stembureau, dat in diens
plaats is benoemd verklaard de heer G. van der
Kooij.
Proces-verbaal van de kasopname bij den
gemeente-ontvanger.
Een schrijven van Ged. Staten, inhoudende
een verzoek om advies inzake bezoldiging van
de ambtenaren van den Burgerlijken Stand, die
na 15 Juni zijn of worden benoemd, om die geen
salaris meer toe te kennen, als de betrokken
menschen reeds in dienst der gemeente zijn als
ambtenaar ter secretarie, gemeenlte-secretaris of
burgemeester.
B. en W stellen voor op deze nieuwe regeling
goedgunstig te beschikken.
De heer VROEGINDEWEIJ meent, dat dit
zeer gevaarlijk is. De benoemde ambtenaar, die
reeds in dienst der gemeente is, behoeft dat ambt
niet te aanvaarden, dat niet gehonoreerd wordt.
Ten tweede is het een verantwoordelijk baantje,
dat veel accuratesse vereischt en verantwoor
delijk is, want het zou niet de eerste maal zijn,
dat e'en' ambtenaar proces-verbaal kreeg wegens
foutieve handeling. Spr. zegt niet te kunnen
begrijpen, dat Ged. Staten met een dergelijk
plan kunnen komen. Ik zou de bezuiniging liever
uit een andere richting gezien.' hebben. Echter
kan ik me nog met een dergelijke strekking ver
eenigen, als de Gemeenltewet gewijzigd wordt
in dien1 zin, dat de secetaris, burgemeester en
gemeente-ambtenaren verplicht zijn die werk
zaamheden te doen zonder salaris toe te kennen.
Spr. stelt voor nu afwijkend te adviseeren.
B. en W. meenen, dat een bezuinigingsplan
van Ged. Staten toch niet verworpen kan wor
den.
De 'heer VERMAAS stelt voor dit stuk maar
voor kennisgeving aan te nemen.
De VOORZITTER zegt, dat zulks niet gaat.
men moet Ged. Staten adviseeren.
Het voorstel van B. en W. komt daarna in
stemming en wordt aangenomen met 7 tegen 3
stemmen, die van de heeren Vroegindeweij, J.
Slis en J. v. d. Meide.
B. en W. stellen daarna voor de begrooting
van de N.V. E.M.G.O. vast te .steil'en.
De heer J. VROEfGINDEWEIJ zegt zijn
stem er niet aan te kunnen geven. Ik kan er niets
van zeggen, want ik weet er ook niets van.
De heer DOORNBOS En al zeggen wij er
wat van, dat helpt toch niet, want wij hebben
niets te zeggen, alles gaat toch door eni daarom
stem ik blanco.
De heer KOESE zegt dat die begrooting veel
9 te beknopt wordt ingediend, daaraan heeft men
totaal niets. Men kan er niets in vinden.
De heer VERMAAS stelt voor een uitgebrei
der begrooting te vragen en die bij de raads
leden te laten circuleeren, dan kunnen wij onze
opmerkingen kenbaar maken bij den vertegen
woordiger voor deze gemeente, die ze dan resp.
weer in het bestuur kan behandelen.
De heer C. VAN DER MEIDE zou gaarne
de begrooting ingedienjd zien zooals de gasfa
briek dat doet. Dan kan tenminste iets overzien
worden. Nu weet men niets omtrent salarissen
enz. Allen zijn z.i.z. nog tijdelijk, doch wanneer
die tijdelijkheid 2 jaar duurt, wordt het automa
tisch vast en daarom zou de raad uitvoeriger
gaarne worden ingelicht.
De heer KOOTTE Ik heb gezien dat de uit
gaven zullen bedragen 136000,'— én dat er
15000.— winst geraamd wordt. Dat kan ten
minste nog helpen, dan kunnen wij daaruit wel
eens wat gaan putten.
De heer VOGELAARDat zal nog niet
gaan, want men dient het bedrijf toch eerst eens
sterk te maken met de reserve.
De heer J. VAN DER MEIDE: Ik lees ook
steeds van een bouwbureau, ik zou dat liever
zoo spoedig mogelijk opheffen en eens een de
finitieve directeur aangesteld zien, inplaats van
iemand, die eens in de 14 dagen een paar dagen
hier is.
De heer VOGELAAR Er is een directeur
die 1800.— verdiend en een Directeur die re
gelmatig voor het bedrijf hier is zal meer moe
ten kosten.
De heer J VAN DER MEIDE Bij dat salaris
komen toch zeker reis- en verblijfkosten.
De heer VOGELAAR Neen, beslist niet.
De VOORZITTER: Och, ook B. en W. we
ten er zoo weinig van af.
De heer VROEjGINDEWEIJ vraagt of het
niet mogelijk is dat alle raadsleden van het di
strict der E.M.G.O. een rekening krijgen, dan
weten zij daaruit tenminste wat 'en dan ben ik
tevreden. Dat zal ook niet veel kosten, wat
maken nu een 100 boekjes meer uit in de kos
ten.
Tenfclotte wordt besloten een uitvoeriger be
grooting te vragen.
De begrooting van het Weeshuis wordt met
af- en overschrijvingen gewijzigd.
De heer VERMAAS vraagt of B. en W. nu
al hebben nagegaan wanneer die gevonden ef
fecten zijn aangekocht door het Weeshuis-be
stuur.
De VOORZITTER Dat is niet meer na te
gaan.
Aangeboden wordt de gemeente-rekening, re
kening van het Weeshuis, Burg. Armbestuur en
Gasfabriek.
De gemeente-rekening sluit in gewonen dienst
met een voordeclig saldo van 2027.39 en in
kapitaaldienlst een voordeelig saldo van
24073.\7}/2' Dc rekening der gasfabriek sluit
een voordeelig saldo van 2236.91.
Tot leden van de commissie van onderzoek
voor de rekening der Gemeente en Gasfabriek
worden benoemd de heeren J. Vroegindeweij,
J. van der Meide éri H. Vermaas, en voor die
vafl het Weeshuis en Burg Armbestuur de hee
ren Vogelaar, Kootte en C. van der Meide
K. H. MARINUSSEN.
18)
O, wat had zij gedaan 7 In volle zwaarte
voelde zij haar schuld. Wetend, dat van
een verbintenis nooit sprake zou kunnen zijn,
als Dolf niet veranderd werd, -was zij het
geweest, die hem had geïnviteerd, met het clubje
mee te gaan rijden, in de stille hoop, dat Dolf
haar begeleider zou zijn. Z ij zocht toenade
ring tot een, die totaal ongeloovig wasO,
zij verloochende, als Petrus, bewust haar Hei
land
De vroolijke, opgewekte Lucie schreide als
een klein kind. En zij kon er niet toe komen,
op de knieën te vallen. Met het beeld van Dolf,
dien zij liefhad, in haar hart, zou zij bidden.
En dat kon toch niet
Eindelijk besefte zij, dat zij, om geen argwaan
te weken, naar beneden moest gaan. Zij bette
haar rood beschreide oogen, om even1 later de
kamer te betreden, waar zij alleen haar vader,
moeder en Fred vond, die alle drie even vroo-
lijk keken, waarvan Lucie onmiddellijk de oor
zaak 'begreep.
„Al gauw, morgfen reeds, komt Annie hier in
een nieuwe functie in huis, Lucie", zeide haar
vader.
Met uitgestrekte hand liep zij op Fred toe en
omhelsde hein onstuimig.
„Wel gefeliciteerd, broer. Ik dacht vanmiddag
wel, dat dat er achter zat. Nu, het verrast ons
niet. We hadden het onweer allang zieni aan
komen, niet, moeder?"
Zij was druk, sprak haastig, lachte schril,
terwijl haar hart schreide: dit mocht en zij
met DolfMaar dan: wat was zij toch
dwaas Wist zij, dat Dolf van haar hield
„Dank je wel, zus, voor je gelukwensch. 'k
Heb al gehoord, dat jullie er op rekenden, maar
snap er niets van."
„Och, we hebben het al lang gezien. Zelfs
Dolf, die jullie beiden toch zoo goed als nooit
bij elkaar heeft gezien', begreep er alles van.
Volgens Dolf is Annie een schat van een kind.
Nu, dat is niet teveel gezegd. Wat zal zij ge
lukkig zijnZij houdt zooveel van je, Fred,
dat weet ik, al heeft zij het mij nooit gezegd.
Je weet, hoe ik ben. Ik heb wel eens geprobeerd
haar te polsen hoe 'het tussch'en, jullie stond,
maar handig draaide zij er zich altijd uit. Waar
om komt Annie vanavond niet meer. Of ga jij
er heen 7"
„Neen, 'k heb met mevrouw enj Annie afge
sproken, dat ik haar morgenmiddag ophaal. En
Dolf kan natuurlijk ook meekomen, als hij trek
heeft."
„Dolf gaat morgen naar Leiden", zeide Lucie.
„Neen, Maandag."
„Morgen. Hij heeft het me zelf gezegd. Hij
bracht me tot huis."
„Mievrouw en Annie weten niet beter, of hij
gaat Maandag."
„Ja, dat was ook de bedoeling. Maar hij zei
veranderd te zijn van voornemen'."
„Zoo. Dat zal Annie spijten. Zij had hem
zoo gaarne hier gezien."
„Heb je vanmiddag met Dolf Woldinga ge
reden, Lucie
„Ja, vader. Fred en Annie lieten ons in d'en
steek."
„Was het gezellig
„O ja, Dolf is een prettig causeur."
„Hij is een aardige venjt. Met een helderen
kop. Jammer voor den jongen, dat hij niet beter
zien wil. Hij weet toch zoo goed."
„Hij kan niet huichelen, vader", verdedigde
Lucie vol vuur.
„Natuurlijk niet. Dat mag ook niet. Ik waar
deer die eerlijkheid. Maar daarom blijft het
jammer, dat hij in verkeerd vaarwater zit."
Mevrouw Hilderink had, zonder te spreken,
Lucie onopgemerkt zeer opmerkzaam gadege
slagen van het oogenblik af, dat zij het vertrek
was binnengekomen, waarbij zij onmiddellijk had
bespeurd, dat Lucie geschreid had. Er was iets
voorgevallen. Kon het zijn tusschen Dolf en
'haar
De jongeling, over wiën gesproken en gedacht
werd, was, na Lucie verlaten te hebben, niet
onmiddellijk naar huis gegaan, maar de Hoog
straat opgeloopen, waar hij in eem restaurant
een kop koffie dronk en de courant las.
Eerst na een half uur beklom hij den trap op
den Goudschen weg, overtuigd, dat Fred, dien
hij niet had willen ontmoeten- en dien hij bij
moeder en Annie vermoedde, wel vertrokken
zou zijn.
Daarin vergiste hij zich niet. Hij trof alleen
zijn moeder en Annie aan, die toebereidselen
maakten voor het avondmaal.
„Ik heb honger als een paard gekregen",
zeide Dolf. Heb je je geamuseerd, Annie
„O best", lachte zij gelukkig. „Fred bracht me
thuis en heeft even met moeder alleen gepraat."
„En moeder vond het natuurlijk goed. Wel
gelukgewenscht, zusje. Je krijgt een ffinken man
aan Fred. En 't is een heele geruststelling voor
moeder en Frits, dat hij er een van het goede
soort is."
„Dolf
„Stil maar, moeder, 't Is niet zoo erg gemeend.
Ik ben1 met u blij om Annie. Lucie en ik hebben
vanmiddag uitgemaakt, dat die twee voor el
kaar bestemd zijn."
„Hebben jullie dan over Fred en mij ge
praat 7"
„Wat anders Jullie maakten het er naar
Maar 't was niet erg. We begrepen de situatie.
Het heeft me alleen verbaasd, dat de ontknoo
ping niet eerder kwam."
„Had jij dan ook een vermoeden
„Natuurlijk. En moeder ook. En bij de Hilde-
rinks ook allemaal. Je hebt het niet handig1 aan
gelegd, Annie."
„Ik heb niets aangelegd. Ik
„Neen, 't was gekheid, hoor. Maar wij
hebben het toch bespeurd."
A an tafel vroeg Annie Dolf, of hij den vol
genden dag meeging naar de Hilderinks, maar
hij verklaarde, naar Leiden te moeten gaan, en
niet te kunnen wachten tot Maandag. Tegen
spreken baatte niet. Zijn besluit stond vast.
Later op den- avond, even met Annie alleen,
verklaarde hij spontaan. Alle spot was ver-
dwen'en. Annie meende zelfs smart te bespeuren.
„Je verbaast je er over. dat ik morgen ver
trek. Dat heeft een| bedoeling. Maar jij en Fred
staan er buiten hoor. Ik mag jullie allebei graag.
En ik wil later gaarne eens bij jullie logeeren,
mits alle gekibbel vermeden wordt."
„Zoover is het nog lang niet, hoor", lachte
zij. „Maar waarom ga je dan weg, jongen 7
Wat is dat nu weer voor onzin 7"
„Ik moet weg, Annie, spreek er met geen
sterveling over, hoor. Met geen sterveling, versta
je 7 Ook niet met moeder. Maar aan één moet
ik het zeggën. En dat ben jij natuurlijk. Neen,
schrik niet. 'k Heb geen moord gedaan. Maar
ik moet Lucie Hilderink niet meer ontmoeten.
Dat is voor mijn gemoedsrust niet goed. En
misschien voor de hare ook niet."
„Dolf
„Stil. Daar komt moeder. Zwijg, als het graf»
hoor. 't Is ellendig genoeg, dat jullie allemaal
in die verstarde dogma's verward zitten."
HOOFDSTUK IX.
Het mobilisatiebevel.
Als een bal van gloeiend koper stond de zon
eiken dag aan den hemel Wanneer de avond
viel, zonder verkwikking te brengén, dan hing
over de velden- rondom Laarwoud een nevel,
schier van een manshoogte, voorspellend een)
nieuwen, warmen dag.
Dag en nacht stonden de ramen van Woldin
ga's school wijd open, maar geen] zuchtje kwam
naar binnen. Want er was geen aasje wind.
Er werd niet gewerkt van be teekenis op dien
middag van den 31 sten1 Juli 1914. En Woldinga
nam het zijn leerlingen niet kwalijk, dat zij
hangerig en lusteloos waren. Hij zelf was het
ook. Hij was blijde, dat twee dagen later de
groote vacantie zou beginnen. Met die tropische
hitte was het geen leeren. Je stond 's morgens
op en eer je je gcwasschen en gekleed had, had
jc het snikheet.
Hij liet, tegen zijn gewoonte, zijn leerlingen
ten deele aan hun lot over.
I Maar niet alleen van de warmte had hij last.
"Zijn gedachten zwierven ver weg.
Met spanning las hij eiken avond de courant,
die met verontrustende buitemlandsche berichten
kwam. Zeker, bang werden de lezers niet ge
maakt, maar verheeld werd toch niet, dat het
in het buitenland niet zuiver zat.
Wel was er het vorig jaar in Den Haag een
algemeene vredesconferentie gehouden. Wel
stond daar het Vredespaleis, dat dan een sym
bool moest zijn van den wil der volkeTen, om
den oorlog te voorkomen Maar Frits Woldinga
was nuchter genoeg, om te weten, dat de oorlog
niet geheel gebannen worden kon, zoolang de
zonde woelde in het leven van den mensch en
werkte in het leven der volkeren.
Nu al eenige weken gistte het in de buiten-
landsche politiek. Het was begonnen in dat
broeinest, den Balkan, waar reeds meer een
oorlog was ontketend.
In het begin van Juli waren de Oosfenrijksche
troonopvolger en zijn gemalin in Serajewo dood
geschoten. 't Was de daad van een revolutio
nair, zeker. Maar het was ook een beangstigend
symptoon van den Servischen) haat tegen al
wat Oostenrijker was.
Even was de wereld door dien moord opge
schrikt. Maar dan de Balkan was zoo ver
weg. A1 s het een conflict werd zoover was
het nog niet eens dan werd het vanzelf ge-
localiseerd tot Oostenrijk en' Servië; mogelijk
werd nog een andere Balkanstaat er bij be-