Ho6fdydfa,IUtfpijH Htijtihacdt's poeder ïïrfofoestetfery^ F'l bgezondeo Stukken. De strijd op de Kalimarkt ontbrand. Land- en Tuinbouw. gaan, zooals enkele jar'en geleden is geschied. De VOORZITTER: Dat kwam, omdat de Boerenleenbank geen onderpand wilde verstrek ken, welke de Ged. Staten eischen. Dit is ook billijk. De heer NIEUWENHUIJZEN; De eischen kunnen wel te hoog zijn De VOORZITTER: In zulk een overheids bedrijf mogen we wel vertrouwen hebben. Het zal de eischen niet te hoog stellen. Ik heb een absoluut vertrouwen dn dit college. De heer NIEUWENHUIJZEjN blijft er tegen dat het aandeel genomen wordt. De heer NELISSE wijst er op, dat de rënte van de bank meer is dan de gemeente verschul digd is bij het begrafenisfonds. De heer TIJL acht het ook noodig, dat de Bank over gelden beschikt. De VOORZITTER: We moeten deze in stelling blijven steunen, willen we er zaken mee kunnen blijven doen. De gemeenten zijn dat zedelijk verplicht. We willen de Bank steunen. In de toekomst kunnen we er altijd een beroep op blijven doen. De heer VAN ALPHEN wil liever zelfstan dig blijven. We hebben het tot dusver altijd bij particulieren gedaan. We hebben altijd nog geld kunnen leenen. En de gemeente zal ons in de toekomst ook niet beschamen. De VOORZITTER stemt dit toe, maar als het hoogere bedragen gold als b.v. bij de gas fabriek, den Molendijk 7500), het gemeente, huis 13,000), dan zijn onze pogingen om bij particulieren te leenen tevergeefs en moeten wij bij andere instellingen terecht als de Bank van Ned. Gemeenten. De heer TIJL: Er zit dus geen schade in voor de gemeente De VOORZITTER: Neen. De heer NIEUWENHUIJZEN: Laten we aandeelen nemen als er geld is. Bent u zoo zeker van de Bank De VOORZITTER: Wanneer de Bank niet safe was, zou ik het ook niet doen. Het voorstel van B. en W. wordt daarop met de stemmen van de heeren Van Alphen en Nieuwenhuijzen tegen aangenomen. Vervolgens komt de benoeming van een amb. tenaar van den burgerlijken stand aan de orde. De heer Prins heeft dit werk neergelegd weg'ens ziekte. Duurder dan een huishouding Wanneer muizen zich toegang weten te verschaffen tot Uw provisiekast, slinken de voorraden veel sneller dan wanneer een groote familie er van eet. Muizen zijn tevens verspreiders van besmettelijke ziekten, zoodat het niet alleen eigenbelang maar ook een plicht is dit ongedierte te bestrijden. Geen kat of val is in staat vijftig muizen in één nacht te vangen, doch met één doosje Rodent verdelgde de Heer A. te K. in 2 avonden 113 muizen Rodent faalt nimmer; het trekt muizen en ratten onweerstaanbaar aan en reeds het eerste hapje is doodelijk. Koop dus nog heden een enkele doos k 50 ct. of een dub bele doos k 90 ct. en morgen zult U van dit on- Eedierte bevrijd zijn. Imp.: Fa. B. Meindersma, 'en Haag. B46 Op de voordracht is geplaatst de heer G. A., van der Wende en wethouder Breesnee, die' zich echter niet beschikbaar stelt. De heer G. A. van der Wende wordt daarna met algemeene stemmen gekozen. De VOORZITTER deelt daarop mede, dat.' de Kroon het raadsbesluit om het aantal verlofs lokaliteiten op nul te stellen, niet goedkeurt. Dit besluit is te vroeg genomen en kan eersK in 1935 volgens de wet plaats vinden. Spr.- merkt op, dat de eischen voor de verlofslokalen wel zwaarder kunnen worden gesteld. B. en W, stellen voor dezelfde eischen te stellen als aaiV de vergunningslokalen. De heer TIJL vindt het heel goed. Hoe miii^ der hoe liever. De Raad gaat hiermee accoord. Ook enkele financieele regelingen als af- eflr overschrijvingen worden goedgekeurd. Alvorens wordt overgegaan tot behandeling van de schoolgeldreclames in besloten zitting; vraagt de heer TIJL het woord. Spreker vraagt of B. en W. aan de boeren willen vragen zooveel mogelijk werkloozen aait te nemen om het koren te laten snijden tegen het dagloon dat bestaat. De VOORZITTER zegt dit toe. Het vorige jaar is dit ook gebeurd, aldus spr., en het heeft een beetje geholpen. De heer TIJL vraagt of de aansluiting bij de waterleiding verplicht is. Spr. heeft gehoord, dat de termijn 5 jaren is. Enkele menschen van 70 jaar b.v., zijn die verplicht water te be trekken Die willen echter wel 5 jaren wachten. De VOORZITTER licht de zaak toe en wijst er op, dat soepel zal worden opgetreden. Er is een zedelijke verplichting om aan te sluiten. Doet m'en het niet, dan komen de kosten voor de gemeente en dat zal men toch ook niet willen. Weth. VISBEEN. De felste tegenstanders zijn zij, die hun water in den zomer duur laten be talen. De heer VAN ALPHEN: Over 4 jaar zijn de kosten voor henzelf De VOORZITTER: Ja. De heer TIJL vraagt of geen verbetering kan worden aangebracht bij het begraven van het afval. Spr. is er Zondag langs gekomen en daar zag hij weer honden snuffelen en even later e'en been boven halen. De toestand is daar on houdbaar. Kan tegen de slagers niet gezegd worden, dat ze het zelf begraven De VOORZITTER: De slagers hebben alle medewerking beloofd. Ik zal hen echter tot de_ orde roepen als zij hun plicht niet doen. De heer TIJL: Ze sturen een kleine jongen en die doet het niet. De VOORZITTER: Ik kan er toch ook niet den geheelen dag een veldwachter bij zetten. Weth. VISBEEN zegt ook geconstateerd te hebben, dat het vleeschafval slecht begraven werd. Spr. acht het beste wanneer een proces verbaal opgemaakt wordt. De heer TIJL: En anders moeten ze het in hun eig'en' tuintje maar begraven. Dan is het voorgoed afgeloopen. De heer NIEUWENHUIJZEN neemt daarop het woord en deelt mede, dat hij voor de laatste maal een raadsvergadering kan bijwonen, aange zien zijn werkzaamheden hem verplichten naar een andere plaats te verhuizen. Als rasecht Nieu we Tongenaar (spr. is hier geboren en getogen) kan dit vertrek niet van ganscher harte plaats vinden. De plicht roept echter en dan moet men persoonlijke gevoelens opzij zetten. In de eerste plaats dankt hij den Voorzitter hartelijk voor de aangename sam'enwerking, die spr. al tijd van hem heeft mogen ondervinden. Spr. hoopt, dat er steeds een aangename herinnering tusschen den Voorzitter en hem zal blijven be staan. Spr. verheugt er zich over, dat de burge meester thans in de gemeente is komen wonen, waardoor het zoo^noodige contact met de bur gerij verhoogd zal worden. Spr. brengt ook zijn hartelijken dank aan de wethouders en de raads leden. Het spijt hem, dat weth. Prinse niet tegen woordig is en van deze plaats wenscht hij heiti' een spoedig herstel toe. Ook de politie 'en de nachtwacht dankt hij eveneens voor de aange name samenwerking steeds ondervonden. Ook de burgers van Nieuwe Tonge roept hij een har telijk vaarwel toe. Spr. wenscht tenslotte, dat de gemeente onder Gods zegen weer spoedig een t economischen opbloei mag beleven en weer vooruit zal mogen gaan. De VOORZITTER: 't Zij mij vergund U, •mijnheer Nieuwenhuijzen, op deze laatste zitting den dank der gemeente over te brengen voor al hetgeen gij voor haar gedaan hebt. U hebt altijd getracht het goede en het allerbeste te bereiken voor de gemeente. Dat ging alles in de beste gezindheid. Ik hoop, dat het U bij het scheiden van Nieuwe Tonge in de toekomst niet alleen in uw beroepsleven, maar ook in uw gezinsleven voorspoedig zal gaan en dat U steeds 's Heeren nabijheid in ruime mate zult mogen ondervinden. Ook de overige Raadsleden sluiten zich bij het gesprokene gaarne aan. Daarna gaat de Raad over in geheime zit ting. Vergadering van den Raad der gemeente STAD AAN 'T HARINGVLIET op Vrijdag 7 Juli, des voorm. 10,30 uur. Aanwezig alle leden. De Voorzitter, burgemeester Nieborg, opent de vergadering met gebed, waarna de notulen der vorige vergadering worden gelezen en on veranderd vastgesteld. Ingekomen stukken. Een proces-verbaal van kasopneming bij den gemeenteontvanger, waaruit blijkt, dat boeken en kas in orde zijn 'bevonden, in kas was 430,50M. Een rapport van werkzaamheden van den keuringsdienst van waren te Dordrecht over het le kwartaal 1933. Een mededeeling van den Commisaris der Koningin, dat tot lid van de Gezondheidscom missie is herbenoemd L. van der Sluis te Dirksland. Een missive van Ged. Staten ten geleide van de goedgekeurde verordening op de heffing van opcenten op de personeele belasting en van de invordering van genoemde belasting. Een dankbetuiging van den onderwijzer W. Braber voor de hem verleende gratificatie. Een missive van Ged. Staten ten geleide van een goedgekeurde wijziging der gemeentebe- grooting dienst 1933. Het jaarverslag over 1932 van de commissie van toezicht op het lager onderwijs, alsmede een verslag van de commissie tot wering van school verzuim en een mededeeling van het gemeente bestuur van Stellendam, dat tot bestuurslid van de drinkwaterleiding „Goeree en Overflakkee" is benoemd de heer P. Roon. Al deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Tot lid van de commissie van toezicht op het lager onderwijs wordt met algemeene stemmen herbenoemd de heer C. S. Koole, no. 1- van de door voornoemde commissie ingezonden twee tal. Mede was aanbevolen de heer A. A. Hoge- weg. Den Raad wordt aangeboden het verslag der bevindingen 'en handelingen van de Gezondheids commissie te Middelharnis over het jaar 1932, alsmede het verslag over 1932 van den keurings- dienst van waren te Dordrecht. Ingekomen een drietal verzoeken om ontheffing van den aanslag in de hondenbelasting, t.w. M. C. van Biert, J. Joppe en C. Trommel Jzn. Op voorstel van B. en W. wordt besloten geen ontheffing te verleenen. Ingekomen een ontwerp-regeling van Ged. Staten met betrekking tot de bezoldiging van de ambtenaren van den burgerlijken stand, waar bij is bepaald, dat de ambtenaren van den bur gerlijken stand, die tevens het ambt bekleeden van burgemeester, secretaris of ambtenaar ter secretarie, geen bezoldiging genieten, behoudens een yergoeding voor het voltrekken van huwe lijken. Na voorlezing van bedoeld ontwerp wordt besloten mee te deelen, dat tegen deze regeling geen bezwaren bestaan. De rekening van de Gezondheidscommissie dienst 1932 wordt nagezien en in orde bevonden, waarna deze onveranderd wordt goedgekeurd. De begrooting van de Gezondheidscommissie dienst 1934 wordt goedgekeurd. Het aandeel dezer gemeente bedraagt 33,06. Een missive van Ged. Staten houdende mede deeling, dat naar aanleiding van de ingezonden opgaaf ter bekoming van vrijstelling van de vermindering der uitkeering bedoeld bij I wet 18 Maart 1932, Staatsblad 104, aan den Minister van Binnenlandsche Zaken is geadviseerd, deze vermindering voor het uitkeeringsjaar 1933/34 voor deze gemeente achterwege te laten. De gemeente-rekening dienst 1932 wordt den Raad aangeboden en tot leden van de commissie belast met het onderzoek dier rekening benoemd de heeren Braber Bz. en J. Wagner. Plaatsver vangend lid de heer H. Berk. Op een verzoek van Mej. Fr. Donkersloot om ontslag als schoonhoudster gemeentehuis, wordt met algemeene stemmen besloten haar eervol ontslag te verkenen als zoodanig tegen heden. Met ingang van heden wordt benoemd tot schoonhoudster van het gemeentehuis Mej. S. Timmer-Donkersloot met 6 stemmen. Mej. Saar- loos-van Biert verkreeg 1 stem. Aan B. en W. wordt machtiging verkend tot wijziging der begrooting 1932 en 1933. Ook wordt nog voor kennisgeving aange nomen een schrijven van Ged, Staten ten ge leide van de goedgekeurde gemeenterekening dienst 1931. Ingekomen een verzoek van den Ned. Bond van Arbeiders in het Landbouw-, Tuinbouw- en Zuivelbedrijf om alsnog een commissie van werkloozenzorg, ter verkrijging van contact met overheidsorganen, in het leven te roepen. B. en W. stellen voor afwijzend op het ver zoek te beschikken, omdat in de voorvorige ver gadering is besloten geen commissie in te stellen. De heer VAN SPRANG deelt mede, dat toen besloten is, dat de werknemers in werkverschaf fing, zich met klachten kunnen wenden tot B. en W. Wanneer dit zoo is, bestaat er z.i. geen reden op het toen genomen besluit terug te komen. De heer BERK acht het noodzakelijk, dat zulk een commissie bestaat. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van B. en W. Op een verzoek om de regeling van de werk verschaffing zoo te wijzigen, dat personen, die een of twee dagen in het vrije bedrijf hebben gewerkt, niet een dag moeten wachten alvorens bij de werkverschaffing te worden geplaatst, deelt de VOORZITTEfR mede, dat aan deze bezwaren reeds is tegemoet gekomen. De regeling van het werken om de andere week is vastge steld door de Rijksinspectie te Zwijndrecht. In verband hiermede wordt besloten het ver zoek voor kennisgeving aan te nemen. De VOORZITTER deelt verder mede, dat de heer Overwater aan de Rijksinspectie heeft verzocht personen uit omliggende gemeenten aan de verhooging van de kade te werk te stel len, omdat hij het werk gaarne voor 15 Augustus zou afmaken. B. 'eh W. stellen voor den Minister te ver zoeken dit plan niet goed te keuren en het werk te laten uitvoeren door werkloozen uit deze gemeente. Hiertoe wordt met algemeene stemmen be sloten. De heer BERK vraagt of B. en W, nog een steunregeling hebben ontworpen. Al zou de Mi nister deze thans nïet goedkeuren, komt het hem toch gewenscht voor een steunregeling vast te stellen. Deze kan ter goedkeuring worden in gezonden, zoodra de behoefte bestaat. De andere leden achten het niet noodzakelijk nu een steunregeling vast te stellen. De VOORZITTER stelt voor geen steun regeling vast te stellen, zoolang er werkver schaffing is. Hiertoe wordt besloten met 6 tegen 1 stem. Tegen de heer H. Berk. Dan sluiting. bedaart spoedig met een Per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Bij Uw drogist De copie van ingezonden «tukken* die niet ge plaatst zijn, wordt niet teruggegeven. - Buiten verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevers. Stellendam, 8 Juli 1933. Geachte Redactie! Mag ik een kort wederwoord richten tot mijn beide opponenten Bij voorbaat vriendelijk dank. Allereerst de heer Vogelaar. Hij verzoekt, niet meer te schrijven over de schoolpolitiek der A. R. partij te Stellendam. Ik kan dit echter niet beloven. Reeds meerdere malen heb ik gepoogd de kwesties, waarover het verschil tusschen de Hervormde en de Geref. Anti-Re- volutionaren loopt, publiekelijk aan de orde te stellen. Tot mijn spijt wil men daarop maar niet ingaan, omdat het niet in het belang schijnt van de A. R. partij. Ook de heer Autsema verklaart nu, dat hij daarover niet van gedachten wil wisselen. Ik ben zoo vrij, met de heeren van meening te verschillen en geloof, dat het wel degelijk in het belang der partij zou zijn, indien deze zaken eens open en klaar ter tafel kwamen. Dat zou meer bevorderlijk zijn aan opheldering van de atmosfeer dan de wisseling van inge zonden stukken. Wat de financieele kant van de Stellendam sche schoolzaak betreft, de heer V. geloove mij als ik zeg, dat die ook mijn belangstelling heeft. Ik ben immers ook belastingbetaler En boven dien, het gemeentebelang vordert inderdaad, dat wij rekenen met de capaciteit der plaatselijke schatkist. De heer V. gélooft nu, dat bij samen, werking der beide groepen de gemeente goed- kooper uit was geweest. Ik wil dit geval nu eens aanvaarden, hoewel de heer V. evengoed weet als ik, dat daarvan, nog afgezien van andere bezwaren, nooit iets komen kon, gezien de verhouding tusschen de kerkelijke groepen. Wat zouden de financieele gevolgen zijn ge weest voor de gemeente van deze samenwer king De reeds bestaande Chr. School had dan plaats moeten bieden voor ongeveer 180 of meer leerlingen. Dit was slechts mogelijk door ver bouw en nieuwbouw van een tweetal lokalen, hetgeen even duur ware geweest als de nieuwe school, gesteld al dat dit bouwkundig mogelijk was, hetgeen wij ontkennen. De conclusie moet dus zijn, dat de overgang van een 90-tal leer lingen van de Openbare naar de Christelijke School in elk geval een bedrag gekost zou hebben, gelijkstaande met of komende boven het bedrag, dat de nieuwe school heeft gekost. Ik hoop, dat de heer V. daarvan nu overtuigd zal zijn en niet meer zal schermen met dit finan cieele argument, waarvan trouwens de propa gandistische kracht nu wel zoo langzamerhand is uitgewerkt. En nu de heer Autsema. Deze is van meening, dat ak opzettelijk de bespreking op zijpaden heb willen leiden. Ik ontken dit echter ten stelligste. Voorzoover ik andere zaken aanroerde, volgde ik daarbij den heer A. óf meende, dat dit tot goed begrip der situatie noodig was. En indien er bij mij begripsverwarring heerschte, dan moet hij de schuld daarvan bij zichzelf zoeken, want zijn uitdrukkingswijze is in sommige gevallen bepaald raadselachtig. Ook nu trof ik weer enkele tirades aan, die nader commentaar behoeven. Wanneer de heer A. deze in het publiek liever niet geeft, kan ik die misschien wel persoonlijk van hem ontvan gen. Toch zou ik den geachten inzender willen verzoeken, een dergelijke bestrijdingsmethode, waarbij hij niet geheel uit zijn tent te voorschijn komt, voortaan maar achterwege te laten. Dat de heer A. van „Hervormde" zijde blij ken van instemming ontving, verwondert mij niet. Ook zonder dat hij namen noemt, weet ik wel, dat er een soort „Hervormden" zijn, die vlug zijn met het betuigen van adhaesie aan „andersdenkenden" en die altijd weer tegen ons worden uitgespeeld. De heer A. kan er echter verzekerd van zijn, dat de meening dezer men schen voor mij geenerlei waarde heeft. Daartegenover kan ik namen noemen van echte Gereformeerden, die de houding hunner geestverwanten dn de Stellendamsche schoolzaak in scherpe bewoordingen hebben afgekeurd. Maar nu de Scholenbond. De heer A. wil per sé „vereint marschieren" om ook „vereint" te kunnen „schlagen". Ik vermag dit niet te begrij pen van iemand, wiens school ook „getrennt" is. Ik wil er niet breedvoerig op ingaan, maar wensch toch te constateeren, dat eenheid op schoolgebied na de verbreking der kerkelijke eenheid althans in 'Middelharnis tot de onmoge lijkheden behoorde. Ds. Pop, die in 1918 een Schoolvereeniging oprichtte, zag dit ook in en wilde daarom een' Hervormde school stichten, welke hij volgens de Statuten wilde doen aan sluiten bij „Chr. Volksonderwijs". En de poging onder Ds. Alers in 1921, toen men wel eenheid zocht, is zooals men weet op een jammerlijk fiasco uitgeloopen. Ieder begrijpt daarom, dat de eenige kans van slagen was het stichten van een specifiek Hervormde school. Moet dit afzonderlijk optreden der Hervorm den nu voor de anderen een beletsel zijn voor toetreding tot d'en Scholenbond Ik meen van niet. Mijn standpunt is aparte organisatie der Hervormden op allerlei gebied, doch daarna sa menwerking met allen, die een soortgelijk doel nastreven. Daarom werk ik mee aan de stichting van den Scholenbond, hoewel wij evengoed re den zouden hebben, ons afzijdig te houden als de heer Autsema c.s. De tegenwerking, die wij ondervonden hebben, heeft ons ook niet bijzon der enthousiast gemaakt voor samenwerking in één Bond en de heer A. moet daarom niet mee- rien, dat de Hervormden als de motoren dezer actie beschouwd willen worden. Dat zij nu vooraan staan, is uitsluitend het gevolg van de omstandigheid, dat de Gereformeerden op de vergadering in Hellevoetsluis nagenoeg ontbra ken en zij zich niet aan deze zaak wilden ont trekken. Dit zou des te gemakkelijker zijn, daar voor ons ook de mogelijkheid openstaat, aan te sturen op een bond van de 6 Hervormde scho len op ons eiland. Voorshands willen wij, af ziende van allerlei bezwaren, onzen steun geven aan de huidige actie. Ik zal den heer A. niet verder volgen in zijn breedvoerige beschouwingen. Het debat kan ge voeglijk gesloten worden, doch ik wil niet ein digen alvorens te hebben uitgesproken, dat de heer Autsema mij steeds sympathiek is geweest en dat ik stukken als de zijne in de laatste plaats van hem had verwacht. Hij heeft altijd een ro yale houding tegenover ons aangenomen en gaarne breng ik hem b.v. nog hulde voor zijn eerlijk streven bij de verwikkelingen na de wet houder skwestie te Middelharnis in 1931. Mis schien ben ik ook nu wel weer op een zijpaadje, maar dat houde hij mij ten goede Met dank voor de plaatsing, Uw dw. dr., A. VAN ECK, Hoofd Herv. School, Stellendam. INTERESSANTE GEGEVENS OVER DE SPAANSCHE KALI-INDUSTRIE. Een hesparing van ruim een miliioen gulden voor den Nederlandschen landbouw. III. Op het oogenblik is de Explovis in staat ongeveer 2000 ton ruw zout per dag te produ- ceeren, overeenkomende met ongeveer 700'—800 ton geconcentreerd zout van 50—60 P. I. produceert momenteel zonder bezwaar 500600 ton ruw zout per dag. De momenteele totale jaarlijksche productie van de beide Spaan- sche outsiders-mijnen kan dan ook gevoeglijk op 800,000/1,000,000 ton ruw zout berekend wor den. Indien men bedenkt, dat de gemiddelde consumptie hier in Nederland gedurende de laat ste 3 jaren 250,000 ton per jaar heeft bedragen, dan blijkt wel van hoe groote beteekenis deze Spaansche kali-industrie is. Dat het Syndicaat een teruggang van zijn af zet naar Holland juist op het oogenblik aller minst aangenaam is, wordt nog extra gedemon streerd, indien men den achteruitgang in den totalen kali-export van Duitschland in de af geloopen 5 jaren beziet. Ruwe kali-bemestingszouten Jaar 1928 1929 1930 1931 1932 Hoe veeihedea in 1000 ton 1106 1082 995 541 461' Waarde in 1000 R M. 62,875 67,007 60,226 30,790 23,408 Chloorkali, Zwavelzure Kali en Patentkali 1928 438 66,941 1929 466 69,064 1930 482 73,226 1931 355 50,837 1932 223 26,649 Deze bedenkelijke vermindering van de Duit- sche export trekt ook daarom speciaal de aan dacht, omdat nu het Syndicaat den strijdbijl tegen de Spaansche outsiders heeft opgegraven, de binnenkomende bedragen aan kaliuitvoer direct met ruim 20 zullen worden verlaagd, aangenomen althans, dat de omzet van het Syndicaat niet minder is als het vorige jaar, hetwelk, zooals ieder zal begrijpen, aan gereede twijfel onderhevig is. Voorloopig is men met deze, tengevolge van de Spaansche concurrentie sterk verlaagden prijs van 20 slechts einde van de vorige week alleen op de Hollandsche markt verschenen. Zijn wij goed georiënteerd, dan zal echter in den loop van deze week nog blijken, dat men ook op andere markten Engeland, Scandinavië 'en Amerika, den strijd tegen de Spanjaarden door een flinke prijsverlaging zal aanbinden. Het onvermijdelijke gevolg hiervan zal zijn, dat de geheele export-opbrengst van Duitschland zonder meer met 20 zal verminderen, nog afgezien van de automatische vermindering van de export-prijzen in Amerika en elders door de muntdepreciatie veroorzaakt. Indien men verder bedenkt, dat althans hier te lande door deze prijsverlaging speciaal de Spaansche kali-producenten hun omzet zullen zien stijgën, dan treedt daarbij de onprettige situatie van het Syndicaat wel in een zeer somber licht. Dat de Hollandsche boeren, welke deze prijs verlaging, waarop men de laatste jaren, gezien den nood van den landbouw, tevergeefs heeft gewacht, geheel aan de actie van Spanje zullen toeschrijven, is zonder twijfel het geval. Daar komt nog bij, dat er toch reeds een groote verbittering tegenover Duitschland in land- en tuinbouwkringen bestaat, zoodat men veelal in elk geval aan Spaansch zout de voorkeur zal geven, al was het alleen maar om Duitschland te toonen, dat men ook maatregelen van tegen weer bezit. Ook bij toekomstige nieuwe onderhandelingen van landbouwautoriteiten is het feit, dat de Nederlandsche Landbouw haar Kalibehoeften nu desnoods geheel uit Spanje kan betrekken, een sterk wapen om concessies van Duitschland af te dwingen. Al zal dan ook vroeg of laat wel eens een overeenkomst tusschen beide producentengroe- pen tot stand komen, het schijnt echter, dat de Vereenigde Importeurs van Spaansche Kali hun arrangementen zoodanig hebben gemaakt, dat zij voor langere jaren in staat zijn teg'en en zelfs beneden de prijzen van het Syndicaat te blijven verkoopen. Van hoe groot belang het op de markt bren gen van Spaansche kalizout op de Nederland sche Kunstmestmarkt is, bewijst wel het duide lijkst, indien men bedenkt, dat door de thans teweeg gebrachte prijsverlaging de geheele Ne derlandsche Boerenstand reeds meer dan 1 mil iioen gulden per jaar op haar kunstmestbudget uitspaart. Terecht zegt Clinge Doorenbos dan ook 't Is of 't zonnetje der boeren Vroolijker en warmer straalt, Omdat Spanje en niet Duitschland Onze Kaliprijs bepaalt. Wat voor de Nederlandsche export van landbouw- en zuivelproducten ook nog van vrij groot belang is, ds het feit, dat door de kali- leveringfen, welke thans door Spanje aan Holland geschieden, het betalingsverkeer tusschen Spanje en Nederland vergemakelijkt wordt, waarbij, de Viska als tusschenschakel voor dè clearing, den Nederl. Landbouw groote diensten kan bewijzen. Dit is in den export van eieren, welke thans binnen 2/3 weken betaald worden, tegen voor heen binnen 2/a maanden, reeds merkbaar. Zoo kan dan ook gerust gezegd worden In Alva's tijd was niet veel goeds Van Spanje te verwachten Maar n u brengt Spanje onzen grond Door Kali weer op krachten. Sinds ons het Duitsche Syndicaat Niet langer kan bedreigen, Is voortaan al het Kalizout Goedkooper te verkrijgen. De boerenstand kan daar dankbaar voor zijn. Utrecht, 23 Juni 1933. KEURINGSDIENST ZUID HOLLAND (K.Z.H.) BERICHT AAN ZAAITARWETELERS. Ondanks de goede zorgen, welke de kweekers aan hun gewassen besteden ten opzichte van raszuiverheid, komt het herhaaldelijk voor, dat in de nabouw afwijkingen worden geconstateerd. Het vorige jaar moesten verschillende per- ceelen tarwe, waarvoor origineel zaaizaad was gebruikt, worden afgekeurd of konden slechts met de laagste cijfers voor raszuiverheid voor goedkeuring in aanmerking komen. Als afwijkin gen i(i onze Nederlandsche wintertarwerassen kunnen als regel worden beschouwd planten, welke lange smalle al of niet ruim geschakelde aren, baardtarwe, fluweelkaf, roode aren enz. voortbrengen. Smalle en baardkafaren zijn het beste te zien als de tarwe nog groen is, terwijl de fluweelkaf- en roode aren tijdens het rijpen gemakkelijk van de andere te onderkennen zijn. Met de keuringen der tarwe zal binnen eenige dagen worden begonnen. Wij raden onze telers ten sterkste aan, indien zij prijs stellen op goed keuring hunner tarwe üiet hooge cijfers voor raszuiverheid, zoo spoedig mogelijk de tarwe velden te laten opzuiver'en. Hierbij zij er op gewezen, dat de aren van de afwijkende plan ten niet mogen worden afgeknipt, doch de ge heele plant moet worden uitgetrokken. De Hoofdcontroleur v. d. K.Z.H., G. A. VAN DER WAAL. Klaaswaal, 8 Juli 1933. KWADE HARTEN IN ERWTEN. Het zal aan de erwt en verbouwers in Flakkee niet onbekend zijn, dat de Schokkererwten zeer vatbaar zijn voor aantasting door kwade harten of zwarte pitten. Het verschijnsel is van buiten -i, aan de erwten niet waar "te nemen, doch wan neer men de erwten split, merkt men de bruine vlekken op de binnenkant der zaadlobben en soms is ook het jonge kiempje aangetast. Partijen Schokkererwten, welke sterk door kwade harten zijn aangetast, verliezen belangrijk in handels waarde, wanneer zij worden verwerkt tot split- erwten. Bij gebruik voor zaaizaad kan de kiem- kracht er eveneens onder lijden. De holle stand der Schokkers dit jaar kan vrij zeker voor een groot deel worden toege schreven aan het sterk optreden van kwade harten in d'en' oogst van 1932. Aan het Instituut voor Aardappelonderzoek en Microbiologie te Wageningen worden onder zoekingen verricht, teneinde de oorzaak dezer kwaal op te sporen en zoo mogelijk te bestrijden. Teneinde dit onderzoek zoo volledig mogelijk te doen geschieden, is de medewerking der practici ten zeerste gewenscht. Wij zouden wil len nagaan of de tijd van zichten van invloed is op het optreden van kwade harten. Vandaar, dat wij e'en beroep doen op de verbouwers van Schokker erwten in Flakkee hierbij hun mede werking te verleenen, door een gedeelte van hun Schokkers op verschillende tijdstippen, b.v. in 3 keeren, n.l. groen, halfrijp en rijp te zichten en deze partijen bij het oogsten afzonderlijk op te bergen. Indien na het dorschen van elke partij een monster van M a 1 liter aan ons wordt toegezonden, kunnen wij wellicht nagaan of er verschil in aantasting door kwade harten is te constateer'erf. Volledigheidshalve zij er hier nog op gewezen, dat elke proef moet worden genomen op één perceel, waarbij de erwten onder zooveel mogelijk gelijke omstandigheden opgroeien, dus geen proeven nemen door ver schillende perceelen in zijn geheel groen, half rijp en rijp te oogsten, en deze met elkaar ver gelijken. Het groote belang, hetwelk de erwtenverbou wers bij de bestrijding der kwade harten hebben in aanmerking genomen, meen'en wij wel de verwachting te mogen uitspreken, dat velen aan ons hierboven vermeld verzoek gevolg zullen geven. De Hoofdcontroleur v. d. K.Z.H., G. A. VAN DER WAAL. Klaaswaal, 8 Juli 1933;L VLAAMSCHE HUMOR. 't En stond er niet bij, in welk land of stad, doch 't was ergens in een voorname Statie 1) dat men op bijzondere dag'en, evenals in andere groote statie's, dikwijls lang moest staan rotje schuiven, om aan een redskaartje te geraken, daar de Statie-overste er hoegenaamd niet wilde van hooren koepons2) af te leveren daags te voren. Echter meende hij het middel gevonden te hebben, om dergelijke overrompeling te voor komen met vanaf den vorigen dag kaarten te verkoopen om 's anderendaags te mogen voren gaan. Pierken Pielewiet, die met de laatste Sintfen^- dagen3), gelijk alle andere groote menschen, een speelreis4) wilde doen, had zich ook een: dergelijke kaart aangeschaft. Op le Sinxendag komt hij met een geweld de Statie binnen, te weeg rechtstreeks naar het winket5), zonder te letten op al dat volk, welke daar rotte stond te volgen. Doch daar stekt hem een van die wachtende menschen bij de kraag: „Hola, maatje, waar zijt ge teweeg naar toe dan", zegt hij; „gaat ge nekeer properkes6) al achter staan om uwen toer 7) af te wachten lijk al d' ander mensch'en" „Jamaar, mijn braven", zei Pierken, „ik heb mij een kaart gekocht om vóór de andere te mogen gaan". „Dat en kan ons niet schelen", zei den ande ren, „wij hebben hier allemaal alzoo een kaart, want ge weet zeker niet, dat het hier de rotte is, van al degenen, welke een1 kaart hebben, om geen rotte te moeten volgen." Static Stafion; 2) koepon - kaartje; 3) Siaxendagteri Pinksteren; speelreis plezierreis; 5) -winkelt Met; properkes netjes; 7) toer beurt

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1933 | | pagina 2