voor lage i Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden® A - S'dijk morgen >en? r tterdam IN HOC SIGNO VINCES CALVINISME. FEUILLETON -achtige (geheel le~ oie bruine ng, vanaf ai et zulke doen!! No. 3966 ZATERDAG 24 JUNI 1933 48STE JAARGANG EERSTE BLAD. Examen gedaan en niet geslaagd Op den Uitkijk. BRANDING ifl >AT EEN MAALTIJD VANGT. in crisistijd! Jnitt, van de universiteit la vijf jaar proefnemingen let samen te stellen, dat l/orm eenzelfde voedings- lyolledige maaltijd, "van katoenzaad en bevat Jnen. pit tablet werden gevoed, landen een merkbare ver enkel geval had het een vorden opgelost en vol- twee tabletten per dag gelijk staan met drie pkomst het ideale voedsel pn, ontdekkingsreizigers, I voor de burgerbevolking "tte. de autoriteiten zullen kt Baden de schoolkinde- kadtabletten gevoed wor- I regeering vertoont leven- net product, met het oog er koloniale katoenplan- jfessor Schmitt zijn proef- vordt het product reeds Je Chineesche als de Ja- lebben inlichtingen inge- Y •et dan niet Uw Wrigley's. U Jij ondervindingf Wrigley's Kauw- Jw uithoudings- >gen verhoogt, 't houdt den |frisch, leschtden en doet ver heid vergeten. porten: P.K. (zuivere bntsmaak), Spearmint Ikruizemuntsmaak), e l/eO cent. I I 'at heden ge- bereden wordt Itardamnrr». este en gosd- 12,50 - 37,50 en Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGAVE: N.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h. W. BOEKHOVEN <S ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan, Advertentlfin worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. 3stukken voor de Redactie bestemd, Advertenties en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers Het is een opmerkelijk woord uit de Heilige Schrift: „Mijn volk gaat ver loren, omdat het geen kennis heeft." Gebrek aan kennis, beginselkennis, wordt hier als oorzaak van den onder gang des volks genoemd. Wie iets van de gewijde geschiedenis en van de historie der volkeren af weet, beseft de diepe waarheid, die in dit woord besloten ligt. Hadden de Israëlieten maar de juiste kennis en het inzicht gehad van de profetiën, toen Christus onder hen ronwandelde, ze zouden den Vervuiler der wet niet zoo gemakkelijk verwor pen hebben En in onze dagen is het nog precies zoo. Het zijn beginselen, die ons leven en het leven rondom ons in de wereld be- heerschen, beginselen, die uitgedacht en uitgewerkt zijn in de studeerkamer der geleerden en vandaar uit hun weg ge vonden hebben in het leven der wereld en der menschheid. Men zegt, dat onze tijd een afkeer heeft van „ismen" en stelsels en be ginselen, dat de menschheid niet om de gedachte, maar om de daad roept. Inderdaad is het zoo. Maar ook de „daad", waarom men roept, is gestimuleerd door de „gedach te", de gedachte aan den Übermensch, die in de vorige eeuw gepredikt werd, de krachtmensch, die lacht om het zwakke, die geen medelijden kent, maar als de „lachende leeuw" door het woud treedt en alles vertrapt wat hem in den weg komt, zonder genade. Ook hier is de philosofie éér dan de daad geweest. Er is geen levensopenbaring, geen levensactie, geen levensrichting, wan neer er niet eerst een 1 e v e n s b e- vruchting is geweest. Heel het leven wordt beheerscht door beginselen. Dat wordt maar al te weinig begre pen en beseft. Ook in ons eigen Christelijk kamp. Veel wordt aanvaard met enthusias- me, wat vierkant tegen het beleden ei gen beginsel ingaat. Maar men onder kent het niet als een vijandelijke macht, of beter als d e vijandelijke macht. Want in den grond der zaak zijn er toch maar twee beginselen, die het leven beheerschen. De macht uit God en de macht uit Satan. Genade en zonde. Het positieve leven uit God en de dood uit Satan. Dat beheerscht alle le ven op elk terrein. En dagelijks komen we daarmee in aanraking, we staan er midden in, en leven we niet uit het één, dan leven we uit het ander. Dat geldt in ons persoon lijk leven, in onzen arbeid, in ons onder wijs, de wetenschap, de politiek, de kunst, in alles zijn we gebonden in dit alternatief. Daarom is geregelde oriënteering noodzakelijk, we hebben ons reken schap te geven van onze levenshouding, want neutraliteit bestaat er in ons leven niet. We worden door het één of door het ander meegevoerd. Eiken nieuwen dag, die God ons geeft, weer opnieuw. Dat is een benauwende gedachte, voor ieder, die ernst maakt met het leven. Er zijn er geweest, die door deze benauwenis uitgedreven werden tot een leven in afzondering. Maar ook de ascese baat ons niet. Want als wij denken het kwade beginsel te ontvlie den, door wereldverzaking, blijkt ons, dat we die wereld toch meenemen in ons zondig hart, dat immers óók gebon den ligt in den machtstrijd: zonde en genade. Het Calvinisme is het eenige wat ons redden kan. Als we maar weten wat dit levensbe ginsel te zeggen heeft ook voor onzen tijd, zijn we klaar. Dan is er geen ge vaar, dat we onbewust overgeven aan de machtsopenbaring van het anti christelijk beginsel. We zullen dan geen bekoring krijgen voor den geest der eeuw, die zich in de prediking van het geweld manifesteert. Het Calvinisme is een rijkdom veel heerlijker dan menig belijder zelf wel vermoedt. Het Calvinisme ziet alles in de zui vere verhouding, en bewaart derhalve voor uitersten, zooals we die in de wereld elkander telkens weer zien raken. Dat komt omdat het Calvinisme de vicieuze cirkel doorbreekt, waarin de menschheid gebonden ligt, en het ho rizontale vlak der menschelijke dwaas heid, snijden laat door de verticale lijn van Gods wijsheid en genade. Wie Calvinist is, het in merg en been is, met hoofd en hart en ziel Calvinist, heeft het rustpunt gevonden buiten deze wereld, vanwaar uit hij de juiste ver houdingen in deze wereld overzien kan. Hij vergist zich niet in de onderken ning van geestesstroomingen en weet hoe hij er positief tegen te kiezen heeft op elk gebied. Hoe klein ook in getal, is daarom toch juist het Calvinisme de groote stu wende en regenereerende kracht ge weest in Europa, waardoor het Chris tendom tot heden nog behouden bleef. Een groot kenner en belijder van het Calvinisme heeft eens geschreven „Ware het Calvinsme uitgebleven, zoo zou Spanje de Nederlanden overwel digd hebben, de Stuarts zouden in En geland en Schotland meester van het terrein gebleven zijn, in Zwitserland zou de geest der halfheid den triomf hebben behaald, en de levensaanvan- gen van Amerika zouden een_gansch ander karakter gehad hebben. Tenge- i volge hiervan zou het evenwicht tus- schen de Europeesche Staten zich in de 16e en 17e eeuw op geheel andere wijze hebben gevormd, het protestantisme zou zich op staatkundig gebied niet hebben kunnen handhaven; door niets zou de Roomsch-conservatieve macht der Habsburgers, der Bourbons en der Stuarts te stuiten zijn geweest; en van de vrije ontwikkeling der volkeren, ge lijk we die thans in West-Europa en Amerika zagen opkomen, zou kortweg geen sprake zijn geweest. De geschie denis van twee werelddeelen zou een geheel andere, veel donkerder zijn ge weest." Het Calvinisme heeft een geweldige, onverzettelijke kracht. Maar dan moet het ook in ons leven tot vleesch en bloed geworden zijn. Dan moeten we het Calvinisme kennen. Maar zijn we dan ook in het bezit van dezen geestelijken schat, dan heb ben we een ontzaggelijken rijkdom. Intuïtief voelen we dan de levens uitingen aan en weten we ze te waar- deeren naar hun juiste waarde of waar deloosheid. We zien dan, dat zoo waar achtig als elke plant een wortel heeft, onder iedere levensuiting een begin- s e 1 schuilt en de beginselen onderling samenhangen en een moederkiem heb ben in een grondbeginsel. Dan worden wij ook in den chaos van onzen tijd niet meegevoerd, maar staan rotsvast in dit leven, en trekken een spoor door dit leven, anderen en ons zelf ten zegen. Gode tot eere Kennis voldoende, maar te nerveus geweest Waarom niet tijdig Mijnhardt's Zenuwtabletten gebruikt Hierdoor blijft men kalm en helder van geest. Ze zijn verkrijgbaar bij Apoth, en Drogisten in kokers van 75 cent. Een groote K of een kleine k Inderdaad is er meer verschil in dan menig lezer vermoeden zal Tusschen de groote K en de kleine k ligt de brochure van „partijgenoot" Duys, zooals dat in de socialistische terminologie heet. Hij is me anders de „partijgenoot" wel. We weten allemaal wel wat er op 't oogen- blik in de S.D.A.P. gaande is. Rumor in casa •De heer Duys heeft de knuppel in het roode hoenderhok geworpen' en het gekakel is be gonnen. We hebben zijn „stellingen" allemaal wel ge lezen en ik behoef er dus niet veel meer over te zeggen. Maar die groote hoofdletter K en die kleine k zijn toch wel moppig. Zoo men weet is een van de grieven, die de heer Duys tegen zijn partij heeft, dat haar hou ding ten aanzien van ons Vorstenhuis niet goed is. Als staatshoofd behoort volgens den heer Duys onze Vorstin óók door de sociaal-demo cratie geëerd en erkend te worden. En dat deed de SD.A.P. nu juist niet. Integendeel. Dat bleek alleen al wel uit de manier, waar op in de roode pers altijd over de Koningin geschreven werd. Zelfs Haar Huis kon men niet met rust laten. Prins Hendrik werd altijd in geschrift en foto achtervolgd en A. B. K. kon in zijn Oproerige Krabbels over het Vorstenhuis niet zwijgen. Gemeen kon hij uit den hoek komen over onze Prinses en Haar Vader. En wie herinnert zich niet meer de artikels in „Het Volk" toen de Koningin-Moeder eens een gala-diner gaf, waarbij onze Vorstin het woord voerde De laffe, gemëene manier, waar op „Het Volk" toen uitpakte, wekte in heel de pers ergernis. De kleingeestige houding der SD.A.P. bij de opening der Staten-Generaal is alom bekend. En als H. M. de Koningin bij Haar jaarlijksch be zoek aan de Hoofdstad den Raad van Amster dam in audiëntie ontvangt, en Zij den Raad op een soiree noodigt, blijven de sociaal-democraten weg, ook al hebben deze dingen met een demon stratie of manifestatie niets te maken. En toen de waarn. burgemeester van Amster dam bij een jubileum van H. M. de Koningin- Moeder een telegram van hulde zond, was „Het Volk" er als de kippen bij om op te merken, dat dit telegram smakeloos was en in strijd met de waarheid, omdat zeker de helft van de in woners van Amsterdam zich van de „particu liere" aangelegenheden van de Koningin-Moeder niets aantrekt. Zóó was de houding van de roode pers. Ofschoon zij bij de buitenlandsche partijge- nooten Ieeren kon, dat men toch wel goed rood kan wezen, zonder die kleinzielige armelijkheden, waarmee de socialisten zich ten onzent com- promiteeren. Wel gingen er zoo nu en dan stemmen op in eigen kamp, die de partij in dit opzicht op wat-hooger plan wilden brenglen. Zoo b.v. G. van Veen eens, die in verband met die onbeschoftheid der partijpers, zich zeker schaamde en schreef in het tijdschrift „Het i Kind": „Laat het proletariaat de deugd der rid derlijkheid leeren. Dat proletariaat wil immers een nieuwe wereld Wat is een wereld, waarin de elementaire gevoelens van edelmoedigheid ten opzichte van een onkreukbare vrouw geen her berg vinden Dat kan A. B. K. zich voor gezegd houden En Henri Polak heeft ook meer dan eens zijn pratijgenooten wat fatsoen' willen bijbrengen. Alles echter tevergeefs. „Het Volk" bleef Koningin met een kleine k schrijven, er kon geen hoofdletter K af. De lezers mochten de partijleiding eens van roya listische gevoelens gaan verdenken. Maar nu is de hoofdletter K in eens in eere gekomen Partijgenoot Duys heeft het spel blijkbaar gewonnen. „Het Volk" gaat de brochure-Duys te lijf en nu wemelt het plots van hoofdletters K als ze Koningin schrijven. Dat is toch in ieder geval een stap in de goede richting. Maar of er meer van die goede stappen vol den' zullen Ik heb al meer geschreven over de twee slachtige houding der S.D.A.P. in ons land. Marxisme en revisionisme vechten in ons land nog altijd om den voorrang en tot heden heeft men uiterlijk althans de eenheid weten te handhaven. Maar het vorderde wonderlijke evoluties van het partijbestuur, om beide rich tingen tevreden te houden. Het eischte een balanceeren op het slappe koord, waarbij de toeschouwer zoo nu en dan zijn hart vasthield. Het begint er op te lijken, dat nu de een of andere richting den doorslag gevén zal. Mr. Duys wil de revisionistische kant op, dat is duidelijk. Hij wil aansluiting zoeken bij den geest van de buitenlandsche sociaal-democratie en het communistische element in de S.D.A.P. coupeeren. DOOR K. H. MAR1NUSSEN. 5) Zij hadden er nog wat over gepraat en waren beiden tot de conclusie gekomen, dat het beter v/as, niet te solliciteer en. En tóch Frits Woldinga was er onrustig onder. Er waren ©ogenblikken, dat hij dacht: W ik maar geschreven, benige dagen geleden nog was hij zoo in de geweest, dat Lena had gezegd: schrijf dan, 10l%n; als het de weg is, wordt je benoemd. had hij op het punt gestaan, aan haar ^drang gevolg te geven. Maar hij had het tension niet g^aan: het bestuur stond niet vrij; fad ia zekeren zin verplichtingen aan het oeh u* k°°fd, dat de school tot bloei had racht; het zou naar alle waarschijnlijkheid wild niet durven passeeren. En uit gunst Hat niet benoemd worden. 1 er bij gebleven. En Lena had het go a gevonden. Zij wilde wel naar Laarwoud, omcat zi) dan dichter bij de ouderlijke woning was, maar had ook niet het minste bezwaar, "lSfcuFS*bliiven- I.» woldinga had niet geschreven, hoewel hij met zijn bcsjuit (oc!) ejgenlijk ook geen vrede had. In 3eva) zQU hij blij zijn> te ]e2eni aat er in Laarwoud een hoofd was benoemd, zoodat de oorzaak van zijn onrust weg was. De vraag van zija bacj hij dan ook kever met vernomen, daar 2ijn onrust er door terugkeerde. „Mijn vader was drie en vijftig. Zouden zij aan iemand van vijf en twintia benoemen .Vroeg hij. „Waarom niet Ik was zeven en twintig. We moeten allen jong beginnen. Maar ik wil je niet weg hebben, hoor. Ik ben blij, dat je niet hebt gesolliciteerd. Wacht nog enkele jaren, Woldin ga. Er komt nog wel een goede school voor je. En op mijn steun kun je rekenen." ,jEn u wilt mij niet weg hebbenlachte Frits. „Dat is nu het dualisme. Ik wil je graag hou den, maar als je uit eigen beweging solliciteert, zal m'en van mij een advies krijgen dat klinkt als een klok. Eenmaal komt het er toch van. Je bent niet in de wieg gelegd, om je leven lang onderwijzer te blijven. Je behoort aan het hoofd van een school te staan. Ik had werkelijk ge dacht, dat je naar Laarwoud zoudt dingen. Maar nu het niet zoo is, is het mij veel te liever." „Eerlijk gezegd, ik durfde niet, al heb ik er wel sterk aan gedacht en het er niet gemakkelijk onder gehad. Maar ik acht mij te jong, om de plaats van mijn vader behoorlijk te vervullen en ik wil tenslotte ook niet, dat het bestuur mij neemt, omdat ik de zoon van mijn vader ben." „Hm. 't Zijn argumenten, niet geheel van grond ontbloot, maar die toch, naar mijn be scheiden meening, niet den doorslag geven. Had je er met mij over gesproken, ik zou anders geadviseerd hebben. Dat is geen verwijt, hoor. Je bent volkomen vrij man. Tóch heb je een vriend mag feilen toonen, nietwaar een fout. Zelfstandigheid is goed, maar je bent te zelfstandig, Woldinga. Neem me niet kwalijk, dat ik het zeg. Het is voor je eigen bestwil. Je moet in moeilijke gevallen eens iemand raad plegen met meer ervaring. Ik bedoel niet mijzelf. Ik spreek in het algemeen. In d i t geval had je eens met mij moeten spreken. Ik zou gezegd hebben: solliciteer en ik weet zeker, dat je benoemd zoudt zijn. Enfin, je hebt je besluit genomen en het verheugt me, dat je hier blijft." Frits Woldinga was door de opmreking van zijn hoofd volstrekt niet onaangenaam getrof fen. Deze meende het goed met hem. En de jonge onderwijzer had er wel eens last van, dat hij moeilijk iemand om raad vragen kon en gewoon was, zelfstandig te beslissen. „Ik beloof u, als ik met iets moeilijks zit, waarin u mij helpen kunt, dat ik u dan om raad zal vragen," zeide hij. „Ho, ho, begrijp me niet verkeerd. Ik heb niet over mijzelf gesproken. Het is zeer wel mogelijk, dat je niet bij mij, maar bij een ander moet zijn. Ik maakte de opmerking zeer in het algemeen." „Ja, ja, dat begrijp ik zeer goed. Ik hoop die in mijn ooren te knoopen, want ik moet toegeven, dat er waarheid schuilt in uw op merking." „Prachtig. En ga nu maar gauw naar je vrouw. Hoe maakt zij het?" „Heel goed, mijnheer." ,jMooi. Eenerzijds is het een blijde, aan den anderen kant e'en' moeilijke tijd voor haar." Woldinga zag het hoofd der school vragend aan. Deze lachte daarop smakelijk. „Kerel, alle menschen zijn niet als jijDan kwam de wereld niet veel te weten „Maar hoe weet u dan „Heeft mijn vrouw mij verteld. En hoe die het weet Ja, daar zal jouw vrouw wel meer van weten, vermoed ik. Nu, bonjour, Wol dinga." Vroolijk lachend verliet het hoofd der school het lokaal, waarna Frits zich naar huis spoedde. Aan het eind der dorpsstraat, daar waar de hoofdweg zich in tweeën splitste, stond hun klein, maar geriefelijk huisje met een aardigen tuin er voor. „Ons sanatorium", noemde Lena het altijd schertsend. Want als de zon scheen, dan was er den ganschen dag zon, hetzij vóór of achter of op zijde. Het was er ook een ge zellig wonen, want de weg rechts leidde naar het nabijzijnde groote dorp, de weg links voerde naar het spoorwegstation. Sinds jaren was Noordwoude uit haar isolement verlost. In gedachten liep Frits op huis aanmet kracht was, na het gesprek met zijn chef, de onrust weergekeerd. Had hij nu maar met de zen gesproken, dan was het wel tot een solli citatie gekomen. Lena wilde gaarne naar Laar woud. En hij zelf toch ook 't Was toch ver keerd van hem, alles zelf te willen bedisselen. Maar hij kon nóg solliciteerenHij had nog twee dagen alvorens de termijn van in zending gesloten werd. Als hij morgenavond den brief postte, was hij nog op tijd. Hij moest er eens met Lena over praten, hooren, wat die er van zeien dan morgenochtend, des noods vanavond, met het hoofd der school. Maar neen dat was toch ook niet kloek. Hij had nu e'enmaal zijn besluit genomen. Het hoofd was op de hoogte. Het ging nu toch niet aan, als een weerhaan om te draaien Wat was dat? Stond Lena daar in den tuin te wenken 1 Ja zeker. Zou er iets met haar zijn Je kondt nooit weten. Zijn gedachten waren afgeleid. Hij verhaastte zijn schreden, beangst, onrustig, dat zijn vrouw iets ernstig had. Maar neen, toen hij nu naderbij kwam. be speurde hij een opgewekt, frisch gezichtje. En een vroolijke stem riep„Waar blijf je toch jongen Er is een belangrijke brief." „Mijnheer Stevens hield mij op," antwoordde hij, het hekje openend en over het kiezelpad naar de voordeur loopénd, die Lena reeds ge opend had. „Er is een klein briefje van Annie." „Iets ernstigs? Zij heeft pasMaar neen, 't zal wel niet erg zijn, want je kijkt zoo vroo lijk als de morgen, wanneer de zon opkomt. Wat is er, Lena Zij sloot de deur en zeide schelmsch „Geef mij eerst een zoen. Ik heb ook nog rechten, al is er een brief van huis." „Voor straf krijg je er drie," lachte hij ge lukkig, de daad bij het woord voegend. ,,'t Waren er, goed geteld, vier, baasje." „Je bent een plaag, vrouwtje. En wat heb je nu?" „Een lekker kopje thee." „Prachtig, 'k Heb er trek in. Maar je sprak ook van een brief, als ik goed gehoord heb." „Zie je wel, die brief is je meer waard dan een kop thee van je vrouw." „Wie stond er in den tuin, om te vertellen, dat er een brief was?" „Ik geef me gewonnen. Nu, hier is het hoogst belangrijke epistel." Nieuwsgierig opende hij het bekende post papier, beschreven met del bekende, Moeke hand van Annie. Hij nam niet eens de moeite, te gaan zitten. Lena leunde tegen hem aan, om van zijn gezicht de komende verrassing onmiddellijk te kunnen opvangen. Hij las halfluid Lieve Frits 'en Lena, In haast een paar regels. Zooeven was Meule- mans hier. Het speet hem en hij was er ver baasd over, dat Frits niet heeft gesolliciteerd. Uit zijn naam moet ik je schrijven, dat je spoedig solliciteeren moet, als je tenminste idee hebt,v vaders plaats in te nemen. Je zult de meeste kans van alle sollicitanten hebben. Moe der en ik hopen natuurlijk, dat je het doet, maar je moet met je zelf te rade gaan. Hier is alles wel, naar omstandigheden. De harte lijke groeten van moeder. Ik moet namens haar nog zeggen, dat Lena zich goed in acht moet nemen Jullie ANNIE. Lena had de grootste voldoening van haar pogingen, om de verrassing goed op te nemen. De gelaatsuitdrukking van Frits Woldinga was onbetaalbaar. „Lena riep hij, even buiten zichzelf. „Wie had dat kunnen denken, hé Je schrijft toch vanavond zeker nog vroeg zijn vrouw Smet een stralenden blik. N u eerst werd hij gewaar, hoe gaarne Lena naar Laarwoud had willen gaan. Maar zij had zich bescheiden op den achtergrond gehouden en hem niet tot een sollicitatie aangezet. (Wordt vervolgd). itS'H I 11 i

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1933 | | pagina 1