voor
lage
i
Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden®
A
- S'dijk
morgen
>en?
r
tterdam
IN HOC SIGNO VINCES
CALVINISME.
FEUILLETON
-achtige
(geheel le~
oie bruine
ng, vanaf
ai et zulke
doen!!
No. 3966
ZATERDAG 24 JUNI 1933
48STE JAARGANG
EERSTE BLAD.
Examen gedaan
en niet geslaagd
Op den Uitkijk.
BRANDING
ifl
>AT EEN MAALTIJD
VANGT.
in crisistijd!
Jnitt, van de universiteit
la vijf jaar proefnemingen
let samen te stellen, dat
l/orm eenzelfde voedings-
lyolledige maaltijd,
"van katoenzaad en bevat
Jnen.
pit tablet werden gevoed,
landen een merkbare ver
enkel geval had het een
vorden opgelost en vol-
twee tabletten per dag
gelijk staan met drie
pkomst het ideale voedsel
pn, ontdekkingsreizigers,
I voor de burgerbevolking
"tte.
de autoriteiten zullen
kt Baden de schoolkinde-
kadtabletten gevoed wor-
I regeering vertoont leven-
net product, met het oog
er koloniale katoenplan-
jfessor Schmitt zijn proef-
vordt het product reeds
Je Chineesche als de Ja-
lebben inlichtingen inge-
Y
•et dan niet Uw
Wrigley's. U
Jij ondervindingf
Wrigley's Kauw-
Jw uithoudings-
>gen verhoogt,
't houdt den
|frisch, leschtden
en doet ver
heid vergeten.
porten: P.K. (zuivere
bntsmaak), Spearmint
Ikruizemuntsmaak), e
l/eO
cent.
I I
'at heden ge-
bereden wordt
Itardamnrr».
este en gosd-
12,50 - 37,50 en
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGAVE: N.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ
v.h. W. BOEKHOVEN <S ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan,
Advertentlfin worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
3stukken voor de Redactie bestemd,
Advertenties en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
Het is een opmerkelijk woord uit de
Heilige Schrift: „Mijn volk gaat ver
loren, omdat het geen kennis heeft."
Gebrek aan kennis, beginselkennis,
wordt hier als oorzaak van den onder
gang des volks genoemd.
Wie iets van de gewijde geschiedenis
en van de historie der volkeren af
weet, beseft de diepe waarheid, die in
dit woord besloten ligt.
Hadden de Israëlieten maar de juiste
kennis en het inzicht gehad van de
profetiën, toen Christus onder hen
ronwandelde, ze zouden den Vervuiler
der wet niet zoo gemakkelijk verwor
pen hebben
En in onze dagen is het nog precies
zoo.
Het zijn beginselen, die ons leven en
het leven rondom ons in de wereld be-
heerschen, beginselen, die uitgedacht en
uitgewerkt zijn in de studeerkamer der
geleerden en vandaar uit hun weg ge
vonden hebben in het leven der wereld
en der menschheid.
Men zegt, dat onze tijd een afkeer
heeft van „ismen" en stelsels en be
ginselen, dat de menschheid niet om de
gedachte, maar om de daad roept.
Inderdaad is het zoo.
Maar ook de „daad", waarom men
roept, is gestimuleerd door de „gedach
te", de gedachte aan den Übermensch,
die in de vorige eeuw gepredikt werd,
de krachtmensch, die lacht om het
zwakke, die geen medelijden kent, maar
als de „lachende leeuw" door het woud
treedt en alles vertrapt wat hem in den
weg komt, zonder genade.
Ook hier is de philosofie éér dan de
daad geweest.
Er is geen levensopenbaring, geen
levensactie, geen levensrichting, wan
neer er niet eerst een 1 e v e n s b e-
vruchting is geweest.
Heel het leven wordt beheerscht door
beginselen.
Dat wordt maar al te weinig begre
pen en beseft.
Ook in ons eigen Christelijk kamp.
Veel wordt aanvaard met enthusias-
me, wat vierkant tegen het beleden ei
gen beginsel ingaat. Maar men onder
kent het niet als een vijandelijke macht,
of beter als d e vijandelijke macht.
Want in den grond der zaak zijn er
toch maar twee beginselen, die het
leven beheerschen.
De macht uit God en de macht uit
Satan.
Genade en zonde.
Het positieve leven uit God en de
dood uit Satan. Dat beheerscht alle le
ven op elk terrein.
En dagelijks komen we daarmee in
aanraking, we staan er midden in, en
leven we niet uit het één, dan leven we
uit het ander. Dat geldt in ons persoon
lijk leven, in onzen arbeid, in ons onder
wijs, de wetenschap, de politiek, de
kunst, in alles zijn we gebonden in dit
alternatief.
Daarom is geregelde oriënteering
noodzakelijk, we hebben ons reken
schap te geven van onze levenshouding,
want neutraliteit bestaat er in ons leven
niet. We worden door het één of door
het ander meegevoerd. Eiken nieuwen
dag, die God ons geeft, weer opnieuw.
Dat is een benauwende gedachte,
voor ieder, die ernst maakt met het
leven.
Er zijn er geweest, die door deze
benauwenis uitgedreven werden tot een
leven in afzondering. Maar ook de
ascese baat ons niet. Want als wij
denken het kwade beginsel te ontvlie
den, door wereldverzaking, blijkt ons,
dat we die wereld toch meenemen in
ons zondig hart, dat immers óók gebon
den ligt in den machtstrijd: zonde en
genade.
Het Calvinisme is het eenige wat ons
redden kan.
Als we maar weten wat dit levensbe
ginsel te zeggen heeft ook voor onzen
tijd, zijn we klaar. Dan is er geen ge
vaar, dat we onbewust overgeven aan
de machtsopenbaring van het anti
christelijk beginsel. We zullen dan
geen bekoring krijgen voor den geest
der eeuw, die zich in de prediking van
het geweld manifesteert.
Het Calvinisme is een rijkdom veel
heerlijker dan menig belijder zelf wel
vermoedt.
Het Calvinisme ziet alles in de zui
vere verhouding, en bewaart derhalve
voor uitersten, zooals we die in de
wereld elkander telkens weer zien
raken.
Dat komt omdat het Calvinisme de
vicieuze cirkel doorbreekt, waarin de
menschheid gebonden ligt, en het ho
rizontale vlak der menschelijke dwaas
heid, snijden laat door de verticale lijn
van Gods wijsheid en genade.
Wie Calvinist is, het in merg en been
is, met hoofd en hart en ziel Calvinist,
heeft het rustpunt gevonden buiten deze
wereld, vanwaar uit hij de juiste ver
houdingen in deze wereld overzien kan.
Hij vergist zich niet in de onderken
ning van geestesstroomingen en weet
hoe hij er positief tegen te kiezen heeft
op elk gebied.
Hoe klein ook in getal, is daarom
toch juist het Calvinisme de groote stu
wende en regenereerende kracht ge
weest in Europa, waardoor het Chris
tendom tot heden nog behouden bleef.
Een groot kenner en belijder van het
Calvinisme heeft eens geschreven
„Ware het Calvinsme uitgebleven, zoo
zou Spanje de Nederlanden overwel
digd hebben, de Stuarts zouden in En
geland en Schotland meester van het
terrein gebleven zijn, in Zwitserland
zou de geest der halfheid den triomf
hebben behaald, en de levensaanvan-
gen van Amerika zouden een_gansch
ander karakter gehad hebben. Tenge-
i volge hiervan zou het evenwicht tus-
schen de Europeesche Staten zich in de
16e en 17e eeuw op geheel andere wijze
hebben gevormd, het protestantisme
zou zich op staatkundig gebied niet
hebben kunnen handhaven; door niets
zou de Roomsch-conservatieve macht
der Habsburgers, der Bourbons en der
Stuarts te stuiten zijn geweest; en van
de vrije ontwikkeling der volkeren, ge
lijk we die thans in West-Europa en
Amerika zagen opkomen, zou kortweg
geen sprake zijn geweest. De geschie
denis van twee werelddeelen zou een
geheel andere, veel donkerder zijn ge
weest."
Het Calvinisme heeft een geweldige,
onverzettelijke kracht.
Maar dan moet het ook in ons leven
tot vleesch en bloed geworden zijn. Dan
moeten we het Calvinisme kennen.
Maar zijn we dan ook in het bezit
van dezen geestelijken schat, dan heb
ben we een ontzaggelijken rijkdom.
Intuïtief voelen we dan de levens
uitingen aan en weten we ze te waar-
deeren naar hun juiste waarde of waar
deloosheid. We zien dan, dat zoo waar
achtig als elke plant een wortel heeft,
onder iedere levensuiting een begin-
s e 1 schuilt en de beginselen onderling
samenhangen en een moederkiem heb
ben in een grondbeginsel.
Dan worden wij ook in den chaos
van onzen tijd niet meegevoerd, maar
staan rotsvast in dit leven, en trekken
een spoor door dit leven, anderen en
ons zelf ten zegen.
Gode tot eere
Kennis voldoende, maar te nerveus geweest
Waarom niet tijdig Mijnhardt's Zenuwtabletten
gebruikt Hierdoor blijft men kalm en helder
van geest. Ze zijn verkrijgbaar bij Apoth, en
Drogisten in kokers van 75 cent.
Een groote K of een kleine k
Inderdaad is er meer verschil in dan menig
lezer vermoeden zal
Tusschen de groote K en de kleine k ligt de
brochure van „partijgenoot" Duys, zooals dat
in de socialistische terminologie heet.
Hij is me anders de „partijgenoot" wel.
We weten allemaal wel wat er op 't oogen-
blik in de S.D.A.P. gaande is.
Rumor in casa
•De heer Duys heeft de knuppel in het roode
hoenderhok geworpen' en het gekakel is be
gonnen.
We hebben zijn „stellingen" allemaal wel ge
lezen en ik behoef er dus niet veel meer over
te zeggen.
Maar die groote hoofdletter K en die kleine k
zijn toch wel moppig.
Zoo men weet is een van de grieven, die de
heer Duys tegen zijn partij heeft, dat haar hou
ding ten aanzien van ons Vorstenhuis niet goed
is. Als staatshoofd behoort volgens den heer
Duys onze Vorstin óók door de sociaal-demo
cratie geëerd en erkend te worden.
En dat deed de SD.A.P. nu juist niet.
Integendeel.
Dat bleek alleen al wel uit de manier, waar
op in de roode pers altijd over de Koningin
geschreven werd.
Zelfs Haar Huis kon men niet met rust laten.
Prins Hendrik werd altijd in geschrift en foto
achtervolgd en A. B. K. kon in zijn Oproerige
Krabbels over het Vorstenhuis niet zwijgen.
Gemeen kon hij uit den hoek komen over onze
Prinses en Haar Vader.
En wie herinnert zich niet meer de artikels
in „Het Volk" toen de Koningin-Moeder eens
een gala-diner gaf, waarbij onze Vorstin het
woord voerde De laffe, gemëene manier, waar
op „Het Volk" toen uitpakte, wekte in heel de
pers ergernis.
De kleingeestige houding der SD.A.P. bij de
opening der Staten-Generaal is alom bekend. En
als H. M. de Koningin bij Haar jaarlijksch be
zoek aan de Hoofdstad den Raad van Amster
dam in audiëntie ontvangt, en Zij den Raad op
een soiree noodigt, blijven de sociaal-democraten
weg, ook al hebben deze dingen met een demon
stratie of manifestatie niets te maken.
En toen de waarn. burgemeester van Amster
dam bij een jubileum van H. M. de Koningin-
Moeder een telegram van hulde zond, was „Het
Volk" er als de kippen bij om op te merken,
dat dit telegram smakeloos was en in strijd met
de waarheid, omdat zeker de helft van de in
woners van Amsterdam zich van de „particu
liere" aangelegenheden van de Koningin-Moeder
niets aantrekt.
Zóó was de houding van de roode pers.
Ofschoon zij bij de buitenlandsche partijge-
nooten Ieeren kon, dat men toch wel goed rood
kan wezen, zonder die kleinzielige armelijkheden,
waarmee de socialisten zich ten onzent com-
promiteeren.
Wel gingen er zoo nu en dan stemmen op
in eigen kamp, die de partij in dit opzicht op
wat-hooger plan wilden brenglen.
Zoo b.v. G. van Veen eens, die in verband
met die onbeschoftheid der partijpers, zich zeker
schaamde en schreef in het tijdschrift „Het
i Kind": „Laat het proletariaat de deugd der rid
derlijkheid leeren. Dat proletariaat wil immers
een nieuwe wereld Wat is een wereld, waarin
de elementaire gevoelens van edelmoedigheid ten
opzichte van een onkreukbare vrouw geen her
berg vinden
Dat kan A. B. K. zich voor gezegd houden
En Henri Polak heeft ook meer dan eens zijn
pratijgenooten wat fatsoen' willen bijbrengen.
Alles echter tevergeefs.
„Het Volk" bleef Koningin met een kleine k
schrijven, er kon geen hoofdletter K af. De
lezers mochten de partijleiding eens van roya
listische gevoelens gaan verdenken.
Maar nu is de hoofdletter K in eens in eere
gekomen
Partijgenoot Duys heeft het spel blijkbaar
gewonnen.
„Het Volk" gaat de brochure-Duys te lijf en
nu wemelt het plots van hoofdletters K als ze
Koningin schrijven.
Dat is toch in ieder geval een stap in de
goede richting.
Maar of er meer van die goede stappen vol
den' zullen
Ik heb al meer geschreven over de twee
slachtige houding der S.D.A.P. in ons land.
Marxisme en revisionisme vechten in ons land
nog altijd om den voorrang en tot heden heeft
men uiterlijk althans de eenheid weten te
handhaven. Maar het vorderde wonderlijke
evoluties van het partijbestuur, om beide rich
tingen tevreden te houden. Het eischte een
balanceeren op het slappe koord, waarbij de
toeschouwer zoo nu en dan zijn hart vasthield.
Het begint er op te lijken, dat nu de een of
andere richting den doorslag gevén zal.
Mr. Duys wil de revisionistische kant op, dat
is duidelijk. Hij wil aansluiting zoeken bij den
geest van de buitenlandsche sociaal-democratie
en het communistische element in de S.D.A.P.
coupeeren.
DOOR
K. H. MAR1NUSSEN.
5)
Zij hadden er nog wat over gepraat en waren
beiden tot de conclusie gekomen, dat het beter
v/as, niet te solliciteer en.
En tóch Frits Woldinga was er onrustig
onder. Er waren ©ogenblikken, dat hij dacht:
W ik maar geschreven,
benige dagen geleden nog was hij zoo in de
geweest, dat Lena had gezegd: schrijf dan,
10l%n; als het de weg is, wordt je benoemd.
had hij op het punt gestaan, aan haar
^drang gevolg te geven. Maar hij had het
tension niet g^aan: het bestuur stond niet vrij;
fad ia zekeren zin verplichtingen aan het
oeh u* k°°fd, dat de school tot bloei had
racht; het zou naar alle waarschijnlijkheid
wild niet durven passeeren. En uit gunst
Hat niet benoemd worden.
1 er bij gebleven. En Lena had het
go a gevonden. Zij wilde wel naar Laarwoud,
omcat zi) dan dichter bij de ouderlijke woning
was, maar had ook niet het minste bezwaar,
"lSfcuFS*bliiven-
I.» woldinga had niet geschreven, hoewel
hij met zijn bcsjuit (oc!) ejgenlijk ook geen
vrede had. In 3eva) zQU hij blij zijn> te ]e2eni
aat er in Laarwoud een hoofd was benoemd,
zoodat de oorzaak van zijn onrust weg was.
De vraag van zija bacj hij dan ook
kever met vernomen, daar 2ijn onrust er door
terugkeerde.
„Mijn vader was drie en vijftig. Zouden zij
aan iemand van vijf en twintia benoemen
.Vroeg hij.
„Waarom niet Ik was zeven en twintig. We
moeten allen jong beginnen. Maar ik wil je niet
weg hebben, hoor. Ik ben blij, dat je niet hebt
gesolliciteerd. Wacht nog enkele jaren, Woldin
ga. Er komt nog wel een goede school voor je.
En op mijn steun kun je rekenen."
,jEn u wilt mij niet weg hebbenlachte
Frits.
„Dat is nu het dualisme. Ik wil je graag hou
den, maar als je uit eigen beweging solliciteert,
zal m'en van mij een advies krijgen dat klinkt
als een klok. Eenmaal komt het er toch van.
Je bent niet in de wieg gelegd, om je leven lang
onderwijzer te blijven. Je behoort aan het hoofd
van een school te staan. Ik had werkelijk ge
dacht, dat je naar Laarwoud zoudt dingen. Maar
nu het niet zoo is, is het mij veel te liever."
„Eerlijk gezegd, ik durfde niet, al heb ik er
wel sterk aan gedacht en het er niet gemakkelijk
onder gehad. Maar ik acht mij te jong, om de
plaats van mijn vader behoorlijk te vervullen
en ik wil tenslotte ook niet, dat het bestuur mij
neemt, omdat ik de zoon van mijn vader ben."
„Hm. 't Zijn argumenten, niet geheel van
grond ontbloot, maar die toch, naar mijn be
scheiden meening, niet den doorslag geven. Had
je er met mij over gesproken, ik zou anders
geadviseerd hebben. Dat is geen verwijt, hoor.
Je bent volkomen vrij man. Tóch heb je een
vriend mag feilen toonen, nietwaar een
fout. Zelfstandigheid is goed, maar je bent te
zelfstandig, Woldinga. Neem me niet kwalijk,
dat ik het zeg. Het is voor je eigen bestwil.
Je moet in moeilijke gevallen eens iemand raad
plegen met meer ervaring. Ik bedoel niet mijzelf.
Ik spreek in het algemeen. In d i t geval had
je eens met mij moeten spreken. Ik zou gezegd
hebben: solliciteer en ik weet zeker, dat je
benoemd zoudt zijn. Enfin, je hebt je besluit
genomen en het verheugt me, dat je hier blijft."
Frits Woldinga was door de opmreking van
zijn hoofd volstrekt niet onaangenaam getrof
fen. Deze meende het goed met hem. En
de jonge onderwijzer had er wel eens last van,
dat hij moeilijk iemand om raad vragen kon
en gewoon was, zelfstandig te beslissen.
„Ik beloof u, als ik met iets moeilijks zit,
waarin u mij helpen kunt, dat ik u dan om raad
zal vragen," zeide hij.
„Ho, ho, begrijp me niet verkeerd. Ik heb
niet over mijzelf gesproken. Het is zeer wel
mogelijk, dat je niet bij mij, maar bij een ander
moet zijn. Ik maakte de opmerking zeer in het
algemeen."
„Ja, ja, dat begrijp ik zeer goed. Ik hoop
die in mijn ooren te knoopen, want ik moet
toegeven, dat er waarheid schuilt in uw op
merking."
„Prachtig. En ga nu maar gauw naar je
vrouw. Hoe maakt zij het?"
„Heel goed, mijnheer."
,jMooi. Eenerzijds is het een blijde, aan den
anderen kant e'en' moeilijke tijd voor haar."
Woldinga zag het hoofd der school vragend
aan. Deze lachte daarop smakelijk.
„Kerel, alle menschen zijn niet als jijDan
kwam de wereld niet veel te weten
„Maar hoe weet u dan
„Heeft mijn vrouw mij verteld. En hoe die
het weet Ja, daar zal jouw vrouw wel meer
van weten, vermoed ik. Nu, bonjour, Wol
dinga."
Vroolijk lachend verliet het hoofd der school
het lokaal, waarna Frits zich naar huis spoedde.
Aan het eind der dorpsstraat, daar waar de
hoofdweg zich in tweeën splitste, stond hun
klein, maar geriefelijk huisje met een aardigen
tuin er voor. „Ons sanatorium", noemde Lena
het altijd schertsend. Want als de zon scheen,
dan was er den ganschen dag zon, hetzij vóór
of achter of op zijde. Het was er ook een ge
zellig wonen, want de weg rechts leidde naar
het nabijzijnde groote dorp, de weg links voerde
naar het spoorwegstation. Sinds jaren was
Noordwoude uit haar isolement verlost.
In gedachten liep Frits op huis aanmet
kracht was, na het gesprek met zijn chef, de
onrust weergekeerd. Had hij nu maar met de
zen gesproken, dan was het wel tot een solli
citatie gekomen. Lena wilde gaarne naar Laar
woud. En hij zelf toch ook 't Was toch ver
keerd van hem, alles zelf te willen bedisselen.
Maar hij kon nóg solliciteerenHij had
nog twee dagen alvorens de termijn van in
zending gesloten werd. Als hij morgenavond
den brief postte, was hij nog op tijd. Hij moest
er eens met Lena over praten, hooren, wat
die er van zeien dan morgenochtend, des
noods vanavond, met het hoofd der school.
Maar neen dat was toch ook niet kloek.
Hij had nu e'enmaal zijn besluit genomen. Het
hoofd was op de hoogte. Het ging nu toch niet
aan, als een weerhaan om te draaien
Wat was dat? Stond Lena daar in den tuin
te wenken 1 Ja zeker. Zou er iets met haar
zijn Je kondt nooit weten.
Zijn gedachten waren afgeleid. Hij verhaastte
zijn schreden, beangst, onrustig, dat zijn vrouw
iets ernstig had.
Maar neen, toen hij nu naderbij kwam. be
speurde hij een opgewekt, frisch gezichtje. En
een vroolijke stem riep„Waar blijf je toch
jongen Er is een belangrijke brief."
„Mijnheer Stevens hield mij op," antwoordde
hij, het hekje openend en over het kiezelpad
naar de voordeur loopénd, die Lena reeds ge
opend had.
„Er is een klein briefje van Annie."
„Iets ernstigs? Zij heeft pasMaar neen,
't zal wel niet erg zijn, want je kijkt zoo vroo
lijk als de morgen, wanneer de zon opkomt.
Wat is er, Lena
Zij sloot de deur en zeide schelmsch „Geef
mij eerst een zoen. Ik heb ook nog rechten,
al is er een brief van huis."
„Voor straf krijg je er drie," lachte hij ge
lukkig, de daad bij het woord voegend.
,,'t Waren er, goed geteld, vier, baasje."
„Je bent een plaag, vrouwtje. En wat heb
je nu?"
„Een lekker kopje thee."
„Prachtig, 'k Heb er trek in. Maar je sprak
ook van een brief, als ik goed gehoord heb."
„Zie je wel, die brief is je meer waard dan
een kop thee van je vrouw."
„Wie stond er in den tuin, om te vertellen,
dat er een brief was?"
„Ik geef me gewonnen. Nu, hier is het hoogst
belangrijke epistel."
Nieuwsgierig opende hij het bekende post
papier, beschreven met del bekende, Moeke
hand van Annie. Hij nam niet eens de moeite,
te gaan zitten. Lena leunde tegen hem aan,
om van zijn gezicht de komende verrassing
onmiddellijk te kunnen opvangen.
Hij las halfluid
Lieve Frits 'en Lena,
In haast een paar regels. Zooeven was Meule-
mans hier. Het speet hem en hij was er ver
baasd over, dat Frits niet heeft gesolliciteerd.
Uit zijn naam moet ik je schrijven, dat je
spoedig solliciteeren moet, als je tenminste idee
hebt,v vaders plaats in te nemen. Je zult de
meeste kans van alle sollicitanten hebben. Moe
der en ik hopen natuurlijk, dat je het doet,
maar je moet met je zelf te rade gaan. Hier
is alles wel, naar omstandigheden. De harte
lijke groeten van moeder. Ik moet namens haar
nog zeggen, dat Lena zich goed in acht moet
nemen
Jullie ANNIE.
Lena had de grootste voldoening van haar
pogingen, om de verrassing goed op te nemen.
De gelaatsuitdrukking van Frits Woldinga was
onbetaalbaar.
„Lena riep hij, even buiten zichzelf.
„Wie had dat kunnen denken, hé Je schrijft
toch vanavond zeker nog vroeg zijn vrouw
Smet een stralenden blik.
N u eerst werd hij gewaar, hoe gaarne Lena
naar Laarwoud had willen gaan. Maar zij had
zich bescheiden op den achtergrond gehouden
en hem niet tot een sollicitatie aangezet.
(Wordt vervolgd).
itS'H
I
11
i