11 B I SPRUTO H ft Bevestiging en intrede Ds. J. D. KLEIJNE te Ooltgensplaat. Bevestiger Ds. J. Fokkema van Amstelveen. Groote belangstelling. Zomer- sproeier Plaatselijk Nieuws. I L Zondag was het voor de Ned. Herv. Gem. van Ooltgensplaat een bijzonderen kerkdag: de bevestiging en de intrede van Ds. J. D. Kleijne. Des morgens vond de bevestiging plaats. Het kerkgebouw was tot op de laatste plaats bezet. Banken en stoelen moesten in de paden neergezet worden om alle belangstellenden een zitplaats te bezorgen. Velen moesten zich nog met een staanplaats vergenoegen. Onder het zingen van Ps. 75 1 en 4 door de gemeente schreden Ds. J. Fokkema van Am stelveen, de bevestiger, en Ds. Kleijne met den Kerkeraad het kerkgebouw binnen. De voorlezer las Handelingen 26 12 tot en met 23. Na het uitspreken van het gebed richtte Ds. Fokkema zich tot de gemeente. Gemeente van Ooltgensplaat, aldus spr., als Ghristus opgestaan is, geldt de boodschap aan de discipelen: Gaat haastelijk henen naar Gali- lea. Daar zult gij Hem zien. Zoo had de Engel getuigt aan het ledige graf. Op dit bevel zijn de discipelen heengegaan naar den berg, waar Jezus hen bescheiden had. ,,Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde". Hij, die dit zeggen kon, heeft dit bevel gegeven. Zoo kon alleen spreken Jezus Christus, de Koning der Koningen, de Heere der Heeren. Die macht doet de gemeente van alle eeuwen voor Hem buigen. Door die macht roept een Thomas het uit: „Mijn Heere en mijn God vraagt een Paulus, verblind door het licht van den Hemel: „Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal Door dat machtwoord moet de duisternis wijken en wordt den volken de lichte last van Jezus' juk opgelegd. Door dat machtwoord doet de Apostel Paulus voor koning Agrippa een kloeke belijdenis, wijst hij op de waarachtigheid van Jezus' woord. De waarachtigheid van dat woord, aldus richt te spr. zich tot Ds. Kleijne, hetwelk gij, geliefde broeder van Ooltgensplaat, hebt te verkondigen. Dat woord spreekt van vloek en genade, duis ternis en licht. Het moet u gemeente tot dankbaarheid stem men, dat u in deni' langen tijd, dat ge herderloos waart, thans weer een dienaar in Ds. Kleijne moogt begroeten, die u het Woord der waarheid weer zal prediken. Het is een opdracht, die hij gekregen heeft van zijn hemelschen Vader, zooals Paulus die eveneens gekregen heeft. Die opdracht van Paulus willen wij dezen morgen bezien in Han delingen 26 18 „Om hunne oogen te openen en hen te be- keer'eri van de duisternis tot het licht, en van de macht des Satans tot God, opdat zij ver geving der zonde ontvangen en een erfdeel on der de geheiligden door het geloof in mij. Spreker gaf daarbij aan de volgende punten, die hem daarbij tot leidraad zouden zijn. Ie. welke inhoud heeft deze opdracht 2e. welk doel heeft deze opdracht Paulus was gevankelijk naar Cesarea gevoerd door de Joden, die hem er van beschuldigd' een E|fezer en ook Grieken in den Tempel te hebben gebracht en daardoor de heilige plaats ontheiligd had. Uit de beschuldigingen van de Joden en het verhoor van Paulus kon Festus echter geen misdrijf tegen' den Staat construeeren. Een staats- misdrijf had hij niet begaan en hij zou Paulus vrijgelaten hebben, ware het niet, dat Paulus zich op den Keizer beroepen had. Festus zat er mee. Een aanklacht tegen hem formuleeren was hem onmogelijk. Agrippa, die op de hoogte was met den Joodschen godsdienst, kon hem helpen Hij had er verstand van Het verhoor, dat Paulus in tegenwoordigheid van Agrippa en diens vrouw Bernice onderging, bracht hem geen echter geen stap verder. Paulus wilde niets anders dan de oogen der heidenen openen!. Mikt Paulus daarin niet te hoog Is dit niet een toeëigenen van hetgeen God de Heere in de toekomst heeft verborgen Neen Alleen de Heilige Geest verricht dit wonder. De Heilige Geest doet het, maar aan den anderen kant bindt Hij zich aan het Woord. Alleen de prediking heeft uitwerking door Gods verborgen werkingen. Gods Geest maakt de prediking des Woords levendig. Vergeet nooit, gemeente, dat de Hei lige Geest en zichzelf en een Christen bindt aan dat Woord. Door dat Woord brandt de Heilige Geest de zonden uit de harten en door dat Woord schenkt Hij, dat de genade met steeds voller teugen gedronken wordt. Nooit mag het accent ten koste van den an der worden gelegd. Gij kunt er rekening mee houden bij de prediking van Uw dienaar straks. De Heilige Geest gaat niet buiten zijn woor den om. „Om ons te keeren van de duisternis tot het licht." Genade moet vruchten voortbrengen en naar buiten ontplooien. Men kan geen vriend van Christus zijn zonder een vijand van den Satan te zijn. Hij, wiens oogen geopend worden, ziet de duisternis waarin hij ronddoolt en tegelijk het licht der waarheid: Jezus. Al deze weldaden komen in ons 'bezit door het geloof in Christus. Spr. verzocht daarop te zingen Ps. 119 vers 65 en 47. Vervolgens wees spr. op het doel van de opdracht: om de gemeente des Heeren uit Joden en Heidenen bijeen te brengen. Deze schoone taak, aldus richtte spr. zich tot den nieuwen predikant, is ook aan u, geliefde broeder, opgedragen. Hoewel geen apostelen hebben de predikanten ook deze opdracht. „Mij is alle macht", heeft Christus gezegd. Daarom mogen wij de uitkomst in Zijn hand leggen. Het bezit van Woord en Geest eischt van ons, dat we ons nooit het Evangelie van Chris tus zullen' schamen. Hoe staat gij allen persoonlijk tegenover dit alles Is Jezus ook uw Heiland? Wij weten, dat het bedenken des vleesches vijandschap is. Vergeving van zonden zult ook gij noodig hebben. Wilt daarom aan uw ellen- digen toestand ontdekt worden, ook straks door de prediking van uw eigen Dienaar des Woords. Leer vluchten tot Hem eer het te laat is Het is nu nog de tijd der genade. Jezus wil ook uw Heiland zijn. Laat droefenis in uw hart post vatten om al uw zonde en schuld. Het leven uit God kan nooit omkomen. Beproeving maakt het leven dieper van hen, die in Jezus Christus vergeving der zonden ontvangen' hebben. In dien zin zal uw nieuwe leeraar het woord der genade bedienen. 1 Velen gaan naar de (kerk om critiek te leveren op den dominé, en laten zich zoo den zegen van de prediking afnemen. De gemeente heeft slechts één ding te doen: zij moet den predikant volbiddenWanneer gé dat doet, zal hij zich „leeg" preeken voor u. Ge moet in hem zien een middel om u te brengen dé heerlijkheid van het Evangelie. In hoop van harte, zegt spr. tot Ds. Kleijne, dat ge nooit anders zult 'brengen dan een rijken Christus voor een armen zondaar. Moge ook deze gemeente door uw prediking geheiligd en gesterkt worden, opdat ook hare léden zullen ontvangen „een erfdeel onder de geheiligden, door het geloof in Mij." Allen, kerkeraad en leden, hebben zulk een zeer verantwoordelijke roeping. De Heere heeft ons zoo lang laten wachten op e'en eigen Dienaar des Woords. Hebben wij het ook verdiend Thans hebt gij een dienaar des Woords, die u den vollen rijkdom zal prediken van Gods erbarmen. Komt daarom allen onder zijn gehoor, opdat hij die ook aan u kwijt kan. L Vergeet nooit, dat deze predikant gekomen is met een gezin en dat ge dus ook zijn lieve vrouw hebt te gedenken in den gebede, opdat zij allen in den Naam des Heeren tot grooten *Zegen voor u werkzaam zullen mogen zijn, aldus gesloot Ds. Fokkema predikatie. 3 Daarna volgde de eigenlijke plechtigheid en las de bevestiger het formulier tot bevestiging van de Dienaars des Woords. Ds. Kleijne antwoordde op de hem gestelde vragen „Ja, ik van ganscher harte". De gemeente zong hem daarop toe Ps. 119 vers 33. Nadat Ds. Fokkema voorgegaan was in dankgebed en de gemeente tot slotzang Ps. 146: 6 gezon gen had, verliet de gemeente diep onder den in druk na den zegen van Ds. Fokkema te hebben ontvangen, het kerkgebouw. Des middags hield Ds. Kleijne zijn intree-pre- dikatie. Het kerkgebouw was nog voller dan 's morgens. Ook uit de omliggende gemeenten waren belangstellenden aanwezig. Onder de aanwezigen merkten wij o.a. op Burgemeester Donkersloot, Ds. Verkerk van Oude Tonge, Ds. Polhuijs van Stad aan 't Ha ringvliet, Ds. Bouw van Melissant, den heer Vetter en dén heer v. d. Boogert uit Sommelsdijk. Op voorstel van ouderling Korteweg zong de gemeente Ps. 84 1 en 3, onderwijl beklom Ds. Kleijne voor de eerste maal den kansel. Nadat gelezen was Jesaja 40 1 en 2 begon de pas bevestigde predikant zijn predikatie. Het is heden! de eerste maal, aldus spr., dat ik als uw herder en leeraar op dezen kansel mag staan en u voor mij zie in de bediening des Woords. Wij zijn elkander nog heelemaal vreemd. Gij weet niet wat ge aan mij hebt en ik niet wat aan u. Dat maakt de toe komst nieuw en het begin vaak moeilijk. Deze tweede intrede is heel anders getint dan de intrede in mijn eerste gemeente. Toen was er geen gemeente, die ik achterliet, toen waren er geen banden, die losgemaakt werden. Het oog was uitsluitend op de toekomst gericht. Wat zou het ons brengen Vele zegeningen) Gods mochten wij genieten, veel men'schen waren daar met wie wij lief en leed hebben gedeeld. Zou er veel zegen op het Woord geweest zijn? Ik geloof, aldus spr., dat iedere predikant wenschte, dat er meer vreugde van zijn predikatie gezien mocht worden. We moeten dat echter aan God overlaten. Wij hadden niet het voornemen om zoo spoe dig onze eerste gemeente vaarwel te zeggen Ten eerste omdat het ons niet goed leek kort in een eerste gemeente te zijn en ten tweede omdat wij het daar goed hadden. Wij mensdien moeten echter onze plannen nog wel eens veranderen. Wij moeten afhanke lijkheid van God leeren. Het beroep van de gemeente Ooltgensplaat liet mij niet los. Het gevolg daarvan is, dat ik als voor Gods aangezicht u hier tezamen mag ontmoeten. Gij allen zult met zeer gemengde gevoelens in de ziel zijn opgekomen. Ejr zullen' ei* zijn, die louter uit nieuwsgierigheid hierheen gekomen zijn. Toch geloof ik, dat deze dag voor het mee levende deel der gemeente een dag van blijd schap is. Er is dankbaarheid jegens God, dat de nu reeds jaren vacante plaats weer ver vuld is. Voor mij is het een dag van grooten ernst, als ik zoo de groote schare om mij zie, die wel grooter zal zijn dan gewoonlijk. Ik hoop, dat in de toekomst vele leden van onze eigen gemeente behoefte zullen gevoelen om op den rustdag op te komen om te hooren naar 't woord van leven en dood. Deze ure is voor mij als een bevel Gods t „Geef gij hen ,te eten En de kreet ontsnapt mijn hartwij hebben geen voedsel. Wilt Gijzelf de hongerige zielen laven en verkwikken. Het is voor mij vandaag een dag van hoogen ernst en het valt mij niet gemakkelijk, om zoo kort na het ernstige woord van den bevestiger in den morgen van dezén dag, het woord te voeren. In deze oogenblikken gevoelen wij wel in het bijzonder de onbekwaamheid om onze taak te vervullen. Een dienaar des Woords is niet altijd gelijk gestemd. En ook voor hen gelden de bezwaren, die Mozes had. Wij kunnen er iets van verstaan, dat Mozes z'n handen afwerend ophiefhij had een zware tong. In deze oogenblikken kunnen wij beter dan ooit verstaan Heere ik bén nog jong en ik kan niet spreken En zijn ook wij geen menschen van onreine lippen Dan kan het niet andersdan zijn wij aange wezen op de kracht des Allerhoogsten, willen we onze taak naar den eisch volbrengen. Onze onbekwaamheid mag geen reden zijn om te zwijgen. Ook thans geldt nog het bevel van Christus op den Hemelvaartsdag gegeven aan zijn jongeren Gij zult Mijne getuigen zijn Onze onbekwaamheid mag nooit zijn een ver ontschuldiging, dat wij het spreken zouden na laten. Het evangelie der genade ds nog altijd geble ken een middel te zijn om zondaren te brengen tot Gods wonderbaar licht. Een stamelenden Mozes maakt God tot een vooraanstaand profeet. Zoo ook een Elia, die Hij maakt tot een ijzeren muur en die Hij aan vuurt met kolen vuurs van het hemelsche al taar. Nog steeds wil Hij Zijn kracht in onze zwakheid volbrengen. Moge dit, ook zoo zijn in de toekomst bij de bediening des Woords en ook hedenmiddag. Spr. koos tot tekst 1 Tim. 1: 14 met weglating van de laatste woorden „Dit is een getrouw woord, en alle aanne ming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is, om de zondaren zalig te maken. Spr. handelde hierover aan de hand van de volgende punten le. een getrouw woord2e. een eenvoudig woord3e. een ontdekkend woord en 4e een vertroostend woord. Alvorens daartoe over te gaan, liet spr. de gemeente zingenPs. 111 2, 5 en 6. Het gansche Woord, aldus spreker, is voor den mensch. Heilige verbazing grijpt ons aan als we dat bemerken. Hij gaf Zijn Woord aan zondige menschenkinderen, opdat de eenige naam ter zaligheid gegeven, uitgedragen zou worden. Wanneer wij enkel mogen steunen op dat Goddelijk Woord zullen wij het meest vrijstaan tegen elke schakeering of richting. Het zal ook in deze gemeente wel zoo zijn, dat wat de een te licht vindt de ander te zwaar is. Ook in Ghristus' gemeente is de Satan aan het woeden en heersoht zijn principe verdeel en heersch. Hoe komt dat Omdat wij ons niet houden aan de richtlijnen van Gods gansche Woord. Door al die scheuring versplinteren wij onze krachten. Het ligt niet op mijn weg om u betreffende mijn predikaties veel te beloven, want dan kon het wel eens tegenvallen!. Toch wil ik den wenseh uitspreken, dat God mijn prediking mocht zegenen. Dat Woord van God is een lamp voor den voet en een licht op ons pad. De Dienaar des Woords vindt daar juist de vastigheid van zijn woord. Dat is het wat Paulus aan Timotheus wil te kennen geven. Getrouw is het Woord. Dat is de troost in al het wankele van deze wereld. Toen Paulus zijn brief aan Timotheus schreef was hij een oud man. Wat er echter ook met hem is geschied, hij heeft steeds dien trouw van God ondervonden. Een getrouw Woord Dit is een eigenaardige uitdrukking. Hoe kan een woord getrouw zijnOnder de menschen legt een woord geen gewicht meer in de schaal. In onze dagen mocht veel beloofd worden, nooit worden de woorden in daden omgezet Het vertrouwen in woorden is verloren. Be drogen is de wereld uitgekomen met de woorden der menschen aan aardsche of aan eeuwige verwachtingen. Het woord van den mensch blijft wankel. De mensch zelf heeft niet de macht om zijn woord getrouw te maken. Het woord van Paulus is echter Gods Woord. Dat is een woord van den Onveranderlijken Qod. Wanneer dit Woord zoo getrouw is, zou den we het dan veronachtzamen Van nature staan we er zoo tegenover, dat we liever lui steren naar het woord van menschen, omdat het Evangelie niet naar den mensch is. Zoolang ons hart naar de wereld uitgaat, zal ons oor gestopt blijven voor dat Gods woord. Zelfs wanneer de genade werkzaam is ook dan nog is er vaak twijfel aan de getrouw heid van het Woord. iDe staat der bekommernis, de twijfel en de vrees is wel te verklaren maar niet te recht vaardigen. De groote schat van Christus' wel daden kan niet omvat worden. Alle twijfel is echter zonde. De vraag rijstmoeten wij deze menschen hard aanvatten Is het goed ze aan hun lot over te laten en alleen maar tegen hen zeggen je moet gelooven Dat zou precies eender zijn of men tegen een zieke zeiWordt beter De apostel doet niet anders dan de blijde boodschap verkondigen, dat Jezus gekomen is om zondaren zalig te maken. Die prediking hebben wij telkens zoo noodig. Wat ik u, aldus spr., prediken zal, zal niet iets nieuws zijn. Gij weet het alles reeds lang. Maar indien uw hart dorstig is zullen de oude waarheden volkomen nieuw aandoen onder de erking van Gods Geest. De eenvoud van het evangelie zal een rijkdom blijken te bevatten, omdat ons getuigt van de liefde van Christus. Dat is de blijde boodschap. Is dat geen getrouw maar ook een eenvoudig woord Velen meenen hun woorden op de kansel met allerlei onmo gelijkheden en diepzinnigheden te moeten omhan gen of het te versieren met menschelijke wijsheid of liever dwaasheid. Velen haalden hun schouders op voor den géniaardigen eenvoudigen „timmermanszoon uit Nazareth" .terwijl ze geboeid werden door Zijn machtige woorden. Hij wandelde en sprak in zulk een eenvoud, dat slechts het oog des geloofs hem kon zien, zoo komt ook het Woord, dat Hem tot ons brengt De meest ongeletterde kan het verstaan. Nie mand behoeft teleurgesteld te worden om te weten te komen om getroost te kunnen leven en eenmaal zalig te sterven. Wij zijn dikwijls niet in staat om den eenvoud van het Woord te vatten. Daartoe is noodig e'en wedergeboren, nederig hart. Ghristus is in de wereld gekomenl om te strijden voor de eere Gods en Gods recht. In de eerste plaats is dus noodig dat wij Ghristus zullen kennen, want juist door de zaliging van den zondaar treedt de eere Gods aan den dag. Spr, verzocht alvorens de andere punten van zijn predikatie af te handelen de gemeente te zingen Ps. 89 vers 1 en 7. Dat Woord, aldus spr., is ook een ontdekkend Woord. Het laat ons zien dat wij voor God zondaren zijn. Hier stuit het Evangelie op groote moeilijkhe den. Wij willen] wel zondaars heeten maar neit zijn. Vaak is het niet meer dan een lippen-getuigenis. Er zijn nog zooveel menschen slechter dan wij, wier kleed er nog haveloozer uitziet. Met het verstand belijden maakt het hart nog niet klein en verbroken. Wanneer men den hooghartigen farizieër op den man af gevraagd had of hij zondaar was, dan had hij het niet geloochend, intusschen dankte hij echter, dat hij nog niet zoo slecht was als een ander. I'k wilde, aldus spr., niet gaarne in hoogmoe dige nederigheid tot u komen en daarom heb ik van mijn tekst afgelaten de woorden: „waarvan ik de grootste ben". Er moet e'eni ommekeer bij ons komen, de farizeeër moet in ons weg. Gij wilt in de Kerk de waarheid hooren Kom dan getrouw op Dat Woord zal u ont dekken. Jezus is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren was. Als wij dat weten, dan gaan wij gevoelen welke troost er in ligt voor hen, die zich in den spiegel van Gods wet als zondaar hebben leeren kennen. Voor hen is het Evangelie een blijde bood schap. Heerlijk is het, geméenite, om dit te mogen prediken. Er zijn predikanten, die enkel ellende prediken; sommigen! hebben de hand er van daarin te graaien. Dat is echter niet naar het Woord. Wij willen verlossing prediken en zondaren J bij Christus brengen. Er is zaliging en genezing van de kwalen, die den mensch in den natuur lijken' en eeuwigen dood sleepen. Het werk van Christus is volkomen. Het maakt den mensch gelukkig, het maakt van de kinderen des boozen erfgenamen des Vaders, van verworpenen erfgenamen in het Rijk Gods, van vijanden Gods beminden des Heeren Paulus noemt zich een voorbeeld van ge nade. Voor ieder zondaar, hoe groot ook, heeft Christus de macht om te redden. Iedere schuld is door Christus verzoend. Heeft Paulus teveel gezegd als hij spreekt van een woord, aller aannneming waardigi Maar dan zullen we leege handen moeten hebben. Dan moeten we van onszelf arm en- ellendig zijn. Wij prediken niet enkel voor onbekeerd en, noch enkel voor bekommerden, noch enkel voor Gods kinderen. Wij prediken, dat God u allen komt aanbieden het evangelie der genade. Gods hand is geopend. Hij komt met zijn schatten en noodigt alle ein den der aarde om tot Hem te komen en door Hem behouden te worden. Is dit woord van Paulus geen vol 'en getrouw woord, geen eenvoudig woord voor het hart, geen ontdekkend woord, waardoor wij onze zonden duidelijk zien Dan kan het niet anders of dit woord moet voor u ook vertroosting bevatten, omdat het de blijde boodschap brengt. Voor spr. eindigde wilde hij in het bijzonder enkele personen bedanken, Spr. dankte allereerst zijn vriend en beves tiger Ds. Fokkema voor de woorden, die hij des morgens tot hem had gesproken. De band der vriendschap en der geestelijke saamhoorigheid, aldus spr., is op dezen dag ongetwijfeld weer hersteld. Hoewel wij ver van elkanders zullen leven, zal dit in de toekomst geen tekort aan medeleven tengevolge hebben. Uw arbeid in Amstelveen, vlak onder den rook van Amster dam met zijn vele verleidingen, zal ongetwijfeld moeilijkheden opleveren. God de Heere stelle U tot een Jeremia, tot een ijzeren muur en geve U te ervaren, dat het Evangelie een kracht Gods is tot zaligheid. De Almachtige zij U en de Uwen gunstig nabij Spr. richtte zich vervolgens tot den consulent van Ooltgensplaat, Ds. J. Polhuijs van Stad aan 't Haringvliet, en dankte dezen voor al het geen hij voor de Ned. Herv. Gem. te Ooltgens plaat gedaan had en voor de hulp, die hij aan spr. bij het beroep naar deze gemeente had willen verkenen. Spr. wenscht hem Gods on- misbaren zegen toe. Vervolgens sprak Ds. Kleijne woorden van dank tot den heer Vetter, godsdienstonderwijzer in de Langstraat, mede namens den Kerkeraad. Zoo aan den buitenkant, aldus spr., hebt gij veel werk verricht, waarop men zoo op 't eerste gezicht geen erg heeft. Gij zijt tot grooten steun geweest. Moge Gods zegen op uw arbeid rusten Spr. hoopte, dat hij steeds met den heer Vetter aangenaam en in vriendschap samen mocht werken. Spr, dankte daarop den Kerkeraad en het Kiescollege voor het vertrouwen in hem gesteld met hem naar deze gemeente te roepen. Laat het tusschen ons niet bij woorden blijven. Het is voor een predikant van zeer groot belang welke Kerkeraad hij heeft. In mijn eerste gemeente, aldus spr., was er steeds een hartelijke samen werking. Spr. hoopte, dat het ook hier zoo zal zijn. Eensgezindheid is in dezen tijd noodzake lijk ten aanzien van de geestelijke belangen van deze gemeente. De eere van den Koning der Kerk sta bij al uw werk voorop. Spr. wendde zich vervolgens tot het college van Kerkvoogden en Notabelen, dat bij de over komst van spr. en zijn gezin zoo welwillend was geweest. Allerlei werkzaamheden en ver beteringen zijn aangebracht, die wij niet hadden durven verwachten en waardoor wij ten zeerste verrast warenMoge onze verhouding steeds een aangename blijven. Ik hoop, dat God u bij voortduur wegen en middelen zal doen vinden om in de stoffelijke belangen van de gemeente te voorzien. Zonder anderen tekort te doen, dank ik spe ciaal broeder Korteweg, die ons in de dagen van de verhuizing zooveel hulp heeft bewezen. We hebben hem en zijn vrouw de laatste dagen •heel wat drukte bezorgd. Geen moeite scheen hem blijkbaar te veel. Onzen hartelijken dank daarvoor van mijn vrouw en van mij. Ook den Burgemeester sprak Ds. Kleijne toe. Edelachtbare Heer Burgemeester, hoofd der burgerlijke gemeenteDeze tijden zijn er in velerlei opzicht ontzaglijk moeilijk, aldus spr, Moge de Heere uw verstand verlichten en U wijsheid en kracht schenken en bovenal een voorzichtig beleid. Hij geve u al wat gij noodig hebt voor U en Uw gezin. Spr. sprak tenslotte de hoop uit, dat overal waar zij elkander zouden ontmoeten, er een goede verstandhouding zal zijn. Voorts sprak spr. toe den koster, den organist en helper, de collectanten en den kerkeknecht. Ik hoop, aldus spr., dat we op een prettige wijze mogen samenwerken tot welslagen van de gods dienstoefening eri dat gij loon moogt ontvangen naar arbeid. Het zou teveel zijn om verder de besturen van scholen en andere corporaties afzonderlijk toe te spreken, zoo vervolgde spr. Alles wat dienen kan tot uitbouw van Gods Koninkrijk heeft mijn volle belangstelling. Hij sterke u allen en bekwame u Ook zijn ringcollega's werden verwelkomd. Ds. Verkerk kende hij reeds uit zijn vorigen werkkring en met Ds. Bouw mocht spr. samen studeeren. Wie had dat kunnen denken, dat ik U op dit eiland de hand zou mogen drukken, aldus tot Ds. Bouw. Tenslotte richtte spr. zich tot de gemeente. Ontvang mij als een diensknecht des Heeren. Van buitennissigheden houd ik niet. Het ligt in mijn bedoeling U den vollen raad Gods te ver kondigen. Daar is genade voor noodig. Moge ik de kracht ontvangen van mijn ambt naar eisch te vervullen, opdat ik die getrouwheid moge ontvangen om onbekeerden te wijzen op den weg des verderfs, maar ook om de treurenden en moeden te vertroosten in Sion Moge de Heere ons werk alzoo zegenen tot verheerlijking van Zijn Naam en tot uitbreiding van Zijn Koninkrijk. Na gebed verzocht Ds. Kleijne de gemeente te zingen Ps. 103 2. Daarna werd hij door verschillende personen verwelkomd in zijn nieuwe werk. De oudste ouderling, de heer D. Korteweg, wilde den dominé van deze plaats een hartelijk welkom toeroepen. We zijn verblijd na zooveel inspanning U te mogen begroeten als onzen her der en leeraar. Wij 'bidden U toe, dat uw komst sta in de gunste des Heeren. Dat u en uw gezin in onze gebeden herdacht mogen worden en dat gij in liefde 'en opgewektheid Uw arbeid moogt verrichten. Dat het moge strekken tot eer en verheerlijking van Gods grooten Naam en tot heil van ons aller zielen zaligheid. De heer Vetter nam daarop het woord. Wij hebben gehoord, aldus spr., toen gij den her dersstaf opnaamt, dat gij dien niet ging ver sleren met stof, maar met een eenvoudig en waar getuigenis. Wij zijn blijde, dat gij zoo onomwonden mocht spreken over Christus, den eerstgeborene uit de dooden, die het licht in de duisternis heeft ontstoken. Niet alleen dit is een wonderlijke zaak. Deze Zondag zelf heeft ook een bijzonderheid, immers vandaag is het weezenzondag. Na jaren mochten wij op dezen dag weer een eigen herder begroeten. Dat Christus gekomen is om zondaars zalig te maken, is een ontdek kend woord. I'k hoop, dat Uwe prediking door Qod gezegend mag worden. Ik ben ook geroepen om een gedeelte van den wijngaard te mogen bearbeiden. Ik hoop, dat het zal gaan in goede harmonie, opdat het de gemeente verkondigd worde, dat wij niet mete en misschien, maar met de zekere wetenschap kunnen ontslapen, dat Christus de Zaligmaker is, die ons inbrengen zal in het eeuwig Jeruzalem. De Heere geve U licht en sterkte en bijzonder in deze groote gemeente. Dit schenke de Heere uit vrije genade om Jezus' wil. Burgemeester Dondersloot gevoelde ook be hoefte om den predikant een hartelijk welkom toe te roepen. Wij zijn grootelijks verblijd, aldus spr. Op ons eiland hebben wij behoefte aan dienaren des Woords. De gemeente was langen tijd herderloos. En omdat wij op denzelfden grondslag van Gods Woorod staan, is er ook in ons hart groote blijdschap, dat U zich hier gevestigd hebt. Waar dit noodig ds, zult gij van het gemeentebestuur alle hulp ondervinden. Ik beveel mij in Uwe vriendschap aan. Uw werk is eeuwigheidswerk. 'Moge God Uw werk zege nen en moge onze samenwerking hartelijk zijn. Tenslotte nam Ds. J. Polhuijs van Stad aan 't Haringvliet, de consulent, het woord, die be gon met te zeggen, dat hij blijde was met de blijden. Wanneer de blijden ons niet sympathiek zijn, dan valt dat niet mee. Deze gemeente is mij echter altijd sympathiek geweest en daarom kan ik vandaag blij zijn. Deze groote schare is blij, Ds. Kleijne is blij, dat hij hier zijn intrede heeft gedaan en dat God hem geen belemmeringen in den weg heeft gelegd. Bij som mige menschen is de waardeering voor predi kanten sterk gedaald. Een langen tijd van vaca ture is voor hen een goed tegenwicht. Spr. wees op den laatsten herder dezer gemeente, die een leVen van angst en kommer met zijn vrouw en kinderen heeft gehad. Laat de blijdschap nooit ons de ernst van het leven benemen en ook eens aan hem denken. Ds. Kleijne, ik wensch U van harte geluk met dezen schoonen dag. Korten tiid ben ik hier consulent geweest en ik heet U hartelijk welkom in de classis Som melsdijk. Ook namens de collega's in onzen ring roep ik U een hartelijk welkom toe. Te recht heeft de Burgemeester er op gewezen, dat het hoog noodig is, dat er op ons eiland pre dikanten bij kom'en. Tenslotte wil ik eindigen met vast te houden, hetgeen gij zoo straks tot mij hebt gezegdLaat onze verhouding van vriendschappelijken aard zijn. Wij zullen elkan* der niet vaak ontmoeten. De afstanden op het eiland hebben schuld daaraan. De weinige kee ren, dat wij elkander zullen ontmoeten, laten die dienen tot verhooging van ons levensgeluk en onze levensblijheid Ik hoop, dat God den arbeid zal zegenen in Ooltgensplaat. Voorts, j dat het met liw vrouw en kinderen goed zal gaan. Gods zegen moge naar lichaam en ziel in ruime mate Uw deel zijn Spr. verzocht daar op de gemeente haar predikant toe te zingen het bekende vers uit Ps. 134: „Dat 's Heeren zegen op U daal". Ds. Kleijne dankte voor al de vriendelijke woorden, die tot hem gericht zijn. Ik hoop, aldus spr., dat ik met den heer Vetter en den Kerke raad samen zal mogen werken onder den zegen des Heeren en dat waarheid bij ons mag worden: Waar liefde woont gebiedt de Heer Zijn zegen! Ook den Burgemeester dankte spr. voor de vriendelijke woorden tot hem gesproken, daar bij de hoop uitsprekend, dat zij vrienden zouden worden. Ook den consulent dank ik hartelijk, aldus spr., voor zijn welkomstwoorden. Er is, aldus spr., een tijd van gaan en komen. Dat brengt mede, dat er naast e'en bewustzijn van droeflieid, dat het afscheid van een eerste ge meente, die voor een predikant een bijzonder aureool houdt, nalaat, ook vreugde in zijn hart is voor zijn nieuwe taak. Tenslotte ging de gemeente, na den zegen van haar predikant te hebben ontvangen, uiteen. Velen maakten van de gelegenheid tot het verwelkomen van den predikant gebruik om hem de hand te gaan drukken. Buiten was het zonneschijn. Ook de natuur kwam overeen met de gedachten, die in het hart van de Hervormde gemeente in Ooltgensplaat leefden f ling hebb'eri zich als werl 20 landarbeiders, 5 lette kers, 3 boekbinders, 1 ma lieden, 1 schilder, 1 ban 1 kabelmonteur, 1 borsteln 1 chauffeur, 9 transport visschers. Totaal 64 pers Zr. M. Zuydijk de Kon. Wilhelmina-Kwe vrouwen te Heerlen voo verpleging. In de sloot gered brugge is, op den Lan{ nacht bij den proeftuin i komen. Drie mannen hie wal. - f Morden hoopt Mé van Iz. Hartog (onze o dag te herdenken, dat zij bereikt van 93 jaar. f Loop der bevolk IngekomenW. J. v; drecht, J. B. F. van D Th. de Waal uit Den B uit Rotterdam, J. van d Haringvliet. Vertrokken: Stijntje v oTnge, Cornelis Koster P van Wijk naar De Stad aan 't Haringvliet, jerdam, A. A. A. van V J. M. van der Valk naa naar Boschkapeilt, J. va venhage, L. P. Smit nz Overdorp naar Amsterd< Apeldoorn, J. Visser n Holleman naar Stad aa verdwijnen spoei' door een pot Bij alle drogisten.; SOMMELSDIJK. Tegen een persoon, ver blijvende in deze gemeente, is proces-verbaal opgemaakt wegens overtreding van de Arbeids wet 1919. - Bij het verrichten van zijne werkzaamheden aan de vernieuwing van den Provincialen weg SommelsdijkNieuwe Tonge had een werkman het ongeluk met een staaldraad een dusdanigën klap tegen een zijner beenen te krijgen, dat ge neeskundige hulp onmiddellijk moest worden ingeroepen. Deze constateerde een beenbreuk. Bij den agent der Arbeidsbemiddeling de zer gemeente stonden vorige week ingeschreven 17 landarbeiders, 1 timmerman, 4 transportar beiders, 1 machinist groote vaart en 1 land bouwersknecht. Als werkloos stonden 1.1. Zater dag daarvan ingeschreven 18 personen. MIDDELHARNS. Onze dorpsgenoot W. C. Fun is bij het gehouden examen te Rotterdam geslaagd voor typograaf. -Aan de Kaai zijn aangebracht en per scheepsgelegenheid verzonden 1200 HL. aard- p pel en. Op de j.l. Vrijdag gehouden veiling zijn de eerste aardbeien aangevoerd van den kou den grond. Het zoontje van den heer C. Koote had het ongeluk met zijn hand bekneld te raken, waarbij hij ernstig verwond werd. Door mej. J. Kats is een woonhuis, dat gebouwd wordt aan het Marietjespad, onders hands aangekocht van den heer D. van der Waal. Bij den oprit aan het Zandpad bij de fa. Gebr. Buijsse, botsten twee ijswagens tegen elkander. E|en der wagens van J. Troost viel om en veel van den inhoud ging verloren, wat een heele schadepost voor hem is. Vorige week had in de Schoolstraat alhier een aanrijding plaats tusschen e'en auto, be stuurd door den heer Van Paaschen Jr., waarin zich verder nog drie personen bevonden, en een rijwiel waarop was gezeten mej. v. d. Slik uit Sommelsdijk, die mej. v. d. Kooij uit Middel- harnis achterop had zitten. Van de nieuwe fiets van mej. v. d'. S. bleef weinig goeds pver. Verder kwamen beiden metd en schrik vrij. De autobesuurder zou op den hoek bij den drukker C. van Dongen geen signaal hebben ere oe ven Bij'den correspondent der Arbeidsbemldde- DEN BOMMEL. V deze 'haven vervoerd: In de afgeloopen ag'en't der arbeidsbemid< geschreven, daarvan w I bij de gemeentelijke we Naar wij van beti is de alhier gestationne K. van Hermon in verl| heden te IJmuiden naa cheerd. In de op 24 dezer gadering van aandeelh weegbrug no. 1 werd loopen jaar 10 div Donderdagmiddag den Schaapsweg, toe kwam te vallen, even aankwam. De chauffeu v men vlak bij de dames werd voorkomen. Dot auto van de "Wed. va de autobus reed, had zien, zoodat de auto botste. Aan de auto we aangericht, aan de bu gelukken kwamen wor OOLTGEN SPL AA' varen met een roeibo werden beschadigd, is proces-verbaal opgem. Door den kant verbaal opgemaakt te zake het rijden middt rechts houden op den Zaterdagavond had de voetballer v^d. waardoor zijn pols ont nog drie kinderen doe Allen moesten zich d verbinden. OUDE TONGE. meldden zich bij den ling als werkloos aan hf/ - ouwknecht, 1 trans] genoemde week 67 schaffing werden te Loop der bevoll Ingekomen: Cornelis Ne eitje Noteboom u M. A. van Vliet uit 1 dorp uit Doetinchem. Vertrokken: Adr. C me! Maria H. v. d, Jacomijntje v. d. Lin De navolgende Vrijdag 26 Mei gehoi tot gezworenen Polder Noordland van Vugt; polder F de heer D. J. Brees heer C. Z. van Loon D. Vogelaar. De op Zaterda korf bal wed strijd tuss O.R." uit Dirkslanc overwinning voor „E Tijdens het v< Beijer een trap tegen genoemd lichaamsdet Rijksveldwachter JbriJ leende eerste hulp. OPENING Zaterdagavond plaats van het zwen „Zwemlust aan den Te ruim 6 uur v muziekvereeniging van het plein der_( naar het terrein, te voet en per het terrein stonden gesteld, waarvan e twee cluhvlaggen in op met gouden let! een gladde spiegel lustigen tot een' b? De voorzitter, d spreekgestoelte en Dames en heere] zwemvereen. „Zwe dat ons eigen zwe opend verklaard k voorz. van „Zwe: woorden onze zwej den. Namens het harte welkom, in '1 Heer Burgemeestei toen we hem vroe^ woordig 'te willen z te willen verrichte stemde, waardoor hebben voor de meente. Wij, als telijk voor. Dan nc nen van en buitei een renteloos voor| bijzonder wellkom,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1933 | | pagina 2