EIBSTE AOBES ER'S MB EU- WÜGLEY voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. TUKKEN, :er®nd cachet Antirevolutionair Orgaan Boerenleenbank zaaanandei. eis. IN HOC SIGNO VINCES RS. BOER _verk@og >stuums op eliers ver» rijn ®d Costuum :eKte, dat is sft maandag en urijdagauond van 8-8uur HeiiMUMeii JOH. LEUNE, No. 3959 WOENSDAG 31 MEI 1933 lijsten is en blijft van foto's en plaatwerk Onze Engelsche Baby's 40 ets ische Steenhouwerij Brieven uit Amerika. Jaarvergadering Landbouwonderwijs. eter goedkooper dkoo^er BOERENLEENBANK »OBDDOSP.« De bank leen* gelden aan leden tegen s'l®ars- Zij neemt gelden op te. §eP, -> PC* s jaars ook van niet.leden. Voorschotten kunnen dagelijks wor« den aangevraagd bij een der leden van net bestuur. Kantooruren: 8 en 22 Juni des n.m. van 6-8 uur. ten huize van den Kassier, VAN OOSTENBRUGGE .miOOELHARniS SOmfflELSDfJIT De bank leent gelden aan leden tegen 4.5 pCt. 's-jaars. Ze neemt gelden op tegen 3.36 pCt. 's-jaars, ook van niet leden. Voorschotten kunnen dagelijks aangevraagd worden bij een der leden van het bestuur. Gelegenheid tot inbreng en terugbetaling van gelden eiken ten huize van den kassier D.JflPPfC/. SOMMELSD1JK. LAAT UW VEE MARKTEN EN TAXEEREN DOOR EEN BEËED1GD MAKELAAR VOOR TAXATIE EN E E COMMISSIE VAN V L L IS UW ADRES L. Goedegebuur J*. BEËED1GD VEEMAKELAAR Station Ouddorp Tel. 28 Voor alle Zaadontsmettingen „CE RES AN" Verder alle ONTSMETTINGS. en SPROEI.ARTIKELEN. Telef. 162, KRALINGEN - DIRKSLAND. Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1»— bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h. W. BOEKHOVEN <S ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 PoBtbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Alle stukke sa vcor de Dedactle bestemd. Advert eatlS® en verdere Adara iaistratie traaeo tee te senden aam de Uitgevers ijk 175 - Rotterdam M 16 TELER. 11005 en 11946 ONTSLAG WEGENS REVOLUTIONAIRE GEZINDHEID. In het Staatsblad is een Koninklijk Besluit gepubliceerd, waarbij het algemeen rijksambte naren-reglement opnieuw wordt gewijzigd. Aan art. 56 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende „Hij onthoudt zich van het uitsteken of hij- schen van andere dan nationale of oranjevlaggen. Uit het uiterlijk aanzien van de ambts- of dienstwoning of van het daarbij behoorenjd erf mag niet blijken van de politieke gezindheid van den ambtenaar of zijn huisgenooten." Art. 97b luidt thans aldus „1. Aan den ambtenaar kan eervol ontslag verleend worden op grond, van revolutionaire gezindheid. 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kan voorts eervol ontslag worden verleend aan den ambtenaar, die lid is van eene ver- eeniging, waarvan de voorzitter van den raad van ministers verklaard heeft, dat zij om de F doeleinden, die zij nastreeft, of de middelen, die zij aanwendt, de behoorlijke vervulling van zijn plicht als ambtenaar kan in gevaar brengen of schaden, of die op eenigerlei wijze medewerking of steun verleent aan een zoodanige vereeniging of van haar uitgaande actie. 3. Voor een ontslagverleening, als bedoeld in de belde vorige leden, is de medewerking of machtiging vereischt van den voorzitter van den raad van ministers." Vooral van socialistische zijde zal op deze nieuwe bepalingen voor de ambtenaren in rijks dienst rekening moeten worden gehouden. Welke vereenigingen onder deze bepalingen vallen, is nog niet bekend, maar men kan er vast van op aan, dat de huidige voorzitter van den raad van ministers, Dr. Colijn, hier korte metten zal maken. Wij verwachten1 niets anders, dan dat de S.D.A.P. en de roode vak vereenigingen hier- \_^.onder zullen vallen. 0\, Ook op Flakkee zullen er dan klappen vallen, emand, die jaren lang zijn broodje verdient aan het Rijk en dat meent te moeten waardeeren door ondermijning van het staatsgezag, moet niet vreemd kijken, wanneer daar vandaag of morgen een eind aan komt. Het kruikje gaat zoolang te water tot het breekt I DE NOOD HET HOOGST REDDING NABIJ De nieuwe Regeering zet haast achter haar werk. De Staten-Generaal zijn vandaag weer bijeengeroepen en morgenmiddag zal Dr. Colijn de regeeringsverklaring voorlezen. Er moet thans ook wel aangepakt worden, want de nood stijgt steeds hooger. Op Flakkee wordt zij ook steeds nijpender. De Maasbode schreef in haar hoofdartikel „Wij verwachten, dat de Regeering, hoewel als einddoel voor oo-gen houdend slechting of verlaging van de alom opgerichte tarief muren, tevens niet zal aarzelen om het be drijfsleven van eigen land met krachtige hand te beschermen tegen de economische verblin ding, waarmee een deel van het buitenland blijkt geslagen. Onze positie bij de economi sche onderhandelingen met andere Staten dient noodzakelijk versterkt". Wij hebben nu reeds lang deze woorden ge hoord. Thans moeten daden volgen. Anders loopt het mis. Beste Vriend 1 Ook wij hebben, als Hollanders in Amerika de geboortedatum van Prins iWllem van OmniJ feestelijk herdacht. Een vereenioino naam draagt „Knickerbockers Societv" in a Rapids, heeft een Hollandsch program gegeven in Calvin College. Deze vereeniging heeft haar afdeelingen over geheel de Vereenigde Staten en is vooral in het Oosten des lands zeer actief Zij bekent geen speciaal godsdienstige kleur. Alleen in Grand Rapids bestaat zij in hoofd zaak uit Calvin College studenten, met Prof. Van Andel aan 't hoofd Deze vergadering zou om acht uur beginnen, maar die zich een plaats verzekeren wilde, moest er om 7 uur wel zijn. Toen waren de deuren echter nog gesloten en stonden wij dus dicht tegen elkaar gepakt het oogenblik af te wachten, dat wij binnengelaten zouden worden. k Van Oost en West waren de menschen saam- gekomen om dit Hollandsch program te hooren Het is zeer interessant om onder zulk een groep Nederlanders in Amerika eens een half uur door te brengen, ook al staat men wat stijf gedrukt tegen elkander aanEen aandachtig zwijger kan hier veel opmerken Daar staat een oude Groningsche moeder. Zij vertelt in plat Groningsch tegen een andere vrouw, dat zij dien dag gewasschen heeft, dat haar goed van de lijn is gewaaid en dat ze een nieuw soort ^zeep heeft geprobeerd, enz. enz. Dit alles in een dialect, dat bijna onverstaanbaar is voor een ander, die uit Zeeland komt en die op haar beurt lacht om de uitdrukking „hailen bult soop". Ook die Zeelandsche vrouw heeft die zeep geprobeerd voor haar gordijntjes, zij moest er echter niets van hebben. Maar zij had een ongeluk gehad. Zij had een jonge hond, die uit speelsigheid haar Hollandsch overtrokken deken kapot gevreten had terwijl die op de lijn hing. De watten waren er uitgetrokken. ,,lk kon datwel doodschoppen". „Ho, ho, vrouwtje, je bent óók jong geweest' zegt weer een ander, die naar zijn spraak te oordeelen uit Zwolle kwam. „Ik heb anders nooit dekens kapot gevreten toen ik jong was, hoor „Neen, jij was ook geen jonge hond. maar de schade en last van jouw jeugd hebben ook an deren moeten dragen. En ze hebben je daarvoor ook niet dood geschopt." Rechts voor mij staan twee menschen. die het hebben over het koorgezang in hun kerk met Paschen. De één had er voor gevoeld om er uit te loopen. De ander troostte zijn broeder, dat ook dit niet zou helpen, het is de geest des tijds en het is niet te keeren Eindelijk gingen de deuren open. Het was nog maar half acht en het auditorium liep vol. Prof. van Andel, die het prachtig orgel in Calvin College goed machtig is, gaf ons van dat orgel en van zijn muzikale gave te genieten, zoodoende wat dit half uur in het gebouw vlug ger om dan toen wij vóór 't gebouw stonden. Het was een „Hollandsch program" en ook de muziek, die wij voor den aanvang kregen, was van Hollandsche componisten. Maar wat ver staan die oude emigranten van Cor-Kee Die muziek is voor de meesten maar een klank, die zij langs zich heen laten gaan. Toen de profes sor eVen/wel begon met „Piet Hein", zong de schare luidkeels mee. En als het orgel zweeg, zong de schare door met het „Piet Hein, Piet Hein, je naam is klein" enz. Anderen riepen weer,.A1 is ons Prinsje nog zoo klein". Lachend begon de professor zijn muziek door te snuffelen of hij die melodie kon vinden. En ja daar begon de geest levendig te worden onder die oude menschen. Uit volle borst zongen zij de kinderliederen uit hun eigen schooljeugd. Het „Zij zullen het niet hebben", had maar beteekenis voor een klein deel, de meeste an deren konden het mooie Da Costa-lied niet. Klokslag acht uur trad Prof. Volberda naar voren en opende de vergadering met een roerend dankgebed. Deze hoogbegaafde broeder, met kostelijke gebedsgaven, bracht Gode eere voor de leiding in Neerlandsch rijke geschiedenis. Dit gebed, dat in keurig Hollandsch uitge sproken werd, bracht ons in de rechte stemming, om als Amerikanen van Hollandsche afkomst, met U mede feest te vieren in den geest, zooals het God behaagt. Daarna zongen wij: „Juich aarde, juich met blijde galmen, den grooten Schepper van 't heelal". Een kwartet van twee jonge dames en twee dito heeren zongen het „Wilhelmus". Wat kostte het ons moeite, ons stil tc houden en niet mee te zingen die lied van ons ouderlijk thuis, waar het een plaats had in hoofd en hart Ds. van Baaien, een geboren Nederlander, sprak over Willem van Oranje. Jammer, dat in de rede van Ds. van Baaien niet meer uitkwam het standpunt van den Vader des Vaderlands tegenover Datheen. Dat had velen van zijn ge hoor goed kunnen doen. Aan het slot van die rede zongen wij: „Looft, looft verheugd den Heer der Heeren, aanbidt zijn Naam en wilt Hem eeren. Doet zijne glorie rijke daên, alom den volkeren verstaan enz. uit Ps. 105 1. Ook zongen een paar studenten eenige Hollandsche volksliederen. Daar de Hol landsche taal die jongens vreemd was, was het vermakelijk de uitspraken aan te hooren. Daarna verzocht Prof. van Andel het Wil helmus staande te zingen, wat natuurlijk geen tweemaal gevraagd behoefde te worden. Wat zongen die oude Hollanders! Hun ziel was in dat lied. Ejen oude vrouw zei me. „Dit lied heb ik op school geleerd met een Oranjestrik in mijn haar, toen de Koning in Groningen kwam, 70 jaar geleden Ds. van Baaien ging voor in dankgebed, toen we gezongen hadden: „Welzalig hij, die al zijn kracht en hulp alleen van U verwacht". Dit was de zaligheid van onzen grooten Wil lem van Oranje, die niet alleen voor Nederland maar voor het geheelc vasteland van Europa en Amerika een niet te noemen zegen is geweest. Wij hebben genoten als Amerikaansche Hol landers, genoten in dit herdenkingsfeest en ons dankbaar gevoeld, dat wij kroost mogen zijn van een volk, dat alles feil had voor de vrijheid Vf? geyeten- En de bede rijze uit onze ziel e^re schenk ons en ons geslacht de moed en et geloof om dien strijd bij den voortduur \oort e zetten, óók in dit groot Amerika Je AMERIKAANSCHE VRIEND. Lezing van den heer Smits. Het Inkuilen van Veevoeder. Vrijdagmiddag kwam de vereeniging voor landbouwonderwijs op Goeree en Overflakkec in jaarvergadering bijeen onder voorzitterschap van den heer A. A. M ij s. De voorzitter opent de vergadering en deelt mede, dat hij in de laatst gehouden be stuursvergadering het voorzitterschap heeft aan genomen. Gaarne wil spr. dit aanvaarden, omdat de leiding van de school in goede handen is en de gang van zaken in de vereeniging goed is. Vervolgens worden de notulen van de vorige vergadering gelezen en onveranderd goedge keurd. De voorzitter deelt mede, dat er bericht van verhindering is ingekomen van den land- bouwconsulent en den inspecteur van het land bouwonderwijs. Voorts wijst spr. de vergadering er op, dat de Boerenleenbank van Oude Tonge bereid is ge vonden het bestuur van borgstelling te ontslaan en een crediet-hypotheek op de gebouwen heeft verleend van 7000,^-. Namens de commissie tot het nazien van de boeken (bestaande uit de heeren Peekstok en Mastenbroek) deelt de heer Peekstok mede, dat de bescheiden in orde zijn bevonden. De voorzitter dankf genoemde heeren voor hun controle, waarna de rekening over hel jaar 1932 en de balans voor het volgend jaar wordt goedgekeurd, onder dankzegging aan den heer Keijzer, den opsteller, en den heer Van Heest, die het accountantswerk verricht had. Dan komt aan de orde het jaarverslag over 1932, hetwelk wij in ons blad van Vrijdag publiceerden. De heer Van S t r i c n vraagt op welke gronden in het jaarverslag verwacht wordt, dat het leerlingental grooter zal worden. De voorzitter antwoordt, dat de heeren Smits en Keijzer persoonlijk veel propaganda voor de school maken en dat zij een toeneming van het leerlingental verwachten De heeren Smits en Keijzer merken op, dat zij inderdaad die verwachting hebben. De heer T i m m e r s vraagt, waarom men niet als eisch stelt, dat de personen, die het hoofd der school advies vragen, lid zijn van de vereeniging. De voorzi tter merkt op, dat het Rijk deze taak aan den heer Smits heeft opgedragen, zoodat geen pressie uitgeoefend kan worden. Een dergelijke eisch zou het werk van den heer Smits zeer bemoeilijken. Dat genoemde heer de algemeene vraagbaak voor het eiland is, is toe tc juichen. Hoe meer adviezen er gevraagd worden, hoe beter. Men kan hieraan zien, dat het instituut beantwoord aan zijn doel. Op den duur zal het gevolg toch wel zijn, dat deze menschen lid van de ver eeniging worden. Het ligt niet in de bedoeling van de regeering, dat er druk in die richting wordt uitgeoefend. Met algemeene stemmen worden de heeren Voogd en Kort tot bestuursleden herkozen. Bij de rondvraag stelt de heer Geluk de vraag, of een jongen, die de Mulo afgeloopen heeft, in de tweede klas van de landbouwschool geplaatst kan worden. De heer Smits antwoordt, dat dit inderdaad gedana wordt, mits dit vroegtijdig medegedeeld werd, aangezien zulk een Mulo-leerling geen scheikunde heeft gehad en eerst bijgewerkt moet j worden. De andere vakken kent zulk een jongen j wel, dit vak echter niet. Tenslotte krijgt de heer M. B. Smits ge legenheid om een lezing te houden over het inkuilen van veevoeder, In de noordelijke streken, waar men niet zeker is van den zomer, is het een probleem in den zomer groeiend voer te bewaren voor de win termaanden. Het is niet alleen een kwestie van verlies, maar ook van achteruitgang van de kwaliteit. Dit is niet alleen in de Noordelijke landen het geval, maar ook in Zuidelijke landen, om de Middellandsche Zee en Azië b.v., waar in de zomermaanden absoluut niets groeit tengevolge van de enorme zomerhitte. In die landen heeft men alleen maar veel grasgroei in de voorjaars maanden en in de najaarsmaanden. Het voorjaarsgras kan in den zomer tot hooi gemaakt worden. Het najaarsgras kan niet meer tot hooi omgezet worden voor de wintermaan den. De oplossing is: het conserveeren van het groene voer. Dit is niet iets nieuws, maar reeds oud. De oude Romeinen gebruikten ook reeds kui len, die zij bekleedden met steenen. Ook in Ned. Indië op Madoera b.v., waar men niet met den winter, maar met een lang- durigen drogen tijd te kampen haeft, conserveert men saprijk ruwvoer in kuilen. Deze methode van inkuiling is dus reeds van zeer ouden datum. Bijzondere aandacht kreeg zij echter omstreeks 1880, toen in Frankrijk veel reclame werd ge maakt met persvoer. Ook in ons land werden 't eerst door Berkel op de Vel uwe talrijke proeven genomen met de conserveering van mais. De kwestie is: heeft inkuiling aan de ver wachting voldaan Deze vraag kan ontkennend beantwoord wor den. Niet in die mate als in Noord-Amerika Daar conserveert men het groenvoer in silo's voor de wintermaanden. Het slagen van de ensilage van het groene voeder is daar zoo zeker als men maar verwachten kan. De verliezen bij het ensileeren zijn daar bui tengewoon gering. Bij ons hebben wij twee soorten van ver liezen: de zichtbare en dc onzichtbare. De zichtbare verliezen zijn de kanten van de kuilen, die men niet gebruiken kan. Dan heeft men de verliezen te boeken bij het niet goed. zijn van den kuil, waardoor mislukking van het product volgt. Bij een goed geslaagd product zijn deze verliezen niet zoo groot. De onzichtbare verliezen zijn bij gunstige wijze van inkuilen blijvend 15 van de totale voe dingswaarde. Bij hooi alleen heeft men dit niet. Hoe komt dat, dit onzichtbare verlies Alle planten ademen langzaam. Legt men ze op een hoop, dan wordt er warmte ontwikkeld broei tengevolge van de stofwisseling. De broei ontstaat dus tengevolge van de ademhaling. Ten tweede gaat het conserveeren niet vanzelf. Daarbij zijn bacteriëu werkzaam, die het goede voedsel gebruiken voor zichzelf, waardoor stofverlies ontstaatDe gis tingen veroorzaken verliezen. Verlies ontstaat dus: le. door broei en 2e. door de bacteriën. Deze verliezen zijn nooit te ontgaan en bedragen in 't gunstigste geval 15 plus verlies aan de wantkanten. Conserveering is dus zonder verlies van plm. 20 niet mogelijk. Bij niet zorgvuldige werkwijze zijn deze ver liezen natuurlijk nog grooter Opgemerkt zij, dat het vochtverlies slechts een schijnbaar ver lies is, de voedingswaarde daalt er niet mee. Spr. beantwoordt vervolgens de vraag op welke wijze verkrijgt men een goede kwaliteit voer Wanneer planten op het veld liggen, bederven ze öf door schimmelvorming óf door rotting. Door schimmelvorming als het droog is. door rotting als het voldoende vochtig is. Hieruit moet men dus concludceren, dat men voeder ensileert, dat niet te droog is. Is dit zoo, dan moet men de verliezen door rotting tegen gaan. Het is bekend, dat de rottingsbacteriën niet bestand zijn tegen zuren. Een methode is dus andere bacteriën, zuren, in dat voeder te laten vormen; nog een andere methode is: on middellijk op het persvoer zuur laten inwerpen. Zuurvormende bacteriën zijn: le. de azijnzuurbacterie; 2e. de boterzuur- bacterie, en 3e. de melkzuurbacterie. De eerste bacterie leeft ten koste van het suiker in het voeder. Ze leeft daarvan en scheidt daarbij af het azijnzuur. Ook de boterzuurbacterie leeft van de suiker- stoffen in de plant. Azijnzuur geeft een zure smaak, terwijl boterzuur een onaangename lucht verspreidt, gelijkend op den reuk van ransche boter of op de lucht van pulp, die laat in den zomer op het veld ligt. De melkzuurbacterie echter geeft een krach tig zuur, dat toch maar een weinig zure smaak heeft. Deze komt overeen met den smaak van versche karnemelk. Het ideaalproduct kunnen we krijgen met melkzuur. Ook geeft azijnzuur goed resultaat. Boterzuur is echter sterk af te raden. De bees ten lusten het wel, ondanks den stank, doch de zuivelproducten Jijden er onder. De melkzuurbacteriën en de andere hebben voor hun ontwikkeling een temepratuur noodig, die tusschen en'ge grenzen schommelt. De azijnbacterie ontwikkelt zich bij een tem peratuur van ongeveer 20° tot 30° Celsius, de boterzuurbacterie van 35° lot 45° en de melk zuurbacterie van 60° tot 65°. Dat is de meest gunstige temepratuur. Wanneer we dus de temperatuur in korten tijd kunnen opvoeren tot 60°, dan hebben we geen last van de azijnzuurbacterie en de boter zuurbacterie en kan zich alleen melkzuur vormen. In vijf of zes dagen kan men bij een dergelijke tempartuur voldoende melkzuur vor men om rotting door azijn- of boterzuur te voorkomen, aangezien de bacteriën van deze zuren) in hun bestaan onmogelijk worden ge maakt. Dit kan echter niet met alle voer. Bij veel vocht b.v. en vooral in het najaar niet. In de zomermaanden zijn de mogelijkheden wel aanwezig. Wanneer het gras niet kletsnat WRIGLEY'S KAUWGOM IN DE MOND IS LEKKER EN GEZOND! is van den regen of den dauw, gaat het heel gemakkelijk. De voorwaarden voor broei moeten zoo gunstig mogelijk zijn. De lucht moet gelegen heid krijgen om den hoop te doortrekken. Over het vullen van den kuil kan men drie of vier dagen doen. De temepratuur moet men steeds regelmatig controleeren. Zij mag niet te hoog oploopen. Niet boven de 70°. Daarna moet men de kuil zoo snel mogelijk bedekken met zwaar materiaal. Elke vierkante decimeter met 4 a 5 K.G. grond. De laag mag zoo 'n 3 a 4 decimeter dik zijn. Natuurlijk moet er voor gezorgd wor den, dat de grondbedekking gescheiden wordt gehouden van het voer door kaf of oude zakken. Stroo is niet zoo goed. Wanneer het voer al te droog in den kuil komt en de temperatuur stijgt boven de 70°, worden bij die te hooge temperatuur alle bac teriën door schimmel gedood. De schimmelsporen blijven dan en het voer wordt vernietigd. Daar om moet de temperatuur gecontroleerd worden. Dit is niet noodig bij normaal voer als gras, klaver, mais, dat niet te droog is. Waterrijk voer kan de voor melkzuur noodige temperatuur niet bereiken in het najaar. Beneden 30° wordt de azijnzuurbacterie ontwikkeld, daarboven de boterzuurbacterie. Azijnpersvoer waarborgt nog een goede kwa liteit, zoodat het zaak is de temperatuur van 20° tot 30° Celsius te brengen. De broei moet dus beperkt wordt. De kuil moet daarom zoo snel mogelijk gevuld en afgedekt worden met een zoo dik mogelijke laag. Wanneer er voldoende azijnzuur is ontwikkeld, dan is het gevaar geweken. Welk voer willen we inkuilen Zoctpersvoer Dan moeten we langzaam afdekken en de temperatuur in de gaten hou den. Zuurpersvoer Dan moet de broei er uit, er moet snel gevuld worden en snel en zwaar afgedekt worden. Spr. wees tenslotte op een nieuwe methode: de uitsluiting van de bacteriën. Langen tijd is er naar gezocht. De methode is uitgewerkt en doorvorscht in Finland, dat evenals Neder land staat en valt met zuivelbereiding. Het ligt alleen veel noordelijker Het heeft koele dagen en korte zomers. Ook daar kende men voor het grasconserveeren de gewone kuilen. Het onderzoek wilde de bacteriën-werkzaam heid onmogelijk maken en men heeft daarom het groenvoer met zuuroplossing bespoten. Lang is men daar geheimzinnig mee geweest. Van Duitsche zijde vooral. Een professor uit Finland, die de uitvinding heeft gedaan, ver klaarde in een lezing, die hij kort geleden in Wageningen hield, dat deze zuuroplossing niets anders is dan zoutzuur. Het voeder wordt op de gewone manier aangetrapt. De oplossing moet afhankelijk gemaakt zijn van den aard van het voeder Het eiwitrijke voeder als gras heeft grooter zuurgraat als ander voeder. De inkuilput stelt bepaalde eischen. Zoon put vordert een kapitaalsuitgave van 600 tot 900. Deze methode kan op zijn plaats zijn bij veebedrijven. Zij komt bij ons, die niets anders conserveeren dan afvalproducten van het landbouwbedrijf, niet in aanmerking. De voordeelen er van zijn, dat de bacteriën gedood worden, terwijl de broei niet optreedt. De onzichtbare verliezen treden niet op, dat is 15 verlies minder. Op deze lezing volgt een geanimeerde bespreking, waaraan vele aanwezigen deelnemen. De heer M ij s dankte den spreker voor zijn heldere uiteenzettingen en prees Flakkee geluk kig met het instituut van het landbouwonderwijs ën den heer Smits, die zoowel als directeur van de school en als landbouwspecialist allerwege gewaardeerd wordt. Het was een leerzame middag. 1 ilïiT 41 t j i

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1933 | | pagina 1