EIBSTE AOBES
ER'S
MB EU-
WÜGLEY
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
TUKKEN,
:er®nd
cachet
Antirevolutionair
Orgaan
Boerenleenbank
zaaanandei. eis.
IN HOC SIGNO VINCES
RS. BOER
_verk@og
>stuums op
eliers ver»
rijn
®d Costuum
:eKte, dat is
sft
maandag en urijdagauond van 8-8uur
HeiiMUMeii
JOH. LEUNE,
No. 3959
WOENSDAG 31 MEI 1933
lijsten is en blijft
van foto's en plaatwerk
Onze Engelsche Baby's 40 ets
ische Steenhouwerij
Brieven uit Amerika.
Jaarvergadering Landbouwonderwijs.
eter
goedkooper
dkoo^er
BOERENLEENBANK
»OBDDOSP.«
De bank leen* gelden aan leden tegen
s'l®ars- Zij neemt gelden op te.
§eP, -> PC* s jaars ook van niet.leden.
Voorschotten kunnen dagelijks wor«
den aangevraagd bij een der leden van
net bestuur.
Kantooruren: 8 en 22 Juni des
n.m. van 6-8 uur. ten huize van den
Kassier,
VAN OOSTENBRUGGE
.miOOELHARniS SOmfflELSDfJIT
De bank leent gelden aan leden
tegen 4.5 pCt. 's-jaars. Ze neemt
gelden op tegen 3.36 pCt. 's-jaars,
ook van niet leden. Voorschotten
kunnen dagelijks aangevraagd
worden bij een der leden van het
bestuur. Gelegenheid tot inbreng
en terugbetaling van gelden eiken
ten huize van den kassier D.JflPPfC/.
SOMMELSD1JK.
LAAT UW VEE MARKTEN
EN TAXEEREN DOOR EEN
BEËED1GD MAKELAAR
VOOR TAXATIE EN E E
COMMISSIE VAN V L L
IS UW ADRES
L. Goedegebuur J*.
BEËED1GD VEEMAKELAAR
Station Ouddorp Tel. 28
Voor alle Zaadontsmettingen
„CE RES AN"
Verder alle ONTSMETTINGS.
en SPROEI.ARTIKELEN.
Telef. 162,
KRALINGEN - DIRKSLAND.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1»— bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ
v.h. W. BOEKHOVEN <S ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 PoBtbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Alle stukke sa vcor de Dedactle bestemd. Advert
eatlS® en verdere Adara iaistratie traaeo tee te senden aam de Uitgevers
ijk 175 - Rotterdam
M 16 TELER. 11005 en 11946
ONTSLAG WEGENS
REVOLUTIONAIRE GEZINDHEID.
In het Staatsblad is een Koninklijk Besluit
gepubliceerd, waarbij het algemeen rijksambte
naren-reglement opnieuw wordt gewijzigd.
Aan art. 56 wordt een nieuw lid toegevoegd,
luidende
„Hij onthoudt zich van het uitsteken of hij-
schen van andere dan nationale of oranjevlaggen.
Uit het uiterlijk aanzien van de ambts- of
dienstwoning of van het daarbij behoorenjd erf
mag niet blijken van de politieke gezindheid van
den ambtenaar of zijn huisgenooten."
Art. 97b luidt thans aldus
„1. Aan den ambtenaar kan eervol ontslag
verleend worden op grond, van revolutionaire
gezindheid.
2. Onverminderd het bepaalde in het eerste
lid kan voorts eervol ontslag worden verleend
aan den ambtenaar, die lid is van eene ver-
eeniging, waarvan de voorzitter van den raad
van ministers verklaard heeft, dat zij om de
F doeleinden, die zij nastreeft, of de middelen, die
zij aanwendt, de behoorlijke vervulling van zijn
plicht als ambtenaar kan in gevaar brengen of
schaden, of die op eenigerlei wijze medewerking
of steun verleent aan een zoodanige vereeniging
of van haar uitgaande actie.
3. Voor een ontslagverleening, als bedoeld
in de belde vorige leden, is de medewerking of
machtiging vereischt van den voorzitter van den
raad van ministers."
Vooral van socialistische zijde zal op deze
nieuwe bepalingen voor de ambtenaren in rijks
dienst rekening moeten worden gehouden.
Welke vereenigingen onder deze bepalingen
vallen, is nog niet bekend, maar men kan er
vast van op aan, dat de huidige voorzitter van
den raad van ministers, Dr. Colijn, hier korte
metten zal maken.
Wij verwachten1 niets anders, dan dat de
S.D.A.P. en de roode vak vereenigingen hier-
\_^.onder zullen vallen.
0\, Ook op Flakkee zullen er dan klappen vallen,
emand, die jaren lang zijn broodje verdient
aan het Rijk en dat meent te moeten waardeeren
door ondermijning van het staatsgezag, moet
niet vreemd kijken, wanneer daar vandaag of
morgen een eind aan komt.
Het kruikje gaat zoolang te water tot het
breekt I
DE NOOD HET HOOGST
REDDING NABIJ
De nieuwe Regeering zet haast achter haar
werk. De Staten-Generaal zijn vandaag weer
bijeengeroepen en morgenmiddag zal Dr. Colijn
de regeeringsverklaring voorlezen.
Er moet thans ook wel aangepakt worden,
want de nood stijgt steeds hooger. Op Flakkee
wordt zij ook steeds nijpender.
De Maasbode schreef in haar hoofdartikel
„Wij verwachten, dat de Regeering, hoewel
als einddoel voor oo-gen houdend slechting
of verlaging van de alom opgerichte tarief
muren, tevens niet zal aarzelen om het be
drijfsleven van eigen land met krachtige hand
te beschermen tegen de economische verblin
ding, waarmee een deel van het buitenland
blijkt geslagen. Onze positie bij de economi
sche onderhandelingen met andere Staten
dient noodzakelijk versterkt".
Wij hebben nu reeds lang deze woorden ge
hoord. Thans moeten daden volgen.
Anders loopt het mis.
Beste Vriend 1
Ook wij hebben, als Hollanders in Amerika
de geboortedatum van Prins iWllem van OmniJ
feestelijk herdacht. Een vereenioino
naam draagt „Knickerbockers Societv" in a
Rapids, heeft een Hollandsch program gegeven
in Calvin College. Deze vereeniging heeft haar
afdeelingen over geheel de Vereenigde Staten
en is vooral in het Oosten des lands zeer actief
Zij bekent geen speciaal godsdienstige kleur.
Alleen in Grand Rapids bestaat zij in hoofd
zaak uit Calvin College studenten, met Prof.
Van Andel aan 't hoofd
Deze vergadering zou om acht uur beginnen,
maar die zich een plaats verzekeren wilde, moest
er om 7 uur wel zijn. Toen waren de deuren
echter nog gesloten en stonden wij dus dicht
tegen elkaar gepakt het oogenblik af te wachten,
dat wij binnengelaten zouden worden.
k Van Oost en West waren de menschen saam-
gekomen om dit Hollandsch program te hooren
Het is zeer interessant om onder zulk een
groep Nederlanders in Amerika eens een half
uur door te brengen, ook al staat men wat stijf
gedrukt tegen elkander aanEen aandachtig
zwijger kan hier veel opmerken
Daar staat een oude Groningsche moeder.
Zij vertelt in plat Groningsch tegen een andere
vrouw, dat zij dien dag gewasschen heeft, dat
haar goed van de lijn is gewaaid en dat ze een
nieuw soort ^zeep heeft geprobeerd, enz. enz.
Dit alles in een dialect, dat bijna onverstaanbaar
is voor een ander, die uit Zeeland komt en die
op haar beurt lacht om de uitdrukking „hailen
bult soop". Ook die Zeelandsche vrouw heeft
die zeep geprobeerd voor haar gordijntjes, zij
moest er echter niets van hebben. Maar zij had
een ongeluk gehad. Zij had een jonge hond, die
uit speelsigheid haar Hollandsch overtrokken
deken kapot gevreten had terwijl die op de lijn
hing. De watten waren er uitgetrokken. ,,lk kon
datwel doodschoppen".
„Ho, ho, vrouwtje, je bent óók jong geweest'
zegt weer een ander, die naar zijn spraak te
oordeelen uit Zwolle kwam.
„Ik heb anders nooit dekens kapot gevreten
toen ik jong was, hoor
„Neen, jij was ook geen jonge hond. maar de
schade en last van jouw jeugd hebben ook an
deren moeten dragen. En ze hebben je daarvoor
ook niet dood geschopt."
Rechts voor mij staan twee menschen. die het
hebben over het koorgezang in hun kerk met
Paschen. De één had er voor gevoeld om er
uit te loopen. De ander troostte zijn broeder,
dat ook dit niet zou helpen, het is de geest des
tijds en het is niet te keeren
Eindelijk gingen de deuren open. Het was nog
maar half acht en het auditorium liep vol.
Prof. van Andel, die het prachtig orgel in
Calvin College goed machtig is, gaf ons van
dat orgel en van zijn muzikale gave te genieten,
zoodoende wat dit half uur in het gebouw vlug
ger om dan toen wij vóór 't gebouw stonden.
Het was een „Hollandsch program" en ook de
muziek, die wij voor den aanvang kregen, was
van Hollandsche componisten. Maar wat ver
staan die oude emigranten van Cor-Kee Die
muziek is voor de meesten maar een klank, die
zij langs zich heen laten gaan. Toen de profes
sor eVen/wel begon met „Piet Hein", zong de
schare luidkeels mee. En als het orgel zweeg,
zong de schare door met het „Piet Hein, Piet
Hein, je naam is klein" enz. Anderen riepen
weer,.A1 is ons Prinsje nog zoo klein".
Lachend begon de professor zijn muziek door
te snuffelen of hij die melodie kon vinden. En
ja daar begon de geest levendig te worden
onder die oude menschen. Uit volle borst zongen
zij de kinderliederen uit hun eigen schooljeugd.
Het „Zij zullen het niet hebben", had maar
beteekenis voor een klein deel, de meeste an
deren konden het mooie Da Costa-lied niet.
Klokslag acht uur trad Prof. Volberda naar
voren en opende de vergadering met een roerend
dankgebed. Deze hoogbegaafde broeder, met
kostelijke gebedsgaven, bracht Gode eere voor
de leiding in Neerlandsch rijke geschiedenis.
Dit gebed, dat in keurig Hollandsch uitge
sproken werd, bracht ons in de rechte stemming,
om als Amerikanen van Hollandsche afkomst,
met U mede feest te vieren in den geest, zooals
het God behaagt.
Daarna zongen wij: „Juich aarde, juich met
blijde galmen, den grooten Schepper van 't
heelal". Een kwartet van twee jonge dames en
twee dito heeren zongen het „Wilhelmus".
Wat kostte het ons moeite, ons stil tc houden
en niet mee te zingen die lied van ons ouderlijk
thuis, waar het een plaats had in hoofd en hart
Ds. van Baaien, een geboren Nederlander,
sprak over Willem van Oranje. Jammer, dat in
de rede van Ds. van Baaien niet meer uitkwam
het standpunt van den Vader des Vaderlands
tegenover Datheen. Dat had velen van zijn ge
hoor goed kunnen doen.
Aan het slot van die rede zongen wij: „Looft,
looft verheugd den Heer der Heeren, aanbidt
zijn Naam en wilt Hem eeren. Doet zijne glorie
rijke daên, alom den volkeren verstaan enz.
uit Ps. 105 1. Ook zongen een paar studenten
eenige Hollandsche volksliederen. Daar de Hol
landsche taal die jongens vreemd was, was het
vermakelijk de uitspraken aan te hooren.
Daarna verzocht Prof. van Andel het Wil
helmus staande te zingen, wat natuurlijk geen
tweemaal gevraagd behoefde te worden. Wat
zongen die oude Hollanders! Hun ziel was in
dat lied.
Ejen oude vrouw zei me. „Dit lied heb ik op
school geleerd met een Oranjestrik in mijn haar,
toen de Koning in Groningen kwam, 70 jaar
geleden
Ds. van Baaien ging voor in dankgebed, toen
we gezongen hadden: „Welzalig hij, die al zijn
kracht en hulp alleen van U verwacht".
Dit was de zaligheid van onzen grooten Wil
lem van Oranje, die niet alleen voor Nederland
maar voor het geheelc vasteland van Europa
en Amerika een niet te noemen zegen is geweest.
Wij hebben genoten als Amerikaansche Hol
landers, genoten in dit herdenkingsfeest en ons
dankbaar gevoeld, dat wij kroost mogen zijn
van een volk, dat alles feil had voor de vrijheid
Vf? geyeten- En de bede rijze uit onze ziel
e^re schenk ons en ons geslacht de moed
en et geloof om dien strijd bij den voortduur
\oort e zetten, óók in dit groot Amerika
Je AMERIKAANSCHE VRIEND.
Lezing van den heer Smits.
Het Inkuilen van Veevoeder.
Vrijdagmiddag kwam de vereeniging voor
landbouwonderwijs op Goeree en Overflakkec
in jaarvergadering bijeen onder voorzitterschap
van den heer A. A. M ij s.
De voorzitter opent de vergadering en
deelt mede, dat hij in de laatst gehouden be
stuursvergadering het voorzitterschap heeft aan
genomen. Gaarne wil spr. dit aanvaarden, omdat
de leiding van de school in goede handen is en
de gang van zaken in de vereeniging goed is.
Vervolgens worden de notulen van de vorige
vergadering gelezen en onveranderd goedge
keurd.
De voorzitter deelt mede, dat er bericht
van verhindering is ingekomen van den land-
bouwconsulent en den inspecteur van het land
bouwonderwijs.
Voorts wijst spr. de vergadering er op, dat de
Boerenleenbank van Oude Tonge bereid is ge
vonden het bestuur van borgstelling te ontslaan
en een crediet-hypotheek op de gebouwen heeft
verleend van 7000,^-.
Namens de commissie tot het nazien van de
boeken (bestaande uit de heeren Peekstok en
Mastenbroek) deelt de heer Peekstok mede, dat
de bescheiden in orde zijn bevonden.
De voorzitter dankf genoemde heeren
voor hun controle, waarna de rekening over hel
jaar 1932 en de balans voor het volgend jaar
wordt goedgekeurd, onder dankzegging aan den
heer Keijzer, den opsteller, en den heer Van
Heest, die het accountantswerk verricht had.
Dan komt aan de orde het jaarverslag over
1932, hetwelk wij in ons blad van Vrijdag
publiceerden.
De heer Van S t r i c n vraagt op welke
gronden in het jaarverslag verwacht wordt, dat
het leerlingental grooter zal worden.
De voorzitter antwoordt, dat de heeren
Smits en Keijzer persoonlijk veel propaganda
voor de school maken en dat zij een toeneming
van het leerlingental verwachten
De heeren Smits en Keijzer merken op,
dat zij inderdaad die verwachting hebben.
De heer T i m m e r s vraagt, waarom men
niet als eisch stelt, dat de personen, die het
hoofd der school advies vragen, lid zijn van
de vereeniging.
De voorzi tter merkt op, dat het Rijk
deze taak aan den heer Smits heeft opgedragen,
zoodat geen pressie uitgeoefend kan worden.
Een dergelijke eisch zou het werk van den heer
Smits zeer bemoeilijken. Dat genoemde heer
de algemeene vraagbaak
voor het eiland is, is toe tc juichen. Hoe meer
adviezen er gevraagd worden, hoe beter. Men
kan hieraan zien, dat het instituut beantwoord
aan zijn doel. Op den duur zal het gevolg toch
wel zijn, dat deze menschen lid van de ver
eeniging worden. Het ligt niet in de bedoeling
van de regeering, dat er druk in die richting
wordt uitgeoefend.
Met algemeene stemmen worden de heeren
Voogd en Kort tot bestuursleden herkozen.
Bij de rondvraag stelt de heer Geluk de
vraag, of een jongen, die de Mulo afgeloopen
heeft, in de tweede klas van de landbouwschool
geplaatst kan worden.
De heer Smits antwoordt, dat dit inderdaad
gedana wordt, mits dit vroegtijdig medegedeeld
werd, aangezien zulk een Mulo-leerling geen
scheikunde heeft gehad en eerst bijgewerkt moet j
worden. De andere vakken kent zulk een jongen j
wel, dit vak echter niet.
Tenslotte krijgt de heer M. B. Smits ge
legenheid om een lezing te houden over het
inkuilen van veevoeder,
In de noordelijke streken, waar men niet zeker
is van den zomer, is het een probleem in den
zomer groeiend voer te bewaren voor de win
termaanden. Het is niet alleen een kwestie van
verlies, maar ook van achteruitgang van de
kwaliteit.
Dit is niet alleen in de Noordelijke landen
het geval, maar ook in Zuidelijke landen, om
de Middellandsche Zee en Azië b.v., waar in de
zomermaanden absoluut niets groeit tengevolge
van de enorme zomerhitte. In die landen heeft
men alleen maar veel grasgroei in de voorjaars
maanden en in de najaarsmaanden.
Het voorjaarsgras kan in den zomer tot hooi
gemaakt worden. Het najaarsgras kan niet meer
tot hooi omgezet worden voor de wintermaan
den. De oplossing is: het conserveeren van het
groene voer. Dit is niet iets nieuws, maar reeds
oud.
De oude Romeinen gebruikten ook reeds kui
len, die zij bekleedden met steenen.
Ook in Ned. Indië op Madoera b.v., waar
men niet met den winter, maar met een lang-
durigen drogen tijd te kampen haeft, conserveert
men saprijk ruwvoer in kuilen. Deze
methode van inkuiling
is dus reeds van zeer ouden datum.
Bijzondere aandacht kreeg zij echter omstreeks
1880, toen in Frankrijk veel reclame werd ge
maakt met persvoer.
Ook in ons land werden 't eerst door Berkel
op de Vel uwe talrijke proeven genomen met
de conserveering van mais.
De kwestie is: heeft inkuiling aan de ver
wachting voldaan
Deze vraag kan ontkennend beantwoord wor
den. Niet in die mate als in Noord-Amerika
Daar conserveert men het groenvoer in silo's
voor de wintermaanden. Het slagen van de
ensilage van het groene voeder is daar zoo zeker
als men maar verwachten kan.
De verliezen bij het ensileeren zijn daar bui
tengewoon gering.
Bij ons hebben wij twee soorten van ver
liezen: de zichtbare en dc onzichtbare.
De zichtbare verliezen zijn de kanten van de
kuilen, die men niet gebruiken kan. Dan heeft
men de verliezen te boeken bij het niet goed.
zijn van den kuil, waardoor mislukking van het
product volgt. Bij een goed geslaagd product
zijn deze verliezen niet zoo groot.
De onzichtbare verliezen zijn bij gunstige wijze
van inkuilen blijvend 15 van de totale voe
dingswaarde.
Bij hooi alleen heeft men dit niet.
Hoe komt dat, dit onzichtbare verlies
Alle planten ademen langzaam. Legt men ze
op een hoop, dan wordt er warmte ontwikkeld
broei tengevolge van de stofwisseling.
De broei ontstaat dus tengevolge van de
ademhaling. Ten tweede gaat het conserveeren
niet vanzelf. Daarbij zijn
bacteriëu
werkzaam, die het goede voedsel gebruiken voor
zichzelf, waardoor stofverlies ontstaatDe gis
tingen veroorzaken verliezen.
Verlies ontstaat dus: le. door broei en 2e.
door de bacteriën. Deze verliezen zijn nooit te
ontgaan en bedragen in 't gunstigste geval 15
plus verlies aan de wantkanten. Conserveering
is dus zonder verlies van plm. 20 niet
mogelijk.
Bij niet zorgvuldige werkwijze zijn deze ver
liezen natuurlijk nog grooter Opgemerkt zij,
dat het vochtverlies slechts een schijnbaar ver
lies is, de voedingswaarde daalt er niet mee.
Spr. beantwoordt vervolgens de vraag op
welke wijze verkrijgt men een goede kwaliteit
voer
Wanneer planten op het veld liggen, bederven
ze öf door schimmelvorming óf door rotting.
Door schimmelvorming als het droog is. door
rotting als het voldoende vochtig is.
Hieruit moet men dus concludceren, dat men
voeder ensileert, dat niet te droog is. Is dit zoo,
dan moet men de verliezen door rotting tegen
gaan. Het is bekend, dat de rottingsbacteriën
niet bestand zijn tegen zuren. Een methode is
dus andere bacteriën, zuren, in dat voeder te
laten vormen; nog een andere methode is: on
middellijk op het persvoer zuur laten inwerpen.
Zuurvormende bacteriën
zijn: le. de azijnzuurbacterie; 2e. de boterzuur-
bacterie, en 3e. de melkzuurbacterie.
De eerste bacterie leeft ten koste van het
suiker in het voeder. Ze leeft daarvan en
scheidt daarbij af het azijnzuur.
Ook de boterzuurbacterie leeft van de suiker-
stoffen in de plant. Azijnzuur geeft een zure
smaak, terwijl boterzuur een onaangename lucht
verspreidt, gelijkend op den reuk van ransche
boter of op de lucht van pulp, die laat in den
zomer op het veld ligt.
De melkzuurbacterie echter geeft een krach
tig zuur, dat toch maar een weinig zure smaak
heeft. Deze komt overeen met den smaak van
versche karnemelk.
Het ideaalproduct kunnen we krijgen met
melkzuur. Ook geeft azijnzuur goed resultaat.
Boterzuur is echter sterk af te raden. De bees
ten lusten het wel, ondanks den stank, doch de
zuivelproducten Jijden er onder.
De melkzuurbacteriën en de andere hebben
voor hun ontwikkeling een temepratuur noodig,
die tusschen en'ge grenzen schommelt.
De azijnbacterie ontwikkelt zich bij een tem
peratuur van ongeveer 20° tot 30° Celsius, de
boterzuurbacterie van 35° lot 45° en de melk
zuurbacterie van 60° tot 65°. Dat is de meest
gunstige temepratuur.
Wanneer we dus de temperatuur in korten
tijd kunnen opvoeren tot 60°, dan hebben we
geen last van de azijnzuurbacterie en de boter
zuurbacterie en kan zich alleen
melkzuur
vormen. In vijf of zes dagen kan men bij een
dergelijke tempartuur voldoende melkzuur vor
men om rotting door azijn- of boterzuur te
voorkomen, aangezien de bacteriën van deze
zuren) in hun bestaan onmogelijk worden ge
maakt.
Dit kan echter niet met alle voer.
Bij veel vocht b.v. en vooral in het najaar
niet. In de zomermaanden zijn de mogelijkheden
wel aanwezig. Wanneer het gras niet kletsnat
WRIGLEY'S
KAUWGOM
IN DE MOND
IS LEKKER EN
GEZOND!
is van den regen of den dauw, gaat het heel
gemakkelijk. De voorwaarden voor broei moeten
zoo gunstig mogelijk zijn. De lucht moet gelegen
heid krijgen om den hoop te doortrekken. Over
het vullen van den kuil kan men drie of vier
dagen doen. De temepratuur moet men steeds
regelmatig controleeren. Zij mag niet te hoog
oploopen. Niet boven de 70°. Daarna moet men
de kuil zoo snel mogelijk bedekken met zwaar
materiaal. Elke vierkante decimeter met 4 a 5
K.G. grond. De laag mag zoo 'n 3 a 4 decimeter
dik zijn. Natuurlijk moet er voor gezorgd wor
den, dat de grondbedekking gescheiden wordt
gehouden van het voer door kaf of oude zakken.
Stroo is niet zoo goed.
Wanneer het voer al te droog in den kuil
komt en de temperatuur stijgt boven de 70°,
worden bij die te hooge temperatuur alle bac
teriën door schimmel gedood. De schimmelsporen
blijven dan en het voer wordt vernietigd. Daar
om moet de temperatuur gecontroleerd worden.
Dit is niet noodig bij normaal voer als gras,
klaver, mais, dat niet te droog is.
Waterrijk voer kan de voor melkzuur noodige
temperatuur niet bereiken in het najaar. Beneden
30° wordt de azijnzuurbacterie ontwikkeld,
daarboven de boterzuurbacterie.
Azijnpersvoer waarborgt nog een goede kwa
liteit, zoodat het zaak is de temperatuur van
20° tot 30° Celsius te brengen.
De broei
moet dus beperkt wordt. De kuil moet daarom
zoo snel mogelijk gevuld en afgedekt worden
met een zoo dik mogelijke laag. Wanneer er
voldoende azijnzuur is ontwikkeld, dan is het
gevaar geweken.
Welk voer willen we inkuilen
Zoctpersvoer Dan moeten we langzaam
afdekken en de temperatuur in de gaten hou
den. Zuurpersvoer Dan moet de broei er uit,
er moet snel gevuld worden en snel en zwaar
afgedekt worden.
Spr. wees tenslotte op een nieuwe methode:
de uitsluiting van de bacteriën. Langen tijd is
er naar gezocht. De methode is uitgewerkt en
doorvorscht in Finland, dat evenals Neder
land staat en valt met zuivelbereiding. Het ligt
alleen veel noordelijker Het heeft koele dagen
en korte zomers. Ook daar kende men voor het
grasconserveeren de gewone kuilen.
Het onderzoek wilde de bacteriën-werkzaam
heid onmogelijk maken en men heeft daarom
het groenvoer
met zuuroplossing bespoten.
Lang is men daar geheimzinnig mee geweest.
Van Duitsche zijde vooral. Een professor uit
Finland, die de uitvinding heeft gedaan, ver
klaarde in een lezing, die hij kort geleden in
Wageningen hield, dat deze zuuroplossing niets
anders is dan zoutzuur. Het voeder wordt op
de gewone manier aangetrapt. De oplossing moet
afhankelijk gemaakt zijn van den aard van het
voeder Het eiwitrijke voeder als gras heeft
grooter zuurgraat als ander voeder.
De inkuilput stelt bepaalde eischen. Zoon
put vordert een kapitaalsuitgave van 600 tot
900. Deze methode kan op zijn plaats zijn
bij veebedrijven. Zij komt bij ons, die niets
anders conserveeren dan afvalproducten van het
landbouwbedrijf, niet in aanmerking.
De voordeelen er van zijn, dat de bacteriën
gedood worden, terwijl de broei niet optreedt.
De onzichtbare verliezen treden niet op, dat is
15 verlies minder.
Op deze lezing volgt
een geanimeerde bespreking,
waaraan vele aanwezigen deelnemen.
De heer M ij s dankte den spreker voor zijn
heldere uiteenzettingen en prees Flakkee geluk
kig met het instituut van het landbouwonderwijs
ën den heer Smits, die zoowel als directeur van
de school en als landbouwspecialist allerwege
gewaardeerd wordt.
Het was een leerzame middag.
1
ilïiT
41
t
j
i