indrukken over Rusland. SPECIALE ADRES M Antire voiutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden, w veedcip/eH olie pifcett. S. BOER 13 9© FEUILLETON NAAR HET LICHT I JU. 5 No. 3957 WOENSDAG 23 MEI 1933 48STE JAARGANG IN HOC SIGNO VINCES ik 175 Mitmm A. de Winter Vul Bouclé Da- rtT-SSmantel mal mouw-pellerine waarom bontrand. Geheel met serge gevoerd en mooie I corsage. In bleu Delft.grisenbeige Maten 40 tot 46 4-#" (fh i ^E.EtoOnEO OGSTRAAT Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h. W. BOEKHOVEN <S ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENST A AN VRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan, Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. .411© stofeken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te «enden aan de Uitgevers PARTICULIERE WERKVERSCHAFFING. Het particulier initiatief kan zijn recht op leiderschap niet beter bewijzen dan door vrij willig verantwoordelijkheid op zich te nemen. Het kan zijn efficiency niet beter wereldkundig maken dan door een taak te verrichten in het algemeen belang. In dezen tijd is de grootste taak in het algemeen belangwerkver schaffing. Voor alle kwalen, waar de wereld nu onder gebukt gaat, is het meest heilzame middel: ver mindering der werkloosheid door werkverschaf fing van productieven arbeid. In Amerika en Engeland zijn campagnes op touw gezet om de burgers te bewegen alle kleine reparaties en verbeteringen aan hun huizen en fabrieken n u te laten aanbrengen om de werk loosheid te verminderen. Die kleine karweitjes vorderen kleine uitgaven, die iedereen zich ver oorloven kan. Het is niet alleen verstandig om die nu te laten verrichten, het is ook economisch. Het kan nu goedkooper gedaan worden dan ooit. De Rotary Club van Bristol nam de zaak het eerst ter hand. Wij hoor en, dat het haar gelukt is voor 136,000,— extra werk aan te nemen, dat in den loop van het voorjaar in uitvoering zal komen. De Rotary Club van Bristol propageerde het plan bij alle Rotary Clubs in Engeland. Het resultaat was, dat in 123 plaatsen zulke cam pagnes op touw gezet werden en eenige dis tricten kondigden aan, dat de -werkloosheid met 10 verminderd is. Ook in ons land en op ons eiland lijkt ons een dergelijke beweging zeer wel mogelijk. iK. v. K„ Patroons- 'en Middenstandsvereeni- gingen enz., zouden deze actie kunnen beginnen. Dit zou ten voordeeel komen zoowel Van patroons als gezellen in onderscheidene vaken. Elke bestaande organisatie kan in eigen kring beginnen en propaganda voeren bij andere kringen. Er moet aangepakt worden, zooals alleen het particulier initiatief kan aanpakkensnel eu doortastend VERSCHUIVING IN HET ROOMSCHE KAMP? „De Volkskrant" (r.k.) ziete en „proces in den boezem der S.D.A.P.", ten gevolge waarvan „nationale en constructieve elementen" in die partij zich meer dan voorheen laten gelden, en zij uit de hoop, dat het proces zich zal door zetten. De hoofdredacteur van dit blad heeft er op aangedrongen-, dat de roomsch-katholieken een nieuwe positie zouden kiezen, nu door de poging van dr. Colijn om een kabinet op breede basis te vormen, „de grenslijn tusschen de liberalen en de rechterzijde is uitgewischt". Hij vestigde de aandacht op een samengaan met de socia listen. Van Roomsche zijde tracht men de S-D.A.P. in he,t gevlei te komen en onder den druk van het radicale gedeelte van de Roorasch-Katholieke Staatspartij, dat samenwerking wenscht met de S.D.A.P., heeft mr. Aalberse een parlementaire samenwerking afgewezen. In de toekomst zullen wij waarschijnlijk wel een incidenteel samengaan met de S.D.A.P. van deze zijde te wachten hebben. Als de R.K.S.P. maar niet dezelfde taktiek gaat volgen als in Duitschland. Daar heeft de coalitie met de socialisten hen de nederlaag bezorgd en tevens den nekslag gegeven aan de democratie. Zullen de roomsch-katholieken dien kant op gaan De teekenen wijzen er wel op (Hoe men echter de schuld kan werpen op Dr. Colijn is ons onbegrijpelijk. In welk opzicht zou de grenslijn tusschen de liberalen en de rechter zijde uitgewischt zijn? VI. In 1927 was hier door twee man de kolchos gesticht. Hier zal het stichten wel niet hebben gelijk gestaan met oprichten of samenvoegen, doch het zal meer hebben- geleken op eenvoudige ihbezitname. Een der oprichters was een vroe gere spoorwegarbeider, een pienter mannetje, die door allen met respect werd behandeld. Hij had het er niet slecht. De oppervlakte van het bedrijf was 1230 H.A. De veestapel bestond uit 82 paarden, 142 koeien, 134 stuks jongvee en kalveren en 190 varkens. Alles zag er vrij goed verzorgd uit. Een wandeling over de landerijen voerde ons door een betrekkelijk klein tuindersbedrijf, waar hoofdzakelijk tomaten werden gekweekt. Hoe wel het al half acht was, waren nog vele vrou wen in den tuin aan het werk. Eenige^ jonge mannen vergezelden ons naar de tarwevelden. Als vermoedelijke opbrengst noemde men ons 600 K.G. per H.A. Dat leek ons wel wat min netjes voor den tamelijk goeden bodem. E<r stond vrij veel onkruid in die tarwe. Men moet echter in zijn oordeel altijd zeer voorzichtig zijn, nog temeer, indien men alle omstandigheden niet kent. Indien men om de drie jaar met een mis oogst moet rekenen, kan men niet zoo intensief bemesten en wieden als op onze Zeeuwsehe klei. Bovendien is de bebouwbare oppervlakte in Rusland zoo groot, dat men de noodzaak niet voelt op een bepaald perceel zooveel moge lijk te produceeren. Weer op het bedrijf teruggekomen, bood men ons tomaten als versnapering. Op een oude rolkar heeft het gezelschap die zitten peuzelen, terwijl de jonge bolsjewieken de beste vruchten voor ons uitzochten Z.ij waren echt hartelijk en voorkomend. Wat is de werkelijkheid toch dik wijls heel anders dan de voorstelling, die men zich van iets maakt. Inplaats van ruwheid en bloeddorst, vonden wij hoffelijkheid en- gast vrijheid. Inmiddels was het te laat geworden volgens de meesten, om nog het bedrijfje van een koelak te gaan zien, zooals ons werd aangeboden. Wel erg jammer. Het was reeds nacht toen we Kiew bereikten. Den volgenden morgen zouden wij het Lawra- klooster bezichtigen. Dit is het oudste en meest belangrijke klooster van heel Rusland, bekend i om zijn 992 Meter hooge klokke tor en en 't vroe gere onderaardsche holenklooster. Daar nog iemand en ik door de Apatit-trust te Leningrad waren uitgenoodigd, om daar een fabriek te komen zien, meenden wij een dag vroeger dan de anderen uit Kiew te moeten vertrekken. Zoo konden wij het zeer merkwaardige klooster niet zien. Na een hartelijk afscheid van het gezelschap, hadden we een paar uur tijd om onze reis naar Leningrad voor te bereiden. Over zoo n reis mag men niet te licht denken. Van Woensdagmiddag half twee tot Vrijdagmorgen tien uur onafge broken in een trein zonder restauratie-wagen. We vonden het wel erg interessant, dat we nu zonder geleide echt Russisch zouden reizen. Van Intourist kregen we een pak boterhammen mede .eenige grammen thee en wat suiker. Ook een paar komkommers voor de noodzakelijke vitaminen. In elk geval moesten we iets hebben om thee te kunnen- zetten, omdat men slechts uiterst zelden stations aantreft, waar men iets gebruiken kan. Het drinken van koud water wordt sterk ontraden, omdat men daarmede de kans loopt, ziek te worden. In de Torgsin of vaiurawinkel konden wij geen keteltje naar ons genoegen koopen. zoodat we onze keus bepaalden op een geëmailleerde lam petkan. Voor een roebel 40 kopeken waren we eigenaar. Met nog een ons thee voor 80 kopeken waren onze inkoopen gedaan. Tijdig waren wc op het station en in een afdeeling voor een zachten wagen geïnstalleerd. Het was een af deeling door twee personen, ons door de Apatit- trust ter beschikking gesteld. Toen de trein zich in beweging zette, begon nen we reeds te kijken naar het eerste station waar we heet water zouden kunnen krijgen. De lampetkan moest toch dienst doen. Spoedig brak het oogenblik aan, dat we onze kunsten konden vertoonen. Een van ons liep als een haas om kokend water, terwijl de ander op de bagage paste. Toen de thee gezet was, gingen we eens in ventaris maken van de boterhammen. Eerst zouden we het brood met de ham eten, omdat die het vlugst bederft, daarna die met jam, en het laatst die met kaas. Het was jammer, dat van ons goed overlegd plan niet alles tot zijn recht kwam. De eerste dag ging alles goed. Het was de dag van de ham en de dag, dat alles nog nieuw voor ons was. Ik weet niet meer, hoe dikwijls we thee hebben gezet, doch we hebben bijna geen enkel belangrijk station, waar we water konden krijgen, met onze kan over geslagen. Den volgenden morgen bracht al een teleur stelling. De jam bleek geen jam te zijn. He: was slijmerig goed, had een sterke vischlucht en leek iets op kaviaar. Hoewel onze voorraad voedsel niet groot was, besloten we toch maar na rijp beraad afstand te doen van deze spijs ten be hoeve van een ouden bedelaar, die juist aan onze coupé voorbijging. Hij was erg blij met de visch-, jam-^boterhammen. Ik zie hem nog voor me met zijn oude jas en korte broek en de zak ken met touwen om zijn kuiten gebonden. Minu ten lang stond hij zijn pet af te nemen en ver sleet daarbij het overblijfsel van een klep. We hebben toen ontbeten met brood en kaas. Het w-as alles al zeer droog geworden, wat te begrijpen is bij de geweldige warmte, die overal heerschte. Des middags aten we alleen nog kaas zonder brood. Des avonds hebben we het heele zaakje, dc rest van ons proviand, ergens op een perron gesmeten. De aardigheid was er af. Dien dag bleven wij zooveel mogelijk liggen, om in den slaap vergetelheid te vinden. Wat ons op de meeste stations was opgeval len, was de groote herrie, die gemaakt werd bij het instijgen der nieuwe reizigers, die overal in grooten getale lagen te wachten. Voordat de trein binnenliep, werden alle por tieren met een sleutel door den conducteur of de conductrice gesloten. Voor een portier van eiken wagen stelden de conducteurs zich dan op de treeplank op. Als dan degenen, die hun bestemming hadden bereikt, waren uitgestegen, ging men onderhandelen met de voorsten van de rijen, die zich hadden opgesteld om mee te reizen. Na een hevige woordenwisseling met de voorste, ging dan het portier even open, om die binnen te laten. Dan weer een nieuwe kijfpartij, weer iemand naar binnen. Zoo ging dat langs de heele trein. Als de trein zich dan in gang zette, klommen overal nog zooveel mogelijk op dc treeplank, die werden binnengelaten, als men in volle vaart was. De achterblijvenden moesten maar wachten op den volgenden trein. Sommigen droegen de teleurstelling gelaten, anderen waren verontwaardigd of bedroefd. Meermalen zagen wij jonge meisjes huilende langs den trein loopen. De oorzaak van deze wijze van handelen zal Per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Bij Uw drogist wel hierin gelegen zijn, dat de wagfens meer dan vol waren. Overal zagen we trouwens volle treinen en volle trams. Het verkeer lijdt blijk baar aan gebrek aan materieel. Den volgenden morgen waren we al vroeg bij de hand, om voor heet water te zorgen. Dit moest in de eerste plaats dienen om ons te scheren. We wilden er eenigszins behoorlijk uitzien. We kregen echter geen kans. Koud water in onze coupé hadden we ook niet. Er was weliswaar een waschbekken met kraan er boven zooals in de slaapwagens van de Mi- tropa, doch geen druppel water kwam uit de kraan. De aankomst in het schoone Leningrad was voor ons dan ook geen triomf. Door een mis verstand te Moskou was er ook niemand aan den trein om ons af te halen. Omdat we slechts dure roebels hadden en de pakjesdragers er voor hun diensten vrij Veel verlangen, zeuJden we zelf m«t onze zware koffers naar buiten. Daar stonden we op het groote plein, ongewasschen, ongeschoren, met onze pakkage en onze lampet kan. Gelukkig kwamen toevallig de twee chauf feurs van Intourist uit Kiew, die met denzelfden trein waren gekomen, aan ons voorbij. Een van hen Lelde voor ons het bureau van Intourist in Leningrad op, om ons een auto te zenden. De auto's waren juist alle in gebruik. Wij besloten toen maar een huurrijtuig te nemen De. onderhandelingen over den te betalen vrachtprijs verliepen niet gemakkelijk. Noch de koetsier, noch de chauffeurs kenden een andere taal dan het Russisch. Gelukkig kenden wij wat f telwoorden. Hoewel tegen onzen zin, maakten we ten laatste accoord voor twintig roebel. Het viel mee, dat we niet voortuit moesten betalen. Erg credietwaardig zagen we er niet uit. Het leek eigenlijk naar niets, om 20 roebel, i voor ons een waarde van ruim vijfentwintig gulden, te betalen voor een ritje in een gammel karretje, waarvan we de waarde op 10 of 15 gulden taxeerden, met een mager paard er voor ter waarde van dertig gulden. Alleen de koetsier zag er best uit. Een soort reus. Zijn rug was bijna een Meter breed. Heelemaal geen man om ruzie mee te krijgen. Wat een tocht. Op een sukkeldraf hobbelden wij over de ongelijke straten. Op een kruispunt moesten we even wachten. Een vrachtauto maakte van de gelegenheid gebruik, tegen ons aan te botsen. Alles aan onze droschke boog en kraakte. Toch zakte het toestel niet in eikaar. Verder ging het weer. Tweeërlei troost hadden we. We zouden wel geen bekenden tegen komen en Apatit moest betalen. Aan het hotel Europa gekomen, waren we ontzaglijk blij, dat we fijn binnen waren met onze spullen en een deur ons scheidde van den gespierden koetsier. Door den portier hebben wc dien breedrug de boodschap laten hrengen, dat er binnenikort zou worden betaald. Op onzen telefonischen oproep verscheen in korten tijd een van onze gastheeren, die alles in orde maakte. Het voorgaande is weinig zakelijk, doch ik meende, dat we een beschrijving van de reis van Kiew tot in het hotel te Leningrad niet mochten achterwege laten. De lezer krijgt eens een kleine indruk van wat er wordt geleden in de superfosfaatfabricage en in wat daarmede in verband staat. En danhet reinste ver maak is leedvermaak, (Slot volgt). 496 :hQ Steenhouwerij 'lijn 5 en 16. Telef. Wo. 11005 en 11946 BOERENLEENBANK iOSDDORF.1 >e bank leent gelden aan leden tegen Ct. Vjaars. Zij neemt gelden op te> 33/, pCt 's jaars ook van niet.leden. 'oorschotten kunnen dageljjks wor» aangevraagd bij een der leden van bestuur. antooruren: 11 en 25 Mei des van 6-8 uur, ten huize van den sier. VAN OOSTENBRUGGE. voor het behandelen Uwer WASCH la tooawaaclu «n Strjjklnrichting .EDELWEISS" DOOR J. VAN DEN BCSCH. 26) „Goed", zei z'n vrouw. Hij drukte de dames de hand. Het was een stevige handdruk. Meta liad moeite niet een gil letje van pijn te geven Dc man ging heen en Ejdom maakte ook aanstalten om te vertrekken. „Ik zou nog wel eens willen teruqkomen zei ze. „Dat is uitstekend. Maar dan maar op een middag, als de kinder* vroeg de vrouw. 'en er niet zijn, zeker Edom prees in zichzelf de fijn-gevoelige taal van de vrouw. g°ed- Baten we zeggen: overmorgen, kan dat7 „Ja zeker. Ik zal er op rekenen". XXXIII. De tocht werd voortgezet. Edom was opmer kelijk stil, gaf op vragen en opmerkingen van Meta verstrooide antwoorden. Ze reed ook niet op dén weg naar Kpudekerke- op dit moment Ze was met haar gedachten zestien jaar terug, in de Lange Delft in Middelburg „Maar. juf, geef dan toch antwoord", knorde Meta. „Hè ontwaakte Edom uit haar gepeins. ,Ja„ ik vroeg u wat, maar ik kreeg geen be scheid". „Excuseer. Ik was met mijn gedachten elders." „Dat behoeft u me waarlijk niet te zeggen." „Neen, dat is zoo. Maar die oude dienstbode van mama deed me aan het verleden denken." „Ik zou wel eens wat willen vragen", zei Meta. „Wel, ga je gang." „U gaat die vrouw nog eens bezoeken, hoorde ik: Was zij dan zoo'n goede dienstbode Als dat al zooveel jaar is geleden, dan bemoeit u zich daar toch niet meer mede „Het komt er maar op aan, hoe men een dienstbode beschouwt en hoe die dienstbode was. Anna was ons altijd zeer trouw en bovendien was zij een godvreezend meisje, wat mama ook was." „U niet?" vroeg Meta. „Neen, ik niet. Ik vertelde je immers gister, dat jaren geleden alles zoo stikdonker om mij heen was, en dat God toen tot mij is gekomen.' „O ja, dat herinner ik me. Ik begrijp dat niet." Edom gaf er geen antwoord op. Zwijgend reden de miesjes verder, tot Koudekerke was bereikt, welk dorp ze rondreden. Eindelijk was de voet der duinen bereikt. De fietsen werden uit de zon gelegd en Edom vleide zich neer in het zand, welk voorbeeld door Meta werd gevolgd. Een honderd meter verder stond een- arbeidershuisje, waarvoor een vrouw werkte. „Ik heb alweer dorst", zei Meta. „Laten we die „bèzine" vragen", sprong Edom op. Ze liepen naar het huisje, naar de vrouw, die stond te wasschen. Zij had een norsch uiterlijk, Haar stem klonk ook ver van vriendelijk. „Daar is de pomp", zei ze, toen Edom drin ken had gevraagd. „De kroes staat er bij." „Onbeleefd -wijf", dacht Meta. Maar Edom begon een vriendelijk praatje, waarvoor de vrouw toch wel ontvankelijk bleek. Toen echter over 'haar werk werd gesproken, werd ze weer bitter. „Ja, wasschen is een zwaarder werk, dan in net duin liggen", zei ze. Natuurlijk had ze die beiden zoeven gezien. „Ejn dan moet je beden ken ging de vrouw voort, „dat ik dat aan een schelm te danken heb. Mijn man is nu arbei der. Maar hij had een flinke boer kunnen zijn. Maar die schelm van een bankier ging er met het geld vandoor Edom voelde het bloed als het ware in haar aderen stollen en moest een paaltje grijpen, om niet te vallen. „Ging die bankroet vroeg Meta. Edom had haar wel willen toeschreeuwen: „Hou op Hou op, met vragen Maar dat ging natuurlijk niet. „Als je hier niet bekend bent, weet je het natuurlijk niet, hoe bankier Jansen in Middel burg, jaren geleden, tal van menschen in het ongeluk heeft gestortzei de vrouw hard. „Hij is gevlucht. Maar zijn straf zal hij wel krijgen, heeft hij misschien al te pakken." Snel keek Meta Edom aan. Zij zag, hoe deze daar doodsbleek stond, krampachtig vasthoudend het paaltje, dreigend te vallen. Ze liep op haar toe, en ondersteunde haar. „Kunnen we niet binnen gaan vroeg Meta aan de vrouw, die verwonderd naar Edom keek. „De juffrouw wordt ongesteld." „Zeker", zei de vrouw. „Het gaat al over", stamelde Edom. „Laten we maar gaan. De buitenlucht is beter". „Zooals u wilt", zei de vrouw. En ze gingen heen. Edom leunde zwaar op Meta's arm. Nauwelijks een vijftig meter van de vrouw verwijderd, begon ze te snikken. Meta was radeloosEdom, de sterke Edom, snikte. Daar was natuurlijk een reden voor. Meta maakte gevolgtrekingen. Edom kwam uit Mid delburg. Dan was de bankier Jansen, van wie de vrouw sprak, familie van Edom. Misschien wel 'haar vader Vol medelijden keek zij haar gezellin aan, die was neergevallen op de plaats, waar zij zooeven hadden gezeten. Meta ging een licht op Edom sprak nooit over he,t verleden. Dat wilde ze niet. Dat was een tragedie. Geen van beiden sprak. Edom snikte nog wel, maar kwam toch lang zamerhand tot bedaren. Toen zag ze Meta aan, die nog steeds niets had gezegd. „De 'bankier van wie die vrouw sprak was mijn vader stamelde Edom. „Dat dacht ik wel", zei Meta. „Maar u is er ons niets minder om", vervolgde ze warm. Zij sloeg ze begreep zelf niet waarom, maar het was een opwelling, oprecht gemeend - een arm om Edom's hals en kuste haar. „Ik zal u alles vertellen", zei Edom. En ze vertelde grootendeels haar levensge schiedenis. XXXIV. •Mevrouw Van der Mandere begreep niet, dat de beide meisjes zoo spoedig terugkwamen en keek bezorgd naar Meta. En toen naar Edom, wier gelaatsuitdrukking zij geen naam kon geven. „Wat is er?" riep zij. „Eien ongeluk?" „Neen, moedertje", antwoordde Meta. „Geen ongeluk. Maar Edom is iets onaangenaams over komen." Edom zei z etegen haar gewoonte. Maar ze voelde zooveel medelijden, dat ze niet van juf frouw sprak. „Iets onaangenaams?" vroeg mevrouw Van der Mandere verwonderd. „Ja mama, zij zal het u wel vertellen. Ik ga mevrouw Van der Meer eens opzoeken. Meta ging de kamer uit. Ze wilde het verhaal van Edom niet weer hooren. intens medelijden als zij met haar had. Edom vertelde op dezelfde wijze als aan Meta, aan mevrouw Van der Mandere, wat haar was overkomen in haar leven. En ook deze vond het vreeselijk. Edom voelde het medelijden. „Ik vertel het niet, om medelijden op te wek ken. Ik ben er zelf onschuldig aan. Maar het was zoo hard, die vrouw op een dergelijke, hoewel verdiende wijze, over mijn vader te hooren spreken. Dat greep mij zoo aan." „Ik kan me dat levendig voorstellen. Natuur lijk blijf je voor ons dezelfde. Waarom heb je niet eerder je hart eens uitgestort. Je waart steeds zoo gesloten. We begrepen er niets van." „Och, het waren zaken, die men liever nie( vertelt. Ik had voor mij persoonlijk geheel vrede met mijn lot. Niet om mezelf. U wéét. Als God mij niet had gegrepen, had u mij nooit gekend, want dan was ik op den bodem van het Kanaal terecht gekomen. Op dat moment zag ik alleen heil in den dood. God redde mij." Op Edom's gelaat was een verheven uitdruk king waar te nemen. In deze richting wilde mevrouw Van der Man dere het gesprek echter niet hebben. Haar nieuwsgierigheid was nu opgewekt en ze vroeg verder nadere inlichtingen. „Ben je toen onmiddellijk uit Middelburg naar het Diaconessenhuis in Den Haag gegaan?" „O neen. Na dien tijd heb ik nog veel geleden en kwam de donkerheid nog vaak terug." „Wil je het mij vertellen Het zal je opluch ting geven", zei mevrouw Van der Mandere. „Opluchting niet meer. Die heb ik niet noo- dig. Zooals ik zei: ik heb vollen vrede in God gevonden. Maar ik wil het wel vertellen." Edom deelde daarop ook de rest van haar levensgeschiedenis mee. „Dus je bent ook verloofd geweest vroeg haar gezellin. „En hij stierf na enkele maanden Hoe vreeselijk." „Ja, ge hebt gelijk, dat was ontzettend. Mis schien heb ik toen wel mijn zwaarsten zielestrijd gehad. Maar Gode zij dank: Hij heeft mij uit geholpen. Ik heb het huis van mijn oom verlaten en in het Diaconessenhuis vond ik geheel mij zelf, maar vond ik ook Hem terug. En toen was het goed. Het is eerst goed, als we God hebben." Mevrouw Van der Mandere dacht na, vroeg plots: „Neem me niet kwalijk, Edom, maar ik moet toch nog eens wat vragen, 't Is geen nieuwsgierigheid, denk dat niet. Had je pa al leen die bankierszaak Edom keek snel op: wat beteekende die vraag (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1933 | | pagina 1