i
An
«tl;
L UIT HET WOORD
vo
I
i
Prof. Dr. J. SEVERIJN, Utrecht; L. F. DUYMAER VAN TWIST, Den Haag; C. WARNAER, Dirksland, en Ds. G. VAN DER ZEE, Vaassen
PREDIKBEURTEN
WAAROVER WE
LAZEN
No. 3943
i'1
I'
VOOR DEN ZONDAG ~l
ONDER REDACTIE VAN memmmm
OP ZONDAG 2 APRIL 1933
NED. HERV. KERK.
Sommelsdijk, v.m. 9,30 leesdienst en 's av. 6 uur
Ds. v. Asch (bidstond voor gewas en Doop).
Middelharnis, v.m. 9,30 en 's av. 6 uur de heer
Wilschut van Rotterdam.
Stad aan 't Haringvliet, v.m. Ds. Polhuijs en
n.m. leesdienst.
Den Bommel, v.m. 9,30 leesdienst en n.m. 2
uur Ds. Polhuijs van Stad.
Oude Tonge, v.m. 9,30 (Doop) en s av. 6 u.
Ds. Verkerk.
Nieuwe Tonge, v.m. 9,30 leesdienst en 's av.
6 uur Ds. Bouw van Melissant (Doop).
Herkingen ,v.m. 9,30 en 's av. 6 uur de heer
Overweel.
Melissant, v.m. 9,30 uur Ds. Bouw.
Stellendam, v.m. 9,30 en 's av. 6 uur de heer
Bouman.
Goedereede, v.m. Ds. van Asch van S dijk.
Ouddorp, v.m. en n.m. (Doop) Ds. van
Ameide.
GERE)F. KERK.
Middelharnis, v.m. 9,30 en 's av. 6 uur Ds.
Zeilstra.
Stad aan 't Haringvliet, v.m. en 's av. Ds.
de Graaff.
Stellendam, v.m. en 's av. leesdienst.
Ouddorp, vun. en n.m. leesdienst.
CHR. GEREE. KERK.
Middelharnis, v.m. 9,30 en 's av. 6 uur Ds.
Lam an.
GEREF. GEMEENTE.
Middelharnis, v.m. 9,30 en 's av. 6 u. leesdienst.
Dirksland, v.m. 9,30 en 's av. 6 u. Ds. de Blois.
Herkingen, v.m. 9,30, n.m. 2 en s av. 6 uur
leesdienst.
Ouddorp, v.m. en n.m. leesdienst.
OUD-GEREF. GEMEENTE.
Herkingen, v.m. 9 en n.m. 2 uur leesdienst.
DOOPSGEZINDE KERK.
Ouddorp, v.m. Ds. Foppema.
Van de overige gemeenten geen opgaaf.
STICHTELIJKE 0VERDENKIN8
's HEEREN BEHAGEN.
„Doch het behaagde den Heere hem
te verbrijzelen; Hij heeit Hem krank
gemaakt.' jes. 1)3 10.
De profeet Jesaja teekent eeuwen van
tevoren het lijden van den Heere Jezus
Christus, als ware hij er van schrede
tot schrede bij tegenwoordig geweest.
En terecht vangt hij dan zijn sprekende
teekening aan: „Wie heeft onze predi
king geloofd Neen, het is bijna niet
te geiooven, dat de Knecht des Heeren
zóó diep wordt vernederd en zóó zwaar
wordt verbrijzeld. Het maakt U bij Uwe
overdenking stil van ontroering, dat
het zóó moest gaan met dezen Man
van Smarten, dat schier geen enkele
plaag Hem werd onthouden, geen en
kele smaad Hem werd gespaard. Dat
Zijn beeld moest zijn het lam, dat zich
zwijgend en willig laat leiden ter slacht
bank, zonder tegenstribbelen en het
schaap, dat zich aan de scherpste fol
teringen onderwerpt.
Wie heeft dat geloofd Dat het zóó
moest gaan en niet anders Dat dit was
goddelijke noodzakelijkheid en eisch
van het recht Gods, dat geschonden
was Dat hier maar niet alleen was het
stokebranden der hel en het revolutio
nair woeden van den tegen God en
Zijn Christus opstandigen mensch, maar
dat hier ook was de hand des Heeren
Wie deed Hem dat schrikkelijk en ban
ge lijden aan Zeker, de Satan en de
menschen, als des duivels instrumenten,
maar ook de Heere, de heilige en recht
vaardigen God zelf. „H et behaag
de den Heere Hem te ver
brijzelen; Hij heeft Hem
krank gemaak t."
Neen, dit is niet aan de pen van
Jesaja als 'n vergissing ontsnapt. Want
ettelijke malen herhaalt hij het, tel
kens met andere woorden. D e H e e r e
heeft ons aller ongerechtig-
heid op Hem doen aanloo-
p e n. Hier is heilig opzet, welbewust
en welgewild. Onze zonden, ontzaglijk
in getale, stuurde God in de richting
van Zijnen Zoon, opdat Hij ze dragen
zou in haar volle zwaarte, als een last,
bijna niet te torsen, ware die niet ge
steund door zijn goddelijke natuur. Hier
was het bestel en het beleid Gods en
niet anders. Zóó moest het. Want het
behaagde den Heere Hem te
v e r b r ij z e 1 e n. Wat een vreeselijk
woord „verbrijzelen", als dat van een
mensch gezegd wordtAls een schoo-
ne vaas van porcelein valt van den
schoorsteenmantel, dan ligt Hij ver
brijzeld neer op den vloer, aan stukken
en brokken. Als een mensch verbrijzeld
wordt, dan is er niets meer heel, dan
is alles pijnlijk gebroken, ten doode toe.
„Hij heeft Hem krank gemaakt", zoo
gaat de profeet verder, en neemt nu
die krankheid eens in den diepsten zin,
hoe kan die vergezeld gaan van de hef
tigste smart en met zich brengen een
doodelijke moeheid, dat die kranke zich
niet weet te wenden of te keeren om
eenige verademing te vinden. En nu
dit alles genomen: deze schrikkelijke
verbrijzeling en die ontzettende krank
heid als een noodwendig gevolg van
het behagen Gods, want zóó en
niet anders behaagde het den
Heere. Laat de beteekenis van dat
behagen des Heeren diep in
uwe ziel dringenl Het was des Vaders
welbehagen zulk een offer van Zijnen
Zoon te eischen, de golven en baren
van 't lijden en van den dood over Hem
te doen heengaan, en de bangste don
kerheid op Golgotha is voor den Zoon
niet geweest, dat menschen handen
de nagelen door Zijn handen en voeten
dreven en dat menschen monden
Hem lasterden, maar dot de Vader
van Hem week, zoodat Hij in bange
verlatenheid moest uitroepen„Mijn
God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij
verlaten
Het behaagde alzoo den Heere.
En waarom Omdat de Heere een wel
behagen had in menschen, die niet an
ders verlost konden worden dan door
den dood des Zoons van God. Als de
verzoening van den mensch, de verlos
sing van den zondaar op andere wijze
had kunnen worden tot stand gebracht,
neen, dan had de Vader ook geen be
hagen gehad in de verbrijzeling Zijns
Zoons. Maar nu de Rechter van hemel
en aarde op geen andere wijze kon
worden verzoend, en dit de eenige
weg was, n.l. dat Zijn Zoon zich over
gaf in den dood, ja in den dood des
kruises, nu ging de liefde Gods tot den
gevallen mensch zóó ver, dat de Vader
zelfs een welbehagen had in de ver
brijzeling Zijns Zoons en in Zijne
krankheid ten doode. Nu spaart Hij
Zijn eigen schootzoon niet, maar geeft
Hem tot het schrikkelijke lijden en het
bangste sterven.
O, welk een liefde des Vaders
Moet zulk een liefde ons dan niet tot
wederliefde nopen Moet zij onze ziele
niet stemmen tot stille overdenking
Is dat niet het wonder van Gods ge
nade En dat wonder gewrocht ter
wille van ons, die van nature haters
zijn van God en van Zijn dienst.
Hoe rijk is dat nu ook aan vertroos
ting 1 Want nu zijn we ook zeker van
onze verlossing. Nu de Vader achter
dat lijden staat en het dus mede Zijn
werk is, ontbreekt er aan de stof niets
en is er voor ons verzoening en her
leving mogelijk. De Heere staat voor
Zijn eigen werk in. Als daarop onze
hope is gevestigd zullen we met die
hoop niet beschaamd worden, want wie
in den Zoon gelooft, die heeft het eeu
wige leven, want dit is het eeuwige
leven, dat zij U kennen en Jezus Chris
tus, Dien Gij gezonden hebt.
B
BK
BB
mm
m
In het Leidstersblad, uitgegeven door de
federatie van Christelijke vereenigingen van en
voor vrouwen en meisjes, lazen wij in een
artikel „Kracht en teerheid"
„Hoe worden wij tot krachtige menschen,
hoe krijgen wij deel aan die teerheid, die den
naaste met innerlijke bewogenheid aanziet,
met hem medelijdt en hem helpt en die tevens
in eigen leven de dingen zuiver aanvoelt, een
teer geweten heeft, gevoel voor schoonheid
enz.
Het beste middel om tot krachtige menschen
te worden is de omgang met Christus. Als
wij veel omgaan met iemand, die een sterke
persoonlijkheid is, ondergaan wij ongetwijfeld
diens invloed. Als wij den omgang met Chris
tus zoeken, ondergaan wij Zijn invloed. Maar
nu is het zoo, dat de omgang met menschen
onze persoonlijkheid dikwijls verslapt, wij
nemen allerlei dingen van hen over, wij apen
na en praten na, maar de omgang met Chris
tus verslapt nooit, versterkt altijd. En als
er in ons komt iets van de kracht, waarmede
Hij stond in het lijden en de verzoeking, iets
van Zijn teerheid, waardoor onze ziel als een
fijn besnaard instrument steeds zuiver reageert
op wat ons wedervaart, steeds medevoelt en
I medelijdt met hen, die op onzen weg komen,
dan verliezen wij niet onszelf, maar vinden
onszelf; want het allereigenste van ons ziele-
leven komt toch pas recht tot uiting in het
zelfbewuste staan in het leven als schepsel
Gods eenerzijds en in de overgave aan God
en den naaste anderzijds."
Het geïllustreerde tijdschrift „Timotheus" be
vat een vraaggesprek met Z. Exc. Dr. H.
C o 1 ij n, dat mede in verband met de komst
van Dr. Colijn naar Flakkee ongetwijfeld onze
lezers belang in zal boezemen. Wij nemen er
de volgende passages uit over
„Het is Uwe Excellentie bekend, dat men
uw komst naar Nederland (evenals die van
Z. Exc. Idenburg) destijds zóó heeft gezien,
dat Dr, Kuyper u „ontdekt" had. Zoudt U
mij daar iets meer van willen zeggen Ik
vraag dit te meer, omdat Dr. Kuyper te boek
stond als een slecht menschenkenner."
„In 1904 ben ik zes weken in Nederland
geweest en heb toen voor het eerst Dr, Kuy
per ontmoet. Maar mijn verlof werd al spoe
dig afgebroken door Van Heutsz (met wien
ik hier was gekomen)omdat hij mij verzocht
mee naar Indië terug te gaan, waar ik in
1907 den militairen dienst verlaten heb, secre
taris van het Gouvernement ben geworden
en later officieel Regeerings-Adviseur voor
de Bestuurszaken der Buitengewesten. Ik heb
Dr. Kuyper niet meer gezien noch met hem
gecorrespondeerd, tot ik in 1909, op Borneo
zijnde, bevel kreeg om mij candidaat te laten
stellen voor de Tweede Kamer in Gouda en
Sneek. Wat nu zijn menschenkennis betreft
op de kennis van het menschelijk karakter,
dan hebt u, geloof ik, gelijk; daar was hij
vaak een kind in. Maar als men bedoelt zijn
kennis van 'de intellectueele waarde, dan
stond het anders. In dit opzicht was hij een
zeer goed menschenkenner." -
Doelende op den terugslag der gebeurte
nissen in Indië, vroeg ik: „Verwacht Uwe
Exc. een sterken inslag van stemmen in de
richting van Rechts?"
„Dat is zeer wel denkbaar. Men is
opgeschrikt. Want wat daar ginds gebeurd
is, is zóó langzaam, voetje voor voetje en niet
met groote stappen, voorbereid, dat men ge
leefd heeft alsof het onmogelijk ware. Die
terugslag echter zal zich ook uiten en is
reeds bezig zich te uiten in een richting, die
evenzeer af te keuren is. In mijn Deputaten-
rede heb ik gezegd: niet de chaos en niet
het fascisme. Tusschen die twee wil ik
niet kiezen. Tegenover het anti-revolutionaire
staatsrecht, dat den Nederlandschen histori-
schen grondslag van gezag èn vrijheid aan
vaardt, vind ik het nationaal-socialisme, dat
wèl het gezag, maar niet de vrijheid eer
biedigt. Gelijk in Italië en Duitschland te
zien is. Als men op mij zou willen stemmen,
zal men het voor lief moeten nemen, dat ik
anti-revolutionair ben, en blijf, en" er
kwam een oogenblik van ontroering over den
spreker - „ik hoop als anti-revolutionair te
sterven." -
„Mag ik Uwe Excellentie vragen: ziet u
in het Communisme niet alleen een ontbin
dende macht, maar ook de komende macht
„Ik zie stellig in het Communisme de
komende macht van den Antichrist. Maar
wanneer die macht tot volle ontplooiing komen
zal, weten w ij niet. Dat geschiedt op Gods
tijd. Ook weten we niet, langs welke tus-
schenstadia dit alles loopen zal. De open
baring Gods in natuur en historie is, in tegen
stelling met de Goddelijke openbaring in de
Schrift, nog niet afgesloten. Die eerste loopt
door tot aan het einde der dagen en kan nog
veel, maar ook weinig wisselingen te zien
geven."
„En wat dunkt Uwe Exc. van de aan den
gang zijnde besprekingen over een eenheids
front tusschen sociaal-democraten en com
munisten
„Op den duur voorzie ik een splitsing
van de S.D.A.P. in twee groepen: een rech
tervleugel, die gelijkt op onze vrijz. demo
craten, socialisten als Snowden of MacDonlald
of radico-socialisten als Herriot, en een lin
kervleugel, die in het communisme opgaat."
De verleiding, aldus de journalist van
„Timotheus", om nog veel meer te vragen
aan mijn steeds tot antwoorden bereid ge
vonden gastheer, moest breken op den blik
naar de klok. Wat tijd voor dezen gezonden
werker beteekent, had ik reeds bij den aan
vang van het bezoek kunnen hooren. Als
men is partijleider, lid van de Tweede Kamer,
voorzitter van den Zuiderzeeraad, directeur
der Vrije Universiteit, en men ontvangt dage
lijks 40 a 50 brieven, waaronder telkens cor
respondentie over economische aangelegen
heden met personen waarmee saam gearbeid
werd te Genève (waar Dr. Colijn getoond
heeft, dat Nederland in hem ook een voor-
treffelijken pleitbezorger heeft op het forum
van de handelsbelangen), gezwegen dan nog
van de talrijke conferenties in- en buitens
huis,; dan is te begrijpen het antwoord op
mijn vraag:
„Uwe Excellentie heeft aan den achturigen
arbeidsdag vermoedelijk niet genoeg
„Ongeveer het dubbele zal beter uit
komen."
Bij den hartelijken dank voor het zonder
eenig teeken van ongeduld of haast gevoerde
gesprek, bieden wij Dr. Colijn den oprechten
wensch, dat in de ernstige dagen, die we thans
doorleven en in de zware taak, die mogelijk
voor hem gereed ligt is hij niet „the com-
ming-man" hij het ervaren moge, dat de
God Israëls, die Zijn volk sterkte en kracht
geeft, ook Nederland tot steun en hulp zal
zijn, wanneer het zich toevertrouwt aan de
leiding van mannen, die alleen in hun zwak
heid Zijn kracht volbracht weten."
In het Chr. tijdschrift „Op den Uitkijk" schrijft
de heer A. Janse over „Vader Willem".
„In de politiek stcnd 'Prins Willem niet
voor het Gereformeerde volk, voor zoover dit
geen landverraad pleegde door te heulen met
de Roomsch-kerkelijke politiek van Filips.
Vader des Vaderlands was Willem van
Oranje. En dat heeft in zijn politiek steeds
voorop gestaan. Men noemt dat vaak „g e-
matigd". Maar dat is geen goede term.
De belijders van de kerkelijke politiek, zóó
van de Roomsche als van de „Calvinistische",
heeten dan ij veraars.
Maar ik vraag u, was Prins Willem „ge
matigd" in a r b e i d voor zijn volk Niemand
van al die kerkelijke ijveraars heeft zóó ge
werkt, nacht en dag, zoo tegen bergenhooge
bezwaren ingeworsteld, zoo op hoop tegen
hoop volgehouden als deze ijveraar voor zijn
volk. Met een' gebed voor dit arme volk is
hij neergezonken.
Is dat „gematigd"
Dat de radicale niets ontziende tirannie
van de kerkelijke politiek van Filips en die
van de kerkelijke politiek van Lumey en So-
noy bij den Prins niet werd gevonden, dat
kwam niet van zijn „gematigdheid", maar dat
kwam hierdoor, dat hij deed wat recht was
op politiek gebied in de oogen des Heeren.
Burgerlijk recht, zoowel aan den eenen Ne
derlander als aan den andere. Streng recht
ook over de boosdoeners, over de vervolgers
van de kerk van Christus, als Al va en
Filips. Zóó kon de kerk onder deze Overheid
een stil en gerust leven leiden.
Dat was de vrucht voor de kerk van Va
der Willem's zuivere politiek. Dat zij de bur
gerlijke rechten ontving, die Filips haar had
ontnomen. Het recht van vergaderen, het
recht van kerkinstitueering, van classes en
synodes houden het recht ook van hare
leden om in de politiek van het land mee te
mogen leven.
De democratische politiek van „Vader Wil
lem" heeft dit alles voor ons volk verworven.
Helaas, de Regenten hebben later weer een
andere politiek gevolgd, 't Volk er buiten
En tegen hun verdrukking van het volk heeft
de Fransche revolutie getuigt om er haar
revolutionaire democratie voor in de plaats
te geven.
Als reactie op deze democratie verschijnt
thans weer de politiek van het z.g. „abso
lute gezag".
Maar als een schitterend voorbeeld van
ware vorstengrootheid én democratische po
litiek verschijnt daar de gestalte van Vader
Willem voor ons volk.
Mocht zijn politiek ook thans nog beide
„de Magistraat" én „de gemeente" blijven
samenbinden om te doen wat burgerlijk recht
is voor den Heere".
In „Het Zoeklicht" lezen wij onder het kopje
Wat de machine uitschakelt I" het volgende
Prof. Roe, Technisch Hoogleeraar aan de
Universiteit van New-York, heeft destijds
o.m. berekend, dat er 12 milliard slaven zou
den noodig zijn om het werk te verrichten,
dat dagelijks in de Ver. Staten door machines
wordt uitgevoerd. Dit wil dus zooveel zeggen,
als dat «r in Amerika voor lederen man,
vrouw of kind zooveel arbeidsvermogen
wordt voortgebracht alsof er 100 menschelijke
werkkrachten voor hen bezig waren.
In de Bruinkoolwerken doet één kabelbag
germachine, bestuurd door 1 a 2 menschen,
in 2 4 uur tijds evenveel werk als 300 kolen-
werkers in een achturigen arbeidsdag.
De moderne kabellegmachines leggen de
kabels zesmaal zoo goedkoop als met de hand;
zulk een machine kan door drie man bediend
worden.
Wanneer alle hoogovens in Amerika naar
de modernste eischen waren ingericht, dan
zouden 3000 man per jaar evenveel ruw ijzer
kunnen voortbrengen als voorheen 28,000 ar
beiders in denzelfden tijd. In de zaagmolen-
industrieën zouden 45,000 man het werk ver
richten van 292,000 arbeiders, in de schoen
industrie 81,000 man het werk van 200,000
man. Een landbouwer, die een moderne ma
chine in gebruik heeft, kan thans in één uur
evenveel verrichten als 100 jaar geleden in
3000 uren kon gedaan worden.
In een Socialistische vergadering werd ge-
ruimen tijd geleden, volgens „De Telegraaf",
door den heer v. d. Walle gezegd, dat in
den Wieringermeerpolder slechts enkele ar
beiders werkzaam waren. Machinaal werd
daar in 30 minuten tijds 1500 meter sloot
getrokken. Een andere machine deed in één
week wat 500 arbeiders in één jaar doen.
Door reken- en boekhoudmachines worden
P^r machine 10 man buiten werking gesteld.
Kort geleden werd er een machine gecon
strueerd, die in het uur 8000 25-literflesschen
kon blazen. Een andere machine maakt per
dag 50,000 gloeilampen, die anders een-voor
een door arbeiders moesten geblazen worden.
Een ander wonder van technisch vernuft
maakt dagelijks 1,076,000 baksteenen, welke
machine maar door twee man behoeft be
diend te worden.
Elders wordt melding gemaakt van een
zetmachine in een Amerikaansche stad, die
langs electrischen weg een oneindig aantal
soortgelijke machines in ander© steden van
het land of van den aardbol, hetzelfde zetsel
kan laten voortbrengen, zonder dat daar meer
dan één machinezetter aan te pas komt.
Het hoogtepunt mag zeker wel genoemd
worden de nieuwe Kunstzijdefabriek in New-
Jersey, waarin het werk geheel en al mecha
nisch zal worden verricht en wel ononder
broken gedurende vier en twintig uur, zonder
dat zich ook maar één arbeider in de fabriek
bevindt. ,,Met behulp van foto-electrische
cellen (aldus een artikel van „New Outlook"
in „De Kern kan een zich op zijn kantoor
te New-York bevindend employé een andere,
kleur opleggen, zonder van zijn stoel op te
staan en zonder dat in de fabriek in New-
Jersey menschelijke hulp noodig is."
Het „Maandbericht van de Nederlandsche
afdeeling van den Wereldbond der Kerken"
schrijft over het verlangen naar eenheid in
China
Op de Nationale Christelijke Conferentie in
China, 1922, vond het verlangen naar een
heid zijn uitdrukking op deze wijze
„Wij, Chineesche Christenen, die verschil
lende leidende kerkelijke groepen vertegen
woordigen, spreken onze. droefheid er over
uit, dat wij verdeeld zijn door het denomi-
nationalisme van het Westen. Wij erkennen
volkomen, dat het denominationalisme berust
op verschillen, waarvan de historische be
teekenis, hoewel werkelijk en levend voor
de zendelingen van het Westen, niet voor ons
Chineezen kan geldën. In plaats van een in-
spireerende bron is het denominationalisme
daarom een bron van verwarring geweest €n
is dat nog. Wij wijzen met nadruk op de
schreeuwende noodzakelijkheid van de Chris
telijke verlossing voor het huidige China, en
wij geiooven vast, dat alleen de Vereenigde
Kerk van China kan redden, want onze taak
is groot en voldoende kracht kan slechts wor
den verkregen door een soliede eenheid. Wij
geiooven, dat er een wezenlijke eenheid be
staat tusschen all© Chineesche Christenen, en
dat wij het gevoelen van de geheele Chinee
sche Christelijke gemeenschap weergeven, als
wij er voor uitkomen, dat bij ons het ver
langen en de mogelijkheid gevonden wordt
om een vereeniging tot één lichaam spoedig
te verwerkelijken, en als we een beroep doen
op zendelingen en vertegenwoordigers van de
Kerken in het Westen, om door zelfverloo
chenende toewijding aan onzen Heer alle hin
dernissen uit den weg te ruimen, opdat Chris
tus gebed om eenheid in China moge worden
vervuld."
MIJN HANDEN.
Ik zie op mijn oude handen
hun taak is bijna gedaan
Brachten ze eer of schanden?
Brachten ze zeegen aan
O mijn handen mijn handen
nu moeten ze spoedig vergaan.
Ze hebben al rimpels en vouwen,
vlekken bruin, die geen water afwischt.
Achal te groot vertrouwen I
Wat hebben ze vaak zich vergist
mijn handen I mijn handen hoe dikwijls
hun schoonst bedoelen gemist.
Nu gaan ze welken en kwijnen
ze laten zich niet meer gebien,
uiteen valt de kunstige, fijne
gehoorzame machien
Mijn handen, mijn handen, nu zal ik
hun schrift niet langer zien.
Dra worden ze mager en beeven
in verlangen naar eeuwige rust,
dan is 't laatste woord geschreeven,
het laatste kaarsje gebluscht.
En mijn handen, mijn handen, voor t laatst nog
door lieve lippen gekust.
Nog ééns doet mijn wil hen buigen
in gehoorzaamheid naar elkaar,
zóó zullen ze blijvend getuigen
van mijn gang tot der zaligen schaar.
O mijn handen, mijn handen verstijfd dan
in duurend aanbiddings-gebaar.
FRBDERIK VAN BEDEN.
27 October 1923,
Deze Courant verschijnt ell
ABONNEMENTSPRIJS per
BUITENLAND bij vooruitb
AFZONDERLIJKE NUMME
Alle stukke si
No. 1 VAN LIJST 33
De Anti-Rev. Partij heeft
Een bijzonder cijfer voor ee
en een bijzonderen lijstaanvcx
bijzonderheden is er in dez<
belangstelling. De Anti-Re
leider trekt allerwege de a
partij, die het vertrouwen vt
partij zich niet verlaagd 1
beloften aan het volk te doel
Onze Antirevolutionaire
vertrapt en verguisd, gehoon
zij bij elke verkiezingscampag
heid durfden te zeggen en e
wonden. Zij zijn te vertrou
Dr. Colijn komt 13 Apri
In Dirksland zal hij volgend
in de Hervormde Kerk spre
Dr. Colijn trekt in deze c
langstelling. Van heinde en!
onze Antirevolutionairen naa
Haast u met plaatsen te b
Kerk zal de groote menigte n
U is gewaarschuwd
DE IJSBAAN IN MIDI
De Raad van deze geinee;
stel van B. en W. tot het
verschaffing van een ijsbaan,
de meerderheid van den R
dat de baan ook des Zondï
'Middelharnis heeft het zee
werkloosheidszorg en werk\
ten zijn er schijnbaar maar h
Immers het doet eenigszin:
in dezen tijd geen nuttiger v
worden dan het aanleggen v:
slechts een geringen tijd van
geheel niet gebruikt kan wc
Een ijsbaan is heel aardig
het toe, dat B. en W. van
het geen weggegooid geld
voor onze jonge menschen
Ons inziens is dit voor de
vooral ook voor de werkloc
Maarals men iets v
lijkt het ons niet verstandig
geven voor een ijsbaan, als
60 van de kosten
Wil men iets voor de je
men ons inziens veel beter e
terrein aanleggen, waar de
naar hartelust kunnen „rav<
Hoeveel ouders zouden 1
•daarvoor niet dankbaar zijn
leg van een ijsbaan zoo to
-een genot zouden onze v
•daarmee aan de jongelui v;
gen!
Et bestaat hier groote be
'terrein, waar de schooljei
jeugd zich bezig kan hou<
dergelijke. Dit weert het 1
het geslenter op den Westc
Naar wij vernemen is h
heer Vroegindeweij en and
Zondag de ijsbaan voor 1
steld. zou worden, opgehe
in haar laatste vergaderid
besluit van den Raad, bes
dag gesloten te houden.
Het hoofdbezwaar vai
den Raad is thans opgehj
stel van B. en W. aangj
Wanneer het niet mod
tiger werkverschaffigsobj
tot nu toe niet kunnei
neer de aanleg van een
komenlijke bezwaren stui
er dan nog andere belang
beterd of aangelegd kun
wij niet anders dan da
werkloozen weer eenigei
aan dït werk en hopen w
dan zal besluiten, maar...
een speelterrein, datg el
bruikt kan worden, bovei
maar berijdbaar is wann
neer is er ijs in Hollanc
Wij kunnen ons tenslo
de ijsbaan het eenigste c
dat in werkverschaffing
den. Het doet ons werl
4LSLUJ