i An «tl; L UIT HET WOORD vo I i Prof. Dr. J. SEVERIJN, Utrecht; L. F. DUYMAER VAN TWIST, Den Haag; C. WARNAER, Dirksland, en Ds. G. VAN DER ZEE, Vaassen PREDIKBEURTEN WAAROVER WE LAZEN No. 3943 i'1 I' VOOR DEN ZONDAG ~l ONDER REDACTIE VAN memmmm OP ZONDAG 2 APRIL 1933 NED. HERV. KERK. Sommelsdijk, v.m. 9,30 leesdienst en 's av. 6 uur Ds. v. Asch (bidstond voor gewas en Doop). Middelharnis, v.m. 9,30 en 's av. 6 uur de heer Wilschut van Rotterdam. Stad aan 't Haringvliet, v.m. Ds. Polhuijs en n.m. leesdienst. Den Bommel, v.m. 9,30 leesdienst en n.m. 2 uur Ds. Polhuijs van Stad. Oude Tonge, v.m. 9,30 (Doop) en s av. 6 u. Ds. Verkerk. Nieuwe Tonge, v.m. 9,30 leesdienst en 's av. 6 uur Ds. Bouw van Melissant (Doop). Herkingen ,v.m. 9,30 en 's av. 6 uur de heer Overweel. Melissant, v.m. 9,30 uur Ds. Bouw. Stellendam, v.m. 9,30 en 's av. 6 uur de heer Bouman. Goedereede, v.m. Ds. van Asch van S dijk. Ouddorp, v.m. en n.m. (Doop) Ds. van Ameide. GERE)F. KERK. Middelharnis, v.m. 9,30 en 's av. 6 uur Ds. Zeilstra. Stad aan 't Haringvliet, v.m. en 's av. Ds. de Graaff. Stellendam, v.m. en 's av. leesdienst. Ouddorp, vun. en n.m. leesdienst. CHR. GEREE. KERK. Middelharnis, v.m. 9,30 en 's av. 6 uur Ds. Lam an. GEREF. GEMEENTE. Middelharnis, v.m. 9,30 en 's av. 6 u. leesdienst. Dirksland, v.m. 9,30 en 's av. 6 u. Ds. de Blois. Herkingen, v.m. 9,30, n.m. 2 en s av. 6 uur leesdienst. Ouddorp, v.m. en n.m. leesdienst. OUD-GEREF. GEMEENTE. Herkingen, v.m. 9 en n.m. 2 uur leesdienst. DOOPSGEZINDE KERK. Ouddorp, v.m. Ds. Foppema. Van de overige gemeenten geen opgaaf. STICHTELIJKE 0VERDENKIN8 's HEEREN BEHAGEN. „Doch het behaagde den Heere hem te verbrijzelen; Hij heeit Hem krank gemaakt.' jes. 1)3 10. De profeet Jesaja teekent eeuwen van tevoren het lijden van den Heere Jezus Christus, als ware hij er van schrede tot schrede bij tegenwoordig geweest. En terecht vangt hij dan zijn sprekende teekening aan: „Wie heeft onze predi king geloofd Neen, het is bijna niet te geiooven, dat de Knecht des Heeren zóó diep wordt vernederd en zóó zwaar wordt verbrijzeld. Het maakt U bij Uwe overdenking stil van ontroering, dat het zóó moest gaan met dezen Man van Smarten, dat schier geen enkele plaag Hem werd onthouden, geen en kele smaad Hem werd gespaard. Dat Zijn beeld moest zijn het lam, dat zich zwijgend en willig laat leiden ter slacht bank, zonder tegenstribbelen en het schaap, dat zich aan de scherpste fol teringen onderwerpt. Wie heeft dat geloofd Dat het zóó moest gaan en niet anders Dat dit was goddelijke noodzakelijkheid en eisch van het recht Gods, dat geschonden was Dat hier maar niet alleen was het stokebranden der hel en het revolutio nair woeden van den tegen God en Zijn Christus opstandigen mensch, maar dat hier ook was de hand des Heeren Wie deed Hem dat schrikkelijk en ban ge lijden aan Zeker, de Satan en de menschen, als des duivels instrumenten, maar ook de Heere, de heilige en recht vaardigen God zelf. „H et behaag de den Heere Hem te ver brijzelen; Hij heeft Hem krank gemaak t." Neen, dit is niet aan de pen van Jesaja als 'n vergissing ontsnapt. Want ettelijke malen herhaalt hij het, tel kens met andere woorden. D e H e e r e heeft ons aller ongerechtig- heid op Hem doen aanloo- p e n. Hier is heilig opzet, welbewust en welgewild. Onze zonden, ontzaglijk in getale, stuurde God in de richting van Zijnen Zoon, opdat Hij ze dragen zou in haar volle zwaarte, als een last, bijna niet te torsen, ware die niet ge steund door zijn goddelijke natuur. Hier was het bestel en het beleid Gods en niet anders. Zóó moest het. Want het behaagde den Heere Hem te v e r b r ij z e 1 e n. Wat een vreeselijk woord „verbrijzelen", als dat van een mensch gezegd wordtAls een schoo- ne vaas van porcelein valt van den schoorsteenmantel, dan ligt Hij ver brijzeld neer op den vloer, aan stukken en brokken. Als een mensch verbrijzeld wordt, dan is er niets meer heel, dan is alles pijnlijk gebroken, ten doode toe. „Hij heeft Hem krank gemaakt", zoo gaat de profeet verder, en neemt nu die krankheid eens in den diepsten zin, hoe kan die vergezeld gaan van de hef tigste smart en met zich brengen een doodelijke moeheid, dat die kranke zich niet weet te wenden of te keeren om eenige verademing te vinden. En nu dit alles genomen: deze schrikkelijke verbrijzeling en die ontzettende krank heid als een noodwendig gevolg van het behagen Gods, want zóó en niet anders behaagde het den Heere. Laat de beteekenis van dat behagen des Heeren diep in uwe ziel dringenl Het was des Vaders welbehagen zulk een offer van Zijnen Zoon te eischen, de golven en baren van 't lijden en van den dood over Hem te doen heengaan, en de bangste don kerheid op Golgotha is voor den Zoon niet geweest, dat menschen handen de nagelen door Zijn handen en voeten dreven en dat menschen monden Hem lasterden, maar dot de Vader van Hem week, zoodat Hij in bange verlatenheid moest uitroepen„Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten Het behaagde alzoo den Heere. En waarom Omdat de Heere een wel behagen had in menschen, die niet an ders verlost konden worden dan door den dood des Zoons van God. Als de verzoening van den mensch, de verlos sing van den zondaar op andere wijze had kunnen worden tot stand gebracht, neen, dan had de Vader ook geen be hagen gehad in de verbrijzeling Zijns Zoons. Maar nu de Rechter van hemel en aarde op geen andere wijze kon worden verzoend, en dit de eenige weg was, n.l. dat Zijn Zoon zich over gaf in den dood, ja in den dood des kruises, nu ging de liefde Gods tot den gevallen mensch zóó ver, dat de Vader zelfs een welbehagen had in de ver brijzeling Zijns Zoons en in Zijne krankheid ten doode. Nu spaart Hij Zijn eigen schootzoon niet, maar geeft Hem tot het schrikkelijke lijden en het bangste sterven. O, welk een liefde des Vaders Moet zulk een liefde ons dan niet tot wederliefde nopen Moet zij onze ziele niet stemmen tot stille overdenking Is dat niet het wonder van Gods ge nade En dat wonder gewrocht ter wille van ons, die van nature haters zijn van God en van Zijn dienst. Hoe rijk is dat nu ook aan vertroos ting 1 Want nu zijn we ook zeker van onze verlossing. Nu de Vader achter dat lijden staat en het dus mede Zijn werk is, ontbreekt er aan de stof niets en is er voor ons verzoening en her leving mogelijk. De Heere staat voor Zijn eigen werk in. Als daarop onze hope is gevestigd zullen we met die hoop niet beschaamd worden, want wie in den Zoon gelooft, die heeft het eeu wige leven, want dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen en Jezus Chris tus, Dien Gij gezonden hebt. B BK BB mm m In het Leidstersblad, uitgegeven door de federatie van Christelijke vereenigingen van en voor vrouwen en meisjes, lazen wij in een artikel „Kracht en teerheid" „Hoe worden wij tot krachtige menschen, hoe krijgen wij deel aan die teerheid, die den naaste met innerlijke bewogenheid aanziet, met hem medelijdt en hem helpt en die tevens in eigen leven de dingen zuiver aanvoelt, een teer geweten heeft, gevoel voor schoonheid enz. Het beste middel om tot krachtige menschen te worden is de omgang met Christus. Als wij veel omgaan met iemand, die een sterke persoonlijkheid is, ondergaan wij ongetwijfeld diens invloed. Als wij den omgang met Chris tus zoeken, ondergaan wij Zijn invloed. Maar nu is het zoo, dat de omgang met menschen onze persoonlijkheid dikwijls verslapt, wij nemen allerlei dingen van hen over, wij apen na en praten na, maar de omgang met Chris tus verslapt nooit, versterkt altijd. En als er in ons komt iets van de kracht, waarmede Hij stond in het lijden en de verzoeking, iets van Zijn teerheid, waardoor onze ziel als een fijn besnaard instrument steeds zuiver reageert op wat ons wedervaart, steeds medevoelt en I medelijdt met hen, die op onzen weg komen, dan verliezen wij niet onszelf, maar vinden onszelf; want het allereigenste van ons ziele- leven komt toch pas recht tot uiting in het zelfbewuste staan in het leven als schepsel Gods eenerzijds en in de overgave aan God en den naaste anderzijds." Het geïllustreerde tijdschrift „Timotheus" be vat een vraaggesprek met Z. Exc. Dr. H. C o 1 ij n, dat mede in verband met de komst van Dr. Colijn naar Flakkee ongetwijfeld onze lezers belang in zal boezemen. Wij nemen er de volgende passages uit over „Het is Uwe Excellentie bekend, dat men uw komst naar Nederland (evenals die van Z. Exc. Idenburg) destijds zóó heeft gezien, dat Dr, Kuyper u „ontdekt" had. Zoudt U mij daar iets meer van willen zeggen Ik vraag dit te meer, omdat Dr. Kuyper te boek stond als een slecht menschenkenner." „In 1904 ben ik zes weken in Nederland geweest en heb toen voor het eerst Dr, Kuy per ontmoet. Maar mijn verlof werd al spoe dig afgebroken door Van Heutsz (met wien ik hier was gekomen)omdat hij mij verzocht mee naar Indië terug te gaan, waar ik in 1907 den militairen dienst verlaten heb, secre taris van het Gouvernement ben geworden en later officieel Regeerings-Adviseur voor de Bestuurszaken der Buitengewesten. Ik heb Dr. Kuyper niet meer gezien noch met hem gecorrespondeerd, tot ik in 1909, op Borneo zijnde, bevel kreeg om mij candidaat te laten stellen voor de Tweede Kamer in Gouda en Sneek. Wat nu zijn menschenkennis betreft op de kennis van het menschelijk karakter, dan hebt u, geloof ik, gelijk; daar was hij vaak een kind in. Maar als men bedoelt zijn kennis van 'de intellectueele waarde, dan stond het anders. In dit opzicht was hij een zeer goed menschenkenner." - Doelende op den terugslag der gebeurte nissen in Indië, vroeg ik: „Verwacht Uwe Exc. een sterken inslag van stemmen in de richting van Rechts?" „Dat is zeer wel denkbaar. Men is opgeschrikt. Want wat daar ginds gebeurd is, is zóó langzaam, voetje voor voetje en niet met groote stappen, voorbereid, dat men ge leefd heeft alsof het onmogelijk ware. Die terugslag echter zal zich ook uiten en is reeds bezig zich te uiten in een richting, die evenzeer af te keuren is. In mijn Deputaten- rede heb ik gezegd: niet de chaos en niet het fascisme. Tusschen die twee wil ik niet kiezen. Tegenover het anti-revolutionaire staatsrecht, dat den Nederlandschen histori- schen grondslag van gezag èn vrijheid aan vaardt, vind ik het nationaal-socialisme, dat wèl het gezag, maar niet de vrijheid eer biedigt. Gelijk in Italië en Duitschland te zien is. Als men op mij zou willen stemmen, zal men het voor lief moeten nemen, dat ik anti-revolutionair ben, en blijf, en" er kwam een oogenblik van ontroering over den spreker - „ik hoop als anti-revolutionair te sterven." - „Mag ik Uwe Excellentie vragen: ziet u in het Communisme niet alleen een ontbin dende macht, maar ook de komende macht „Ik zie stellig in het Communisme de komende macht van den Antichrist. Maar wanneer die macht tot volle ontplooiing komen zal, weten w ij niet. Dat geschiedt op Gods tijd. Ook weten we niet, langs welke tus- schenstadia dit alles loopen zal. De open baring Gods in natuur en historie is, in tegen stelling met de Goddelijke openbaring in de Schrift, nog niet afgesloten. Die eerste loopt door tot aan het einde der dagen en kan nog veel, maar ook weinig wisselingen te zien geven." „En wat dunkt Uwe Exc. van de aan den gang zijnde besprekingen over een eenheids front tusschen sociaal-democraten en com munisten „Op den duur voorzie ik een splitsing van de S.D.A.P. in twee groepen: een rech tervleugel, die gelijkt op onze vrijz. demo craten, socialisten als Snowden of MacDonlald of radico-socialisten als Herriot, en een lin kervleugel, die in het communisme opgaat." De verleiding, aldus de journalist van „Timotheus", om nog veel meer te vragen aan mijn steeds tot antwoorden bereid ge vonden gastheer, moest breken op den blik naar de klok. Wat tijd voor dezen gezonden werker beteekent, had ik reeds bij den aan vang van het bezoek kunnen hooren. Als men is partijleider, lid van de Tweede Kamer, voorzitter van den Zuiderzeeraad, directeur der Vrije Universiteit, en men ontvangt dage lijks 40 a 50 brieven, waaronder telkens cor respondentie over economische aangelegen heden met personen waarmee saam gearbeid werd te Genève (waar Dr. Colijn getoond heeft, dat Nederland in hem ook een voor- treffelijken pleitbezorger heeft op het forum van de handelsbelangen), gezwegen dan nog van de talrijke conferenties in- en buitens huis,; dan is te begrijpen het antwoord op mijn vraag: „Uwe Excellentie heeft aan den achturigen arbeidsdag vermoedelijk niet genoeg „Ongeveer het dubbele zal beter uit komen." Bij den hartelijken dank voor het zonder eenig teeken van ongeduld of haast gevoerde gesprek, bieden wij Dr. Colijn den oprechten wensch, dat in de ernstige dagen, die we thans doorleven en in de zware taak, die mogelijk voor hem gereed ligt is hij niet „the com- ming-man" hij het ervaren moge, dat de God Israëls, die Zijn volk sterkte en kracht geeft, ook Nederland tot steun en hulp zal zijn, wanneer het zich toevertrouwt aan de leiding van mannen, die alleen in hun zwak heid Zijn kracht volbracht weten." In het Chr. tijdschrift „Op den Uitkijk" schrijft de heer A. Janse over „Vader Willem". „In de politiek stcnd 'Prins Willem niet voor het Gereformeerde volk, voor zoover dit geen landverraad pleegde door te heulen met de Roomsch-kerkelijke politiek van Filips. Vader des Vaderlands was Willem van Oranje. En dat heeft in zijn politiek steeds voorop gestaan. Men noemt dat vaak „g e- matigd". Maar dat is geen goede term. De belijders van de kerkelijke politiek, zóó van de Roomsche als van de „Calvinistische", heeten dan ij veraars. Maar ik vraag u, was Prins Willem „ge matigd" in a r b e i d voor zijn volk Niemand van al die kerkelijke ijveraars heeft zóó ge werkt, nacht en dag, zoo tegen bergenhooge bezwaren ingeworsteld, zoo op hoop tegen hoop volgehouden als deze ijveraar voor zijn volk. Met een' gebed voor dit arme volk is hij neergezonken. Is dat „gematigd" Dat de radicale niets ontziende tirannie van de kerkelijke politiek van Filips en die van de kerkelijke politiek van Lumey en So- noy bij den Prins niet werd gevonden, dat kwam niet van zijn „gematigdheid", maar dat kwam hierdoor, dat hij deed wat recht was op politiek gebied in de oogen des Heeren. Burgerlijk recht, zoowel aan den eenen Ne derlander als aan den andere. Streng recht ook over de boosdoeners, over de vervolgers van de kerk van Christus, als Al va en Filips. Zóó kon de kerk onder deze Overheid een stil en gerust leven leiden. Dat was de vrucht voor de kerk van Va der Willem's zuivere politiek. Dat zij de bur gerlijke rechten ontving, die Filips haar had ontnomen. Het recht van vergaderen, het recht van kerkinstitueering, van classes en synodes houden het recht ook van hare leden om in de politiek van het land mee te mogen leven. De democratische politiek van „Vader Wil lem" heeft dit alles voor ons volk verworven. Helaas, de Regenten hebben later weer een andere politiek gevolgd, 't Volk er buiten En tegen hun verdrukking van het volk heeft de Fransche revolutie getuigt om er haar revolutionaire democratie voor in de plaats te geven. Als reactie op deze democratie verschijnt thans weer de politiek van het z.g. „abso lute gezag". Maar als een schitterend voorbeeld van ware vorstengrootheid én democratische po litiek verschijnt daar de gestalte van Vader Willem voor ons volk. Mocht zijn politiek ook thans nog beide „de Magistraat" én „de gemeente" blijven samenbinden om te doen wat burgerlijk recht is voor den Heere". In „Het Zoeklicht" lezen wij onder het kopje Wat de machine uitschakelt I" het volgende Prof. Roe, Technisch Hoogleeraar aan de Universiteit van New-York, heeft destijds o.m. berekend, dat er 12 milliard slaven zou den noodig zijn om het werk te verrichten, dat dagelijks in de Ver. Staten door machines wordt uitgevoerd. Dit wil dus zooveel zeggen, als dat «r in Amerika voor lederen man, vrouw of kind zooveel arbeidsvermogen wordt voortgebracht alsof er 100 menschelijke werkkrachten voor hen bezig waren. In de Bruinkoolwerken doet één kabelbag germachine, bestuurd door 1 a 2 menschen, in 2 4 uur tijds evenveel werk als 300 kolen- werkers in een achturigen arbeidsdag. De moderne kabellegmachines leggen de kabels zesmaal zoo goedkoop als met de hand; zulk een machine kan door drie man bediend worden. Wanneer alle hoogovens in Amerika naar de modernste eischen waren ingericht, dan zouden 3000 man per jaar evenveel ruw ijzer kunnen voortbrengen als voorheen 28,000 ar beiders in denzelfden tijd. In de zaagmolen- industrieën zouden 45,000 man het werk ver richten van 292,000 arbeiders, in de schoen industrie 81,000 man het werk van 200,000 man. Een landbouwer, die een moderne ma chine in gebruik heeft, kan thans in één uur evenveel verrichten als 100 jaar geleden in 3000 uren kon gedaan worden. In een Socialistische vergadering werd ge- ruimen tijd geleden, volgens „De Telegraaf", door den heer v. d. Walle gezegd, dat in den Wieringermeerpolder slechts enkele ar beiders werkzaam waren. Machinaal werd daar in 30 minuten tijds 1500 meter sloot getrokken. Een andere machine deed in één week wat 500 arbeiders in één jaar doen. Door reken- en boekhoudmachines worden P^r machine 10 man buiten werking gesteld. Kort geleden werd er een machine gecon strueerd, die in het uur 8000 25-literflesschen kon blazen. Een andere machine maakt per dag 50,000 gloeilampen, die anders een-voor een door arbeiders moesten geblazen worden. Een ander wonder van technisch vernuft maakt dagelijks 1,076,000 baksteenen, welke machine maar door twee man behoeft be diend te worden. Elders wordt melding gemaakt van een zetmachine in een Amerikaansche stad, die langs electrischen weg een oneindig aantal soortgelijke machines in ander© steden van het land of van den aardbol, hetzelfde zetsel kan laten voortbrengen, zonder dat daar meer dan één machinezetter aan te pas komt. Het hoogtepunt mag zeker wel genoemd worden de nieuwe Kunstzijdefabriek in New- Jersey, waarin het werk geheel en al mecha nisch zal worden verricht en wel ononder broken gedurende vier en twintig uur, zonder dat zich ook maar één arbeider in de fabriek bevindt. ,,Met behulp van foto-electrische cellen (aldus een artikel van „New Outlook" in „De Kern kan een zich op zijn kantoor te New-York bevindend employé een andere, kleur opleggen, zonder van zijn stoel op te staan en zonder dat in de fabriek in New- Jersey menschelijke hulp noodig is." Het „Maandbericht van de Nederlandsche afdeeling van den Wereldbond der Kerken" schrijft over het verlangen naar eenheid in China Op de Nationale Christelijke Conferentie in China, 1922, vond het verlangen naar een heid zijn uitdrukking op deze wijze „Wij, Chineesche Christenen, die verschil lende leidende kerkelijke groepen vertegen woordigen, spreken onze. droefheid er over uit, dat wij verdeeld zijn door het denomi- nationalisme van het Westen. Wij erkennen volkomen, dat het denominationalisme berust op verschillen, waarvan de historische be teekenis, hoewel werkelijk en levend voor de zendelingen van het Westen, niet voor ons Chineezen kan geldën. In plaats van een in- spireerende bron is het denominationalisme daarom een bron van verwarring geweest €n is dat nog. Wij wijzen met nadruk op de schreeuwende noodzakelijkheid van de Chris telijke verlossing voor het huidige China, en wij geiooven vast, dat alleen de Vereenigde Kerk van China kan redden, want onze taak is groot en voldoende kracht kan slechts wor den verkregen door een soliede eenheid. Wij geiooven, dat er een wezenlijke eenheid be staat tusschen all© Chineesche Christenen, en dat wij het gevoelen van de geheele Chinee sche Christelijke gemeenschap weergeven, als wij er voor uitkomen, dat bij ons het ver langen en de mogelijkheid gevonden wordt om een vereeniging tot één lichaam spoedig te verwerkelijken, en als we een beroep doen op zendelingen en vertegenwoordigers van de Kerken in het Westen, om door zelfverloo chenende toewijding aan onzen Heer alle hin dernissen uit den weg te ruimen, opdat Chris tus gebed om eenheid in China moge worden vervuld." MIJN HANDEN. Ik zie op mijn oude handen hun taak is bijna gedaan Brachten ze eer of schanden? Brachten ze zeegen aan O mijn handen mijn handen nu moeten ze spoedig vergaan. Ze hebben al rimpels en vouwen, vlekken bruin, die geen water afwischt. Achal te groot vertrouwen I Wat hebben ze vaak zich vergist mijn handen I mijn handen hoe dikwijls hun schoonst bedoelen gemist. Nu gaan ze welken en kwijnen ze laten zich niet meer gebien, uiteen valt de kunstige, fijne gehoorzame machien Mijn handen, mijn handen, nu zal ik hun schrift niet langer zien. Dra worden ze mager en beeven in verlangen naar eeuwige rust, dan is 't laatste woord geschreeven, het laatste kaarsje gebluscht. En mijn handen, mijn handen, voor t laatst nog door lieve lippen gekust. Nog ééns doet mijn wil hen buigen in gehoorzaamheid naar elkaar, zóó zullen ze blijvend getuigen van mijn gang tot der zaligen schaar. O mijn handen, mijn handen verstijfd dan in duurend aanbiddings-gebaar. FRBDERIK VAN BEDEN. 27 October 1923, Deze Courant verschijnt ell ABONNEMENTSPRIJS per BUITENLAND bij vooruitb AFZONDERLIJKE NUMME Alle stukke si No. 1 VAN LIJST 33 De Anti-Rev. Partij heeft Een bijzonder cijfer voor ee en een bijzonderen lijstaanvcx bijzonderheden is er in dez< belangstelling. De Anti-Re leider trekt allerwege de a partij, die het vertrouwen vt partij zich niet verlaagd 1 beloften aan het volk te doel Onze Antirevolutionaire vertrapt en verguisd, gehoon zij bij elke verkiezingscampag heid durfden te zeggen en e wonden. Zij zijn te vertrou Dr. Colijn komt 13 Apri In Dirksland zal hij volgend in de Hervormde Kerk spre Dr. Colijn trekt in deze c langstelling. Van heinde en! onze Antirevolutionairen naa Haast u met plaatsen te b Kerk zal de groote menigte n U is gewaarschuwd DE IJSBAAN IN MIDI De Raad van deze geinee; stel van B. en W. tot het verschaffing van een ijsbaan, de meerderheid van den R dat de baan ook des Zondï 'Middelharnis heeft het zee werkloosheidszorg en werk\ ten zijn er schijnbaar maar h Immers het doet eenigszin: in dezen tijd geen nuttiger v worden dan het aanleggen v: slechts een geringen tijd van geheel niet gebruikt kan wc Een ijsbaan is heel aardig het toe, dat B. en W. van het geen weggegooid geld voor onze jonge menschen Ons inziens is dit voor de vooral ook voor de werkloc Maarals men iets v lijkt het ons niet verstandig geven voor een ijsbaan, als 60 van de kosten Wil men iets voor de je men ons inziens veel beter e terrein aanleggen, waar de naar hartelust kunnen „rav< Hoeveel ouders zouden 1 •daarvoor niet dankbaar zijn leg van een ijsbaan zoo to -een genot zouden onze v •daarmee aan de jongelui v; gen! Et bestaat hier groote be 'terrein, waar de schooljei jeugd zich bezig kan hou< dergelijke. Dit weert het 1 het geslenter op den Westc Naar wij vernemen is h heer Vroegindeweij en and Zondag de ijsbaan voor 1 steld. zou worden, opgehe in haar laatste vergaderid besluit van den Raad, bes dag gesloten te houden. Het hoofdbezwaar vai den Raad is thans opgehj stel van B. en W. aangj Wanneer het niet mod tiger werkverschaffigsobj tot nu toe niet kunnei neer de aanleg van een komenlijke bezwaren stui er dan nog andere belang beterd of aangelegd kun wij niet anders dan da werkloozen weer eenigei aan dït werk en hopen w dan zal besluiten, maar... een speelterrein, datg el bruikt kan worden, bovei maar berijdbaar is wann neer is er ijs in Hollanc Wij kunnen ons tenslo de ijsbaan het eenigste c dat in werkverschaffing den. Het doet ons werl 4LSLUJ

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1933 | | pagina 10