i
li
Onze kracht in deze crisis.
HOEEJE VOOS E
«US- E
l
I
I
I
II
Op den Uitkijk.
Eenheid het parool.
Rede Ds. C. v. d. Zaal.
Voor de Vrouw.
Voor de Jeugd.
£L
Zaterdag
TWEEDI
SCHAAKR
Buite
rTSSB
i
I
In een onzer dagbladen slaakte een moeder
van leerlingen, die de openbare school bezoe
ken, onlangs de volgende klacht
Onderwijs en Rood.
Het Verbond van Nationaal Herstel moge
ook beseffen, dat verwijdering hard nodig is
van de rode elementen (denkt aan de invloed
van een onderwijzer en aan vakken als ge
schiedenis en Staatswetenschappen) bij ons
openbaar L. O. (de stokende bond), openbare
en neutrale lycea, gymnasia, H.B.S.Zelfs
thans durven zulke ophitsers op nationale
scholen zich uiten op een wijze, die het
overigens uitstekende en boven alles verkies-
like openbare onderwijs allang in diskrediet
brengt. Op socialistiese scholen zouden geen
andersdenkenden mogen doceren. Daarom
moeten ook onze kinderen beschermd worden
tegen het funeste en kleinzielig onvaderlands
gedoe van rode leerkrachten 1
Een moeder van leerlingen van
de openbare school.
De klacht is niet nieuw.
Het groote gevaar voor de openbare school
vormen de roode onderwijzers, die deze school
denatureeren tot een socialistische secteschool.
Leerzaam is in dit verband ook de beruchte
„Bode", het orgaan van den Bond van Ned.
Onderwijzers.
In het nummer van 10 Maart j.l. lezen we een
ingezonden stuk, onder den titel: „Een protest".
In dat stuk zegt de schrijver, dat hij met
groote verbazing en ergernis in de Bode van
3 Maart had gelezen een oproep van den
S.D.A.P.'er Kleerekooper om de roode ver
kiezingen met geldelijke bijdragen te steunen.
De inzender concludeert: „En waar de Redactie
Hoofdbestuur is, hebben we hier dus met een
o f f i c i e e 1 e inzameling van verkiezingsgel den
voor de S.D.A.P. te doen."
En hij vervolgt: „dat is dus weer een stap,
en een zéér beslissende stap, op de weg naar
de Bond van S.D.A.P.onderwijzers, waartegen
ik in mijn vorige artikelen waarschuwde."
Fel gaat hij tegen de opname van deze roode
oproep te keer.
Maar men denke niet, dat dit zijn oorzaak
vindt in het feit, dat deze meneer den Bond
„neutraal" wil houden en in de roode beginse
len een bedreiging van de openbare school ziet.
Volstrekt niet.
Want nadat hij eerst de S.D.A.P. flink de les
gelezen heeft over haar halfslachtige houding
inzake het onderwijs hier te lande, vervolgt hij:
„En ik neem bij deze gelegenheid de vrijheid
mijn medeleden op te wekken, géén geld; te
geven voor de verkiezing van de heele en halve
Bonds-tegenstander der S.D.A.P., maar hun bij
dragen te doen toekomen aan de verkiezingskas
van de O.S.P. Deze partij heeft een onderwijs-
program, dat bijna gehéél met het Bondsprogram
overeen komtIk zal zelf het voorbeeld
geven en buiten hetgeen ik reeds afzonderde
voor de O.S.P.-verkiezingen 5 ter beschikking
stellen van het O.S.P. onderwijzersfonds."
Ook wat de Redactie onder dit stuk ter harer
verdediging schrijft, is uiterst leerzaam. Zij toch
schrijft
„Ook Wanink (de ingezonden stukken-
schrijver) zal toegeven, dat het aangesloten zijn
van onzen Bond bij het N.V.V. eenige conse
quenties meebrengt. Voor ons was gastvrijheid
in de N.V.V.-bladen, en dus ook het onze, voor
A. B. K s opwekking, één van de consequen
ties."
En ten overvloede schrijft de Redactie aan
het slot
„Wij vertrouwen, dat onze leden zoo ver
standig zullen zijn, hun geld niet te verknoeien
aan bestrijding van het front, waarin hun vak
bond meestrijdt."
Er is een tijd geweest, dat ieder, die de
„neutrale" vakbonden voor „rood getint" uit
maakte, als leugenaar en falsaris werd gebrand
merkt. Vakbonden hadden immers niets met
politieke partijen te maken.
Die tijd zijn we echter al lang en voor goed
voorbij. Nationaal Vakverbond en S.D.A.P. zijn
één en als de roode pers om geld verlegen is,
staat het N.V.V. klaar met zijn millioenen om
deze pers te financieren
Een zegen dat onze Christelijke arbeiders bij
tijds het groote gevaar van neutrale vakorgani
saties hebben ingezien en zich geen zand in
de oogen hebben laten strooien.
In het buitenland is het schier overal ver
keerd gegaan. De vakorganisaties zijn daar de
bijwagens van het^Marxisme en het socialisme
geworden en de Christenarbeider heeft bijna
geen gelegenheid meer om zijn beginsel in zijn
vakorganisatie uit te leven.
Nederland is dat gevaar ontsnapt.
Wij hebben gelukkig een zeer sterke macht
van arbeiders die zich Christelijk georganiseerd
heeft. Rood heeft daar indertijd op gesmaald en
begreep niet wat een confessioneele vakvereeni-
ging voor bestaansrecht had.
Thans zijn we dien tijd te boven.
Die strijd is uitgevochten.
En rood noemt zich wel „het proletariaat" en
„de" vereeniging van arbeiders in Nederland,
maar dat is gelukkig een leugen gebleven. Rood
heeft slechts de helft van onze arbeiders, en de
andere helft weigert mee te loopen achter de
roode vaan.
Deze gang van zaken is voor ons landje een
groote zegen geweest. Want zonder Christelijke
vakorganisaties zou de staatkundige gang van
zaken in ons land waarschijnlijk anders en voor
het Christelijk volksdeel minder gunstig verloo-
pen zijn.
Te weinig wordt dit in onzen eigen kring nog
bevroed.
Wie echter wat verder kijkt dan zijn neus
ziet op 't oogenblik rondom zich heen welke
richting dat z.g. „neutrale" heengaat.
En ook de „neutrale" Bond van Onderwijzers
is aan zijn consequenties niet ontsnapt.
De Openbare School wordt ondermijnd door
de roode onderwijzers die over het geheele land
deze school tot een roode secteschool gedegra
deerd hebben.
En ik versta de klacht van de „moeder van
leerlingen" in de N. Rott. Ct.
Want er wordt wel gezegd, dat de onder wij
zer alleen onderwijzer is als hij voor de klas
staat, en zijn persoonlijke overtuiging daar niet
gelden laat, maar dat zijn naïve praatjes, die
geen' kind gelooft.
Een mensch is geen machine of automaat. De
mensch heeft een invloedsfeer en vooral een
onderwijzer moet die hebben, anders deugt hij
niet voor zijn werk.
Onderwijs geven is niet los te maken van
opvoeden.
En daarom kan ik mij levendig indenken dat
in plaatsen waar de mogelijkheid er toe bestaat,
de ouders overgaan tot stichting van neutrale
bizondere scholen, alléén maar om aan het roo
de onderwijs op vele openbare scholen te ont
komen.
De afbraak der Openbare school wordt het
meest in de hand gewerkt door de roode on
derwijzers zelf.
UITKIJK.
Dinsdagavond vergaderde de A.R. Kiesver-
eeniging „Nederland en Oranje" te Middelhar-
nis in het gebouw „Rehoboth", waar als spre
ker optrad Ds. C. van der Zaal, Chr.
Geref. predikant te Deventer.
De vergadering werd geopend door den voor
zitter, den heer J. v. d. Waal, met het zingen
van Psalm 133 1.
De Voorzitter las daarna een gedeelte van
Jes. 40 en ging voor in gebed.
Hij heette verder allen welkom, in 't bijz.
de afgevaardigden van „Groen van Prinsterer",
de heeren J .Vermaas en B. Koster.
Het schrijven van Ned. en Oranje" was door
„Groen van Prinserer" met welwillendheid ont
vangen.
Moge dit samenzijn worden een samenwonen,
want dat is de eisch des Heeren, zooals we het
zongen „Als broeders saam te wonen". Verder
heet de voorz, hartelijk welkom den geachten
spr. Ds. C. v. d. Zaal. In zijn openingswoord
wijst de voorz. op de boodschap van onzen
leider Dr H. Colijn, waarin de leiding der A.R.
partij het Nederlandsche volk oproept in deze
gewichtige dagen tot krachtige inspanning ter
verkrijging van een zoodanige samenstelling van
de 2e Kamer der St. Generaal, dat het in sa
menwerking met een krachtig bewind, mogelijk
zij de gezagsondermijnende invloeden te weer
staan onze ontredderde publieke financiën te
herstellen ons economisch leven zooveel mo
gelijk uit z'n verval op te heffen de bestrijding
der werkloosheid met kracht ter hand te nemen.
Dan wijst de voorz. op de uitspraak van
Prof. J. W. Geels, Chr. Geref. Prof. te Apel
doorn, als deze zegt„De toekomst is donker.
Wij moeten ons echter wel den eisch van God
voor oogen stellen n.l., dat wij verschuldigd zijn
voor de eer des Heeren op te komen, n dezen
donkeren tijd, moeten wij met beslistheid aan
sturen op concentratie. Dat is
het parool
in dezen tijd. Gebiede de God der vaderen Zijn
zegen over de A. R. partij, tot heil der natie
Dit is een uitspraak van onzen Chr. Geref.
broeder. De voorz. wil hier aan toevoegen één
uitspraak van een Ned. Herv. Predikant, één
van de honderden in onze partij, die ook doel
bewust op dit streven naar eenheid aanstuurt.
Ook Woelderink, Ned. Herv. Pred. te Vrees
wijk deed zijn uitspraak „Dat een ieder zich
van zijn verantwoordelijkheid bewust zij. Wij
hebben belijdenis te doen van ons geloof in de
beginselen van ons program neergelegd. Sluit
U aan en toon metterdaad door uw stem uit te
brengen op de A.R. lijst dat die belijdenis u
lief is."
Al deze uitspraken teekenen ons meer dan
ooit den ernst der tijden, waarin wij dienen te
beleven de oude spreuk„Door eendracht
sterk".
Hierna gaf de voorz. het woord aan Ds.
van der Zaal.
Spr. had tot onderwerp gekozen „Onze kracht
in de crisis".
De crisis is het onderwerp van den dag. Bij
de troonrede van 1932 werd door Hare Maje
steit de Koningin van de crisis gewag gemaakt
als ze zeide „Mijn gedachten richten zich meer
dan ooit op den duisteren tijd, dien het Vader
land beleeft. Zonder voorbeeld in de geschie
denis zijn de economische verhoudingen over
heel de wereld ontredderdonweerstaanbaar
grijpen
de gevolgen der crisis
steeds verder om ons heen en nog steeds kon
digen zich geen betrouwbare teekenen van ken
tering aan."
Ook in den Kerstgroet beluisteren we dezelfde
klank. Wie heeft niet te maken met de crisis.
De nood der tijden leidde daartoe dat Colijn en
Albarda, die anders in politiek opzicht veel
verschillen, nu samen wegen moesten vinden om
tot werkverruiming te komen.
Maar de crisis in ons land vormt een deel
van het geheel. Ik heb dan ook de meervoudige
vorm gekozen en wil allereerst uw aandacht
bepalen bij de crises van het wereldgebeuren in
't algemeen. Vervolgens, de crises in verband
met de structuur van ons eigen land om tenslot
te te wijzen op de kracht des geloofs, waardoor
wij in deze crises staande kunnen blijven. Onze
crisis is er één uit vele anderen. Om een beeld
te krijgen van de eigenlijke grondoorzaak moe
ten wij terugwijzen naar den grooten wereld
oorlog. In dien oorlog worstelde men om de
macht op economisch terrein.
Tusschen Duitschland en Engeland heerschte
er geweldige spanning. De expansiezucht maak
te dat Duitschland handelsgebieden zocht 'en
daardoor Engeland van bijkans alle fharkten
ja van de eigen markt terugdreef. Het was zelfs
zóó sterk, dat de Engelsche vlaggetjes het merk
vertoonden (Made in Germany). In de groote
wereldoorlog is het krachtige Duitschland ge
vallen, maar niet gebroken. Het
Verdrag van Versailles
legde aan Duitschland herstelbetalingen op tot
een bedrag van 269 milliard goudmark, welk be
drag later gedaald is tot 132 milliard. Maar de
bronnen van welvaart werden Duitschland ont
nomen. Door het verdrag van Versailles is er
een kwaad gesticht, dat zich in het wereldge
beuren van nu blijft wreken. In Duitschland
herleeft het nationalisme. Hitier zoekt nieuwe
bestaansmogelijkheden voor zijn volk. Het wan
trouwen tusschen de volkeren woekert voort. Er
zit spanning in de wereld.
Een tweede crisis aanschouwén we als we
letten op de wereldbewapening. Ondragelijke
lasten worden aan de wereld opgelegd om de
bewapening op te voeren. Twaalf en een half
milliard gulden wordt aan bewapening besteed.
Men houdt conferentie op conferentie. Vrede
moet er komen en
eerst dan
zal er zegen kunnen zijn. Maar bijkans elk plan
mislukt. Ieder zoekt het zijne. De ontwapenings
conferentie zal worden verdaagd en één der
dagbladen teekende deze conferentie typeerend,
ak.^ac Donald op bezoek gaat bij de kranke
patiënt. Briand liet voor Frankrijk een slag
schip bouwen van 26 duizend ton voor 3,6 mil
liard francs en Painlevè deed de verklaring,
dat Frankrijk op z'n tegenstanders was bere
kend. Duitschland is in staat de productie van
tanks zóó hoog op te voeren en zóó te moderni-
seeren, dat het elke beschrijving te boven gaat.
Amerika laat 12 groote schepen en 3 torpedo
jagers afbouwen. Tweeduizend officieren zou
den op wachtgeld komen, maar gezien de span
ning die er heerscht, is deze wachtgeldregeling
afgelast. De afbouw van 3 torpedojagers mo
tiveerde Amerika door te zeggen, dat ze bedoeld
was als werkverruiming. Daar zit spanning in
het verre westen, maar niet minder in het verre
oosten. Japan had voor uitbreiding eerst noo-
dig voor bewapening 2 tot 3 honderd milliard
Yen, welk bedrag nu weer werd verhoogd met
147 milliard Yen. Rusland heeft het grootste
leger der wereld en kan bij mobilisatie 3 millioen
600.000 man in 't veld brengen, heeft 400 mo
derne tanks en bij voltooing een luchtvloot van
5000 vliegtuigen. Dit alles is bedoeld om de ze
geningen van het communisme over de wereld
te verspreiden. Het verre oosten is in beroering,
want Japan met zijn 60 millioen inwoners zocht
afzetgebieden en bestaansmogelijkheden voor
zijn volk. Japan gaat heen om de orde te her
stellen en bezet daartoe Mantsjoerije. Het heeft
alzoo een rijk van 24 millioen inwoners onder
zich gebracht. De Volkenbond liet
protest op protest
hooren, maar desniettefmin gaat Japan zijns
weegs en breekt de moreele kracht van dien
bond. Op 6 Maart j.l. kreeg ons land bezoek van
den heer Matsoeoka, het hoofd van de Japan-
sche delegatie bij den Volkenbond. Matsoeoka
kwam verzekeren aan het Ned. Volk de diepe
gevoelens van vriendschap en sympathie, welke
Japan voor Nederland koestert. Japan heeft
niets kwaads in den zin met het oog op Indië.
Toch is naar we vernemen een deel van de
militie onder de wapenen geroepen in verband
met de gespannen toestand in het verre Oosten.
Er zijn bij de Borneosche oliehavens stukken
geschut opgesteld, die met het oog op den bij
zonderen toestand thans bedieningsmanschappen
behoeven. In dit verband herinneren we aan
een interview, dat de Japansche gezant, de
heer Saito dezer dagen aan de pers heeft toe
gestaan waarin hij de groote beteekenis van de
Borneosche oliehavens toegaf voor het geval
Japan in den Pacific een vlootbasis zou willen
vestigen. Intusschen verzekerde de gazant, dat
dit alles alleen van beteekenis zou zijn bij een
toekomstig Pacific-conflict. Dit alles veroorzaak-
te spanning voor ons, voor Rusland en Amerika.
Een ander onderdeel van de crisis is
de vertrouwenscrisis.
De herstelbetalingen 132 millioen goudmark,
maar al spoedig bleek de onmacht van Duitsch
land en kregen we den tijd van het moratorium.
Dit had tengevolge dat Frankrijk en Amerika
finantieel zwak kwamen te staan. Er heerscht
groote verwarring op het gebied van handel
en nijverheid. Bijkans ieder land voorziet zich
van middelen waardoor het vrije handelsver
keer wordt belemmerd. Overal worden de tol
muren hooger opgetrokken en door Hitler's na-
tionaale politiek wordt ons land gedupeerd. Er
E|n al is het waar, dat ook wij in staat zouden
zijn op Duitschland de boycot toe te passen
waardoor ook Duitschland zwaarder nog dan
ons land zou worden getroffen, zoo dienen we
er toch op bedacht te zijn, dat er door natio
nale verblinding, gezien de houding van Hitier
ten opzichte van Sjecho-Slowakije dwaze dingen
zouden kunnen gebeuren. De rationalisatie en
de efficiëntie brachten een economische crisis
te weeg. De leer van van Malthus, dat de aarde
te weinig voor menschen zou opleveren werd
op het ergste gelogenstraft.
En toen men Mussolini dan ook vroeg wat
hij van Malthus' leer dacht zeide hij „Malthus
was een dwaas." De wereldproductie
is geweldig toegenomen.
Voor bietensuiker bedroeg dit in de jaren
1920—'21 18 millioen ton. In 1930—'31 29
millioen ton. Voor tarwe 1930, 103 milloen ton,
1928 127 millioen ton. De koopvaardij kreeg een
uitbreiding van 47 miillioen ton tot 70 millioen
ton in 1932. Gezien nu dea chteruitgang van
de wereldhandel sinds de wereldoorlog met
45 zal het ons duidelijk zijn waar de oor
zaak ligt van den droeven aanblik welke de
handelshavens dn Amsterdam en Rotterdam ons
1 geven. Japan leverde in 1932 voor Ned. Indië
54 millioen yards verwerkte katoen meer dan
voorheen. Geen wonder dus de droeve toestand
van de katoenindustrie in eigen land. Ons klei
ne landje moet zich in verband met de spanning
in het Oosten mobiel houden,
Spr. wees Vervolgens op de tolmuren waar
door de werkloosheid schrikbarend toeneemt.
400,000 werkloozen staan thans ingeschreven.
Daarbij rijzen groote moeilijkheden. Men kan
niet tegen deze menschen zeggen Ga heen en
wordt warmVelen vinden daarbij de steun
te laag.
Ons land geeft reeds 150 millioen gld. uit aan
werkloozenzorg.
Uit andere kassen komen daar ook 150
millioen gulden bij. Zoodat ons land nu reeds
300 millioen gulden heeft op te brengen aan
werkloozensteun.
Hoe zal dat bij den voortduur kunnen ge
schieden
Was het nu maar alleen een kwestie van
geld, maar ook de geestelijke verwordinq is
groot.
Er zijn wer]tl002eni die in 3 of 4 jaren geen
werk meer hebben verricht en die dan gaan
meen en, dat zij staatspremie hebben. Op het
laatst beschouwen velen het als een misdaad
wanneer ze werken moeten.
Het is spr. in de kampen duidelijk geworden,
dat de menschen gemakkelijk revolutionair wor
den. Door de werkloosheid ziet men zijn eigen
huisgezin langzaam verkwijnen
Dit is een goede bodem voor het zaad van
de revolutie. Een Amsterdammer zei tegen spr.,
die de geestelijke verzorging in de werkloozen-
kampen tot taak heeft, dat hij precies het te
genovergestelde zou doen van wat spr. deed.
Is dat niet een groot gevaar voor ons land
Spr. wees in dit verband op het S. D. dag
blad „Het Volk'dat altijd weer met kalmte
zaait den wrevel en de opstand. Dit is een
verschrikkelijk eenzijdige
voorstelling. Is het in de landen, waar de so
ciaaldemocraten aan het bewind zijn of zijn
geweest, beter
Men kan zich heel goed voorstellen, dat Hit-
Ier zegt, dat het Marxisme Duitschland's onder
gang beteekentl
Deze menschen zijn opgevoed in den leugen
van de Fransche Revolutie. Velen hadden in
Duitschland de overwinning gewenscht van
Moskou en niet van Hitler, want dan had er
een betere herhaling plaats kunnen vinden van
1918.
Spr. wees op de demagogische voorlichting
inzake de Zeven Provinciën, waarbij de Noten
kraker een spotprent maakte van Colijn met
bloeddruipende handen.
Vervolgens wees spr. er op, dat de bronnen
van welvaart door de maatregelen van het bui
tenland uitgeput zijn.
We verstaan wat noodig is in dezen tijd
De voorzitter, aldus spr., heeft gewezen op
eenheid. Ja, deze moet er zijn. Laten wij er
voor waken, dat wij nog verder worden mee
gevoerd naar versplintering.
Het drijven van de kleine partijen is zeer
onverantwoordelijk. Spr. wees in dit verband
op de Staatk. Geref. partij. Als men op
enkele onderdeelcn
het niet eens is, geeft dat geen recht om de
A. R. partij altijd maar aan te vallen. Men keert
zich in die kringen in de eerste plaats tegen
de A. R. partij en niet tegen de Revolutie.
Men vraagt daar ook om een krachtig be
wind, waarom Colijn in '26 dan niet aan de
Regeering gelaten? Men is bang, dat we door
coalitie Rome groot maken. Ook in Roomsch-
Katholieke kringen hoort men hetzelfde be
zwaar, maar dan zoo, dat men bevreesd is, dat
de Roomschen het Protestantisme grooter zul
len maken.
Spr. meende, dat beiden het eenzijdig zien.
De kracht moet niet liggen in het zoeken van
onszelf of van groepsbelangen.
De Antirev. partij heeft niets te maken met
de Kerk. In de eerste plaats vraagt zij: Wat
vraagt God op staatkundig terrein van ons
Als we zien op onze kracht, dan zou er niets
van terecht komen. Het gaat om de eere Gods,
die men in een land als Rusland wil bannen.
Wij zijn krachtig als we goed verstaan, dat we
onmachtig zijn.
Er kan veel gebeuren, als we maar altijd in het
oog houden, dat het gaat om God en Zijn ordi
nantiën. Dan zijn wij in onze kracht. God is
onze kracht ook op het staatkundig terrein.
Spr. wees er op ,toen Mozes met het volk
Israel voor de Schelf zee stond met het leger
van Farao achter zich, scheen alles verloren.
Mozes riep echter tot God en zie de zeeën
gingen vaneen. Bij alle ellende, die er is, is
Eenige weken terug werd me eens raad ge
vraagd. Het ging zooals de moeder schreef
over een paar lastige kinderen,
Nu, eerlijk gezegd heb ik mezelf al enkele
weken uitstel gegeven met de beantwoording
daarvan, want om daarover raad te geven is
niet zoo gemakkelijk als met een handwerk-
patroontje. Daar kan ik eens wat voor nazien
of een makkelijk patroontje ontwerpen, de
vraagster werkt het maar precies na en dan
komt het wel in orde.
Maar zoo gemakkelijk is het niet als het gaat
over opvoedkundige problemen, dat Moeder op
een critiek moment zegt: „O ja, wat staat er
ook weer regel zooveel en zooveel in die kolom,
dat doe ik en dan is de moeilijkheid opgelost".
Stel je voor, dat het zoo gemakkelijk eens
ging. Eerlijk gezegd, ik geef niet zooveel om
die raadgeverij op dat gebied, want ik denk,
dat de resultaten van zulke raad op een afstand
wel zeer gering zullen zijn.
Twee groote bezwaren heb ik er tegen.
Men zou om raad te kunnen geven de kin
deren zelf moeten kennen, d.w.z. iets meer van
hen moeten weten, dan dat ze ongehoorzame
rekels zijn.
En dan is het meer of minder gunstige resul
taat van onze opvoeding niet afhankelijk hoe
we op één critiek moment ons gedragen, neen,
dat hangt af van onze voortdurende levens
houding ten opzichte van de kinderen.
En nu geloof ik heusch niet, dat één arti
keltje in de krant zoo'n macht zal uitoefenen,
dat de dagelijksche houding ten opzichte van
het kind er blijvend door zal veranderen.
Als een kind op een oogenblik ongehoorzaam
is, dan is het een klein kunstje om 't op dat
moment tot gehoorzaamheid te dwingen. Men
kan dat doen door straf in welken vorm ook.
Maar ieder zal toegeven, dat het is het ware
niet. Waarmee ik niet wil zeggen, dat ook het
meest gehoorzame kind niet z'n dagen en buien
kan hebben, dat het niet zóó vlot gaat als
gewoonlijk en er wel eens straf gedeeld moet
worden.
Natuurlijk, zelfs de aardigste en gehoorzaam
ste kinderen zijn ook niet volmaakt, evenmin als
wij grooten.
Maar over zulke kwade momenten in een
doorgaans goede gang van zaken gaat het nu
niet. Meestal weten de moeders en vaders met
zulke klantjes ook zelf wel goed raad.
Doch men heeft raad gevraagd, 't zal pro-
beeren het te geven. En dan begin ik eigenlijk
met Moeder zelf. Begin op u zelf te letten. Ver
biedt ge niet te veel Als ge iets verbiedt,
probeer dan steeds u zelf af te vragen: is 't
noodig, dat ik verbied Dat is moeilijkDat
is een kwestie van aandacht geven eiken dag
en elk uur weer aan. Dat vergeet je natuurlijk
wel eens. Best te begrijpen, als aan de voordeur
iemand belt, net kookt er wat over, een van
de kleinste huilt, dan hebben de grooteren al
weer heel wat woorden beet voor je denkt.
Dat spreekt vanzelf. Dat overkomt er meer, als
die wetenschap troosten kan.
Ik bedoel er dit mee. Er zijn gevallen, waar
over ge werkelijk niet diep behoeft na te den
ken, die moet ge verbieden b.v. wanneer ze
met een aardige knop van een kacheldeur willen
spelen net als die gloeiend staat. Zoo even met
een stokje er tegen of wat dan ook. Dat levert
gevaar op.
Er zijn echter zooveel andere dingen. Stel,
ge zit te naaien, 't gaat wat haastig, want 't
moet af, straks weer dit of datzoo'n
meisje of jongen hangt eens wat over tafel, ge
ïnteresseerd door uw werk. Door eigen over
haasting irriteert dat en 't is er uit voor je
er erg in hebt: „Hang toch niet zoo over tafel,
ga daar spelen", 't Kind blij ft in dezelfde hou
ding en in de haast let ge er niet op, dat 't
bevel wat ge gaaft niet gehoorzaamd is.
Nu ja, „bevel" denkt ge wellicht, zoo erg
was 't niet gemeend, ik zei zoo maar wat eigen
lijk door de haast.
Ja net, maar nu gaan kinderen ook andere
keeren als ge wat zegt het niet zoo krap nemen
met 't gehoorzamen. Even probeeren of 't ook
„zoo maar" niet gezegd wordt.
„Als 't op zulke kleinigheden aankomt".
Ja, op kleinigheden komt het aan. Opvoeding
bestaat niet alleen daarin om zoo nu en dan
een frisch pak slaag te geven, hoe heilzaam
dat soms ook werken kan.
Kleinigheden, die eiken dug gebeuren, hebben
tezamen een groote macht, dat moet men nooit
vergeten.
In de gevallen dan, dat ge 't noodig oordeelt,
dat iets verboden wordt, of geboden, zorg dan,
dat ge gehoorzaamd wordt. Als het dan werkelijk
noodig is, dat ge Jantje of Pietje naar zijn
hoekje in de kamer stuurt, neem er dan even
den tijd voor, om te zorgen, dat hij gaat en
er blijft.
Dat is ook moeilijkNiet voor één keer,
maar om dat te blijven doen.
Dan kan ik nog doorgeven wat ik zelf eens
hoorde van een Heve, verstandige, oude moe
der, wier kinderen in de opvoeding van hun
kinderen het goede bewijs leveren, in welke
juiste richting zij zelve thuis geleid werden.
„We probeeren zooveel mogelijk grofheid te
vermijden in onze opvoeding", zeide zij.
„Als je altijd maar raast en moppert, dan
krijgen ze eelt in him ooren en hooren ze niets
meer. En ook als er anderen bij zijn en het is
dan niet uiterst noodig, wees dan zeer spaar
zaam met vermaningen of straf. Kinderen heb
ben ook hun eergevoel. Krenk dat niet noode-
loos. Noodelooze krenking verhardt dikwijls, en
harde naturen zijn moeilijk te leiden en die
worden later moeilijk voor anderen."
Wat ik van déze oude moeder hoorde en
omdat ik daarvan de proef gezien heb bij haar
kinderen, beaam ik ten volle.
Maar ach, al die dingen zijn eigënlijk zoo een
voudig, we weten het allemaal wel. Doch op
voeding is een kwestie van doen op den juisten
tijd van zelfcontrole.
Dat maakt het zeker zoo moeilijk.
CORRESPONDENTIE.
Mw. K. te IJ. Zending in goede orde ont
vangen. Als ge nog eens even tijd hebt, dan
hoor ik zeker wel van U wat ge gekozen hebt
van de patronen en hoe het gelukt is?
M'n beste nichtjes en neefjes!
Vandaag ga ik verder met m'n praatje over
onzen Willem van Oranje.
De Keizer vond het dus best, dat Willem
Prins van Oranje werd, als deze bij hem aan
het hof kwam.
Willem's Vader en Moeder lieten hem ver
trekken met groote zorg in 't hart.
Waren ze dan bang, dat er niet goed voor
den jongen Willem gezorgd zou worden
O, daar waren ze niet bang voor. Maar het
was dit: In het ouderlijk huis was men de
Protestantsche leer toegedaan en aan het Keizer
lijk hof was men daar als Katholiek heftig tegen
het Protestantisme gekant.
Hoe zou het nu met den jongen Willem gaan?
Willem is Katholiek geworden.
Doch hij is het nooit met hen eens geweest,
die aan anderen door dwang een godsdienst
wilden opleggen.
Met Keizer Karei V kon Willem het wel
altijd goed vinden en die hield ook veel van
Willem, zooals trouwens haast iedereen, die
met hem in aanraking kwam, veel van hem
hield.
De Keizer had Willem graag veel bij hem en
in veel gewichtige regeeringszaken deelde Wil
lem in zijn vertrouwen.
Doch toen Willem nog maar net volwassen
was, deed Karei V afstand van de regeering.
Heel oud was hij nog niet, nog maar 55 jaar,
maar hij voelde zich niet meer opgewassen tegen
alle moeite en bezwaren welke het besturen van
zulk een groot rijk meebracht.
Toen kwam Filips, Kareis zoon, aan de
regeering. Zoo vol vertrouwen als Karei V
was tegenover Willem van Oranje, zoo vol
wantrouwen was Filips II.
En Filips was nog veel heftiger gekant tegen
al wat niet Katholiek was.
Met groote strengheid werden de plakkaten
uitgevoerd.
Het volk in ons land werd hoe langer hoe
meer ontevreden en ook bezorgd. Ontevreden,
omdat ze tot zware belastingen werden ver
plicht en ook zeer bezorgd, omdat velen voor
hun geloof ter dood werden gebracht. In dezen
tijd is het nu, dat Willem van Oranje, die een
zeer voornaam en rijk edelman was, begint
te pleiten bij Filips en Margaretha, 's konings
zuster, die toen deze naar Spanje ging hier in
zijn plaats voor hem regeerde, voor de belangen
van het volk.
Bij Filips viel dat niet in goede aarde, deze
kreeg een haat tegen hem, zoo zelfs, dat hij
alles in 't werk stelde om hem te treffen.
Willem van Oranje was toen hij in Frankrijk
was iets heel ergs te weten gekomen. Hij had
gehoord van den Franschen koning zelf, dat
deze met Filips II de afspraak had gemaakt
om met de grootste strengheid de ketters, dat
waren de Protestanten, uit te roeien.
Daar was Willem erg van geschrokken en
hij dacht: als ik daartegen wat doen kan, zal
ik het niet laten.
Nog wel niet dadelijk kon hij veel daar tegen
uitrichten. Doch dien tijd kwam ook al gauw.
In 1567 stuurde Filips, die steeds in Spanje
vertoefde, hier Alva naar toe met een flink
leger.
Willem van Oranje, die Filips zeer goed
kende, begreep welke gevaren hij nu liep en
daarom vertrok hij naar Duitschland. Als hij
gedood werd of gevangen genomen, dan zou
hij niets meer voor het zoo geplaagde volk
kunnen doen. Daarom ging hij weg om in
Duitschland zijn werk voor ons volk voort te
zetten.
De Prins had zijn vrienden gewaarschuwd
toen Alva kwam. Deze, Egmond en Hoorne,
zagen het zoo erg niet in, daarom bleven zij
maar hier.
In Juni 1586 werden zij beiden onthoofd.
Willem van Oranje had het wel goed gezien.
In Duitschland heeft hij heel hard voor het
volk gewerkt en niet alleen hij, maar ook zijn
broers.
Willem heeft met veel moeite in korten tijd
een leger bijeengebracht, daarmede wilde hij
een inval in ons land doen én probeeren het op
die manier te helpen en de vrijheid te geven,
welke Filips nooit wilde geven.
Weten jullie hoe het toen ging om een leger
bijeen te brengen
Zoo kinderen, over veertien dagen verder
over deze geschiedenis.
Hoe gaat het nu met jullie, nog zooveel
zieken
Allemaal veel groeten.
Jullie TANTE TRUUS.
Correspondentie deze R
zenden aan F. W
Gerard uslaan 15
No. 21
De sleutelzet van probl
dreigt 2. Dc4 mat. Goed
La6. Helaas gaat ook 1. I
is met z'n beide laatste p
geweest.
Men kan a 11 ij d tot P
toetreden. Een goede op
zet telt voor 2 punten, e
oplossing wordt een punt
(minimum aantal punten
delijksche prijs van 2,5
pinten hebben. Ook niet
Heeft men 10 keer acl
ingezonden, dan wordt
mee te doen. Een onoplo
voor den wedstrijd.
Ter besparing van j
termijn op circa 4 wel
oplossers meerdere opl
tezamen kunnen opz^
Probleem voor
No.
J. HO
Magyar Sak!
Zwart
Wit
Wit Ka7, Dc7, Td8,
Zwart: Kd5, Dd6, Tf
Wit geeft mat in twl
Oplossing inzenden v
Oplossing Einc
1. Ph6, g3; 2. Pf5, f2]
•4. Pc6, K onv.; 5. Pd,
paard offeren, waarna
Na 3Kc4; 4.
Eindspel
T. Gor
Wit: Ka4, Ph8, pi.
Zwart: Kf5, Pe4, L
Wit speelt en houdt
O plo
1. Pf7, Ke6; 2. Pd,
4. Pa5, Kb6! 5. c5t
7 Ka4! Pa5 pat.
'Na 5Pb3? v
Eindspel
T. Go
Wit: Kd2, Lh8, Ph(
Zwart: Kf3, Pg7, p:
Wit speelt en houc
CORRESP<
B. W. Uw driezet li
niet plaatsbaar. Na 1.
2 Pe8, en dit is een e
aangegeven dual zou
Zou 't niet kunnen wo
wit na 1. Ke4 sjl
is er uit. Doch dan m<
veranderd worden. De|
J. P. C. Uw tweezc
oplosbaar met 1Pe2f
U nog eens zien Eln
OVER
De Ontwapeningscor
gedoemd. Van verdi
sprake. Deze week is
president Mac Donald
Minister van Buitenlai
nève gereisd. Mac Don
talenten voor de laa
stellen.
Over zijn plannen
feit, dat hij met Simc|
Rome zal reizen om e
met Mussolini moet va
acht. Men zegt, dat M<
voor wapenverminderii
vastgesteld zijn uit de
die zijn gedaan.
Benesj heeft de
ook Nederland, kunnen
sche voorstel tot verdai
geruimen tijd met dien
rende dien tijd
zal heerschën. Frankrijl|
enkele jaren uit willen
oplossing en het is d<|
en Duitschland daarvc
standiger was het gew
wat MacDonald's plan
vorens een dergelijken
Frankrijk is bevrees
sche regime én terecht
die gezegd heeft, dat
L'i!